Het huwelijk van Cor Wals. Londen in feestdos.
HIJ OF ZIJ?
Barricades worden In Piccadilly opgericht
in verband met de te verwachten drukte
bij het huwelijk van den hertog ven Kent
en Prinses Marina van Griekenland
Dr. Richard Strauss, die de opvoering van
zijn Opus .Arabella* in den Stadsschouw
burg te Amsterdam zal leiden, tijdens de
repetitie met het Concertgebouworkest in
den .bak*
Cor Wals, de bekende sesdagenrenner, is Dinsdag te Tilburg in het
huwelijk getreden met mej. A. Yan Geloven te Amsterdam in de ter zijde van het weg
gedeelte loopende sloot De Inzittenden
kwamen met den schrik vrij
De opening van het skisport-seizoen op de
Zugspitz heeft dit jaar weder plaats gehad
met internationale wedstrijden, waarbij de
Noor Birger Ruud winnaar werd
Het vliegtuig .Snip" wordt op Waalhaven in gereedheid gebracht voor de aanstaande Kerstvlucht naar West-lndië. Zoo
wel in de cabine als in de vleugels worden extra benzinetanks ingebouwd zoodat de machine een afstand van 5000 K.M.
in een stuk kan afleggen
Bondstraat ta Londen In hat teaken van het vorstelijk huwe
lijk. Langs heel da straat zijn smaakvolle versieringen
aangebracht
Een dar postzegels van de nieuwe .Tsjel-
joeskin-serio', welke door da Russiche
posterijen wordt uitgegeven
FEUILLETON
door
BERTA RUCK.
t' 13)
„O, kijk eens, Vi!" riep een hooge stem, die
stellig gewoon was in de revues de sopraan
partij te zingen. „Daar is zoo'n schattige kleine
Avalanche, net als die van je vrind, Lord
Harry."
„Is ie erg kapot?" vroeg dezelfde stem nu
aan Ralph Wellalone.
„Neen," zei deze en lichtte zijn pet even op.
Hij had het drietal al meer gezien. Hij wist,
wie ze waren. Het dorp was er vol van. Het
waren drie jonge koristen uit Londen, die met
vacantie uit waren, 's Nachts sliepen ze in een
tent en overdag stelden ze zich aan als gekken.
Via Simpson was dit Wellalone ter oore ge-
komen. Zij kampeerden op dit stuk grond, dat
vlak aan zijn landgoed grensde. De eigenaars
van dat terrein, behoorende tot het landgoed
naast het zijne, hadden hun permissie gege
ven er voor. Zij waren echter dicht genoeg bij
het vischwater van Wellalone, om mijlen ver
al zijn forellen te verschrikken, meende hij.
Hij was er zeker van, dat zij bananenschillen
in het water zouden gooien en hun papiers-
poudrés overal achterlaten, waar zij maar op
den oever zouden picknicken. Hij had-tot nog
toe wel nergens een stukje papier of een ba
nanenschil gezien, maar hij vond het net het
soort meisjes, dat in staat was tot zoo iets. Hij
vond het opgeschikte, goedhartige drietal, dat
het heele jaar zoo hard werken moest, bepaald
ontzettend.
Dat zagen ze ook wel aan hem.
„Zeg, Maudie! Hij kijkt, of hij ons wel zou
j willen vermoorden," klonk het achter de heg.
I „Zouden we grootvader aan het schrikken
hebben gemaakt?" (Dit sloeg blijkbaar op den
professor).
„Ben je haast klaar, Smith?" vroeg Wella
lone.
„Ja, meneer, het is al weer in orde, ant
woordde Smith, terwijl hij overeind kwam.
Meteen klonk er achter de kamperfoelie van
daan een stem, die uit het hart scheen te
komen. „O, wat een knappe jongen, die chauf
feur! Vi, kijk eens! Kijk eens naar Smith! Is
het geen schat? Laten we vragen, of hij ons
eens mee uitneemt! Toe, vraag het hem, Vi."
