VOOR DE VROUW
DE VROUW IN DE XXe EEUW.
KEUKENGEHEIMEN.
WEEKNIEUWS
ABR. MEIJER
n
DONDERDAG 15 NOVEMBER 1934
H A A R L' E M'S DAGBLAD
8
\v<2>
lp0.
Een winterseizoen zonder bont is in de
mode ondenkbaar. Het komt alleeil maar aan
op het meer of minder. Dit seizoen staat in
het teeken van het mindere.
Oorspronkelijk was bont bedoeld om te ver
warmen. Tegenwoordig veroorlooft madame
Mode dat nog slecht af en toe, als ze bont
bijvoorbeeld verwerkt tot een losse kraag met
een bijpassende mof. Of tot een groote pun
tige kraag en opgestikte zakken van bont, of
tot randen bont, die langs de kraag van stof
genaaid worden met een bijpassende cein
tuur.
De andere bontgarneering is alleen maar
decoratie en heeft met het oorspronkelijke
doel niets meer te maken.
Of zou U willen beweren, dat de bontgar
neering aan de avondjapon bedoeld is om de
draagster te verwarmen?
Of de garneering aan de bovenmouw van
de middagjaponnetjes? Heel aardig is de
heele bovenmouw van bont op de namiddag-
mantel.
Vele handschoenen hebben kappen van
bont. Een andere nieuwigheid is om hand
schoenen te dragen met een bovenkant en
ingezette duim van bont( meestal astrakan)
en een onderkant van hetzelfde materiaal,
waarvan het toilet is vervaardigd.
Zoo ziet U, dat bont. al is het slechts in
kleine hoeveelheden, toch een groote rol zal
spelen in de mode van het winterseizoen.
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
No. 501: aardig eenvoudig jurkje van
wollen stof, gegarneerd met biezen van an
dere stof. Benoodigd materiaal: 3 meter van
130 centimeter breedte en voor de garnee
ring: 25 centimeter. Prijs van het patroon:
0.50 ct. per stuk.
No. 502: mooie gedistingeerde japon van
donkere stof, gegarneerd met een vest en
mouwkapjes van wit satijn. Benoodigd ma
teriaal 3 meter donkere stof van 130 centi
meter breedte en 50 c.m satijn. Prijs van het
patroon: 0.50 ct. per stuk.
No. 503: jonge-damesjurk van donker
blauwe stof. Sportief model; de garneering
bestaat uit een kraagje en manchetjes van
wit piqué. Benoodigd materiaal: 3 meter van
130 c.M. breedte en 50 c.m. piqué. Prijs van
patroon: 0.5Ö ct. per stuk
No. 504: grappige japon van lichte wollen
stof met aparte garneering. Deze garneering
bestaat uit strikken van gekleurde zijde in
een contrasteerende kleur. Benoodigd mate
riaal: 3 meter stof van 130 centimeter
breedte en 50 centimeter gekleurde zijde.
Deze partronen zijn in alle maten tegen de
aangegeven prijzen te verkrijgen bij de
„Afdeeling Knippatronen" van de Uit-
gevensmaatschappij: De Mijlpaal", postbox
175, Amersfoort.
Toezending zal geschieden na ontvangst
van het bedrag, dat kan worden voldaan per
postwissel, in postzegels of wel per postgiro
41632.
Den lezeres wordt vriendelijk verzocht bij
bestelling duidelijk het nummer van het ver
langde patroon en tevens de gewenschte
maat, d.w.z. boven, taille, heupwijdte enz., te
vermelden. Gelieve verder naam en adres
goed op te geven. Men voorkomt daardoor on-
noodige vertraging in de opsturing.
DE STOOMBOOT UIT SPANJE.
Het kleine meisje heeft een paar Sinter
klaasliedjes voor de schoorsteen gezongen,
toen haar schoentje bedrijvig te voorschijn
gehaald, er een korst brood in gedaan
eigenlijk hoorde er stroo bij, maar dat had
moeder niet, dus nu moet het maar zonder
en dit aanlokkelijke maal voor het paard
van Sinterklaas klaargezet. Haai- oudere zusje
heeft er wat supérieur om gelachen, maar
nu blijkt dat vader en moeder geneigd zijn
om het brood in het schoentje te verwisse
len voor iets lekkers, vindt ze dat ze toch
maar in de buurt moet blijven, en van de
noodige belangstelling blijk geven.
