Indrukken uit het Saargebied. HET TANDHEELKUNDIG GEBIT 35 HIJ OF ZIJ? MAANDAG 14 JANUARI 1935 HAARLEM'S DAGBLAD Vóór de stemming. (Van een spqclalen correspondent.) Saarbrücken, 12 Januari. Gisteren en vandaag stroomen onophoude lijk de stemgerechtigden uit alle deelen van de wereld Saarbrücken binnen. De spoor wegen hebben het vervoer in overleg met de Saarregeering zoo geregeld, dat de speciale treinen met Saarlanders voor één uur na middags in Saarbrücken binnen zijn. Tot dien tijd wordt het stadsverkeer dan geheel op het verwerken van de nieuw aangekomenen inge steld. Het station wordt afgezet en is nog maar langs een kant te bereiken, terwijl de aange komenen in een andere richting afgevoerd worden. De hoofdstraten zijn van een sterke politiemacht voorzien, marechaussées te paard patrouilleeren door de binnenstad. De stem mers worden opgewacht door afgevaardigden van de verschillende groepen en naar een in kwartieringsbureau gebracht. Dat van het Duitsche front is gevestigd in het café Kiefer, het grootste koffiehuis in het centrum der stad. De nieuw aangekomenen krijgen daar de adressen van de burgers, die bereid zijn hen kost en onderdak te verschaffen. Aan dezen arbeid wordt buitengewoon veel zorg en geld besteed, hetgeen te begrijpen is. De stemge rechtigden, welke in Duitschland woonachtig zijn, hebben hun wetenschap omtrent de toe standen in de Saar uitsluitend kunnen putten uit de gecensureerde Duitsche pers. Men wil nu zooveel mogelijk trachten te voorkomen, dat zij hier in aanraking komen met de meening en de overtuiging der tegenpartij. Het wordt hun dan ook niet toegestaan zich vrij te be wegen. Van het station worden zij via het in kwartieringsbureau door begeleiders naar hun kosthuis gebracht, dat natuurlijk ook volkomen betrouwbaar is in den zin van het Duitsche front. Zij, die aan de stemgerechtigden onder dak verleenden, hebben opdracht hun gasten zoo weinig mogelijk aan zichzelf over te laten. Meer en meer versterkt zich de indruk, dat het Duitsche front veel meer de Katholieke oppositie van de „Neue Saarpost" vreest dan die van de gecombineerde communisten en so cialisten. De katholieke status-quo-beweging heeft vooral in de laatste maanden aan om- yang en overtuigingskracht gewonnen. Van morgen verspreidde deze partij nog een laat ste manifest, met als titel„Verslaat Hitier door den status-quoredt de Saar, bevrijdt Duitsch land", In dit stuk lezen wij als kapitale zin, waar van ongetwijfeld een sterke werking zal uit gaan: ,,de Heilige Vader heeft in zijn functie van Christus' stadhouder op aarde de katho- - lieken van het Saarland bezworen: luistert uitsluitend naar uw rechtschapen Katholiek geweten!" Aan een katholiek geestelijke, die overigens zelf niet persoonlijk aair den strijd deelneemt, vroeg ik, welke uitwerking zulke leuzen en vooral feiten als de pauselijke te rechtwijzing aan de bisschoppen van Trier en Spiers op 't gemoed der Roomsche kiezers hebben. Hij antwoordde mij: het spreekt vanzelf, dat al deze dingen een bepaalde werking uitoefe nen, maar niettemin zou ik toch niets positiefs durven besluiten. Ieder, die de Saarlanders kent weet dat het stillewaters ihet .diépe gronden zijn, Er bestaat zelfs,een-spreekwoord algemeen bekend, dat zegt: „die van de Saar werken en denken onder den grond". Men kan nooit met eenige zekerheid zeggen tot. welke conclusie dit ondergrondsche denken leidt. Het Duitsche front doet alle mogelijke moeite om zijn tegenstanders uit hun tent te lokken. Zoo werd Vrijdagnacht plotseling het parool uitgezonden: allen die voor Duitsch land zijn moeten hun gevels en huizen met