<D
„ARNHEM"
Dr. Colijn en mr. Aalberse
nn het nog niet eens.
zijn
DONDERDAG 15 NOVEMBER 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
3
STA TEN-GENERAAL
TWEEDE KAMER
„Als er strijd moet komen, zal het
er een zijn tegen het geheele kabinet.
Onderzoek naar de
particuliere wapenfabricage.
Algemeene
beschou wingen
geëindigd.
air. van Schaick.
's GRAVENHAGE, 14 November
Op de achterste bank van een der rijen,
waarop de R.K. Kamerleden hun plaatsen
hebben, zat eenmaal hun groote voorman
Monseigneur Nolens, zit nu diens opvolger Mr.
Aalberse. Van daaruit pleegt de leider dezer
fractie het parlemen
taire slagveld te over
zien. Geruimen tijd ge
noot hij vanmiddag
buurschap van Minis
ter v. Schaick, die zich
naast hem had genes
teld. Als postillon
d' amour tusschen het
kabinet en den voorzit
ter van de R.K. Kamer
club, van wier steun de
Regeering heel wat min
der zeker is dan van die
der beide andere recht-
sche fracties en van li
beralen en vrijzinnig-democraten? Of om ten
minste den heer Aalberse te bewegen zich toch
nog eens dubbel en dwars te bedenken alvo
rens het tafellaken tuschen zijn fractie en net
Ministerie door te snijden? Het is moenijk
hierop een antwoord te geven, Alleen wat
men daar op die achterste bang zag, kan hier
vermeld en dat, zoo moet ik bekennen, deed
nu niet bepaald denken aan het beeld eener
conversatie, waarin de met elkaar pratende
het roerend eens waren.
Trouwens, dat kon ook niet gezegd van de
openbare gedachtenwisseling Aalberse—Co-
lijn. Soms had het er zelfs veel van als of er
nog steeds iets te bekennen viel van het oud
zeer overgebleven uit de dagen van Dr. Co-
lijn's eerste poging, na de verkiezingen van
1933 ondernomen, om een parlementair Kaoi-
net te vormen, poging mislukt doordat hij en
de leider der R.K. fractie elkaar toen niet kon
den vinden.
Het parlementaire gesprek, of te wel de bij
dit algemeen debat gevoerde gedachtenwis
seling tusschen hem en den Premier, was vol
gens Mr. Aalberse niet ten volle een dialoog.
Daarvoor had de Minister-President z.i. te veel
zijner vragen (verlangens) onbeantwoord ge
laten, als mocht dan Minister Oud gisteren
een aantal hiaten hebben aangevuld.
Niettegenstaande Mr. Aalberse het dus niet
over zich kon verkrijgen te verklaren, dat hij
en zijn volgelingen met het beleid èn het
programma der Regeering geheel en al vrede
kunnen hebben, ging hij thans toch ook niet
over tot opzegging van het vertrouwen. Aan
een politiek van afwachten gaf hij de voor
keur. Immers bij de verschillende begrootings-
hoofdstukken zal wel nader blijken, gelijk de
Premier zelf kenbaar had gemaakt, of net Ka
binet in voldoenden zin aan de wenschen der
R.K. Staatspartij tegemoet komt. „Wij schor
ten ons eindoordeel op in de hoop, dat wij
straks bij de afzonderlijke begrootingsontwer-
pen op onze diverse vragen bevredigende ant
woorden zullen ontvangen. Mocht deze hoop
niet in vervulling gaan, dan zoo verklaarde
Mi-. Aalberse zullen wij de nu afgebroken
conversatie op een nader te bepalen dag voort
zetten. Of dus de R.K.è fractie haar steun
aan het kabinet wenscht te onttrekken, dat
ligt nog verborgen in den schoot der goden.
„Het kan vriezen, het kan dooien" plaeht Mon
seigneur Nolens te zeggen en zijn opvolger
blijkt nu zeker in dit opzicnt. ook zijn navol
ger te zijn! Met dat al zijn de Katholieken er
niet op uit. straks achtereenvolgens eiken Mi
nister afzonderlijk te gaan bestoken. Integen
deel bij voorbaat verwierpen zij den guerilla-
oorlog. „Als het tot een strijd moet komen, dan
zal het er een zijn aldus de heer Aalberse
met open vizier, in het open veld, gevoerd
tegen het Kabinet".
