„La RatailIon" „Pantagleize". Berichten in enkele regels VRIJDAG 2 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 9 (Van onzen Brusselschen oorrespondent.) Brussel, 31 October 1934. „Le Rataillon1', dat zoo langzamerhand burgerrecht gekregen heeft in het Brussel- sche kunstleven, is een van de merkwaardig ste ondernemingen op tooneelgebied. Dit la boratorium voor dramatische proefnemingen is gesticht door Albert Lepage. Hij was oor spronkelijk dichter en criticus, terwijl hij zijn brood, zooals zoovele jonge kunstenaars, op een regeeringsbureau verdiende. Het begon zoo. In een klein aohterzaaltje van een café zei in het jaar 1915 Lepage aan zijn vrienden de gedichten die hij zelf ontdekt had voor. Hij bracht hen Rimbaud, Verlaine, Lautrèamont en de jongeren van toen: Blaise Cendrars en Guillaume Apollinaire. Het was een gezel schap, enthousiast en onvermoeid. Dikwijls begon men om 8 uur *s avonds en bleef tot 5 uur in den ochtend bijeen. Eenige jaren later kwam Lepage op het idee om sommige gedich ten welke zich daartoe leenden met groepen voor te dragen. Zijn eerste spreekkoor was „Jour de la Jeunesse", bewerkt naar de Duit- sche text van Bruno Schönlang. Vandaar was de stap naar het tooneel niet groot meer. Na den oorlog begon hij met om zich heen een groep offervaardige jongeren te verzamelen, welke groepeering hij den naam „Le Ra- taillon" gaf. De etymologie van dit woord is niet met zekerheid vast te stellen. Volgens sommigen toeteeikent het de rattenkoning, volgens anderen komt het van het Waaische woord Rat M'Taylon, dat achter-achter grootvader beteekent. De schrijver Max Deau- ville houdt zinh aan die beteekenis en ziet er een diepe zin in omdat Lepage weer de oude tradities van het volkstooneel wilde aan- knoopen. Men begon in Molenbeek, een echte volks wijk. op no. 179 van de Rue de Ribaucourt. „Le Rataïllon' had daar een soort duiventil, welke men langs een wankele trap bereikte. Het publiek zat op omgekeerde kisten van chicorée Pacha. vlak bij het geïmproviseerde tooneel. Daar gaf men met de allerprimitief- ste hulpmiddelen Antigone en het onvergan kelijke meesterwerk van Jarry, dat nooit zoo actueel geweest is als nu: „Ubu Roi'L De ware kenners toonden zich van den beginne af aan enthousiast over hetgeen hier in een zoo be perkt kader en vrijwel zonder hulpmiddelen bereikt werd. Een volgend jaar, dus in 1931 verhuisde het gezelschap en kreeg de beschik king over een ietwat ruimer achterzaaltje van een volkscafé op de Avenue de L'Hippodro- me. In deze zaal gaf men o.a. de voortreffe lijke voorstelling van „La Sotie du Ronge- pïerre" (De klucht van de Steenknager) door Lepage zelf. Wat er in die soort schuur in de Avenue de l'Hippodrome geschiedde, was zon der twijfel dieper van werking en rijker van belofte dan driekwart van de voorstellingen welke in de gesubsidieerde schouwburgen ge geven werden. Het doel van Lepage was zich te onttrekken aan de tyrannie van een op amusement belust publiek, dat van toeten noch blazen weet en niettemin door zijn entreegelden een onontkoombaren invloed op het tooneel uitoefent. Het geld schept altijd afhankelijkheid en daarom zei Lepage: Geen dure inrichtingen, geen dure décors. Er is al tijd wel een bevriende schilder te vinden met wat vrijen tijd. Geen dure costuums. Met een paar katoenen lappen kan een jonge vrouw de wonderlijkste gewaden maken. En vooral geen vedettes, geen tooneelpihenomenen, die schatten geld moeten verdienen. Alles dat iets kostte werd achterwege gelaten en ver vangen door het element dat in dit leven al les kan vervangen: de liefde. En uit de liefde, begin en eind van alle goede dingen, vloeit alles