LITTERAIRE KANTTEEKENINCEN. ENGLISH T andarts A. Haije T. HORST DONDERDAG 15 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 13 HETTOONEEL. KUNSTKRING „HET SCHOUWSPEL" Vereenigde Schouwspelers. SONNA. Voor de leden van den Kunstkring „Het Schouwspel'' heeft het gezelschap van Pierre Mols gisterenavond in den Schouwburg aan den Jansweg een voorstelling gegeven van Sonna, het Indische tooneelspel, dat Jan Fa bricius indertijd voor het 25-jarig jubileum van Alida Tartaud-Klein heeft geschreven. In Sonna behandelt Fabricius het conflict tusschen den Europeeschen vader en de „In- landsche" moeder, op het oogenblik dat zij, verstooten door den Europeaan, haar kind aan den Westerling moet afstaan. Er zijn vele Hollanders in Indië, die van meening zijn, dat dit niet zulk een tragedie is, als Fabricius ons wil doen gelooven. Fabricius is van een ander inzicht en ziet wel degelijk de tragiek van dit wreedaardig afscheuren van een kind van zijn moeder. Wel is waar geeft ook hij in Sonna niet het type van de Inlandsche moeder.Zij is ee n In landsche moeder en wie zou durven volhou den, dat er ook niet Inlandsche vrouwen zijn, die de hoogere moederliefde kennen, zooals wij die verstaan. Men moet er het boek van Raden Kartini maar eens op nalezen. Dat Fa bricius in Sonna trouwens meer een uitzon dering dan een algemeen type ziet, bewijst hij door van Sonna een vrouw van vorstelijken bloede te maken, een persoontje dus van fij ner aanleg en hoogere beschaving dan de ge wone Inlandsche concubine. Het is voor een Europeaan altijd zeer moei lijk zich in het denken en voelen van den Oosterling te verplaatsen. Wij staan zoo ver van hen af. De meest oppervlakkige, cynische en ruwe Hollanders zijn doorgaans het vlugst met hun oordeel: „dat doet een Inlander niet!" Ik. die het voorrecht heb gehad, een fijn, be schaafd Javaan van vorstelijken bloede een jaar lang in mijn naaste omgeving te mogen hebben, ik heb in dat jaar geleerd, hoe wij. Europeanen, ons kunnen vergissen met dat meestal laatdunkende: „Zoo denkt en voelt een Javaan niet!" Wat een Javaan denkt en voelt weten wij, Europeanen, doorgaans niet, om dat hij zich voor ons bijna altijd verbergt. Ik zou dan ook niet gaarne durven beweren, dat er in Indië geen Sonna's zijn. Wel ver moed ik voor zoover ik de Javanen en Soendanezen ken dat Sonna in het laatste bedrijf te veel Europeesch voelt en denkt, zie ik in Sonna nu en dan de geestelijke dochter van den Europeaan Fabricius. Maar geheel zeker ben ik daarvan toch ook weer niet. Ik heb in mijn omgang met den Javaan zoo dik wijls bemerkt, dat ik mij schromelijk in hem vergiste. Wie zegt mij, dat ik het ook in Sonna niet doe? Er komen in Sonna eenige prachtige tooneelen voor, die behoQren ,tot liet £>este en ook het innigste, dat Fabricius geschreven heeft. Hoe ontroerend bijvoorbeeld is in zijn sobere behandeling dat tooneel, als Sonna haar kind weer ziet en Njo niet weet, wie zijn moeder is: Sonna of Niti, de lijfmeid. Van welk een groote werking is de scène, wanneer Sonna bij haar kind neerknielt en haar vingers tas tend gaan over dat teere, kleine lichaam, dat zij zoo lang heeft gemist. Door deze aangrij pende uiting van moederliefde wordt het ver driet, dat de Europeaan haar later aandoet, des te tragischer en hardvochtiger. En hoe zuiver „Inlandsch" gedacht is Sonna in dat tooneeltje, als zij Njo de wajangpoppen, die hij vroeger zoo mooi vond, toont en zij be merkt, dat hij nu ouder geworden daar niets meer voor voelt. Voor eiken Javaan zijn de wajangpoppen iets hoogers, iets heiligs bijna, voor Njo zijn zeniets. Die ontdek king is voor de moeder het pijnlijkst, omdat zij dan eerst voelt, hoe zeer haar kind van haar vervreemd is. Dat was van Fabricius een prachtige vondst. Fabricius heeft 'Sonna met groote liefde be handeld en toont zich ook in dit drama een knap tooneelschrijver. Mij persoonlijk is Sonna liever dar. vele zijner successtukken zooals Dolle Hans. De Rechte Lijn en Onder één Dak. omdat Fabricius in Sonna veel objectiever is geweest en al te sterke, theatrale effecten heeft vermeden. Onder leiding van Pierre Mols hebben de Ver. Schouwspelers van dit niet gemakkelijk te spelen stuk een over het geheel zeer goede voorstelling gegeven. De Indische sfeer was zoowel in dit voor Sonna expres geschilderde décor als in de opvoering. Misschien had het spel op sommige momenten althans in m door Mols wat sterker aangezet kunnen worden, maar dan was er allicht een te thea traal en melo-dramatisch effect door ont staan, wat niet in de bedoeling van Fabricius heeft gelegen. Inoto Katisha bracht het land-eigene voor de rol van Niti uit zich zelf mede. Voor me vrouw Enny Mols-de Leeuwe was dit in de rol van Sonna een handicap, omdat we nu te sterker voelden, dat naast Inoto Katisha een Europeesche vrouw een Soendaneesche speelde, doch het niet volkomen was. Ondanks dit bezwaar heeft mevrouw Mols de zeer moeilijke rol fijnzinnig gespeeld en wa, er zeer zeker sfeer om haar heen. En drama tisch kreeg de rol ondanks de ingetogen heid. welke het „ras" deze Soendaneesche Butterfly oplegde volkomen haar deel. vooral in de ontroerend gespeelde tooneelen met Njo. Inoto Katisha trof vooral door de zuiverheid van uitbeelding, meer en dat was heel natuurlijk voor een Oostersche dan door sterke actie. Het spel van Pierre Mols bleef als van Vel- zen heel den avond uiterst sober en hij maak te dezen kapitein daardoor terecht zoo weinig mogelijk antipathiek. Toch zou er naar mijn meening in het derde bedrijf meer uit deze rol te halen zijn geweest. Alex Frank speelde den assistent-resident met prettig- warm accent. Een merkwaardig goede travesti zagen wij van Truusje Bakker, die als Njo niet alleer een jongen maar ook een half-bloed was Haar intonaties waren aldoor heel zuiver en het was voor een belangriik deel ook aan haar te danken, dat de tooneeltjes tusschen Sonn? en haar zoon zoo uitstekend slaagden. Jan Boon maakte van Matuparisa wel ietc grappigs, maar een Amboinees was hij niet En ook Emile Kellenaers kon ons als Arie Pra- woro niet van zijn Soendaneesch ras overtui gen. Maar ik erken, dat ik biina nog nooit een Europeaan een „Inlander" zuiver heb zien uitbeelden. Dit schijnt een te moeilijke op dracht te zijn. De zeer volle zaal heeft het den spelers niet aan applaus laten ontbreken. Vooral aan het slot was het publiek warm gestemd en liet het 't doek vijf maal omhoog gaan. Op Zondag 25 November treden de Schouwspelers voor de tweede maal voor den kunstkring Het Schouwspel met Sonna in den schouw burg aan den Jansweg op. J. B. SCHUIL. MUZIEK. DIE SPAERNE-SANCHERS. Een concert