EEN EEUW ZIJDE-INDUSTRIE. KEUKENGEHEIMEN. SPANNING. DONDERDAG 25 OCTOBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 8 ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. No. 279 d. Aardige middag japon van ge bloemde zijde. Het zakje met de volant, de breede revers en het halve mouwtje geven het geheel iets jeugdigs. Benoodigd materiaal 5 meter van 90 c.M. breedte. PJijs van het pa troon: 0.50 ets per stuk. No. 291: sportief mantelcostuumpje van wollen tweed vervaardigd. Groote leeren knoopen en een smal leer ceintuurtje com- pleteeren het geheel. Benoodigd materiaal: 3.50 meter van 130 cM. breedte. Prijs van het patroon: 0.70 ets per stuk. No. 293: mantelpakje van soepele wollen stof. Een ceintuur van donker suède en een shawl in dezelfde tint vormen garneering en completeering. Benoodigd materiaal: 3,50 M. van 130 c.M. breedte Prijs van het patroon: 0.70 cets per stuk. No. 288: mooie jurk van twee materialen. Prijs van het patroon: 0.50 ets per stuk. Van het eene materiaal is 4 meter van 90 breedte noodig en van het andere 1 M. van 90 c.m. breed. Deze patronen zijn in alle maten tegen de aangegeven prijzen te verkrijgen bij de ,,Af- deeling Knippatronen" van de „Uitgevers maatschappij: „De Mijlpaal", postbox 175 te Amsterdam. Toezending zal geschieden na ontvangst van het bedrag, dat kan worden overgemaakt per postwissel, in postzegels of wel per postgiro 41632. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling van een der patronen duidelijk het gewenschte nummer en tevens de ver langde maat, d.w.z. boven-, taille-, heup wijdte, enz. op te geven. Gelieve verder naam en adres volledig te vermelden. Men voorkomt daardoor onnoodige vertraging in de opsturing. Tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam ter eere van het eeuwfeest van Jacquard. De Fransche stad Lyon is reeds sinds eeuwen één van de belangrijkste centra van de Fransche. en zelfs van de Europeesche zijde industrie en het is dan ook in Lyon geweest, dat in 1752 één van ce grootste uitvinders op het gebied van zijdeweefkunst, Jacquard, werd geboren. Zijn vader was de eigenaar van een zijdeweverij, en toen hij stierf en de jonge Jacquard de weverij te beheeren kreeg, duurde het niet lang of hij ging be seffen, dat de toentertijd in gebruik zijnde uiterst primitieve weefstoelen hoogst on praktische waren, en dat het bedienen ervan veel te veel arbeidskrachten vergde. De vlotte en oogenschijnlijk van zelf sprekende wijze van werken van de tegenwoordige weef stoelen kende men toentertijd nog niet; de wever moest na iedere ingewerkte draad wachten om het weefgetouw weer in den ver- eischten stand voor den volgenden draad te brengen en hoewel dat werk meestal werd gedaan door zoogenaamde „trekjongens", was er van een snel en productief doorwerken geen sprake. Jaren heeft Jacquard over zijn uit vinding gedaan: hij wilde voornamelijk het werk van de „trekjongens" overbodig maken en de weefgetouwen zoo inrichten, dat öe wever zonder oponthoud verder kon werken. Toen het hem halverwege zijn experimenten aan de noodige middelen ging ontbreken cm zijn werk verder voort te zetten, onderbrak hij het eenige jaren om zich te wijden aan het construeeren van een ander toestelletje van ondergeschikt belang, dat hem het noodige geld moest verschaffen om den ar beid aan zijn weefgetouw te voltooien. In derdaad gelukte hem dat en na nog eenige jaren kon hij in zijn weverij de nieuwe weefstoelen invoeren. Welk baan brekend werk hij had verricht