VRIJDAG 11 JANUARI 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
7
AAN ALLEN!
De gebroeders van G. vroegen me in hun
briefje, of je salamanders en kikkers in een
aquarium kon houden. Daar ik weet, dat er
meer Rubriekertjes zijn, die er een aquarium
op nahouden, zal ik mijn antwoord aan jullie
allen richten. Straks nadert het voorjaar lang
zaam maar zeker en dan is het zoo interessant
om het leven van de amphibiën (want daartoe
behoort dit tweetal) van dichtbij gade te
slaan.
Ja, je kunt deze dieren in je aquarium hou
den, maar je moet ervoor zorgen, dat ze ook
eens een uitstapje buiten het water kunnen
maken, want ze behooren tot de familie der
tweeslachtigen, d.w.z. ze leven twee levens, één
op het land en één in het water. Laat maar
een stuk kurk in je aquarium drijven, dan
zul je wel merken, dat ze daar af en toe op
komen uitrusten. Ik heb ook wel gehoord, dat
men terwille van deze diertjes aan de zijkan
ten van het aquarium een tribunetje opbouw
de van turflagen. Die tribunes staken 2 c.M.
boven het water uit en eindigden aan de bo-
venzij in een soort platform, waar een kikker
gemakkelijk op zitten kon. Op den bodem
moet je zandlaag ook wel een hoogte van 3
c.M. hebben, want de dieren wroeten graag in
het zand. Slik vinden ze natuurlijk nog pret
tiger, maar dan zou je aquarium gauw op een
modderpoel gaan lijken. Nu is het natuurlijk
nog echter, wanneer je op de dunne turfla
gen graszoden legt. Waterplanten staan altijd
mooi, maar neem dan alleen drijvende plan
ten, want wortelplanten worden toch los ge
wroet. Je neemt natuurlijk vooral ook kikker
dril om de wondere ontwikkeling te kunnen
gadeslaan. Jonge kikkerlarfjes voeden zich
het liefst met groenwier, zooals het in ieder
aquarium spoedig aangroeit. Worden ze groo-
ter, dan koop je Pïscidin en af en toe strooi
je wat gemalen rauw vleesch. Komen de kleine
kikkertjes al uit het water, dan zijn ze dus
voorzien van voor- en achterpooten. Voedt ze
dan met regen- en meelwormpjes. Alle soorten
kikkers en padjes kun je zoo opkweeken.
Je denkt er natuurlijk wel om, om direct je
handen te wasschen als je een padje hebt aan
geraakt. Deze diertjes scheiden vaak slijm af,
dat bij een gevoelige menschenhuid uitslag
doet ontstaan.
Heb je padden en kikkers in een terrarium,
dan moet je toch zorgen voor een bakje water,
waarin ze baden kunnen. Een cigarettendoosje
op den bodem ingeplant, kan al goede diensten
bewijzen. Padden leven meest bij nacht, daar
om heb je er niet die aardigheid van, die je
van kikkers hebt. Sommige hebben ook een
knoflooklucht bij zich, wat in een huiskamer
nu niet bepaald aangenaam is. Daar tegen
over staat, dat er heel mooie soorten bij zijn.
In een hoog terrarium moet je vooral ook
boomkikkertjes nemen en dan kun je genie
ten van hun klimmen en klautei'en tegen de
planten of tegen een laddertje b.v. Spinnen en
vliegen moeten hun dagelijksch voedsel zijn.
In dezen tijd is er rust in de Amphibiën-we-
reld. Er wordt geslapen van October tot April.
Dan pas worden de eieren gelegd. De boomkik-
vorsch hecht ze in klompjes aan de water
planten
De salamanders doen in hun wijze van le
ven veel denken aan de kikkers. Hun ontwik-
kelings-periode heeft ook in het water plaats.
Langer dan de kikkers behouden ze hun uit
wendige kieuwen. Sommige, de Amerikaansche
salamander-larven brengen het vaak nooit
tot den volwassen toestand.
In Limburg komt de landsalamander voor
Dat is een prachtig diertje, diep-zwart van
kleur met gele vlekken. Die hoort uitsluitend
in je terrarium thuis en dan liefst voorzien
van mosgroen.
