ASPIRIN HIJ OF ZIJ? MAANDAG 26 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 7 HKl Hoe den oorlog te bestrijden? Uiteenzetting voor Religieus Socialisten en Woodbrookers. Mr. H. Willemse sprak Zaterdagavond in het Remonstrantenhuis over „Het militaire vragstuk" voor de afdeelingen Haarlem der Religieus Socialisten en de Arbeidersgemeen schap der Woodbrookers. Mr. Willemse is bondsvoorzitter van het Religieus Socialistisch Verbond. „De waardeering voor :t leven en de eerbie diging van de band van mensch tot mensch, staat bij de Religieus Socialisten, ook bij hun oorlogsbestrijding, voorop", zei de inleider. Men verwijt den religieus socialisten een tweeledigheid: verwantschap met de z.g.n burgerlijke groepen. Dit is de psychologische zijde; in de politiek stellen de religieus socialisten zich op het democratisch standpunt. Over de oorlogsbestrijding zei Mr. Willemse dat de menschen een schrikbarende onwetend held aan den dag leggen. „Wat kan ik voora den vrede nu doen?" is een vraag die men zich somwijlen zal stellen. Men mag nu zijn denken over 't oorlogsge- gevaar niet uitstellen tot datde oorlog er is! ''i z De spreker geloofde dat 't niet juist is te spreken over de verschrikkingen van het slachtveld, zooals z.i. angst verwekken altijd verkeerd is, en 't toch niet de gewenschte uit werking heeft. Strijd voor den vrede moet niet alleen zijn tegen militaire organisaties gericht op den buitenlandschen vijand, maar ook die, welke den binnenlandschen zouden moeten bestrij den, zooals de burgerwacht. >Ook de dienstweigering kwam ter sprake, die een practische en een gewetenskwestie is. Belangrijk zijn deze vragen: 1. is men be reid in een modernen oorlog zijn medemensch te dooden? 2. Is men bereid voor den staat waartoe men behoort, in den oorlog te gaan; en 3. Meent men dat de persoonlijke krachten in een modernen oorlog van waarde zijn? „Toch kan de kwestie der dienstweigering, omdat 't een individueel optreden zou zijn, een oorlog niet voorkomen", meende de heer Willemse. De religieus socialisten zouden niet terug deinzen om xevolutionnaire middelen te ge bruiken als op deze wijze en oorlog voorkomen zou kunnen worden. De revolutionaire middelen zijn vele en velerlei. Elke massa, waar en in welk land men ziet, wil, als zij in individuen uiteenvalt, geen oor log. Maar die massa wil ook de bescherming van eigen bezit, eigen gewoonten. Het is de taak van het pacifisme om de massa, die in wezen pacifistisch is, bij te brengen dat de heilig geworden bezittingen ook zonder de wapenen veilig gesteld kunnen Worden. Het lijkt een gemakkelijker middel om den vrede door den Volkenbond te verzekeren, dan door een eventueele massale actie. Zonder den Volkenbond, echter verbetei'd en zonder fouten, ook al wordt er aan alle zijden om gelachen; zonder Volkenbond zal men in de toekomst toch niet kunnen. Helaas, aldus spr. wordt in de kringen van de radicalen het verzet tegen den Volkenbond hoe langer hoe grooter. Over de parlementaire actie voor nationale ontwapening zei de heer Willemse dat dit een kwestie is, waarover de meeningen ook bij de links-georiënteerden zeer uiteen loopen. Na deze inleiding was er gelegenheid van gedachten te wisselen. VEILIG VERKEER. De Vereeniging voor Veilig Verkeer hield 'een algemeene ledenvergadering. Uit de ver slagen van den secretaris en den penning meester bleek dat het eerste vereenigingsjaar ondanks de slechte tijdsomstandigheden een succes kan worden genoemd. De voorzitter, majoor ^olis. trad als zoo danig af wegens vertrek naar elders, Tot voorzitter werd gekozen majoor A. M. M. van Loon, commandant van den Motordienst te Haarlem. De periodiek aftredende bestuurs leden de heeren Ir. H. A. Maas en L. Molijn werden bij acclamatie herkozen. De statuten en het huishoudelijk reglement werden door de vergadering goedgekeurd. Nadat van de rondvraag een druk gebruik gemaakt was en de scheidende voorzitter was toegesproken door den Commissaris van Po litie, den heer E. H. Tenckinck. werd de ver gadering gesloten. R.