EngelandAustralië vice-versa in dertien dagen. Dobbefmcmii lefeker...mcm! De Comet De weg terug. DONDERDAG 15 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD beleeft een Uiver-avontuur Cathcart Jones en Kenneth Waller vertellen verder. We hadden nu het moeilijkste deel van den tocht achter den rug. Maar thans lag de ge vreesde Timorzee in het vooruitzicht verre weg het zwaarste deel van de vlucht, tenge volge van den doorgaans slechten atmosferi- schen toestand en ook omdat het daar in de zen tijd van het jaar het regenseizoen is. Terwijl we hoog boven de kust van Borneo vlogen kwamen we midden in een hevigen storm terecht hevig zelfs voor dit gebied, dat om zijn orkanen bekend staat! Drie uur lang vlogen we vrijwel blindelings over zee; soms waren we genoodzaakt heel laag te vlie gen nu en dan slechts enkele voeten boven de golven. Om het nog erger te maken weigerde een der motoren plotseling allen verderen dienst en we besloten, dat het 't veiligst was het dichtstbijzijnde vliegveld op te zoeken, dat toevallig Batavia bleek te zijnvele hon derden mijlen verwijderd! En inderdaad vlo gen v/ij dezen afstand op één motor! Na eenig zoeken landden we veilig en wel te Batavia, waar we de Cornet opnieuw over lieten aan de zorgen van eenige mecaniciens, die spoedig de oorzaak van de narigheid had den ontdekt nog steeds resten van den ge broken zuigerstang. Om vijf uur in den middag luidden de weer berichten van Port Darwin verre van gunstig, de radio meldde veel wolken en veel mist, het schrikbeeld van de vliegers in dit deel van de wereld. Naar Port-Darwin C. J. en ik besloten niettemin, dat we tot zeven uur in Batavia zouden wachten om dan te starten teneinde Port Darwin bij het aan breken van den dag te bereiken. Het was don ker, toen het oogenblik was aangebroken. De sterke winden maakten het vliegen verre van aangenaam; al gauw bevonden we ons boven het eiland Flores en daar ontdekten we, dat we te weinig benzine hadden om de Timorzee over te steken. Onze kaarten toonden aan, dat het dichtst- bij zijnde vliegveld bij Koepang op Timor lag en dus koersten wij naar deze vluchthaven. die we inderdaad veilig bereikten. Doch we besloten geen tijd te verliezen. Niet veel langer dan vijf minuten bleven we op het vliegveld om de vijftig gallons benzine aan boord te nemen genoeg tijd evenwel om te vernemen dat „Jim" uit de race was en Scott en Black aan den kon lagen En nu naar Port Darwin dwars over de gevaarlijke Timorzee. Port Darwin! Australië! Wij waren geland op den drempel der antipoden! Maar nu ving de wedstrijd met den tijd aan. Wij wisten, dat gedurende dit laatste stuk naar Melbour ne de strijd om een plaats fel zou zijn en na dat we twintig minuten op het vliegveld van Port Darwin vertoefd hadden, klommen we weer in de machine en denderden weg over de hoofden van de menigte naar Charleville, de laatste landingsplek vóór Melbourne. Deze etappe was verschrikkelijk en we be sloten daarom zoo hoog mogelijk te vliegen, teneinde onze motoren koel te houden. Tot zonsondergang bleven we op een hoogte van 10.000 voet, boven de wolken, maar bij het vallen van den nacht achtten we het raad zaam wat af te zakken om onze positie te kunnen bepalen. Als in Albury Plotseling vestigde C. J. mijn aandacht op een verbazingwekkend schouwspel. Onder ons ontwaarde ik honderden auto's die allen in een richting reden met de koplichten aan. Op een bepaalde plek vormden zij, alsof zij door den een of anderen aanvoerder gecom mandeerd werden, een vierkant. Toen begrepen C. J. en ik. wat de bedoeling was. De wagens