De leider der R.K. fractie, die het nog altijd
niet met zichzelf (of met sommige wat weer
spannige elementen in zijn partij?) eens is, of
hij dit Kabinet zijn vertrouwen kan schenken,
kreeg van den Premier terecht te hooren, dat
het zeker niet in 's lands belang ware te lang
te wachten met m dezen tot een conclusie te
komen. En als dus wat Minister Colijn zich
best. kon voorstellen, de Roomsch-Katholieken
liever dan een bewind, dat er op uit is „met
rustige voorzichtigheid zich aan te passen
aan wat om ons groeit en af te weren wat
wild op ons komt aanstormen" een Kabinet
het heft in handen zouden zien nemen, dat
meer besluitvaardigheid, meer moed ei
meer fantasie zou vertoonen, dan hadden de
heeren het maar voor het zeggen. Rond en
vierkant moesten zij dit dan verklaren. Ech
ter vooral niet na lang talmen, doch zoo spoe
dig mogelijk.
Tot deze aansporing bestond te meer reden,
nu het inderdaad al heel onduidelijk was,
wanneer Mr. Aalberse met zijn eventueel te
houden interpellatie over het algemeen Regee-
ringsbeleid voor den dag zou willen komen.
Men kon den indruk krijgen, dat hij de door
hem bedoelde veldslag pas na afhandeling van
alle begrootingshoofdstukken zou willen aan
gaan. Dat ware rijkelijk laai. Maar bezien van
uit het standpunt der R. K. fractie zou haar
dit het voordeel schenken, dat wellicht het
dreigement met de afrekening straks, nog
bij meer dan één begrootingshoofdstuk Kans
zou bieden op verdere tegemoetkoming van de
zijde der Regeering.
Op verdere tegemoetkoming. Want het Ka
binet is toch al in meer dan één opzicht geens
zins doof gebleven voor verlangens door Mr.
Aalberse voorgedragen. Dit onderstreepte de
Minister-President vanmiddag nog eens, o.m.
met betrekking tot zijn in eersten termijn ge
Een POLIS der
LEVENS
VERZEKERING
MAATSCHAPPIJ
schept kapitaal voor moeilijke tijden
Dir. Bijkantoor W. J. WIERSMA, Schotersingel 129
(Adv. ïngez. Med.)
dane toezeggingen betreffende het geven van
een ruimeren armslag aan de particuliere wel
dadigheid t.a.v. steun aan werkloozen en aan
gaande de door de Regeering dit keer te
schenken winterhulp. De Minister-President
verklaarde openlijk (en er klonk zelfs een tril
ling van verontwaardiging in zijn stem) wei
nig gesticht te zijn over het feit, dat Mr. Aal
berse zelfs maar even den indruk had kun
nen doen post vatten als had Dr. Colijn toch
nog listiglijk een slag om den arm gehou
den bij deze toezeggingen. „Wie mij kent, weet,
dat mijn ja, ja, mijn neen. neen, is en nie
mand heeft dus het recht eerlijkheid mijner
bedoelingen in twijfel te trekken". Zoo riep
hij vertoornd uit.
Even later wierp de heer Vliegen hem zeer
behendig dezen bal terug, toen de Premier
verkondigde nog niet geheel en al te vertrou
wen op het woord der S. D. A. P. in zake haar
verlangen slechts legale wegen te bewande
len! In dit verband zij meteen aangestipt, dat
de Minister-President nog eens op het bestaan
der weer-afdeeling der N. S. B. en de daar
geldende verplichting van blindelingsche ge
hoorzaamheid aan den leider, de aandacht
vestigde, nu Mr. Westerman maar niet had
kunnen begrijpen, waarom de N. S. B. nog al
tijd op de zwarte lijst voorkomt Deze afge
vaardigde, die zich gisteren aan bedenkelijke
insinuaties had schuldig gemaakt, moest hier
voor vandaag een paar afstraffingen van de
heeren de Visser(Comm.) en Mr. Joekes V.D.)
incasseeren. Jammer was alleen, dat deze
laatste den slechten smaak aan den dag legde
den afgevaardigde van Nationaal Herstel te
plagen met iets uit diens particuliere verladen,
wat hier ook geenszins ter zake deed. Dit ge
schiedde in verband met het ijveren voor een
Centrale Industriebank.