-K. Waschindustrieelen vieren een jubileum. In een met bloemen versierde zaal van Brink mann, welke bloemen geschenken waren van andere afdeelingen en kennissen, recipieerde Zondagmiddag de afdeeling Haarlem en om streken van den R.K. Nationalen Bond van Waschindustrieelen, terwijl een orkestje de bijeenkomst luister bijzette Hier werd voorlezing gedaan van de inge komen gelukwenschen ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan der afdeeling en sprak de heer S. L. Hoes, voorzitter, een herdenkings rede uit. Hij memoreerde daarbij de voordee- len die een goede organisatie had, de keeren dat Haarlem het initiatief had genomen voor belangrijke besluiten, hoe Haarlem en Den Haag de beide afdeelingen zijn, die op het oogenblik veel van zich doen spreken en hoe de vereeniging niet alleen plaatselijk een groo- ten bloei beleeft, maar ook landelijk. Hij ves tigde daarbij de aandacht op de toekomstige proeven die in een speciaal daarvoor op te richten station zullen geschieden, welke proe ven voor het waschbedrijf van de grootste waarde zullen zijn, en die genomen zullen worden in samenwerking met den neutralen bond. Want de wetenschappelijke verheffing van het vak is, zooals trouwens voor elk vak, van het grootste belang. Toch zullen er ja ren voorbij gaan, meende de spreker, eer het gestelde doel bereikt is, doch men gaat den goeden kant op, en dat is de hoofdzaak. De heer Hoes dankte allen die in het ver leden medegewerkt hebben aan den bloei der vereeniging. Opbouwende critiek is altijd wel kom geweest, is trouwens altijd van waarde, en het heeft de vereeniging daaraan niet ont broken. De feestdag werd geopend met een H. Mis en na de receptie was een feestdiner. DE OOSTHOEK ZEVEN JAAR De bijeenkomsten van de Overijselsch-Gel- dersch-Drentsche Vereeniging kenmerken zich steeds door een opgewekte stemming van het immer in grooten getale opkomend pu bliek. De herdenking van het 7-jarig bestaan Zaterdagavond in de Tuinzaal van het Ge meentelijk Concertgebouw maakte niet al leen hierop geen uitzondering, maar ze over trof de andere bijeenkomsten nog verre: de zaal was tot ae laatste plaats bezet en nog velen hebben geen toegangsbewijzen kunnen krijgen. En wanneer aan de aanwezigen de vraagt gesteld zou worden of ze zich geamu seerd hebben, dan zou ongetwijfeld deze vraag zonder aarzeling met een volmondig en hart grondig ja beantwoord worden. Want het was een bizonder geslaagde avond. Daartoe droeg in de eerste plaats bij het met zorg samengestelde programma. Gelder- sche Jan met zijn Shylock-revuegezelschap bezette het podium vrijwel den heelen avond en deed dat met veel succes. Hij kwam met 'n preutjen en 'n leedjen, hee vrog ne vrou we, hee stond een aa(r>dig hotjen op 't too- neel enliet de aanwezigen lachen. Zijn vrouw stond hem goed terzijde en eischte, vooral in het huwelijkslied aan de Mannen! en de Vrouwen! toegezongen, haar deel van het succes op. Geldersche-Jan werd bijgestaan door de Shylockgirls, die voor de dansen en koren zorgden. Ze verschenen als Tirolerinnen, als Volendamschene als piccolo's en kamermeis jes. Dit laatste optreden was noodig voor een korte revueschets waaraan het heele gezel schap meewerkte en die