In onze streken komen de groote en de
kleine salamanders voor. Die aarden best in
een aquarium, maar een stuk kurk wordt toch
ook weer graag als rustplaats gebruikt, Omdat
het zulke klimmersbazen zijn, is het wel goed
je aquarium met een glasplaat af te sluiten.
Vooral tegen den zomer gaan ze graag op
avontuur. Het mannetje is veel mooier gekleurd
dan het wijfje. De verzorging van jonge sala
manders moet nauwkeuriger geschieden dan
die van kikkers, ze zijn veel levendiger en bij
grooten getale komen er verschillende ver
wikkelingen. Maar 't is een zeer loonend
werkje, dus probeer 't maar eens.
W. B.—Z.
VERSCHILLENDE SPELLETJES EN
KUNSTJES.
Hier is een aardig kunstje, dat je voor je
vriendjes kunt vertoonen. Neem een vel wit
papier, en snijd er met een scherp mes een
snede in, die zoo groot is. dat een cent er ge
makkelijk door kan glijden. Leg dit aldus be
handelde papier op een stapeltje ander vellen.
Neem nu het vel op, waar je de snede in ge
maakt hebt. Doe dit op een beetje handige
manier, dat je vrienden niet zien. dat er een
scheur in is. Houd dit vel papier in je linker
hand. Laat dan de cent zien en leg hem op het
papier. De cent. zal door de spleet in je hand
vallen. Laat dit echter niet zien; maar vouw
het papier eenige malen op en leg het op de
tafel. Maak van de eerste de beste gelegen
heid gebruik om de cent in je zak te stoppen.
Tel tot tien vervolgens, toon dat je handen
leeg zijn, en scheur het papier in kleine stuk
jes. De cent is verdwenen!
Een ander aardig kunstje is het volgende;
neem een bakje dat half vol is met zeepsop,
zoodat het water ondoorschijnend is. Vraag
nu aan een van je vrienden om er een kwartje
in te gooien, met de datum naar boven. Je
zult het kwartje niet kunnen zien liggen in
het water. Nu zeg je, dat je toch de datum zal
kunnen zeggen. Iedereen is natuurlijk heel
verbaasd.
Dan neem je een glas, zet het omgekeerd
op het kwartje en doordat er geen water in
komt (er zit n.l. lucht in), kun je duidelijk de
datum op het kwartje zien.
Het zoutgehalte der zeeën. In de Noordzee
is het gemiddeld zoutgehalte 3.5 pet. in de
voormalige Zuiderzee was het 0.8 a 1.8 pet. in
de Oostzee is het 1,3 pet. in de Doode Zee 23.7
pet. en in het Groote .Zoutmeer in de Ver. Sta
ten van N. A. 18.6 pet.
HET GEHEIMZINNIGE HUIS.
Ik wil jullie een geschiedenis vertellen, die
ik beleefd heb, toen ik nog een heel klein
meisje was. Ik woonde toen in een heel klein
dorpje. Heel aan het eind van het dorpje stond
een grijs huis met een prachtigen grooten tuin
er omheen. Daarin woonde de oude mevrouw
van de Laer met haar oude keukenmeid Trees.
Mevrouw van de Laer was eenige jaren te vo
ren in het huis komen wonen; ze leefde daar
geheel teruggetrokken en niemand had haar
eigenlijk ooit goed gezien. De oude keuken
meid kwam iederen dag op hetzelfde uur uit
het tuinpoortje, en ging, een hengselmandje
aan haar arm, naar het dorp om levensmid
delen te koopen. Wilden de mehschen echter
iets over haar meesteres te weten komen, dan
schudde ze slechts het hoofd: maar ant
woordde niets. En omdat men nooit iets zekers
hoorde, ontstond er op het laatst een heele
reeks verhalen rond het grijze huis; zooals
het algemeen genoemd werd en vooral voor
ons kinderen, was het omweven met allerlei
geheimzinnigs. Voor ons was het geen gewoon
huis; nee, het was een betooverd kasteel, waar
in een goede feeof een booze heks woon
de. Dat was de brandende vraag.
„Het is een heks", beweerden de jongens
moedig. „Oude Trees mag het natuurlijk niet
zeggen, anders wordt ze in een uil veranderd'
Wij meisjes bedachten echter liever iets pret-
tigers en beweerden: „Het is vast en zeker een
goede fee!
