LlTTEBlIM INI KUN: N.O.T. eri N.U.M. H.D.* Nieuwe Uitgaven VERTELLING Kou op de Borst VJSiSS DINSDAG 20 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD HET TOONEEL DE HACESPELERS. ZESTIEN JAAR. Niet vele meisjes van zestien jaar, die hun vader vroeg door den dood hebben verloren, zullen op de ontdekking, dat haar moeder gaat hertrouwen, zoo hevig en geëxalteerd reageeren als Irene Lawrence dit doet in „Sixteen", het tooneelspel van Aimee en Philip Stuart, dat De Hagespelers thans op het repertoire hebben genomen. De frissche en gezonde wijze, waarop haar jongere zusje, een meisje van 14, het bericht van haar moe- der's huwelijk opneemt, lijkt ons normaler toe, maar daarom zouden wij toch niet gaarne durven beweren, dat er niet zulke meisjes als Irene zijn, al is haar houding dan ook op de grens van het ziekelijke af. Zeker is het, dat de auteurs het conflict, zooals zij het hebben gesteld in hun stuk, zeer fijn en teer hebben behandeld en het psychologisch ook heel aanvaardbaar hebben gemaakt. Mevrouw Jennifer Lawrence heeft haar dochtertje steeds in den waan gelaten, dat haar vader, die als officier in den wereldoor log aan het front had gediend en door een auto-ongeluk was omgekomen, toen de twee meisjes nog zeer jong waren, een ideaal man was geweest. Voor Irene is er een aureool om het hoofd van dezen vader, die naar zij meent haar moeder zoo gelukkig heeft ge maakt. Wanneer zij dan ook op een dag haar moeder in een omarming ziet met een voor haar vreemden man, geeft dit haar zulk een schok, dat haar aanhankelijke liefde voor haar moeder plotseling verandert in afkeer. Zij ziet hierin een schending van de nage dachtenis van haar vader, en haar liefde ver keert zelfs in haat, als zij hoort, dat haar moeder het plan heeft te hertrouwen. De gedachte, dat een ander, een vreemde man, de plaats van haar vader zal gaan inne men, wordt haar ondragelijk. Zij komt er door in een toestand van over-exaltatie, zoo zelfs, dat zij het huis ontvlucht met het plan een eind aan haar leven te maken. Zoo ver komt het echter gelukkig niet. Wanneer mevrouw Lawrence en Mr. John Cor bett na hun pas gesloten huwelijk thuis ko men, vinden zij het meisje bewusteloos op den overloop van hun flatwoning liggen voor de deur. Dan eerst gaan de oogen van de moeder open en begrijpt zij, wat dit huwelijk voor haar dochter heeft beteekend. Het is de oude dokter Sloane, de huisvriend al sinds hun prilste jeugd, die Irene de waarheid om trent haar vader, die in het geheel niet de ideaal echtgenoot voor haar moeder is ge weest, zooals het kind zich dat altijd heeft verbeeld openbaart, Dr. Sloane houdt haar voor, dat ook haar moeder nog recht heeft op geluk. Dan begrijpt het kind en zij reikt de hand aan Mr. Corbett, die nu geen „vreemde" meer voor haar is. Dit conflict, dat zoo vele meisjes moeten doormaken, al zullen ze niet allen even hevig reageeren als deze Irene, is ik schreef het reeds met fijnen toets door de auteurs van „zestien jaar" behandeld. Als tegenstelling hebben zij naast dit geëxalteerde meisje het jongere zusje geplaatst, dat een en al levens lust en egoïsme is, een enfant terrible tevens in haar onschuld en onnoozelheid. Zelden heben wij op het tooneel een in haar gezonde ongekunsteldheid uitbundig kind zoo frisch en raak en geteekend gezien als deze „Baba" en zij Tyerd door het levendige, sprankelende en fijn-komische spel van Corry Kan—Vonk tot één brok natuur. Wel heel subtiel is het tooneeltje op de slaapkamer tusschen deze meisjes, wanneer Baba in haar onschuld over de mogelijkheid spreekt, dat