EngelandAustralië vice-versa
in dertien dagen.
Dobbefmcmii
lefeker...mcm!
De Comet
De weg terug.
DONDERDAG 15 NOVEMBER 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
beleeft een
Uiver-avontuur
Cathcart Jones en Kenneth Waller vertellen verder.
We hadden nu het moeilijkste deel van den
tocht achter den rug. Maar thans lag de ge
vreesde Timorzee in het vooruitzicht verre
weg het zwaarste deel van de vlucht, tenge
volge van den doorgaans slechten atmosferi-
schen toestand en ook omdat het daar in de
zen tijd van het jaar het regenseizoen is.
Terwijl we hoog boven de kust van Borneo
vlogen kwamen we midden in een hevigen
storm terecht hevig zelfs voor dit gebied,
dat om zijn orkanen bekend staat! Drie uur
lang vlogen we vrijwel blindelings over zee;
soms waren we genoodzaakt heel laag te vlie
gen nu en dan slechts enkele voeten boven
de golven.
Om het nog erger te maken weigerde een
der motoren plotseling allen verderen dienst
en we besloten, dat het 't veiligst was het
dichtstbijzijnde vliegveld op te zoeken, dat
toevallig Batavia bleek te zijnvele hon
derden mijlen verwijderd! En inderdaad vlo
gen v/ij dezen afstand op één motor!
Na eenig zoeken landden we veilig en wel
te Batavia, waar we de Cornet opnieuw over
lieten aan de zorgen van eenige mecaniciens,
die spoedig de oorzaak van de narigheid had
den ontdekt nog steeds resten van den ge
broken zuigerstang.
Om vijf uur in den middag luidden de weer
berichten van Port Darwin verre van gunstig,
de radio meldde veel wolken en veel mist, het
schrikbeeld van de vliegers in dit deel van de
wereld.
Naar Port-Darwin
C. J. en ik besloten niettemin, dat we tot
zeven uur in Batavia zouden wachten om dan
te starten teneinde Port Darwin bij het aan
breken van den dag te bereiken. Het was don
ker, toen het oogenblik was aangebroken.
De sterke winden maakten het vliegen verre
van aangenaam; al gauw bevonden we ons
boven het eiland Flores en daar ontdekten
we, dat we te weinig benzine hadden om de
Timorzee over te steken.
Onze kaarten toonden aan, dat het dichtst-
bij zijnde vliegveld bij Koepang op Timor lag
en dus koersten wij naar deze vluchthaven.
die we inderdaad veilig bereikten. Doch we
besloten geen tijd te verliezen. Niet veel langer
dan vijf minuten bleven we op het vliegveld
om de vijftig gallons benzine aan boord te
nemen genoeg tijd evenwel om te vernemen
dat „Jim" uit de race was en Scott en Black
aan den kon lagen
En nu naar Port Darwin dwars over de
gevaarlijke Timorzee.
Port Darwin! Australië! Wij waren geland
op den drempel der antipoden! Maar nu ving
de wedstrijd met den tijd aan. Wij wisten,
dat gedurende dit laatste stuk naar Melbour
ne de strijd om een plaats fel zou zijn en na
dat we twintig minuten op het vliegveld van
Port Darwin vertoefd hadden, klommen we
weer in de machine en denderden weg over de
hoofden van de menigte naar Charleville, de
laatste landingsplek vóór Melbourne.
Deze etappe was verschrikkelijk en we be
sloten daarom zoo hoog mogelijk te vliegen,
teneinde onze motoren koel te houden. Tot
zonsondergang bleven we op een hoogte van
10.000 voet, boven de wolken, maar bij het
vallen van den nacht achtten we het raad
zaam wat af te zakken om onze positie te
kunnen bepalen.
Als in Albury
Plotseling vestigde C. J. mijn aandacht op
een verbazingwekkend schouwspel. Onder ons
ontwaarde ik honderden auto's die allen in
een richting reden met de koplichten aan.
Op een bepaalde plek vormden zij, alsof zij
door den een of anderen aanvoerder gecom
mandeerd werden, een vierkant.