Ook Ir. Bongaerts (R.K.t bleek opnieuw van
dit denkbeeld niet afkeerig te zijn. Ter ver
mijding van misverstand herhaalde de Mi
nister-President daarop nog eens, dat z.i.
groote industrieën hun kapitaal door middel
van emissies op de aandeelen-markt behooren
te krijgen, doch dat voor middel- en kleinere
industrieën zgn. regionale industrie-banken
ten dezen nuttig werk kunnen verrichten.
Ook voor de noodzakelijkheid van verlaging
der huren, ander punt, waarop hij dus in prin
cipe niet zoo ver van Mr. Aalberse c.s. af bleek
te staan, verklaarde Minister Colijn zeker wel
te weten, al is hij er zich van bewust, dat hij
den dag na de huurverlaging, de verhuurder
bij zich zal krijgen met de vraag hoe deze nu
zijn verplichtingen kan nakomen. Ma.w. ook
hier is het geraden voorzichtig te zijn met het
op zich nemen van direkte verantwoordelijk
heid door de Regeering.
Had Mr. Aalberse in twijfel getrokken of het
kabinet zich wel voldoende er van bewust is,
dat alle hoop op terugkeer van de toestanden
van vóór 1929 ijdel is, dr. Colijn trachtte
hem duidelijk te maken, dat hiervoor geen
enkele reden bestaat. „Met onze productie
zoowel op agrarisch als op industrieel gebied
moeten wij ons aanpassen aan de gewijzigde
omstandigheden, daarbij echter niet verge
tende, dat de buitenissige situatie voor heden
niet blijvend is
Aldus de Premier die erop wees hoe blijk
baar hij en mr Aalberse het eens zijn
in principe althans dat de noodige orde
ning niet van bovenaf dient te worden op
gelegd, maar uit het maatschappelijk initia
tief moet opkomen. En dan is de Regeering
heusch bereid, gelijk eenige voorbeelden kon
den staven, in dezen aanmoedigend op te
treden Doch zij heeft wel te waken tegen
groepsbaatzucht, die evenzeer als individueele
baatzucht bestaat en in het bedrijfsleven om
den hoek komt kijken. Daarom en om nog
allerlei andere factoren ware het ook al ver
keerd te meenen, dat, als we maar een goed.e
bedrijfsordening hadden (die niet bepaald in
een paar weken uit den grond te stampen is)
een N.V.V. achterwege zou kunnen blijven.
Neen als die er zou moeten komen en dat
zou zelfs al eens heel gauw kunnen gebeuren,
bijv. binnen 14 dagen dan dient de over.
heid t.a.v. den handel met het buitenland en
van de regeling van betalingen (en niet-
betalingenom der wille van het algemeen
belang, het heft in handen te houden.
Zie daar wel zoo
wat het belangrijk
ste uit minister
Colijn's, dit keer
zoo nu en dan met
heel wat tempera
ment uitgesproken
rede. Fel werd hij
bepaald, toen de
heer v. d. Tempel
hem nog met in
terrupties kwam be
stoken over te lang
zaam opschieten
met uitvoering van
werken dank zij
het 60-millioenplan
Spoed, spoed
nog eens spoed, zoo
had ook Mr. Aalberse in verband hiermede
uitgeroepen. Maar de minister-president kon
er terecht op wijzen, dat er, alweer met het
oog op de vele verschillende belangen, die
hierbij toch juist ook in het spel zijn, deug
delijk wikken en wegen noodig is., wil het
ondernemen van dergelijke werken inder
daad verantwoord zijn. Intusschen kon hij
Mr. Aalberse wel toezeggen nog eens te
zullen nagaan of het werkfonds-apparaat nog
wat verbetering zou kunnen ondergaan, al
geloofde hij voorshands niet, dat er een ge
schikter systeem dan het bestaande te vin
den zou zijn.
