LETTERE! BIOSCOOP. HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - voor Ragout Radiomuziek der week Nieuwe Uitgaven ZATERDAG 24 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD '17 REMBRANDT-THEATER. Richard Tauber in Blossomtime. Richard Tauber. In het Rembrandt-Theater loopt deze week een Engelsche Tauber-film, waarvan Haarlem de Nederlandsche primeur heeft. Plet is een echte muziekfilm; hetgeen men te hooren krijgt is in dit geval het belangrijkste, al ge ven de tafereelen op het doek ook het oog veel te genieten. De muzikale compositie, welke voornamelijk op motieven van Schubert ge construeerd is, overweegt; aan het instrumen tale gedeelte is zooveel zorg besteed, dat Tau ber voor zijn zang het passende kader gevon den heeft. Maar deze vocale episoden zijn het toch eigenlijk, welke aan de film de bijzondere aantrekkingskracht verschaffen. De stem van den beroemden tenor is zoo zuiver weergege ven, dat men niet aan een mechanische re productie denkt. Als men de oogen sluit, kan men zich niet onttrekken aan de suggestie, dat de zanger in levenden lijve op het podium staat. Helaas is bij een dergelijke zangfilm onver mijdelijk. dat het visueele veel van het audi tieve genot bederft Want is het reeds bij een concert vaak een hinderlijke afleiding, de technische standen van den mond te aan schouwen, die onder den zang aan het gelaat een grotesk verwrongen uiterlijk geven, te hinderlijker wordt deze aanblik bij het sterk vergroote gelaatsbeeld van een close up. Doch dit bezwaar daargelaten, kan men niet anders zeggen dan dat Tauber de moei lijkheden, welke inzonderheid deze film hem gesteld heeft, volmaakt heeft overwonnen. Hoewel hij. gelukkig voor ons, de meeste der bekende melodieën van Schubert in het oor spronkelijke zingt, blijft er toch veel Eneel- sche tekst voor hem over, maar Tauber blijkt het Engelsch ook wat de aanpassing bij zijn eigenaardige zangtechniek betreft, volkomen meester te zijn. En bovendien is Tauber een goed acteur, ook als filmspeier. Hij heeft de ietwat wereld vreemde. maar toch geenszins schuwe figuur van Schubert, zooals deze film hem voorstelt, gevoelig vertolkt. De melancholieke onder grond van zijn vreugde om vermeend liefdes geluk als zijn smart bij de ontgoocheling open baart zich In geheel zijn wezen. Er blijft steeds iets fijns en weeks in de uitbeelding van den toch kloek op zijn stuk staanden en heldhaftig zoowel de belangen van het ge liefde meisje verdedigenden als zijn eigen te leurstelling beheerschenden kunstenaar. Aardig is de goedhartigheid van den onder wijzer getypeerd, die voor de ondeugende streken van zijn leerlingen onvatbaar is, daar de alles overwinnende overgave aan ziin muze hem de kracht geeft van OrDheus. die met ziin welluidende klanken de wilde dieren be dwong. Mooi zijn, zoowel uit muzikaal als uit pitoresk ooemmt, de tafereelen. waarin Schu bert met zijn leerlingen door bosschen en velden trekt. De film. door Paul L, Stein geregisseerd en vervaardigd door de Elstree Production, is. het genre in aanmerking genomen, niet kwaad gelukt. De fotografie wij noemden er reed" een voorbeeld van is op menige ülek vo1 bekoring en de in het paleis spelende feest- scènes met het bal, waarop de aartshert-oglr met alle officieren om beurt walst, brenger door de samenwerking van muziek en beeld pit en fleurigheid aan. Overigens is er omtrent Jane Baxter, die voor het meisie speelt, bil wie de goede Schu bert kans meende te hebben, en omtrent Car1 F^mond. die