speelde in de hal van een hotel, waar de ober zijn personeel inspec teerde. En daarmee had Jan zijn repertoire voor dezen avond nog niet afgewerkt, want er werd aangekondigd, dat hij voor het bal ook nog wat bewaard had! Dadelijk na de pauze kwam de heer Gerrit sen op het tconeel, die verdienstelijk xylofoon- en marumbasoli ten beste gaf. Als hij gedacht had dat hij het bij enkele nummers kon laten, heeft hij het grondig mis gehad: het publiek toonde zich zóó ingenomen met het gebodene dat hij ettelijke nummers moest geven. Na het toegiftje bleek uit het uitbundig applaus, welk een indruk zijn spel bij het publiek ge maakt had. Dit, wat betreft de nummers op het tooneel. De rest van den avond was gewijd aan muziek en dans. En daar geen dans kan worden ge maakt zonder muziek willen we beginnen met het onvermoeibare orkest te noemen, on der leiding van den heer van Bommel, the musical Lunatics, dat gedurende den voor avond voor entre-act-muziek zorgde en later als dansband optrad. Het was een waardige herdenking van het 7-jarig bestaan. Het bestuur, onder leiding van den actieven voorzitter Helder heeft alle eer gehad van het organiseeren van deze bijeenkomst. De gebruikelijke verloting met fraaie prijzen mocht zich in veler belangstel ling verheugen. OAGEIIJKSCH WEERBERICHT (Adv. Ingez. Med.) Sigarenzaak C. H. Vrugt. De heer C. H. Vrugt, de bekende eerste klas scheidsrechter van den K.N.V.B., die gedu rende vijftien jaar als hoofdboekhouder aan een onderneming te Amsterdam is werkzaam geweest, heeft zich genoodzaakt gezien een ander emplooi te zoeken, omdat deze or.der- leming door de tijdsomstandigheden geliqui- leerd is. De heer Vrugt heeft nu in het per ceel Gedempte Oude Gracht 72 nabij de Bo termarkt een sigarenzaak gevestigd, die hij Zaterdagmiddag onder zeer veel belangstel ling geopend heeft. Ta! van vrienden uit de zaken- en vooral voetbalwereld hadden fraaie bloemstukken en fruitmanden gezon der. De nieuwe zaak ziet er in één woord keu rig uit, In de ruime étalagekast, die vooral 's avonds mooi verlicht is, liggen de ontelbare merken sigaren en sigaretten smaakvol geéta leerd. De winkel is geheel naar de eischen des tijds ingericht. Wanden, toonbank en vitrines (welke verlicht kunnen worden) zijn in een stemmige kleur gehouden. Achter den winkel heeft de heer Vrugt nog een flink ma gazijn. We wenschen hem veel succes toe. BANKETBAKKERIJ JOH. VIJN. De heer Joh. Vijn, die reeds eenige jaren als banketbakker in de Anegang is gevestigd, heeft thans een tweede banketbakkerij ge opend in het perceel aan den Rijksstraatweg no 50, Haarlem-Noord. Een groote bloemenschat getuigde Zater dag den dag der opening van de belang stelling van velen in het voor de firma zoo gewichtige feit. De nieuwe zaak mag er zijn in alle opzichten. Breede ramen, aan weers kanten van den ingang, geven ruimschoots ;elegenheid voor het étaleeren van een keur an smakelijke artikelen, die des avonds, uit- noodigend, prijken in een zee van licht. Ach ter den smaakvol ingerichten winkel is ruim te gelaten voor een kantoortje en er is ge zorgd voor een practische en gemakkelijke verbinding tusschen de bakkerij en de ver koopruimte. Deze nieuwe zaak mag zeer zeker een aan winst worden genoemd voor het uitgebreide stadskwartier, dat gewoonlijk als „Haarlem- Noord" wordt aangeduid. Ten overvloede zij nog vermeld, dat de zaak .n de Anegang daar gevestigd blijft. Ueut slariiuj» zonder de eigenlijke oorzaak fe verwijderen? Zoo last ook de Aspirin-fablet het kwaad steeds in den wortel aan. In tegenstel ling tot veel namaak verwijdt zij ook de kleinste bloedvaten, bevordert den