LETTEREN Ei BCui GRATIS BIOSCOOP. leder pak HONIG's VERMICELLI ZATERDAG 13 OCTOBER T934 H A A R L E M'S UACBllSD '17 LUXOR SOUND THEATER. De Raadselachtige Mr. X. Robert Montgomery en Forrester Harvey in de Raadselachtige Mr. X., welke film haar première voor Nederland beleeft in het Luxor Theater. Een mistige nacht in Londen. Sinister loeit een misthoorn van een boot op Thames. De wegschietende lichtbundels van een vuurtoren schuiven spookachtige scha duwen over de kade. Een surveilleerend agent- slentert langs de rivieren valt ontzield neer, doorstoken door een degen stok van een krankzinnigen moordenaar Met dit zeer suggestieve begin leidt regis seur Edgar Selwyn de mysterie-film De Raadselachtige Mr. X. in, Onmiddellijk zit men in een sfeer van geheimzinnigheid en spanning, die uitmuntend volgehouden is door de heele film heen, door actie, door dialoog montage en fotografie. Prachtig is partij ge trokken van de mogelijkheden, die sil houetten bieden. Wie is de geheimzinnige Mr. X.? Scotland Yard tast volkomen in het duister: geen spoor laat Mr. X. na. Een vijftal agenten in ver schillende stadsdeelen, is neergestoken Eindelijk een spoor: de zesde agent wordt gevonden voor het huis, waar dien zelfden nacht een beroemde diamant is gestolen! „De dief is Mr. X.", zegt een politie-inspecteur en met kracht worden de onderzoekingen naar den dief voortgezet. De zevende agent heeft in zijn handen een halsdoektoebe- hoorende aan den aanstaanden schoonzoon van den hoofdcommissaris van politie Maar deze weet zijn onschuld te bewijzen, dank zij de getuigenis van een gentleman, de dief van den diamantDe inspecteur ver moedt dit en doet alle mogelijke pogingen hem te ontmaskeren en dan tegelijkertijd, zooals hij denkt, mr. X. te pakken. Intusschen heeft de adspirant-schoonzoon zich ontpopt als een onbeduidend en ietwat onguur individu, zoodat de verloving af raakt. De gentleman-inbreker heeft zich door zijn getuigenis de sympathie van den hoofd commissaris verworven en van zijn doch ter. De achtste agent valt als slachtoffer en de inspecteur, die van een medeplichtige aan den diefstal aanwijzingen heeft gekregen, dat de „gentleman" de dief was, wil deze arresteeren Hij komt te laat. Want de inbreker wil ter- wille van het meisje zijn leven beteren, zendt de diamant naar de politie en is de straat op gegaan in het uniform van een agent om Mr. X. te ontmaskeren. Het gelukt hem na e enzwaar gevecht en als de politie ter plaat se komt, kan hij Mr. X., zij het ook stervend, overleveren. Ziehier in het kort de inhoud van deze uiterst spannende Metro-film. die getrokken is uit den roman van Philip MacDonald. Met zorg zijn de typen gekozen. In de eerste plaats dient genoemd Robert Montgomery, die met zijn guitig jongensgezicht zeer in nemend is en een prachtrol creëert van den laconieken gentlemaninbreker. Voorts is er Forrester Harvey (de logementhouder uit de Onzichtbare Man), die op voortreffelijke wijze een taxichauffeur speelt. Hij brengt de komische noot ruimschoots in deze rol prent en vooral mag dan gewezen worden op de scène in de rechtszaal, waar hij als getuige optreedt. Lewis Stone bezit een prachtkop voor den lont ruikenden inspecteur, en Elisa beth Allan (de verpleegster uit Mannen in 't Wit) is een lieftallige verschijning. Selwyn heeft het gevaar, steeds verbonden aan mysterfiefilms, n.l. dat ze onbegrijpe lijk zijn, volkomen omzeild. Maar geheim zinnigheid heeft hij er terdege ingelegd! En daarom zien we enkele onwarschijnlijkneden en het griezelig gegeven gaarne over het hoofd. De film bezit een tempo en vaart, die de aandacht geen moment doen verslappen, en de dialoog is raak en vaak geestig. De film beleefde gisterenavond haar pre mière voor Nederland. King Kong in New York in de grootste ook financieele moeilijkheden is gekomen, neemt het voorstel van zijn vriend kapitein Engle- horn (Frank Reicher.) aan, om