vanzelf voort, de geestdrift van spelers en toeschouwers; een illusie die van jute goudbrokaat maakt; de vreugde welke den arbeid tot een spel verheft. Albert Lepage geloofde nog in het tooneel, geloofde nog in de mogelijkheid om met een reeks van te vo ren bepaalde handelingen en door het woord uit de diepte van het gemoed gesproken, de menschen in de zaal te betooveren, terug te voeren uit dit kleine leven naar een andere wereld en een vrijer staat. Door de macht van dat geloof bereikte hij inderdaad wonderen. Ik heb van die periode af de ontwikkeling van „Le Rataillon" nauwkeurig gevolgd en ik heb gezien, dat Lepage, die zijn onderneming op steeds hechter basis wist te gronden, zijn oorspronkelijk beginsel nooit prijs gaf. Bo vendien bevestigde zich in den loop der tij den zijn eigen talent. In tal van rollen, on derling zeer verschillend, toonde hij het dub bele vermogen dat de ware acteur kenmerkt: dat van indringen en uitbeelden. Na 1' Avenue de l'Bippodrome kwam „Le Rataillon" in een schouwburgje van het Re sidence Palace terecht. Een soort popperige bonbonnière, welke te ver buiten het centrum gelegen is om menschen te trekken. Toch gaf hij hier een van zijn beste voorstellingen: „Barabbas" van Michel de Ghelderode. En dit jaar voor het eerst heeft „Le Rataillon" de beschikking over een van de groote schouw burgen van Brussel. Lange jaren zag de Parkschouwburg er ver waarloosd en vervallen uit en men speelde er slechts Parijsche successtukken, welke, gelijk men weet, niet immer op een hoog litterair peil staan. Verleden jaar echter heeft de ge meente er voor een paar millioen aan ver bouwd en nu ziet het er weer netjes en prettig uit. Tegelijkertijd kwam er ook een nieuwe geest in de leiding doordat Adrien Mayer in de directie trad. Adrien Mayer is een jong advocaat van deftigen Brusselschen huize, die zich van jongs af aan tot het too neel aangetrokken voelde. Niemand is zoo goed als hij op de hoogte van alles _wat er op dit gebied in de wereld omgaat. Hij paart kennis en onfeilbaar goeden smaak aan orga nisatievermogen en handelsgeest. Daardoor slaagde hij er in om gedurende 5 jaar den schouwburg van het Palais des Beaux-Arts te exploiteeren zonder een cent subsidie, ter wijl hij uitsluitend artistiek te verantwoorden voorstellingen gaf. En in die 5 jaar, die tel len in het kunstleven van Brussel, heeft hij geen cent verlies geleden. Mayer is thans, zonder dat hij het Palais des Beaux-Arts vaarwel aezeed heeft, een leidende figuur in den Parkschouwburg. Van deze gelegenheid maakte hij gebruik om Albert Lepage een kans te geven en daaraan danken wij de waarlijk unieke voorstelling van ..Pantagleize".. Voor ik over de voorstelling schrijf, een en kel woord over den auteur Michel de Ghelde- rode en over zijn voorlaatste werk Barabbas" Michel de Ghelderode is een van de Meurigste LETTEREN EN KUNST Het Tooneel. figuren uit de hedendaagsche Belgische let teren. Van een vruchtbaarheid, welke men tegenwoordig maar zelden aantreft, schonk hij ons een onafgebroken reeks drama's, niet gelijk van waarde, maar die toch alle het on loochenbaar kenmerk van een oorspronkelijke en boeiende persoonlijkheid dragen. Slechts een klein deel van zijn gevarieerde productie is opgevoerd of in druk verschenen. Dat daar buiten zijn land zoo weinig aandacht aan be steed werd en wordt, bewijst weer eens voor de zooveelste maal, dat de werkelijke belang stelling, de echte nieuwsgierigheid, niet meer bestaat. De kring van hen. die gelooven dat het zoeken en streven van jonge, moedige kunstenaars een zin heeft en een algemeen belang vertegenwoordigt, wordt steeds klei ner. Het is geen mode meer om modern