Toen begrepen C. J. en ik. wat de bedoeling
was. De wagens vormden dat figuur met de
lichten op de overzijde gericht, opdat wij de
plaats zouden ontdekken, waar we een veilige
landing konden maken!
Ik hoorde later nog, dat eenige jongelui hun
hemden uitgetrokken, in benzine gedrenkt en
als fakkels aangestoken hadden in de hoop,
dat dit ons op de een of andere wijze van
dienst kon zijn bij de verlichting van den don
keren grond beneden ons.
Dat we in staat waren een schitterende lan
ding te maken is geheel en al te danken aan
deze sympathieke menschen, die ..en masse"
er op uitgetrokken waren om ons zonder on
gelukken te helpen landen.
C. J. en ik 'belegden krijgsraad en toen we
vernamen, dat er geen mededinger dicht ge
noeg in de buurt was om ons in tè halen
en drie andere toestellen de eindstreep reeds
gepasseerd waren besloten we te Mount
Isa rust te nemen en de vlucht den volgen
den morgen voort te zetten.
Met het ochtendgloren bevonden wij ons
weer in de lucht en weinige uren later daal
den we te Charleville onze laatste lan
dingsplaats voor Melbourne.
Van de laatste étappe valt te vermelden,
dat we in een nieuwen storm terecht kwamen
en u zult begrijpen, dat we langzamerhand
van al die stormen genoeg hadden!
Het doel bereikt
Eindelijk, daar kwam Melbourne in zicht!
Wij hadden onze taak volbracht en het
eindpunt van onze vlucht lag voor ons. We
lieten ons geleidelijk aan zakken en zochten
het Laverton vliegveld op. Nog enkele minuten
en toen streken we terwijl het water aan
weerskanten opspoot want er stond water
od het terrein tengevolge van den hevigen re
genval voor de laatste maal neer in de
Miidenhall—Meibournerace. den grootsten
luchtwedstrijd in de wereldgeschiedenis.
Of we blij waren en vermoeid? Nu, dat kunt
u gelooven! Nog nooit in mijn leven heb ik
een bed zoo geapprecieerd als dien eersten
nacht in het hotel te Melbourne.
Slechts twee dagen konden we in deze
prachtige stad blijven, want we hadden nog
meer in onze mars. Voordat we Engeland ver
lieten, was het denkbeeld van een vlucht vice-
versa geopperd en thans in het afgelegen
Melbourne ontvingen wij van onzen opdracht
gever een telegram, waarvan wij niet weinig
onder den indruk raakten.
Inderdaad werd ons opgedragen er een
„heen-en-terug" vlucht van te maken!
Er is belangrijk verschil tusschen het vlie
gen van Engeland naar Australië en het ma
ken van de terugvlucht. Toen Waller en ik
daar op het Lavertonvliegveld te Melbourne
stonden naast de kalm draaiende motoren,
leek het kleine eiland Groot Brittannië zelfs
verder verwijderd dan Australië, toen we bij
het begin van de race op Miidenhall in de
cockpit kropen.
Toch hadden we werkelijk buitengewoon
veel geluk op onze heenreis gehad en we ver
trouwden er op, dat onze dappere machine
,ons ook weer veilig en wel thuis zou brengen.
De weg terug
Het weer is in Australië den deelnemers niet
erg terwille geweest. Op den morgen van ons
vertrek zag het Lavertonvliegveld er nat en
droefgeestig uit. De lucht was betrokken en
het terrein zelf was op sommige gedeelten
gevaarlijk drassig. Voor den start inspecteer
den Waller en ik het veld om een betrekkelijk
droge plek op te zoeken, waar we konden op
stijgen. Nadat we een min of meer droog stuk
grond hadden gevonden, brachten we de Co-
met in de gewenschte positie en troffen de
laatste voorbereidingen voor het vertrek.
Talrijke vrienden waren naar het vliegveld
gereden om afscheid van ons te nemen en de
heer en mevrouw MacPherson Robertson had
den den tocht speciaal gemaakt om ons de
medailles te overhandigen, welke aan de
deelnemers zijn uitgereikt, die Melbourne
hebben bereikt. Het feit van onze terugvlucht
was een mooie gelegenheid voor hen, die foto's
en kopij over de groote race wilden verzenden
en vlak voor ons vertrek werd nog met bekwa
men spoed een film op het vliegveld gebracht,
welke ijlings in de bergruimte in den neus
van het toestel werd gestopt.