den officier belichaamt, aan wie Vicki de voorkeur geeft, weinig te vertellen Zii sluiten zich goed aan bij de beschaafde iraetoeen en pretentieloos amusante omge ving, waarin men Tauber's Schubert-reper toire te hooren krijgt In het voorprogramma de Uiver. De royale en zorgvuldige wijze, waarop Polygoon den onvergeteliiken dag te Amsterdam in het film-archief heeft vastgelegd, zal niet alleen voor het nageslacht een kostbaar document leveren, zooals zij voor de bezoekers van Schiphol een mooie herinnering heeft gele verd, maar ook de menschen. die niet in de gelegenheid zijn eeweest. het feest persoonlijk bij te wonen, kriiaen door de talrijke, om- vanerijke en doe'treffend or>?enomen beelden waarmee het geluid zeer suggestief gepaard gaat. een indruk omtrent het overweldigende van deze massa-betooaing. Voorts Flip de Kikker als exploitant van een lunchroom en een drietal rolschaatsers op het tooneel. H. G. CANNEGIETER. Het Eiland der Demonen. Draaide verleden jaar in het Rembrandt Theater Bali, het Eiland der Goden, thans zal Bali, het Eiland der Demonen worden ver toond. Het verschil in naam toont tevens het verschil in inhoud aan. Want is het aan den Amerikaan Ch. C. Trego gelukt ons de won dere schoonheden van Bali te geven in een juichende sfeer van wijdte en licht, en kon hij terecht aan die *film den naam geven van Bali, het Eiland der Golden of Isle of Paradise, de Duitscher dr. Dahlsheim belichtte in Het Eiland der Demonen een andere zijde, die minstens even interessant is, een zijde, die te genspoed en onheil toont en den Balinees in die wanhoopsomstandigheden laat zien. Door deze film loopt een draad en zij is het verhaal van een dorp, dat door rampspoed ge troffen wordt, wat te wijten is aan de aanwe zigheid van een heks, zooals de inwoners zeg gen. Een familie raakt in financieele moei lijkheden, er breekt bovendien pest uit en tenslotte wordt de hulp van een priester ge vraagd, die de goden aanroept. De heks sterft en de rust in het dorp keert weer. Deze geschiedenis is zwak en wordt slecht uitgewerkt. Maar dat doet weinig terzake, omdat ze hèèl ondergeschikt is en gelegen heid biedt verschillende ceremoniën en ritus op te nemen. En dan vooral die plechtigheden, die in tijden van rampen plaats heben. In het duister van den nacht worden droomdansen uitgevoerd, de priester prevelt zijn gebeden voor een schaal heilig water uit het oerwoud, in welk water hij den strijd ziet tusschen de goden van den Dood en van het Leven. Trego heeft de lichtzijde opgezocht, Dahls heim nam den donkeren kant. De eerste schiep een zuivere documentaire en deed dat met een moeilijk te overtreffen meesterschap, de laatste maakte een documentaire in het raam van een speelfilm en bleef daarin uiter aard beneden het peil van den ander. Maar interessant is de film ongetwijfeld, en zij vult op fraaie wijze de andere, meergenoemde film aan. Het Eiland der Demonen wordt morgen ver toond in het programma van de eerste Zondagmorgenvoorstelling in dit wintersei zoen. De directie heeft vergunning gekregen de films op Zondagmorgen als geluidsfilms te draaien, zoodat van de typische en goed ge troffen muzikale begeleiding eveneens geno ten kan worden. èCHINEMA PALACE. Johnny Weismuller in Tarzan. Met een cacaphonie van klanken van het oerbosch-in-hevige-beroering, en daar boven Johnny Weismuller en Maureen O'Suilivan. uit de doordringende Tarzanroep nog in mijn hoofd, zet ik mij tot 't schrijven van deze be spreking. „Tarzan de Aapmensch" heeft