„Zet jij dan ook je schoen klaar", raadt
moeder aan, „misschien komt er wel wat in".
Nee maar, stel je voor, zoo'n groot school
gaand meisje als zij is, en dan haar schoen
klaarzetten! Alsof zij nog aan Sinterklaas
zou gelooven, dat is toch al te gek.
Maar het lekkers opgeven dat je krijgen
kunt, al is het dan ook op die „kinderachtige"
manier, is toch ook wel wat veel gevergd.
Ze probeert vader en moeder over te halen
om het haar zóó te geven, het komt immers
toch op hetzelfde neer.
Voor" een dergelijke moeilijkheid zien som
mige kinderen boven acht jaar zich geplaatst,
want de kans op lekkers laat je toch maar
niet voor voorbijgaan, terwijl het kind aan
den anderen kant niet geneigd is te schippe
ren en maar te doen alsof het nog klein is,
terwijl het zoo dolgraag groot wil zijn.
Er zijn ouders die tegen beter weten in de
kinderen klein willen houden en ze dwingen
aan Sinterklaas te blijven gelooven door te
doen alsof zij zelf het sprookje als waarheid
zien, en door alleen op die wijze lekkers en
cadeautjes in het vooruitzicht te stellen
Het gevolg hiervan is dat de kinderen zich
wijzer voelen dan de ouders, of opstandig
worden tegen dit gezag dat hun stelselmatig
bij de kleintjes rangschikt, hoe goed de be
doelingen hierbij ook mogen zijn
Veel ardiger wordt het, wanneer het oud
ste broertje of zusje, dat aan het Sinter
klaassprookje is ontgroeid, door vader en
moeder in de geheimzinnigheden der volwas
senen wordt betrokken, teneinde het bestaan
van den „goed heiligman" bij de kleintjes te
laten voortleven. Gewichtig voelt de oudste
zich dan bovenmatig, en het is meer dan leuk
om te zien hoe ijverig hij meehelpt om de
jongere broertjes en zusjes in hun waan te
laten.
Soms gaat die ijver zelfs weieens zoo ver,
dat het jongere kind al spoedig bemerkt, dat
er met dien Sinterklaas iets niet heeelemaal
klopt, en zoo'n klein wantrouwen is meestal
wel voldoende om het sprookje op de vlucht
te jagen. Want er zijn altijd andere kinderen
die wijzer zijn en die het maar wat prach
tig vinden om die wijsheid te luchten.
Nu is het op zichzelf zoo erg niet, dat het
geloof aan Sinterklaas verjaagd is, dat schept
weer nieuwe geheimzinnigheden die niets
minder aanlokkelijk zijn dan de oude, en die
zeker een grootere opvoedkundige waarde
hebben. Het gaat er nu niet meer alleen om,
cadeautjes te krijgen, het wordt ook:
cadeautjes geven, verrassingen bedenken,
plannetjes uitvoeren die op het genoegen van
anderen zijn gericht, moeite ervoor over heb
ben om anderen te verrassen. En daardoor
komt het prettige van „geven" in den ge
zichtskring van het kind, dat totnutoe vrij
wel geheel op „nemen" as gericht geweest.
Er zijn ouders die het sprookje van Sinter
klaas principieel niet aan hun kinderen ver
tellen, en die het ook wanneer zij er van
anderen over hooren, als een verdichtseltje
bestempelen. Misschien is dit voor overgevoe
lige kinderen met een rijke fantasie wel goed:
Sinterklaas met het paard dat 's nachts over
t dak rijdt en vooral Piet met den zak kun
nen heel wat angst veroorzaken. Als o'e
ouders er dan verder nog slag van hebben om
het feest als iets heel bijzonders te vieren,
zal geen kind het gemis voelen van het
sprookje.
De meeste kinderen zullen het sprookje
echter, mits het zonnig en vroolijk wordt ver
teld, als iets heel prettigs willen aannemen en
dan is de aantrekkelijke gedachte van dezen
kindervriend bij uitstek voor het kleine kin
derverstand toch wel erg vertrouwenwekkend.