zij nu later misschien nog een broertje of een zusje zullen krijgen en daar door ongewild Irene tot een graad van hoog ste overspanning brengt. Prachtig was dit tooneeltje van Adrienne Canivez en Corry KanVonk en deze laatste speelde het slot van deze scène, wanneer zij angstig de kamer ontvlucht, met een dramatisch sterk en zui ver accent, dat een geheel nieuwen kijk op het talent van de jonge actrice gaf. Heel dit stuk is vol van fijne trekjes, waar door ons het gecompliceerde karakter van Irene klaar en duidelijk wordt. De tooneeltjes tusschen Irene en mevrouw Mc. Neil een schat van een verstandige grootmoeder, door mevrouw Rika Hopper met groote innigheid gespeeld zijn juweeltjes en ook het gesprek van deze oude vrouw met de levenswijze Dr. Sloane een den heer Jacques van Hoven goed liggende rol, die echter nog beter zal worden bij meer inspelen en grootere rolvast heid een gesprek, waarin de psyche van dit meisje in de puberteitsjaren door den dokter medisch wordt belicht, trof door natuux-lijk- heid en warmte van toon. Er zijn ook wel eenige zwakke plekken in dit stuk van Aimée en Philip Stuart zoo gaat de voltrekking van het huwelijk van Jennifer Lawrence en Mr. John Corbett wel overrom pelend vlug en is dat blijkbaar enkel en alleen zoo geforceerd ten behoeve van de auteurs, die het noodig hadden voor den verderen gang van hun stuk en is ook het slot. de vlugge om keer van Irene en de medisch niet geheel ver antwoorde wijze van Dr. Sloane om Irene over de crisis heen te helpen door haar in haar overspannen toestand de waarheid van haar vader te onthullen niet bepaald overtui gend, maar als geheel heeft dit stuk, waarin een zoo veel voorkomend conflict op een niet gewone en toch zeer subtiele wijze is uitge werkt, indruk op mij gemaakt en mij in som mige tooneelen ontroerd. Zeker niet het minst door de superieure voorstelling door de Hage spelers onder leiding van Eduard Verkade, een opvoering, waarin mij vooral de teere en in tieme sfeer ten zeerste heeft getroffen. Adrienne Canivez heeft in de rol van het 16-jarig meisje opnieuw getoond een zeer bij zonder talent, dat eigenlijk alleen nog maar wachtte op den regisseur, die het volkomen tot ontplooiing zou brengen, te bezitten. Dezen regisseur heeft zij in Verkade gevonden. Zij heeft de uiterst moeilijke rol van Irene met haar zeer gecompliceerd karaktertje etherisch- fijn en ontroerend jong gespeeld en dit door innerlijken strijd en leed verteerde meisje, dat op de grens van het vrouw worden staat, op sublieme wijze voor ons tot leven gebracht. Het was een creatie van deze jonge actrice, volko men doorleefd, die ook door de vele fijne nuances groote bewondering afdwong. Tine Medema was Jennifer Lawrence, de moeder, die hertrouwen gaat en zij trof mij vooral in haar gesprek met Verkade in het tweede tafereel door de zuiverheid van toon en de innerlijke distinctie van haar spel. Ver- fcade had de rol van John Corbett den man voor zich zelf gekozen en hij maakte hem heel sympathiek. Rika Hopper, Corry KanVonk en Jacques van Hoven noemde ik reeds. Als ik nog zeg. dat Marie van Westerhoven een van de weinige nog overgebleven actrices der oude garde van juffrouw Queen, het factotum van de fa milie Lawrence, een juweel van een gedienstige maakt, dan zal het wel duidelijk zijn, dat de bezetting van dit stuk over de heele linie voor treffelijk is. Stuk en opvoering hadden bij het publiek dan ook een zeer warm succes. J. B. SCHUIL. VER. HERMAN HEYERMANS ALLERZIELEN. HeyermansHerdenking. De arbeiders-tooneelvereeniging, die den naam van