zich vele vrienden verworven te oordeelen naar de overgroote opkomst van het publiek, dat de verdere lotgevallen van Tarzan en zijn gezel lin Maureen O'Suilivan met groote spanning volgt in Tarzan". Men herinnert zich mis schien, dat in „Tarzan de Aapmensch" Jane Parker, Maureen O'Suilivan, het verkoos om bij Tarzan in het oerwoud te blijven in plaats van met Harry Holt mee terug te gaan naai de beschaving. Holt hoopt nog altijd, dat Jane nog eens zijn vrouw zal worden en daarom organiseert hij met zijn vriend Martin Arling ton een nieuwe safari van inlanders om Jane terug te vinden. Op dien tocht verkeeren zij herhaaldelijk in de grootste gevaren. Als zij op het toppunt van de ellende zijn, aangevallen door wilden en met rotsblokken bestookt door apen, ver schijnt als een reddende engel Tarzan met Jane; door de macht, die Tarzan over de dieren heeft, wordt wat van de karavaan over is, gered Jane is heel blij en gelukkig Harry Holt weer te zien, maar Harry ziet al heel gauw. dat er voor Jane maai- één man bestaat en dat is Tarzan. En met de zelfopoffering, die echte liefde eigen is, denkt hij alleen aan het geluk van Jane en onderdrukt zijn eigen gevoel. Het gaat in deze film eigenlijk niet om het romantische deel, om de geschiedenis, maar MOKGEN van 10—5 uur en MAANDAG van 10 0 uur LAATSTE KIJKDAGEN van de HOOGST BELANGRIJKE VEILING van PERZISCHE TAPIJTEN ie houden door NOTARISSEN Mr. M. SLINGENBERG en 3. VAN MUNSTER VAN HEUVEN in den Haarl. Kegelbond, Tempeliersstr. 35 VEILING: Dinsdag en Woensdag a. s* uur. Voortzetting 's-avonds 8 uur. (Adv. Ingez. Med.) om de prachtige soms adembenemende opne mingen. Bij de gevechten met de wilde dieren knijp je in doodsangst en verschrikking de handen stijf in elkaaT, je kunt bijna niet adem halen en het bloed jaagt je door het lichaam. .Als Jane, alleen, zich moet verdedi gen tegen den aanval van een leeuw en een paar leeuwinnen en ze haar geweer heeft leeggeschoten, roep je in jezelf om Tarzan. Het vuurtje, dat ze om zich heeft kunnen maken, houdt het ontuig wel eenigen tijd in bedwang, maarde vlammen worden al maar kleiner en nóg is Tarzan er niet! Je wéét, dat hij komen zal en je weet ook, dat hij, al is het op het nippertje, Jane zal red den. Maar die spanningdie spanning! De leeuwen zijn al bij haar, nog éven en ze wordt verslonden, als haar metgezellen, maar daar is Tarzan. Ze is gered! Een rustiger idyllischer fragment is de zwempartij van Tarzan en Jane. Hoewel Tar zan geen zachtzinnige, integendeel soms een erg hardhandige minnaar is, en dat ook dui delijk demonstreert, als hij Jane met 'n harde duw van een tak in het water mikt en haar later, wanneer ze even aan de opper vlakte komt om adem te scheppen, weer direct onder water drukt, is het zwemmen van hen een oase van rust in deze wild bewogen film. Een genot is het de prachtige lichamen zich in en onder water te zien bewegen. We willen niet alle gevechten en gevaren, die alle die in Tarzan meespelen, hebben te doorworstelen, beschrijven. Voor avontuurlijke geesten is er volop te genieten. Voor iemand met zwakke zenuwen is het niets, die sterft duizend dooden en krijgt er nachtmerrie of slapelooze nach ten van. Maar wie van spanning houdt en tegen de geluiden van de jungle kan, die voorspellen we 100 pet. genot bij Tarzan. Van het bijprogramma is de Aankomst van de Uiver van Profilti wel hét moment. Wat een enthousiasme, wat een drukte, wat een vreugd! Een bijzonder goed tooneelnummer is het dansnummer van „The