Als gevolg van den toestand van het terrein
en de vele bagage hadden we eenige moeite
met het wegkomen, maar daarna taxiden we
regelmatig weg om statig het luchtruim te
kiezen.
Mijn logboek toont aan. dat we om 7.50
voormiddags opgestegen zijn. Nadat we over
Bass Strait gecirkeld hadden, zetten we koers
naar Charleville ons eerste rustpunt op den
terugtocht. Terwijl wij tot de normale hoogte
van 12.000 voet rezen merkten we op, dat het
land tot omstreeks 200 mijl om Melbourne
bijna geheel onder water stond, het resultaat
van den hevigen regenval in dit gedeelte van
de wereld.
Tegenstellingen
Buiten het feit, dat het een buitengewoon
koude tocht was, valt van deze étappe niet
veel te melden. Gedurende de vier uur van
Laverton naar Charleville vlogen we in een
temperatuur van 17 graden onder nul, of
schoon we bij de landing met een vrijwel tro
pische hitte verrast werden. Maar dit is iets
heel gewoons bij alle wereldvluchten; de snel
le wisseling van hevige koude en hevige warm
te is heel dikwijls verre van aangenaam en
het is een van die physieke beproevingen, die
de lange afstandsvliegers te doorstaan hebben.
Te Charleville werden wij ontvangen door
den burgemeester; we kwamen nog even voor
de radio en vertrokken weer om 12.30 namid
dags naar Port Darwin. Het weer hield zich
nu goed. Terwijl we tot de gebruikelijke
hoogte van 12000 voet stegen stuurden we aan
op het eerstvolgende rustpunt.
Een attentie voor Mount Isa.
Het vliegen over dit gedeelte van Australië
is tamelijk eentonig, want het land biedt wei
nig natuurschoon en is spaarzaam bevolkt.
Twee uur na ons vertrek uit Charleville be
vonden we ons boven Mount Isa, waar wij
zooveel gastvrijheid op onze heenvlucht had
den ondervonden. We hadden dezen vriende
lijken menschen beloofd, dat we, indien we
ook terug zouden vliegen, boven het stadje
zouden cirkelen uit dankbaarheid voor de
door hen betoonde hartelijkheid. We lieten
ons dus een eindweegs zakken en vlogen om
het stedeke heen, waar de geheele bevolking
op de been was om ons toe te wuiven.
Tot zoover liep onze Comet best. Kort nadat
we Mount Isa hadden verlaten, kwamen we in
een nevel terecht ,die tot ongeveer 9000 voet
boven den grond hing en het zicht ernstig be
lemmerde. Bij zonsondergang, toen we nog
een uur vliegens van Port Darwin af waren,
achtten we het noodzakelijk wat te dalen om
een of ander herkenningsteeken op te sporen.
Dit was in het geheel niet gemakkelijk, want
de felle hitte op den grond had de atmosfeer
wazig gemaakt. Zelfs op 2000 voet hoogte was
het zicht slecht.
Niettemin legden we de 14000 mijl tusschen
Charleville en Port Darwin vliegend op het
kompas, veilig en wel af en landden te 6.15
uur namiddags aan de „achterdeur" der anti
poden, zonder dat we ergens van koers be
hoefden te veranderen.
In Port Darwin naar de bioscoop!
Daar wij ons voorgenomen hadden ner
gens op onze heen-en-terugvl'icht eenig risi
co te nemen, besloten we dien nacht in Port
Darwin te blijven, inplaats van een nacht
vlucht te riskeeren over de verraderlijke Timor
zee. Nadat we er ons van overtuigd hadden,
dat het toestel goed verzorgd en veilig „in
bed" gebracht was. voelden we er veel voor
dit voorbeeld te volgen. In het hotel genoten
we van een verfrisschend bad en een uitste
kend diner en daarna brachten we een bezoek
aan de bioscoop. Ik ben bang, dat ik mejuf
frouw Sylvia Sydney de ster uit de film
mijn verontschuldigingen moet maken, want
midden in de voorstelling werd ik zoo ver
moeid, dat ik in een vaste slaap viel!