van die Spaerne-Sanghers, met Rotte's Mannenkoor en Haarlem's Vrouwen koor als medewerkenden: ziedaar een avond van geneugt voor de liefhebbers van den a-cappella-koorzang. Beurtelings heeft men de prestaties van gastheeren en gasten kunnen bewonderen en voor zoover men wilde ook kunnen vergelijken. Vergelijkend te refereeren ligt echter niet in mijn bedoeling, want het concert was geen concours. En wanneer ik dan begin met het prachtige materiaal,' het mooie klankevenwicht en de buitengewoon diepe bassen van het Rot- terdamsche koor te prijzen, ligt daar geen achterstellen van onze Haarlemsche zangers in besloten. Het wil slechts zeggen dat de koor zang der gasten op een hoog peil stond; er mag nog bijgevoegd worden dat de zuiverheid hunner intonatie slechts een wijle, nl. in een der strofen van het zeer moeilijke „Winter - spook" van Willem Landré, in gevaar kwam. Maar zij konden zelfs het geheel op uiterlijk effect berekende „Zegepraal" van Brandts Buys aannemelijk maken en dat zegt heel wat ten aanzien van een werk, dat elk spoor van melodische vinding mist, doch rijk is aan die manieren welke Joh. Wagenaar in zijn „Ode aan de Vriendschap" zoo geestig geparodieerd heeft. De pittige voordracht en de zuivere sa menzang verhieven twee andere werkjes: .Serenade" van Demeny en „Kapitan und Leutenant" van Heinrichs van muzikale nie mendalletjes tot koortjes, die 't aanhooren tot een genoegen maakten. De dirigent Bernard Diamant werd inzonderheid na de uitvoering van zijn „Psalm 68" gehuldigd. Behalve de zooeven genoemde twee koortjes waren alle programmanummers van de hand van NederlandSche componisten. Van Willem Landré werd door de Spaerne-Sanghers diens „Het Hazegrauwt" weer gezongen. Hei is een zeer sombere compositie, en, eerlijk gezegd, is het mij nog niet duidelijk geworden, hoe Ge- zelle's gedicht tot verklanking door mannen koor kan opwekken. Ook met het „Kerstlied" van Bernard Diamant is dit het geval. Zoo'n zoet wiegeliedeken, door honderd of meer mannenkelen te doen zingen wil er bij mij niet goed in. Maar de Spaerne-Sanghers eerden den Rotterdamschen dirigent er mee en hij moest op het podium komen om de hulde in ont vangst te nemen, hetgeen Willem Landré twee maal te beurt viel. Lieven Duvosel kwam weer met een nieuwe bekroonde compositie: „Zo mer", op een tekst van Adama van Scheltema, voor den dag. Dit werk toont weer den bekwa men contrapuntist, en stelt het uitvoerende koor voor moeilijkheden, die zonder een steu nende begeleiding nauwlijks te overwinnen zijn. De Spaerne-Sanghers hebben er zich dapper en met eere doorheen geslagen, maar kwamen er toch niet geheel ongedeerd af. Dat zij overigens tegen heel wat opgewassen zijn bewees de uitvoering van het zeer moeilijke, in madrigaalstijl geschreven „Lied" van Wage naar. Doch dit werkje is voor gemengd koor en dus komt aan Haarlem's Vrouwenkoor een even groot deel van de eer der werkelijk zeer knappe vertolking toe. Het vrouwenkoor opende den avond met drie canons van Wagenaar. „Afscheid", dat vol gens zijn titel beter aan het einde dan aan het begin van het programma had kunnen staan interesseert ondanks het drievoudige contrapunt slechts matig; in „Een Paard naar den aart" en „De Solfègeles" komt de humo rist weer voor den dag. De laatstgenoemde canon is wel de