BINNENLAND BEKENDE HAARLEMMERS. 3 Vijf en twintig sprekers over Defensie. VRIJDAG 30 NOVEMBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD Zender te Huizen zal gesloten worden. Kootwijk wordt aanzienlijk versterkt. Omroepvereenigingen stemmen met gemengd zenderbedrijf in. Donderdagmiddag is in het gebouw van het hoofdbestuur der posterijen, telegrafie en telefonie onder voorzit terschap van mr J. A. de Wilde, mi nister van binnenlandschc zaken, een bijeenkomst gehouden van de vier groote omroepvereenigingen, in het bijzijn van den directeur-generaal der P. T. T. en de commissie voor het zen- dervraagstuk. Het doel van deze sa menkomst was te onderzoeken, of de voorstellen, vervat in het rapport van de zendercommissie, hetwelk eenigen tijd geleden aan den minister van binnenlandsche zaken Is aangeboden, de instemming van de besturen der vier gi'oote omroepvereenigingen heb ben. Uit de gevoerde besprekingen is ko men vast te staan, dat ook de omroep organisaties de voorgestelde oplossing van het zendervraagstuk aannemelijk achten. De hoofdlijnen van het verslag, ten aanzien waarvan onder de belanghebbenden volle dige eenstemmigheid werd bereikt, zijn in het kort: Er zal komen een gemengd zenderbedrijf, waarin Staat en omroepvereenigingen parti- cipeeren, doch waarin aan den Staat overwe gende zeggenschap zal worden toegekend. Dit gemengde bedrijf, dat in den vorm van een N.V. tot stand zal komen, zal met uitslui ting van ieder ander belast zijn met den aan leg en de exploitatie van de zendinrichtingen voor den Nederlandschen radio-omroep. In deze vennootschap zullen de Staat en de al gemeene omroeporganisaties de eenige aan deelhouders zijn. Het bestuur van het zenderbedrijf zal be rusten bij een raad van beheer, waarin naast vertegenwoordigers der algemeene omroepor ganisaties vertegenwoordigers van den Staat (P.T.T. en Radioraad) zullen zitting hebben. Op belangrijke besluiten van dit beheers orgaan zal van overheidswege hetzij in den vorm van een goedkeuringsrecht van den mi nister. hetzij in den vorm van een vernieti gingsrecht door de Kroon, toezicht worden uitgeoefend. Verder zijn nog verschillende bevoegdheden voorbehouden voor de algemeene vergadering van aandeelhouders, welke tenminste éénmaal per jaar gehouden wordt en waarin de aan deelhouders door andere personen, dan die. welke in den raad van beheer zitting hebben, zullen worden vertegenwoordigd. Gedurende den tijd, welke gemoeid zal zijn met den aanleg van de definitieve zendappa ratuur. zal, voor zoover het de uitzendingen over de lange golf betreft, gebruik gemaakt worden van den rijkszender te Kootwijk, wel ke voor dit doel aanzienlijk versterkt zal wor den: de zender te Huizen zal gesloten worden, Voor zooveel betreft de uitzendingen over de korte golf. onderzoekt de zendercommissie nog de mogelijkheden om ook ten aanzien van deze uitzendingen den overgangstoestand te overbruggen. Betalingen aan Duitschland gaan gewoon door. Voor December zelfde regeling als nu geldt. Bij de onderhandelingen over een nieuw clearingverdrag met Duitschland, welke thans in Den Haag plaats hebben, werd overeenge komen dat de Duitsche autoriteiten voor de maand December „Devisenbescheinigungen" welke recht geven om op de Nederlandsch- Duitsche clearing te storten, zullen afgeven op dezelfde basis als voor de maand November was overeengekomen. Parijs huldigt Uiver- bemanning ook. Jhr. Loudon spreekt de vliegers toe. De bemanning van de Uiver is te Parijs Don derdagmiddag op hartelijke wijze gehuldigd. Pannen tier, Moll, van Bruggen en Prins arriveerden om twee uur op Le Bourget met de Ekster, met welk