Mijn sluimering werd al gauw verstoord door
een tropische donderbui, die tot een grappig
incident leidde. Op de voorste plaatsen van
het bioscoopje ontdekte ik namelijk een aan
tal inboorlingen. Onmiddellijk, nadat donder
en bliksem losbarstten, verstrooiden zij zich
links en rechts, het gebouw ons en eenige
anderen op de gereserveerde plaatsen uitge
zonderd leeg achterlatend.
Op de vlucht naar huis bestuurde Waller
het toestel van Melbourne naar Charleville.
waar ik hem afloste tot Port Darwin Van dit
laatste punt af was het Waller's beurt de ma
chine te vliegen en daar dit ons gemeenschap
pelijk reisverhaal is geef ik de leiding thans
aan hem om U over de volgende étappe van
onze retourvlucht te laten inlichten.
Afscheid van Australië.
We nemen dus afscheid van Australië al
is het, naar ik hoop, niet voor altijd. Menige
piloot heeft op zijn vlucht naar dit wereld
deel een zucht van verlichting geslaakt bij het
zien van het vliegveldje te Port Darwin en toen
C. J. en ik dien morgen over het landingster
rein taxiden om de Timorzee over te steken
verlieten wij noode het land, dat zoo vriende
lijk en gastvrij voor ons was geweest.
Toen de zwaar geladen machine op gang
was gekomen en de wielen den grond hadden
losgelaten, richtte ik haar neus naar de noord
zijde van het vliegveldje. Hier beleefden we
bijna een minder aangenaam avontuur, want
onder het klimmen scheerden we over een
groep palmboomen met niet veel meer dan
vier voet „licht".
Vertrek Darwin 7.30 uur voormiddags. De
Timorzee ligt voor ons uitgestrekt Singa
pore is ons volgend doel. Ik zit aan het stuur.
C. J. heeft de zorgen der navigatie op zich
genomen. Het zicht is slecht. Maar de moto-
Het uitvoerend comité van den Koninklij
ken Belgischen Voetbalbond is na een gron
dig onderzoek en verder na een ondervraging
van de voornaamste Belgische voetballeiders
tot het besluit gekomen, dat:
lo. het blijkt, dat de integrale amateurs
formule in haar huidigen vorm onhoudbaar
geworden is;
2o. er ook eensluidendheid bestaat onder a1
de clubleiders om het integrale beroepsvoetbal
te verwerpen.
Daarom besluit de commissie, dat een nieuw
sta,tuut in studie zal worden genomen en aar
de eerstvolgende algemeene bondsvergaderin?
in Januari 1935 zal voorgelegd worden, terwij1
de volgende grondregels voor het nieuwe sta
tuut worden voorgesteld:
a. De clubs zullen aan hun spelers een wed
strijd-vergoeding mogen geven, zonder noch
tans voetbal als een beroep te beschouwen;
b. de overgangscommissie zal in functie
blijven en haar beslissingen zullen steunen op
vastgelegde principes;
c in ieder elftal zullen één of twee buiten-
landsche spelers mogen optreden, die echter
zoo min als de Belgische spelers, voetbal alc
beroep mogen uitoefenen:
d. in de organisatie der kampioenschapper
zal in geen geval eenige wijziging worden ge
bracht.
België gaat dus het z.g. vergoedingssysteem
invoeren, een naam voor een instelling, die
even goed professionalisme is. als wat men er
in Engeland onder verstaat. Het Engelsch"
systeem is natuurlijk het zuiverste, maar daar
aan kan men in een klein land als België nu
eenmaal niet beginnen.
Thans gaan onze Zuiderburen onderzoeken
hoe het in Zwitserland, Italië, Spanje en Cen-
traal-Europa toegaat, terwiil men voorts eer
kiikje zal moeten nemen in de balans dei-
clubs. die. op een naar uitzonderingen na, het
nu reeds zoo moeilijk hebben om rond te ko
men
Do drijfveeren tot bovenstaand besluit ziin
tweeërlei: de crisis en de slechte resultaten
van het Belgische nationale elftal. Eerstge
noemde factor is de ooi-zaak. dat zeer vele
voetbalsoelers werkloos ziin en reeds lang ge
leden zijn er stemmen opgegaan, welke ver
kondigden, dat het niet meer dan billijk was
wanneer deze werklooze spelers van hun club
die elke week een behoorliike recette maakt
als gevolg van het wedstrijd-spelen dezer le
den, mede zouden profiteeren van die inkom
sten.