Fellows". Ongeloof lijk lenig, heel komisch, xythmisch en mu zikaal is hun dansen. Het succes dat zij had den, was welverdiend. LUXOR SOUND THEATER. „Koningin Christina" voor de vierde week geprolongeerd. De directie van het Luxor Theater heeft met de vertooning van de schitterende film „Koningin Christina", waarin Greta Garbo zulke triomfen viert, wel een heel goeden greep gedaan. Het succes is zóó groot, dat de directie de film voor de vierde week gepro- Greta Garbo. longeerd heeft. Zij, die dit meesleepende kunstwerk nog niet gezien hebben, moeten zich dus haasten. Een groote aantrekkelijkheid van het pro gramma is de aankomst van de Uiver op Schiphol, waarvan verschillende episodes op het witte doek vertoond worden. Voor hen, die niet in de gelegenheid waren, op deze feestdag naar Schiphol te gaan, is dit een mooie gelegenheid om er ook indrukken van op te doen. Het kost moeite om nog niet even na te juichen, als men Parmentier en zijn collega's uit de machine ziet stappen. Een teekenfilm en actueel wereldnieuws completeeren het programma. We zien o.a. een groot conflict tusschen werkgevers en werknemers in Amerika; de plechtige opening van het. nieuwe gebouw voor het departement van Justitie te Washington; 17000 witte vos sen, wier pelsen later de schouders der dames sieren; een filmster in Hollywood, wier haren met vloeibaren lak bewerkt worden om een mooien glans te verkrijgen; een indrukwek kende kudde wilde paarden in Mexico, die voor één dollar per stuk naar Amerika ver kocht worden, enz. Het zal van de week wel weer volioopen. MUZIEK. CONCERT DER H.O.V. Wat ook door de tijdsomstandigheden schaarsch moge geworden zijn het aantal musici met solistische bekwaamheden of ad spiraties zeker niet. Dagelijks duiken in de radioperiodieken nieuwe namen op en de or kestdirigenten moeten er een kaartsysteem op na gaan houden om met de aanvragen en toezeggingen niet in de war te komen. En zoo was Frits Schuurman genoodzaakt op één concert twee solisten onafhankelijk van elkaar te laten optreden en bevatte het programma van Vrijdagavond een cello- en vioolconcert: een dubbele aantrekkelijkheid dus voor de velen die gaarne solo-concerten hooren. En ook voor de beide solisten moest deze avond wel dubbele aantrekkelijkheid be zitten door de aanwezigheid van de microfoon van een onzer omroepverenigingen. Zij speel den dus niet alleen voor de in de zaal aan wezigen: zij speelden voor allen die in West Europa luisteren wilden. Of dat velen geweest zijn? Het is niet na te gaan, maar we kunnen wel vermoeden dat de beide solo-werken, zeer bekende reper toire-stukken als het zijn, de nieuwsgierigheid niet konden prikkelen. Ook op H.O.V.-avonden is zoowel het celloconcert van Saint-Saëns als het eerste vioolconcert van Max Bruch herhaaldelijk ten gehoore gebracht. Men luistert dan onwillekeurig meer naar de kwa liteiten der vertolking dan naar die van de stukken; men is kritischer. Laten we terstond zeggen dat het spel van de violiste Bertha Kalff den toets der critiek heeft kunnen doorstaan. Eenlge onvrijheid moge de jonge violiste bij het nog onge wend openbaar optreden nog gevoeld hebben: wat zij te hooren gaf was goed, en soms meer dan dat. In het Adagio had haar spel zeer mooie momenten; in de beide Allegro's toon de het voldoende warmte en technische be- heersching om te kunnen boeien Eerlijk ge zegd was dit spel een verrassing na haar debuut in het dubbelconcert van Bach, het vorige seizoen. Maar toen stond zij nevens haar