UIT HET BUITENLAND De ondergrond van de Belgische regeeringscrisis. THIJS IJS EN DE SCHAT OP DE MAAN. DINSDAG 20 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 4 Theunis vormt de nieuwe Belgische regeering. Hijmans aan buitenlandsche zaken. Vertegenwoordigers der Kleine Entente te Genève bijeen. Moord te Marseille in Januari voor den Volkenbond? De vlootbesprekinqen te Londen. Nieuwe Japansch-Engelsche onderhandelingen zullen plaats hebben. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS Theunis. Theunis, die door koning Leopold III belast was met de vorming van een nieuwe regee ring is in deze opdracht geslaagd. De koning heeft de volgende ministerlijst goedgekeurd: Minister-president, minister zonder porte feuille Theunis (R.K.) Minister zonder portefeuille Franqui (Lib.) Buitenlandsche Zaken. Hymans (Lib.) Landsverdediging Devèze (Lib.) Justitie. Bovesse (Lib.) Binnenlandsche Zaken, Pierlot (Lib.) Openbaar onderwijs, Hiernaux (R.K.) Financiën, Gutt (Lib.) Openbare Werken, Landbouw, Middenstand, v. Cauwelaert (R.K.) Arbeid, Maatschappelijke Voorzorg, Rub- bens (R.K.) Economische Zaken, v. Isacker (R.K.) Vervoerwezen, P. T. T., Dubus de Warnaf- fe (R.K.) Koloniën, Charles (R.K.) GENèVE. De drie ministers van buitenlandsche za ken van de Kleine Entente, Benesj, Jeftitsj en Titoelescoe, hebben gistermiddag van ge dachten gewisseld over den politieken toe stand. Daarbij stond, naar verluidt, de voor genomen stap van Zuid-Slavië bij den Vol kenbond op den voorgrond. De Zuid-Slavische minister van buitenland sche zaken zal een schrijven aan den Volken bond richten, waarin hij voorstelt de met den moordaanslag te Marseille in verband staan de problemen op de agenda te plaatsen van den Volkenbondsraad, waarbij echter eerst gedacht wordt aan de volgende raadszitting in Januari 1935. Uitgesloten zou zijn, dat Zuid-Slavië een urgentievoorstel indient om reeds tijdens de tegenwoordige raadszitting de kwestie te behandelen, te meer daar het vooronderzoek naar het schijnt nog niet ten einde is. Bovendien zou een zoodanige poging zeer gemakkelijk op ernstig verzet, vooral van Italiaansehe zijde kunnen stuiten. Daaren tegen wordt wel algemeen verwacht, dat nog tijdens deze raadszitting het Zuid-Slavische memorandum en, naar verluidt ook zekere constateeringen, worden gepubliceerd. Dit zou dan een document vormen, dat on geveer 40 pagina's groot zou zijn. Er verluidt voorts, dat de Kleine Entente het onderling volkomen eens is geworden over de door Zuid-Slavië te ondernemen stappen. Voordat een beslissing genomen wordt zouden echter nog besprekingen worden gevoerd met den Franschen minister van buitenlandsche zaken, die Dinsdagmorgen hier aankomt. De voorzitter van de ontwapeningsconfe rentie. Henderson, die Zondagavond in Ge nève is'aangekomen, heeft gisteren met den Amerikaanschen gedelegeerde, Wilson, den Russischen volkscommissaris, Litwinow, en andere gedelegeerden voorbereidende bespre kingen voor de zitting van morgen van het presidium van de ontwapeningsconferentie gevoerd. Naar verluidt is Henderson voorne mens in overeenstemming met het in Juli in gediende Amerikaansche en door de Engel- schen principieel goedgekeurde voorstel, de toekomstige werkzaamheden van de ontwa peningsconferentie te concentreeren op de controle van den wapenhandel. Dit Ameri kaansche voorstel, dat in hoofdzaak de ver plichting tot regelmatig rapportuitbrengen aan den Volkenbond bevat vindt tegenover zich Fransche plannen tot reglementeering van de wapenproductie en den