vormden dat figuur met de lichten op de overzijde gericht, opdat wij de plaats zouden ontdekken, waar we een veilige landing konden maken! Ik hoorde later nog, dat eenige jongelui hun hemden uitgetrokken, in benzine gedrenkt en als fakkels aangestoken hadden in de hoop, dat dit ons op de een of andere wijze van dienst kon zijn bij de verlichting van den don keren grond beneden ons. Dat we in staat waren een schitterende lan ding te maken is geheel en al te danken aan deze sympathieke menschen, die ..en masse" er op uitgetrokken waren om ons zonder on gelukken te helpen landen. C. J. en ik 'belegden krijgsraad en toen we vernamen, dat er geen mededinger dicht ge noeg in de buurt was om ons in tè halen en drie andere toestellen de eindstreep reeds gepasseerd waren besloten we te Mount Isa rust te nemen en de vlucht den volgen den morgen voort te zetten. Met het ochtendgloren bevonden wij ons weer in de lucht en weinige uren later daal den we te Charleville onze laatste lan dingsplaats voor Melbourne. Van de laatste étappe valt te vermelden, dat we in een nieuwen storm terecht kwamen en u zult begrijpen, dat we langzamerhand van al die stormen genoeg hadden! Het doel bereikt Eindelijk, daar kwam Melbourne in zicht! Wij hadden onze taak volbracht en het eindpunt van onze vlucht lag voor ons. We lieten ons geleidelijk aan zakken en zochten het Laverton vliegveld op. Nog enkele minuten en toen streken we terwijl het water aan weerskanten opspoot want er stond water od het terrein tengevolge van den hevigen re genval voor de laatste maal neer in de Miidenhall—Meibournerace. den grootsten luchtwedstrijd in de wereldgeschiedenis. Of we blij waren en vermoeid? Nu, dat kunt u gelooven! Nog nooit in mijn leven heb ik een bed zoo geapprecieerd als dien eersten nacht in het hotel te Melbourne. Slechts twee dagen konden we in deze prachtige stad blijven, want we hadden nog meer in onze mars. Voordat we Engeland ver lieten, was het denkbeeld van een vlucht vice- versa geopperd en thans in het afgelegen Melbourne ontvingen wij van onzen opdracht gever een telegram, waarvan wij niet weinig onder den indruk raakten. Inderdaad werd ons opgedragen er een „heen-en-terug" vlucht van te maken! Er is belangrijk verschil tusschen het vlie gen van Engeland naar Australië en het ma ken van de terugvlucht. Toen Waller en ik daar op het Lavertonvliegveld te Melbourne stonden naast de kalm draaiende motoren, leek het kleine eiland Groot Brittannië zelfs verder verwijderd dan Australië, toen we bij het begin van de race op Miidenhall in de cockpit kropen. Toch hadden we werkelijk buitengewoon veel geluk op onze heenreis gehad en we ver trouwden er op, dat onze dappere machine ,ons ook weer veilig en wel thuis zou brengen. De weg terug Het weer is in Australië den deelnemers niet erg terwille geweest. Op den morgen van ons vertrek zag het Lavertonvliegveld er nat en droefgeestig uit. De lucht was betrokken en het terrein zelf was op sommige gedeelten gevaarlijk drassig. Voor den start inspecteer den Waller en ik het veld om een betrekkelijk droge plek op te zoeken, waar we konden op stijgen. Nadat we een min of meer droog stuk grond hadden gevonden, brachten we de Co- met in de gewenschte positie en troffen de laatste voorbereidingen voor het vertrek. Talrijke vrienden waren naar het vliegveld gereden om afscheid van ons te nemen en de heer en mevrouw MacPherson Robertson had den den tocht speciaal gemaakt om ons de medailles te overhandigen, welke aan de deelnemers zijn uitgereikt, die Melbourne hebben bereikt. Het feit van onze