Deze bewering lijkt op het eerste gezicht
wondermooi cn menschlievend. doch wannec
men de zaak wat dieper bekijkt, blijkt al vlue
dat men op die wijze het voetbalspel als spor
tieve volksuiting in den put helpt.
Want het doel van het snel is gezonde li
chaamsbeweging. aa" kweekin" van ploeg-
"eest en onderlinge k'Tneraadsc*"-^ "n geens
zins het aamverven van goede voetballers te
gen vergoeding, om aldus een sterkere ploev
te krijgen dan die der concurrenten. Korte
tijd. nadat men dit vergoedingssysteem heef+
'ngevoerd. zullen de kleinere vereenieingen er-
de clubs in kleinere plaatsen gaan kwijnen
"mdat het eros der aankomende spelers er on
uit is. geld te verdienen en zich daartoe bij
de rijkste en grootste clubs aanmeldt.
De toekomst van het voettjal als sport ligt
juist bij die kleine vereenigingen, die tot in
de uithoeken van een land aan de ieugd gele
genheid bieden, zich in het spel te bekwamen
en bet. team van het dom of de stad. waarb-
zü geboren en getogen zijn, naar hoogev-
klasse te brengen.
Het wil ons dan ook voorkomen, dat de
voorstanders van het vergoedingssysteem eer-
Het vergoedingssysteem de eerste schrede op den weg
naar beroepsvoetbal in België; Het scheidsrechtersvraagstuk
in Engeland en Holland; De „professional through-pass" van
Kruyer en het doelpunt van Koper als gevolg.
der het voordeel van de club dan dat van de
spelers op het oog hebben Want de club krijgt
door het betalen van een wedstrijdpremie
meer aanbod van allerlei spelers en zal door
overreding en onderhandsohe aanbieding
trachten haar concurrenten de loef af te ste
ken. Doch wat moet er gebeuren met die
spelers, die niet voldoen of die blijken niet
in het milieu te passen?
En nu de tweede drijfveer: het falen van
het nationale elftal. De meening doet opgeld
dat, wanneer men er door invoering van hei
vergoedingssysteem in slaagt, een tien- of
twintigtal sterke club-elftallen te krijgen,
men daaruit ten allen tijde een sterk natio
naal team kan samenstellen. Het doel van het
systeem is dus niets anders dan een poging
tot concentratie der beschikbare spelers ten
koste van 't clubverband en den bloei van den
voetbalsport in alle gedeelten van het land
Men speculeert op de handelskwaliteiten van
de bestuurderen der groote clubs en op de
slechte financieel omstandigheden en den
nood der opkomende voetbaljeugd.
„De vogelaar met zoet gefluit"....
En is het succes van het nationale elftal
toonaangevend? Heeft het, behalve propa
gandistische waarde, nog eenig ander nut?
Natuurliik .een ieder is verheugd, wanr.eer he'
landselftal een fraaie overwinning behaalt
Dat is voor een groot deel nationale trots en
voor een klein gedeelte ijdelheid.
We hebben er reeds dikwijls op gewezen, dat
de manier, om het spelpeil over het geheele
land geleidelijk te verbeteren, is, van onderer
af aan de clubs alle mogelijke faciliteiten voor
promotie te geven. Dit wekt het enthousiasme
van de spelers, die zich voor de eer van hui-
club zullen inspannen, steeds beter te spelen
en een goed geheel te vormen.
In dit verband is het interessant te wijzer
op het succes van Ripperda, de kampioens
club van den Haarlemschen Voetbalbond uit
het vorige seizoen. Thans komt deze vereeni-
ginig met dezelfde spelers in de vierde klasse
van den K.N.V.B. uit en hun spel. alsmede de
'•esultaten worden steeds beter. Hadden we
hier in ons land ook het vergoedingssysteem
dan zou het niet lang duren, of een eerste
klasse club zou alras met verleidelijke aan
biedingen aan de beste spelers komen en pro:
fiteeren van het feit. dat velen van hen werk
loos zijn. Gevolg: een vereeniging met een
mooie toekomst en vriendschapsband als Rip
perda gaat ten onder en de rest van de spelers
die niet tot de uitblinkers behooren, geeft er
de brul aan.