Zoo ging de strijd tusschen de beide par
tijen heen en weer. tot tenslotte de orgel
man, die met zijn draaiorgel van plaats tot
plaats trok een einde aan de onzekerheid
maakte, door ons te zeggen: „Het is een heks.
Ik heb haar op een avond, toen ik Iaat naar
huis ging op een vurige bezem uit de schoor
steen van het grijze huis zien vliegen." Hij
knipoogde listig met zijn kleine oogjes. Wij
meisjes gaven een schreeuw van ontzetting.
De jongens lachten en zeiden: „Zie jullie wel,
dat wij gelijk hadden!" maar erg rustig voel
den ze zich toch niet. Van af dien tijd meden
we het grijze huis nog meer dan vroeger.
Op een avond echter, het was in den wintel-
moest ik voor mijn ouders een boodschap
brengen bij den houtvester, die in het bosch
woonde. Er lag sneeuw. En daar er geen an
dere weg naar huis ging, moest ik langs het
grijze huis.
In het dorp kwam ik Jaap Klijnvelt tegen,
de zoon van den burgemeester en daar we heel
'goede vrienden waren, besloot hij met me mee
te gaan.
Vroolijk babbelend liepen we langs den weg
Daar kwam het grijze huis in zicht. Onwille
keurig zwegen we en liepen wat vlugger.
„Laten we hard loopen, dan krijgt ze ons
niet zei Jaap plotseling.
We pakten elkaar bij de hand en holden
zoo hard we maar konden. Maar owee; ik
struikelde plotseling over een paar glasscher
ven. die midden op den weg lagen en viel, on
gelukkigerwijze met mijn hand er precies in.
Ik gaf een schreeuw van pijn en begon te hui
len en toen Jaap de hevig bloedende wond zag,
hield hij me gezelschap en begon eveneens te
huilen. In onze ellende merkten we absoluut
niet, dat we juist voor het griezelige huis ston
den en pas, toen het tuinpoortje knarste en
een oude dame in het zwart met een zwart
kanten kapje op het witte haar naar buiten
kwam, schoot het ons in de gedachten.
„Marieke, de heks! Ze wil ons pakken,"
schreeuwde Jaap en holde weg, zoo hard hij
kon, mij aan mijn lot overlatend. Ik wilde
hem nagaan, maar een verschrikkelijke angst
hield me gevangen,en ik kon geen stap doen.
Als een hoopje ellende zat ik op den grond
en durfde me niet te bewegen uit angst, dat
mijn laatste uurtje geslagen was. De oude
dame was ondertusschen naderbij gekomen; ze
bukte zich en zei troostend: Kom kind, ik zal
je helpen!"
„Je bent een leelijke heks en je wil me be-
tooveren," schreeuwde ik. Bij deze leelijke
woorden, kromp de oude dame ineen; maar
toen pakte ze me stevig beet en t-rok me naar
het huis.
„Breng water en verband Trees" zei ze te
gen de keukenmeid, die nieuwsgierig even
kwam kijken.
„Ja, Mevrouw," zei deze en verdween. Me
vrouw van de Laer, de veelbesproken en bij
ons onder verdenking een heks te zijn, staan
de mevrouw nam me mee naar de kamer, zette
me in een stoel en hield mijn bloedende hand
omhoog, tot Trees verscheen. Ik huilde en
schreeuwde, alsof ik levend gebraden werd.
Mevrouw van de Laer bekommerde zich ab
soluut niet om mijn gebrul; ze waschte de
wonde uit, streek er zalf op en verbond mijn
hand. Angstig volgde ik elk harer bewegingen
en toen ik voelde, dat mijn hand pijn deed en
er niets buitengewoons gebeurde, hield ik op
met huilen. Schuw keek ik naar mevrouw van
de Laer; maar wat ik zag, was heelemaal niet
afschrikwekkend. Ik zag een lief gezicht, om
lijst met spierwit haar en haar oogen keken
vriendelij k.
„Het is heelemaal niet waar; u bent geen
heks," zei ik toen verlicht.
„Noemt men mij zoo? vroeg de vrouw.
„De jongens hebben 't altijd gezegd en toen
heeft de orgelman gezegd, dat het waar was,"
zei ik benepen.
