Brieven van een Controleur B.B. De autostrada. ZATERDAG 24 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 13 Een sultan betrekt een nieuwe woning. galerij, waar met een speech van den Inspec teur van Politie (namens Veldpolitie en Inl. ambtenaren een prachtig portret van de Ko ningin werd overhandigd; door V., die na mens ons Europeanen een groote staande klok presenteerde, door agent K. P. M.. die namens de Directie een mooi tegeltableau aanbood, door de Hoofden van Arabieren en Chineczen, die ook souvenirs overhandigden. Verder waren er nog een massa presenten van Inlanders die tentoongesteld waren. Na dat we onze dorstige speech-kelen gelescht hadden, trokken we allen weer op de vóór galerij. waar eerst weer een défilé van de schoolkinderen plaats had, toen een optocht van een honderdtal kamponghoofden te paard, weer allen in hun keurige uniform, ge volgd door een 60-tal echtparen te paard, de man voorop, de vrouw er achter met opge trokken beenen, allen in kk*.rige en wappe rende kleeren, een bar aardig gezicht. Na afloop maakten al die hoofden front naar het paleis en brachten hun groet. Hier mede was de plechtigheid afgeloopen. We to gen naar huis. waar we gauw onze warme kieeren uittrokken, in de mandiekamer kro pen, er verkwikt uitkwamen en een stukje aten. 's Middags (er bleef niet veel over. want we waren pas om drie uur thuis) lekker in pyjama thee gedronken, toen om acht uur weer in pakain deftig, gelukkig wit. en naar het paleis, waar we eerst onthaald werden op allerlei Inlandsche dansen en om 10 uur aan tafel gingen, met zijn veertigen aan de hoofdtafel, terwijl er aan de bijtafels nog een honderd Inlandsche ambtenaren zaten, zoo dat de Sultana eventjes op den eersten dag dat ze in haar nieuwe huis zat, een diner souper aan honderdvijftig gasten kon aanbie den, voorwaar een geweldige prestatie. Om twee uur trokken we naar huis. Den volgenden morgen om 9 uur begonnen de races, die zeer spannend waren. Daarover in een volgenden brief. Yam Tunis naar Rome» Vóór het paleis gedurende de toespraak van den controleur. Dit wordt weer eens een lange en ik hoop Interessante kroniek, daar ik veel kan ver tellen over de opening van het nieuwe Sul- tanspaleis alhier en over alle feestelijkheden, die daarmee gepaard gingen. Zondag begon het voorspel al met het op meten en classificeeren van de paarden die aan de races zouden meedoen. Er werden 82 candidaten, het puikje van het paardenras hier, voorgebracht, waaronder twee van mij, n.l. de beroemde Djawang die ik al drie jaar liet meeloopen en dan een nieuw paard, dat nog nooit meegeraced heeft en dat ik „Manis Ketawa" oftewel glimlach doopte. Na het op meten had de verloting plaats en bleven we nog een tijd gezellig in de soos plakken om de diverse kansen te bepraten, 's Middags de mail afgedaan en 's avonds niet te laat naar bed, omdat ik den volgenden morgen om 5 uur alweer op moest om den Resident en an dere autoriteiten aan de grens te gaan afha len. We gingen met drie personenauto's en een vrachtauto naar het op 130 K.M. afstand ge legen Koaenko, waar we net op de grens van Bima en Soembawa waren en waar volgens afspraak de Resident met gezelschap om een uur of elf per prauw zou arriveeren. Wij wa ren er om half elf en begonnen te wachten, het werd twaalf, een, twee en drie uur en nog niets te zien. De wind voor de prauw was dan ook beroerd. We rammelden van den honger, gingen dus even terug naar het nabij gelegen Karoenggo, waar we eten en drinken gereed hadden en versterkten daar den in- wendigen mensch. Toen weer gauw terug naar onze wachtplaats. Toen wij juist daar aange komen waren, stak de prauw zijn neus in den modderigen oever en baggerde het heele stel den wal op. te weten: Resident met twee Assistent-residenten van Koepang en Bima, de Sultan van Bima, de overste van Koepang met den Kapitein en de Luitenant van Dom- poe met den Landbouwconsulent van Koepang. Hongerig en dorstig reden allen naar Ka