bloedsomloop en bewerkt zoo een gunstigen invloed op de bloedcirculatie. Dit is bijzonder belangrijk raA bij griep en verkoudheid. HET PRODUCT VAN VERTROUWEN Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes van 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ets. (Adv. Ingez. Med.) Onze bloembollenhandel. Tulpenprijzcn in 1934. Het Weekblad voor Bloembollencultuur pu bliceert een overzicht van de in het nu afge- loopen binnenlandsch handelsseizoen op de beurs te Haarlem genoteerde prijzen en tee kent daarbij o.m. aan, dat het prijspeil van die tulpen variëteiten, die tegen een minimum prijs zijn verhandeld, wat. verhoogd is, verge leken bij het vorig jaar door het stellen der minimumprijzen. Op een enkele uitzondering na stijgen deze soorten ook later in het seizoen niet boven de minimumprijzen uit. terwijl soorten, die iets boven den minimumprijs openden, deze kleine verhooging in den loop van het handels seizoen konden behouden, in andere gevallen echter tot de minimumprijzen terugvielen. De prijsbeweging dezer soorten is daarom dit jaar niet van zooveel be teekenis, daar zij niet boven het minimum konden uit stijgen, doch ook niet verder konden dalen, daar de onderste grens in de regeeringsmaat- regelen was vastgelegd. Deze onderste grens zal in bepaalde gevallen ook nog wel eens „onderdoken" zijn. maar de mate daarvan komt natuurlijk in deze noteeringen niet tot uiting en leent zich ook niet voor een eenigs- zins betrouwbare schatting. Voor deze soorten zal het zeer interessant zijn, zoo gaat het blad voort, te vernemen, hoeveel ervan straks door de Regeering zal worden gekocht. Hierover bestaan bepaalde schattiingen, maar nauwkeurige gegevens hierover van officieele zijde zouden ten deze van groote beteekenis zijn. Wij spreken de hoop uit, dat deze na de overname zullen wor den verschaft. Want slechts daaruit zal zijn af te leiden in aanmerking genomen ook de hoeveelheid, die van een soort ongeveer aan de markt zal komen hoe de marktpositie was van variëteiten, die uitsluitend tegen den mimimumprijs zijn verhandeld; het is niet meer zooals vroeger, toen men dat uit de prijs beweging kon aflezen. Enkele insiders hebben hierover natuurlijk wel een oordeel, maar het is voor het bloembollenbedrijf als geheel van belang, dat alle kweekers over deze gegevens de beschikking hebben. Deze zouden dan voor het bepalen van de productie van een bepaal de variëteit eenigermate de prijzen als aan wijzingen voor een al dan niet verder produ- ceeren kunnen vervangen. Al is het dan helaas ook maar „eenigermate". OVERIJSELSCHE ONTSPANNINGS- VEREENIGING. Het tweejarig bestaan van de Overijselsche Ontspanningsvereniging is een goede gele genheid geweest voor het ijverige bestuur om een herdenkingsavond in hotel de Leeuwerik te organiseeren, die in alle opzichten goed is verloopen. Door ziekte en andere omstandig heden was de opkomst niet zoo groot als an ders, zooals de voorzitter, de heer J. Wester voorde, in zijn openingswoord zei, maar toch bevredigend. Hij wekte de leden op zooveel als het mogelijk was elk één nieuw lid aante bren gen, opdat het ledental, dat nu 40 bedraagt, zal worden uitgebreid. Spr. herdacht het over leden eerelid, den heer Kloeke, die zoo ge ijverd heeft voor de instandhouding van het dialect en die steeds blijken van medeleven heeft gegeven aan de vereeniging. De aanwe zigen stonden een oogenblik van hun zetels op na deze woorden. De voorzitter vestigde nog de aandacht op het in Januari te houden bal- masqué. De vertegenwoordigers van de afdee ling den Haag heette spr. in het bijzonder wel kom en hij hoopte, dat