Ze proestten het alle drie uit, en het kostte
Smith moeite, om niet mee te lachen. Hij
moest zich op de lip bijten, en recht voor zich
uitkijken. Toen zette hij meteen den wagen
aan.
Een aardige jongen, die nieuwe chauffeur
van je," merkt de professor zachtjes op. „Hij
blijft steeds even correct. Je zou hem haast
voor een mannequin aanzien op een tentoon
stelling voor auto's. Toch wed is. dat hij, zoo
dra hij kan, een van die dames eens meeneemt
in je wagen
„Ik zou hem raden, dat grapje maar niet uit
te halen," zei Ralph.
„Smith!" Zij riepen hem weer zachtjes toe
door de haag. „Zeg Smith, we hebben hier in
de buurt geen een kennis. Toe, denk je eens
om ons? Moeite te vergeefs, Maudie, ze gaan
al weer weg. Da-ag! Weg is ie!"
De drie vroolijke meisjesgezichten bleven de
„Baby Avalanche" nog even nakijken door de
heg. Weinig vermoedden zij, dat ze nog een
rol te spelen zouden hebben in het leven van
Smith. Smith zelf was zich dat ook in het
allerminst niet bewust.
HOOFDSTUK VHI.
Een moeilijke vrouio.
„Dat heb ik Reggie eens hoorer. zeggen, en
nu moet ik dezelfde klacht uiten!" zoo schreef
Guelda—alias—Smith aan haar trouwe vrien
din Patsy Lloyd-Hughes.
Patsy was weer terug in Londen en had het
druk met haar werk. Ze was secretaresse van
een groot modemagazijn. Het Chippendale
bureau, waaraan ze zat, stond in een duisteren
hoek van een van de toonkamers. Ze had een
eenvoudige japon aan van dof rood crêpe ma-
rocain, haar haar was donker, en met haar
bruine oogen op haar werk gericht, zat ze de
rekeningen op te maken. Ze was handig en
consciëntieus; maar dikwijls te midden van
haar werk, bij het uitschrijven of innen van
rekeningen, het noteeren van de uren, waarop
de klanten verwacht werden, het telefoneeren
over afspraken om te passen, zelfs terwijl zij
bezig was, een klant te kalmeeren of tot kalmte
aan te moedigen, moest de kleine secretaresse
denken aan haar vriendin, die voor jongen
fungeerde op dat oogenblik.
Guelda! Wat deed ze op dat oogenblik? Wat
voor ondeugends zou ze misschien weer uit
halen? Wat voor nieuwe complicaties zou ze
misschien weer te wachten zijn!
Het experiment leek Guelda's vriendin niet
alleen roekeloos maar ook gevaarlijk. Als
Guelda gedurende die maand maar niet in
groote moeilijkheid kwam!
Ten eerste kon Patsy maar niet begrijpen,
hoe het dwaze kind het klaar speelde, om
iedereen te foppen in haar vermomming.
Hadden al die menschen op Wellalone dan
geen oogen? Wie ter wereld kon nu die mooie
Guelda voor een man aanzien! (Patsy vergat,
dat zij haar vriendin niet in haar uniform
gezien had, en dat al die anderen hem nooit
als meisje gekend hadden.)
Ja. al zouden nu allen op Wellalone, van
Sir Ralph tot de keukenmeid toe, zoo slecht
van gezicht zijn als een uil bij daglicht, wat
zou er niet kunnen gebeuren, als de familie er
achter kwam? Hoe kon Guelda nu hopen, dat
niemand van de Glanseionts er achter zou
komen, dat het jongste lid van de familie al
die weken niet was geweest, waar zij meenden,
dat zij was?
Het is waar, er gaan soms weken voorbij,
zonder dat de familieleden van een meisje zich
er druk over maken, bij wie van de familie ze
op dat oogenblik logeert. Daar kun je echter
niet op rekenen, en om een maand lang van
het tooneel te verdwijnen is geen kleinigheid.