roenggo, waar de rijsttafel, waarvoor Datoek Dipati en ik gezorgd hadden, gereed stonden, en die op een heftige manier werd aangeval len en nagenoeg geheel verslonden. Ik heb zelden menschen zoo zien eten. Het was on derwijl 5 uur geworden en we propten ons in de auto's die ons na ruim drie uur rijden in Soembawa brachten. De Resident en de twee Assistent-residenten logeerden bij mij; in de Passangrahan had ik 6 menschen onder kun nen brengen, terwijl de anderen bij kennis sen logeerden. Ook in de kampongs en kotta was het bar en bar druk, daar er honderden menschen van heinde en ver naar Soembawa waren toegestroomd om de groote feesten mee te maken. Het was dan ook al die feestdagen een kleurige en fleurige drukte van belang op het anders zoo stille Soembawa. Toen we thuis kwamen, werd er natuurlijk eerst zwaar mandied daar we alle vier een langen en war men dag achter den rug hadden, waar je zoo echt gaar van wordt. Toen genoten we van ijskoude drankjes uit mijn frigidaire en toen pas over twaalven aan het souper I Daarna te bedde. Wij sliepen als rozen. Den volgenden morgen om 7 uur was alles weer present en zaten we onder een kopje koffie en een babbel te kijken naar de massa menschen die al voorbij kwamen, om in de buurt van het paleis zich op een goed plaatsje op te stellen. In den loop van den morgen kwamen diverse gasten van Koepang langs om ook nog even dienst te bespreken, daar men als ambtenaar natuurlijk niet alleen voor zijn plezier die verre reis naar hier kon maken. Om de beurt kwamen de gewestelijke dokter van Koepang, het hoofd van de B. O W„ een tweetal inspecteurs van onderwijs, een van Koepang en een van Batavia, een Inspecteur van het IJkwezen, een inspecteur van de B. P. M. (op reis voor voorbereidingen voor de luchtrace) en dan nog een kapitein en machinist van de Merel. Alles kwam z.g. en soms ook wel echt voor dienst. Om 11 uur werd ons allen maar feitelijk alleen den Resident, een aubade door een duizendtal schoolkinde ren gebracht, allen in zwart broekje met wit baadje, oranjesjerp, en Hollandsch vlaggetje in de hand. Ze zongen een liedje, het fluit- orkest speelde een mopje, ze maakten diverse standen en marcheerden weer af om zich bij de Astanah (dat is Paleis) voor verdere diensten op te stellen, 't Was een aardig ge zicht, vooral die zee van duizend wapperende vlaggetjes. We wachten nog even en gingen toen tegen twaalf uur naar het paleis om daar de aankomst van den Sultan en de Sul tana te zien. waarna de officieele opening zou plaats hebben. We wachten allemaal in een daarvoor opgestelde tent. daar we het paleis natuurlijk niet mochten betreden vóór het geopend was. Het was twaalf uur in den middag in de droge moesson, een extra warme dag dus, meer dan erg warm. Maar wat we zagen was de moeite waard, dat vergoedde veel. De Sultan werd in een langen optocht binnen gebracht. Eerst de 24 soldaten van den Sultan in hun eigenaardige dracht, met twee kakelbonte aanvoerders en twee man in oude maliënkol ders, daarna wel een honderdtal hadjis met hun gele doeken om het hoofd en de kleurige pijen, dan de 15 districtshoofden, allen in zwart met goud uniform en met pajoengdra- gers achter hen, dan de twee Datoeks, ook in groot pontificaal adatuniform, en dan op een prachtigen draagstoel, door een vijftig man gedragen, Sultan en Sultana, beiden in zwart met goud uniform, dan een vijftigtal hofda mes in hun eigenaardige kleeding: roode sa rong, zwart doorschijnend baadje, roode hoofd kap met zilveren loovertjes, daarachter weer de adat-functionarissen, een honderdtal kam ponghoofden, allen in zwart uniform met oranje bandelier. Het laatste deel van den j, dien deze optocht afliep, was afgezet door de schoolkinderen, die bij het passeeren met hun vlaggetjes zwaaiden. Op het zeer ruime erf waren zeker een vierduizend a vijf duizend kampongmenschen, ook allemaal in kleurige kleeding verzameld, zoodat dit alles een buitengewoon mooien indruk maakte. Toen het erf