„Nee kind; ik ben geen heks. die bestaan al
leen in de sprookjesboeken,antwoordde me
vrouw van de Laer. „Ik ben alleen maar een
eenzame oude vrouw, die veel van kinderen
houdt en ze ook graag een plezier doet, als ze
het maar willen. Maar nu worden we goede
vrienden, niet klein meisje? glimlachte me
vrouw van de Laer en drukte me tegen zich
aan. „Maar nu moet je me ook vertellen, hoe
je heet, dan kan ik je bij je naam noemen."
„Marieke ten Burg heet ik. En die daar zoo
hard weg liep is Jaap Klijnvelt; mijn vriend."
,Zoo, dus je bent het dochtertje van den
dokter en je vriend is de burgemeesterszoon
Die moedige Jaap moet ik ook eens leeren
kennen."
„Oh, hij is anders heel moedig," verdedigde
ik hem. „Maar we waren allebei zoo geschrok
ken, weet u!" Mevrouw van de Laer knikte me
vriendelijk toe en toen was het een poosje heel
stil in het vertrek en ik keek eens rond. Dat
zag er heel gezellig uit en aan den muur hin
gen prachtige schilderijen, zoo mooi, dat ik
er aldoor wel naar had willen kijken. En toen
kwam Trees binnen met een glas melk en een
paar honingkoeken. Dat smaakte na de uit
gestane angst. Mevrouw van de Laer gaf er
nog een paar heerlijke peren bij en zei glim
lachend:
„Eén is voor jou en één voor Jaap. En dan
moeten jullie Zondag weer bij me komen." Het
was al donker, toen ik weer naar buiten ging.
Jaap vond ik halfbevroren achter een boom.
Al dien tijd had hij op mij gewacht; maar van
angst had hij niet achter den boom vandaan
durven gaan.
Groote oogen zette hij op, toen ik hem al
les vertelde.
„De orgelman kijk ik niet meer aan," en
toen, in zijn peer bijtend: „en Zondag gaan
we naar mevrouw van de Laer!"
Heerlijke Zondagen hebben we daar be
leefd in het grijze huis, vele jaren lang. Me
vrouw van de Laer vertelde ons verhalen,
speelde met ons en leerde ons allerlei nuttige
en aardige dingen. En de snoeperijen, die de
oude Trees ons bracht, smaakten heerlijk.
Het eens zoo gevreesde grijze huis, was een
kinderparadijs geworden.
M. TER B.
CACAO EN CHOCOLADE.
Als we op den winteravond gezellig thuis
zitten, wordt er in vele gezinnen, behalve thee
ook wel chocolade geschonken en vooral op
feestdagen is het een echte feestdrank voor
jong en oud.
De grondstof, de cacaoboon, is al lang be
kend. Columbus heeft ze ons het eerst mee
gebracht van zijn reizen naar Amerika en de
Spanjaard Fernandez Cortez heeft er eveneens
aan meegewerkt om het nieuwe product uit
Mexico hier in te voeren.
Een heel oude Mexicaansche legende vertelt,
dat Quatzalcoua-tl, de wind- en maangod dei-
Azteken, het zaad van de wonderplant mee
gebracht had uit het land waar de eerste zo
nen der zon woonden. Hij heerschte in het
wonderland Tollan, waar nooit armoede
heerschte en de menschen onnoemelijk rijk
waren. Maar plots kwam een groot onheil over
Tollan. Zeer ontdaan hierover begroef de God
den Tollanschat, verplantte den cacaoboom
naar Dornakazien, vluchtte en zocht den vuur
dood. Maar de Azteken, de nazaten van de
Tolleken, durfden nooit meer de kostelijke
boonen te gebruiken. Erchuah, de zwarte god
van den schorpioenenstaart en met op het
hoofd een schotel cacaoboonen, ontfermde
zich over hen. Sedert dien tijd werd hij ver
eerd en werden er feesten voor hem aange
richt, waarbij een hond werd geofferd, dieper
uit moest zien als een rijpe cacaovrucht. De
oude sage leert, dat de veelgeprezen vrucht
een goddelijke gave is. De natuurvorscher
Linné doopte den cacaoboon met den naam
Theobroma, wat godenspijs beteekent.
De Mexicanen kenden den drank reeds lang.