heeft hij op dat oogenblik zelf niet begrepen; zoo weinig aandacht trokken de nieuwe weefgetouwen in den beginne, dat het niet bekend is in welk jaar Jacques ze voor het eerst in zijn eigen weverij in gebruik nam, en evenmin, omtrent welken tijd ze in Lyon burgerrecht begonnen te krijgen. Men weet slechts, dat ze dat zeer vermoedelijk in 1819 verkregen hadden; in dat jaar namelijk schonk Koning Lodewijk XVIII Jacquard het ridderkruis van het Legioen van Eer en erkende daarmeee zijn groote verdiensten voor de zijdeweefkunst, Jacquard stierf in 1834 in een dorpje vlak bij Lyon en in 1934 heeft Frankrijk, en met name Lyon zijn nagedachtenis geëerd door het inrichten van een retrospectieve ten toonstelling die gewijd was aan de industrie waaraan hij het grootste deel van zijn werk en zijn leven gaf. Deze tentoonstelling bevindt zich op het oogenblik in het Stedelijk Museum te Am sterdam, nadat zij in het voorjaar in Lyon en daarna in Parijs veler oogen verrukte en veler harten bekoorde. Voor liefhebbers van mooie dingen voor hen. die gevoelig zijn voor de charme van een lap stof. alleen om de schoonheid van het weefsel en de kleuren en die dan misschien ook nog de verbluffende techniek willen bewonderen die ten grondslag ligt aan al dat schoons, geeft zij buitenge woon veel te genieten. Als staaltjes van fabelachtig technisch kun nen trekken in de eerste plaats wel de „tableaux tissés", vooral de wit en zwart ge weven schilderijen de aandacht, die in het eerst de indruk van gravures maken, maar die bij nader inzien geheel van zijde blijken te zijn. In een vitrine vlak bij den ingang vindt men een op deze wijze geweven por tret van Jacquard; het wordt geflankeerd door die van een tweetal beroemde ontwer pers, Berjon en Philippe de La Salie. In de onmiddellijke omgeving vindt meni nog eenige voorbeelden van een ander soort van „geweven schilderijen", waarop namelijk kleurige bloemen in een effen achtergrond zijn geweven, en die meester stukjes van kleur en vlakverdeeling zijn. Dat men er bij de in wit en zwart geweven voor stellingen niet tegen opzag mer dan één figuur weer te geven en zelfs de meest inge wikkelde compositie met uitstekende resul taten niet „op het doek" maar „in het doek" kon brengen, bewijzen de daarvan in de vol gende zalen aanwezige voorbeelden: „De On afhankelijkheidsverklaring van de Vereenigde Staten" en het „Bezoek van den Hertog van Aumale aan een Lyonsche weverij". Maar tenslotte zijn het niet deze merkwaar digheden, waarom het op deze tentoonstelling in de eerste plaats gaat. De Lyonsche zijde industrie vervaardigde en vervaardigt nog steeds voornamelijk stoffen, die voor het ge bruik bestemd zijn, dus zijde en fluweel (zijden-fluweel namelijk) voor het vrouwe lijk geslacht om zich in te hullen, en zijde en fluweel om op verschillende wijze te dienen tot verfraaiing van die andere belangrijke vrouwelijke aangelegenheid: het huis; stof fen voor meubelbekleeding, voor gordijnen, voor wandbespanningen dus. Zooals men ziet zou de Lyonsche zijde-industrie het waar schijnlijk niét heel ver gebracht hebben, zonder het vrouwelijke geslacht. Het kleine hoekje, ingeruimd aan dat eenige artikel, waarop nu al sinds tientallen van jaren de man zijn behoefte aan opschik en kleurigheid bot viert, bewijst het: de Lyonsche ::ijde. och arme, als zij daarvan bestaan moest! industrie produceert ook zijden dassen, maar Liever verlustigen we ons in de zijden stoffen, die in honderdtallen van kleur- schakeeringen