Herman Heijermans als een sym bool tot de hare genomen heeft, mocht gis teren in den Schouwburg aan den Jansweg de reeks herdenkingsavonden ter herinne ring aan den in 1924 gestorven tooneelschrij- ver openen. Zij heeft dit gedaan met veel piëteit en voor een tot de laatste plaats be zette zaal. Links voor het doek stond de i'or- sche, stoere kop van Heijermans, in zwart-wit eteekend door den heer Poppen Jr. en dit gaf reeds dadelijk stemming aan dezen bijzonde ren avond. De vice-voorzitter der vereeniging de heer Gebe herdacht met eenige gevoel volle woorden den grooten schrijver, die met zijn tooneelwerken zoo veel voor de arbeiders had gedaan en verzocht daama het publiek staande en in stille aandacht hulde aan den doode te brengen. Toen volgde treurmuziek en eerst daarna ging het doek op voor de opvoering van Allerzielen. De vereeniging Herman Heijermans heeft dit bekende en veel besproken stuk reeds eenige malen gespeeld en er steeds een mooi succes bij haar leden mee gehad. Ook gisteren hadden de spelers niet over gebrek aan bijval te klagen. Met groote aandacht werd het spel gevolgd en na elk bedrijf klaterde het ap plaus door de zaal. Ook nu trof ons de ernst, waarmee Aller zielen door Heijermans werd gespeeld. De le den hebben zich met toewijding aan dit stuk gegeven en de opvoering getuigde dan ook van begrip en liefde voor het werk. Ook nu behoorden de gesprekken tusschen de twee pastoors tot de beste gedeelten van den avond. Hier stonden twee mannen van geheel verschillende geestesrichting tegenover elkaar en in hun spel bleek wrel volkomen hoe ver zij van elkaar verwijderd waren. De heer C. Poppen heeft pastoor Nansen reeds meer ge speeld. Hij speelt hem met een milde zacht heid, menschelijk en zonder pathos. De heer J. Rense. dien ik voor het eerst in de rol van pastoor Pronk zag. gaf vooral het hard-verbetene en onverzettelijke in dezer geestelijke, Over het algemeen viel zijn spel te loven, al was hij dan ook niet aldoor ze ker van zijn tekst en zocht hij in zulke oogen- blikken wel eens te veel zichtbaar hulp bij den souffleur. Ook mevrouw Schagen in de rol van Rita was voor mij nieuw. Deze min of meer sym bolische figuur is wel verreweg de moeilijk ste in het stuk en ik heb haar maar eenmaa1 en wel door mevrouw Van der Horst werkelijk goed zien spelen. Mevrouw Scha gen had veel werk van de rol gemaakt en zij kende den tekst als haar naam. Ook wist zij zich voor te veel rhetoriek te hoeden, maar tot een werkelijk levend wezen vermocht zij Rita toch niet te maken. Maar dat is nog aan geen enkele dilettante gelukt. Het was in ieder geval prijzenswaard, wat zij er van terecht bracht. De heer E, Schiffer had zijn oude rol van koster Langebier weer qpgenomen en hii heeft zich ditmaal gehoed voor te nadruk- velük en opzettehik komisch spel. De rol heeft er ongetwijfeld door gewonnen. Een zeer sympathieke non lief vooral door haar zachtheid was mevrouw Heynerman. Jannetje mevrouw Boerrichter was vooral goed in het eerste bedrijf, waarin zij ook aardig tegenspel kreeg van mevrouw Scheffer, die opnieuw de Jurk van Juffrouw Co had aangetrokken. In het tweede bedrijf wordt van Jannetje meer spel geëlscht en hieraan kon mevrouw Boerrichter niet in de zelfde mate voldoen als in I. De harde en norsche Van Dalen had van den heer Meijer wel wat meer teekening kunnen krijgen. Als geheel viel er ook ditmaal in de op voering van Allerzielen door Herman Heijer- man veel te waardeeren. Het doet altijd pret tig aan te merken, dat spelers ernstig op een stuk hebben gewerkt en zich met al hun krachten