zich op Engle- horn's boot in te schepen om zich aan alles te onttrekken. Op Java bezoeken ze een voorstelling, waar o.a. drie apen een allergeestigst trio vor men. Het circusmeisje Hilda Peterson (Helen Mack) wordt verliefd op Denham, en als de tent verbrand en haar vader overleden is, ver moord door Helstrom (John Marston) besluit ze als stow-away met het schip van Denham mee te gaan, omdat hij weigerde haar mee te nemen. Door een toeval gaat ook Helstrom mee, hij heeft beweerd, dat op het eiland van Kong een schat begraven is. Daarom zetten ze koers naar het eiland van King Kong. Helstrom heeft gedurende de reis de beman ning tegen den kapitein en Carl opgezet. Ge volg is muiterij. De kapitein, Carl HUda en de Chineesche kok worden in een kleine sloep over boord gezet. De sloep drijft naar het eiland waar de inboorlingen niet genegen zijn hen te ontvangen. Ze moeten dus een andere landingsplaats zoeken. Ze komen aan land en gaan op onderzoek uit. Plots staan Carl en Hilda voor een verkleinde editie van King Kong, maar och arme, Kong verkeert in groo- ten nood. hij is in drijfzand geraakt en dreigt te verongelukken. Carl weet een flinken boom te vellen, waaraan Kong zich op kan trekken en gelukkig zich uit het drijfzand kan redden. Van nu is Kong hun trouwe bewaker en red der en toegewijde vriend, en zijn laatste daad is, zooals ik hierboven al schreef, het leven van Carl redden. We twijfelen niet of de genen, die van King Kong genoten hebben zullen niet minder smullen van den zoon van Kong. De regie was weer in handen van Er- nest B. Schoedsack. Het bij programma viel bij de meesten erg in den smaak, vooral om het filmpje „Stilte" is erg gelachen. En toch dachten we, dat het Haarlemsche publiek, dat op het gebied van bioscoopprogramma's wel erg verwend is, over dergelijke films eigenlijk al heen was, het schijnt dat we ons vergissen, want men amu seerde er zich kostelijk mee. Voor het werk van het paar Manning en Glass, de grootste bewondering! Het is onge looflijk. wat deze twee op de gespannen draad presteeren! Het is prachtig werk! CINEMA PALACE Schandaaltjes. De revue-film begint op haar laatste beenen te loopen. Zij kan zichzelf niet meer overtroe ven en dan is de tijd gekomen, om bijwijze van slot-effect den draak met zichzelf te ste ken. Deze apotheose verschaft nog een nieuw amusement. „Scandals", waarin de beroemde revue-ko ning George White in eigen persoon optreedt, geeft bij wijze van spreken den luister te aan schouwen van het laatste tafereel van een brand. Het dak stort ineen en een fontein van vlammen en vonken spuit omhoog in de lucht Dit is een kostelijk gezicht. Maar daarna is het donker. Deze revue is meer revue dan haar voor gangsters; het verhaal, dat de dansvoorstel lingen onderbreekt, is hier heel bescheiden. Een klein misverstand in de liefde tusschen twee artisten geeft kopij aan een op sensatie beluste verslaggeefster, die aldus haar „schan daaltje" den lezer kan voorzetten. Maar dit is dan ook alles. De enkele tafereelen achter de schermen blijven in den geest van hetgeen men op de planken Vertoont en brengen slechts een oogenblik stagnatie in het rhytmi- sche feest, dat op den naam „non stop revue" dus inderdaad aanspraak mag maken. De persiflages op hetgeen met de mozaïek werken en kaleidoscoopfiguren van bloote danseresjes in vorige revue-films bereikt is, geven aan deze „show" haar bijzonder ka rakter en brengen een nieuwe, vroolijke noot in de compositie. Alleraardigst is de parodie, waarbij honden de danseurs en danseuses se- cundeeren en het liedje „My dog loves your dog and your dog loves my dog" 'n aangename afwisseling biedt op het suikerzoete thema der maneschijn- en ï'ozenerotiek. Is deze vondst, waarbij men aan het risico van het scabreuse nauwelijks is ontsnapt, meer grappig dan fijn, een stapje nader tot het ordinaire komt men bij de overigens ook bui