evenals in den Haag ook hier een Tooneelclub zou kunnen worden opgericht. Nadat de aanwezigen het volkslied var. Twente hadden gezongen was het woord aan den humorist-conferencier Bob Gundelach en aan Corry Petry, soubrette. Beide artisten hebben de toehoorders gepakt door hun enthousiast optreden, dat de aanwezigen boeide en hen meesleepte. Verscheiden toe hoorders moesten zelfs meedoen, waarbij een enkele een refreintje op het tooneel moest zin gen, waarvoor dan een verrassing beschik baar was gesteld, terwijl anderen, hun on danks, een hoedje moesten opzetten! De con ferencier boekte veel succes met eenige mop pen en vroolijke liederen over Artis, over de liefde enz. De Moonlight Serenaders zorgden op de hun bekende wijze voor muzikale bege leiding, ook tijdens het bal, dat nadat het programma was afgewerkt, plaats vond. Het programma echter vermeldde eerst nog optre den van Don Silvestro. de helderziende en van J. v. d. Bos en L Burger, die xylofoon- en trompetsoli zouden uitvoeren. Alles bij elkaar genomen was het een avond, die door het publiek op hoogen prijs werd ge steld. Het genoot zichtbaar en het was ingeno men met de keuze van artisten, die vlot hun programma afwerkten en die er dikwijls in slaagden een refreintje, dat in het gehoor lag, door de luisteraars mede te doen zingen. Een avond als deze gaat niet voorbij zonder attracties en zoo waren er vele fraaie prijzen tentoongesteld voor een te houden verloting. Hieraan zou echter een speciaal kantje zitten, dat, naar ons werd medegedeeld zou bestaan in een Zesdaagsche, met achtervolgingen, klassementen en sprinten. Alles op echte fietsjes! Ongetwijfeld zal deze attractie wel het noodige succes hebben behaald! TERAARDEBESTELLING C. C. E. D' ENGELBRONNER. Onder zeer veel belangstelling heeft Zater dagmiddag op <le begraafplaats De Biezen te Santpoort de teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk overschot van den gepens. majoor der artillerie C C. E. D' Engelbronner, overleden alhier. Aanwezig waren generaal J C Lagger. de oud-kolonel Ind. leger C. A. Meulemans. de oud-officier van het Ind. leger E. J. A. Slors, de oud-luit kolonel der veldartillerie C G. Prevyt, de luit.-kol. P. S. Hartogh Heys van Zouteveen. commandant van het landstorm korps Kennemerland. de oud-luit. kolonel van het Ind. leger P. G. Ramaer, de oud-majoor G. A. de Reede. de oud-majoor der genie Ind. leger J. S. Redeker. de heeren S. Crommelin, G. Botje, oud-gezagvoerder der Stoomvaart Mij. Nederland. Th. Gorter, W. J. Dingemans e.a Namens het bestuur der Haarlemsche hulpbank waren aanwezig de heeren J. P. Guépin, M. Lugt en J H. v. d. Wall Bake. Ver der was nog aanwezig de heer J, Bontenbal te IJmuiden, voorzitter der afdeeling Kenne merland van den Kon. Nederl .Bond van oud onderofficieren. Allereerst sprak de heer J. P Guépin na mens het bestuur der Haarlemsche Hulpbank, die den overledene herdacht als een accuraat en ijverig medewerker, man van prettigen en aangenamen omgang. Dr. Overbosch sprak namens den kleinzoon van den overledene In Indië en hoopte, dat deze den kinderlijken en blijmoedigen geest van zijn grootvader zou hebben. Tenslotte sprak Ds. C. M. Briët, Ned Herv. predikant te Heemstede, die den overledene schetste als een eenvoudig mensch, ook als geloovige. Hij was evenwichtig en aanvaard de dankbaar, wat het leven hem schonk. Spr. las eenige Schriftgedeelten en besloot met het Onze Vader. De schoonzoon, Mr. Ju!. Hoog alhier, heeft dank gezegd voor de belangstelling. AERDENHOUT HEEFT EEN JEUGDHUIS Zaterdagmiddag werd te Aerdenhout, bij de Leeuwerikenlaan, het jeugdhuis en wijk- gebouw