Ook Mr. Joekes ontving nog op een punt
eenige bevrediging. De premier bleek thans
n.l. wel bereid eens na te deen gaan hoe
het gesteld is met de verbindingen tusschen
de particuliere wapenfabricage ten onzent en
het buitenland: hij zag wel in, dat er in dit
opzicht in elk geval ongewencehte toestanden
-chijnen te bestaan!
Zwak was 's Ministers argumentatie waar
om hij liever tegen revolutionnaire volks
vertegenwoordigers pas iets wil ondernemen
als er eens 'n Grondwetherziening aan de
orde komt. Dr. Bierema (lib.) had de Re
geering, die als de dringende noodzaak blijkt,
wel wat met een gewone wet wil doen, tegen
het dan aanwezige gevaar voor gelegenheids
wetgeving gewaarschuwd
De liberale woordvoerder en de heer
Schouten (a.r.) zijn nog een beetje aan het
redetwisten geweest over het vraagstuk van
bezuiniging op het bijzonder lager-onderwijs.
De anti-revolutionnairen zijn, mits de grond
wettelijke vrijheid van onderwijs niet in het
gedrang komt, wel geneigd aan verdere on-
dèrwijsbezuiniging mee te werken, maar zij
hebben er bezwaar tegen de bijzondere school
besturen tot concentratie aan te zetten met
behulp van het dreigement, dat anders de wet
hen wel zal dwingen.
Toen het klokje half zeven sloeg had Mi
nister Oud de potverteerders nogmaals onder
handen genomen en waren vervolgens de
hoofdstukken I, n, VII A en XII alsmede de
middelenwet z.h.s. goedgekeurd: alleen de
heeren Visser (communist) en Sneevliet (rev.
soc.) lieten aanteekenen, dat zij tegen waren.
Zoo behoorde reeds na acht dagen het- al
gemeen begrootngsdebat weer tot het ver
leden. Me dunkt, dat de Kamer toor dezen
vluggen gang van zaken hulde verdient en
;dat nu van haar te verwachtn valt, dat zij
ook met eenzelfde voortvarendheid den ge-
heelen gegrootingsarbeid zal afdoen.
E. v. R.
Menschen en dingen uit
mijn Haagsche buurt.
LICHTE SCHADE AAN DE ZILVERMEEUW.
Naar wij vernemen is het K. L. M.-vlieg tuig
de „Zilvermeeuw", dat op weg was naar Ber
lijn, bij de landing te Hannover licht be
schadigd. Bij informatie bij de K.L.M. bleek
ons, dat deze schade van vrijwel geen betee-
kenis is.
Nieuwe clearingonderhande-
lingen met Duitschland.
Dr. S. E. B. Bierema
(V. B.)
Besprekingen zullen in Den Haag
worden gehouden.
Bestaande overeenkomst duurt voort.
Nadat tusschen de Nederlandsche
en de Duitsche regeering contact ge
zocht was heeft deNederlandsche regee
ring, naar V. D. uit Berlijn bericht,
met het oog op het afloopen van het
Nederlandsch-Duitsche clearingsver-
drag de Duitsche regeering voorge
steld nieuwe onderhandelingen te
openen. De Duitsche regeering heeft
zich daartoe bereid verklaard. De on
derhandelingen zullen binnenkort in
den Haag een aanvang nemen.
Tijdens den duur dezer onderhandelingen
zal de bestaande overeenkomst door beide
regeeringen ook na 17 November verder toe
gepast worden. Dat beteekent, dat de regeling
voor de eerste helft van de maand November
ook gelden zal voor de tweede helft van No
vember.
(Bovenstaand bericht werd ons van offi-
cieele instantie in den Haag bevestigd. In de
tweede helft van November zal een gelijk be
drag aan Devisen-scheine door de Duitsche
autoriteiten beschikbaar worden gesteld als
overeengekomen was voor de eerste helft van
de maand.)
Middel-Europeesche tijd in
ons land?
Minister De Wilde wijzigt zijn
wetsontwerp.
Afschaffing van den zomertijd.
