<D „ARNHEM" Dr. Colijn en mr. Aalberse nn het nog niet eens. zijn DONDERDAG 15 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 3 STA TEN-GENERAAL TWEEDE KAMER „Als er strijd moet komen, zal het er een zijn tegen het geheele kabinet. Onderzoek naar de particuliere wapenfabricage. Algemeene beschou wingen geëindigd. air. van Schaick. 's GRAVENHAGE, 14 November Op de achterste bank van een der rijen, waarop de R.K. Kamerleden hun plaatsen hebben, zat eenmaal hun groote voorman Monseigneur Nolens, zit nu diens opvolger Mr. Aalberse. Van daaruit pleegt de leider dezer fractie het parlemen taire slagveld te over zien. Geruimen tijd ge noot hij vanmiddag buurschap van Minis ter v. Schaick, die zich naast hem had genes teld. Als postillon d' amour tusschen het kabinet en den voorzit ter van de R.K. Kamer club, van wier steun de Regeering heel wat min der zeker is dan van die der beide andere recht- sche fracties en van li beralen en vrijzinnig-democraten? Of om ten minste den heer Aalberse te bewegen zich toch nog eens dubbel en dwars te bedenken alvo rens het tafellaken tuschen zijn fractie en net Ministerie door te snijden? Het is moenijk hierop een antwoord te geven, Alleen wat men daar op die achterste bang zag, kan hier vermeld en dat, zoo moet ik bekennen, deed nu niet bepaald denken aan het beeld eener conversatie, waarin de met elkaar pratende het roerend eens waren. Trouwens, dat kon ook niet gezegd van de openbare gedachtenwisseling Aalberse—Co- lijn. Soms had het er zelfs veel van als of er nog steeds iets te bekennen viel van het oud zeer overgebleven uit de dagen van Dr. Co- lijn's eerste poging, na de verkiezingen van 1933 ondernomen, om een parlementair Kaoi- net te vormen, poging mislukt doordat hij en de leider der R.K. fractie elkaar toen niet kon den vinden. Het parlementaire gesprek, of te wel de bij dit algemeen debat gevoerde gedachtenwis seling tusschen hem en den Premier, was vol gens Mr. Aalberse niet ten volle een dialoog. Daarvoor had de Minister-President z.i. te veel zijner vragen (verlangens) onbeantwoord ge laten, als mocht dan Minister Oud gisteren een aantal hiaten hebben aangevuld. Niettegenstaande Mr. Aalberse het dus niet over zich kon verkrijgen te verklaren, dat hij en zijn volgelingen met het beleid èn het programma der Regeering geheel en al vrede kunnen hebben, ging hij thans toch ook niet over tot opzegging van het vertrouwen. Aan een politiek van afwachten gaf hij de voor keur. Immers bij de verschillende begrootings- hoofdstukken zal wel nader blijken, gelijk de Premier zelf kenbaar had gemaakt, of net Ka binet in voldoenden zin aan de wenschen der R.K. Staatspartij tegemoet komt. „Wij schor ten ons eindoordeel op in de hoop, dat wij straks bij de afzonderlijke begrootingsontwer- pen op onze diverse vragen bevredigende ant woorden zullen ontvangen. Mocht deze hoop niet in vervulling gaan, dan zoo verklaarde Mi-. Aalberse zullen wij de nu afgebroken conversatie op een nader te bepalen dag voort zetten. Of dus de R.K.