geopend van de Ned. Hervormde Ge meente Zandvoort. Dit gebouw staat op grond die een geschenk is van mej. Wickevoort Crommelin,die dezen grond cadeau heeft ge daan op voorwaarde dat er een kerk zou ko men Aangezien daarvoor nog de gelden breken, is er voorloopig een jeugdhuis ge komen waar geregeld jeugddiensten gehou den zullen worden, catechisatie wordt ge geven en waar mej. Blooker het driehoeks- werk zal verrichten, het zgn. voor-padvin- derswerk. De president-kerkvoogd, de heer J. A. Haaksma heeft de aanwezigen welkom ge- heeten, Ds. D. Tromp uit Zandvoort heeft de openingsrede uitgesproken. Hij zeide ver heugd te zijn dat het jeugdwerk nu ook hier een tehuis heeft gevonden, memoreerde de bestemming van den grond en zeide dat de bouw duurder is geweest dan men oor spronkelijk had gedacht en dat men verheugd zal zijn, als iemand het hiaat wil aanvul len Dat er veel bloemen waren gekomen hoeft wel geen betoog. AGENDA MAANDAG 26 NOVEMBER Stadsschouwburg Amst. Tooneelvereeniging „De Draaikolk", 8 15 uur. Schouwburg Jansweg: „Lloyd-Avond". Leger des Heils, Schagchelstraat. Adjudante Tichelaar. Lezing met lichtbeelden. 8 uur. Palace. Cinema Variété: „Tarzan's verdere avonturen". Op het tooneel: The Fellows, dans fantasieën. 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Blossom Time". Schu- bertfilm. Op het tooneel: Chick Finks Trio, sensational roller skaters. 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: „Koningin Chris tina" voor de vierde week geprolongeerd. 7 en 9.15 uur. Frans Hals Museum: Tentoonstelling 17e Eeuwsche Hollandsche Kunst. 105 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. Zandvoort: Middenstandstentoonstel ling. Monopole. 14.3017.30 en 20—1 uur. DINSDAG 27 NOVEMBER Groote Kerk. Orgelbespeling 8.15—9.15 uur. Stadsschouwburg: Balletavond van Nina Kirsanova en Igor Schwezoff. 8 uur. Schouwburg Jansweg: Ned. Ind. Tooneel: „Belastingontduikers'8.15 uur. Gem. Concertgebouw: H. O. V. Ledenconcert. 8 uur. Statenzitting. 10.30 uur. IJsclub voor Haarlem en Omstreken. Alg. vergadering. Café-rest. „Bolwerk". 9 uur. Bioscoopvoorstellingen. Frans Hals Museum: Tentoonstelling 17e Eeuwsche Hollandsche Kunst. 105 uur Zandvoort: Middenstandstentoonstel ling. Monopole 14.30—17.30 en 20—1 uur. FEUILLETON door BERTA RUCK. 11) Juist wilde hij er aan toevoegen „en ik zal na de thee komen, om het je te leeren." Toen wat deed hem de woorden terug houden? Welke kleinigheid doet soms een dier gevaar vermoeden, als het reeds op het punt is, uit de hand te eten, die hem toegestoken wordt. Je weet het niet. Op dit oogenblik was het misschien het waarschuwend getoet van een auto. De jeug dige chauffeur stuurde den wagen van Sir Ralph Wellalone iets dichter naar het hek. De andere wagen reed voorbij en was een oogen blik later verdwenen Het plan van Sir Ralph kwam niet tot uiting. In plaats van de woorden, die hij had willen zeggen, zei hij nu: „en ik zal Willis naar je toe sturen met de schuit op het uur, dat je het beste schikt. Ik zou zelf wel komen, maar ik heb je in mijn briefje al verteld van mijn boek. Ik heb het er erg druk mee. Ik moet er al mijn tijd aan geven en nu ben ik dezen middag ook al kwijt, omdat ik dien Franschman op de lunch krijg. Ik zag geen kans, hem op een anderen dag te stellen. Ik zal Willis sturen. Je kunt hem krijgen, wanneer je maar wil." Op allersnoezigsten toon antwoordde Lae- titia: „Het is erg lief van je Ralph, maar Willis kan niet boomen. Ik heb hem er naar ge vraagd, toen hij mij die lathyrus bracht. Hij zei, dat hij het niet eens ooit geprobeerd had." „Zoo, zei hij dat? Ja „Laat ik je