terugvlucht was een mooie gelegenheid voor hen, die foto's en kopij over de groote race wilden verzenden en vlak voor ons vertrek werd nog met bekwa men spoed een film op het vliegveld gebracht, welke ijlings in de bergruimte in den neus van het toestel werd gestopt. Als gevolg van den toestand van het terrein en de vele bagage hadden we eenige moeite met het wegkomen, maar daarna taxiden we regelmatig weg om statig het luchtruim te kiezen. Mijn logboek toont aan. dat we om 7.50 voormiddags opgestegen zijn. Nadat we over Bass Strait gecirkeld hadden, zetten we koers naar Charleville ons eerste rustpunt op den terugtocht. Terwijl wij tot de normale hoogte van 12.000 voet rezen merkten we op, dat het land tot omstreeks 200 mijl om Melbourne bijna geheel onder water stond, het resultaat van den hevigen regenval in dit gedeelte van de wereld. Tegenstellingen Buiten het feit, dat het een buitengewoon koude tocht was, valt van deze étappe niet veel te melden. Gedurende de vier uur van Laverton naar Charleville vlogen we in een temperatuur van 17 graden onder nul, of schoon we bij de landing met een vrijwel tro pische hitte verrast werden. Maar dit is iets heel gewoons bij alle wereldvluchten; de snel le wisseling van hevige koude en hevige warm te is heel dikwijls verre van aangenaam en het is een van die physieke beproevingen, die de lange afstandsvliegers te doorstaan hebben. Te Charleville werden wij ontvangen door den burgemeester; we kwamen nog even voor de radio en vertrokken weer om 12.30 namid dags naar Port Darwin. Het weer hield zich nu goed. Terwijl we tot de gebruikelijke hoogte van 12000 voet stegen stuurden we aan op het eerstvolgende rustpunt. Een attentie voor Mount Isa. Het vliegen over dit gedeelte van Australië is tamelijk eentonig, want het land biedt wei nig natuurschoon en is spaarzaam bevolkt. Twee uur na ons vertrek uit Charleville be vonden we ons boven Mount Isa, waar wij zooveel gastvrijheid op onze heenvlucht had den ondervonden. We hadden dezen vriende lijken menschen beloofd, dat we, indien we ook terug zouden vliegen, boven het stadje zouden cirkelen uit dankbaarheid voor de door hen betoonde hartelijkheid. We lieten ons dus een eindweegs zakken en vlogen om het stedeke heen, waar de geheele bevolking op de been was om ons toe te wuiven. Tot zoover liep onze Comet best. Kort nadat we Mount Isa hadden verlaten, kwamen we in een nevel terecht ,die tot ongeveer 9000 voet boven den grond hing en het zicht ernstig be lemmerde. Bij zonsondergang, toen we nog een uur vliegens van Port Darwin af waren, achtten we het noodzakelijk wat te dalen om een of ander herkenningsteeken op te sporen. Dit was in het geheel niet gemakkelijk, want de felle hitte op den grond had de atmosfeer wazig gemaakt. Zelfs op 2000 voet hoogte was het zicht slecht. Niettemin legden we de 14000 mijl tusschen Charleville en Port Darwin vliegend op het kompas, veilig en wel af en landden te 6.15 uur namiddags aan de „achterdeur" der anti poden, zonder dat we ergens van koers be hoefden te veranderen. In Port Darwin naar de bioscoop! Daar wij ons voorgenomen hadden ner gens op onze heen-en-terugvl'icht eenig risi co te nemen, besloten we dien nacht in Port Darwin te blijven, inplaats van een nacht vlucht te riskeeren over de verraderlijke Timor zee. Nadat we er ons van overtuigd hadden, dat het toestel goed verzorgd en veilig „in bed" gebracht was. voelden we er veel voor dit voorbeeld te volgen. In het hotel genoten we van een verfrisschend bad en een uitste kend diner en daarna brachten we een bezoek aan