Hoe Nederland in Bern overwon. Artikel 289 strafrecht De boomen rond het voetbalstadion te Bern boden Zondag een welkome plaats om den interlandwedstrijd tegen het Zwitsersche team te bekijken Hoogbejaarde belangstelling bij de Installatie van den beer H. v. d Vijver als burge meester van Raalte. De twee oudste wethouders in afwachting van de komst van den nieuwen burgervader Nederland en Zwitserland ontmoeten elkaar tijdens den voetbalwedstrijd Zwitserland Nederland te Bern Het Julianakanaal bij Elsloo is gereed. Men is begonnen met het inlaten yan het water Schwarzmann won Zondag te Dortmund het turnkampioenschap van Duitschland. Een fraaie stand van den nieuwen kampioen op de brug De bekende slingerweg tusschen Maastricht en Sittard is vervangen door een lijn rechte asfaltverkeersbaan, welke gereed is gekomen FEUILLETON Oorspronkelijke Recherche Roman, door J. CHR. TETENBURG. Inspecteur van politie te Utrecht. 30) HOOFDSTUK XXTV VOOR DE RECHTBANK. 5. De Verdediging. 'Precies kwart over tien den volgenden mor gen, geeft de president het woord aan den verdediger mr. Karsenson. Het is in de groote zaal, die weer hetzelfde aspect biedt als de vorige dagen, doodstil als de verdediger opstaat om te pleiten voor den man die in de verdachtenbank, voorover ge bukt in gelaten houding, luistert. Zijn rijzige gestalte, gehuld in de wijde plooien van zijn toga, zijn vastberaden, als in marmer gehouwen gelaatstrekken, de klank van zijn volle diepe stem, zijn even zoovele factoren om op de aanwezigen indruk te ma ken: ,,Het is schijnbaar een zeer onaangename taak, als verdediger in deze moordzaak te moeten optreden, want afschuwelijk en ge raffineerd is het misdrijf waarvan deze ver dachte wordt beticht. Zij die er zoo over denken, miskennen echter de taak der verde diging,'die niet tot plicht heeft een moord goed te praten, doch die zal hebben na te gaan of de schuld van den verdachte wel is bewezen, die tot taak heeft te wijzen op de ewakke punten in de beschuldiging, ondat de rechters na het voor en tegen te hebben ge hoord, na van den kant der verdediging alles te hebben vernomen, wat ten gunste van den verdachte kan worden aangevoerd, een juist vonnis kunnen vellen. Enkele dagbladen hebben Yan Ostens reeds als den moordenaar gedoodverfd. Ik vestig mijn hoop echter, op deze Rechtbank en ver trouw, dat dit college zich van al deze invloe den vrij zal weten te ouden en hier zal wik ken en wegen, alsof het een eenvoudigen dief stal gold. Als vaststaand moet worden aangenomen, dat Johannes Anthonius Janssen is vermoord en dat het door hem opgemaakte testament vervalscht is. De feiten, tijden en plaatsen, zooals deze zijn ten laste gelegd geven geen aanlei ding tot opmerkingen en zoo kom ik tot de vraag: wie is de dader of wie zijn de da ders? Uit artikel 338 van het Wetboek van Straf vordering blijkt, dat het bewijs door den rech ter slechts kan worden aangenomen, indien hij daarvan uit het onderzoek op de terecht zitting, door den inhoud van wettige bewijs middelen, de overtuiging heeft bekomen. Daar ligt het vei-schil tusschen deze Recht bank en de Rechtbank der publieke opinie, die ieder veroordeelt op bloote vermoedens en volkomen bewijs. De verdediger heeft thans tot taak, na te gaan of hier het wettig en overtuigend bewijs is geleverd en mocht er iets aan ontbreken, hij zal vrijspraak moeten vragen, teneinde zijnerzijds alles te hebben gedaan om een rechterlijke dwaling die mo gelijk blijft, te voorkomen. Het wettig bewijs kan worden geleverd en zou hier geleverd zijn door de middelen ge noemd in artikel 339 Strafvordering. Ver- dachte's verklaring en wel uitsluitend die, welke samen zijn zoogenaamde bekentenis vormen, zouden hiervan de voornaamste zijn. Bij elk strafproces bestaat de neiging, den verdachte een bekentenis te ontrukken. Wel. is door invoerine van. een vernieuwd Wetboek van Strafvordering gepoogd hieraan een einde te maken, doch de praktijk heeft duidelijk uitgewezen, dat men het met de naleving van de bepalingen van dit wetboek niet erg nauw neemt. Op deze wijze zal de vernieu wing al heel weinig effect sorteeren. De agent of veldwachter die den verdachte arresteert en hem in een aklige cel opbergt als tijdelijke maatregel, hij is namelijk bezig den verdachte voor den Officier van justitie te geleiden, zal niet nalaten, den verdachte den gemoedelijken raad te geven, toch liever te bekennen. Wanneer hij den verdachte la ter weer uit de cel haalt en hem naar den officier of hulpofficier brengt zal hij nogmaals er op aandringen toch liever te bekennen en den verdachte er op wijzen, hoeveel gunstiger verhaal hij bij de rechters heeft te wachten, wanneer hij als berouwvol zondaar ver schijnt. En heeft de ongelukkige eenmaal gezegd, dat hij het gedaan heeft, ja al heeft hij maar uit moeheid het hoofd laten zakken, zijn be waker zal er een neiging tot bekennen in zien en vaak zal het gemakkelijk wezen de beken tenis te doen herhalen