wapenhandel. Voorts wordt verwacht, dat Litwinow zal voorstellen de conferentie om te zetten in een permanente vredesconferentie. ENGELAND. Het Japansche antwoord op de Britsche voorstellen ter overwinning van de impasse in de vlootbesprekingen te Londen is Maandag avond door den Japanschen ambassadeur aan den minister van buitenlandsche zaken, Sir John Simon, medegedeeld. Dit antwoord kan niet worden beschouwd als een onmiddellijke oplossing van de moeilijkheden, doch het brengt naar V-D. meldt de besprekingen een stap verder en zal worden gevolgd door verdere gedachtenwisselingen tusschen Engeland en Japan. In tusschen zal uiteraard Sir John Simon rapport uitbrengen aan het kabinet en er zal een spoedige gelegenheid worden gezocht, hetzij Dinsdag of Woensdag om de Ameri kaansche delegatie op de hoogte te brengen van de Japansche houding. Men verwacht, dat voor het einde van deze week nog Engelsch Japansche besprekingen zullen worden ge houden. Duitschland. Hitler over de stemming in het Saargebied. In een onderhoud dat twee Fransche oud- sbrijders Jean Coy (Kamerlid en voorzitter van de Union Nationale des Combattants) en Robbert Monnier (lid van den Parijschen ge meenteraad) te Berlijn in de rijkskanselarij met Hitier hebben gehad, heeft deze volgens het verslag dat de Matin van het onderhoud geeft, o.a. gezegd: De moeilijkheden die op het oogenblik tusschen Frankrijk en Duitsch- land bestaan, vloeien voort uit de Saarkwestie Nu heeft de Fransche pres beweerd dat wij een Putsch voorbereiden, maar dat is dwaasheid. Ik verklaar u hier stellig, dat wij ons zullen schikken naar den uitslag der volksstemming, hoe deze ook moge uitvallen. Over de wapeningskwestie heeft Hitler o.m. gezegd: Frankrijk verwijt ons herwapening, maar het wapent zichzelf tot de tanden en rechtvaardigt dat met het argument, dat Duitschland weigert zich aan de ontwape- ningsverplichtmg te houden. Is het niet moge lijk door recht«treeksche onderhandelingen een einde te maken aan dezen toestand? Tenslotte - zette Hitier u.teen, aac oe oud strijders van alle landen in de handhaving van den vrede een groot aandeel kunnen heb ben. Van de Fransche bladen aldus de N.R.C., die melding van het interview maken, stellen enkele, dri korte beschouwing^ ncn wijden vast, dot Hitier niets nieuws heeft gezegd. Zoo merkt het op, aai ae i a- bare meening het op prijs zou stellen, als de daden der Duitschers wat meer strookten met de woorden van hun leiders. L'Oeuvre schijft: ,,Wil Hitier met ons pra ten? Niets is gemakkelijker. Er bestaat toch een aangewezen plaats voor zulke gesprekken: Genève! Het bureau van de ontwapenings conferentie komt morgen bijeen". Dantzig. Nazi-successen hij de verkiezingen. Bij de districts- en gemeenteraadsverkie zingen in Dantzig hebben de nationaal-socia- listen een groote overwinning behaald, meldt het D.N.B. De officieele uitslagen zijn nog niet bekend; maar in sommige districten krijgen de natio- naal-socialisten 89 en 93 pet. der uitgebrach te stemmen. Rusland. Opnieuw zes doodvonnissen uitgesproken. Reuter meldt uit Moskou: Het hooggerechtshof van Oezbekistan, in Centraal Azië, heeft zes personen, beschuldigd van sabotage, ter dood veroordeeld, omdat zij ingebreke waren gebleven de reglementair voorgeschreven katoenleveringen "aan den staat te doen. Voorts is een aantal beschul digden veroordeeld tot 3 tot 6 jaar gevange nisstraf. Honderd mijnwerkers bedolven. Ontploffing in een steenkolenmijn. Naar het Chineesche blad Sj'oenbau meldt, is in de Foesjoen-steenkoienmijnen in