en kleurcombinaties langs de wanden opgesteld zijn. Damast, satijn, bro- caat, tafzijde, velours, zijden crepes en mousselines, lamé en foulard vindt men er in een groote verscheidenheid van soorten en leeftijden. De eerste stoffen dateeren al van 1819 en het „alleraardigste" van 1934 is ook aanwezig. Zachte teere tinten rijke pompeuze in alle periodes hebben de smaken van vrouwen van het ééne uiterste tot het andere gereikt en met elkaar hebben zij er vor gezorgd, dat de Lyonsche zijde weefkunst in haar productie de grootst moge lijke verscheidenheid aan den dag legde. Van twee beroemde keizerinnen mochten de Lyonsche wevers in de zestiger jaren regeld bestellingen ontvangen: van Keizerin Eugénie van Frankrijk en van Koningin Vic toria van Engeland. Van enkele van de spe ciaal voor hen uitgevoerde stoffen zijn stalen aanwezig. Voor de Lyonsche zijde-industrie beteekende de periode van het tweede Keizer rijk een tijd van welvaart en de bestellingen van de Spaansche schoone. die Keizerin was geworden, beteekende voor haar het grootste compliment, dat zij zich wenschen kon!. Waarschijnlijk heeft Lyon een tweede periode van een dergelijken bloei niet weer gekend. Prachtige dingen werden er en wor den er nog; steeds gemaakt, maar slechts de tegenwoordige tijd, al doen er geen vorstin nen meer hun bestellingen in Lyon kent weer een krachtige opleving want een po pulariseering van de zijde-industrie. De vitrines, waarin de laatste jaren ver tegenwoordigd zijn. bewijzen het in statigen val plooien de tientallen zijde soorten van hun piëdestals naar beneden, en noodigen een ieder uit een keus te maken. Een ieder dat woord duidt aan dat de tegenwoordige bloei van de zijde-industrie toch een ander karakter heeft dan die van zeventig jaar geleden, en wijst op een reus achtige omwenteling. Ook de zijde-industrie heeft de invloed van de sociale veranderingen van de laatste eeuw ondergaan. Honderd jaar geleden was zijde iets, dat maar voor zeer weinigen bereikbaar was. Hoe gering is tegenwoordig niet het aantal vrouwen, dat nooit een zijden japon heeft bezeten! WILLY VAN DER TAK. MEN DRAAGT TE PARIJS: avondschoenen van wit fluweel, gegarneerd met gespen van maansteen; een zwarte jurk, aan den voorkant, van bo ven naar beneden, dichtgeknoopt met kruisjes van strasz; een nieuwe stof, peau de souris muizenvel) genaamd. Het is een zwaar soort crêpe satin, soepel en mat. Vooral namiddagjurken wor den er van vervaardigd; middagjaponnen van zwarte tule met bal lonmouwen van fluweel in constrasteerende kleur; schoenen met platte hakken, vervaardigd van stof. Ze worden opzij gesloten met een gesp van zwart geëmailleerd metaal; leeren armbanden met gespen van mat goud; op avondjurken ceintuurs van witte of gele lederen rozen. „Belofte maakt schuld", is een algemeen verbreid begrip, Dat je moet doen wat je een maal beloofd hebt is een van de meest van zelfsprekende leefregels. En toch leven we hier naar ook nog niet altijd. Soms zijn we ons daarvan heel goed bewust en voelen we de schuld drukken die de belofte geschapen heeft Maar andere keeren herinneren we ons de belofte niet meer en is er dus van schuldgevoel geen sprake. We beloven zoo dikwijls lichtvaardig iets. En we beloven juist aan kinderen zoo dikwijls iets lichtvaardig, kinderen die meer dan wie ook aan beloften hechten. We hebben daarvoor één excuus: kinderen vragen zoo ontzettend veel. Mag dit en mag dat en wanneer mogen we dit nu en wanneer mogen we dat nu. Het is heel