voor den rechter-com- missaris. Een groote rol hierbij speelt ae sug gestie. Er bestaat een vooropgezette meening ten nadeele van verdachte. Die meening komt tot uiting in de aan den verdachte gestelde vragen. Die vragen werken suggesteerend op den verdachte en brengen hem er toe te be kennen, wat hij misschien niet heeft gedaan. Voegt men daarbij nog, dat de juiste be- teekenis der woorden van de vraag, aan den verdachte gedaan, vaak niet wordt begrepen, dan zal men toegeven, dat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat ten onrechte van een verdachte een bekentenis wordt vernomen en dat zulk een bekentenis niet tot het bewijs mag medewerken. De vragen, door de politie en justitie gedaan, waren steeds suggestief Sommer zegt: „Suggestieve vragen zijn die vragen, waarbij de bedoeling en de toon dui den op het antwoord, dat verwacht wordt." Wanneer de traag wordt gesteld: Is het niet Tcaar da± aii af dat efibeurd is? datï ligt daarin suggestie Bedenken we nu, wat de deskundigen zeggen over den toestand van verdachte na den moord en .gedurende de ver- hooren, door de politie en rechter-commis- saris. Verdachte was toen volgens de beide gehoorde psychiaters lijdende aan een hyste risch delirie, met de door de deskundigen beschreven symptomen. En, zooals de deskun digen iets verder in het rapport verklaren, zulke zieken hebben in het algemeen de nei ging. zich aan de omgeving te accomodeeren: zij zijn zoo gemakkelijk te suggereeren. Van Ostens weet nu niets meer precies van hetgeen destijds is gebeurd; hij weet het al leen door de verklaringen van anderen. Hij heeft echter gisteren ook een onver- wachten steun gekregen in den Officier van Justitie, die woordelijk zeide, dat zijns inziens bestond een hysterische delirie na de gevan genneming Verschillende staaltjes zijn aan te halen, waarop van Ostens blijk heeft gege ven in werkelijkheid geen krankzinnigheid te veinzen. Een bewaker vertelt, dat van Ostens zei: Houdt de sleutels goed vast, want er komt iemand aan die me de hersens wil inslaan. Mijns inziens is er rechtens door van Ostens geen bekentenis afgelegd. Hij heeft de feiten wel toegegeven, maar uit het onderzoek der deskundigen blijkt, dat hij in den tijd, toen hij de zoogenaamde bekentenis aflegde, in een ziekelijken toestand was van dien aard, dat aan zijn toen uitgesproken woorden geen be- teekenis mag worden gehecht. Nooit heb ik mijn eigen overtuiging in de weegschaal van het recht durven werpen, steeds heb ik mij bij mijn verdediging be paald, tot het stellen van de mogelijkheid van de onschuld van den verdachte, doch in dit geval mag ik anders doen. Ik stel mijn in nerlijke oprechte overtuiging tegenover dien van den officier: deze man is geen moorde naar en schriftvervalscher! Toen ik hem voor het eerst bezocht, zei hij, dat hij blij was, dat ik zijn zaak voor de rechtbank wilde verdedigen en hij voegde er bij, met bevende lippen en van tranen ver stokte stem: maar meneer, een ding moet u gelooven, u moet niet denken, dat u een moor denaar moet vei-dedigen. En ik kan zijn wensch vervullen Ik doe een beroep op het verslag der deskundigen omtrent de beken tenis onder hypnose afgelegd." Tal van vragen en antwoorden uit dit ver hoor, worden door pleiter gereleveerd. De pre sident merkte hierbij den verdediger op, dat de rechtbank het rapport over dit verhoor met aandacht heeft gelezen. Mr. Karsenson antwoordt, dat wanneer hij hiervan verdedigd zou vinden 't heele rapport der verdeiging zou vinden het heele rapport voor te lezen. Pleiter zou echter alle feiten te berde willen brengen, welke hij als verdedi ger noodig acht. Men moet niet vergeten, dat 't een ontzettend zware taak is, iemand te verdedigen, dien iedereen, waarschijnlijk ongegrond, voor schuldig houdt. De president antwoordt, dat hij gaarne de conclusie zal vernemen, weike hij naar aan leiding van het rapport wenscht te te maken. Mr. Karsenson brengt dan hulde aan de des kundigen Revalo en Pieters, die onvermoeid met de meeste nauwgezetheid hebben ge tracht, voor zoover dat hun taak was, licht in deze duistere zaak te brengen. „Ik kom thans tot het vraagstuk der si mulatie. Wat is simulatie? Het voorwen den van ziekelijke afwijkingen, die niet be staan. Wanneer zich nu een verdachte op si mulatie toelegt lukt dit dan? Meestal zal het voor deskundigen spoedig duidelijk zijn, want de simulant overdrijft meestal, hij weet niet welke verschijnselen bij elkaar behooren: hij kan zijn rol niet lang goed genoeg spelen en bovenal de simulant wordt spoedig vermoeid; als men op hem let bemerkt men spoedig verschijnselen, die op vermoeidheid wijzen, die niet bij den werkelijk geestelijk gestoor den zouden voorkomen. Daar komt nog bij, dat er reflexbewegingen zijn, waarover men niets te zeggen hcefv Blijven die bewegingen uit, dan kan men als 2eker aannemen, dat men niet met simulatie te doen heeft. Wordt Torrolïd.lJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9