sparregroen versieren. Geen uur later waren honderden arbeiders druk bezig met dit werk terwijl hoogopgestapelde karren het materiaal aanvoerden. Zoodra deze maatregel van het Duitsche front bekend werd, kwam ook van andere zijde het bevel tot versiering, zoodat ook de Katho lieken. die pro-status quo zijn en de linksch georiënteerden hun gevels in aller haast met slingers tooiden, en het dus onmogelijk werd om uit dit feit eenige conclusie te trekken om trent de politieke gezindheid der bewoners. Dit werk aan bijna alle huizen, gevoegd bij den onafgebroken stroom der stemgerechtigden, geeft in de morgenuren een ongekende en schilderachtige levendigheid aan de stad. 's Namiddags luwt echter die drukte weer aan zienlijk en krijgt alles wederom een bijna nor maal aanzien. Er komen, zooals men telkens weer in de telegrammen lezen kan, voortdu rend incidenten voor, zoowel bij de aankomst der treinen als bij het rondbrengen van pro- paganda-materiaal. Men moet echter de be- teekenis hiervan niet overschatten. Het zijn alle plaatselijke relletjes van geringe beteeke- nis, welke het leven en het aspect der stad op geen enkele wijze beïnvloeden. De politie is nog steeds volkomen meester van de situatie. Men vreest minder voor Zondag en Maan dag dan wel voor Dinsdag. Het is niet onwaarschijnlijk, dat' na het bekend worden van den uitslag de overwin nende partij door vreugde overmeester een belangrijk deel van zijn zelf-contróle zal ver liezen. Tot op heden blijft het, wanneer men de felheid van de geschriften in aanmer king neemt, merkwaardig kalm. lederen middag vereenigen de internatio nale journalisten in het bureau van den heer, Frantz. directeur van den persdienst der Saarlandsche regeering zich met de vraag „is 'er iets bijzonders", waarop telkens het ant woord luidt: neen. Want die kleine incidenten welke meestal niet langer dan eenige minuten duren en die zich telkens op een ander punt der stad herhalen, kan men bezwaarlijk iets bijzonders noemen. Twee' berichten hebben echter in alle kringen diepen indruk gemaakt en vormen het onderwerp van alle discussies Het spreekt vanzelf, dat 'ze op de meest verschillende wijze van commentaar voorzien en beoordeeld wor den. Zij wekten echter zelfs bij de vrienden van het thans heerschende systeem Duitschland veel verbazing en hier en daar zelfs eenige pijnlijke verbazing. Daar is allereerst het plotselinge afbreken van de onderhandelingen, tusschen de ver tegenwoordigers van de Saarlandsche ambtenaren en minister Koshmann. Deze onderhandelingen te Wiesbaden ge voerd, hadden ten doel de oppositie der ambte naren te regelen bij de hereeniging van het Saarland en Duitschland. De Saarlandsche ambtenaren bevinden zich nl. in een toe stand, welke in ieder opzicht gunstiger is dan die van hun Duitsche collega's. Zij genieten aanzienlijk hooger salarissen en leven verder onder een ambtenarenreglement, dat hen ze kerheden waarborgt. Tot groote verwonde ring van alle betrokkenen heeft de rijksregee- ring de eischen der Saarlanders en bloc afge wezen. Men veronderstelt hier, dat twee im- paratieve redenen de rijksregeering tot deze handelwijze geleid hebben. Ten eerste laten de rijksfinanciën volledige inwilliging der Saarlandsche ambtenaarseischen niet toe. en ten t-weede durft met het niet aan om binnen het kader van het rijk een groote groep be voorrechten in het leven te roepen. De Duitsche ambtenaren welke voor een deel in moeilijke omstandigheden verkeeren en zich vrijwillig groote offers getroosten, zou den dit ongetwijfeld als een onrechtvaardig heid gevoelen. Het is niet onmogelijk, dat het