Om echter vooral Piet met den zak als boe
man te gebruiken bij ongehoorzame kinderen
is natuurlijk geheel uit den booze; bovendien
maakt dit een grooten indruk op het kind,
en omdat het vroeg of laat toch hoor'en
zal, dat het maar een verhaaltje is, boet het
dan zeker wat van het vertrouwen voor de
volwassenen in.
E. E. J—P.
KRUIMPJES.
Air kan men het geluk niet koopen, ge
schonken wordt het niemand.
De tijd heelt wonden; maar menigeen be
leeft de genezing niet meer.
De tandenborstel. Men beweert dat het
gebruik van een tandenborstel reeds meer dan
150 jaar oud is.
Chocoladeborstplaat: 3 ons witte suiker, 2
ons basterdsuiker, 1 d.L. melk, 1 eetlepel ca
caopoeder, 1 eetlepel boter.
Roer de witte basterdsuiker met de cacao
poeder door elkaar, voeg demelk en de boter
toe en breng alles tezamen aan de kook, laat
het 10 minuten heel zacht doorkoken. Neem
de pan van het vuur, klop de massa totdat zij
dik begint te worden, vul dan snel de met koud
water afgespoelde borstplaatringen, die op
een velletje boterhampapier of op een koele
aanrecht zijn geplaatst. Zet de ringen na
enkele minuten rechtop, zoodat de borstplaat
goed bekoelen kan. Neem de borstplaat uit de
ringen, wanneer ze geheel koud is, waard ooi-
de kans op breken zeer klein is. Gebruik des-
verkiezende als vulling voor een chocolade
borstplaat 25 gr. gemalen hazelnoten, aman
delen, walnoten of een mengsel hiervan.
C. Pv
BIJ DEN TANDARTS
Klein meisje moet een gang naar den
tandarts ondernemen en moeder gaat mee.
Als troost geldt dat ook zij onder het mes
moet.
Pijn heeft het kind niet en het heeft ook
geen pijn gehad aan het tandje waarvoor
ze deze tocht moet maken. Moeder vindt
dat het tandje scheef groeit.
Als de huisbel overgaat, houdt het kleintje
moeders hand krampachtig vast en wan
neer ze dan, na het lange wachten, in de
stoel zit, dan stijgt haar angst onrustba
rend.
„We zullen een kies moeten uittrekken, dan
krijgt ze meer ruimte voor de tanden", zegt
de gevreesde.
„Nee", roept het domme ding, „dat wil ik
niet, neemt u dan mijn moeder alleen als
die bepaald wil!"
ELISABETH M. PALIES.
GROOTE HOUTSTRAAT 16
oe dikwijls hooren we over
koude voeten klagenWaar
om probeert U toch niet
eens WOLLEN ONDER-
KOUSEN, om het kwaad
te verhelpen? U krijgt lek
ker warme voeten en met
een zijden kous er over
heen, ziet U werkelijk niets
van de onderkous. Ook een
lijne wollen kous misstaat
niet. Wij kunnen U een
mooie collectie laten zien
in wol en wol met zijde.
Ook in Heerensokken zijn
wij buitengewoon goed ge
sorteerd. Lage prijzen en
daarbij:
ABR. M EU ER-
KWALITEIT
(Adv. Ingez. Med.)
(Adv. Ingez. Med.)
KLEINE WENKEN.
Het !s niet zoo erg, moeders, wanneer jon
gens epns onder elkaar vechten. Dat is zoo
wel geestelijk als lichamelijk gezond. Help
hen niet en haal hen ook niet uit elkaar. Uw
jongen zal dan door zijn vriendjes uitgelachen
worden. Beklaag hem ook niet te veel. als ze
eens een flink pak slaag van een anderen
jongen hebben gehad. Meestal was daar wel
reden toe.