tengewoon amusant verwerkte persiflage, waarbij heeren niet kinderwagens de sex-ap- peal-dames vervangen. Het manoeuvreeren, marcheeren en caroussel rijden met deze ver zameling zuigelingen mist zijn komische wer king niet, evenmin als het bijbehoorende lied je „Every day is Father's day". En dan is er nog een derde tafereel, dat men als een grapje op het „gliT'-systeem kan opvatten, en waarbij kleuters van drie tot vijf jaar de plaats van de volwassen dansmeisjes innemen. Alleraardigste dressuur, althans voor de toeschouwers. Af de slachtoffertjes zelf dit instudeeren ook zoo prettig zullen hebben ge vonden? Ze zijn wel wat heel vroeg er bij ge haald, „following in mother's footsteps"! Een bijzondere attractie is de komiek Jim my Durante,bekend onder zijn populairen naam „Schnozzola" of „Schnozzle", welke hij ontleent aan zijn geprononceerden neus. Hij heeft 'n ge noeglijke wijze van werken dat wil zeggen, Jimmy, want zijn neus laat hij buiten gebruik. Deze dient uitsluitend als decoratief effect. Het genoeglijke bestaat in een bescheidenheid van optreden en een natuurlijkheid in zijn hu mor. Een scène als het gesprek met zijn speel goed-eend plaatst hem op het peil der be schaafde komieken. Deze laatste der revue-films houdt den be zoeker in een voortdurenden roes van amu sement, wat dan ook het doel is van dit lichte en montere genre. Van het bij programma is ditmaal het en- tre-act-nummer op het tooneel het belang rijkst. Vier acrobaten, ware spierzuilen. ver- toonen hun kunsten, die niet voor de poes zijn. met een demonstratie van ki-acht en zelfbe- heersching, welke wat niet altijd bij acro baten het geval is niet slechts sportief maar ook aesthetisch bewondering wekt. Het Paramount-nieuws geeft mooie en ka rakteristieke foto's van Peking en Profilti heeft de herdenking op Schiphol en de feesten te Alkmaar ditmaal tot onderwerp genomen. Of men deze week ook nog iets van de ka- tastrofe te Marseille te zien zal krijgen, zal van de keuring afhangen. Tenslotte nog een opmerking: kan men voor de bij-films van het zangerig genre, zooals nu weer „Die goeie oude tijd" niet eens iets an ders verzinnen? Zij doen het programma af breuk. H. G. CANNEGIETER. MUZIEK. De Chopin-vertolkingen, zoowel in de con certzaal als voor de microfoon, zijn talloos. Men kan geen radioperiodiek doorbladeren zonder er eenige aan te treffen. Ik heb dat feit vroeger al eens gememoreerd en er toen bij opgemerkt hoe vaak dezelfde wei-ken tot uitzending komen. De voorliefde van vele pia nisten voor Chopin's ideaalpianistische mu ziek is begrijpelijk, maar. hoe omvattend en voor een groot deel belangrijk diens piano- oeuvre ook moge zijn: er is toch een grens aan en die grens wordt in de praktijk te eer der bereikt, wijl slechts een deel van dat oeuvre de algemeene opmerkzaamheid geniet, terwijl een ander deel, terecht of ten onrech te, vrijwel veronachtzaamd wordt. Het ligt niet in mijn bedoeling, hier een pleidooi voor noemen den zeilwedstrijd van de Endeavour de achtergestelde werken te gaan houden, Het voorprogramma bevat een filmpje met Zasu Pitts en Thelma Todd en een wel grap pige tweeacter met Charlie Chase. Voorts is er het buitenlandsche journaal, waaruit we Rudy Vallee, de in Amerika verafgode bandleader, en Alice Fay in George White's „Scandals", die in Cinema Palace loopt. KERKCONCERT in de Remonstrantsche Kerk. De sopraanzangeres Pim Kok, de organist Theo Pardoen en het Remonstrantsch zang koor werkten voor het concert van Vrijdag avond samen. Het Rem. zangkoor liet weten dat het geen critische bespreking wenschte, een bescheidenheid die koorleden en dirigent tot eer strekt, maar die achteraf gezien, niet door gebrekkig kunnen geboden bleek, want wat het koortje presteerde had den toets der kritiek rustig kunnen doorstaan. Maar ak bemerk dat ik op weg ben toch in zekeren zin in critische beschouwing te vervallen en ik