leermeester Francis Koene en moest zich de leerlinge, de mindere voelen, nu had zij de solistische verantwoordelijkheid alleen te dragen en zij heeft zich van haar taak kranig gekweten. Het auditorium bracht haar een warme ovatie. Niet zóó goed slaagde de vertolking van het celloconcert door Louis van Maanen. Ook in diens spel waren goede oogenblikken, woor- namelijk in de cantilenes, maar in veel van het figuren- en passagewerk had men gaarne meerdere zuiverheid, meerdere toonschoon- heid gehoord. Met de voordracht van dit con cert, dat herinneringen aan de grootste cel listen oproept, komt de speler natuurlijk a priorit eenigszins in een lastig parket, en daarom mag men het verdienstelijke in het spel van Louis van Maanen niet voorbij zien. Frits Schuurman liet het orkest zeer bevre digend secondeeren, wat in de finale van St. Saëns-concert wegens de tempo vrij heden die de solist zich veroorloofde lang geen sine cure was. En hij schonk ons pittige en kleur rijke vertolkingen van de Ouverture „La Princesse Jaune" en van Tchaikowsky's kos. telijke „Casse-noisette"-suite. Hoezeer deze laatste in den smaak viel bleek uit de toe juichingen, waarin Schuurman het orkest liet deelen. K. DE JONG. (Adv. Ingez. Med.) EEN VOORBESPREKING DOOR KAREL DE JONC We zullen a.s. Zondag weer eens het voor recht kunnen genieten het eerste pianoconcert van Chopin door de radio te hooren. Jan Sme- terlin zal het voor de microfoon te Hilversum spelen. Het mocht anders eens in vergetelheid raken, evenals het vioolconcert van Mendels sohn, dat Maandag door Boedapest uitgezon den wordt. Intusschen mogen we niet ver zwijgen, dat Smeterlin, van wien ik eens een heelen piano-avond hoorde, een uitnemend pianist is. en bovendien een kunstenaar bij wien het muzikale niet door het technische verdrongen is, zooals bij de jongere generatie maar al te veel het geval is. Of hij nu van Chopin's op. 4 nieuwe zijden zal openbaren, zullen we moeten afwachten. Men zou zoo zeggen, dat het haast niet mogelijk is. Mengelberg heeft weer zijn blijde terug komst gehouden en de dagbladen hebben ons daarvan evenmin onkundig gelaten als van de triomfen die hij te Weenen en Boedapest gevierd heeft, En nu zal hij Zondag een Strauss-programma dirigeeren, dat alle aan dacht verdient, wijl Mengelberg destijds net zoo goed een Strauss-apostel geweest is als hij later Mahler-apostel werd Zelfs is mij wel eens ter oore gekomen, dat Rich. Strauss eens gezegd zou hebben, van Mengelberg te hebben geleerd hoe hij zijn eigen werken opvatten en dirigeeren moest. Het moge onwaarschijnlijk klinken: onmogelijk is het niet. want een componist behoeft nog niet altijd tevens de meest ideale of virtuoze reproducent van zijn eigen werken geacht te worden. Voor het ambt van dirigent ziin vele geroepenen, maar ■'echts heel weinig mogen tot de uitverkore nen gerekend worden. Strauss „Till Eulenspiegel" komt zóó vaak voor de microfonen der verschillende landen,, dat elk echt muziekliefhebber onder de radio luisteraars het werk wel min of meer zal ken nen. Men weet dat de door den componist ge geven omschrijving van den titel ..nach alter Schelmenweise in Rondea 'of zooals hij volgens sommigen oorspronkelijk geschreven moet hebben „in Radau" form gesetzt een soort van mystificatie inhoudt, als de lezing ..Rondeau" juist is. Want dit woord doet den ken aan den braven, overgeleverden vorm van de meeste werkjes der oude Fransche clave- cinisten en daarmee heeft die van Strauss' ..Till" al heel weinig