Laat ons tenslotte eens kijken naar lander
als Frankrijk en Italië. De Italianen hebber
zolfs in hun nationaal elftalvijf Zuid-
Amerikanen. waarvan er enkele reeds voor
Argentinië speelden. Kan men waarde hech
ten aan een overwinning, door zulk een team
behaald?
En in de Fransche clubs spelen Hongaren
Duit.schers. Zwitsers. Roemenen. Zuid-Ameri-
v-anen. Spanjaarden en ook een stuk of wat
Franschen in clubverband. Let wel: in. club
verband. Dat heet dar. tegenwoordig strijden
voor de eer van de club en voor het nationale
kampioenschap.
Een dezer dagen zal in Engeland eer. verga
dering gehouden worden van de ..Referees'
Committee of the Football Association" ter
bespreking van het vraagstuk van een alge-
meenen standaard voor het rechtspreken.
Dit is teekenend, want het simpele feit. dat
het noodig is een dergelijk vraagstuk in be
handeling te nemen, is een aanwijzing, dat er
ook in Engeland aan de voetbalrechtspraak
het een en ander hapert. Over het algemeen
kan men zeggen, dat de referees in professio
nal- en amateur-League voetbal voor hun
taak berekend zijn. Meer en meer gaat men
er toe over, den referees een practijk-examer
af te nemen, waarbij vooral gelet wordt op
hun geschiktheid voor dat ambt. d.w.z. of zij
in staat zijn, een wedstrijd werkelijk te „lei
den". Door de grondige voor-opleiding be
hoeft men zich, wat de Engelsche fluitisten
betreft, weinig zorgen te maken aangaande
hun kennis van de spelregels en hun athleti-
sche vaardigheid om een match met voldoen
de uithoudingsvermogen van begin tot eind
van nabij te kunnen volgen.
Doch de hoofdzaak is. dat zij den geest van
het spel aanvoelen en dat zij ook op belang
rijke momenten in een gewichtigen en ener
veerenden kamp te midden van een critisee-
rend publiek de reacties van de spelers be
grijpen en daarnaar recht spreken
Men zou in Engeland gaarne zien, dat oud
spelers met jarenlange practijk na het be
ëindigen van hun voetballoopbaan de scheids-
rechtersfluit hanteerden, doch de moeilijkheid
is. dat de ex-prof. in de meeste gevallen zeer
groote moeite heeft in zijn levensonderhoud
te voorzien. En daar het hoogste weeksalaris
van een Engelschen referee drie guineas (on
geveer drie en twintig gulden) bedraagt, is dit
geen aanmoediging genoeg om den oud-voet-
Ier, die meestal een huisgezien te onderhou
den heeft, te doen besluiten, zich voor de
scheidsrechtersopleiding aan te melden.
Maar als men in Engeland al niet geheel en
al tevreden is over de voetbalrechtspraak. hoe
moet het dan wel in ons land zijn? De tijden,
dat een Willing. Meerum Terwogt, Tromp en
Mutters den toon aangaven, zijn grootendeels
voorbij en men kan gevoegelijk zeggen, dat de
standaard sedert dien achteruit is gegaan.