Mand- sjoerije een ernstige ontploffing ontstaan, ten gevolge waarvan een honderdtal mijnwerkers werden bedolven. DRIE ARBEIDERS BIJ PETROLEUMBRAND OMGEKOMEN. Bij een brand in een fabriek van de En gelschPerzische petroleum-maatschappij in Abadan (Mesopotamië), die gisteren is uitge broken. zijn drie niet-Europeesche arbeiders om het leven gekomen. Twee Europeanen en 15 niet-Europeanen kregen kwetsuren. FRANSCHE WERKLOOZKN ORGANISEEREN EEN HONGERMARSCH. Ongeveer 5000 werkloozen uit het Fransche industriebekken van Neuves Maisons en Cha- ligny hebben gisteren met hun gezinnen een hongermarsch ondernomen naar Nancy, waar zij den prefect van het departement verschil lende eischen overhandigden. Het is daarbij niet tot incidenten gekomen. Doodstraf tegen Mafoesjka geëischt. Vonnis kan niet ten uitvoer worden Het Matoesj ka-proces te Boedapest nadert thans zijn einde. In de zitting van Maandag begon de pro cureur-generaal zijn requisitoir met een be schrijving van den aanslag, waarna hij den levensloop van den beklaagde schilderde. Daarbij stelde hij vooral de spoorwegaan slagen bij Ansbach en bij Jueterbog in het licht. De beklaagde heeft zijn daden gepleegd met de opzettelijke bedoeling een massa moord te verrichten. Hij bestudeerde de trei nenloop, beschikte over spoorwegtechnische kennis en zocht voor zijn aanslag het ge vaarlijkste punt uit. Onder verwijzing naar de medische rapporten constateerde de aankla ger, dat de beklaagde noch onder hypnoti- schen invloed, noch onder suggestie heeft ge handeld. Er is bij hem verstoring van de wilsuitingen, van het bewustzijn of van de toerekeningsvatbaarheid aanwezig. Aan het einde van zijn requisitoir eischte de procu reur-generaal ten slotte tegen Matoesjka de doodstraf, die echter in geval van een ter- doodveroordeeling door het gerechtshof niet ten uitvoer kan worden gelegd, daar Matoesj ka Oostenrijksch onderdaan is en ten tijde van het begaan van den aanslag in Oosten rijk geen doodstraf bestond. In zijn pleidooi trachtte de verdediger het bewijs te leveren, dat Matoesjka in hooge mate geestesziek is. Winzucht is niet het mo tief van zijn daden geweest. Ook politieke bedoelingen waren bij de aanslagen niet aan wezig. WOENSDAG 21 NOVEMBER. HILVERSUM 301.5 M. 8.Vara, Gramofoonmuziek. 9.30 Onze Keuken door P. J. Kers. Jr. 10.— VPRO. Mor genwijding. 10.15 Vara. Uitzending voor de arbeiders in de continubedrijven. 12.Gra mofoonmuziek. 12.15 De Zonnekloppers o.l.v. Cor Steyn. 12.45 De Flierefluiters o.l.v. Eddy Walls. 1.45 De Zonnekloppers o.l.v. van Cor Steyn. 2.— Verzorging van den zender. 2.15 Vara-knipcursus voor beginners, door mevr. A. van Blankenvan Kuyk. 3.Voor de kin deren m m.v. Vara-tooneel o.l.v. W. van Capel- len. 5.15 XX-Ensemble o.l.v. Cor Steyn. 5.45 Strijkorkest o.l.v. Eddy Walis. 6. Sportuit- aendiing. 6.20 Schamei o. 1. v. Piet-er Renes. R.V.U. 6.30 Dr. Th. van Schelven, zenuwarts: ..Moeilijkheden met kinderen". 7.Vara „Schakels", vro-olijk spel van de huiselijke haard, door Herman Heyermans. Opvoering door het Vara-tooneel o.l.v. Willem van Ca- pellen. 8.— Herhaling SOS-berichten. 8.03 Eva Busch zingt en Jo Huy speelt saxofoon. A. d. vleugel: Jan Wals. 8.30 Hulde aan de Uiver. Programma n.a.v. de heden verwachte terug komst in Nederland van Parmentier, Moll Prins en v. Bruggen. 10.— Vaz Dias en varia. 10.15 Orgelspel dor Joh. Jong. 10.30 Notenkra kers o.l.v. Daaf Wins. 11.15 Gramofonomnz-iek. 12.Sluiting. HUIZEN 1875 M. 8.NCRV. Schriftlezing en meditatie. 