Op alle manieren is Indië dichter tot Ne
derland gekomen. En. wat vroeger een uit
zondering bleef, de Nederlandsche van mid
delbaren leeftijd, die eenige maanden voor
haar genoegen naar Oost of West trok, klinkt
nu meer gewoon. Het was een dergelijke ple-
zierreizigster, die ons kort geleden onthaalde
op haar reisindrukken. Zij uitte vóór alles de
voldoening, dat zij het schoone land had
aanschouwd, waar, bij den aanblik van de
met groen begroeide bergtoppen, de volle be-
teekenis van den „Gordel van smaragd" tot
haar sprak. Toch besefte zij, ondanks de
prachtige natuur, de moeilijkheden der vrou
wen, die hier haar mooiste jaren doorbren
gen, veel moeten mi9sen en in deze tijden van
bezuiniging een buitengewoon zware taak
hebben, ook al erkennen zij dankbaar de aan
winst van radio, vliegpost en telefoon met het
moederland.
Indien het waar is dat in Nederland bezui
nigen lastig is, zij had begrepen, dat het in
Indië bijna onmogelijk is, omdat men zich
daar nooit geheel kan onttrekken aan zekere
officieele en officieuze verplichtingen.. Wel
wordt er minder ontvangen, maar men ver
wacht toch van de menschen van een be
paalde positie, ondanks de korting op hun in
komen en het ontbreken van representatie
gelden, enkele vormen van gastvrijheid, welke
moeten leiden tot het houde.n van een groot
huis met het noodige personeel.
Onze zegsvrouw erkende dan ook ten volle
de waarde van de goede huisvrouw in Indië en
ze had opgemberkt, dat de echtgenooten even
eens deze juweelen wist te waardeeren.
Zij was vervuld van bewondering voor de
vrouwtjes op buitenposten, die met weinig
middelen een goed dinertje wisten te geven
en die degelijk op de hoogte bleken te zijn van
de literatuur, dank zij de welvoorziene lees
trommel waarvan de inhoud met zorg was
verwerkt. Zij was uiterst dankbaar voor de
Indische gulle gastvrijheid, welke zich zoo
menigmaal uitte in het aanbieden van een
auto voor een verren tocht. Zij had enkel
lof voor de hartelijkheid van vele Indovrou-
wen en behield warme sympathie voor de in-
iandsche bevolking, die. zoo zij in ander tem
po werkt, zooals het klimaat het eischt, toch
maar geregeld in actie is zelfs Zondag geen
vacantie en als men haar eigenaardig-
heden wil begrijpen, in vele opzichten zeer
De Vrouw in Indië.
bruikbaar is en zich onderscheidt door bij
zondere beschaving, Zij was enthousiast over
de gemakkelijkheid, waarmede in Indië liet
waschvraagstuk goedkoop en doelmatig is op
gelost, zoodat men als gast bij particulieren
en in hotels in dit opzicht geregeld geholpen
is, zonder bang te moeten zijn, last te ver
oorzaken.
Zij bewonderde, wat in Indië op hygiënisch
gebied is gedaan, maar vreesde, dat de bezui
niging wel tot stilstand zou doemen, wat zou
gelijkstaan met verlies van veel, wat met
hooge kosten en bijzondere toewijding werd
tot stand gebracht.
De schaduwzijde van Indië? Voor haaro.a.
dit, dat onen er de oudere generatie geheel
mist: de ervarenen met hun tradities, die
temperend werken op de jeugd, mild in hun
oordeel, bereid met hun ondervinding te ra
den en te helpen. Hun gunstige invloed ont
breekt!