te zijn; het nieuwe heeft alle aantrekkings kracht verloren. En de naloopers die geen eigen leven en dus geen eigen oordeel heb ben, bewonderen nu de neo-biedermeierij. Deze stilstand, welke eigenlijk een terugval beteekent, ziet men overal en op elk gebied. Er is een epidemie van geestelijke ruimte vrees losgebroken en in een angst, welke te gelijk tragisch en belachelijk is, grijpen de zwakke broeders naar allerlei terecht verge ten en vergeven, volkomen overwonnen stand punten uit het verteden om zich aan vast te klampen. In de litteratuur, de schilderkunst, het tooneel, overal haalt men het stoffigste „vieux-jeu" weer te voorschijn om de ge opende leegten van nu, zoo goed en zoo kwaad het gaat, aan te vullen. In elk geval, dat staat als een paal boven water, is de intellectueele ondernemingslust uitgedoofd. En uit dit treurige verschijnsel alleen is het te verklaren, dat het oeuvre van Michel de Ghelderode, zoowel in als buiten zijn land, vrijwel onbekend bleef. Alléén het Vlaamsche Volkstooneel heeft er de noodige aandacht aan geschonken. Maar het Vlaam sche Volkstooneel, dat den moed om te expe rimenteeren had, is dan ook. gelijk het in dezen tijd behoort, te gronde gegaan. „Barabbas" onderscheidt zich van vrijwel alle andere bewerkingen van Bijbelsche stof fen door een vrijheid, een persoonlijke over tuiging en een fantasie, welke, afzonderlijk en gecombineerd, steeds zeldzamer worden. Wij zien Barabbas als den romantischen bandit d'honneur, die den moord tot de schoone kunsten rekent en er de formule van l'art pour l'art op toepast. Hij vertegenwoor digt het type van den Geus, van de eerlijke sterke, wilde natuur, die alleen door de ignobele inrichting der samenleving tot de misdaad gedreven wordt. Hij wordt zich daar echter pas volkomen bewust van, als hij ziet hoe men hem, den gevaarlijken spitsboef, zijn vrijheid teruggeeft, om den Man. die de Liefde verpersoonlijkt, te kunnen ombrengen. Dit gruwelijk en grootsch Avontuur, waar hij tegen zijn wil in gemengd wordt, ver andert zijn leven, zooals het leven van milli- oenen en het aangezicht der aarde verande ren zou. Zijn vrijheid is Barabbas een gruwel geworden, omdat hij door die te aanvaarden de medeplichtige van de priesters werd. En de erkenning, dat de misdaad zegeviert en dat de misdadigers voor een altaar staan en op een troon zetelen, geeft hem het gevoel, dat het recht, door de overheden verkracht, alléén toebehoort aan de uitgestootenen en opstandigen, aan de zwervers, aan bedelaars, aan de verachten, aan de gemartelden. Een ieder heeft het Avontuur van den Calvarieberg op eigen wijze geïnterpreteerd. Michel de Ghelderode leest er een eeuwige les van opstandigheid" in. Voor hem is Barab bas, die de apostelen in hun kleinmoedigheid hoont, de eenige die iets van het drama des kruises begrepen heeft. En voordat Barabbas, laf van achteren overvallen, den laatsten adem uitblaast, roept hij de verworpenen der aarde op om in Jezus' naam hun geluk en hun recht te eischen en te veroveren. Daarneven stelt De Ghelderode nog een an dere bedoeling en een andere dramatische tegenstelling. Hij toont ons de blinde wreed heid van wat men de orde en het gezag noemt in de (geenszins overdreven antipathiek ge maakte) figuur van Pontius Pilatus, tegen over de hoogste vrijheidsdrift van Jezus; zoo als hij het domme dogma van Kajafas tegen over de Liefde stelt, die geen regels en geen doel kent, die boven alle aardsche instellingen uitstijgt en alle beletselen doordringt. Michel de Ghelderode gaf aldus aan zijn tragedie een actueele beteekenis. Dit stuk van Michel de Ghelderode, dat met zuiver scènische middelen tal van groote