in een voorstelling geven. Dat was hier het geval en de opvoering van Allerzielen behoort dan ook tot het beste, dat ik van deze arbeiderstooneelvereenigir.g heb gezien. Ook van de costuums. die door Mary van Ek- Koning waren geleverd, waren goed verzorgd Zoo heeft deze arbeiders-tooneelvereeni ging de nagedachtenis van Heijermans giste ren op een waardige, mooie wijze gehuldigd, waarvoor het publiek er waren ook weer zeer vele werkioozen zich terecht dank baar heeft getoond. J. B. SCHUIL. Joodsche kunstenaars iedere werkzaamheid verboden? Comoedia verneemt uit Berlijn, dat de Jood sche schilders en beeldhouwers in Duitsch- land persoonlijk de schriftelijke kennisgeving hebben ontvangen, dat zij voortaan niet meer mogen schilderen en beeldhouwen. Max Lie- bermann heeft dezen brief niet ontvangen. (N R. C.) MUZIEK. Muziekschool van Toonkunst Sonatenavond door leeraren. De leerlingen in te leiden tot belang rijke werken der toonkunst, om daardoor de' kennis aan te kweeken en den lust tot musi- ceeren te bevorderen". Niet waar? Hebben wij tenslotte niet ons inzicht in de muziek te danken aan het luiste ren naar wat de musici ons te hooren geven en aan het daarna liefst zelf de handen aan den ploeg te slaan, zoodoende meewerkend om het thuis-musiceeren in zijn oude eer te her stellen? Want op dit laatste komt het aan: alleen luisteren brengt ons er niet. Inzicht komt pas, als men door de huismuziek het werk zelf ter hand neemt. Maar hoor ik zeggen voor een zoo extra zware pianopartij als van die violoncel sonate van Saint-Saëns schrikt onze jeugd terug. En onze jonge violisten zullen Schu bert's groote sonate in A groot niet ten on rechte vol geniepige struikelplaatsen vinden, 'denk eens aan het Scherzo, of meer nog aan het Slot-allegro) En komen ook niet in de fluitpartij van Bach's trio-sonate (uit ..Das Musikalische Opfer") moeilijkheden voor om bij de studie den moed te verliezen? Nee. gemakkelijk is 't zeker niet. Maar daar voor is 't ook kunst: maar 't harde het heel harde werken wordt juist gemakkelijk ge- •T<ankt. doordat de muziek de goede genius is. die ons als we eenmaal ontvankelijk zijn eworden niet meer loslaat en ons $en kortsten weg wijst naar 't hooge doel. En deze avond heeft ons daarbij wel zeer geholpen. In Schubert was het Jos. de Clerck's prachtig viriel vioolspel, die ons den adel der muziek en de zeer sterke verwantschap met Beetho ven rechtstreeks deed aanvoelen, terwijl in 't samenspel met de fluit en de continuo (hier de vleugelt bij Bach zoovele muzikale fijnhe den werden geopenbaard, dat men sterk den lust gevoelt, 't geheele „Musikalische Opfer" te leeren kennen. Men weet toch, hoe dit werk ontstond? De oude meester Bach gaf ten laat ste toe aan de vereeren.de uitnoodiging van Frederik den Groote (die Bach's zoon Philip Emmanuel in dienst had als accompagnateur der hof con eer ten), die den grootmeester der Fuga nog eens wilde zien. Bach ging dan ein delijk, en 't eerste wat de oude Frits hem in de hand gaf, was een muziekthema voor een fuga. En Bach, die gemakkelijker op kruk of orgelbank zat dan in den reiswagen, improvi seerde meteen een wonderlijke fuga aan 't claveoimbel. Toen hij eindelijk weer in Leipzig terug was, zette hij zich (ook een beetje uit deferentie voor den muzikalen vorst), aan den arbeid, en er ontstond een werk uit zes deelen. nl. 1. een fuga voor 3 stemmen, 2. een voor zes stemmen, 3 acht canons, alle evenals de fuga's op 't thema c-es-g-as-b enz. 4. Een fuga (ca non in de quint), 5. een sonate voor fluit, viool en continuo, 6. een canon