wil den wensch van het koor eerbiedigen Het zij mij echter vergund op te merken dat de koornummers door de talrijke couplethar- 'nalingen wat te veel van hetzelfde boden. Over de door de zangeres Pim Kok voorge dragen werkexx zou men dezelfde opmerking kunnen maken. De vijf geestelijke liederen vaix B. van den Sigtenhorst Meyer, zijn in muzikaal opzicht vrij anaemisch. Voor het grootste gedeelte wordt de zangstem slechts door een magere één- of tweestemmige bege leiding ondersteund, en waar deze. zooals aan het slot van het derde lied, plotseling in volle accorden overgaat vraagt men onwil lekeurig naar de artistieke beteekenis daar van. In het vijfde Led komt de componist eindelijk een beetje los: Zon- en Morgenrood worden in het traditioneel C gr. t. geschilderd maar dan dwaalt de componist spoedig naar het banale af. De beide liederen van Hendr. Andriessen, „Fiat Domine" en „Cantique spirituel" bleken ook al niet door een creator spiritus bezield te zijn en werkten dus met weinig overtuigende kracht. In Von Brucken Fock's „Stil zijn" en „Gebed" zit meer muziek, al kan ik ook hier niet alles als gemotiveerd aanvoelen. Als voorbeeld hiervan wil ik het forte-slot van het eerste noemen. De zangeres bleek over een helder, aange naam klinkend en goed ontwikkeld stemge luid te beschikken. De omvang is niet groot: reeds de tweegestreepte a gaf moeilijkheden en veroorzaakte een te sterk vibrato. Ook was de intonatie wel eens iets te laag. vooral in „Fiat Domine". Daarentegen waren de getogenheid en beschaafdheid van het zin gen, dat nooit tot ruwe stemuitzetting werd, zeer te prijzen. De organist Theo Pardoen begeleidde de zangnummers discreet en volgzaam. Zijn ver tolking van de Pastorale van Franck, waar. mee hij het concert opende gaf reden tot te vredenheid in het hoofdgedeelte, tot eenige bedenking in het middendeel, het allegretto, dat vrij snel gespeeld werd en daardoor aan duidelijkheid inboette, terwijl eenige pedaal noten niet op het juiste maatdeel werden ge nomen. De correctheid van zijn vertolking van Jacob Bijster's „Variaties op een Oud- Nederlandsch Lied" wil ik aannemen; hij gaf er ook kleur aan en toonde er een flink ontwikkelde techniek mede. Het thema van dit zestal variaties schijnt me voor de expositie van een oud lied wat druk harmoniseerd. In de eerste Variatie wórden de harmonische complicaties nog aanzienlijk grooter; de tweede brengt rijke figuratie, de derde is een Scherzando; de vierde werd zoo zacht gespeeld dat ze nauw hoorbaar was, Een frisch Allegro treedt met de vijfde in, een knap Fugato met de zesde, waarna een Finale in breede tijdmaat het van groote compositorische bekwaamheid getuigende werk besluit. De zeer afwisselende registree ring veroorzaakte tusschen de opvolgende Variaties grooter tusschenpoozen dan voor het verband wenschelijk was, doch daarvan zal de structuur van het orgel wel de oor zaak zijn. Het kerkconcert was redelijk bezocht. K. DE JONG. bevat ter kennismaking een HONIG's BOUILLONBLOKJE (Adv. Ingez. Med.) EEN VOORBESPREKING DOOR KAREL DE JONC in Amerika. REMBRANDT THEATER. De Zoon van Kong. Hoeveel vrienden Kng zich in Haarlem ge maakt heeft, bleek Vrijdagavond in Rem brandt Theater. Uit toegenegenheid voor vader Kong kwam men in groote getale naar de Groote Markt om den vader in den zoon te eeren. Het sympathieke van den zoon is, dat waar de vader den man, die hem naar New York bracht. Carl Denham (Robert Arm strong) aan den rand van den ondergang bracht, zoon Kong den man van den dood redt, als laatste daad, die hij hier op aarde doet. Kong is een verkleinde uitgave van King Kong. hij doet net zoo menschelijk bij sommige gelegenheden; het openrijten van den bek van een bijna overwonnen tegenstander schijnt ook in de familie te zitten. Pari Denham, die door het losbreken van maar het Zondagmiddag-programma van den Duitschen zender geeft me aanleiding om