problemen voor ons levend maakt, dringt diep in het gemoed der toeschouwers door. En nu „Pantagleize". De ondertitel luidt: „Un coeur innocent dans le monde". Het stuk is verdeeld in tien korte tableaux, die een snelle handeling mogelijk maken. Pantagleize is een van de heerlijkste figuren die ooit op de planken gestaan heeft. Als men vraagt wat hij is, antwoordt hij: philosoof en mede werker aan modetijdschriften. Pantagleize, die in een droom leeft, heeft ontdekt dat men zich de menschen die altijd lastig en grof zijn het beste van het lijf kan houden met een confectieformule, die afdoende schijnt en waarmee een ieder dan genoegen neemt. Hij heeft een heele reeks van zulke formules uitgedacht en gebruikt iederen dag een andere. Als hij den eersten Mei ontwaakt, bemerkt hij, dat het zijn verjaardag is en dat de zon schijnt. Als zin voor dezen dag neemt hij „Mooi weertje vandaag". En tegen iedereen die hij tegenkomt zegt hij: Mooi weertje van daag". Nu wil het ongeluk echter, dat deze zin door het revolutionaire comité gekozen is als wachtwoord om kenbaar te maken dat het groote oogenblik aangebroken is. En nu be gint de klucht. Pantagleize zegt volkomen ar geloos: „Mooi weertje vandaag" tegen een neger-schoenpoetser, een doctor in de lette ren die barman is, een modern dichter, een krantenverkoopster, een jong meisje, en allen worden zoodra zij dit woord hooren aange tast door een onstuimige geestdrift. Panta gleize onketent niet alleen de revolutie, hij wordt zonder 't te willen er de leider en het levend symbool van. Op verzoek van Rachel, een der leidsters, haalt hij de kroonjuweelen van de bank en brengt ze in de vergadering van het comité Bij deze gelegenheid wordt hij tot minister benoemd en raakt hij lichte lijk aangeschoten. Dan steekt hij een van de mooiste redevoeringen af. ooit door een dich ter uitgedacht. Maar de revolutionairen wor den verraden en voor den krijgsraad gedaagd. In de laatste scène worden ze allen gefusil leerd, zelfs Pantagleize, die niet begrepen heeft wat er eigenlijk allemaal is geburd. Deze klucht, die de schrijver zelf een „vau deville attristant' 'noemde is kleurig, levendig, boeiend en.zinrijk. Het meest kan men er de satyrische fragmenten in apprecieeren Zoo is de scène van den krijgsraad onbetaalbaar. Hierin moeten ook vooral de regie, door Al- bert Lepage zelf gevoerd, en de decors van Moriss de Vuyst geprezen worden. De krijgs raad wordt voorgesteld door één generaal, terwijl alle andere leden van het college be staan uit kartonnen koppen op veeren ge plaatst, die zachtje ja zitten te knikken. Ook de parodie op de revolutionaire vergadering heeft enkele schitterende fragmenten, terwijl dat tableau zijn hoogtepunt bereikt in de groote rede van Pantagleize. Men ziet dat de schrijver onpartijdig is. Hij steekt den draak zoowel met de hand havers der orde als met de opstandelingen, en hij moet dit doen, omdat anders zijn stuk geen beteekenis zou hebben. De korte zin er van is immers, dat ware revolutie zich in de harten voltrekt en dat de dichter, die in zijn onschuld diepe waarheden openbaart, on eindig veel „gevaarlijker" is dan alle beroeps samenzweerders Pantagleize is het eeuwige type van den wijzen dwaas, die ongerept door het leven gaat en door die ongereptheid zelf schandaal verwekt. Het is de zuivere ziel, waar hier geen plaats voor is. Het is de min naar zonder bijgedachten en zonder baat zucht. die zijn ideaal pas bereikt wanneer zijn geliefde dood is. Ook zijn sterven is de eenige oplossing die er mogelijk is voor een man te groot, te blank en te eerlijk voor dit bestaan. Albert Lepage gaf Pantagleize precies zoo als wij hem uit den