In de memorie van antwoord aan de Tweede
Kamer inzake de herziening van den wette-
lijken tijd verklaart de minister van binnen-
landsche zaken, dat hem bij het bepalen van
een keuze zwaar weegt het verlangen om de
oplossing zooveel mogelijk te doen uitvallen in
overeenstemming met hetgeen te dien aanzien
in de volksvertegenwoordiging leeft. Voorts
waardeert hij ten zeerste het streven, een
einde te maken aan de verdeeldheid van ons
volk ten opzichte van de seizoentij dregeling.
Deze omstandigheden hebben den
minister ertoe geleid het aanvanke
lijk voorgestelde systeem te verlaten
en thans voor te stellen, den Middel-
Europeeschen tijd als tijdregeling
voor het geheele jaar te aanvaarden.
Het denkbeeld van enkele leden, om ook bij
invoering van den Middel-Europeeschen tijd
nog een zomertijd-regeling te handhaven,
ontmoet bij den minister hetzelfde bezwaar als
bij de leden, die zich hiertegen verklaren. De
aanvaarding van den Middel-Europeeschen
tijd is te beschouwen als een compromis,
waarbij als winst geldt de afschaffing van den
zomertijd.
Een teruggaan tot den toestand van vóór
1908 brengt evenmin verbetering, zou zelfs een
stap terug beteekenen op de pogingen om de
geïsoleerde positie van Nederland op te hef-
Het steeds levendiger wordend interna
Een halve eeuw geleden.
Uit Haarlems Dagblad van 1884
De Gewichtige man.
De gewichtige man loopt altijd met een
acte-tasch.
En met slobkousen.
En met een gezicht, waar duizend problemen
in alle plooien en hoekjes schuilen.
Op zijn deur staat: L. J. Th. van Veenhuizen
van Zoutelande. C. D. Vice-consul Du Brésil.
Waarom de functie die hij zestien jaar ge
leden vervuld heeft, in een stadje waar drie
maal in de tien jaar een passagierende Brazi-
liaansche matroos aanspoelde, in het Fransch
op zijn deur staat weet ik niet. Ik weet alleen
dat zijn vader Jan van Veenhuizen. zonder
Zoutelande, heette, dat hij ridder in de Orde
van Bolivia is, Officier in de Zwarte Ster van
Aunam, ridder van de Orde van de Nijl, eere
lid van de Vereeniging Plicht en Pleizier en
voorziter van dertien andere.
Hij kent iedereen bij ons in de buurt.
En iedereen kent hem.
En hij weet precies wie hij het eerst moet
groeten en wie voor hem de hoed afnemen
moet.
Hij is overigens een aardige kerel met een
diepe stem, een peinzend gelaat en eerbied
voor academische titels. Men zegt dat hij ge
hoopt had eere-doctor van de Universiteit van
Salt Lake City te worden, doch dat dit hem
niet gelukt is vanwege de malaise.
Wanneer hij 's avonds zijn Castor uitlaat en
ik mijn Pollux voeren wij, al heen en weer
loopend, vier lantarens heen, vier lantarens
terug, wel een aangenaam gesprek. Over de
wonderlijke dingen in den nandel tegenwoor
dig; over de doodende concurrentie, de krank
zinnige dumpingprijzen om maar-aan-bod-te-
blij ven en hij zegt dan telkens weer: „ik zeg
maar altijd 't is de Survival of the fittest". Op
die vier woorden is hij verliefd. Hij moet ze
eens gelezen of gehoord hebben en het drin
gen van een geweldig economisch probleem in
zulk een korten term heeft hem getroffen.
Wij hebben voor alle menschen bij ons uit
de buurt namen en hij heet, de gewichtigaard.
Hij is altijd geaffairceerd.
Moet hier iets organiseeren.
Dan iets ophelderen.
Ginds iets naslaan.
In Central een Conferentie houden.
Op de Witte iemand spreken.
Een ingezonden stuk naar de Courant
brengen.
Een boek op de Koninklijke Bibliotheek
halen.
Ik ben nog nooit bij hem thuis geweest,
maar ik weet zeker, dat zijn bureau ordelijk is
en bedekt met systematisch gerangschikte pa
pieren, memoranda, postzegeldoosjes, paper
clips en kalenders.
