Belangstelling voor de berichten omtrent de „Uiver".
HIJ OF ZIJ?
Dommering aan stoot bij d® wedstrijden om hel kampioenschap van
Nederland eerst® klasse groot biljart, die Donderdag te Amsterdam
zijn begonnen
Het gereedmaken van de „Leeuwerik" op Schiphol,
De auto-trein van den moterdienst
uit Haarlem is Donderdag met de
bagage van de Rotterdamsche
mariniers onder geleide van eenige
manschappen naar het Saargebied
vertrokken
De brugbouw over den Rijn te Arnhem. Een overzicht van het
werk, genomen uit het hoogste punt van den boog
De overstrooming
Limburg. Hoe het er bij Urmond
uitziet
Een militair vliegtuig sloeg Donderdag bij een nood
landing te Overschie over den kop
FEUILLETON
door
BERTA RUCK.
33)
„Maakte die muziek niet. dat je echt Ter-
langde, dat je er ook bij had kunnen
zijn? Zeg maar geen neen! Ga maar gauw
mee. Dan dans ik met je."
„Ik voelde geheel ontdaan. Wat? Zij had
mij bij mijn arm gegrepen, en ik dacht, dat het
haar in het hoofd was geslagen, en dat zij mij
wou sleepen naar de hall.
„Neen, neen," zei ze haastig. „Alleen maar
op het gazon. Ze hebben een prachtig gazon
aan den anderen kant van het huis. Dezen
kant op
Zij deed een deur open. (Hoeveel uit- en in
gangen had dat huis wel! Zoo iets had ik nog
nooit gezien! De architect moet stellig een
duiventil in zijn gedachten hebben gehad,
toen hij de teekening er voor maakte.)
„Voor ik nog een woord kon uitbrengen,
stonden we al op het gazon. Uit de ramen van
de galerij vielen breede lichtstrepen over het
donkere grastapijt. Rondom was een rand van
heesters met een border van tabaksplanten. De
witte bloemen staken prachtig af tegen den
donkeren rand van heesters en geurden ver
rukkelijk. Het leek mij een droom, dat onbe
kende landschap en de geur en de tonen der
muziek. (.Margie! Ik denk altijd aan jou,
Margie") De maan was achter een wolk. maar
het was nog licht genoeg. En daar was ik in
een situatie, die ik met geen mogelijkheid kon
verdedigen. Ik mocht dit niet doen. Ik voelde
zooals je dat wel in een droom doet. Je bent
dan jezelf en toch niet jezelf, je praat zoo fa
miliaar mogelijk met wild vreemde menschen
e;. voelt aan den anderen kant toch weer niet
op je gemak, maar de reden daarvan kun je
niet verklaren.
„Ik fluisterde: „Hoort u eens, Lady Day, we
kunnen dit niet doen
„Zij fluisterde op snoezigen toon terug:
„Neen, we kunnen het niet doen, maar we
zullen het toch voor dezen eenen keer maar
wel doen."
„Als je blieft niet."
„Waarom niet? Wat is dat ondankbaar van
je. Ik heb er een ander voor in den steek ge
laten; en ik heb je hier zelf mee naar toe
genomen! Ik weet daarenboven, hoe groot je
verlangen was, om ook mee te kunnen doen."
„Ze zien ons bepaald van uit het huis,"
sputterde ik tegen.
„Nu, wat doet dat er toe? Het is een gecos-
tumeerd bal, en ze zullen denken, dat de fuch
sia danst met een van de gasten, die verkleed
is als chauffeur. Toevallig is die chauffeurs
uniform ook werkelijk een vermomming. In
ieder geval, wat ze er ook van denken mogen,
ik ben stellig van plan, te doen, waar ik lust in
heb. Ik doe net, wat ik wil, en jij bent niet een
jongen, die een vrouw zal laten wachten, kom
dus gauw mee."
,Patsy! Hoe vind je dat nu? Wat moest ik
doen?"
HOOFDSTUK XVII.
Middernachtelijke dwaasheid.
Arme Patricia Lloyd-Hughes!
Soms, als zij zich in den ouderwetschen ver
gulden spiegel in de toon kamer van Knights-
bridge bekeek, verbaasde het haar, dat haar
haar nog lichtbruin en niet wit was. Geduren
de die dag of tien. dat haar beste vriendin
dien dwazen streek aan het uithalen was daar
ginds in Surrey, voelde Patsy, alsof ze wel
dertie ouder was geworden.
G" brieven verontrustten haar hoe
m meer. Patsy. de vertrouweling, kon
,r. ger'eten van al haar confidenties
en ae vermakelijke avonturen, die daarin ver
meld werden.
Tweeërlei vrees bestormde haar. Ten eerste
had zij voortdurend angst, dat Guelda zou ont
dekt worden, en wat een herrie het misschien
zou geven, als het geval haar familie, te be
ginnen met Lord Glanseiont. ter oore kwam.
Ten tweede wist zij niet, welke gevolgen het
misschien zou hebben, als Guelda ging besef
fen, wat haar gevoelens tegenover Sir Ralph
Wellalone inhielden. Zij was het zich tot nog
toe blijkbaar niet bewust, dat zij haar hart
aan hem verloren had.
Patricia tobde aan één stuk door, terwijl ze
over haar werk gebogen zat.
Het was niet haar gewone werk. Ze zat niet
aan haar bureau. Het was ook niet gedurende
de werkuren. Twee uur geleden waren de zware
rolluiken al neergelaten, en was de zaak ge
sloten geworden, maar op het atelier en in de
toonkamer boven was alles nog een en al
drukte en beweging wegens een bestelling voor
een nieuwe revue in het London Pavilion.