Patsy keek angstig naar buiten. Nog maar
kort geleden had een van de klanten gevraagd:
„Waar is toch die vriendin van u, die mijn
dochter geraden had. om hier haar japon te
nemen? Juffrouw Rhos? Je ontmoet haar op
het oogenblik nergens."
Ieder oogenblik zou Guelda's escapade kun
nen uitlekken, dacht Patsy, en wat dan?
Wat zou Lord Glanseiont doen? Hoe zou
Reggie het opnemen, als hij hoorde, wat zijn
lievelingszuster uitgehaald had?
Wat zou Guelda's tante Enid wel zeggen?
En de andere tante? En de getrouwde zusters?
En iedereen uit hun kennissen? En nog het
ergste al de bedienden van iedereen? Wat
zou het een drukte en een gepraat en een
herrie geven! Wat zou dat toch ellendig voor
die arme Guelda zijn! Patsy had haar ge
waarschuwd.
Ze had geschreven:
„Mijn allerliefste G.
Toe. geef je baantje op, voordat ze jou ge
daan geven. Wil je gelooven, dat ik er 's nachts
wakker van lig, als ik er aan denk, wat er
gebeuren zal, als die Wellalone het bedrog be
merkt. Gisteravond heb in in stad gegeten
met mijn neef, die in rechten studeert, en ik
heb hem toen zoo terloops gevraagd, of een
vrouw gearresteerd kan worden, als ze zich
voor een man uitgeeft, en o, Guelda, dat kun
nen ze doen. Bij de wet noemen ze dat „wan
gedrag". Klinkt dat niet afschuwelijk? Ze leg
gen je er een boete voor op. Stel je voor, dat
het in de kranten zou komen. Stel je voor, om
het met groote letters in de Sketch en de
Mirror te zien staan! En wat zouden ze er niet
van maken in John Buil! Denk eens, hoe je
het land zou hebben; dat mooie portret van
jou in de krant en dan dat heele relaas er
onder! Je hebt je zin gehad. Hou er nu mee
op, terwijl de zaak nog geen kwade gevolgen
heeft gehad en neem dat centenaarsgewicht
af van het hart van je zoo angstig bezorgde
Patsy,"
Veel uitwerking had dit schrijven niet ge
had. De vragen, die juffrouw Lloyd-Hughes
zoo voortdurend verontrustten, schenen juf
frouw Rhos niet in het minst te deeren. Op
geruimd hield Guelda haar rol vol. Eén schrik
had ze gehad! Dat scheen haar echter te be
vestigen in het idee, dat ze niet bang behoefde
te zijn voor nog iets dergelijks gedurende den
tijd, dien ze zich gesteld had. Met de grootste
pi-et hield ze al die menschen voor den gek,
al kon ze ieder oogenblik verwachten, dat ze
haar bedrog ontdekken zouden.
Vroolijk schreef ze;
„Lieve Pats,
Je begrijpt er niets van. Wees toch niet zoo
bezorgd! Tob niet over me! Ik heb mij heele-
maal ingeleefd in mijn rol en ik moet eerlijk
zeggen, dat ik het prettig vind, om als Smith
te fungeeren; ik bedoel niet, om net te doen,
alsof ik het was, maar om Smith te zijn. Heb
ik niet altijd gezegd, dat ik voelde, alsof ik een
jongen had moeten wezen? Het leven van een
meisje is zoo hol en onbeteekenend, zoo beu
zelachtig; niet voor meisjes, die hun brood
verdienen en daardoor onafhankelijk zijn,
maar voor meisjes, wier vader of broers nog
wat geld hebben overgehouden. Ik dacht, dat
de oorlog een eind gemaakt had aan al dat
niets uitvoeren; maar neen. Het is weer even
erg als vroeger voor een meisje met geld. Ze
heeft niets te doen, dan zich te vermaken,
maar daardoor heeft ze juist geen plezier. Zoo
is nu eenmaal de menschelijke natuur. Geen
wonder, dat ik het opgaf. Ik bedoel niet de
menschelijke natuur, maar om een meisje te
zijn. Ik had er schoon genoeg van.
(Wordt vervolgd.).