met tegenbe weging (instrumenten als in 5). Men zal mee- nen: zeker heel geleerde kost. Maar de luiste raars weten wel beter; die denken heel an ders, en het wonderschoone Andante was hun een herinnering aan een overschoone plaats in de Mattheüs-passie. Het prachtig-ingehou- den musiceeren bij Jos. de Klerk fluit en Jos. de Clerck viool bracht ons heel dicht bij den kostelijken schat der oude mu ziek, en wij waren oprecht blij. gevolg te heb ben gegeven aan de uitnoodiging om deze uitvoering bij te woner.. Een belangrijk deel hieraan had ook Cor de Wilde, door een volmaakte beheersching der veeleischende cellosonate van Saint Saëns. En daartoe rekenen wij ook 't zegevie rend strijden tegen de steeds zakkende sna ren 't was warm in de zaal, want er waren veel luisteraars. En directeur A. de Vogel lachte wat met de moeilijkheden bij Schu bert en bij Saint Saëns ook. en mocht zich te recht verheugen in de groote aandacht van een opgetogen publiek. G. J. KALT. Het Grootbedrijf in het moderne distributiesysteem. Uitgegeven is door de Vereeniging van Grootwerkgevers in het Winkel- en Magazijn- bedrijf: Het Grootbedrijf in het moderne Distributiesysteem, prae-advies voor ade Ver eeniging uitgebracht door drs. H. W. Pleiter en behandeld op de ledenvergadering van 27 September in Amsterdam. Het Tweede Prentenboek. Door van Holkema en Warendorf N.V. te Amsterdam is uitgegeven Het Tweede Pren tenboek, een verzameling platen voor babies van 14 jaar, met een inleiding van J. Rie- merisRe ur slag. Het zijn vierentwintig fraaie foto's uit het doen en laten van het kind, zoo uit het dage- lijksche leven, aan de ontbijttafel, in den tuin of badkamer, bezig met spelen of aan het werk. Bij de opvoeding van het kind kan ndeze collectie platen dit prentenboek uit muntende diensten bewijzen. Het nieuwe Verbond, dooir K. A. Beversluis. Door Van Goi-cum en Comp. N.V. te Assen is uitgegeven Het Nieuwe Verbond, leerboek voor het godsdienstonderwijs voor leerlingen van Gymnasia, Middelbare-. Kweek-, ULO- scholen en voor zelfstudie, door K. A. Bever sluis, Ned. Herv. predikant te Zutphen. Het boek. met vele platen en twee kaartjes ver lucht, verscheen als nummer 13 in de Eras- mus-seiie Hoe verzorgen wij onze Hond? door G. van Herwaarden. De heer G. van Herwaarden, dierenarts, heeft een boek geschreven waarin hij den velen hondenliefhebbers voorlichting geeft omtrent de huisvesting, de voeding en de haar- en huidverzorging van den hond, zoowel in gezonden- als in zieken dagen. Het van tallooze afbeeldingen voorziene werkje verscheen bij de N.V. Uitgeverij „Kos mos" te Amsterdam. Psychologie van het kind door dr. Th. van Schelven. Dr. Th. van Schelven, zenuwarts te 's Gra- venhage, heeft naar aanleiding van een ra diorede over de Psychologie van het Kind een grooten stroom brieven gekregen om te be antwoorden. Die antwoorden zijn verwerkt in het boek, dat de radiolezingen uitgebreid en aangevuld bevat en dat één antwoord is op de vragen om voorlichting en hulp. Dit boek „voor ouders en andere opvoeders" is uitgege ven te Amsterdam door de N.V. Uitgeversmij „Kosmos". De garantie als aanvullende financierings-figuur, door dr. A. B. A. van Ketel. Dr. A. B. A. van Ketel heeft een rede uitge sproken over „De garantie als aanvullende financierings-figuur" bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleeraar aan de R.K. Handelshoogeschool te Tilburg op 9 Oct. 1934. Deze rede is in druk uitgegeven door H. Gianotten te Tilburg. Herinneringen aan vroeger jaren. In de 11de vergadering