aardigste. Zoo was er dus veel en velerlei. Haarlem's Vrouwenkoor bewees onder Duvosel's geestdrif tige leiding zich steeds verder te ontwikkelen; de Spaerne-Sanghers hielden hun goeden naam hoog. Dat Duvosel door een bloemen mand en een krans gehuldigd werd, was ten volle verdiend en de volle zaal heeft daarmee van harte ingestemd. K. DE JONG. roman dien zij onder den wel zeer berekenend gekozen titel „De gave Gulden" bij de Wereld bibliotheek publiceerden, niet voor later nog een notitie te reserveeren. De roman van Bets .die den bijnaam van „de gave gulden" krijgt, is dit mag zeker alvast gememoreerd worden met de be schaafde zekerheid van een volleerd werk manschap geschrevenzooals men dat van de Scharten's verwachten kan. Mevrouw Wilma behoort eveneens tot de getrouwe jaarlijksche comparanten ter No- vemberzitting. Zij heeft haar eigen kring van aan haar verknochte lezers en in de sfeer van het Hollandsche, religieus getinte werk be hoort haar oeuvre tot het beste. Dit nieuwe boek „Opstanding (Uitgeversmaatschappij Holland) zal voor velen een welkom Kerstge schenk uitmaken. De Haarlemsche Uitgevers Tjeenk Willink zonden dit jaar een nieuw werk van de immer beschaafde schrijfster mevr. Jenny Mollinger in het licht dat onder den titel „Buiten de ha ven deint de zee" het leven schetst van Fran- cine Delorme. Zij laat ons Francine zien als kind, als meisje en als vrouw en doet dat zoo menschelijk, zoo waar. dat wij zeggen de uitgevers vergeten dat het een boek is dat wij lezen. Dit is zeker een sterk stuk bij zoo veel nobel sentiment waarvan het boek door trokken is en wij zullen niet nalaten de proef op de som te nemen. De auteur Peter de Jonge, debuteert, voor zoover ik weet, bij de uitgevers Brusse met „Een hommel uit den Bijenkorf". De roman begint in het Hollandsche postvliegtuig naar Parijs, en maakt bij een oppervlakkig doorkij ken den indruk van goed, kundig en wel- beheerscht geschreven. Er is iets in van een psychische zakelijkheid die toch niet buiten de romantiek kan en er naar hunkeren blijft. „De geur van roode rozen, de zachte streeling van een kleinen mondWij zullen dien hommel bij gelegenheid nog wel eens op een speld steken, denkelijk, en laten hem nu maar even vliegen. Vlotte verhalen van de zee en van het leven in onze Oost zijn immer welkom. De heer J. C. Mollema heeft er al eenige op zijn credit staan en dit „Van Zout en Zon" (Haarlem Tjeenk Willink) zal zijn succes niet ontloopen. Bernard van Vlijmen teekende er een omslag voor, dat hij misschien later nog weer eens voor een zaak in Indische Uitrustingen kan gebruikenals er in de toekomst tenminste nog diergelijke uitrustingen noodig zullen zijn. Litteraire pretenties heeft de heer Mol lema, geloof ik, niet; des te gewilliger waar- deeren wij zijn genoegelijken humor, zijn ge moedelijke schrijftrant. En ook voor de litte raire lekkerbekken kan zoo'n „harmlos" ge schreven verhaal wel nuttig zijn om. zij het kort, eens onttrokken te worden aan het psy chisch liefdegepuzzle en de problemen der lief despraktijk onzer dagen, waarmede wij soms te rijkelijk overgoten worden. De uitgeversfirma Bigot en Van Rossum te Amsterdam komt maar eventjes met een ge- heele serie op de proppen. Ze heeft de idee dier aardige Insel-Bucherei overgenomen, mooie, kleine boekjes in een