de bioscoop. Ik ben bang, dat ik mejuf frouw Sylvia Sydney de ster uit de film mijn verontschuldigingen moet maken, want midden in de voorstelling werd ik zoo ver moeid, dat ik in een vaste slaap viel! Mijn sluimering werd al gauw verstoord door een tropische donderbui, die tot een grappig incident leidde. Op de voorste plaatsen van het bioscoopje ontdekte ik namelijk een aan tal inboorlingen. Onmiddellijk, nadat donder en bliksem losbarstten, verstrooiden zij zich links en rechts, het gebouw ons en eenige anderen op de gereserveerde plaatsen uitge zonderd leeg achterlatend. Op de vlucht naar huis bestuurde Waller het toestel van Melbourne naar Charleville. waar ik hem afloste tot Port Darwin Van dit laatste punt af was het Waller's beurt de ma chine te vliegen en daar dit ons gemeenschap pelijk reisverhaal is geef ik de leiding thans aan hem om U over de volgende étappe van onze retourvlucht te laten inlichten. Afscheid van Australië. We nemen dus afscheid van Australië al is het, naar ik hoop, niet voor altijd. Menige piloot heeft op zijn vlucht naar dit wereld deel een zucht van verlichting geslaakt bij het zien van het vliegveldje te Port Darwin en toen C. J. en ik dien morgen over het landingster rein taxiden om de Timorzee over te steken verlieten wij noode het land, dat zoo vriende lijk en gastvrij voor ons was geweest. Toen de zwaar geladen machine op gang was gekomen en de wielen den grond hadden losgelaten, richtte ik haar neus naar de noord zijde van het vliegveldje. Hier beleefden we bijna een minder aangenaam avontuur, want onder het klimmen scheerden we over een groep palmboomen met niet veel meer dan vier voet „licht". Vertrek Darwin 7.30 uur voormiddags. De Timorzee ligt voor ons uitgestrekt Singa pore is ons volgend doel. Ik zit aan het stuur. C. J. heeft de zorgen der navigatie op zich genomen. Het zicht is slecht. Maar de moto- Het uitvoerend comité van den Koninklij ken Belgischen Voetbalbond is na een gron dig onderzoek en verder na een ondervraging van de voornaamste Belgische voetballeiders tot het besluit gekomen, dat: lo. het blijkt, dat de integrale amateurs formule in haar huidigen vorm onhoudbaar geworden is; 2o. er ook eensluidendheid bestaat onder a1 de clubleiders om het integrale beroepsvoetbal te verwerpen. Daarom besluit de commissie, dat een nieuw sta,tuut in studie zal worden genomen en aar de eerstvolgende algemeene bondsvergaderin? in Januari 1935 zal voorgelegd worden, terwij1 de volgende grondregels voor het nieuwe sta tuut worden voorgesteld: a. De clubs zullen aan hun spelers een wed strijd-vergoeding mogen geven, zonder noch tans voetbal als een beroep te beschouwen; b. de overgangscommissie zal in functie blijven en haar beslissingen zullen steunen op vastgelegde principes; c in ieder elftal zullen één of twee buiten- landsche spelers mogen optreden, die echter zoo min als de Belgische spelers, voetbal alc beroep mogen uitoefenen: d. in de organisatie der kampioenschapper zal in geen geval eenige wijziging worden ge bracht. België gaat dus het z.g. vergoedingssysteem invoeren, een naam voor een instelling, die even goed professionalisme is. als wat men er in Engeland onder verstaat. Het Engelsch" systeem is natuurlijk het zuiverste, maar daar aan kan men in een klein land als België nu eenmaal niet beginnen. Thans gaan onze Zuiderburen onderzoeken hoe het in Zwitserland, Italië, Spanje en Cen- traal-Europa toegaat, terwiil men voorts eer kiikje zal moeten nemen in de balans dei- clubs. die. op een naar uitzonderingen na, het nu reeds zoo moeilijk hebben