8,15 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst, door ds. D. Ringnalda Jr. 11.Harmoniumibespe- ling dor Mo. F. Juriaanz. Zang mejuffr. D. Mijnhout, sopraan. 12.— Politieberichten. 12.15 Gramofonmuziek. 12.30 Politieberichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Amsterdamsch Ka- mer-Muziek-Rwartet. 2.Re portage-aan komst van de „Uiver". (Wijzigingen voorbe houden) 2.Gramofoonmuziek. 3.Bespe ling van het Studio-orgel door S. P. Visser. 3,45 Verzorging van den zender. 4.We bouwen „De Uiver". Spreker: H. J. Steinvoort. 5. Kinderuurtje door mej. N. Verhaar. Zang: mej. L. v. d. Valk; piano; K. Brouwer. 6.Land- bouwhalfuurtje. Spreker: P. Tillema. 6.30 On derwijsfonds voor de Scheepvaart. 7.Politie berichten en Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Gra- mofoonmuzieik of een greep uit het dage- lijksch gebeuren. 7.30 Technische lezingen door A. Hulsbergen. 8.„Ons Offeruur". Het NCRV. Klein Orkest o.l.v. P. v. d. Hurk met so listen. 9.Gramofoonmuziek. 9.15 Het NCRV. Klem-Orkest o.l.v. Piet-, v. d. Hurk. Solist: Laurens Bogtman, bas. 10.Vaz Dias en Gra mofoonmuziek. 11.Gramofoonmuziek en- sluiting. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC. Glimmer stelde zich aan beide vrienden voor. „Wij danken U zeer," zeiden Thijs en Sim tegelijk, „als U niet tijdig was gekomen, had je naar den afloop van het gevecht niet hoeven vragen „Ach," zei Glimmer, „het was voor mijzelf al een plezier; ik heb het land aan zulke dieven, vooral als zij met veel lawaai vreedzame reizigers lastig vallen. Ga nu maar even mee naar huis om U wat op te knappen; dat je je niet zoo frisch meer voelt, kan ik me best voor stellen. Dat deden Thijs en Sim maar al te graag; van verder gaan kwam toch niets meer. Een stemming van angst en onzekerheid. (Van onzen correspondent). BRUSSEL. 19 November. Zelfs wanneer men in zijn dagblad nauw keurig de opeenvolgende feiten van de Belgi sche regeeringscrisis heeft nagegaan, kan men zich nog geen juist denkbeeld vormen van de situatie; omdat in de politiek, de feiten nu eenmaal niet alles en dikwijls zelfs het voor naamste niet zijn. Wil men den zin ontdek ken van hetgeen er gebeurt, dan moet men de verschijnselen zien in de atmosfeer waaruit en waarin ze ontstonden. Dit is trouwens geen gewone regeeringscrisis en hier moet men meer dan ooit rekening houden met stemmingen, gevoelsschakeeringen en impon derabilia. Het verdwijnen van de regeering, door graaf de Broqueville gevormd en geleid,- vormt een episode in de parlementaire geschiede nis des lands, waarvan men de wedergade nog niet ontmoet heeft. Van den zomer, na hevige debatten, veroverde de Broqueville met moeite voor de tweede maal de volmachten. Over het algemeen zijn parlementen niet scheutig met dit voorrecht. Zij zijn alleen bereid zich zelf uit te schakelen, wanneer zij de overtuiging hebben dat er een uitzonderingstoestand ge schapen is, waaraan slechts door snelheid en eenheid der actie een bevredigend einde ge maakt kan worden. De heer de Broqueville heeft de Kamer bezworen dat alléén pleins pouvoirs het land van den ondergang konden redden. Hiermede heeft hij de oppositie dei- democratische katholieken overwonnen en zijn meerderheid gekregen. Hij breidde toen zijn kabinet uit met twee extra parlementaire finantieele deskundigen, de heeren Paul van Zeeland en Ingelbleek. die minister zonder portefeuille werden. Het land verwachtte toen ingrijpende maatregelen, waardoor het aan passingsproces, dat we thans doormaken, zoodanig" verhaast zou worden, dat zoo spoe dig mogelijk normale toestanden op