begrijpelijk, dat we ons op een gegeven oogenblik ongeduldig van het gevraag afmaken door te zeggen: ja. ja, straks hoor. Ga nu maar eerst wat spelen. Dan hebben we tenminste een oogenblik rust. Maar het kind heeft het woord „straks" of „morgen" gehoord. Dan mag het! Nu hebben de meeste volwassenen al de ge woonte om als hun iets beloofd is daar met hun fantasie op vooruit te loopen. Ze maken zich schoone voorstellingen van het beloofde. En het kind doet dat nog in veel sterker mate. „Moeder, gaan we nu uit?" En moeder, druk aan 't werk: „Ja, kind, zoo". Dus ze zullen zóó uitgaan. Een hoepel, een bal, een poppenwagen wordt te voorschijn ge haald. Ze zullen naar het park gaan, de een den of de herten voederen. Ze zullen door de stad loopen en winkels kijken. Of misschien rijden ze wel met de tram naar buiten en zul len ze door het bosch wandelen. Zóó zullen ze gaan, het is beloofd. Maar moeder is nog steeds aan het werk en dat werk vergt den heelen middag. En ze gaan niet uit, de belofte wordt niet gehouden. Dat is een groote teleurstelling voor het kind. Alles was geconcentreerd op dat uitgan getje: Het krijgt als het ware een klap in het gezicht, als ze nu op eens niet gaan, moeder er niet eens meer aan denkt. Nu kan men zeggen, dat het goed is als een kind al vroeg teleurstellingen leert ken nen. Ei- gebeurt immers in het leven zoo dik wijls iets wat aan al onze blijde verwachtin gen een einde maakt. Maar die teleurstellin gen komen in het kinder-leven immers ook van zelf. we hoeven ze niet voor hen te ma ken en dan nog wel alleen uit egoisme met dat aan teleurstellingen wennen als droareden er achteraan! Het kan gebeuren dat er dien middag iets voorvalt waardoor het uitgaan werkelijk on mogelijk wordt. Dan is de teleurstelling even groot, maar het kind zal achteraf toch wel inzien, dat het niet anders kon. Moeder had het beloofd, maar toen gebeurde er iets wat niemand voorzien kon. Anders wordt het wan neer moeder door niets verhinderd schijnt haar belofte te houden. Wist ze dan in het begin van den middag niet, dat het werk niet vroeg eenoeg klaar zou zijn, waarom beloofde ze dan? Een wrok komt tegen moeder die „zoo maar wat zegt". En men moet het slechte voorbeeld ook niet onderschatten. Een belofte houden als je daar niet veel zin in hebtnou, dat kun je desnoods wel nalaten. Een dergelijke slapte bij de moeder kweekt niet veel vastheid van karakter bij de kinderen. Wat je belooft moet je doen. Er kunnen om standigheden zijn die het je beletten en dan komt de teleurstelling. Maar stel kinderen niet opzettelijk teleur door nu eens niet te doen wat je ze beloofd hebt. Meestal is dat gemakzucht. En als men denkt dat het op voedkundige waarde heeft is men abuis. Te leurstellingen fokken ten koste van -het goede voorbeeld kan nooit opvoedkundig wezen. BE-P OTTEN. Macaronisoufflé (4 personen) 150 gr. macaroni, 25 gr. boter. 20 gr. bloem. 2 1/2 d.L. melk, wat zout, 3 eieren, 1 ons ge raspte oude kaas. Kook de in stukjes gebroken macaroni in ruim kokend water met zout gaar (ongeveer 1 2 uur)Bereid intusschen de saus door de boter met de bloem roerende te verwarmen, langzamerhand, onder voortdurend roeren, de melk toe te voegen, op smaak af te maken met wat zout, en de saus enkele minuten te laten doorkoken. Giet het water van de maca roni af, roer er de saus door. de eidooiers, de geraspte kaas en op het laatst de zeer stijf geslagen eiwitten. Besmeer een vuurvasten schotel met boter, vul hem met de macaroni en