text gedroomd hadden, als een gemoderniseerden „reinen Tor", van begm tot eind ontroerend en waarachtig. Lof verdient ook Paul Riga als de neger Bam Boulah. De decors van Moriss de Vuyst zijn alle goed, maar het beste is de straatscène tijdens de revolutie in het achtste tableau. Hier wordt met eenvoudige middelen angst en schrik gesuggereerd. Ook de muziek van Willem Pelemans moet uitdrukkelijk ver meld worden. Hij heeft populaire motieven op zeer origineele wijze bewerkt, hij verstond vooral de kunst zijn muziek bij den toon van het stuk aan te nassen en hij draagt er op die manier het zyne toe bij om de stemming op te voeren. JAN GRESHOFF. MUZIEK. FRITS SCHUURMAN DIRIGEERT TE ARNHEM. Naar aanleiding van het verleden jaar te Nijmegen behaalde succes is de zangeres Hans Gruys wederom door de Arnhemsche Orkest- Vereeniging aangezocht, de vijf Spaansche Volksliederen van Frits Schuurman te zingen, ditmaa lte Arnhem op Zondag 4 November aanstaande. De dirigent der A.O.V., Jaap Spaanderman, heeft Frits Schuurman uitgenoodigd. evenals verleden jaar de orkestrale begeleiding zijner liederen persoonlijk te komen dirigeeren. Verkoudheid verdwijnt onmiddellijk. Nieuw middel, dat de bacteriën doodt. Wanneer ge den aangenamen damp van Karsote het nieuwe wetenschappelijke middel inhaleert, worden Uw ademhalings organen gevuld met een atmosfeer, waarin alle bacteriën van verkoudheid, griep of influenza onmiddellijk vernietigd worden. Sprenkelt dus 10 a 15 druppels Karsote op Uw zakdoek en snuift de verfrisschende dampen op. In enkele minuten worden de verstopte neusgaten geopend, het slijm achter in de keel komt los, de ontstoken slijmvliezen worden verzacht. Laboratoriumproeven hebben bewezen, dat de Karsote-damp alle bacteriën van verkoud heid, griep, influenza etc. doodt in minder dan 10 minuten. Zorgt, dat ge steeds het handige zakflacon netje van Karsote bij de hand hebt, zoodat U zich overal voor besmetting kunt behoeden. Karsote is verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten a 0.90 per flacon (zakformaat) en 1.35 per flacon (2 x de kleine maat), Omzet belasting inbegrepen. (Adv. Ingez. Med.) Pogingen om de N. S. M. aan den gang te houden. Weer een schip op stapel? Overleg wordt gepleegd. Naar de Tel. verneemt zijn in het comité- generaal van den Amsterdamschen gemeente raad, dat ruim anderhalf uur geduurd heeft, van de tafel van B. en W. eenige belangrijke mededeelingen gedaan over besprekingen, welke thans gaande zijn tot steun aan de Ne- derlandsche Scheepsbouw Maatschappij, waartoe de regeering en de gemeente zullen medewerken. Naar men weet bestaat er kans. dat de werf wegens gebrek aan orders over eenigen tijd gesloten zal moeten worden. Als er overeenstemming wordt bereikt tus- schen een Rotterdamsche en een Amsterdam- sche firma, ligt het in de bedoeling bij de Ne- derlandsche Scheepsbouw Maatschappij een schip op stapel te zetten voor de Koninklijke Hollandsche Lloyd en de verbouwing van de „Gelria" eveneens daar te doen geschieden. Hierover hebben de wethouder voor Maat- schappelijken Steun, de heer Baas, en zijn ambtgenoot voor de Handelsinrichtingen, ae heer Ter Haar, eenige mededeelingen gedaan. Nader overleg is evenwel nog gaande. In ver band hiermede werd de interpellatie van den heer Polak over de sluiting van de Scheeps bouw Maatschappij van de raadsagende afge voerd. EEN REDDER VAN HONDERD JAAR. De oud-roeier van de Noord en Zuid-Hol- landsche reddingsmaatschappij, J. E. de Vries op Ameland hoopt op 17 November honderd jaar te worden. Hij heeft gedurende vele ja ren, toen schipbreuken op de kust van Ame land in het slechte jaargetijde geregeld voor kwamen