Zij vermengden de geroosterde fijngewreven
cacaoboonen met water. Na den Invoer in
Europa was de naam chocolade voor het nieu
we genotmiddel al spoedig ingeburgerd. Ook
had het in het begin een groote waarde als
ruil- en betaalmiddel. De Azteken kenden
reeds het geheim om er werkelijk een goden
drank van samen te stellen en de Spanjaar
den namen ook deze recepten mee naar Euro
pa. Al was het toen niet de cacao en chocolade
zooals wij die kennen met melk en suiker en
een weinig vanille, toch waren de Spanjaar
den in Amerika er zóó verzot op, dat zij zich
zelfs den drank in de kerken lieten voordie
nen, wat zeer het ongenoegen van de gees
telijkheid opwekte. Toch was niet iedereen
direct voor het nieuwtje te vinden. Zooals het
wel meer gaat met vreemde dingen, vond de
een niet genoeg woorden om den drank te prij
zen, de ander wist evenzooveel afkeuringen te
noemen.
Ook in de geneeskunde werd het nieuwe
product in 16001700 gebruikt en in vasten
vorm werd het als voedingsmiddel aanbevolen.
S.
EEN DROOM.
moeten eten; want ze hield niet van rijstebrij.
Daar was Puntmuts weer.
„Moeten we ons er dooreten?" vroeg Anneke
angstig. Puntmuts lachte.
„Nee, dat was heel vroeger. Men heeft er nu
een weg door gegraven. Dat is veel gemakke
lijker voor de vreemdelingen."
Anneke zuchtte verlicht.
Ze liepen nu door de nauwe doorgang.
„Iemand, die erg veel van rijstebrij houdt,
kan hier al beginnen met smullen," zei Punt
muts nog eens.
Ze waren nu aan het einde van de gang en
keken in het stadje van Luilekkerland. An
neke was sprakeloos. Ze had zich Luilekker
land wel mooi voorgesteld; maar zoo....!
De huisjes waren allemaal van suikergoed
of van speculaas. Aan de boomen zaten ge-
confijte vruchtjes. De varkens, die op de er
ven lagen, waren van marsepein; terwijl in
de sloten en grachten geen water, maar limo
nade was. En overal verschillende smaken.
„Je kunt hier net zooveel eten en snoepen,
als je maar wilt!"
Op een drafje liep Anneke naar het stad
huis toe, dat van gevulde speculaas was; net
wilde ze de groote trap, die van suikergoed
was, er af breken, toen een stem zei:
„Opstaan Anneke; het is half acht; je
moet naar school!"
Het was Anneke's moeder.
Jullie zult wel begrijpen, dat het een heele
teleurstelling was voor Anneke, dat al die
heerlijkheid alleen maar in haar droom be
staan had. Maar ze hoopt, dat Puntmuts haar
nog eens op zal komen zoeken en dat ze dan
weer naar Luilekkerland gaan!
RITA VAN B.
TEEKENWEDSTRIJD
Nevensgaande teekening stelt voor de Win
ter, die met zijn stok en bijl door het besneeuw
de denne bosch trekt. Deze sinjeur moeten jul
lie nu eens na-teekenen, maar zoo, dat het
„En nu maar gauw gaan slapen, klein An
neke" zei moeder. Ze boog zich nog eens over
t bedje, waarin Anneke al slaperig lag te kij
ken, gaf haar een kus op haar wang. draaide
het licht uit en deed de deur zacht achter zich
dicht.
Anneke lag alleen in haar kamertje. Zoo even
was ze nog zoo slaperig en nu was haar slaap
heelemaal over....
„Dag Anneke." zong een fijn stemmetje. An
neke deed haar oogen wijd open; maar ze
zag niets.
„Dag," zei ze toen terug. „Ik hoor je wel,
ma-ar ik zie je niet. Wie ben je?"
Wip. vlak voor haar op haar deken zat een
kaboutertje.
„Ik ben Puntmuts, waar de juffrouw op
school vanmiddag van heeft voorgelezen. Her
inner je je nog wel?"
„Ja. ja,knikte Anneke ijverig. „Jij hebt de
veldmuizen geholpen, hè?"
„Juist," knikte Puntmuts, „En omdat je toen
zoo stil hebt zitten luisteren, breng ik je nu
een bezoek. Je mag kiezen, waar je naar toe
wilt."
„Ojee", zei Anneke. „Dat is erg moeilijk,
Puntmuts. Maar ik zal er even over denken."
„Goed, dat mag!"