laat hem in een heete oven gedurende 20 minuten souffleeren. Dien het gerecht on middellijk voor, om het inzaken te voorkomen. Kalfsoesters met roomsaus (4 personen) 1 pond kalfsoesters, zout, 1 ei, paneermeel, 1 ons boter, 1 d.L. room. Wasch en zout de kalfsoesters, dompel ze in geklopt ei en wikkel ze daarna in paneermeel, bak ze gedurende 10 minuten in de heete boter gaar en lichtbruin. Breng de oesters over op een verwarmden schotel. Meng de room aan met een deel van de heete boter, voeg ze dan langzaam bij de overige boter en blijf roeren, zoodat schiften van de room wordt vermeden. Laat de jus zachtjes door koken totdat ze gebonden en gelijkmatig van kleur is, en giet ze dan op den schotel over de kalfsoesters. C. F, MODE-TIPS. NOUVEAUTé'S. Alle groote shows zijn geweest en we we ten nu precies, welke verrassingen dit sei zoen voor ons bedacht heeft. Allereerst de kleuren: groen in alle nuances is modern; verder roodbruin, donkerblauw en vanzelf sprekend ook zwart, zullen gedragen worden. Een der nieuwe stoffen is het crêpe cellopha ne, een modern wollen stof voor mantels en compléts. Het effen materiaal wordt door een lichte cellophanevezel verlevendigd. Ook zijden stoffen worden doorwerkt met deze vezels; men heeft crêpesoorten in allerlei des sins; kleine ruitjes en diagonalen zijn het meest en vogue. Onze afbeelding toont een elegant complét uit crêpe cellophane met een bijpassende blouse van zijden crêpe. De mouwen zijn wijd, terwijl ook het armsgat diep uitgesneden is. Dit geeft het geheel iets Oostersch. De kraag, die met bont is afgezet is zeer origineel De rug heeft twee ingestikte plooien. De blouses zijn dit jaar al zeer apart. Bij de meeste valt de sluiting op de rug. Inplaats van knoopen, ziet men veel gespen, die dan met een als garneering dienst doen. De hals is van voren hoog en gedrapeerd, terwijl op den rug een klein decolleté gelaten is. Raglansnit is zeer modern. De blouses vallen over de rok, hetzij met een schootje, hetzij sluik en recht als een kazak. De halsgarneeringen, die we dit jaar zien, zijn een welkom middel om er een onmodern japonnetje weer mee op te knappen. Ze zijn evenals de japonhalzen hoog van voren en vallen dan als jabots, in soepele lijnen over een groot gedeelte van het voorpand. Kleine strikjes geven er bovendien nog een vrouwe lijk tintje aan. Het materiaal is georgette of satin; crème-, ivoor- of witkleurig. Maandagmorgen tusschen elf en twaalf uur. We zitten met ieder die thuis is op dat oogenblik om de radio geschaard en luisteren naar 't zenuwachtig-drukke gedoe van de ont vangst van de „Uiver" op het vliegveld Tjili- litan, we verheugen ons over de kalme stem van Parmentier als tegenstelling tegenover de zoo begrijpelijke opwinding van onze in Indië wonende landgenooten. En wij zijn er zoo .,in" dat een leverancier die aanbelt, ons ongeduldig maakt; als we hem betalen moeten vragen we om het geld maar in de keuken te leggen en we draven weer naar den luidspreker terug om toch vooral maar niets te missen. Een andere leverancier die in den middag aan de deur komt, vraagt het laatste nieuws, en een van mijn vriendinnen die huisarrest heeft door een verkoudheid, belt me op om te vertellen dat zij de radio al van acht uur af ononderbroken heeft ingeschakeld om toch vooral maar niets te missen van de berichten. „En het is niets voor mij", zegt ze, „om zon der ophouden naar muziek, lezingen en alles wat er gegeven wordt te luisteren. Maar iets missen van de berichten