è fractie haar steun aan het kabinet wenscht te onttrekken, dat ligt nog verborgen in den schoot der goden. „Het kan vriezen, het kan dooien" plaeht Mon seigneur Nolens te zeggen en zijn opvolger blijkt nu zeker in dit opzicnt. ook zijn navol ger te zijn! Met dat al zijn de Katholieken er niet op uit. straks achtereenvolgens eiken Mi nister afzonderlijk te gaan bestoken. Integen deel bij voorbaat verwierpen zij den guerilla- oorlog. „Als het tot een strijd moet komen, dan zal het er een zijn aldus de heer Aalberse met open vizier, in het open veld, gevoerd tegen het Kabinet". De leider der R.K. fractie, die het nog altijd niet met zichzelf (of met sommige wat weer spannige elementen in zijn partij?) eens is, of hij dit Kabinet zijn vertrouwen kan schenken, kreeg van den Premier terecht te hooren, dat het zeker niet in 's lands belang ware te lang te wachten met m dezen tot een conclusie te komen. En als dus wat Minister Colijn zich best. kon voorstellen, de Roomsch-Katholieken liever dan een bewind, dat er op uit is „met rustige voorzichtigheid zich aan te passen aan wat om ons groeit en af te weren wat wild op ons komt aanstormen" een Kabinet het heft in handen zouden zien nemen, dat meer besluitvaardigheid, meer moed ei meer fantasie zou vertoonen, dan hadden de heeren het maar voor het zeggen. Rond en vierkant moesten zij dit dan verklaren. Ech ter vooral niet na lang talmen, doch zoo spoe dig mogelijk. Tot deze aansporing bestond te meer reden, nu het inderdaad al heel onduidelijk was, wanneer Mr. Aalberse met zijn eventueel te houden interpellatie over het algemeen Regee- ringsbeleid voor den dag zou willen komen. Men kon den indruk krijgen, dat hij de door hem bedoelde veldslag pas na afhandeling van alle begrootingshoofdstukken zou willen aan gaan. Dat ware rijkelijk laai. Maar bezien van uit het standpunt der R. K. fractie zou haar dit het voordeel schenken, dat wellicht het dreigement met de afrekening straks, nog bij meer dan één begrootingshoofdstuk Kans zou bieden op verdere tegemoetkoming van de zijde der Regeering. Op verdere tegemoetkoming. Want het Ka binet is toch al in meer dan één opzicht geens zins doof gebleven voor verlangens door Mr. Aalberse voorgedragen. Dit onderstreepte de Minister-President vanmiddag nog eens, o.m. met betrekking tot zijn in eersten termijn ge Een POLIS der LEVENS VERZEKERING MAATSCHAPPIJ schept kapitaal voor moeilijke tijden Dir. Bijkantoor W. J. WIERSMA, Schotersingel 129 (Adv. ïngez. Med.) dane toezeggingen betreffende het geven van een ruimeren armslag aan de particuliere wel dadigheid t.a.v. steun aan werkloozen en aan gaande de door de Regeering dit keer te schenken winterhulp. De Minister-President verklaarde openlijk (en er klonk zelfs een tril ling van verontwaardiging in zijn stem) wei nig gesticht te zijn over het feit, dat Mr. Aal berse zelfs maar even den indruk had kun nen doen post vatten als had Dr. Colijn toch nog listiglijk een slag om den arm gehou den bij deze toezeggingen. „Wie mij kent, weet, dat mijn ja, ja, mijn neen. neen, is en nie mand heeft dus het recht eerlijkheid mijner bedoelingen in twijfel te trekken". Zoo riep hij vertoornd uit. Even later wierp de heer Vliegen hem zeer behendig dezen bal terug, toen de Premier verkondigde nog niet geheel en al te vertrou wen op het woord der S. D. A. P. in zake haar verlangen slechts legale wegen te bewande len! In dit verband zij meteen aangestipt, dat de Minister-President nog eens op het bestaan der weer-afdeeling der N. S. B. en de daar geldende verplichting van blindelingsche ge hoorzaamheid aan den leider, de aandacht vestigde, nu Mr. Westerman maar niet had kunnen begrijpen, waarom de N. S. B. nog al tijd op de zwarte lijst voorkomt Deze afge vaardigde, die zich gisteren aan bedenkelijke insinuaties had schuldig gemaakt, moest hier voor vandaag een paar afstraffingen van de heeren de Visser(Comm.) en Mr. Joekes V.D.) incasseeren. Jammer