moeilijke en gevaarvolle tochten met succes medegemaakt. NIEUWE RAMING DER INDISCHE LANDSMIDDELEX. Aan de hand van de cijfers omtrent de in gekomen Indische landsmiddelen is thans een nieuwe middelenraming opgesteld, waaruit blijkt dat de ontvangsten over het jaar 1934 het eindcijfer vertoonen van f 256.600.000, welk bedrag voor 84 pet. uit belastingen voor komt, Herziening der Grondwet? Nog enkele, grepen uit de Memorie van Antwoord. Aan de Memorie van antwoord van de regeering op de algemeene beschouwingen van de Tweede Kamer over de Rijksbegrooting 1935 is nog het volgende ontleend: Met de meening, dat de minister van de. fensie ten aanzien van de N.S.B, een groote zachtmoedigheid aan den dag heeft gelegd kan niet worden ingestemd. Met betrek king tot deze partij zijn op de tijdstippen, dat het belang van de weermacht zulks nood zakelijk deed zijn de terzake vereischte maat regelen genomen. Voorts wordt verwezen naar de vroegere uitvoerige uiteenzetting nopens de omstan digheden, welke den minister van defensie hebben genoopt om het lidmaatschap van de S.D.A.P. en de aanverwante organisaties on- vereenigbaar te verklaren met de functie van militair ambtenaar en van burgerambtenaar ressorteerende onder het departement van defensie. Sindsdien hebben zich geen omstandigheden voorgedaan, welke een wijziging van het in genomen standpunt met betrekking tot de militaire ambtenaren en de onder het depar tement van defensie ressorteerende ambte naren, wenschelijk maken. De meening dat de door den minister van defensie uitgevaardigde verbodsbepalingen ook betrekking hebben op vrouwen en .kinde ren van personeel, ressorteerend onder het departement van defensie is niet juist. Het toezicht op het optreden van vreemdelin- lingen hier te lande heef-t de voortdurende en volle aandacht der regeering; het eischt dagelijks haar zorgen. Wat de organisatie van Duitschers in het bijzonder betreft, staat de regeering op het standpunt, dat deze, evenals die van vreem delingen van andere nationaliteit, tot be moeiing aanleiding geven, als schending plaats vindt van de verplichtingen, waaraan 't gastrecht voor vreemdelingen gebonden is: zoo zal het treffen van maatregelen nood zakelijk zijn, als een organisatie uit. of in wendig een met het gastrecht strijdig politiek karakter aanneemt. Grondwetswijziging? De regeering is met vele leden van oor deel dat zonder wijziging van de Grondwet een bevredigende oplossing van het vraagstuk der zoogenaamde revolutionnaire volksver tegenwoordigers niet is te bereiken. Zij over weegt, of en in hoeverre het noodig of ge- wenscht is, een herziening van de Grond wet op bepaalde onderdeelen voor te be reiden. Blijkt inmiddels een tijdelijke noodvoor ziening dringend, dan zal de regeering daar toe overgaan, waarbij van den arbeid der com missie-Kooien kan worden partij getrokken. De roofoverval te Amstelveen. Tegen verdachten tien jaar geëischt Zij zouden een dergelijk misdrijf ook in Den Haag hebben gepleegd. Op klaarlichten dag op 5 Maart j.l. is te Amstelveen een brutale roofoverval gepleegd. Omstreeks half tien beide een onbekende man aan bij den koopman G. aan den Am sterdamschen weg. Toen de vrouw des huizes die alleen thuis was, de deur opende, trad de man zonder meer binnen, mishandelde de vrouw, bond haar en deed haar 'n prop in den mond. Hij liet daarop een tweeden man binnen, ondertusschen de vrouw bedreigende, Het tweetal doorzocht het huis en haalde alle kasten overhoop, zij maakten een aanzienlijk bedrag aan geld buit. Hierna hebben zij de telefoon onbruikbaar gemaakt en verdwe nen. Donderdag stonden twee personen, de 27- jarige electricien J. A. C. en de 30-jarige monteur G. A., voor de Vijfde Kamer der Arr. Rechtbank te Amsterdam terecht, verdacht dezen roofoverval te hebben gepleegd. Beide verdachten zijn reeds eerder tot zware gevangenisstraffen veroordeeld ge weest. Beide verdachten ontkenden pertinent iets met de zaak te maken te hebben. Als eerste getuige werd mevrouw C. W. O.