Ik weet zeker, dat klokslag zes de soep op
tafel moet komen, omdat hij beslist vóór de
post van half acht nog een brief op de bus
moet brengen; dat hij om tien uur naar bed
gaat, omdat hij morgenochtend om half ne
gen een belangrijke Conferentie heeft en dat
hij niets ongedaan laat om lid te worden van
het Comité voor Voeding van Behoeftigen nu
daar een vacature in gekomen is.
De gewichtigaard knipt allerlei stukjes uit
de courant en rangschikt die alfabetisch in
ordners en de rest van de courant bewaart
hij op dag en datum, „da's altijd gemakkelijk,
zegt hij, om na te slaan wat je noodig hebt".
lederen Vrijdag gaat hij met zijn kleine
stille vrouw naar de bioscoop. ..en dan gaan
we na afloop altijd een afzakkertje drinken
in Boschlust, een mensch moet ook eens aflei
ding hebben".
De heer L. J. Th. van Veenhuizen van Zoute
lande, Ci-devant vice-consul du Brésil heeft
eigenlijk nooit een vak beoefend of een ambt
bekleed. Hij heeft zijn vermogen zuinig be
heerd en gestaag vermeerderd, hij heeft lief
dadigheid beoefend, systematisch en met mate
en zéér principieel; hij heeft nimmer één bor
rel tevel gedronken; is bij zijn weten nooit
verliefd geweest en onverwachte noch dom
me dingen heeft hij ooit gedaan.
Voor zijn vrouw is hij hoffelijk en vriende
lijk en ik denk, dat hij nooit iets liefs tegen
haar heeft gezegd en nimmer iets onaardigs en
toen hij zijn Egyptische lintje kreeg heeft hij
haar op beide wangen gekust.
De gewichtigaard is een aardige man. Hij
noemt mij „buurman" en tikt me wel eens
amicaal op den schouder en beklaagt zich
deerlijk over het feit dat de buslichting voor
de nachttreinen bij onze bus véél te vroeg ge
schiedt.
„Ik zal er 'ns met mijn vriend den directeur-
generaal der posterijen over praten" zegt hij
en steekt zijn avondsigaar van negen uur op.
Gisteren heeft hij zijn actetasch in de tram
laten liggen. Ik heb er stiekum in gekeken,
er zat een spoorboekje in en het avondblad
van gisteren.
„Dank je vriendelijk, buurman", zei hij,
toen ik de tasch terug bracht „dank je harte
lijk hoor, ik had 'm voor geen geld willen mis
sen; stel je voor al die bescheiden".
Ik geloof dat men gelukkig is. wanneer men
gewichtigaard is, al is de lichting voor de
nachtpost veel te vroeg bij onze bus.
Mr. E. ELI AS.
fen.
tionaal verkeer op allerlei gebied bindt. Neder
land te zeer. dan dat het zich ten deze zoo
ingrijpende afwijking zou kunnen veroorloven.
Weststellingwerf's raad gaat
de rekening opmaken.
Mr. Maas bezoekt Wardenier.
Naar wij vernemen heeft de burgemeester
van Weststellingwerf. Mr. Maas, Woensdag
avond in gezelschap van een ambtenaar der
secretarie een bezoek gebracht aan den heer
Wardenier in het Academische Ziekenhuis te
Groningen.
Het bezoek heeft ongeveer een uur geduurd
Mr. Maas is nog des avonds naar Wolvega
temggekeerd.
Voorts vernemen wij, dat de toestand van
den heer Wardenier vooruitgaande is.
De gemeenteraad van Weststellingwerf zou
heden in spoedeischende vergadering bijeen
komen. Besproken zou worden het beleid van
burgemeester en wethouders in de zaak-War
denier.
Nederlander in België
aangehouden.
In de gevangenis van het Belgische grens-
plaatsje Maeseyck is Woensdag ingesloten de
28-jarige loodgieter A. B. uit Venlo, die er van
verdacht wordt, in het café .Spoor" te Venlo
uit een lade een geldkistje inhoudende f 180
te hebben ontvreemd en daarna te zijn ver
dwenen.
De V-jnlosche oolitie was er van in kennis
gekomen, dat B. zich in een taxi over de Bel
gische grens heeft, laten brengen. Dit spoor
werd gevolgd en in samenwerking met d? Bel
gische politie is de gezochte in een hotel te
Maeseyck gearresteerd. Een bedrag van f 160
werd op hem gevonden. Zijn uitlevering zal
worden gevraagd.