Men heeft thans terecht het besluit geno
men. om arbiters, die een bepaalden leeftijd be
reikt hebben, op non-activiteit te stellen, doch
tegelijkertijd diene men voor capabele plaats
vervangers te zorgen. Daarbij komt het er
minder op aan. of deze remplacanten wel ge
noeg jaren in lager voetbal hebben gefloten
als wel of ze aan de hierboven gestelde eischer
voldoen. En dit is helaas allerminst het ge
val. Vooral dit seizoen kan men herhaaldelijk
bii eerste klasse-matches scheidsrechters op
merken, die. o? over te weinig uithoudings
vermogen beschikken en het snel van uit hef
middenveld volgen, of op appelleeren der spe
lers fluiten, of den geest, van het reglement
verkeerd aanvoelen, waarbij hun spelregel
kennis dan nog buiten beschouwing blijft. Hef
gevolg is ruw spel, beslissingen, waardoor de
benadeelde partij gedupeerd wordt en niet
geheel onpartijdig optreden van sommige
grensrechters. Daarbii dient men te beden
ken. dat deze eerste klasse matches waarliik
niet de moeilijkste zijn. Er is veel meer kun
de toe noodig om sommige dprde klasse wed
strijden te leiden dan b.v. H.F.C, tegen R.C.H
Het komt er slechts op aan, door middel van
een practijk-examen die arbiters te vinden
die evenais van Moorsel na korten tijd blijk ge
ven de juiste man op de juiste plaats te zijn
Met een onpartijdige examen-commissie, die
zijn vak verstaat, moet het dan mogelijk zijn
in korten tijd een aantal waarlijk bekwame
fluitisten te vinden, zooals we er hier in
Haarlem reeds hebben in Kotte. Boeree en
Twisterling. om er slechts enkelen te noemen
En laat men hen. die denken, dat ze het nu
wel kennen, dan eens eenige derde klasse
matches laten leiden.
Een manoeuvre, die in Engelsch professio
nal-voetbal geregeld en met succes wordt uit
gevoerd, doch die in ons land zelden of nooit
wordt toegepast, leidde Zondag 1.1. tot het
derde doelpunt van H.F.C. Het is. wat men zou
kunnen noemen, de professional through-pass
die over de hoofden der verdedigers en over
het hoofd van den inmiddels naar het vijan
delijk doe! rennenden middenvoor wordt ge
speeld, die den bal bij het neerkomen dus vrij
voor de voeten krijgt. Kan een gewone through
pass meestentijds verhinderd worden door het
afdekken var. den speler, voor wier. hij be
doeld is, zulks is met den bal door de luch-
niet het geval mits hij snel wordt uitgevoerd
en mits de speler in kwestie 'in dit geval de
centre-forward) onmiddellijk naar voren
loopt, als de boogbal den voet van zijn half
back verlaat. Buitenspel staan is dan uitge
sloten en de kans op een doelpunt zeer groot.
Men zorge er echter zooveel mogelijk voor
het leder iets ter ziide van den bedoelden
speler, dus schuin vóór hem te doen neerko
men, gelijk de H.F.C.-spil Kruyer dat voor
Koper deed.
ren van onze Cornet zingen zacht en we zijn
beiden vol vertrouwen op de toekomst.
Terwijl het Australische vasteland achter
ons langzaam verdwijnt, ontdekken we. dat
we in een mistbank terecht komen. Daar zou
den we ons in het algemeen niet zoo héél
druk over maken, maar men heeft ons ver
teld, dat Melrose en Stodart ons tegemoet
vliegen en in deze mist is er een kleine kans,
adt we in botsing met hen komen. Ik besluit
daarom te trachten boven de mist uit te stij
gen. Dus laat ik de Cornet rijzen, tot de hoog
temeter een 10.800 voet aanwijst en wij de
mistbank beneden ons en de klare hemel boven
ons hebben. Het zicht voor mij is goed, maar
onder mij slecht. Nu en dan zien we een glimp
van de zee. die merkwaardig kalm is. Om 9.20
voormiddags, twee uur nadat we Port Darwin
verlaten hebben, passeeren we de Timorzee,
waarna we de koers veranderen in de richting
van het schoone Bali in Nederlandsch-Indië.
Boven Insulinde.
Het zicht is nu beter, het wordt mooi weer!
Wij vliegen over Nederlandsch Oost-Indië,
over Java en Sumatra, wat een kleurrijke na
men! Prachtige eilanden zijn het, even in
drukwekkend van de lucht uit als van den
grond af gezien. We passeeren massa's eiland
jes, sommigen zijn louter bergen, die uit zee
oprijzen en dikwijls een hoogte van 12.000 voet
bereiken. Terwijl we boven dit gebied vliegen,
worden we geheel en al in beslag genomen
door de schoonheid en de tallooze schakee
ringen dezer kleurrijke natuur. De meesten der
eilandjes zijn vulkanisch en als we naar be
neden kijken kunnen we de uitgedoofde kra
ters zien.