toestel ook de heer A. Ples- man, de directeur der K. L. M. uit Nederland was meegekomen. Aangezien de aankomst van de Ekster op drie uur was bepaald, ontbraken bij de ontvangst verschillende officieele per soonlijkheden. die anders ongetwijfeld aan wezig zouden zijn geweest. De heeren werden verwelkomd door den commandant van het vliegveld, de heer Gi- randot, en eenige zijner officieren. Voorts was ter begroeting aanwezig de heer Labouchère, voorzitter der Nederlandsche Vereeniging te Parijs. Verder bevond zich op Le Bourget een groote groep landgenooten en tal van bekende figuren .uit luchtvaartkringen. Na de ont vangst in een der gebouwen, voerde een twee tal eskaders eenige vluchten uit. Vervolgens begaf het gezelschap zich naar de Nederlandsche ambassade, waar den gasten een tea werd aangeboden door den Nederland schen gezant te Parijs, Jhr. Dr. J. Loudon. Deze hield een korte rede, waarin hij op kernach tige wijze de verdiensten der aviateurs deed uitkomen. Spr. huldigde eveneens den heer Plesman, die de K. L. M. heeft opgebouwd en groot gemaakt. Hedenochtend zou de Uiverbemanning een bezoek brengen aan het Graf van den Onbe kenden Soldaat, waarop zij een krans zou leg gen. Hedenmiddag te zes uur zal de huldiging plaats hebben door de Fransche Aéro Club. terwijl vanavond te acht uur de Nederland sche Kamer van Koophandel te Parijs de be manning van de Uiver en de directie der K. L. M. in Hotel Continentale een diner zal aanbieden. Pander-bemanning in Neder land terug. Den Haag bereidde hun een hartelijke ontvangst. Donderdag is de bemanning van den ver ongelukten Panderjager, Geyssendorffer, As jes en Pronk, met den Genua-express in Den Haag aangekomen. Precies op het vastgestelde uur stoomde de trein onder den kap en wel dra had men het lachende gezicht van Geysen dorffer en daarnaast Asjes en Pronk voor een der coupéramen ontdekt Een luid hoera steeg op. Eenige oogenblikken later verlieten zij den trein en het was een ontroerend oogenblik, toen Geysendorffer door zijn be jaarde vader en moeder omhelsd werd. Daarna volgden natuurlijk vele begroetingen Van de K. L. M. werden drie groote kransen overhandigd en de bemanning om de schou ders gehangen. In triomf gng de stoet het perron af en bui ten werden zij door een groote menigte toege juicht, terwijl men het Wilhelmus aanhief. In auto's reden de vliegers omstuwd door veel publiek naar Hotel Des Indes waar in de hall zich eenige honderden personen bevonden. Prof. L. A. van Royen voerde het woord na mens het syndicaat Londen-Melbourne-race. De heer van Balkom sloot zich namens de ver keersvliegers der K. L. M. bij de hartelijke loorden van welkom aan. GOEDE VANGST DER AMSTERDAMSCHE POLITIE. Met de arrestatie van den 23-jarigen glazen- wasscher, die Maandagavond in de Konings laan te Amsterdam een vrouw, die daar op de fiets reed. een enveloppe met geld heeft ont rukt, blijkt de politie van het bureau Over toom een goede vangst te hebben gedaan. Den laatsten tijd is nl. aan het bureau Marnix- straat aangifte gedaan van een aantal in braken, waaromtrent het ernstige vermoeden bestaat, dat de gearresteerde daaraan debet is. REPLIEKEN IN GOUDCLAUSULEPROCES Voor de civiele kamer van het Haagsche Ge rechtshof zijn Donderdag in de zaak van de Vereeniging voor den Effectenhandel tegen de Bataafsche Petroleum Mij. de replieken ge houden in de bekende goudclausulekwestie. Vervolgens kwam aan de orde de zaak van de Koninklijke Petroleum Mij. tegen de Ver. voor den Effectenhandel. Havendiefstallen te Rotterdam opgehelderd. Zeven personen aangehouden. De rivierpolitie te Rotterdam heeft dne we gers en vier