was alleen, dat deze laatste den slechten smaak aan den dag legde den afgevaardigde van Nationaal Herstel te plagen met iets uit diens particuliere verladen, wat hier ook geenszins ter zake deed. Dit ge schiedde in verband met het ijveren voor een Centrale Industriebank. Ook Ir. Bongaerts (R.K.t bleek opnieuw van dit denkbeeld niet afkeerig te zijn. Ter ver mijding van misverstand herhaalde de Mi nister-President daarop nog eens, dat z.i. groote industrieën hun kapitaal door middel van emissies op de aandeelen-markt behooren te krijgen, doch dat voor middel- en kleinere industrieën zgn. regionale industrie-banken ten dezen nuttig werk kunnen verrichten. Ook voor de noodzakelijkheid van verlaging der huren, ander punt, waarop hij dus in prin cipe niet zoo ver van Mr. Aalberse c.s. af bleek te staan, verklaarde Minister Colijn zeker wel te weten, al is hij er zich van bewust, dat hij den dag na de huurverlaging, de verhuurder bij zich zal krijgen met de vraag hoe deze nu zijn verplichtingen kan nakomen. Ma.w. ook hier is het geraden voorzichtig te zijn met het op zich nemen van direkte verantwoordelijk heid door de Regeering. Had Mr. Aalberse in twijfel getrokken of het kabinet zich wel voldoende er van bewust is, dat alle hoop op terugkeer van de toestanden van vóór 1929 ijdel is, dr. Colijn trachtte hem duidelijk te maken, dat hiervoor geen enkele reden bestaat. „Met onze productie zoowel op agrarisch als op industrieel gebied moeten wij ons aanpassen aan de gewijzigde omstandigheden, daarbij echter niet verge tende, dat de buitenissige situatie voor heden niet blijvend is Aldus de Premier die erop wees hoe blijk baar hij en mr Aalberse het eens zijn in principe althans dat de noodige orde ning niet van bovenaf dient te worden op gelegd, maar uit het maatschappelijk initia tief moet opkomen. En dan is de Regeering heusch bereid, gelijk eenige voorbeelden kon den staven, in dezen aanmoedigend op te treden Doch zij heeft wel te waken tegen groepsbaatzucht, die evenzeer als individueele baatzucht bestaat en in het bedrijfsleven om den hoek komt kijken. Daarom en om nog allerlei andere factoren ware het ook al ver keerd te meenen, dat, als we maar een goed.e bedrijfsordening hadden (die niet bepaald in een paar weken uit den grond te stampen is) een N.V.V. achterwege zou kunnen blijven. Neen als die er zou moeten komen en dat zou zelfs al eens heel gauw kunnen gebeuren, bijv. binnen 14 dagen dan dient de over. heid t.a.v. den handel met het buitenland en van de regeling van betalingen (en niet- betalingenom der wille van het algemeen belang, het heft in handen te houden. Zie daar wel zoo wat het belangrijk ste uit minister Colijn's, dit keer zoo nu en dan met heel wat tempera ment uitgesproken rede. Fel werd hij bepaald, toen de heer v. d. Tempel hem nog met in terrupties kwam be stoken over te lang zaam opschieten met uitvoering van werken dank zij het 60-millioenplan Spoed, spoed nog eens spoed, zoo had ook Mr. Aalberse in verband hiermede uitgeroepen. Maar de minister-president kon er terecht op wijzen, dat er, alweer met het oog op de vele verschillende belangen, die hierbij toch juist ook in het spel zijn, deug delijk wikken en wegen noodig is., wil het ondernemen van dergelijke werken inder daad verantwoord zijn. Intusschen kon hij Mr. Aalberse wel toezeggen nog eens te zullen nagaan of het werkfonds-apparaat nog wat verbetering zou kunnen ondergaan, al geloofde hij voorshands niet, dat er een ge schikter