—G. gehoord. Zij herkende beide gedachten pertinent als de plegers van den overval. Een inspecteur van politie verklaarde, dat mevrouw G. bij de eerste confrontatie de verdachten onmiddellijk als de daders her kende. De analogie tusschen dezen roofoverval en een dergelijk misdrijf, eenigen tijd geleden te Den Haag gepleegd, had de aandacht der politie op deze twee verdachten gevestigd. Een arbeider, ttie in de nabijheid der wo ning had gewerkt, had beide verdachten bij het huis zien rondzwerven. De volgende getuige was de heer E. J. H Blancke, de bewoner van een perceel aan den Rijswijkschen weg te 's Gravenhage. waar op 12 Mei een roofoverval gepleegd is en waarvoor deze verdachten tot tien jaar gevangenisstraf zijn veroordeeld. Hij gaf een verhaal van het misdrijf te Den Haag en ver telde dat de beide mannen hem zwaar heb ben mishandeld. ..Zij hebben mij gescalpeerd", verklaarde getuige. Tien jaar geëischt. De Officier van Justitie wees in de eerste plaats op de verklaringen van mevr. G die de twee verdachten pertinent herkent. Voorts zijn er nog getuigen, die de verdachten in de nabijheid van het huis hebben gezien, hoewel ze ontkennen dien dag in Amstelveen te zijn geweest. Daarbij komt nog, dat ze in den Haag een dergelijk ernstig misdrijf hebben ge pleegd. Een zeer zware straf is hier op haar plaats. Spr. requireerde tegen beide verdach ten een gevangenisstraf van tien jaar. De verdedigers Mr. Kan en Mr. E. Goud smit, pleitten vrijspraak daar zij het be wijs in geen enkel opzicht geleverd achtren Zjj vroegen onmiddellijk uitspraak te doen en na Raadkamer besloot de Rechtbank de stukken in handen van den Rechter-Com- missaris te stellen, om een nader onderzoek te gelasten naar het door verdachten opge geven alibi, die dien dag in Den Haag zouden zijn geweest. Op 1 November 1934 waren in de haven van Amsterdam 16 schepen opgelegd met een to tale tonnage van 98.587 ton. Vijftien dezer schepen waren van Nederlandsche, een was van Italiaansche nationaliteit. De minister van Buitenlandsche Zaken jhr. mr. A. C. D. de Graeff, heeft het eere-voor- zitterschap aanvaard van het Nederlandsche Comeniuscomité. dat in 1929 is opgericht met het doel om een gebrandschilderd raam voor de Comeniuskapel te Naarden aan de Tsje- cho-Slowaaksche Regeering aan te bieden. Nabij Diever is afgebrand de landbouwers woning van A. Winter. De bewoners konden zich slechts met de grootste moeite redden. Alles werd een prooi der vlammen. Ook eenig op stal staand vee kwam in het vuur om. De oorzaak is onbekend. De officier van Justitie te Semarang eisch- te tegen A. G. W. hoofd der school aldaar, die eenigen tijd geleden verduistering pleeg de. twee jaar gevangenisstraf met aftrek van preventieve hechtenis. De theefabriek Tjinangrang bij Tand- joengsari is afgebrand. De ooi-zaak is onbe kend. doch deze is vermoedelijk onvoorzich tigheid. De fabriek was verzekerd tegen brand schade. Bij den heer S. Berea te Luinjeberd (Fr.) staat thans een appelboom voor de vierde maal in bloei, terwijl de boom tweemaal vruchten heeft gedragen. Kosten en lasten omlaag. Brochure der Ned. Werkgevers. Onder den titel „Kosten en Lasten omlaag" heeft het Verbond van Nederlandsche Werk gevers een brochure gericht aan den minister president dr. H. Colijn. waarin op de regeering een beroep wordt gedaan