grossiers aangehouden, die een aantal bananenimporteurs benadeeld hebben door bij de aflevering minder gewicht op te geven dan in werkelijkheid werd geleverd. De grossiers kregen zoo 'n aardig voordeel, terwijl de wegers een vergoeding kregen van f 10 a f 15 per vrachtwagen. Cortes keurt handelsverdrag goed. Reuter meldt uit Madrid: De Cortes heeft thans definitief en wel met 212 tegen 32 stemmen haar goedkeu ring aan het handelsverdrag tusschen Spanje en Nederland gehecht. Rijnstrandbadzaak opnieuw Tweeduizend gulden boete gevraagd. Het Arnhemsche Gerechtshof behandelde de strafzaak tegen den heer J. J. W. IJssel- muiden, die door de Arnhemsche Rechtbank werd vrijgesproken van de hem ten laste ge legde verduistering subs, heling, meer subs, bedriegelijke bankbreuk in zijn kwaliteit van secretaris-penningmeester van het voormalige Rijnstrandbad te Arnhem. De officier van Justitie had destijds zes maanden gevange nisstraf geëischt. Na het getuigenverhoor eischte de procureur-generaal vernietiging van het vonnis der rechtbank en veroor deling van verd. tot f 2000 boete of dertig dagen hechtenis. Arrest 13 December. ECHTPAAR DOOR KOLENDAMP VERGIFTIGD Te Goes heeft zich ten huize van den heer G. V. Pennings een geval van kolendamp vergiftiging voorgedaan. Donderdagavond vond men zoowel de heer P. als zijn eohtge- noote bewusteloos op de slaapkamer. Spoedig werd medische hulp ingeroepen, Bij de vrouw is het bewustzijn teruggekeerd, de man is nog steeds bewusteloos. Direct levensgevaar is niet aanwezig. De kolendampvergiftiging is wellicht ver- oorzaakt door een nieuwe kachel, die in een aangrenzend vertrek stond te branden. Minister Van Schaik zeer getroffen. Door de gevolgen der Larensche uitzetting. Pogingen om onrust te zaaien worden krachtig bestreden. Deurwaarders zullen worden uitgeschakeld. In de Memorie van Antwoord op het voor- loopig verslag der Tweede Kamer over de Justitie-begrooting deelt de minister het vol gende mede: Nadere inlichtingen, ingewonnen inzake het Larensche geval, hebben aan het licht ge bracht, dat de betrokken personen scherp uit gevraagd zijn door de Duitsche ambtenaren. Zoodoende kwam volgens de Duitsche regee ring aan het licht, dat zij onwettig werkzaam waren geweest voor de Duitsche Socialistische Arbeiderspartij. De Duitsche regeering is er op gewezen, dat de Nederlandsche autoriteiten, toen de overneming van deze personen was gevraagd, niet voorzien hebben dat dit voor de betrokkenen zóó ernstige gevolgen zou kun nen hebben en dat de minister zeer getrof fen is door het besef van deze gevolgen en door het feit, dat deze personen feitelijk in de positie waren gebracht alsof zij aan Duitsch land waren uitgeleverd (zonder dat de voor schriften van het uitleveringsverdrag waren nageleefd). Aan de Duitsche regeering is ver zocht, met deze omstandigheden rekening te willen houden. Voorts zegt de minister dat de regeering, in dien zij niet krachtig waakt tegen misdadige pogingen om onrust en een geest van opstan digheid onder het volk te zaaien, in beleid tekort zou schieten. De justitie behoeft niet tot matiging aangespoord te worden. Over aanhangige wetsontwerpen zegt de mi nister, dat de regeling van het huwelijks vermogensrecht behoort tot de onderwerpen, die aanleiding kunnen geven tot het toespitsen der tegenstellingen, welke het huidig kabinet bij voorkeur wil laten rusten. Regeling dezer materie is niet zoo urgent, dat het geboden zou zijn haar in de gegeven omstandigheden ter hand te nemen. De indiening van een wetsontwerp tot over brenging van het grootste gedeelte der werk zaamheden van deurwaarders in strafzaken naar de posterijen is binnen niet al te langen tijd te verwachten. Bij dezen stand van zaken schijnt het voor het tegenwoordige bewind weinig opportuun een verlaging van het deurwaarderstarief ter hand te nemen. Een wetsontwerp tot nieuwe regeling van den pacht is in voorbereiding. STA TEN-GENERAAL TWEEDE KAMER Minister Deckers verdedigt zijn begrooting. 