systeem dan het bestaande te vin den zou zijn. Ook Mr. Joekes ontving nog op een punt eenige bevrediging. De premier bleek thans n.l. wel bereid eens na te deen gaan hoe het gesteld is met de verbindingen tusschen de particuliere wapenfabricage ten onzent en het buitenland: hij zag wel in, dat er in dit opzicht in elk geval ongewencehte toestanden -chijnen te bestaan! Zwak was 's Ministers argumentatie waar om hij liever tegen revolutionnaire volks vertegenwoordigers pas iets wil ondernemen als er eens 'n Grondwetherziening aan de orde komt. Dr. Bierema (lib.) had de Re geering, die als de dringende noodzaak blijkt, wel wat met een gewone wet wil doen, tegen het dan aanwezige gevaar voor gelegenheids wetgeving gewaarschuwd De liberale woordvoerder en de heer Schouten (a.r.) zijn nog een beetje aan het redetwisten geweest over het vraagstuk van bezuiniging op het bijzonder lager-onderwijs. De anti-revolutionnairen zijn, mits de grond wettelijke vrijheid van onderwijs niet in het gedrang komt, wel geneigd aan verdere on- dèrwijsbezuiniging mee te werken, maar zij hebben er bezwaar tegen de bijzondere school besturen tot concentratie aan te zetten met behulp van het dreigement, dat anders de wet hen wel zal dwingen. Toen het klokje half zeven sloeg had Mi nister Oud de potverteerders nogmaals onder handen genomen en waren vervolgens de hoofdstukken I, n, VII A en XII alsmede de middelenwet z.h.s. goedgekeurd: alleen de heeren Visser (communist) en Sneevliet (rev. soc.) lieten aanteekenen, dat zij tegen waren. Zoo behoorde reeds na acht dagen het- al gemeen begrootngsdebat weer tot het ver leden. Me dunkt, dat de Kamer toor dezen vluggen gang van zaken hulde verdient en ;dat nu van haar te verwachtn valt, dat zij ook met eenzelfde voortvarendheid den ge- heelen gegrootingsarbeid zal afdoen. E. v. R. Menschen en dingen uit mijn Haagsche buurt. LICHTE SCHADE AAN DE ZILVERMEEUW. Naar wij vernemen is het K. L. M.-vlieg tuig de „Zilvermeeuw", dat op weg was naar Ber lijn, bij de landing te Hannover licht be schadigd. Bij informatie bij de K.L.M. bleek ons, dat deze schade van vrijwel geen betee- kenis is. Nieuwe clearingonderhande- lingen met Duitschland. Dr. S. E. B. Bierema (V. B.) Besprekingen zullen in Den Haag worden gehouden. Bestaande overeenkomst duurt voort. Nadat tusschen de Nederlandsche en de Duitsche regeering contact ge zocht was heeft deNederlandsche regee ring, naar V. D. uit Berlijn bericht, met het oog op het afloopen van het Nederlandsch-Duitsche clearingsver- drag de Duitsche regeering voorge steld nieuwe onderhandelingen te openen. De Duitsche regeering heeft zich daartoe bereid verklaard. De on derhandelingen zullen binnenkort in den Haag een aanvang nemen. Tijdens den duur dezer onderhandelingen zal de bestaande overeenkomst door beide regeeringen ook na 17 November verder toe gepast worden. Dat beteekent, dat de regeling voor de eerste helft van de maand November ook gelden zal voor de tweede helft van No vember. (Bovenstaand bericht werd ons van offi- cieele instantie in den Haag bevestigd. In de tweede helft van November zal een gelijk be drag aan Devisen-scheine door de Duitsche autoriteiten beschikbaar worden gesteld als overeengekomen was voor de eerste helft van de maand.) Middel-Europeesche tijd in ons land? Minister De Wilde wijzigt zijn wetsontwerp. Afschaffing van den zomertijd. In de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake de herziening van den wette- lijken tijd