om rond te ko men Do drijfveeren tot bovenstaand besluit ziin tweeërlei: de crisis en de slechte resultaten van het Belgische nationale elftal. Eerstge noemde factor is de ooi-zaak. dat zeer vele voetbalsoelers werkloos ziin en reeds lang ge leden zijn er stemmen opgegaan, welke ver kondigden, dat het niet meer dan billijk was wanneer deze werklooze spelers van hun club die elke week een behoorliike recette maakt als gevolg van het wedstrijd-spelen dezer le den, mede zouden profiteeren van die inkom sten. Deze bewering lijkt op het eerste gezicht wondermooi cn menschlievend. doch wannec men de zaak wat dieper bekijkt, blijkt al vlue dat men op die wijze het voetbalspel als spor tieve volksuiting in den put helpt. Want het doel van het snel is gezonde li chaamsbeweging. aa" kweekin" van ploeg- "eest en onderlinge k'Tneraadsc*"-^ "n geens zins het aamverven van goede voetballers te gen vergoeding, om aldus een sterkere ploev te krijgen dan die der concurrenten. Korte tijd. nadat men dit vergoedingssysteem heef+ 'ngevoerd. zullen de kleinere vereenieingen er- de clubs in kleinere plaatsen gaan kwijnen "mdat het eros der aankomende spelers er on uit is. geld te verdienen en zich daartoe bij de rijkste en grootste clubs aanmeldt. De toekomst van het voettjal als sport ligt juist bij die kleine vereenigingen, die tot in de uithoeken van een land aan de ieugd gele genheid bieden, zich in het spel te bekwamen en bet. team van het dom of de stad. waarb- zü geboren en getogen zijn, naar hoogev- klasse te brengen. Het wil ons dan ook voorkomen, dat de voorstanders van het vergoedingssysteem eer- Het vergoedingssysteem de eerste schrede op den weg naar beroepsvoetbal in België; Het scheidsrechtersvraagstuk in Engeland en Holland; De „professional through-pass" van Kruyer en het doelpunt van Koper als gevolg. der het voordeel van de club dan dat van de spelers op het oog hebben Want de club krijgt door het betalen van een wedstrijdpremie meer aanbod van allerlei spelers en zal door overreding en onderhandsohe aanbieding trachten haar concurrenten de loef af te ste ken. Doch wat moet er gebeuren met die spelers, die niet voldoen of die blijken niet in het milieu te passen? En nu de tweede drijfveer: het falen van het nationale elftal. De meening doet opgeld dat, wanneer men er door invoering van hei vergoedingssysteem in slaagt, een tien- of twintigtal sterke club-elftallen te krijgen, men daaruit ten allen tijde een sterk natio naal team kan samenstellen. Het doel van het systeem is dus niets anders dan een poging tot concentratie der beschikbare spelers ten koste van 't clubverband en den bloei van den voetbalsport in alle gedeelten van het land Men speculeert op de handelskwaliteiten van de bestuurderen der groote clubs en op de slechte financieel omstandigheden en den nood der opkomende voetbaljeugd. „De vogelaar met zoet gefluit".... En is het succes van het nationale elftal toonaangevend? Heeft het, behalve propa gandistische waarde, nog eenig ander nut? Natuurliik .een ieder is verheugd, wanr.eer he' landselftal een fraaie overwinning behaalt Dat is voor een groot deel nationale trots en voor een klein gedeelte ijdelheid. We hebben er reeds dikwijls op gewezen, dat de manier, om het spelpeil over het geheele land geleidelijk te verbeteren, is, van onderer af aan de clubs alle mogelijke faciliteiten voor promotie te geven. Dit wekt het enthousiasme van de spelers, die zich voor de eer van hui- club zullen inspannen, steeds beter te spelen en een goed geheel te vormen. In dit verband is het interessant