overeenkomst. Het werk geeft in vrijen vorm een aantal karakteristieke momenten uit de overgeleverde geschiedend van den lustigen vagebond weer. Zooals in a' zijn toongedichten is Strauss' kunst hier weerspiegelend. De prikkel,, de inspiratie kwa men bij hem steeds van buiten af. in tegen stelling met Mahler. Maar die muzikale weer kaatsing is bewonderenswaardig, niet alleen door de scherpte van het beeld, maar ook door de enorme kunstvaardigheid, de compositori sche techniek. De meest verscheidene en ver rassende gedaanteverwisselingen der thema's worden aangewwend en met elkaar gecombi neerd en al die metamorphosen en combina ties vormen geen ijdel spel, maar hebben be- teekenis als illustreerende factoren. Mag men deze in „Till" op de gelukkigste wijze aangewend achten, wat betreft de ver scheiden jaren later geschrevene „Symphonia domestic»" („Huiselijke Symphonie") loopt de waardeering nogal uiteen. Sommige beoor deelaars zien er het culminatiepunt van Strauss' symphonischen arbeid in, anderen stellen het een heel eind beneden vroeger ge schreven werken. Ook de titel der S. domesti- ca heeft in den beginne hen misleid, die meen den dat Strauss nu van zijn toondichterlijke afdwalingen naar het soliede ouderlijke huis der conservatieve symphonie terugkeerde. Hiervan is geen sprake. Al laat het ongeveer drie kwartier onafgebroken speeltijd ver- eischende werk zonder moeite in een Exposi tie of eerste Allegro, een Scherzo, een Adagio en een Finale verdeelen; al deze deelen zijn echte programmamuziek. Maar dit feit is "iet hetgeen het meeste protest heeft, verwekt Meer kritiek lokte de onevenrpdicheid tus schen het aan den intiemen huiselijken kring ontleende programma en het geweldige or kestrale apparaat, dat voor de uitvoering be- noodigd is. uit. Een familie-idylle door zulk een reuzenorkest te willen verklanken, een lustig gekibbel tusschen de echtgenooten in de gedaante van een groote dubbelfuga weer te geven, kan wel aardig en knap zijn. maar is toch volgens velen aesthetisch moeilijk te rechtvaardigen. Het minder waardeerend oor deel betrof ook de in vergelijking met vroe gere werken zwakkere thematische vinding, die niet geheel door het schitterende orkestrale coloriet gemaskeerd wordt. We willen hier verder niet op ingaan, en ook ditmaal geer. gedetailleerde ontleding van de S. domestica geven: slechts willen we er nog op wijzer., dat de dramatis personae man. vrouw en kind zijn. waarbij dan in de expositie ook nog de tantes en de ooms een oogenblik optreden, om de ge lijkenis van het kind met papa of mama te betoogen. Dit zijn de eenige aanwijzingen die de componist zelf in de partituur gegeven heeft. Verscheidene Bachcantates zullen a.s. Zon dag uitgezonden worden. De cantate „Wachet auf" (no. 140) komt zelfs van twee zijden: uit Motala en uit Beromünster. maar toch niet als gramofoonolaat. In deze cantate treft men dezelfde muziek aan als in het gelijknamige koraalvoorspel voor orgel. Zij behandelt de geliikenis der tien maagden. Ook de cantate ..Christus der ist mein Le- ben" bevat koralen. De door Bach samenge stelde tekst geeft uiting aan het verlangen naar den dood, De regels „Sterben ist mein Gewinn" en „Mit Freuden will ich van hinnen scheiden" mogen als voorbeelden dienen. Deze cantate bevat een prachtige tenoraria, welker moeilijkheid een beletsel vormt voor een ge regelde plaatsing op de programma's. In de Cantate „Herr, so du wilst" zün alweer de gedachten aan den dood uitgedrukt en wel door