verklaart de minister van binnen- landsche zaken, dat hem bij het bepalen van een keuze zwaar weegt het verlangen om de oplossing zooveel mogelijk te doen uitvallen in overeenstemming met hetgeen te dien aanzien in de volksvertegenwoordiging leeft. Voorts waardeert hij ten zeerste het streven, een einde te maken aan de verdeeldheid van ons volk ten opzichte van de seizoentij dregeling. Deze omstandigheden hebben den minister ertoe geleid het aanvanke lijk voorgestelde systeem te verlaten en thans voor te stellen, den Middel- Europeeschen tijd als tijdregeling voor het geheele jaar te aanvaarden. Het denkbeeld van enkele leden, om ook bij invoering van den Middel-Europeeschen tijd nog een zomertijd-regeling te handhaven, ontmoet bij den minister hetzelfde bezwaar als bij de leden, die zich hiertegen verklaren. De aanvaarding van den Middel-Europeeschen tijd is te beschouwen als een compromis, waarbij als winst geldt de afschaffing van den zomertijd. Een teruggaan tot den toestand van vóór 1908 brengt evenmin verbetering, zou zelfs een stap terug beteekenen op de pogingen om de geïsoleerde positie van Nederland op te hef- Het steeds levendiger wordend interna Een halve eeuw geleden. Uit Haarlems Dagblad van 1884 De Gewichtige man. De gewichtige man loopt altijd met een acte-tasch. En met slobkousen. En met een gezicht, waar duizend problemen in alle plooien en hoekjes schuilen. Op zijn deur staat: L. J. Th. van Veenhuizen van Zoutelande. C. D. Vice-consul Du Brésil. Waarom de functie die hij zestien jaar ge leden vervuld heeft, in een stadje waar drie maal in de tien jaar een passagierende Brazi- liaansche matroos aanspoelde, in het Fransch op zijn deur staat weet ik niet. Ik weet alleen dat zijn vader Jan van Veenhuizen. zonder Zoutelande, heette, dat hij ridder in de Orde van Bolivia is, Officier in de Zwarte Ster van Aunam, ridder van de Orde van de Nijl, eere lid van de Vereeniging Plicht en Pleizier en voorziter van dertien andere. Hij kent iedereen bij ons in de buurt. En iedereen kent hem. En hij weet precies wie hij het eerst moet groeten en wie voor hem de hoed afnemen moet. Hij is overigens een aardige kerel met een diepe stem, een peinzend gelaat en eerbied voor academische titels. Men zegt dat hij ge hoopt had eere-doctor van de Universiteit van Salt Lake City te worden, doch dat dit hem niet gelukt is vanwege de malaise. Wanneer hij 's avonds zijn Castor uitlaat en ik mijn Pollux voeren wij, al heen en weer loopend, vier lantarens heen, vier lantarens terug, wel een aangenaam gesprek. Over de wonderlijke dingen in den nandel tegenwoor dig; over de doodende concurrentie, de krank zinnige dumpingprijzen om maar-aan-bod-te- blij ven en hij zegt dan telkens weer: „ik zeg maar altijd 't is de Survival of the fittest". Op die vier woorden is hij verliefd. Hij moet ze eens gelezen of gehoord hebben en het drin gen van een geweldig economisch probleem in zulk een korten term heeft hem getroffen. Wij hebben voor alle menschen bij ons uit de buurt namen en hij heet, de gewichtigaard. Hij is altijd geaffairceerd. Moet hier iets organiseeren. Dan iets ophelderen. Ginds iets naslaan. In Central een Conferentie houden. Op de Witte iemand spreken. Een ingezonden stuk naar de Courant brengen. Een boek op de Koninklijke Bibliotheek halen. Ik ben nog nooit bij hem thuis geweest, maar ik weet zeker, dat zijn bureau ordelijk is en bedekt met systematisch gerangschikte pa pieren, memoranda, postzegeldoosjes, paper