Anneke kneep even haar oogjes stijf dicht,
deed ze toen weer open en zei:
„Ik wil met je naar Luilekkerland."
„Dat kan, Anneke; daar ben ik zelf ook een
heele tijd niet geweest; daar moet ik nog een
paar bezoeken afleggen, dus dat komt goed
uit! Doe je kousen en schoentjes maar aan;
dan gaan we meteen weg.
Dat liet Anneke zich geen tweemaal zeg
gen. In een wip had ze schoenen en kousjes
aan; veel vlugger dan 's morgens, wanneer
ze naar school moest.
„Moet ik geen jurk aantrekken?" vroeg
aan Puntmuts.
„Nee, dat is niet noodig, want in Luilekker
land is het warm." Ga nu maar mee! „We zul
len maar vanuit het venster gaan. Dat is ge
makkelijker."
Ze klommen in de vensterbank.
„Geef me maar een hand, Anneke".
Toen Anneke dat deed. bemerkte ze, dat ze
even groot, of liever even klein was geworden
als Puntmuts. Ze stonden nu in de venster
bank. Puntmuts haalde een klein fluitje te
voorschijn en daar floot hij schel en doordrin
gend op. Oogenblikkelijk scheerde er een zwa
luw langs het raam en vroeg:
„Wat wenscht Mijnheer?"
„Naar Luilekkerland," zei Puntmuts.
„Willen de dame en heer dan maar opstap
pen?"
Anneke lachte zachtjes, toen ze even latei-
op den rug van de zwaluw zat.
„Waarom lach je," vroeg Puntmuts.
„Omdat het wel een taxi lijkt!"
„Het is ook een taxi" antwoordde Punt
muts.
Ze gingen zoo vlug, dat Anneke niet zag
waar ze vlogen. Plotseling stopte de zwaluw.
Voor zich zagen ze een berg.
„De rijstebrijberg; ingang van Luilekkerland
Uitstappen!"
Terwijl Puntmuts de zwaluw betaalde, keek
Anneke eens rond.
v De rijstebrijberg was erg hoog Anneke
hoopte maar niet-, dat ze zich er door zouden
tweemaal zoo groot wordt. Nog grooter mag
ook. Je mag er een pen- of crayonteekening
van maken, je mag ook verf gebruiken. 1 Fe
bruari moet je werk in mijn bezit zijn.
Als prijzen loof ik uit
lste prijs groote tubeverfdoos of boek naar
keuze.
2de prijs vulpen of boek.
3de pr'js vulpotlood of kleurpotlooden.
Denk cm naam en leeftijd.
De kleintjes van Afdeeling H, die dus
hoogstens 9 jaar zijn, mogen dit plaatje over
trekken en dan kleuren. Als prijzen loof ik uit:
lste prijs: Teekenboek met kleursels.
2de prijs boek-
3de prijs doos met kleurkrijt.
1 Februari moet alles in mijn bezit zijn.
Denk om naam en leeftijd.
POSTZECELRUBRIEK.
SO
so
6o
#o
?o
2 A
Jyf-
4.
S A
/O A
JOEGO SLAVIë V (Zuid-Slavië)
Speciaal voor Bosnië werd uitgegeven een
serie met opdruk KRALJEVSTVO S.H.S. en
met Cyrilische letterteekens 3 h. (wijnrood)
5 h. (groen), 10 h. op 6 h. (grijs), 20 h. op 35
h. (leiblauw), 25 h. (ultramarijn) 30 h. (ver
miljoen) 45 h. (br. olijf) 45 h. op 60 h. (bruin
rood) 50 h. (blauwgroen) 50 h. op 72 h. (blauw)
60 h. (lila) 80 h. (bruinrood) 90 h. (violet) 2 k.
(grijsgroen) 3 k. (karmijn groen) 4 k. (karmijn
op groen) 5 k. (violet op grijs) 10 k. (violet op
grijs).
Grootte der zegels in hellerwaarden 30 x 30,
de kronenwaarden hebben een afmeting van
35 x 35.
Zie het schetsje
Groep 3 en 14 zijn sinds October nog niet
terug. Willen jullie even nagaan waar iets ha
pert. Anders kunnen geen nieuwe zendingen
voor die groepen worden klaargemaakt. ~De
overigen gaan volgende week weg.
Rustenburgerlaan 23.