niet langer ophouden. Als je Öien geleerden Franschman wilt treffen, zul je voort moeten maken. Ik hoop, dat je nog op tijd zult zijn „O, plenty tijd. Hij komt met den trein van twaalven. Smith was bijzonder vroeg," zei Wellalone. Toen, alsof het noemen van dien naam hem op een gedachte bracht, wendde hij zich tot de gedaante, die nog al tijd onverroerlijk aan het stuur zat. „Smith „Ja, meneer?" Smit scheen weer levend te worden. De wagen had niet langer dan tien minuten stil gestaan, maar de tijd had den chauffeur oneindig veel langer geleken. Nu moest Smith, de luistervink tegen wil en dank, op het tooneel verschijnen. „Smith, kun jij bij geval ook boomen?" „Boomen, meneer?" De heldere oogen ontmoetten die van den Baas. „Ja, je weet wel. Ik bedoel een schuit voort- boomen met zoo'n langen stok." „Ja, meneer. Ik weet het. Ik zou het wel denken, meneer". Smith nam met hernieuwd animo zijn rol weer op, omdat hij nu op zijn beurt een ge hoor had: een waardeerend gehoor, dat (al hield ze er een lezing op haar eigen hand op na), toch wist. dat het alles comediespel was en een goed gespeeld spel daarenboven. „Ik heb d'r nog al eens wat aan gedaan op m'n vrije middagen. Ja, ik kan wel zeggen, dat ik boomen kan, meneer." „Dat helpt nog eens." zei Wellalone en wendde zich daarop weer tot Lady Day. Zij was zich (voor het oog) nog niet be wust. dat er zoo iemand als Smith bestond op de wereld. „Tut, mijn chauffeur zegt, dat hij met boomen terecht kan. „O, ja?" Haar donkere oogen werden einde lijk met kinderlijke verbazing op den chauf feur gericht. De chauffeur zat weer onbe wegelijk. als een standbeeld. „Kan hij er mee terecht. Ralph?" „Ja. Zal ik nu Smith maar sturen, dat die het je leert?" „O, zou je dat willen doen, Ralph? Heel graag, hoor." „Zeker! Smith, je ziet toch wel kans, om het milady te leeren, is het niet?" Smith hield zijn oogen nog altijd op zijn meester gericht. Zijn gelaat verried niets, van wat er in hem omging. Zij stem, met het Londensch accent, deed niet in het minst vermoeden, dat hij moeite had, om het niet uit te proesten. „Ja, meneer. Ik geloof wel, dat ik zeggen kan, alsdat ik het milady wel zal kunnen leeren." Bijna de woorden van Harris en zijn zelfde manier van praten, toen hij op zich nam, om Guelda te leeren chauffeeren. „Goed. Dan ga jij dus met de schuit naar milady toe. Wanneer wil je het liefst, dat hij komt. Voor of na de thee. Tut?" „Na de thee is wel wat koeler," zei Laetitia Day met een kinderstemmetje. „In orde: laten we dan maar zeggen om vijf uur. Zorg, dat je vanmiddag om vijf uur met de schuit bij de treden beneden aan het gazon van het Kleine Huis bent, Smith." En het antwoord van Smith luidde als al tijd: „Heel goed, meneer." HOOFDSTUK VII. De familiaire vreemdeling. „Dat is gelukkig achter den rug," dacht Smith. Een zucht van verlichting ontsnapte hem, toen de auto eindelijk langs den groo ten weg voortgleed. Het gevoel, dat ze een luistervink was, al was het tegen haar zin, had haar even erg gehinderd, als wanneer er in de vlecht van een meisje of de manen van een paard een strakke haar zit. Guelda was door en door eerlijk. Ze leed bepaald bij de gedachte, dat zij (hoewel on willens) die maniertjes van een van haar eigen sekse had gadegeslagen en dat gekir had aangehoord. „Een man. dacht zij en keek eens ter sluiks naar het profiel van den man, die naast haar zat. „een man zou zich niet kunnen voor stellen, hoe ik het land heb gehad. Hij zou 't zich ook niet kunnen begrijpen, hoe die kleine flirt het land zou gehad hebben, als zij het geweten had. Ze dacht, dat ze alleen ten aanhoore van twee mannen