Zij vond het een bezwaar, dat over het al
gemeen de vrouw in Indië veel vrijen tijd
heeft, haar taak is immers enkel contrölee-
rend en zij wees er op, dat het maatschappe
lijk werk er wordt bemoeilijkt door het voort
durend veranderen van standplaats, waar
onder een goede samenwerking zoo lijdt. Wel
zijn de huisvrouwenvereenigingen met vuur
begonnen en hebben dadelijk een goed werk
gedaan door den strijd aan te binden tegen
het verderfelijk bonstelsel, dat zoo is gegroeid
uit de omstanligheden en zoo heeft geleid tot
schuldenmaken dat het haast onmogelijk
schijnt het den kop in te drukken. Ook op het
gebied van inkoopen doen deze vereenigin-
gen uitstekend werk, want verbetering is hier
zeer noodig. Zelfs in de groote plaatsen was
zij teleurgesteld door de gebrekkige voorra
den, een gevolg van het snel bederven door
insectenplaag en klimaat. Van de pogingen
met voorschot aan het personeel te breken
verwachtte zij voorloopig weinig heil, gegeven
den aard van den inlander. En of de huisvrou
wenvereenigingen toekomst hebben, durfde
zij niet te voorspellen, alles hangt af van de
personen, die ze leiden. Van vrouwen van in
vloed kan zooveel uitgaan. Dit ook wat be
treft de tegemoetkoming jegens de ongehuw
de, alleenstaande werkende vrouw, wier po
litie steeds moeilijker wordt en die daarbij
heeft de puzzle van het woningvraagstuk. In
een hotel zal zij met de voorgalerij als ont
vangkamer weinig vrijheid genieten. In eigen
huisje drukt haar de huishoudelijke taak,
paviljoen en pension hebben weer andere
bezwaren. Een thuis, waar zij eens kan aan
kloppen, een moederlijke vrouw, bij wie zij
zich kan uitspreken is voor haar veel waard.
Voor de moeder in Indië blijft het afscheid
van het kind, dat in Holland moet afstudee-
ren de eeuwige tragedie welke wel nooit ge
heel zal zijn te vermijden; al maakt het on
derwijs in Indië vorderingen, toch zal men er
in de school nooit hetzelfde kunnen bereiken
als in het moederland, omdat de voortduren
de wisseling van personeel en leerlingen een
belemmering vormt. Onder de grieven van
onze plezierreizigster tegen de Indische sa
menleving stond vooraan die tegen de drink
gewoonte, welke nog niet geheel is uitge
roeid en h.i. in de hand wordt gewerkt door
twee gebruiken, welke best zouden kunnen
verdwijnen, nl. het overmatig lang bijeenzijn
voordat het diner aanvangt, zoodat wel een
paar uur wordt gedronken, voodat men aan
tafel gaat; en 2o het „rondjesgeven", waarbij
ieder zijn beurt krijgt, zoodat er geen einde
aan komt. Zou de een den eenen dag en de
ander den anderen dag tracteeren, dan zou
men matiger kunnen zijn en men kon ook
wel ieder voor zichzelf zorgen en daardoor ko
men tot minder drinken, wat uit een oogpunt
van bezuiniging en gezondheid verkieslijk
zou zijn. Verder is er in Indië nog altijd het
boven den stand leven, dat met het bonstelsel
voor heel wat ellende verantwoordelijk is.
Het gaan in de koelte heeft zijn voordeelen
maar brengt wel onrust, is wellicht mede
schuld aan de vele echtscheidingen.
Tenslotte legde onze zegsvrouw den nadruk
op de wenschelijkheid, dat de vrouw wel
voorbereid naar Indië gaat. Zelf had zij veel
partij getrokken van haar bezoek aan de ko
loniale school voor Vrouwen en Meisjes in
Den Haag, die haar liet vertrekken met zoo
veel practisehe werken, dat zij het voor een
deel daaraan meende te danken, dat zij hee-
lemaal niet ziek was geweest, dadelijk het kli
maat had verdragen en degelijk was gewa
pend tegen de insecten. Juiste kennis van de
hygiëne beteekent h.i. zoo veel voor de vrouw
die niet gewend is aan het tropisch klimaat
en de bijzondere hygiënische eischen, welke
het stelt.
Zoo verliet zij Indië met een hart, dat warm
klopte voor het schoone land, waarover zoo
verschillend wordt geoordeeld, toch dankbaar,
dat het moederland haar wachtte. Wij ho
pen, dat deze opbouwende critïek andere vrou
wen, die langer in Indië moeten blijven van
nut kan zijn, in het belang van haarzelf en
van haar medemenschen in Indië.
EMMY J. B.
De vorige keer hadden we het over plicht.
In verband daarmee zou ik dan nu wel iets
willen, zeggen over „recht". Immers recht en
plicht zijn twee begrippen die nogal eens in
verband met elkaar genoemd worden.