clips en kalenders. Ik weet zeker, dat klokslag zes de soep op tafel moet komen, omdat hij beslist vóór de post van half acht nog een brief op de bus moet brengen; dat hij om tien uur naar bed gaat, omdat hij morgenochtend om half ne gen een belangrijke Conferentie heeft en dat hij niets ongedaan laat om lid te worden van het Comité voor Voeding van Behoeftigen nu daar een vacature in gekomen is. De gewichtigaard knipt allerlei stukjes uit de courant en rangschikt die alfabetisch in ordners en de rest van de courant bewaart hij op dag en datum, „da's altijd gemakkelijk, zegt hij, om na te slaan wat je noodig hebt". lederen Vrijdag gaat hij met zijn kleine stille vrouw naar de bioscoop. ..en dan gaan we na afloop altijd een afzakkertje drinken in Boschlust, een mensch moet ook eens aflei ding hebben". De heer L. J. Th. van Veenhuizen van Zoute lande, Ci-devant vice-consul du Brésil heeft eigenlijk nooit een vak beoefend of een ambt bekleed. Hij heeft zijn vermogen zuinig be heerd en gestaag vermeerderd, hij heeft lief dadigheid beoefend, systematisch en met mate en zéér principieel; hij heeft nimmer één bor rel tevel gedronken; is bij zijn weten nooit verliefd geweest en onverwachte noch dom me dingen heeft hij ooit gedaan. Voor zijn vrouw is hij hoffelijk en vriende lijk en ik denk, dat hij nooit iets liefs tegen haar heeft gezegd en nimmer iets onaardigs en toen hij zijn Egyptische lintje kreeg heeft hij haar op beide wangen gekust. De gewichtigaard is een aardige man. Hij noemt mij „buurman" en tikt me wel eens amicaal op den schouder en beklaagt zich deerlijk over het feit dat de buslichting voor de nachttreinen bij onze bus véél te vroeg ge schiedt. „Ik zal er 'ns met mijn vriend den directeur- generaal der posterijen over praten" zegt hij en steekt zijn avondsigaar van negen uur op. Gisteren heeft hij zijn actetasch in de tram laten liggen. Ik heb er stiekum in gekeken, er zat een spoorboekje in en het avondblad van gisteren. „Dank je vriendelijk, buurman", zei hij, toen ik de tasch terug bracht „dank je harte lijk hoor, ik had 'm voor geen geld willen mis sen; stel je voor al die bescheiden". Ik geloof dat men gelukkig is. wanneer men gewichtigaard is, al is de lichting voor de nachtpost veel te vroeg bij onze bus. Mr. E. ELI AS. fen. tionaal verkeer op allerlei gebied bindt. Neder land te zeer. dan dat het zich ten deze zoo ingrijpende afwijking zou kunnen veroorloven. Weststellingwerf's raad gaat de rekening opmaken. Mr. Maas bezoekt Wardenier. Naar wij vernemen heeft de burgemeester van Weststellingwerf. Mr. Maas, Woensdag avond in gezelschap van een ambtenaar der secretarie een bezoek gebracht aan den heer Wardenier in het Academische Ziekenhuis te Groningen. Het bezoek heeft ongeveer een uur geduurd Mr. Maas is nog des avonds naar Wolvega temggekeerd. Voorts vernemen wij, dat de toestand van den heer Wardenier vooruitgaande is. De gemeenteraad van Weststellingwerf zou heden in spoedeischende vergadering bijeen komen. Besproken zou worden het beleid van burgemeester en wethouders in de zaak-War denier. Nederlander in België aangehouden. In de gevangenis van het Belgische grens- plaatsje Maeseyck is Woensdag ingesloten de 28-jarige loodgieter A. B. uit Venlo, die er van verdacht wordt, in het café .Spoor" te Venlo uit een lade een geldkistje inhoudende f 180 te hebben ontvreemd en daarna te zijn ver dwenen. De V-jnlosche oolitie was er van in kennis gekomen, dat B. zich in een taxi over de Bel gische grens heeft, laten brengen. Dit spoor werd gevolgd en in samenwerking met d? Bel gische politie is de gezochte in een hotel te Maeseyck gearresteerd. Een bedrag van f 160 werd op hem gevonden. Zijn uitlevering zal worden gevraagd. 