's-GRAVENHAGE, 29 Nov. Als hors d'oeuvres variés fungeerden nog een aantal sprekers. Jhr. Mr. de Geer (c.h.) trad alleen in het veld om zich zoowel tegen de invoering eener weerbelasting (door Mr. v. Rappard) bepleit) als tegen het door Mr. Westerman aanbevolen plan van een heffing-in-eens uit te spreken: elke nieuwe oplegging van finan- cieele lasten acht hij uit den booze. Zijn partijgenoot Krijger trok hierna ten strijde tegen 's Ministers voornemen i.z. op heffing van het vooroefeningsinstituut. Hij loopt zelfs met een motie in zijn zak rond, waarvoor hij in elk geval niet de stem van Mr. Goseling (R.K.) zal krijgen. Evenals de heer v. Dijk (a.r.), die ernstige bezwaren tegen verkorting der herhalings oefeningen ontwikkelde, en voorts over den achterstand bij de Indische vloot klaagde, cri- t is eerde Mr. Goseling de v.d. fractie wegens haar plan om tegen de begrooting te stemmen. Mr. Joekes antwoorde hierop o.m.: als wij „geclausuleerd" onze stem aan de begrooting van Minister Deckers onthouden, kan de Re geering dit met een rustige gemoedsstemming ondergaan. Mr. Goseling gaf hij intusschen den vriendenraad, met zijn R.K. fractiegenooten, om der wille van het landsbelang even duide lijke houding tegenover het Kabinet aan te nemen als de vrijzinnig-democraten. Tenslotte bracht de heer Wijnkoop, pratend over Sovjet-Rusland en den Volkenbond, over Duitschland's internationale plannen, over de noodzakelijkheid van een roode eenheidsactie, het gehoor in een jubileumstemming: hij was n.l. de 25ste spreker bij dit debat! Toen kon eindelijk Minister Deckers aan het woord komen ter defensie van zijn beleid. Had men. z i soms zelfs op zeer bedenkelijke ma nier. verkondigd, dat onze weermacht momen teel bitter weinig waard zou zijn vooral Mr. Westerman moest hiervan de noodige verwij ten aanhooren in zijn oogen was dit vol komen onwaar. Integendeel we zijn parater dan ooit en onder zijn Ministerschap is er heel wat gedaan voor versterking van het materieel van leger en vloot. Minister Deckers zette uiteen, waarom gerust gezegd kan worden, dat Nederland niet aan den bewapeningswedloop deelneemt, terwijl de Regeering toch voor verdere verbetering van onze weermacht de noodige maatregelen treft. Deze hebben ten doel rekening te houden met wat voor het harmonisch geheel van le- ner en vloot, in verband met de hedendaag- sche moderne uitrusting en dus passend bij de moderne techniek, noodig is. Had de heer Schilthuis (v. d.) in de mee ning verkeerd, dat de Regeering van oordeel is, dat ons leger er op berekend moet zijn zelf standig te kunnen optreden, de Minister zou hem wel even uit deze waan komen helpen, door te verklaren, dat hetzij in, hetzij zelfs buiten Volkenbondsverband, Nederland onge twijfeld niet alleen ten strijde zou trekken, al kon het wel wezen, dat het in staat moet we zen, voor korten tijd, den eersten stoot op te vangen. Na deze uiteenzetting mag ik dus misschien nog hopen op de stemmen der v. d. Kamerleden, merkte Minister Deckers half in ernst, half voor den grap op. „Zoodra deze veranderde zienswijze omtrent doelstelling der weerwacht ook in de cijfers te zien is", inter rumpeerde Mr. Joekes, waarop de Minister constateerde, dat er dus in elk geval thans tusschen hem en de v. d. geen