praatte. De chauffeur Smith kon haar niets schelen. Het was echter een spion, een meisje, dat haar gadesloeg! Het was niet eerlijk. Gelukkig, dat we voor vandaag er mee afgedaan heb ben!" Voor er echter een uur om was, was Smith weer verplicht te spelen voor spion en luister vink. hoewel in een anderen vorm. Precies om twaalf uur kwam de voorname Fransche bezoeker aan het station van Bram- blemere aan, en werd door den chauffeur naar den wagen geleid, terwijl zijn gastheer in de dickey-seat sprong. De bezoeker was een man van een zeven of acht en vijftig jaar, klein en breed gebouwd. Hij leek nog zwaarder dan hij was, omdat hij een groote wijde cape om had en hij zijn haar vrij lang droeg. Hij had een zwart vilten hoed op met breeden rand en hoogen bol. dien hij tot aan zijn grijze, borstelige wenkbrauwen naar beneden had getrokken. Van onder die wenkbrauwen keken je een paar blauwe oogen aan, schrandere oogen, maar tegelijk vriende lijke oogen. Oogen, die omdat ze de meeste dingen begrepen, ook gereed stonden om te vergeven, zelfs de kleine onbeleefde Engelsche jongens, die hem nariepen: „Kijk wat een vent!" Zijn naam was professor Pierre Lemercier en had op menige syllabus gestaan, op menige lijst voor lezingen, op menig standaardwerk van Natuurlijke Historie. Zijn boek over „De vogels van West-Europa was in vele talen ver taald geworden, maar het was de titel „Over zekere Vlinders", die de aanleiding was ge worden van de vriendschap tusschen hem en Ralph Wellalone. Ralph was nog te Marlborough, toen hem dat werk in handen was gekomen. Hij had er de beschrijving in gevonden van een vlinder, die zich in de verzameling van zijn overleden grootvader bevond. Deze had den naam van den vlinder blijkbaar niet geweten, want die stond er niet onder. Ralph, die toen ook al heel mooi teekende. had een gekleurde teeke- niug gemaakt van zijn kapei en die opgezon den aan den Franschen professor, om te ver nemen, of dit werkelijk de vlinder was, dien het boek beschreef, en nu kwam dien dag de professor Sir Ralph voor het eerst te Wella lone opzoeken. Het onmiskenbare genoegen op het gelaat van den jongen gastheer, toen zijn gast in de two-seater plaats nam, viel zijn chauffeur direct op. Smith dacht: „Dit is iemand, van wien hij houdt." „Zit u naar uw zin?" vroeg Wellalone. toen zij wegreden. „Ik 'zit zoo gemakkelijk, als het maar kan. Ik rijd graag in een auto. en de uwe is nieuw en glijdt zoo zacht en onhoorbaar over den weg," antwoordde de professor met zijn zware stem. Opeens merkte Smith, de chauffeur, Iets on gewoons op in het gesprek van deze twee mannen. Zij wisselden nu allerlei genoeglijke opmerkingen over de reis van den professor, het prachtige weer. de-wegen, de afstand naar het huis van Sir Ralph. Het was werkelijk eerst na eenige oogenblik- ken. dat Smith (een van die menschen, die een vreemde taal geheel meester zijn. en voor wie het geen verschil maakt, of ze iemand in die taal of in hun eigen taal hooren spreken) besefte, dat ze in het Fransch met elkaar spraken. Wat nu?" dacht hij vol schrik. „Ze weten niet, dat ik Fransch versta! Hoe zou Sir Ralph nu ook kunnen denken, dat zijn chauffeur van zijn tweede jaar al een Fransche kindermeid heeft gehad en dat hij anderhalf jaar in een jongedamespension in Parijs is geweest, om zijn opvoeding te voltooien. (Alles voor den oorlog, natuurlijk.) Stel je voor. dat die twee mannen eens allerlei met elkaar te bepraten hebben, waar ik niets mee te maken heb! Ik zal dan toch verplicht zijn te zeggen: „Neemt u mij niet kwalijk meneer, maar (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 13