smakelijk carton- nen bandje, echte dingetjes om dienst te doen als ge iemand een niet-ordinair cadeautje wilt meebrengen, dat niet meer dan vijftien stui vers kost. Ze noemde die serie de Uilenreeks en het zou de moeite waard wezen te weten, welke gedachte de uitgevers bij het kiezen van dien verzamelnaam heeft geleid. In ieder geval, de Uiltjes zien er aardig genoeg uit en hun vaders zullen er hopelijk veel plezier van beleven. Van de zeven deeltjes tot nu ver krijgbaar, zijn er drie die bloemlezingen uit oude en nieuwe dichtkunst geven: De dichters Kelk en Halbo Kool lazen bloem uit „Middel- Nederlandsche Lyriek" en uit de ..Nieuwste Dichtkunst"; de Zuid NederL schrijvers Herre- man en Marnix Gijsen deden desgelijks uit .Vlaamsche Verzen". Mien Labberton en Sjollema zijn met klein, oorspronkelijk werk in de reeks opgenomen. De eerste met „Wat niet vergaat", de tweede met „Napelsgeel en hemelsblauw", en van de buitenlandsche auteurs zijn Jeanne Oterdahl en J. Boenip met vertaald novellistisch 'werk vertegenwoor digd. Als aanloop ziet die reeks er dus al heel plaisant uit. Als wij zien wat Querido met zijn Salamanders en deze heeren nu weer met hun Uilen probeeren, dan mag het Holland sche publiek toch niet klagen dat het niet verwend wordt. Het gaat werkelijk op een lit terair en kwartjesdag van Artis in September gelijken. J. H. DE BOIS De zware vracht van Zwarte Piet. I Ondanks allesde menschen meenen het goed met de menschen, en zoo zullen er, alle miserie ten spijt, in December nog heel wat blijde gezichten gemaakt worden, als de ver rassingen. op de meest phantastische wijze verpakt, uit de mand komen, of op beschei dener wijze omhuld, onder den Kerstboom zijn uitgestald. „Zeg het met boeken" zeggen de uitgevers en zeggen de boekverkoopers hen na, en waarom zouden ze niet! Een goed boek vindt altijd een goede plaats, hopen ze, en wij hopen het met hen en de krant helpt naar vermogen en kondigt al die nieuwe activiteit gaarne aan, terwijl ze den boeken die in de zen tijd verschijnen een vriendelijk saluut op reis meegeeft. Maar daar zijn er bij. waar we met een vriendelijk saluut alléén, niet uitkomen. Die op een apartje recht hebben en afzonderlijk af veelkleurige stof voor kantteekening bieden. Die komen nog wel eens ter tafel, als het feest is afgeloopen. De belangrijkheid hunner auteurs en hun prestatie leidt daar vanzelf toe. Een nieuw boek van mevr. Jeanne van Schaik-Willing als het weer zeer knappe „Sofie Blank" dat nu bij Querido het licht zag, komt nog wel zeker weer eens in onze ru briek terug. En een schrijfster als Jo van Am- mers-Küller, van wie Meulenhoff nu het eer ste deel eener trilogie, een historische fantasie over de geschiedenis van ons land tusschen 1778 en 1815, op onze tafel deponeerde, mag zeker op diepgaander belangstelling rekenen dan een voorloopige aankondiging beduidt. „Heeren, Knechten en Vrouwen" luidt de titel van dezen driedeeligen roman, waarvan nu het eerste verscheen met den ondertitel „De Patriotten". Later zullen de „Sans Culot- ten" en „de periode van 1800 tot 1813" volgen. En reeds een steelsche blik in dit eerste deel geeft ons de overtuiging hier met een echt ge zellig en knap opgezetten verhaalroman van doen te hebben. Van de Scharten's denken wij nog met te veel genoegen aan hun „Carnaval" van een vorig jaar terug om voor hun oogst 1934, den Haarlemsche Vereeniging van Sigarenwinkeliers. De Haarlemsche Vereeniging van Sigaren winkeliers, aangesloten bij den Nederland- schen bond van Sigarenwinkeiiers-Vereeni- gingen. beslaat 25 jaar. Om dit jubileum te vieren werd in het ge bouw van den Haarlemschen Kegelbond een feestavond gehouden, voorafgegaan door een druk bezochte receptie van het bestuur. Van verschillende, bij den Nederlandschen bond aangesloten sigarenwinkeliersvereenigingen. warer. deputaties gekomen om het bestuur te complimenteerer. en ook door andere or ganen was belangstelling betoond. Er waren o.m. deputaties van de Hanze en van de Haarlemsche In- en verkoopcentrale. Ook vele bloemstukken gaven blijk van medeleven met dit jubileum. Sigaren winke- liers-vereenigingen van Arnhem, de Zaan streek en IJmuiden. het Bondsbestuur en de Hanze hadden bloemstukken gestuurd even. als het eerelid W. Costers. Na afloop van de receptie richtte de voor zitter der feestcommisie, de heer D. v. d. Velde, het woord tot de aanwezigen. Hij heette allen hartelijk welkom en zegde het bestuur dank voor al die werkzaamheden, die het in de afgeloopen jaren had verricht met opoffering van veel tijd in het algemeen be lang. Spr. dankte in het bijzonder den voorzitter den heer L. van Berkel, die gedurende de twintig volle jaren tijdens welke hij nu al voorzitter was, zoo geweldig veel tot stand had gebracht en nog steeds brengt. Spre.-ier hoopte dat de heer Van Berkel nog vele jaren zijn werk zal kunnen en willen voort-zei ten Namens de vereeniging bood hij hem een rijk met bloemen versierde fruitmand aan. Spr. vermeldde verder nog, dat vele geluk- wenschen waren binnengekomen o.a. uit Am sterdam, Alkmaar, Hilversum, Almelo, Den Haag en Gouda. Hierna sprak de heer Van Bei'kei nog eenige woorden. Hij dankte voor het mooie cadeau, dat hij mocht ontvangen en bracht hulde aan zijn medebestuursleden, waarmee hij langen tijd had samengewerkt. Verder wees hij op het belang van organi satie. Juist in een tijd als deze is een goede organisatie een onontbeerlijke behoeftte. Spr. sprak over hetgeen reeds bereikt was en dat was veel naar zijn meening. Doch er zal nog veel meer moeten worden bereikt in de toekomst. Een afgevaardigde uit IJmuiden wenschte tenslotte de vereeniging geluk met haar zil veren jubileum, waarna aan 't feestprogram ma kon worden begonnen. In 't eerste nummer trad op Antonini die de aanwezigen met zijn goochelarijen ver maakte, waarna Carla Diana de xylophoon bespeelde. Piet Leenhouts trad op als karakter humorist, terwijl na hem de loopende en sprekende pop August, Carla Diana en Piet Leenhouts eenige nummers ten beste ga ven. De band van J. F. van den Haak zorgde voor dansmuziek. De Heer en Mevrouw egg ink—g RATAM A geven met vreugde kennis van de geboorte van hun Dochter MECHTBLD Haarlemmerliede, 13 Nov. 1934 Zuid-Schalkwijkerweg 41 A, Veroverden wij de Alpen? Over de Alpen en der menschheid overwin ning heeft de heer Ch. Gos. journalist uit Genève, Woensdagavond in de Waalsche kerk gesproken voor Les Amitiés Hollando-Suisses De Alpen! Wij vlakkelanders kunnen nooit zóó voelen wat dat zeggen wil, als iemand die er geboren en getogen is. Bij ons kunnen de Alpen een onderdeel van een studie zijn, nooit echter een