beginsel-ver schil meer bestaat, doch alleen 'n verschil van opvatting omtrent wel of niet noodzakelijke kosten! Komende aan de verdediging der plannen, die eenerzijds besparing, anderzijds toeneming van de weerkracht onzer weermacht moeten bevorderen, slaakte de Minister de verzuch ting, dat het wel heel moeilijk is om het ieder een op het stuk van bezuiniging naar den zin te maken. Dit was hem o.m. gebleken t. a. v. het vooroefeningsinstituut. Nauwelijks 1 10 van de in te lijven dienstplichtigen maken er gebruik van. Waar anderzijds tegenwoordig het kazerneleven lang niet meer zulke gevaren voor den jongen militair oplevert als vroeger schatte de Minister thans de voordeelen van opheffing grooter dan de nadeelen. Dit geldt ook voor afschaffing der burgercorveeërs, mits uitbreiding van het contingent en ver lenging van den eersten oefeningstijd daar mee gepaard zullen gaan. Hieraan zal dus eerst de wetgever zijn goedkeuring moeten hechten. Het slot zijner wel zeer lange rede wijdde Minister Deckers aan de sociaal-democraten wien hij tal van voorbeelden onder de oogen bracht ter staving van zijn bewering, dat de socialistische pers, de personeelsbonden en de S.D.A.P. zelf allerminst zoo vrij uitgingen wat ondermijning van het gezag der weermacht betreft, als o.m. de heer v. Zadelhoff wel had willen beweren. AVONDVERGADERING. Begrooting van Koloniën. Nadat de heer Ter Laan (s.d.) eenige moties in de leege zaal geslingerd heeft ten bate van onderwijzers, die na voor den Indischen dienst te zijn opgeleid in geval van zakken voor de hoofdacte, de aanvankelijk aan hen uitge keerde toelagen moeten terugbetalen, ver scheen de heer v. Kempen (lib.) om zich met het vraagstuk der kostenverdeeling over de vloot bezig te houden. Deze spreker keurde het gesplitste financieele beleid af. Veel beter had hij het gevonden als overeenkomstig de voorstellen der commissie-Idenburg al 1 e kosten op de Rijksbegrooting, nl. ten laste van Defensie waren gebracht. Ir. Cramer (s.d.) was het met den liberalen woordvoerder omtrent dit vraagstuk eens en bepleitte voorts in het algemeen meer royali teit van Nederland tegenover Indië. De heer v. Boetzelaer v. Dubbeldam (c.h.) prefereert met den Minister het systeem van half-om- half verdeeling der vlootkosten. Dan komt Mr. Rutgers (a.r.) op het spreek gestoelte om te vertellen, dat hij het eens is metzijn schoonvader, den oud-Gouv.- Generaal Idenburg, voorzitter der commissie i.z. bezuiniging op Defensie: dus, de uitgaven voor de Marine moeten geheel door de Neder landsche schatkist betaald worden, terwijl In dië dan een bijdrage dient te leveren. De heer Roestam Effendi (comm meent evenals Ir. Cramer, dat Nederland alle kosten ten behoeve van Indië, o.m. ook die van den G.-G. op zich behoort te nemen. Ir. Feber 'R.-K) verkondigt de meening, dat er begripsverwarring omtrent uitlegging van imperium moet zijn: voor de handhaving van heel de Nederlandsche gemeenschap 'moeder land en koloniën) behoeft zi. Indië niet bij te dragen Ook Mi- Joekes (v.d acht op den duur het beste betaling door Nederland en dan een bij drage van Indië. Tegen middernacht kwam eindelijk de Mi nister van Koloniën aan het woord. Eerst de mededeeling aan den heer Sneevliet irev.