van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal. gehouden op 14 November 1934, werden bij de algemeene be schouwingen over de Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1935 door den minister-president aan het adres van den heer AalVerse de na volgende woorden uitgesproken: „De geachte afgevaardigde zegt: indien gij niet spoedig met die organische bedrijfsordening komt. dan komt uw N. U. M. weer terug. Ja, mijnheer de voorzitter, het zou wel eens kunnen zijn dat die N. U. M. er al binnen 14 dagen was Men kan toch niet verwachten, dat men de organische ordening in de maatschappij binnen 14 dagen tot stand brengt!" Wij wanen ons terug in de oorlogsjaren. Controle op den uitvoer, thans en toen ook. De N. O. T. en N. U. M. komen ons weer voor den geest De uitvoerverboden van toen. Wij gaan terug naar de moeilijke omstan digheden waarin wij ons in Augustus 1914 bevonden. Mogelijke voedselschaarschte was oorzaak, dat de wet van 3 Augustus 1914 tot stand kwam, waarbij in geval van oorlóg of oorlogsgevaar bij Algemeene Maatregel van bestuur de uitvoer van bepaalde goe deren tijdelijk verboden kon worden. Het valt daarbij op, dat deze wettelijke regeling geen speciale goederen aanduidde, doch over bepaalde" goederen sprak, telkenmale aan te duiden bij Algemeenen Maatregel van bestuur. Een aantal etenswaren werden het eerste onder de wet gebracht Militaire belan gen speelden daarbij een belangrijke rol. Wel dra dienden de uitvoerverboden om ons eco nomisch leven eenigermate op gang te hou den. Het aantal te overwinnen moeilijkhe den was legio. Als onzijdige natie dienden wij onze internationale vriendschapsbetrekkingen geen geweld aan te doen. De beperking van den uitvoer mocht verder niet leiden tot een onevenredige bevoorrechting van bepaalde groepen. Noodzakelijk bleek het naast de uit voerverboden een vergunningsstelsel in te voeren, uitzonderingbepalingen, welke ver band hielden met de zeer bijzondere omstan digheden waaronder wij toen leefden. Zoo ontstonden uitvoerverboden voor suiker, bo ter, kaas. aardappelen, alles omkleed met een zeer gedifferentieerde regeling van uitvoer- consenten. De noodzakelijkheid bleek al spoe dig om voor elk product afzonderlijke rijks- bureaux in te stellen. In het najaar van 1914 bleek de behoefte te bestaan om onze beschikbare levensbenoodigdheden te inven tariseeren. Groote moeilijkheden deden zich daarbij voor. Ir.tusschen breidde het aantal uitvoerregelen zich uit. De verschillende groenten, eieren en het varkensvleesch wer den er in betrokken. Aan provinciale en plaatselijke bureaux en commissies werd de verzorging van onderdeelen van het voe dingsprobleem opgedragen. Het niet-publiek- rechtelijk centraal distributie apparaat werd later omgezet in een Rijksbureau. De moei lijkheden werden daardoor maar ten deele ondervangen. De distribuanten moesten dik wijls uitgeschakeld worden, tusschenhandela- ren zagen dikwijls kans grove winsten te maken, de boeren kwamen daartegen in op stand. De inschakeling van vereenigingen van belanghebbenden en de uitschakeling' van bepaalde regeeringsbureaux konden dit kwaad maar ten deele verhelpen. De wet der uitvoerverboden werd op den- zelfden dag bekrachtigd als de Levensmidde lenwet ter voorkoming van het gevaar van vasthouding en prijsopdrijving van levens middelen, grondstoffen van levensmiddelen, huishoudelijke artikelen en brandstoffen. De N. U. M. van 1917. De ontevredenheid over het bestaande was aanleiding tot de oprichting van de 5»T. U. M. Deze naamlooze vennootschap zou in de oogen van velen, de bezwaren kunnen ophef fen. Bij