op de twee zijden van Chopin's persoonlijkheid, zooals die zich in zijn werken openbaart, de aandacht te vestigen De opvolging van de nummers van het Berlijnsche programma markeert die bilateraliteit al bijzonder dui delijk. Aan den eenen kant zien we den com ponist van elegante salonmuziek, die wel een verfijnder, aristocratischer stempel heeft fan de produkten van de modecomponisten uit denzelfden tijd, maar toch geen diepere be teekenis bezit. Aan den anderen kant staat, de klavierdichter. een der grootsten van alle tij den, lyricus zoowel als epicus, romantisch droomer en heldenzanger. De laatste is voor al in de Polonaises en sommige der Mazur ka's te herkennen; de Préludes zijn kostbare openbaringen van het intiemste zieleleven. dat zich in enkele als opstandigheid mani festeert. een opstandigheid die den grondtoon van vele der Etudes bestemt. De Scherzi be vatten pikante momenten, zonder dat de me lancholieke oixdergrond ooit geheel ont breekt. In de Variaties en Rondos vindt men den saloncomponist terug, in het meerendeel der Walsen eveneens; van de Nocturnes is ei- slechts een enkele, nl. die in Es, op. 9 no. 2, die salonkarakter toont.De versierende figuren of passages in sommige andere, die wel eens even aan de elegante sfeer doen denken, zijn meer als bijkomstig' dan als essentieel voor de bepaling van het karakter te beschouwen. Zij komen ook in de Nocturne op. 62 no. 1, die op het Berlijnsche pi-ogramma staat, voor, maar toch is die Ncvtume evenals het zusterwerk op. 62 no. 2 voor mijn gevoel een der schoon ste voorbeelden van Chopin's lyriek. Boven dien zijn deze beide Nocturnes vrij van de letterlijke herhalingen, die in sommige der vroegere voorkomen en den speler voor de moeilijkheid stellen om eenige variatie van uitdrukking aan te brengen. De melodische schoonheid is in op. 62 no. 1 wel van de •hoogste orde; zoowel in het hoofdgedeelte als in het contrasteerende zou men van een „on eindige melodie" kunnen spreken. De in het programma onmiddellijk er op volgende Wals in F kan wel als de meest schrille tegenstel ling gelden: salonmuziek, die zelfs banale wendingen, als b.v. de twee lange noten, ge volgd door een reeks sprongen met voorsla gen) niet vermijdt. Het Prélude in cis kl. t., niet behoorende tot de 24 Préludes op. 28 zou men een gedicht der zee kunnen noemer.: een zwaarmoedige zang boven als golven aanrol lende begeleidingsfiguren. Het Scherzo in E is wel het minst vaak gespeelde der vier. Het hoofdgedeelte er van is door een grillige wis seling van stemming gekenmerkt: een iel kens plotseling oplaaien van een humor of vroo- iijkheid, die zich in gestooten accoorden of snel stijgende en weer dalende passages uit, maar min of meer gewild aandoet, want tel kens verdwijnen zij even snel als zij gekomen zijn en heerscht weer de stemming van stille overpeinzing en ongewisheid, een stemming die in het cis-mineur-middendeel tot luide klacht overslaat. Dit Scherzo schertst slechts weinig, maar de klavierpoëet verloochent er zich niet in. We willen nu een geheel ander gebied be treden. Het is een gelukkige omstandigheid, dat men Strawinsky's Petrouchka-muziek tweemaal kort na elkaar zal kunnen hooren: i Zondag door de Rad. Suisse Romand.e en Donderdag door Hilversum. Want deze muziek is een sterk voorbeeld van Strawinsky's ge niale begaafdheid, die zich hier vooral in het fel-realistische en parodistische uit. In ,Le Sacre du Printemps" lxeeft die be gaafdheid zich misschien van een nog sterker zijde doen kennen en het is onbegrijpelijk dat de componist sindsdien niets meer van dien aard heeft geschreven en in een soort van nieuw klassicisme vervallen is. dat hem ech ter geen nieuwe lauweren heeft gebracht. Inderdaad zijn z'n pogingen om Bach te mo- demiseeren in zijn Concert voor piano en blaasinstrumenten of op Mendelssohn naar de eischen des tijds voort te bouwen als in zijn Capriccio