onderdeel van ons leven, onze ge dachten. ons gevoel. En dat de Alpen, trou wens alle bergen, in der bewoners leven in grijpen, hun gedachten gang en hun dagelij ksch doen en laten beheerschen. dat heeft de heer Gos duidelijk laten blijken. Nemen wij als enkel voorbeeld de schilder kunst. Het is bekend hoe schilders vooral on der den indruk der verhevenheid der bergen kunnen geraken, eer. verhevenheid die vaak aanwast tot 'n drukkende overheersching En hoe verschillend toch reageeren zij op die im pressies. Met lichtbeelden illustreerde de heer Gos het verschil tusschen den beeldenden kun stenaar. die tracht alle schoonheid uit te beel den van een berg in zijn geheel, en van den artist die de onmogelijkheid voelt en zich be paalt tot een onderdeel, soms zelfs één van ondergeschikt belang, om daar in te leggen alles, wat der bergen eigen is. Wij weten het, en de heer Gos heeft het ons nog eens gezegd, hoe men door de eeuwen heen zijn onmacht heeft gevoeld tegenover deze schepping; den berg. Beleven wij niet nu nog dit onmachtsgevoel, als wij denken aan den hoogsten aller hooge. de Himalaja? Geen wonder dus dat bergen als godheden worden en werden aangebeden, de Alpen even eens. Dat de berg werd de toeverlaat en de ver trouwde. Doch het is even zoo begrijpelijk dat de berg ook werd, wellicht als reactie, de ver afschuwde, de gehate, de vervloekte. En als wij hooren van der menschheid over winning op de Alpen en wij zouden daarmee bedoelen: de overwinning dat wij hen kunnen bestijgen, dan vergete men niet. dat deze over winning bij lange na niet volledig is, Om dit te beseffen, behoeven wii slechts na te gaan hoevelen telkens weder het leven laten, als offer van den sterkere, den berg! Het was een. vooral voor Alpinisten, belang wekkende voordracht, die de heer Gos heeft gehouden, na ingeleid te zijn door den voor ganger der Waalsche kerk. pasteur F. Ch. Krafft, die zeide dat de samenwerking tus schen kleine landen als Nederland en Zwit serland. zooals die tot uiting komt in de ver eeniging van Amitiés Hollan do-Suisses, van uitermate groot belang is, vooral wanneer zij op zoo verschillend terrein tot stand komt. Bij aanvang van den avond werd het Wil helmus gezongen (in het Fransch Guillelmus •geheeten) en tot slot van den avond zong men, met begeleiding van het orgel der kerk, 'het Zwitsersche volkslied. In plaats van kaarten Verloofd: KO STERN en JAAP DE Vit LES v. d. Vinnesiraat 14 Smedestraat 1 Thuis Zondag IS November van 2.305 uur v. d. Vinnesiraat 14. Heden overleed, geheel onverwacht, tot onze diepe droefheid, onze innig ge liefde Vrouw en Moeder Veronica van Heulen geboren John, in den ouderdom van 48 jaar. C. VAN HEULEN" E. W. VAN HEULEN Haarlem. 14 Nov. 19 34 Vooruitgangstraat 122 De crematie zal plaats hebben Zaterdag 17 No vember a.s. op Westerveld na aankomst van den trein te 10.14 aldaar. Heden overleed plotse ling tot onze diepe droef heid. Mevrouw Anna Tieboel Wed. van Wilhelmus Sonnenians in den ouderdom van 78 jaar. Uit aller naam: J. P. SONNEMANS Exec, test en Familie Haarlem, 14 Nov. 19 34 Kinderhuissingel 118 De teraardebestelling zal plaats hebben op Zaterdag 17 Nov. a.s. om 12 uur op de Algemeene Begraaf plaats ingang Kleverlaan. STOPPAGE Piano- en theorie-lessen A. PRINS Dipl. Conservatorium A'dam Tempeliersstraat 20 Telefoon 11221 Centrale Tandheelkundige Kliniek KENAUPARK 20 A HAARLEM tel. 12644 SPREEKUREN lederen werk dag 9-11 en 1-2; Dinsdags avonds 6.30-8.30 uur. Zater dagsmiddags geen spreekuur. G. BLOM, M.O - Mr. Cornelisstr. 