een lager niveau konden intreden. Er gebeurde echter niets, heelemaal niets. Tegen het eind van de periode van volmachten verschenen een aan tal decreten, welke niets met den algemeenen economischen toestand te maken hadden, be treffende zaken welke even goed in een nor male parlementaire zitting behandeld hadden kunnen worden. Zoo bijvoorbeeld: eenige na dere regelingen in zake de effectenhandel. In tusschen liet zich de toestand van 's lands finantiën steeds somberder aanzien, terwijl de wildste geruchten daaromtrent begonnen te circuleeren. Als een donderslag kwam toen het bericht dat alle rijkssalarissen wederom met vijf procent verminderd zouden worden, terwijl men de bevordering stop zette. De ge middelde salarisverlaging der rijksambtena ren bedraagt 28 pet. Op zich zelf beschouwd is dit percentage niet exorbitant, in vele om liggende landen is het hooger. Men moet er echter rekening bij houden dat salarissen in België te allen tijd lager dan elders ge weest zijn. Men mag vooral niet Belgische met 'Hollandsche toestanden vergelijken. Het Hollandsche loonpeil is oneindig veel hooger dan het Belgische en het Hollandsche levens peil is wel iets meer toch niet zoo bijzonder veel hooger dan het Belgische. Wanneer men een ambtenaar op een der ministeries hier neemt, met, laten we zeggen, vijftien dienstjaren en een rang overeenko mende met die van referendaris, dan is zijn loon niet heel veel meer dan twee honderd gulden per maand. Om daarvan in Brussel met een gezin, een zekere stand op te houden, is zeer moeilijk. In de lagere rangen vindt men salarissen van zestig tot honderd gulden in de maand, waarvan gezinnen leven moe ten. Loonsverlaging van 5 pet. beteekent in die gevallen, zéér veel. Bovendien hadden tij dens de laatste verkiezingen, verschillende leden van de Broquevilles regeering met ver heffing van stem verklaard, dat zij nóóit aan verlagingen van salarissen, pensioenen en steunuitkeeringen zouden medewerken, om dat in die richting de uiterste grenzen bereikt waren. Het spreekt van zelf dat een regeering welke met veel poeha pleins pouvoirs vraagt om het land van den wissen ondergang te kunnen redden en die na maanden van werk loosheid met niets anders voor den dag komt dan met een salarisverlaging, welke belofte breuk is, moeilijk de sympathie van het volk kon behouden. Toen de heer de Broqueville in de Kamer zijn verklaring voorgelezen had, ging hij heen onder een hoongelach van links en een ijzerige stilte van rechts. Zelfs zijn politieke vrienden en bondgenooten ga ven hem geen bewijs van instemming. Wat is er in die vijf maanden gebeurd? Langzamerhand dringen daaromtrent be trouwbare berichten tot ons door. In het ka binet. dat zich voorgenomen had, snel en krachtig te handelen, heerschte de grootste onderlinge verdeeldheid, welke zoo hoog liep, dat ernstige conflicten aan de orde van den dag waren. Dokter Paul van Zeeland, direc teur van de Nationale Bank, die als een finan cier van internationale beteekenis geldt, kwam voor den dag met een samenhangend plan tot fiscale en economische reorganisatie. Hij meende terecht dat men hem daarvoor als deskundige in de regeering had opgenomen. Minister Sap, oud onderwijzer en alles behal ve een linancieele specialiteit,, wist echter zóó te manoeuvreeren dat Van Zeeland's projec ten nimmer ernstig ter sprake konden ko men. Niemand kan het Dr. Van Zeeland kwa lijk nemen dat hij ten slotte in arren moede, het bijltje er bij neer wierp. Van dit feit af dateert de snelle ontbinding van de Broque- ville's