drie versregels, die elk hun eieen muzi kale illustratie met zich brengen, Bij den eer ste hoort men de zuchten (Seufzer). die door de smarten uit het hart geperst worden; bij den tweede („lege meine Glieder in Staub und Asche nieder" daalt de lijn der muziek grafwaarts; bij den derde (..so schlagt. ihr Teirhenglorken") hoort men de doodsklokken in de bassen 't Is niet zeer opwekkend, maar wel merk waardig. En we moeten er bij bedenken, dat Bach 't niet altijd zoo sombei- meende l Lectuur voor onze Jeugd. Bij de gebroeders Kluitman te Alkmaar is een schitterend meisjesboek verschenen van Ems. I. H. van Soest, getiteld Pauli's Leer school. in den tegenwoordigen tijd is het werkelijk een vreugde om voor onze bakvisch- jes eens een goed. sterk verhaal te lezen, waarin de hoofdpersonen het leven aandur ven. ook het moeilijke leven. Pauli. de hoofd persoon in dit verhaal heeft het werkelijk moeilijk. Ze bezit nu eenmaal geen gemak kelijk karakter, is gauw Sn haar wiek ge schoten en verschilt zoo hemelsbreed van haar oudere zuster, Heieen, bij wie alles van een leien dakje gaat. En dan komt Lucien in haar leven. Als de liefde in haar meisjes- hart ontwaakt, krijgt ze meer fut. wordt ze zachter en gemakkelijker, vooral voor ande ren. Naast het groote geluk wacht haar ech ter het groote leed. Lucien houdt van haar als van een goede vriendin, maar zijn waar achtige liefde gaat uit naar Ina. de vriendin van Heieen. Het wordt alles heel moeilijk voor Pauli. maar het verdriet wordt een leer school voor haar. Bittere levenservaring doet haar openstaan voor ieder, die zorg behoeft. Heel fijn beschrijft de auteur haar omgang met den moederloozen kleinen Just. En we zijn eigenlijk zoo blij. dat zij ten slotte werke lijk een tweede moeder voor Just zal worden. De bijfiguren zijn ook meesterlijk geschetst. Vooral Lucien Tersteeg. die op ieder een goe den invloed heeft, die nu eens nooit flirt, maar altijd weer aan anderen iets geeft van eigen levensdurf. Nolda, Pauli's vriendin, verschijnt in dit verhaal als het mondaine, onechte schepsel tje, dat in al haar verwachtingen wreed te leur gesteld wordt. Het geheele gezin van Laren, met de moe der, aan het hoofd, is een dappere familie, waar veel gewerkt en veel gestreden wordt, maar waar toch ook veel overwinning te boe ken valt. De illustraties van Hans Borrebach zijn als altijd pittig en raak. De geheele uit gave is een absolute aanwinst voor onze meis- jeslectuur. De Meisjesflat door J. H. Brinkgreve- Entrop van dezelfde uitgevers stelde me te leur. De titel beloofde zooveel en de fleurige illustraties van Nans van Leeuwen deden zooveel verwachten, maar 't verhaal zelf was vaak zoo hopeloos saai. 't Begin is niet kwaad. We maken kennis met Nel Knoops, die aan 't vioolspelen is en veel last heeft van de gramophoon van haar buurvrouw. En dan komt er bezoek van de tweelingen Cris en Pau, die het in haar pension niet zoo bijs ter goed getroffen hebben. Dit is alles aardig en gezellig beschreven. Ook de theevisite bij Tante Crisje is nog wel onderhoudend. Dan zakt de schrijfster af. Stijl en taal zijn goed verzorgd, maar er is zoo weinig actie in het verhaal. Er gebeurt zoo niets, dat de moeite van het vertellen waard is. De verhuizing is een veranderingetje. De vriendinnen zullen met elkaar het bovenhuis van tante Chris gaan bewonen, daar deze dame voor een jaar naar Brummen gaat om een vriendin te ver plegen. Nu zijn ze dan op de flat en je hoopt, dat je nu geestige voorvallen zult