om al het mogelijke te doen de lasten, welke thans op het be drijfsleven drukken, te verminderen. De samenstellers zeggen zeer sterk :e gevoelen voor een instandhouding van het internatio nale ruilverkeer. Bevordering van den uit voer is noodig, eenerzijds om den voor onze productie en volksvoeding noodzakelijken in voer te kunnen betalen, anderzijds om daar boven productie en vervoer te stimuleeren. Dit brengt tot het punt van waaruit h.i. een nieuw offensief ten bate van de Nederland sche welvaart mogelijk moet zijn. Dit punt is een verlaagd kostenpeil. Een ander punt is de verlaging van de lasten. In de brochure wordt op verschillende maatregelen van de regeering critiek uitgeoefend, terwijl daar naast volgens het oordeel van het Verbond de regeering bij verscheidene maatregelen niet ver genoeg gaat of te laat besluiten neemt. Nederland zal slechts uit het moeras geholpen kunnen worden, indien men den durf heeft zich van veel van het bestaande vrij te maken. Minister Colijn wordt gevragd zich er eens rekenschap van te geven of het bevorderen van een trek naar het land niet een economische en sociaal nuttig werk zou zijn. Het levenspeil in de stad Is, aldus de brochure, te hoog; op het land is ook In- dustrieele arbeid tegen sterk verlaagde loonen te verrichten. Nederlander in Duitschland veroordeeld. Vragen van een Kamerlid. Het Tweede Kamerlid Vliegen Iheeft de vol gende vragen gesteld aan de ministers van Justitie en van Buitenlandsche Zaken: 1. Hebben de ministers kennis genomen van de berichten, behelzende dat de te Venlo wo nende Nederlander Gerrit Jan Zwiers, in De cember 1933 nabij de Duitsche grens, maar nog op Nederlandsch gebied, door Duitsche politiemannen of andere personen, die daar toe van Duitsche autoriteiten opdracht had den ontvangen, is gearresteerd en met ge weld over de Duitsche grens is gebracht; dat daarna deze persoon in Duitschland is ver volgd wegens landverraad of hoogverraad en nu kortgeleden door het zoogenaamde Volks gericht te Berlijn is veroordeeld tot een tuchthuisstraf van 6 jaren; dat de pogingen om genoemden Zwiers door een Neder landsch advokaat als verdediger te doen bij staan door de Duitsche. Justitie zijn afgewe zen en het proces met gesloten deuren is ge voerd? 2. Indien deze feiten geheel of in hoofd zaak juist zijn en bij de regeering bekend, wat is dan van regeeringswege gedaan om dezen Nederlander tegen zoodanige behande ling te beschermen? 3. Mocht de regeering niet op de hoogte zijn van de omstandigheden waaronder deze arrestatie en het proces hebben plaats gehad, is zij dan bereid een ernstig onderzoek in te stellen, en als daaruit blijkt dat de gestelde feiten geheel of in hoofdzaak juist zijn weer gegeven. alsnog de geëigende stappen te doen om red tres te verkrijgen? Weinig zonneschijn en veel regen. Toch was October warmer dan gewoonlijk. Gemiddeld was over de 5 hoofdstations in October de ochtendtemperatuur 2 1'2 gr. bo ven normaal in de drie decaden resp. 2 1/2, 2, en 2 1/2 gr. boven normaal. De grootste afwijkingen kwamen voor op den zestienden en den zes-en-twintigsten resp., 2 gr. beneden en 6 gr. boven normaal. Het gemiddelde maximum was 12 gr. en het gemiddelde minimum 3 gr. boven nm-m-ol Het laagste minimum te De Bilt bleef 3 gr boven net normale. In Zuid-Limburg viel ongeveer de normale neerslag, maar overigens was in het Zuiden en Westen de hoeveelheid 5 tot 20 pet., in het Midden en in Friesland 20 tot 35 pet en in den Achterhoek. Overijsel. Drente en Gronin gen 50 tot 65 pet boven normaal. Te De Bilt werden 88 uren zonneschijn waargenomen tegen 104 normaal,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 15