over de Melbourne- race, dat nooit" waarna ze weer getroost naar haar radio teruggaat, die op dit oogen blik een lezing uitzendt, waarvoor zij niet de minste interesse heeft. Maar zij is lang de eenige niet, waar een radio is wordt geluisterd, en als men ge noodzaakt is naar boven te gaan, wordt het toestel zoo hard mogelijk aangezet, de deur van de kamer moet open staan, om toch voor al maar niets te verliezen. Een der huisgenooten die thuiskomt, vraagt dadelijk naar het laatste nieuws, en niemand denkt er ook maar over, dit anders op te vat ten dan de laatste berichten over de Mel bourne-race. Wie het eerst de krant uit de brievenbus haalt, wordt door de andere gezinsleden met afgunst aangestaard, en nauwelijks heeft hij het laatste nieuws uitgespeld, of een ander is er al in verdiept. Mijn buurvrouw heeft Dinsdagmorgen een radiobericht maar half opgevangen, en daar zij „iets heeft gehoord van aangekomen", belt ze me op en vraagt of ze het goed begrepen heeft, dat de „Uiver" in Melbourne is aange komen. Nee, zoover is het nog niet, het is Charle- ville, nog 1250 K.M. van het einddoel verwij derd. We vinden dat niet eens ver meer, hoewel het ongeveer de afstand van hier naar Boedapest is, dus toch nog een flink stuk. Maar nu ze eenmaal zoover zijn gevorderd, lijkt het nog maar een sprongetje. Zoo verkeeren wij in spanning om deze ge weldige wedkamp, die zijn weerga nooit heeft gehad. Vermoedelijk zult u ook Thea Rasche, de vrouwelijke passagier van de „Uiver" wel voor de microfoon gehoord hebben, en wij vrouwen mogen haar zeker wel bewonderen om haar taaie uithoudingsvermogen op deze snelheidsrace, waar de meesten van ons zelfs niet aan zouden kunnen tippen. Denk u eens in al die massa's indrukken, de spanning van de race, waaraan wij zelf al niet ontkomen, laat staan degenen die er middenin zitten; en dan het dag en nacht doorreizen, wel in een zeer comfortabel vliegtuig, maar dat neemt niet weg dat het gevoegd bij al het andere, buitengewoon vermoeiend is, ook de groote temperatuurswisselingen van de ver schillende klimaten in aanmerking genomen. Mèt de bewondering voor de K. L. M.-pilo- ten mogen wij deze vrouw ook bewonderen om haar moed en om haar vertrouwen in het welslagen van den tocht. E. E. J—P. EEN KINDERBEUCEL. Reeds vroeg moeten we onze kleine meisjes gewennen aan netheid en ordelijkheid. Maar... dan rust ook op ons de plicht te zorgen, dat onze dochtertjes netjes kunnen zijn. Met an dere woorden, dat de verschillende dingen. die noodig zijn om op te bergen, ook werke lijk in orde en.aardig zijn, opdat netheid geen akelig corvéetje wordt. Vele moeders houden het voor gewoonte, zelf de kleertjes op te ruimen, die het kleine meisje uitgetrokken en neergesmeten heeft, voor ze naar bed ging. Dat is verkeerd. Maak, dat ze er zelf plezier in krijgt, haar kleeren zoo netjes mogelijk op te bergen. We kunnen een leuke hanger maken, waar het kind alle kleedingstukken, jurkje, ondergoed en'kousen bij elkaar kan hangen. Van ijzerdraad buigen we een cirkel. Met vroolijk gekleurde wol festonneeren we of ha ken we deze cirkel om. Het handvaatje vlechten we in constrastee rende kleuren wol of zijde. Eveneens van rest jes maken we kleine toefjes bloemen, waar mee het handvat aan den ring wordt vastge maakt. Heeft het meisje de kleertjes er op gehan gen, dan wordt de hanger om den knop van het bed gehaakt. Den volgenden morgen heeft ze dan alles bij de hand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 12