vernemen. Er gaan bladzijden voorbij, waarin gerekend wordt, gepraat wordt over meubilair, eten enz. Je bent heusch blij. als er eens een brandje komt, wat weer boeiend beschreven wordt. Maar 't boeiende beslaat helaas slechts enkele bladzijden. Zoo is 't ook met het sterven van tante Chris en de erfenis, die. zooals je dade lijk wel kon voorspellen, moeilijkheden zou geven. En als dan ten slotte het boek uit is, zeg je tot je zelf: Onze meisjes zullen geen kwaad uit dit boek meenemen, maar ook heel weinig goeds. En dat laatste is te betreuren. W. B.—Z. Encyclopaedic van Ned.-lndië. „Deze uitgave", aldus de heer G. F. E. Gonggryp, oud-gouverneur van Sumatra's Westkust, onder wiens redactie deze ge- illustreerde Encyclopaedic van Nederlandsch- Indië is tot stand gekomen, „deze uitgave be doelt te zijn een beknopte, praktische hand leiding voor hen, die belangstellen in Neder- landsch-Indië, zoowel daar te lande als in het moederland. Er is naar gestreefd, dat de ge bruiker zich snel kan oriënteeren". Medegewerkt hebben de heeren W. K. Boogh, kapitein der Infanterie K. N. I. L„ ir. E. A. Douglas, oud-hoofdingenieur, leider der Boekit Asam Steenkolenmijnen. G. J. du Marchie Sarvaas oud-resident, inspecteur van Agrarische Zaken en Verplichte Diensten, mr. A. Neytzell de Wilde, oud-voorzitter van den Volksraad en J. Th. Petrus Blumberger, oud assistent-resident. Talrijke afbeeldingen naar foto's en kaarten verluchten het lijvige boek van 800 bladzijden en 150 platen, dat uitge geven is door de N.V. Leidsche Uitgevers Mij. te Leiden. Silja, door F. E. Sillanpaa. Bij Scheltens en Giltay te Amsterdam is verschenen de Finsche roman Silja. de Dienstmaagd, door F. E. Sillanpaa, vertaling van Maria Kiluni. De roman beschrijft het harde leven op de eenzame boerderijen op het platteland in Finland en den invloed, d:e dit leven op de toch reeds eenzame Silia, de hoofdpersoon uit dit boek, uitoefent. Het boek geeft een typischen kijk op de ze den en gewoonten onder de Finsche boeren. Twee gestolen afgodsbeeldjes, door Franek L. Packard. De held van dit verhaal, dat zich afspeelt tegen een tropischen achtergrond in Singa pore. in opiumkitten en Chineesche slaven- jonken, is de jonge Bob Kingsley, die onver moeid zoekt naar de moordenaars van zijn oom Tom. De moord is gepleegd onder zeer vreemde omstandigheden en de vervolger komt dan ook voor allerlei bijzondere situa ties te staan. De spannende geschiedenis is vertaald door Jos. Panhuysen. en uitgegeven door de Keurboekerij van de N.V. het Neder landsche Boekhuis te Tilburg. Ontredderde Wereld, door Maurice Hindus. Verschenen is bij de N.V. Em. Querido's Uitgevers Mij. te Amsterdam de derde herzie ne druk van Ontredderde Wereld door Mau rice Hindus, vei*taald door mr. I, E. Prins Wil- lekes MacDonald, met een inleiding en een nawoord van dr. J. Romein. Het gemeenschapshuis voor werkloozen, door Jacq. Engels. De algemeene leider van een werkloozen- tehuis in Amsterdam, de heer Jacq. Engels, heeft in dit werk. dat uitgegeven is bij de Uitgevers Mij. Contact te Amsterdam, een pu blicatie gegeven over zijn arbeid daar. Hij spreekt over de werkgroepen, den raad. het onderwijs en de clubgeest, over vertrouwen, zelfbestuur en vrijheid, over het geestelijk con tact en het geestelijk leven o.a. en doet dat met een scherpe opmerkingsgave. Mèn ~al hieruit een niet vermoed Inzicht kunnen krij gen in de psyche van eegn groot deel onzer bevolking*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 17