Wiesbadensche fiasco zoo kort voor de be spreking tal van belanghebbenden in het Saargebied tot nadenken zal brengen. Over het algemeen begrijpt men Duitsch- lands houding niet volkomen. Op het oogen- blik dat ik dit schrijf, stroomen de stemmers met duizenden en nog eens duizenden de stad binnen onder -i?n dichten sneeuwval. Gisteren heb ik een bezoek gebracht aan onze mariniers, die zooal\ men weet, gedeel telijk in Saarbrücken, gedeeltelijk in Sankt Ingb-ert op 12 K.M. afstand gehuisvest zijn, Zij die buiten wonen, kregen de beschik king over een oud buitenhuis, dat vele jaren ieeg had gestaan. Het zag er aan den buiten kant nog al aardig uit, maar van binnen ver keerde het in een deplorabeien toestand. Het eerste werk van de mannen was daar een groote schoonmaak. Daarna werkte men met ijver en talent met de verfkwast en met de witkwast. Het resultaat was zoo gunstig, dat een verslaggever van de „Paris Soir" er tot lyrische ontboezemingen toe verleid werd. De troep in Saarbruecken zelf kreeg in de Bleichstrasse een oude verf fabriek toegewe-, zen, welke evenmin een behoorlijk onderko men bood. Ook, dit gebouw werd in een mini mum van tijd tot een goed bruikbaar logies omgewerkt. Zelfs de gezelligheid ontbreekt niet. Met wat aardige reproducties die men uil Holland ontving gaf men aan de zalen en kamers een prettig huiselijk en Hollandse!: aanzien. Het was den commandant niet mo gelijk persoonlijk alle goede gevers te bedan ken. Hij vraagt daarom de pers zijn tolk te willen zijn. Zij die geschenken naai; 't Saar- detachement zonden, deden een goed werk. De officieren die met den troep zijn onder gebracht-, dit in tegenstelling bijv. met hun Zwee-dsche collega's, die hun intrek in ho tels genomen hebben lieten de bovenste étages voor hun nachtverblijf inrichten. Zij slapen daar op kleine kamertjes, uiterst pri mitief, maar proper en rustig. De soldaten liggen op twee groote zalen waar zij ruimte hebben en waar een uitne mende luchtverversching is. Verder zijn er ruime recreatiezalen voor de onderofficieren en de officieren, terwijl beneden in een groote hal, waar ook de wacht is ondergebracht, de soldaten ontspanning kunnen vinden. In die hal nu zullen Dinsdag a.s. Koos en Cees Speen hof f hun liedjes voor de jongens komen zingen. Het geheel belangelooze aan bod van onze pas geridderden bard, die nooit vergeten kan dat hij zijn carrière bij de Ko ninklijke Nederlandsche marine begonnen is. werd op hoogen prijs gesteld. Een verzetje komt den mariniers wel toe want ze hebben eenu zwaren dienst en leven onder een strenge discipline. Commandant de Bruyne leidde mij met een buitengewone vriendelijkheid in zijn gebied rond. Een zekere trots zou dan ook niet misplaatst zijn geweest zijn. omdat ik bij mijn geheel onverwachte bezoek alles tot in de puntjes in orde blin kend en kraakhelder aantrof. De geest onder den troep laat niets te wen- schen over omdat de mannen volkomen door drongen zijn van het gewicht van hun taak. en ook omdat ze die interessant vinden. Er wordt heel veel van hen gevergd maar zij werken met plezier. De commandant, die terecht een goed voor van zijn grondstoffen, de voortdurende en zorgvul dige analyse tijdens het fabricatie-proces door eersteklas deskundigen, garanderen een product van naam. Het product van vertrouwen. (Adv. IngezMed.) bereiden troep wil hebben gelast voortdurend oefeningen, zoowel bij dag als .bij nacht in het district, dat ons detachement als kamp terrein is toegewezen en dat een goede 10 KM. van de stad verwijderd is. Wetende van hoeveel belang de menage voor 't humeur en den werklust van den troep