te wijzer op het succes van Ripperda, de kampioens club van den Haarlemschen Voetbalbond uit het vorige seizoen. Thans komt deze vereeni- ginig met dezelfde spelers in de vierde klasse van den K.N.V.B. uit en hun spel. alsmede de '•esultaten worden steeds beter. Hadden we hier in ons land ook het vergoedingssysteem dan zou het niet lang duren, of een eerste klasse club zou alras met verleidelijke aan biedingen aan de beste spelers komen en pro: fiteeren van het feit. dat velen van hen werk loos zijn. Gevolg: een vereeniging met een mooie toekomst en vriendschapsband als Rip perda gaat ten onder en de rest van de spelers die niet tot de uitblinkers behooren, geeft er de brul aan. Laat ons tenslotte eens kijken naar lander als Frankrijk en Italië. De Italianen hebber zolfs in hun nationaal elftalvijf Zuid- Amerikanen. waarvan er enkele reeds voor Argentinië speelden. Kan men waarde hech ten aan een overwinning, door zulk een team behaald? En in de Fransche clubs spelen Hongaren Duit.schers. Zwitsers. Roemenen. Zuid-Ameri- v-anen. Spanjaarden en ook een stuk of wat Franschen in clubverband. Let wel: in. club verband. Dat heet dar. tegenwoordig strijden voor de eer van de club en voor het nationale kampioenschap. Een dezer dagen zal in Engeland eer. verga dering gehouden worden van de ..Referees' Committee of the Football Association" ter bespreking van het vraagstuk van een alge- meenen standaard voor het rechtspreken. Dit is teekenend, want het simpele feit. dat het noodig is een dergelijk vraagstuk in be handeling te nemen, is een aanwijzing, dat er ook in Engeland aan de voetbalrechtspraak het een en ander hapert. Over het algemeen kan men zeggen, dat de referees in professio nal- en amateur-League voetbal voor hun taak berekend zijn. Meer en meer gaat men er toe over, den referees een practijk-examer af te nemen, waarbij vooral gelet wordt op hun geschiktheid voor dat ambt. d.w.z. of zij in staat zijn, een wedstrijd werkelijk te „lei den". Door de grondige voor-opleiding be hoeft men zich, wat de Engelsche fluitisten betreft, weinig zorgen te maken aangaande hun kennis van de spelregels en hun athleti- sche vaardigheid om een match met voldoen de uithoudingsvermogen van begin tot eind van nabij te kunnen volgen. Doch de hoofdzaak is. dat zij den geest van het spel aanvoelen en dat zij ook op belang rijke momenten in een gewichtigen en ener veerenden kamp te midden van een critisee- rend publiek de reacties van de spelers be grijpen en daarnaar recht spreken Men zou in Engeland gaarne zien, dat oud spelers met jarenlange practijk na het be ëindigen van hun voetballoopbaan de scheids- rechtersfluit hanteerden, doch de moeilijkheid is. dat de ex-prof. in de meeste gevallen zeer groote moeite heeft in zijn levensonderhoud te voorzien. En daar het hoogste weeksalaris van een Engelschen referee drie guineas (on geveer drie en twintig gulden) bedraagt, is dit geen aanmoediging genoeg om den oud-voet- Ier, die meestal een huisgezien te onderhou den heeft, te doen besluiten, zich voor de scheidsrechtersopleiding aan te melden. Maar als men in Engeland al niet geheel en al tevreden is over de voetbalrechtspraak. hoe moet het dan wel in ons land zijn? De tijden, dat een Willing. Meerum Terwogt, Tromp en Mutters den toon aangaven, zijn grootendeels voorbij en men kan gevoegelijk zeggen, dat de standaard sedert dien achteruit is gegaan. Men heeft thans terecht het besluit geno men. om arbiters, die een bepaalden leeftijd be reikt hebben, op non-activiteit te stellen, doch tegelijkertijd diene men voor capabele