15 November:
GEMENGD NIEUWS. Men schrijft
aan de „L. Crt.":
Daar U nog al van volledigheid houdt,
twijfel ik niet, of U zult het volgende
wel willen plaatsen, ter aanvulling van
de lijst der namen van de gepaste woon
plaatsen, welke ons vaderland zijn
ingezetenen aanbiedt.
Verwezen worden: ijveraars tegen
vervalsching naar Echt; onstandvasti-
gen naar Wijk: sterken naar IJzeren;
slungels naar Limmen; slechte betalers
naar Borgharen; dorstigen naar Beek.
Putten of Schiedam; jongelui naar
Susteren; langslapers naar Sittard
(Si tard'i; kreupelen naar Leunen; En-
gelsche toeristen naar Boksmeer; die
ven naar Bergen: sprokkelaars naar
Oudenbosch; verstokte zondaars naar
Helmond; uitgewekenen van Zuid-
België naar Waalwijk: schoenmakers
naar Waspik: adellijken naar Middel
burg: onverstandigen naar Goedereden;
gezelligen naar Buren; brandspuitgasten
naar Barneveld of naar Brandwijk:
Maandagvïerders naar Bommels; vech
tersbazen naar Kamoen; die het land
hebben aan drukte naar Enkhulzen;
sterrekijkers naar Helder; natuurbe-
schouwers naar Meerenberg: ontevrede
nen naar Best; die den duivel vreezen
naar Engelen: hoefsmeden naar Hoeven:
werkstakers naar Hoogeloonwandelaars
naar Linden: schapenfokkers naar
Ooyen: kouweliiken naar Zomeren of
Vuren: turfstokers naar Veen: luiaards
naar (de) Werken; muziekliefhebbers
naar De Lier: onversaaeden naar Mon
ster: vereerders van Hildebrand naar
Beets; kaalkoppen naar Petten; keuken-
nrinse.ssen naar Winkel: schrapers naar
Grijnskerk; snuif f abrikanten naar Neu
zen: babbelkousen naar Vrouwenolder:
vredelievenden naar Vreeland: bleekers
naar Gieten: paardenliefhebbers naar
Ruinen; schaatsenrijders naar Vries;
bedelaars naar Heer: eenvoudigen naar
SimDelveld en niemand naar Dode-
waard.
Centralisatie der militaire
luchtvaart.
Het Vaderland meldt:
Naar wij vernemen, overweegt de minister
van defensie binenkort over te gaan tot cen
tralisatie van de luchtstrijdkrachten in
Nederland van de marine en het leger.
Het plan zou zijn deze te brengen onder
één inspectie. Voor eersten inspecteur komt,
naar wij verder vernemen, ernstig in aan
merking reserve-luitenant-generaal der genie
M. Raaymaakers, oud-inspecteur der genie.
DE PERSEN VAN DE N.V. ATALANTA.
De raadsleden van de N.V. Atalanta heb
ben opnieuw bij request aan de rechtbank
teruggave gevraagd van de dezen- zomer in
beslag genomen machines en persen van de
Tribune drukkerij te Amsterdam.
Door onze lens gesnapt.
Mr. G. Sluis.
Mr. G. Sluis werd 25 October 1930 benoemd
tot president van de Arr. Rechtbank alhier.
Hij werd geboren in 1874 en was na zijn
promotie eerst werkzaam als advocaat en pro
cureur te Assen. Op 12 September 1906 werd
hij substituut-griffier bij de Rechtbank al
daar en op 7 Januari 1910 rechter te Dordrecht
Op 11 Mei 1920 werd Mr. Sluis benoemd tot
rechter in de Arr. Rechtbank te Haarlem en
toen wijlen Mr. Pasteur tot president der
Rechtbank werd benoemd, werd mr. Sluis
vice-president. Dat was op 18 Juli 1930. Reeds
op 25 October van hetzelfde jaar zag Mr. Sluis
na het overlijden van Mr. Pasteur, zich be
noemd tot president van de Haarlemsche
Rechtbank.
Mr. Sluis is een uitnemend rechtsgeleerde
en een vriendelijk en hulpvaardig man.