door den optocht betreden was, werd eerst zevenmaal om een eigenaardig huisje met zeven draken gedraaid, waarna de Sultan en Sultana uitstapten, binnen gingen om de ritueele voet- en handwassching te on dergaan, zoodat ze rein en schoon hun nieuwe huis konden betreden. Daarna traden Sultan en Sultana voor de breede trap van het pa leis, waar wij allen stonden te wachten. Toen was het mijn beurt om in een lange speech in mijn functie van Controleur en Kashou der van de Landschapskas, het paleis aan den Sultan over te dragen. Ik kon er op wijzen dat deze Astanan. die haast 50.000 heeft ge kost, in de malaise kon gebouwd worden, door dat steeds de bestuursvoering met optimisme geschied was. Dat door extra prestatie van de bevolking de algemeene vooruitgang van het land er niet door geschaad was. Het paleis is een gebouw van 20 bij 60 M. oppervlakte, met ruime galerijen en ont vangstzalen, twee verdiepingen hoog, met twintig kamers, geheel van Soembawa mate riaal opgetrokken met electrische verlichting (iets heel bijzonders hier), waterleiding en complete meubileering. Een werk van drie jaar. dat volledig en in de puntjes kon afge leverd worden. Nadat ik een kwartier gesproken had, droeg ik het paleis over, vroeg of de Resident het koord wilde doorknippen, wat hij natuurlijk (dat hadden we immers afgesproken) gaar ne deed, op welk moment een kanonschot donderde, door nog zes gevolgd. Daarna be traden we allen het paleis, feliciteerden Sul tan en Sultane, waarna de Sultan een speech afstak om in dank dit nieuwe paleis te aan vaarden van zijn bevolking. Daarna speeches van Resident. Overste, A. R., Datoek Ranga, en Dokter, de laatste als gemachtigde van de landschapsambtenaren. Toen gingen we ver der het gebouw binnen, de zeer ruime voor- Colosseum en poort van Constantijn te Rome. We gaan naar Rome! Dezen keer wat vroe ger. Maandag 's morgens vertrekt het toe stel al om half acht van Kereddine om vóór de lunch in Rome te zijn. Helaas neemt het ndet de mooie route over Sicilië, maar den korteren weg langs Sardinië's Zuidpunt. Mooie toestellen hebben die Italianen. Flinke ruime kajuiten, die beide eigenlijk reusach tige drijvers zijn, waardoor het toestel op het water en in de lucht vaster komt te liggen. Keurig geüniformeerde piloten, een behoor lijk ingebouwde radio enz. Het weer is nog altijd een beetje buiig, maar de weerberich ten luiden goed. Toch moeten wij een groe ten omweg maken, maar dat heeft weer an dere redenen. De Franschèn schijnen ook hier alweer zooveel oorlogsmaatregelen te hebben genomen, dat het den Italianen over al ten strengste verboden is over land te vlie gen. op gevaar af oogenblikklijk met scherp beschoten te worden als zij de een of andere versterkte kustplaats zouden naderen, wat nog al eens moeilijkheden geeft, vooral als zij boven een wolkenzee komen aanzetten. Tot straf daarvoor heeft de Fransche regeering de maatschappij laatst gedwongen een piloot te ontslaan. Wij zwaaien dus met een groo- ten boog om elk puntje van elk schiereiland heen en houden zooveel mogelijk het midden van elk vaarwater. En daar tegenover vlie gen wij nu thans rustig over de berghellin gen van Sardinië, terwijl de Franschèn er al tijd minstens vijf mijl uit de kust moeten blij ven. Zooals wij nu vliegen is het natuurlijk veel gezelliger, vooral boven het stadje Ca- gliari. waarboven wij een grooten kring be schrijven. Een prachtig rotsnest, een echt zee- roovershol, maar van rijke zeeroovers dan, die een groote burcht en kathedraal hebben gebouwd midden in hun stadje boven op de rots en den rotsmuur naar boven hebben verlengd tot wallen en kanteelen en hoekto rens. Thans loopt een breede autoweg lang; de rotsflanken naar boven en ligt rondom den heuvel een visschersstadje. met een vroolijk uitziende haven. Wij hebben er een uur op onthoud, want onze passen passeeren er de Italiaansche douanen. Ik wil wat gaan wan delen, maar dat zal niet gaan. Wij liggen aan de kade van een militair vliegterrein en de passagiers mogen alleen in het gebouwtje der Maatschappij vertoeven. Eindelijk krijg ik vergunning om er vlak voor de deur op een toel in het zonnetje te gaan zitten! 