- soc.). dat de bewindsman èn zijn ambtena ren. eventueel met behulp van voorlichting uit Indië. het heel goed af kunnen vragende Kamerleden afdoend van antwoord te dienen! Wat de terugbetaling van toelagen betreft, genoten door hen die hier te lande voor Indië zijn opgeleid, wees Dr. Colijn er op. dat als men in dezen voor één groep afwijkt, onmid dellijk alle andere groepen op eenzelfde cle mentie aanspraak komen maken. Intusschen, ten behoeve van opgeleide onderwijzers is de mogelijkheid voor tegemoetkoming geschapen in die gevallen dat zulks billijk is. En nu de hoofdschotel van het parlemen tair souper: de kostenverdeeling voor de vloot. De verdeeling van de werkzaamheid tusschen den Minister van Defensie en al zijn andere collega's minus zijn ambtgenoot van Kolo niën, is een andere als tusschen dien bewinds man en den Minister van Koloniën. Beiden hebben ze bv. met den G.-G. te doen. en dan weer ten deele met onder dien dignitaris staan de militaire en maritieme autoriteiten in Indië. De algemeene draad die door dit debat liep. aldus Dr. Colijn, was dat men meende te doen te hebben met een definitieve beslissing aan gaande het uitermate gewichtige vraagstuk der kostenverdeeling en dit nu was niet het geval. Een eindoordeel heeft de Regeering nog niet opgemaakt: vóór dien is zeker nog een commmissoriaa! onderzoek noodig. De thans gedane keuze berust intusschen op het inzicht der Regeering in de staatsrechtelijke verhoudingen. Los van de historie zou men eiaenlijk hierin had de heer Schaepman gelijk een staats- in plaats van een Rijks-defensiebe- grooting in Nederland moeten hebben. Maar. wij hebben wel met de historie rekening te houden, en ook b.v. met het feit, dat het leger in Nederl.-Indië voor 90 pet. een apparaat is. niet ter vervulling eener internationale taak. doch voor handhaving van de rust en orde binnen Indië zelf. Wat nu de bezwaren betreft, dat bij het stelsel der Regeering de eenheid der staats- Marine te loor zou gaan, deze acht Dr. Colijn niet gegrond Overigens was het begin en het eind van het ministerieele lied. dat deze zaak- eerst later voor een definitieve beslissing in aanmerking komt Tot later dus over dit be langwekkende onderwern. EERSTE KAMER. Naturalisatie-kwesties. De heer v. Citters (a.r.) bereed weer eens zijn anti-vreemdelingenstokpaardje. Hij is op hun naturalisatie allerminst gesteld en meent, dat wij in dit opzicht veel te gemakkelijk zijn. Ook vandaag ontdekte hij opnieuw gevallen van naturalisatie-aanvragen, die hij liefst niet in gewilligd had gezien, want het algemeen landsbelang zou er geenszins mee gediend zijn menschen in ons staatsverband op te nemen, die dat vooral gaarne zien gebeuren met het oog op hun individueele persoonlijke belangen. Minister v. Schaik wees er echter op, dat van den kant van onzen staat er wel degelijk een collectief belang in het spel is: ons land heeft er meer aan, dat menschen, die hier al jaren wonen, zich behoorlijk gedragen en bovendien geheel en al ingeleefd zijn in het Nederland sche milieu nu ook het staatsburgerschap ver krijgen, dan dat men hen daarvan uitsluit. Dit laatste zou slechts het ontstaan van groote vreemdelingen-kolonies tengevolge hebben en dat ware juist in strijd met het algemeen Ne- derlandsch belang. Over de draadnagel-contingenteering bleken Minister Steenberghe en Mr. Knottenbelt (lib.) het niet geheel en al eens te zijn. E. v. R. Door onze lens gesnapt. De heer A. van Driel. De heer A. van Driel kwam 28 jaar geleden in dienst bij de Haarlcmsche Gemeentereini ging. van welk bedrijf hij nu reeds vele jaren de leiding heeft. Hij was eerst technisch op zichter. later inspecteur. In 1919 volgde zijn benoeming tot hoofdinspecteur. Toen de heer J. P. Boerkoel in Maart 1924 als directeur af trad werd de heer Van Driel met de leiding van het bedrijf belast. Enkele jaren later werd hem ook de titel van directeur toegekend. Onder zijn leiding werd het bedrijf belang rijk verbeterd en gemoderniseerd. De heer Van Driel is ook belast met het be heer van