voor piano en orkest - allerminst vruchtdragend gebleken. Van piano met orkest gesproken: Donder dagavond zal de phenomenale pianist Wladi- mir Horowitz, dien de meeste luisteraars alleen door zijn fameuze vertolking „herschep ping" mag men welhaast zeggen van het derde concert van Rachmaninoff kennen te Kalundborg Tchaikowsky's eerste Concert spelen. Dit concert is op zichzelf nu wel het tegendeel van een noviteit; men zou eerder kunnen zeggen dat het tamelijk afgespeeld is, maar de vertolking vanHorowita moet 'n zóó sterk persoonlijk cachet bezitten, dat het overbekende werk als in een geheel nieuw licht verschijnt. Beethoven's Rondo op. 129 'Hilversum. Donderdag) draagt als neventitel „Die Wu über den verlorenen Groschen, ausgetobt in einem Capriccio" („De woede over den verlo ren stuiver, uitgeraasd in een Gril"). He: is een werkje uit B.'s laatste periode. Thematiek en klavierzetting zijn niet bijzonder of merk waardig en doen eerder aan een jeugdwerk denken; sommige modulaties echter zijn ken merkend voor den tijd waarin het geschreven is. Volgens Bülow's toelichting hoort men bovendien de papieren over de schrijftafel dwarrelen bij de pogingen om het verloren geldstukje te vinden; er zit dus ook muzikale karakteristiek in het werkje. Hetzelfde programma bevat een piano-so nate van Schubert: een zeldzaam verschijn sel, jammer genoeg. Schubert's sonates zijn wel wat lang en niet overal even boeiend, maar zij bevat;en toch een schat van heer lijke muziek, Misschien vindt het voorbeeld navolging. BALLET TRUDI SCHOOP In de Advertentie-afdeeling Fridolin. In de bladen lazen wij onlangs, dat Trudi Schoop Lulu van Wedekind gaat spelen met Emil Jannings en Tilla Durleux als partners. Uit dit bericht blijkt, dat Trudi Schoop, de leidster van het Ziiricher ballet, dat gisteren avond in onzen stadsschouwburg voor het eerst te Haarlem optrad, behalve danseres ook actrice is. Wie dat nog niet wist, zal het zeker uit haar dansen wel hebben gezien, want dit dansen is zuiver pantomemisch, sterk van actie en mimiek. Het is dit zelfs nog meer dan van het ballet van Kurt Jooss, dat bijvoor beeld in het „Oude Weenenook nu en dan een dans om den dans alleen gaf. Het eerste nummer In de Advertentie-Af- deeling zou men zelfs een opeenvolging van gedanste eenacters kunnen noemen, korte dra matische schetsen, die telkens eindigden met dezelfde pointe: de advertentie. Uit deze ge danste dramatische schetsen bleek reeds da delijk het karakter van dit ballet. Het begin, de krantenlezende groep, deed even aan den ir.zet van Der grüne Tisch denken, al was die veel feller en pregnanter. Bij Trudi Schoop is alles meer op het komische ingesteld, al sluit dit het tragische niet geheel uit. De eerste schets bijvoorbeeld de advertentie „Nog nimmer gedragen bruidscostuums te koop" was in mineur en daarin bewees Gitter Wal- lerstein als het jonge meisje, dat door haar minnaar verlaten werd, reeds dadelijk haar sterk dramatisch talent. Vooral mimisch was dat van sterke werking. Prachtig was zoowel van plastiek aks mimiek haar overgang van de vreugde naar de droefheid en het was de ac trice die wij in deze gedanste schets evenzeer bewonderden als de danseres. Ook de derde „Advertentiewaarin een weduwe met kinderen „kennismaking" zoekt met een heer om een gelukkig huwelijk aan te gaan" was een stukje tragiek, dat zijn effect niet miste, dank zij vooral de uitbeelding der weduwe door Edith Carola, die sterk suggestief hier de grouwe ellende van een door zorgen ge kwelde vrouw gaf. In de vierde advertentie welke wij een gedanste Grand Guignol schets zouden kun nen noemen, zaggn wij voor het eerst Trudi Schoop zelf, die met groote expressie en zeer levendig de chanteuse speelde endanste en ons dadelijk trof door haar sterk beeldend ver mogen. Het hoofdnummer van het programma kregen wij echter na de pauze, een dans- comedie die het leven