Besluit van 22 December 1917, S. 276 kwam deze Nederlandsche Uitvoer Maat schappij tot stand. Zij kreeg het uitsluitend recht tot het afgeven van vergunningen tot uitvoer naar het buitenland van goederen, waarvan de export krachtens de wet van 1914 was verboden. Zij nam een gedeelte der re geer ings taak over en diende er zorg voor te dragen, dat geen voorraden levensmiddelen en grondstoffen, welke wij in ons land niet konden ontberen, wegvloeiden. Daarnaast had de N. U. M. de controle, dat wij inderdaad waarf voor ons geld kregen, terwijl de Staat der Nederlanden een grooter gedeelte der gemaakte winst zou opeischen. Intusschen bleek al spoedig, dat de N. U. M.-winstcn te genvielen. Nederland was niet meer een land van overvloed. Met de N. U M. heeft het nooit willen vlotten. Zij had gebrek aan medewer king. Het Departement van Landbouw had er niet het minste mede op en beschouwde haar als een lastige indringster. Betrekkelijk kort na haar ontstaan kwam reeds een voor stel tot wijziging der N.U.M. aan de orde. Men wenschte de N U. M. om te zetten in een N. I. U. M., welk orgaan het geheele goederen verkeer met het buitenland, voor zoover de N.O.T. daarbij niet betrokken was, zou cen- traliseeren. Van centraliseeren was bijna geen sprake meer. Waar rog sprake was van in- en uitvoer geschiedde deze door officieele of semi-officieele contracten. De beteekenis van de N. U. M. was daardoor in beduidende mate afgenomen. De wapen stilstand van November 1918 veranderde daar bij het algemeen aspect. Er ontstond een streven de door de volksvertegenwoordiging gedelegeerde macht weer in handen te geven van de verantwoordelijke Ministers. Onmid dellijk na het sluiten van de vrede was de N. O. T. reeds begonnen met hare liquidatie. Na vele schermutselingen werd in de Alge meene Vergadering der N.U.M. gehouden op 1 Juni 1925 tot liquidatie besloten. Daarmede was het begin ingeluid van een periode, welke een einde maakte aan een orgaan, hetwelk zeer weinig vrienden heeft gehad. Weinigen hebben het gevoel gehad, dat de N.U.M. bij stand en hulp van eenig belang heeft gege ven. MOLLERUS. En toch draait ze! Ik heb een uitvinding gedaan. De octrooi aanvrage is al onderweg, dus ik mag er wel iets van verklappen. Ik was gaan nadenken over het feit, dat als ik 's avonds fiets, ik niet alleen trap. om vooruit te komen, maar ook om electriciteit op te wekken voor mijn lantaarn, door middel van de dynamo. Electriciteit is te gebruiken voor verschillen de doeleinden: verlichting, verwarming, maar ook voor energie. Je kunt er een motor door op gang brengen! Als ik nu eens een paar dynamo's op mijn fiets monteerde en de opgewekte electriciteit leidde naar een electro-motor. De motor zou gaan draaien en de rest is eenvoudig! Die motor moet mijn vervoermiddel voortbewegen of het nu een fiets is. auto of vliegmachine, het doet er niet toe. Door die voortbeweging wordt weer electri citeit opgewekt zoodat de motor blijft draaien! Een ideale cirkelgang! Goedkooper kan het niet! Ik ben wat in mijn schik, dat een eenvou dige jongen als ik dat nu juist heeft uitgevon den. Het is ook wel weer te begrijpen, want die geleerden en al degenen die zoo knap zijn in mechanica, zoeken het veel te ver. Zoo vertelde ik mijn plannen aan mijn vriend, den technicus. Hij was blijkbaar ja- loersch en daarom probeerde hij mijn idee uit mijn hoofd te praten. „Het zou een perpetuum mobile zijn", be weerde hij, ,.en dat is „onmogelijk!". Een perpetuum mobile", wierp ik tegen, „is het eeuwig bewegende en mijn electrische fiets beweegt niet