plaats vervangers te zorgen. Daarbij komt het er minder op aan. of deze remplacanten wel ge noeg jaren in lager voetbal hebben gefloten als wel of ze aan de hierboven gestelde eischer voldoen. En dit is helaas allerminst het ge val. Vooral dit seizoen kan men herhaaldelijk bii eerste klasse-matches scheidsrechters op merken, die. o? over te weinig uithoudings vermogen beschikken en het snel van uit hef middenveld volgen, of op appelleeren der spe lers fluiten, of den geest, van het reglement verkeerd aanvoelen, waarbij hun spelregel kennis dan nog buiten beschouwing blijft. Hef gevolg is ruw spel, beslissingen, waardoor de benadeelde partij gedupeerd wordt en niet geheel onpartijdig optreden van sommige grensrechters. Daarbii dient men te beden ken. dat deze eerste klasse matches waarliik niet de moeilijkste zijn. Er is veel meer kun de toe noodig om sommige dprde klasse wed strijden te leiden dan b.v. H.F.C, tegen R.C.H Het komt er slechts op aan, door middel van een practijk-examen die arbiters te vinden die evenais van Moorsel na korten tijd blijk ge ven de juiste man op de juiste plaats te zijn Met een onpartijdige examen-commissie, die zijn vak verstaat, moet het dan mogelijk zijn in korten tijd een aantal waarlijk bekwame fluitisten te vinden, zooals we er hier in Haarlem reeds hebben in Kotte. Boeree en Twisterling. om er slechts enkelen te noemen En laat men hen. die denken, dat ze het nu wel kennen, dan eens eenige derde klasse matches laten leiden. Een manoeuvre, die in Engelsch professio nal-voetbal geregeld en met succes wordt uit gevoerd, doch die in ons land zelden of nooit wordt toegepast, leidde Zondag 1.1. tot het derde doelpunt van H.F.C. Het is. wat men zou kunnen noemen, de professional through-pass die over de hoofden der verdedigers en over het hoofd van den inmiddels naar het vijan delijk doe! rennenden middenvoor wordt ge speeld, die den bal bij het neerkomen dus vrij voor de voeten krijgt. Kan een gewone through pass meestentijds verhinderd worden door het afdekken var. den speler, voor wier. hij be doeld is, zulks is met den bal door de luch- niet het geval mits hij snel wordt uitgevoerd en mits de speler in kwestie 'in dit geval de centre-forward) onmiddellijk naar voren loopt, als de boogbal den voet van zijn half back verlaat. Buitenspel staan is dan uitge sloten en de kans op een doelpunt zeer groot. Men zorge er echter zooveel mogelijk voor het leder iets ter ziide van den bedoelden speler, dus schuin vóór hem te doen neerko men, gelijk de H.F.C.-spil Kruyer dat voor Koper deed. ren van onze Cornet zingen zacht en we zijn beiden vol vertrouwen op de toekomst. Terwijl het Australische vasteland achter ons langzaam verdwijnt, ontdekken we. dat we in een mistbank terecht komen. Daar zou den we ons in het algemeen niet zoo héél druk over maken, maar men heeft ons ver teld, dat Melrose en Stodart ons tegemoet vliegen en in deze mist is er een kleine kans, adt we in botsing met hen komen. Ik besluit daarom te trachten boven de mist uit te stij gen. Dus laat ik de Cornet rijzen, tot de hoog temeter een 10.800 voet aanwijst en wij de mistbank beneden ons en de klare hemel boven ons hebben. Het zicht voor mij is goed, maar onder mij slecht. Nu en dan zien we een glimp van de zee. die merkwaardig kalm is. Om 9.20 voormiddags, twee uur nadat we Port Darwin verlaten hebben, passeeren we de Timorzee, waarna we de koers veranderen in de richting van het schoone Bali in Nederlandsch-Indië. Boven Insulinde. Het zicht is nu beter, het wordt mooi weer! Wij vliegen over Nederlandsch