het Centraal Vervoer en het haven en marktwezen. Hoezeer de heer Van Driel door het gemeen tebestuur en het personeel van de Reiniging wordt gewaardeerd bleek hem ondubbelzinnig bij zijn zilveren jubileum op 1 Maart 1931. In het organisatieleven heeft de heer Van Driel steeds een plaats van beteekenis inge nomen. Hij is voorzitter van het Hoofdbestuur van den Chr. Ambtenaarsbond en lid van het algemeen bestuur van het Chr. Nationaal Vak verbond. De heer Van Driel is voorts secretaris van het Ned. Instituut van Directeuren van ver voer- en reinigingsdiensten. Ook vervult hij de functies van secretaris van het bestuur van het Instituut „Oranje Nassau" en ouderling der Geref. Kerk. „Het lijkt wel Amerika." Autobandieten op Rijksweg AmsterdamAmersfoort. Expediteurs waren hun slachtoffers. Hooge straffen voor de rechtbank geëischt. In den afgeloopen zomer werden op den Rijksstraatweg Amsterdam—Amersfoort een groot aantal pakjesdiefstallen gepleegd, ten nadeele van expediteurs, die met hun vracht auto's volbeladen met pakken en pakjes hun weg van Amsterdam langs den Rijksstraatweg namen. Een zestal nog jeugdige personen tusschen de 2C en 30 jaar was met elkaar in contact ge komen; zij waren werkloos en zwierven veelal in de late avonduren en in het nachtelijk duister langs de straten. Langzamerhand rijpte het plan om ware plundertochten langs de groote wegen te maken en als terrein van hun diefstallen werden de expeditieauto's ge kozen. Een van het zestal beschikte over een auto, en deze wagen zou op de nachtelijke strooptochten goede diensten bewijzen, temeer daar ook een stoutmoedige acrobaat zich onder het gezelschap bevond, 's Nachts ach tervolgde men met de roofauto de expeditie auto's. De bumper van de auto werd tegen de achterzijde van de vrachtauto gereden en een van de roovers sprong dan vanaf de bum pers op de achterzijde van de expeditieauto. Soms werd de achterdeur open gevonden, soms werd de afsluiting verbroken. De man klom dan naar binnen en wierp pakjes en pakken naar buiten, welke dan werden opge vangen door zijn kameraad, die op de motor kap van de auto zat. Deze acrobatische toeren werden verricht, terwijl de auto's een vaart hadden van 60 a 65 K.M. Het werd een ware roof- en plundertocht, en allerlei soort goederen, van bontmantels tot pakken sigaretten werden buitgemaakt, van welke diefstallen de expediteurs de dupe werden. Tenslotte wist de politie de zaak op te los sen en zoo stonden Donderdag voor de Am- sterdamsche rechtbank zes personen terecht, verdacht van diefstal en twee wegens heling. De dieven legden een volledige bekentenis af. Hun verklaringen klopten niet precies wan neer de vraag gesteld werd, van wien het plan eigenlijk was uitgegaan: de voornaamste schuld werd op een Duitscher geladen: zij wa ren ervan overtuigd dat het werk niet gemak kelijk was geweest, maar met een zekere be roepstrots had een hunner geconstateerd: „Het gaat mooi, hè, het lijkt wel Amerika". Nadat de pakjesdieven afzonderlijk hadden terechtgestaan en door politiemannen, expe diteurs en chauffeurs formeele verklai'ingen waren afgelegd, stonden vier van de zes ver dachten samen terecht wegens de suikerdief stallen. Het O. M. eischte tegen S. v. D. twee jaar, tegen H. W. O. anderhalf jaar, tegen J. O. R. 1 jaar, waarvan zes maanden voorw. en tegen D. V. en K. zes maanden gevangenisstraf. Te vens werd tegen L., O.. K. en v. O. 4 maanden geëischt wegens de suikerdiefstallen. Tegen de twee helers werd resp. één en an derhalf jaar gevangenisstraf geëischt. goed te doen verloopen is een eerste vereisch-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5