eeuwig, maar is onderhevig aan slijtage. Het foefje is alleen maar dat de electriciteit niets kost. Bovendien ben Je er wel heel zeker van, dat het perpetuum mobile onmovelijk is?" „Absoluut!" ,.Heb je dan wel eens gehoord van Galileï?" „Ja". „Nou. vroeger stond de aarde stil. Galileï he.eft. haar op gang gebracht. De menschen uit zijn tijd wilden dat niet dadelijk gelooven, maar tot het laatste hield Galileï vol: En toch draait ze! De aarde draait nog steeds, hoewel Galileï er niet meer is om haar op gang te houden. Hij is al honderden jaren dood. Is dat een bewijs of niet?" De technicus wist hierop geen antwoord. Hij is weggegaan en ik heb hem nog niet terug gezien. Zeker boos. dat ik voor zijn argumen ten niet gezwicht ben en omdat er tegen mijn redeneering niets is in te brengen. Ik ben aan het werk gegaan en ik moet toe geven. dat het principe eenvoudiger is, dan de uitvoering. Maar mijn fiets, het wonder van Kos telooze) -el ectro) - me (chanische) - vo(ortbeweging) ik noem haar Koselmevo is toch klaargekomen. Heelemaal bedrijfs klaar is de Koselmevo nog niet. Ik vermoed dat de dynamo's niet sterk genoeg zijn, want zonder trappen komt zij meestal niet vooruit. De Koselmevo rijdt ook nog niet zoo snel als een gewone fiets, vanwege den remmenden invloed der dynamowieltjes. Maar dat is na tuurlijk voorbij als de dynamo's zooveel elec triciteit leveren dat de motor normaal functio neert. U ziet. het is slechts een kwestie van enkele technische verbeteringen, hoewel mijn Koselmevo reeds nu al een enkelen keer aan mijn verwachtingen voldoet. Bijvoorbeeld, wanneer ik haar den Hooge Duin-en-Daalscheweg heb opgeduwd en ik ga dan op het zadel zitten, dan behoef ik niet te trappen, dan werkt de installatie uitmun tend. En als ik dan zoo op mijn Koselmevo naar beneden snor, jubelt het in mij: „En toch draait ze!" H. K. Wrijf het goed over keel en borst WERKT OP 2 MANIEREN TEGELIJK (Adv. lngez. Med.) AGENDA DINSDAG 20 NOVEMBER Groote Kerk: Orgelbespeling. 8.159.15 uur. Stadsschouwburg: Dansavond Yvonne Georgi. 8 uur. Vereen. „Harmonia". Psychometrische Séance" van mevr. Joost van Heyningen. Ge bouw „De Nijverheid". 8.15 uur. Frans Hals Museum: Tentoonstelling 17e Eeuwsche Hollandsche Kunst. 105 uur. Kamer van Koophandel. Vergadering Ge bouw der Kamer, Nassauplein. 7.30 uur. Gebouw Haarl. Jongemannen Vereeniging. Bazar van de Ned. Middernachtzending. 3—5 en 710 uur. Luxor Sound Theater: „Koningin Chris tina" (geprol.) 7 en 9.15 uur. Palace, Cinema Variété: „Fedora". Op het tooneel Sereno's Musical Act. 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Voorjaarsparade". Op het tooneel: Trio Saycetto, rijwiel-sensatie. 7 en 9.15 uur. WOENSDAG 21 NOVEMBER Gem. Concertzaal: Doopsgezind Zangkoor met. Die Schöpfung. Medewerking van H- O. V. en solisten. 7.30 uur. Stadsschouwburg: Kunst aan het Volk, In- dra Ramosay en Devaki met Hindoe-orkest. 8.15 uur. Schouwburg Jansweg: Heyermans herden king. Op Hoop van Zegen met Esther de Boer 8.15 uur. Remonstrantenhuis: Johnnie Harlnck voor de Ned. Vereen, v. Spiritisten Harmonia over „Is het spiritualisme uit God of uit den Dui vel? 8.15 uur. Gebouw Haarl. Jongemannen Vereeniging. Bazar van de Ned. Middernachtzending. 10.30—12, 2—5 en 7—10 uur R.K. Kerk, Spaarne 99: Conferenties voor niet-katholieken over Licht in de Duisternis door Franciscaner Pater Wijnand Sluys. 8.30 u. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. Frans Hals Museum: Tentoonstelling 17e Eeuwsche Hollandsche Kunst. 105 uur. Teyler s Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 7