Oost-Indië, over Java en Sumatra, wat een kleurrijke na men! Prachtige eilanden zijn het, even in drukwekkend van de lucht uit als van den grond af gezien. We passeeren massa's eiland jes, sommigen zijn louter bergen, die uit zee oprijzen en dikwijls een hoogte van 12.000 voet bereiken. Terwijl we boven dit gebied vliegen, worden we geheel en al in beslag genomen door de schoonheid en de tallooze schakee ringen dezer kleurrijke natuur. De meesten der eilandjes zijn vulkanisch en als we naar be neden kijken kunnen we de uitgedoofde kra ters zien. Om 4.50 uur namiddags maakt C J me dui delijk, dat we de evenaar passeeren en in de beste stemming verrichten we met gebaren de gebruikelijke, welbekende ceremonie! Kort na vijf uur bemerken we, dat we Sin gapore dicht zijn genaderd en om 5.30 uur komt het Parijs der Maleische archipel" in zicht; eenige minuten later laat ik de Cornet dalen en een fraaie bocht beschrijven, een ge slaagde landing volgt en daar taxiën we al naar de groep autoriteiten toe, die voor de ontvangst aanwezig zijn. (Nadruk verboden). IBIS SHAG - LICHTE PI3PTABAK Rookt Dobbelmann's Tabak en géén andereI (Adv. Ingez. Med.) HANDBAL HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG. DAMES. HerculesSpartaan, A.T B.-terrein, 3 uur.- RapiditasConcordia H, v. Oosten de Bruyn straat, 10 1/2 uur. ConcordiaAalsmeer, Kleverlaan, 10 1/2 u. HEEREN OlympiaRapiditas. Aalsmeer, 11 uur. LijndenTurno, Halfweg, 2 uur. OdinConcordia, Aalsmeer, 11 uur. De spannendste dameswedstrijd wordt on getwijfeld ConcordiaAalsmeer. Een kleine Concord ia:-zege lijkt o.i. geen onmogelijkheid. Rapiditas zal haar overwinningenreeks wel voortzetten, terwijl Hercules haar zooveelste nederlaag wel te pakken zal krijgen. Bij de heeren zal Rapiditas de punten uit Aalsmeer wel weten te veroveren. Concordia heeft een zeer iastigen uitwedstrijd, daar Odin revanche wil nemen voor de vorige 32 ne derlaag tegen Concordia te Haarlem. Lijnden I moet ook oppassen voor Turno, dat thans een leidende rol gaat spelen. SCHAKEN HEEMSTEEDSCHE SCHAAKCLUB SLAAT „WEENINK". De beide eerste tientallen van de Heemsteed- sche Schaakclub en de schaakclub „Weenink" uit Beverwijk ontmoetten elkaar voor de com petitie van den Noord-Hollandschen Hchaak- bond met als resultaat, dat Heemstede I met 6 1/23 1/2 won, „Weenink" telde aan de twee laagste borden invallers, waardoor de Bever- wijksche ploeg beduidend was verzwakt. Aan de bovenste borden werd ingespannen ge speeld; eerst laat in den avond kwamen de eerste beslissingen. Aan het tweede, derde, zesde en zevende bord moesten zeer ingewikkelde eindspelen tot het einde worden gebracht waarin de Heemstede spelers beter thuis waren. Het vier de bord ging alleen zeer gedecideerd voor Heemstede verloren, aangezien een achter stand van twee stukken ontstond. Aan het negende en tiende bord kreeg Weenink stuk achterstand. die beslissend bleek Het eerste bord bracht een interessanten strijd tusschen Zoontjes en F. Mlnnema, waarbij beide spe lers last met hun tijd kregen, doch zich niet temin tegen eikaar konden handhaven in een remise-stelling. De gedetailleerde uitslag luidt: „Weenink" Beverwijk: Heemstede I: 1. F. Minnema—J. Zoontjes 1/2—1 2 2. J. Korringa—V. Ph. v. d. Kolk 1—o 3. M. P. Hulshoff Pol—C. Henneman 1/2—12 0—1 1—0 0—1 1-0 1/2—1 2 1-0 1—0 4. H. C. Luiting—Ph. Bakker 5. J. SteenkenK, Slinger 6. H. TuinderG. Ettema 7. W. A. de TelloG. van Lent 8. H. van KeulenH. van Lent 9 D. Voorting—N. Nymen 10. F. C. KuykenJ. Dalmeyer 6 1/2—3 1/3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 11