In heel veel huisgezinnen hebben juist de
jongste leden van dat gezin de meeste rechten.
Waarom? Nu ja, omdat ze klein en hulpeloos
zijn recht hebben op onze bescherming.
Maar dikwijls ziet de moeder het kind te lang
voor hulpeloos aan, dikwijls moest het kind al
lang plichten hebben als het nog alleen maar
rechten krijgt.
Eddie gaat 's avonds om zeven uur naar bed
en is 's morgens om zes uur al klaar wakker.
Dan maakt hij van zijn bed een spoortrein,
hij fluit als de conducteur, hij gilt als de lo
comotief. Vader is pas om twaalf uur naar bed
gegaan, vader zou nog wel graag wat willen
slapen. Maar ja, dat gaat nu niet; toen Eddie
een baby was maakte hij hem ook dikwijls
's morgens vroeg wakker door zijn gekraai,
daar was ook niets aan te doen, je kan een
kind nu eenmaal niet het zwijgen opleggen;
het is Eddie's goed recht zijn levendigheid te
uiten. Ja, toen hij een baby was, maar nu
is hij zes. Zou hij nu niet iets kunnen begrij
pen van het recht van den ander, in dit ge
val van vader die straks weer een heelen dag
hard werken moet? En zou hij daardoor niet
zijn plicht om te zwijgen kunnen beseffen?
Eddie heeft verder het recht den halven
morgen over zijn ontbijt te doen wat erg lastig
is voor het meisje dat de kamer een beurt
moet geven. Hij heeft het recht rommel te
maken, het hoogste woord te voeren tegen het
bezoek van moeder en 's avonds vader van zijn
werk af te houden.
„Een kind mag je nog niet aan banden leg
gen", zegt moeder, „het is al erg genoeg dat
je je later zoo moet laten knechten".
Je laten knechten. Ja, dat is zeker een van
de ergste dingen die er bestaan. En er is
groote kans dat dat eens met de verwende kin
deren gebeuren zal, kinderen die niet hebben
geleerd zich uit vrijen wil te schikken naar
de behoeften van anderen. Die worden door
de maatschappij tot dat plooien en schikken
gedwongen, dat worden de echte knechten,
die met haat bezield zijn tegen hen die boven
hen staan.
Heeft u wel eens opgemerkt hoe al die be
roepsontevredenen altijd spreken over „hun
recht", maar nooit over „hun plicht"? Ze heb
ben nooit verstaan dat recht en plicht in el
kaar grijpen.
Krijgt iemand die zijn plicht doet dan ook
zijn recht? Naar menschelijke berekening zeer
zelden. Maar we moeten toch in ieder geval
beginnen met onzen plicht te doen, willen we
recht kunnen vraten of eischen. En dat wordt
maar al te vaak vergeten. Dat verkeerde idee
van wel rechten maar geen plichten wordt het
verwende kind met den paplepel ingegoten.
Het maakt een ontevreden mensch van hem,
een die steeds eischt en. niet weet te geven,
een die alles verlangt van anderen en zelf
nooit luistert naar het verlangen van anderen
Het is daarom niet voor bestwil van net kind
het met enkel rechten op te laten groeien. Ook
in dit opzicht moet het voorbereid worden op
de maatschappij. Een maatschappij waarin we
om te beginnen onzen plicht moeten doen.
Dan pas kunnen we naar recht vragen En
krijgen we dat recht niet, dan zullen we toch
nooit zoo ontevreden zijn als zij die van men
schelijke plichten niets af weten. Want in het
doen van wat we meenen te moeten doen Hrt
al een voldoening die de plichtloozen 'niet
kennen.
Waar hebben we tenslotte recht op? Niet
makkelijk uit te maken; de een is met veel
minder tevreden dan den ander. Leer het kind
met weinig tevreden zijn: leer hem ziin rech
ten laag en zijn plichten hoog te stellen.
BEP OTTEN.
Een eigenaardige bewaarplaats. In een
der New-Yorksche ziekenhuizen is onlangs
iemand geopereerd, die ruim 15 jaar met een
stuk van een mes in zijn hoofd heeft rondge-
loopen. De patient zelf had er niets van ge
weten en er ook nooit last van gehad.