20 CLUBS for BEGINNERS f 4.per maand Schriftverbetering Speciaal voor volwassenen Privé- en Cl u blessen MEVR. REIBER-NAN Leerares M.O. KI. Houtweg 8 Leidster Radiocursussen Flinke Werkster gevr. voor Maandagochtend en Woensdaggcht. Te bevr. Burgem. Sandberggifaat 23- NIEUWE HAARD f30.-. te koop. met vloer- en m.plaat geheel nieuw 30, bad en geyser met garantie 47,50. Gashaard 8.. Engelsche brandkast 35. Kampersingel 42. Gevraagd in Delicatessenzaak een nette WINKELJUFFROUW boven 18 jaar. JULES HO SM AN. Wagenweg 122. Bij vonnis der Arrondissements- Rechtbank te Haarlem d.d. 16 October 1934 Is ln staat van fail lissement verklaard: de nalaten schap van wijlen TH. P. VAN BERKUM, ln leven van beroep niineraahvaterfabrikant en wo nende te Haarlem, met benoe ming van den E. A. Heer Mr. A. L. M. van Berckel tot Rechter commissaris en van ondergetee- kende tot curator. Bij beschikking van den E. A. Heer Rechter-Commlssaris in dit faillissement is bepaald: lo. dat de indiening der schuldvorde ringen moet plaats hebben voor den 15en December e.k. ten kan tore van den ondergeteekenden curator; 2o. dat de verificatie-vergade ring zal plaats hebben Maandag 21 Jannuari 1935 des v.m. te 9.45 ure in het Palels van Justitie aan de Jansstraat no. SI te Haar lem. De curator: Mr. J. H. J. SIMONS Kruisweg 63, Haarlem De curator in het faillissement van I. Speelman, reiziger, wonen de te Haarlem aan de Heussens- straat no. 100, verklaart dat bij beschikking van den E.A. Heer Rechter-Commissaris Mr. E. H. F. w, van Schaeck Mathon d.d. 9 November 1934 is bepaald; 1. dat de schuldvorderingen vóór den 24sten November 1934 ten zijnen kantore moeten zijn ingediend; 2. dat de verificatie-vergadering is bepaald op Vrijdag 14 Decem ber 1934, des voormiddags te 10.45 uür In het Palels van Justi tie San de Jansstraat no. 81 te Han#lem; Haarlem. 13 November 1934 Kruisweg no. 61 rood Mr. G. W. C. PLIESTER (Curator Xaumlooze Vennootschap Haarlemsche Drukkers en Uitgeversmaatschappij v.li. GEBR. NOBELS Algemeene Vergadering op Dinsilag 4 December ll»:i4, des morgens 10.45 uur, ten kantore van Notaris Hocflnke Wagenweg 58. Ilnarleni Punten van behandeling: 1. Verslag 2. Balans, Winst- en Verlies rekening. 3. Benoeming commissaris De stukken liggen van heden af ter inzage ten kantore van Notaris N. J. Hoeflake. Wagenweg 58, Haarlem DE DIRECTEUR Haarlem. 15 November 1934 Koninginneweg 33 heelt de praktijk hervat. BRIDGECLUB „OVERVEEN". Bij deze club (contributie 2. per half Jaar. speeigelegenheld 2 avonden en 2 middagen p. w.) kunnen nog eenige. liefst eenigs- zins geoefende spelers zich aan sluiten. Aanm. en inl. Hotel Van Ouds het Raadhuis. Overveen. VISCHHANDEL DOELSTRAAT 28 Telefoon 10822 HEDEN NOTEE: TARBOT TONG SCIIELVISCH gr. SCHELVISCH kl. KABELJAUW SCHOL 15 2 FILETS KABELJ. STOKVrsCH vanaf BOKKING STOOFPALING ;rf,n wij: 40 cent p. p 70 cent p. p 35 cent p. p 25 cent p. p 40 cent p. p 30 cent p. p 40 cent p. p 20 cent p. p cent - per stuk 60 ©ent p. p 1D VER TE ER EN HEEFT SUCCES

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 3