kabinet. Wat Van Zeeland precies wil de is niet bekend en men kan dus moeilijk de mérites daarvan beoordeelen. Maar wat men hier niet goed begrijpt is, waarom men in een zoo ernstigen tijd ais deze een deskun dige in de regeering opneemt om hem vervol gens volkomen links te laten liggen. Wij komen hier aan een belangrijk element in de politieke crisis van nu: de publieke opinie. Het Belgische volk is over het algemeen bijzonder gemakkelijk te regeeren. De gemid delde man staat vrij onverschilig tegenover de politiek en als het hem maar redelijk goed gaat heeft hij meer belangstelling voor zijn vereenigingen en zijn wedstrijden, dan voor 's lands aangelegenheden. De duiven en de muziek, de twee hartstochten van dit volk, maken het leven van de overheid gemakke lijk. De Belg is bovendien gemoedelijk van natuur, houdt van zijn natje en zijn droogje en vraagt verder dat men hem ..gerust laat". Maar ook aan de lankmoedigheid en de on verschilligheid van een volk zijn grenzen. Vóór of tegen het goud? Wanneer men leest dat de regeering de Broqueville den kostbaren tijd verdaan heeft met onderling krakeel en dat er niets tegen de crisis gedaan werd door de jalouzie van mijnheer Sap tegenover mijnheer Van Zee land, dan begint men. de groote „men" in de huiskamers en de café's, zich toch af te vra gen, of hij niet in het ootje genomen wordt. Gedurende de gansche crisis, die hier moedig zonder al te veel sputteren gedragen wordt, is er in België niet zoo'n gevaarlijke stem ming van wantrouwen en ontevredenheid ge weest als nu. Deze stemming werd geenszins weggenomen toen bekend werd dat de heer Jaspar de nieuwe regeering zou vormen. Het maakt in derdaad een vreemden indruk, wanneer men hier na iedere regeeringscrisis, steeds weer precies dezelfde heeren op het kussen ziet te rugkomen. Het is niets dan stuivertje verwis selen. Nu eens is de heer Henri Jaspar Minis ter van koloniën, dan weer van financiën en een ander maal van buitenlandsche zaken. Er ziin hier een stuk of zes, zeven persoon lijkheden. die met korte eclipsen eigenlijk voortdurend op den eersten rang zitten. Toen de koning Dr. Henri Jaspar de opdracht gaf, had niemand eenig vertrouwen in den goe den afloop. Jaspar is een zeer middelmatig fi guur, die een groote fout heeft: zijn ijdelheid, maar ook een groote deugd: zijn onbaatzuch tigheid. Hij zou zich wel graag vrij willen maken van de voogdijschap welke het bank wezen over iedere Belgische regeering uit oefent. Zijn ideaal is het. den rentestandaard aanzienlijk te drukken, opdat handel en nij verheid goedkooper credïet kunnen krijgen, maar hij is niet sterk genoeg om tegen de geldmachten op te tornen. De „mur d'argent" waarover het eerste kamerlid Paul Crockaert indertijd sprak, staat nog stevig overeind en ieder vrij initiatief loopt er tegen te pletter. Ik geloof niet dat op dit oogenblik in eenig land van Europa een toestand bestaat als in België, waar het bankwezen en in het bijzon der de Société Générale den geheelen eco nomischen en politieken toestand beheerscht. De heer Jaspar trok moedig aan het werk en bracht een ministerie bijeen dat als twee droppels water geleek op het ministerie de Broqueville, dat heengegaan was. Maar op het laatste oogenblik zag hij er toch van af, met dit gezelschap in zee te gaan. Waarom? De beantwoording van die vraag werpt een schel licht op de situatie in België. Ten einde elke kans op een persoonlijke interpretatie uit te sluiten, laten we het woord aan dr. Henri Jaspar zelf. Deze verklaarde aan een verte genwoordiger