is, wijdde ik mijn .bijzondere aandacht aan de keuken. Deze bevat drie groote moderne kookapparaten welke een substantieelen en smakelijken kost afleveren. Doordat de com mandant over een kleinen toeslag beschikt is hij in staat het menu te varieeren en te ver rijken, hetgeen natuurlijk ten zeerste ge waardeerd wordt. De buitenlandsche contin genten verkeeren in uiterst delicate positie, Zij behooren wanneer het noodig is krachtig in te grijpen, maar zoolang het niet noodig is behoort men van hun aanwezigheid zoo weinig mogelijk te merken. Zij moeten in ieder opzicht een volkomen neutraliteit hand haven. Zelfbeheersching is het parool. Van alle kanten wordt op hun doen en laten toegekeken en het allergeringste vergrijp zou natuurlijk door de belanghebbende politici tot- een internationaal incident worden opgeblazen Commandant de Bruyne heeft alles in het werk gesteld om zijn jongens daarvan te doordringen en tot op den dag van heden valt er niet de allergeringste aanmerking te maken op het gedrag of de houding van de Nederlandsche soldaten in het Saargebied. Ik heb hier inwoners van de meest ver schillende condities naar onze mariniers ge vraagd en allen roemden zonder uitzonde ring de kiesche en correcte houdingen en bovendien de uitnemende indrukwekkende tenue van den troep, Het groote werk komt echter nog Zondag en de daarop volgende dagen. Van een terugkeer is voorloopig geen sprake. Eerst ging het gerucht, dat de buitenlandsche troepen -20 Februari gerepa trieerd zouden worden, maar daar gelooft op dit oogenblik niemand meer aan. Nu spreekt men van April, met zekerheid is ech ter niets te zeggen. Het is moeilijk om één van de leidende, pè'rsóonlijkheden"van hef'Duitsche front te' spreken te krijgen. Deze dagen zijn voor alle partijen heel be langrijk, zóó belangrijk, dat men alle krach ten dag en nacht móet inspannen. De wsmuuT 10 RIJKSSTRAATWEG 16 HAARLEM-XOQRD TEL. 16726 Berekent thans nog voor een gehe, met garantie Pijnloos trekken Plaatje met 1 Kunsttand 3. Iedere Tand meer f 1.75 Porcelein of Zilvervulling f 3. Goudvulling vanaf f 9. Goudkroon vanaf f15. 22 karaats goud Pijnloos trekken van Tand of Kies1.50 Mondonderzoek kosteloos Spreekuren alle werkdagen van 9-3 2 en van 1-4 uur. Zaterdags van 912 uur AVOND SPREEKUUR Dinsdag, Wo?;isdag en Donderdag Beslist pijnlooze behandeling door Nederlandsch T3!l[l3rtS (Adv. Ingez. Med.) leiders van het Duitsche front eischen de hoogste prestaties van hun manschappen. Maar zij weten, dat zij er alleen aan spraken op mogen maken wanneer zij ook van zich zelf het uiterste verlangen. Vier, vijf maal heb Ik getracht met één van de verantwoordelijke personen in contact te ko men maar dit mocht mij ondanks alle wel willendheid van allen, die ik aansprak niet gelukken. De tijd is nu te kostbaar. Heden echter bereikte ik mijn doel. Ik vroeg mijn zegsman om mij buiten alle verkiezingsvragen om zoo kort en duidelijk mogelijk het standpunt van het Duitsche front, uiteen te zetten. Om te beginnen, ant woordde hij mij, moet men duidelijk weten, dat het Duitsche front niet geheel en al te vereenzelvigen valt met de nationaal-socialis- tische partij. Ik kan niet ontkennen, dat de meesten onzer in die richting denken en voelen, maar dit is niet absoluut noodzakelijk. Bij ons behoort elkeen, volkom-en afgescheiden van iedere partij politieke voorliefde, die een on- voorwaardelijken terugkeer van het Saarge bied naar Duitschland wenscht. Ziedaar ons geheele programma: Terug naar Duitschland en zonder daaraan eenigerlei beperkende conditie te verbinden. Ik veroorloofde mij, mijn zegsman de vraag te stellen