De vaardige vingers van Madame Gilberte.
het hoofd van de zaak, rustten geen oogenbiik
en die van het hoofd van het personeel even
min. Zelfs de hulp var. juffrouw Lloyd-Hughes
was ingeroepen, omdat zij niet alleen geschikt
was voor haar gewone werk, maar ook grooten
aanleg had voor het werk, dat zij nu onder
handen had.
Terwijl zij schijnbaar haar gedachten geheel
concentreerde op hetgeen, waar zij mee bezig
was. waren Guelda en de laatste brief, dien
zij van deze ontvangen had, haar geen enkel
oogenbiik uit de gedachten. Er was iets
vreemds geweest aan dien brief. „Guelda heeft
er iets uitgelaten." zei ze bij zichzelf. dat kun
je duidelijk zien. Nadat ze zegt: ..Hij was in
polo-tenue" is de trant van haar brief niet
meer dezelfde. Zij had er stellig nog wat aan
toegevoegd over hem en heeft het daarna
weer laten vervallen. Ik kan het duidelijk zien
en in ieder geval voel ik het. Ik weet het zeker.
Hoe zou ik haar kunnen helpen? Er moet iets
op te vinden zijn. We zouden het misschien
kunnen klaarspelen, dat hij haar hier of daar
op een partij of feest ontmoette in haar eigen
kleeren. Haar tante of Reggie zouden dat stel
lig tot stand kunnen brengen. Wat zou het
echter geven? Voordat we Guelda veilig .van
Wellalone Court vandaan hebben, is haar Baas,
zooals zij hem noemt, al goed en wel gecnga
geerd met die kleine weduwe. Wat is het toch
afschuwelijk! Het is een ware tragedie, om
iemand, waar je zooveel van houdh niet te
kunnen helpen. Kon ik er maar iets op be
denken! Al moest ik er een jaar later om naar
China gaan. Als ik er maar iets op wist!"
Op dat zelfde oogenbiik gebeurde er iets, dat
groote verandering zou brengen in de gebeur
tenissen van Guelda's leven: hoewel het. nu
nog niets er mee scheen te maken te hebben,
en zelfs Patsy, die druk zat te naaien en onder
de hand aan het tobben was over haar vrien
din, zag nog niet onmiddellijk in. dat het voor
val haar tot hulp zou kunnen zijn.
Madame Gilberte werd aan de telefoon ge
roepen in een kamer beneden.
Vijf minuten later keerde zij opgewonden
terug.
„Moet er dat nu ook nog bij komen!" riep
zij. zenuwachtig haar handen ineenknijpend.
uit.
„Wat is er aan de hand, Madame?" vroegen
ze. ..Moeten ze de toiletten nog eerder heb
ben?"
„Neen. gelukkig niet, maar het is dat tuin
feest van aanstaanden Zaterdag. Madame
Vera had mij beloofd en nu zegt ze, dat ze
niet kan
We zullen hier niet verder bespreken, wat
het was, dat Madame Gilberte zoo overstuur
had gemaakt. We zullen later wel hooren. hoe
de zaak in orde kwam Het eei'ste. wat wij nu
te doen hebben, is dien brief van Guelda uit
te lezen, zoodra Patricia daar eindelijk een
oogenbiik voor kon vinden. Dat was echter niet
voordat het werk tegen den nacht terzijde
werd gelegd, en zij iets gegeten had.
Guelda's brief luidde verder:
„Patsy! Wat vind jij daar nu wel van? Wat
moest ik doen?
„Het was je reinste dwaasheid! Een vrouw,
die verondersteld werd een dame te zijn, en
die voor het eerst bii die familie, aan huis was
in gezelschap van haar neef (een beroemdheid
in die buurt) stond er daar werkelijk op, mei
zijn chauffeur op het gazon te gaan dansen.
Lijkt het niet, alsof de champagne haar naai
het hoofd was gegaan? Dat was het echter
niet. De champagne had er geen schuld aan.
Het was bravado.
„Nu heb ik gewoonlijk niets tegen bravado;
maar dit ging wel een beetje te ver. Hoewel ze
het Smith eigenlijk onmogelijk gemaakt had,
om te weigeren, was dit toch mijn plan. Ik
dacht er niet aan. om haar haar zin te geven
en toch het volgende oogenbiik had ik mijn
arm om haar heen geslagen en danste er met
mijn groote schoenen op los.
Wel kostte het mij eenige moeite, om als
cavalier te fungeeren. maar het gelukte toch.
,.Nu. hoe vind je het?" vroeg ze. „Geniet je?"
„Ik vind het het toppunt", mompelde Smith
wel wat onbeleefd tegen de schoonheid, die hij
in zijn armen hield. „Het is alles goed en wel
o, trapte ik op uw voet? Dat spijt me. maar
ik ben niet gewend om als om met zulke
zware schoenen te dansen. U heeft gemakkelijk
zeggen, Lady Day „Nu, wat zou het. als
iemand het zag?" Maar stel u voor, dat Sir
Ralph
„Onzin!" antwoordde zij. „Wees nu niet zoo
dwaas".
zou mij er mijn ontslag mee op den hals
kunnen halen", mopperde ik, „maar aLs ik het
krijg
„Dan zou je tenminste kunnen zeggen, dat
het je dat wel waard was", zei ze lachend.
„Sommige mannen zouden daar zeker zoo over
denken."
Wat een fflrt! Terwijl ik nog een vrouw was,
had ik nooit geweten, dat er zulke vrouwen
bestonden.
(Wordt vervolgd.)
De woestijn nabij
Waar de „Uiver" vermist wordt.
Fort Rutbah