van het persagentschap Belga: „Vrijdagochtend liet de heer Francqui (pre sident-directeur van de Société Générale) aan wien ik gevraagd had, mij zijn medewerking te verleenen, mij op het onverwachtst weten, dat hij mij die niet verleenen kon. Op deze weigering heb ik mij genoodzaakt gezien, den koning te verzoeken, mij van zijn opdracht te ontslaan." Een ervaren politicus als dr. Jaspar moet dus afzien van kabinetsformatie, eenvoudig omdat een bankdirecteur hem zijn vertrou wen ontzegt. Nadat de heer Cyriel van Over- bergh in de ziekte gevlucht was, gaf de ko ning de opdracht aan den heer Theunis, die voor zoover we op het oogenblik dat dit arti kel geschreven wordt, weten, een aantal mi nisters bijeengebracht heeft. Als dit nieuwe kabinet wordt, zooals de laat ste berichten luiden, dan is de „haute banque" er duchtig in vertegenwoordigd. De heer Theunis stond zijn leven lang in nauw verband met de Banque de Bruxelles, terwijl de hee ren Francqui (schatkist) en Gutt (financiën) als afgezanten van de Société Générale be schouwd kunnen worden. Zelfs lieden, die een afschuw voelen voor iedere revolutionnaire gezindheid, en die in geen enkel verband staan met de socialisten, komen in opstand tegen de al te nauwe be trekkingen, welke er in de laatste jaren tus schen regeering en bank bestaan- De afkeer van deze al te innige vermenging van openbaar en particulier belang, wordt op het oogenblik nog versterkt door de angst voor inflatie. Het publiek, dat van economi sche zaken geen benul heeft, maar dat de af schuwelijke ellende van- de inflatie aan den lijve gevoeld heeft, is doodsbenauwd voor een herhaling van dit onheil. Alle gesprekken, welke men hoort hebben tot thema: zal de franc het houden en alle menschen worden beoordeeld naar hun meening over het goud. Terecht of ten onrechte staat de heer Francqui, die de functie van sterken man moet vervullen, bekend al.° een voorstander van inflatie. Zijn veto tegen Jaspar en zijn toetreden tot de ploeg Theunis, hebben de onrust sterk verhoogd. Er heerscht op het oogenblik in België tot m de meest onpolitieke lagen der bevolking een onzekerheid welke elk oogenblik in prik kelbaarheid kan overslaan. Men voelt dat er iets anders gebeuren moet dan tot nu toe geschiedde, om uit het moeras te raken en men vreest dat de bankiers niet de ware menschen zijn om daarbij als leiders op te treden. Het is dan ook heelemaal niet zeker dat de combinatie welke de heer Theunis voorloopig bekend maakte, definitief zal worden. En het is evenmin zeker dat als zij definitief wordt, de Kamer er haar vertrou wen aan zal schenken. Een Roomsch-libe- raal coalitie-kabinet als ook dit weer zal zijn, komt alleen aap een meerderheid, wanneer het de Christen-democraten mee heeft. De ze nu zijn over het algemeen zeer mee gaand, maar het is de vraag, of zij niet einde lijk zullen inzien dat er een te groot verschil ligt tusschen hun zeer radikale programma op sociaal gebied en de belangen welke een man als Francqui vertegenwoordigt. Algemeen gelooft men dat mgt de vorming van een kabinet Theunis. de regeeringscrisis nog niet definitief geëindigd is. JAN GRESHOFF. HET VETORECHT IN ZUID AFRIKA VERVALLEN. PRETORIA. 19 November (V. D.) Van he den af houdt het vetorecht, dat de koning heeft om de besluiten die door den gouver neur-generaal zijn goedgekeurd op. Dit is in overeenstemmin met de wijziging van desbetreffende wetten, waarbij sectie 65, die het vetorecht behandelt, is komen te ver vallen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 6