'n lijn naar Inüië bijvoorbeeld. De fabrikant is Savoia-Marchetti en het is in elk geval het beste vliegtuig, dat op het oogenbllk in de Middellandsche Zee wordt gebruikt. Ostia, het oude stadje aan den Tibermona, tegenwoordig een zeer moderne badplaats, waar dus voor mij niets te zien is. Wij gaan naar Rome in een der comfortabele autocars van de maatschappij en natuurlijk over een auto-strada. Een geweldige baan. waaruit wij leeren begrijpen, dat dit Italiaansche woord over heel Europa gebruikelijk is ge worden Merkwaardig voor onze begrippen is, dat we op dit misschien dertig kilometer .ange prachtige traject tweemaal moeten stoppen. Een keer om tol te betalen en de tweede keer om je briefje te laten zien. waar mee natuurlijk veel meer tijd verloren gaat dan ge door snelheid wint. Wij suizen over den breeden asfaltweg. Slechts enkele kleine villatjes wagen zich chuchter tot dicht er bij. Dan plots een reu zen obstakel midden op den weg. die zich even in tweeën splitst om dan weer één glanzend breede baan te vormen. Onze wagen zwiert met een zeventig kilometer vaartje vlak langs denTriomfboog van Constantijn. Met een verschijnt rechts het geweldige muren- gevaarte van het Colosseum, linksdat moet het Forum Romanum zijn met daar boven de Palatinum. Links en rechts overal oude muurbrokken, gebroken zuilen enz. Dan even een visioen van marmer en goud en plots de drukke moderne stad. Reuzen ma gazijnen en hotels, drukke beweging in de traten. een enorm aantal politieagenten en dan stoppen wij voor de Albergo Bristol. Tk ben er gauw weer uit ook. Een groote zegezuil staat er vlak voor! Marcus Aurelius leert mijn gidsje. Mij best hoor maar het is een pracht ding. Een steenkolom van anderhalf a twee meter middellijn, misschien twintig meter hoog en rondom versierd met basreliëfs, beeld houwwerk, voorstellende de veldtochten en overwinningen van den vorst. Buitengewoon zuiver bewaard is dat prachtige werk. Maar wat staat daar boven op den zuil? Een hei ligenbeeld en op gindschen obelisk, aan alle vier kanten versierd met de grillige hiero- glyphen die vijf duizend jaar geleden daarin cebeiteld ziin. staat een groot ijzeren kruis. De prachtige Triomfzuil van Trajanus ver heft zich op tien meter afstand van een groote kerk. Het Forum Trajani begint vorm te krijgen. Overal verrijzen zuilen, die weer opgestapeld worden uit de brokstukken, die rondom verspreid liggen. Temoelfondamen- ten teekenen zich af. mooi versierde kapitee- len zijn netjes op rijtjes gelegd. Daar vlak achter weer een paar moderne gevels, een oarkje. waarvan de begane grond eer. paar meter hooger ligt dan die van het oude Fo rum. want nieuw Rome is boven op de eer ste verdieping van oud Rome gebouwd. Veel wordt er gesloopt, om de oude kern der hui zenstapels bloot te leggen. Waar het oog gaat midden tusschen pleinen en parken, tusschen kerken en hotels, tusschen autobussen en ge duldige ezeltjes rijzen de oude muurblokken torenhoog op. Vooral het Colosseum is wer kelijk kolossaal. Een stierenvechter-arena van honderd meter middellijn en vijftig meter hoog opgetrokken muren er rondom heen. Daar kan men zich werkelijk even in oude *iiden terugdenken. Overigens lukt dat heel slecht in Rome. Alles ligt er door elkaar, oud »n modern, gaaf kunstwerk en vormlooze baksteen hopen; een gezellige bende, zooiets als op mijn schrijftafel. Het modernste van Romeis er nog ni'et. Maar er is ruimte •'oor opengelaten. Tegenover het Forum Tra- iani zijn tegen een loodrechten wand vier omlijstingen aangebracht. In de eerste be vindt zich een kaart van Europa, waaron dui delijk afstekend van de rest der aardbewo ners de uitgestrektheid van het Romeinsche rijk in zijn grootsten bloeitijd is aangegeven. Op het tweede paneel is maar een heel klein opvallend vlekje te vinden; Rome als middel punt van een kerkdijken staat. Het. derde oaneel toont groot Italië van Victor Emanuel II. wiens geweldig gedenkteeken. manner en goudglanzend op eenigen afstand den hori zont begrenst. Het gedenkteeken van den man. die Italië's kleine staten tot één mach tig Koninkrijk vereenigde. De vierde omlijstingis nog leeg. Wat zou daar komen? Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN. Het gezelschap op de trap van het Paleis, na de openingsplechtigheid. In het midden de Sultan en de Sultana. Triomfzuil van Marcus Aurelius te Rome. We stijgen weer vlot op en kunnen even de mooie rotsachtige kust van Sardinië bewon deren. Dan gaat het weer recht zee in en ia een dik uur lang mets te onderscheiden dan lucht en water, zelfs geen zeilschuitje. Tot een bleeke band het diepe blauw aan den ho rizont begrenst, een geel strand zichtbaar wordt, witte gebouwen, een groen achterland met enkele heuvels, die al spoedig verdwij nen in een waas. daar de krachtige zon uit de door de lenteregens doorweekte velden wolken van waterdamp doet opstijgen. Dat moet Italië zijn, maar eerst na scherp uitkij ken vind ik de huizenzee van Rome op den achtergrond en ontdek ik een slingerend zilveren lintje, zooiets als een kronkelende Leidschevaart of als de Linge, als u die kent. Dat moet de Tiber zijn. Een rivier van niks en ik houd even mijn hart vast. als wij daar met een vaartje van honderd kilometer tus schen de horens van een koe door, rakelings over een geit, scherend over de rietpluimen net precies midden op het watei-vlak landen, waar zoo weinig ruimte is, dat geen twee vliegtuigen elkaar zouden kunnen passeeren. Onze bekwame stuurman heeft juist 'n kron kel weten te vinden, die recht tegen wind lag en nu taxiën wij een paar bochten door en komen over een breedere watervlakte keurig naar de aanlegplaats, waar een viertal der gelijke watervogels gemeerd ligt. o.a. de be roemde Trimotore. de trots van Italië's vlieg tuigbouw Het is weer een watei-vliegtuig. van het type. dat Balbo wereldberoemd heeft ge maakt. Het neemt achttien passagiers mee met een kruissnelheid van 235 KM. per uur. Dus nog niet bepaald het ideale toestel voor STUDIO SNUFJES. Na haar verblijf in Amerika heeft Dorothea Wieck thans haar eerste Europeesche film ge speeld onder regie van Franz Wenzler. Deze film draagt den titel ..De Stalen Straal"'. De mannelijke hoofdrol werd opgedragen aan Carl Ludwig Diehl De film. die door de Pallas- film werd vervaardigd is voor Nederland aan gekocht door de Ufa Maatschappij te Am sterdam. Onder regie van John M. Stahl zijn de op nemingen beëindigd van Universal's film „Imitation of Life", naar het boek van Fannie Hurst. Claudette Colbert en Warren William vervullen de hoofdrollen. De jacht naar handteekeningen heeft in Hollywood zulk een vlucht genomen, dat film sterren steeds op nieuwe middelen zinnen om hieraan te ontkomen. De laatste methode, die o.a. Mae West en Katharine Hepburn volgen is een electrische zone rondom haar auto's welke in werking wordt gesteld, zoodra de wagen de studio of een andere inrichting waar veel publiek verwacht wordt, nadert. Zoodra de filmster den wagen verlaat wordt de installatie buiten werking gesteld. Het is mogelijk dat zeer fanatieke handteekening- verzamelaars dit moment zullen afwachten, maar de groote massa zal door de electrische schokken wel voldoende bekoeld worden. GEMENGD NIEUWS. De porsters van Londen. Londen Is nog een van de weinige steden, die er nog porsters op nahouden. Ze doen dit door erwten met een oudenvetsch blaasroer tegen de ruiten te blazen. Een standbeeld voor een koe. Dat werd in 1925 in Amerika te Seattle in Washington on gericht voor een koe. die in dat jaar gestor ven is en bekend stond als de beste melk gevende koe uit heel Amerika, want ze éaf dagelijks 50 liter melk. dat is 2,5 x zooveel als een goede melkkoe behoort te geven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 15