van den jongen, arge- loozen Fridolin in verschillende phasen gaf. Wij zouden het ook een dans-groteske kun nen noemen, want in alle ontmoetingen en ervaringen van Fridolin zijn verschillende liefdes, zijn huwelijk, zijn ervaringen en avonturen, als getrouwd man domineert het groteske. En het is dit groteske, dat in zijn uitbundige vroolijkheid en kostelijke paro diëering dikwijls van sterk komische werking is. In dit ballet- vooral, konden wij Trudi Schoop ais pantomime-danseres volop bewon deren. In de eerste scène hot afscheid van zijn moeder en het ingaan in dc wijde wereld was Trudi Schoop reeds dadelijk prachtig van gebaar en mimiek. De indruk van deze eerste scène werd zelfs later niet meer over troffen. De symboliek kwam hier sterk tot uitdrukking, ook door het spel want dat was het meer nog dan dans van Edith Carola als de moeder. Maar eenmaal de wereld ingetreden en gegroeid tot „mensch", valt alle ernst van Fridolin af en zien wij nog enkel den komischen kant. En dan zijn deze dansende „Komikerinnen" ook in volle kracht. Allergeestigst in haar parodiëering is Edith Carola als de aanstellerige Eulalia, die in haar dansen een bewijs geeft van een zeld zame souplesse en bij alle overdrijving van zwier. Kostelijk de bruiloft met de be deesde bruid van Gitta Wallerstein en de burgelijke bruiloftsgasten, een rijklco- mische groep, die vooral in de fotografeer scène een waarlijk grotesk effect maakte, ver makelijk ook de leden van de kegelclub, die in hun zangoefeningen herinneringen opwek ten aan het dubbel-mannenkwartet van Jushny, al gaat Trudi Schoop met haar part ners dan ook veel verder in de charge. De vijf torpedo-acrobaten gaven een staal van komische balletkunst, die de zaal tot uit bundige vroolijkheid opvoerde. En tusschen al deze tot het potsierlijke opgevoerde bur gerlijkheid danst Fridolin heen, totdat hij eindelijk in de muziek zich zelf vindt en zich los maakt van deze hem al meer en meer knellende banden en vastberaden een nieuwe toekomst' tegemoet gaat. Dat slot- vooral, wanneer Fridolin zich los maakt van de hem belagende familiegroep en met zevenmijls-passen wegbeent, zelfbewust en glorieus was kostelijk van Trudi Schoop, die trouwens heel den avond van haar sterk komisch talent als pantomimisch danseres het overtuigend bewijs had gegeven. Het was een avond van groteske danskunst, minder afwisselend en ook minder fel en be wogen dan een avond van Kurt Jooss. Ook niet van een pure schoonheid van een tot het uiterste opgevoerde techniek als van de Rus sen. maar toch met iets zeer eigens, een vue comica. die verfrisschend werkte en in dit dansen gul en „sprudelnd" tot uiting kwam. De begeleidende muziek van Huldrich Früh in De advertentie-afdeeling en van Paul Schoop in Fridolin werd op twee vleugels uitgevoerd door Paul Schoop en Max Frichel. Het succes voor Trudi Schoop en haar bal let was by de zeer goed gevulde zaal bijzon der groot. Aan het slot nam het applaus den vorm aan van een ovatie, die minuten lang aanhield. Wij vernamen, dat Trudi Schoop Zaterdag 20 October voor de tweede maal zal optreden. J. B. SCHUIL. LOUIS BOREL WIL FILMSPELER WORDEN. Hij gaat binnenkort naar Engeland. Louis Borel heeft zijn per 1 November af loopend contract met ..De Hagcspelers" niet verlengd. Wij vernemen in dit verband dat deze jonge acteur het plan heeft opgevat, naar Engeland te gaan. teneinde te trachten zich by de jonge filmindustrie in dit land een plaats te veroveren. EINSTEIN „SCHADELIJK VOOR VOLK EN STAAT". Het nieuwe boek van pror. Einstein „Mijn filosofie" is in Beieren verboden, daar het schadelijk geacht wordt voor volk en staat, meldt Reuter. Tevens hebben de Beiersclxc autoriteiten de verspreiding verboden Lot 30 November van het te St. Gallen uitgegeven „Zwitsersche Katholieke Volksblad", waarvoor geen reden .wordt opgegeven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 17