15 November: GEMENGD NIEUWS. Men schrijft aan de „L. Crt.": Daar U nog al van volledigheid houdt, twijfel ik niet, of U zult het volgende wel willen plaatsen, ter aanvulling van de lijst der namen van de gepaste woon plaatsen, welke ons vaderland zijn ingezetenen aanbiedt. Verwezen worden: ijveraars tegen vervalsching naar Echt; onstandvasti- gen naar Wijk: sterken naar IJzeren; slungels naar Limmen; slechte betalers naar Borgharen; dorstigen naar Beek. Putten of Schiedam; jongelui naar Susteren; langslapers naar Sittard (Si tard'i; kreupelen naar Leunen; En- gelsche toeristen naar Boksmeer; die ven naar Bergen: sprokkelaars naar Oudenbosch; verstokte zondaars naar Helmond; uitgewekenen van Zuid- België naar Waalwijk: schoenmakers naar Waspik: adellijken naar Middel burg: onverstandigen naar Goedereden; gezelligen naar Buren; brandspuitgasten naar Barneveld of naar Brandwijk: Maandagvïerders naar Bommels; vech tersbazen naar Kamoen; die het land hebben aan drukte naar Enkhulzen; sterrekijkers naar Helder; natuurbe- schouwers naar Meerenberg: ontevrede nen naar Best; die den duivel vreezen naar Engelen: hoefsmeden naar Hoeven: werkstakers naar Hoogeloonwandelaars naar Linden: schapenfokkers naar Ooyen: kouweliiken naar Zomeren of Vuren: turfstokers naar Veen: luiaards naar (de) Werken; muziekliefhebbers naar De Lier: onversaaeden naar Mon ster: vereerders van Hildebrand naar Beets; kaalkoppen naar Petten; keuken- nrinse.ssen naar Winkel: schrapers naar Grijnskerk; snuif f abrikanten naar Neu zen: babbelkousen naar Vrouwenolder: vredelievenden naar Vreeland: bleekers naar Gieten: paardenliefhebbers naar Ruinen; schaatsenrijders naar Vries; bedelaars naar Heer: eenvoudigen naar SimDelveld en niemand naar Dode- waard. Centralisatie der militaire luchtvaart. Het Vaderland meldt: Naar wij vernemen, overweegt de minister van defensie binenkort over te gaan tot cen tralisatie van de luchtstrijdkrachten in Nederland van de marine en het leger. Het plan zou zijn deze te brengen onder één inspectie. Voor eersten inspecteur komt, naar wij verder vernemen, ernstig in aan merking reserve-luitenant-generaal der genie M. Raaymaakers, oud-inspecteur der genie. DE PERSEN VAN DE N.V. ATALANTA. De raadsleden van de N.V. Atalanta heb ben opnieuw bij request aan de rechtbank teruggave gevraagd van de dezen- zomer in beslag genomen machines en persen van de Tribune drukkerij te Amsterdam. Door onze lens gesnapt. Mr. G. Sluis. Mr. G. Sluis werd 25 October 1930 benoemd tot president van de Arr. Rechtbank alhier. Hij werd geboren in 1874 en was na zijn promotie eerst werkzaam als advocaat en pro cureur te Assen. Op 12 September 1906 werd hij substituut-griffier bij de Rechtbank al daar en op 7 Januari 1910 rechter te Dordrecht Op 11 Mei 1920 werd Mr. Sluis benoemd tot rechter in de Arr. Rechtbank te Haarlem en toen wijlen Mr. Pasteur tot president der Rechtbank werd benoemd, werd mr. Sluis vice-president. Dat was op 18 Juli 1930. Reeds op 25 October van hetzelfde jaar zag Mr. Sluis na het overlijden van Mr. Pasteur, zich be noemd tot president van de Haarlemsche Rechtbank. Mr. Sluis is een uitnemend rechtsgeleerde en een vriendelijk en hulpvaardig man.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5