Om 4.50 uur namiddags maakt C J me dui
delijk, dat we de evenaar passeeren en in de
beste stemming verrichten we met gebaren
de gebruikelijke, welbekende ceremonie!
Kort na vijf uur bemerken we, dat we Sin
gapore dicht zijn genaderd en om 5.30 uur
komt het Parijs der Maleische archipel" in
zicht; eenige minuten later laat ik de Cornet
dalen en een fraaie bocht beschrijven, een ge
slaagde landing volgt en daar taxiën we al
naar de groep autoriteiten toe, die voor de
ontvangst aanwezig zijn.
(Nadruk verboden).
IBIS SHAG - LICHTE PI3PTABAK
Rookt Dobbelmann's Tabak en géén andereI
(Adv. Ingez. Med.)
HANDBAL
HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG.
DAMES.
HerculesSpartaan, A.T B.-terrein, 3 uur.-
RapiditasConcordia H, v. Oosten de Bruyn
straat, 10 1/2 uur.
ConcordiaAalsmeer, Kleverlaan, 10 1/2 u.
HEEREN
OlympiaRapiditas. Aalsmeer, 11 uur.
LijndenTurno, Halfweg, 2 uur.
OdinConcordia, Aalsmeer, 11 uur.
De spannendste dameswedstrijd wordt on
getwijfeld ConcordiaAalsmeer. Een kleine
Concord ia:-zege lijkt o.i. geen onmogelijkheid.
Rapiditas zal haar overwinningenreeks wel
voortzetten, terwijl Hercules haar zooveelste
nederlaag wel te pakken zal krijgen.
Bij de heeren zal Rapiditas de punten uit
Aalsmeer wel weten te veroveren. Concordia
heeft een zeer iastigen uitwedstrijd, daar Odin
revanche wil nemen voor de vorige 32 ne
derlaag tegen Concordia te Haarlem. Lijnden
I moet ook oppassen voor Turno, dat thans
een leidende rol gaat spelen.
SCHAKEN
HEEMSTEEDSCHE SCHAAKCLUB SLAAT
„WEENINK".
De beide eerste tientallen van de Heemsteed-
sche Schaakclub en de schaakclub „Weenink"
uit Beverwijk ontmoetten elkaar voor de com
petitie van den Noord-Hollandschen Hchaak-
bond met als resultaat, dat Heemstede I met
6 1/23 1/2 won, „Weenink" telde aan de twee
laagste borden invallers, waardoor de Bever-
wijksche ploeg beduidend was verzwakt. Aan
de bovenste borden werd ingespannen ge
speeld; eerst laat in den avond kwamen de
eerste beslissingen.
Aan het tweede, derde, zesde en zevende
bord moesten zeer ingewikkelde eindspelen
tot het einde worden gebracht waarin de
Heemstede spelers beter thuis waren. Het vier
de bord ging alleen zeer gedecideerd voor
Heemstede verloren, aangezien een achter
stand van twee stukken ontstond. Aan het
negende en tiende bord kreeg Weenink stuk
achterstand. die beslissend bleek Het eerste
bord bracht een interessanten strijd tusschen
Zoontjes en F. Mlnnema, waarbij beide spe
lers last met hun tijd kregen, doch zich niet
temin tegen eikaar konden handhaven in een
remise-stelling.
De gedetailleerde uitslag luidt:
„Weenink" Beverwijk:
Heemstede I:
1. F. Minnema—J. Zoontjes 1/2—1 2
2. J. Korringa—V. Ph. v. d. Kolk 1—o
3. M. P. Hulshoff Pol—C. Henneman 1/2—12
0—1
1—0
0—1
1-0
1/2—1 2
1-0
1—0
4. H. C. Luiting—Ph. Bakker
5. J. SteenkenK, Slinger
6. H. TuinderG. Ettema
7. W. A. de TelloG. van Lent
8. H. van KeulenH. van Lent
9 D. Voorting—N. Nymen
10. F. C. KuykenJ. Dalmeyer
6 1/2—3 1/3