welke zijn houding zou zijn indien in Duitschland thans de communisten aan het bewind waren. Deze vraag brengt ons geens zins in verwarring. Een van de vurigste strijders voor Duitsch land. Hermann Röchling, de bekendste in dustrieel van het Saargebied. heeft reeds herhaaldelijk verklaard, dat hij even hard zou werken voor den terugkeer naar Duitsch land, wanneer daar op het oogenblik de sovjets" de baas waren. Toen hij dat zeiae. sprak hij uit ons aller naam, Wij willen Duitscher zijn. welke politieke strooming ook m ons aller vaderland den boventoon moge voeren. Eigenlijk heeft politiek mei dit alles niets te maken. Het is voor ons een kwestie van hart en bloed. Wanneer wij buiten het rijk moeten leven voelen wij ons in onze beste faculteiten aangetast en verminderd. Alleen als Rijks- duitschers zijn wij volledige menschen en kunnen we de volle maat van onze talenten geven. Zijt gij niet overtuigd, dat er onder uwe tegenstanders menschen ziin, die zich ook Duitscher noemen en die ook naar hun vader land terug willen? Zeker zijn er wel oprechte Duitsch-ge- zinden onder de voorstanders van de status- quo. Maar zij hebben zich op een kinder achtige wijze laten misleiden. Ik voor mij be grijp toch een dergelijke concessie der vader landsliefde maar half. Men is Duitscher of men is het niet. maar het gaat niet aan om alleen Duitscher te zijn onder bepaalde omstandigheden. Het spreekt vanzelf, dat allen, die de na- tionaal-socialistische ontwikkeling niet mee kunnen doormaken, zich in een moeilijke pe riode van hun leven bevinden. Ook in ons Duitsche gront zijn menschen, die niet nat.- socialistisch voelen. Dezen redeneeren al dus: Ik woon liever met mijn geestverwanten ir> Duitschland in de verdrukking dan in een oer-Duitsch land als de Saar onder vreemde heerschappij. Dit 'standpunt lijkt mij heel wat onbaat- zuchtiger en dus heel wat nobeler, dan dat van de voorstanders van den status quo, die wel beweren dat ze o zoo Duitsch gezind zijn maar er een Duitschlandje voor eigen ge bruik op- 13a willen, houden. Voor; het Duitsche front zijn al zulke onder "scheidingen uit den booze. Ik zou niet zoo dwaas zijn om te beweren, dat de sociaal-democraten mijn bijzondere hoogachting genieten, want dat zou u toch niet van mij aannemen. Maar ik kan u toch wel in alle oprechtheid verzekeren, dat een Duitsch sociaal-democraat, die ik met hand en tand bestrijdt, mij oneindig nader aan het hart ligt, dan een Franschman. wiens- begin selen met de mijne overeenstemmen. Aan den vooravond van den dag dien ik als den grootsten mijns levens beschouw, verklaar ik u: Het zon mij bijzonder aange naam zijn, als het buitenland mij hoorde en begreep, dat het ons mannen van het Duit sche front om oneindig hoogere dingen dan de politiek te doen is. Wij strijden voor de eenheid van het Duitsche volk en die gaat ons boven het eigen leven! Die werkelijk weet wat het vaderland in een menschenbestaan beteekent, vraagt zich niet af welke regeering daar nu toevalli" aan het bewind is. Wij luisteren slechts naar de stem des bloeds en mocht het ons in he* nieuwe Duitschland tegenvallen, dan nog zullen wij geen spijt hebben van onze uit spraak op 13 Januari. Wij zijn liever arm. en misschien onder drukt in ons eigen lieve vaderland, dan vrij en welvarend onder vreemden dwang". Hiermede was dit korte onderhoud. dat aan duideliikheid niets te wenschen over laat. ten einde. Mijn zegsman werd wegge roepen midden onder zijn maaltijd. Rust kent men hier niet meer. De Saarbrücker.sche kranten die voor het Duitsche front zijn komen met extra num mers uit. De ..Saarbrücker Zeitunc" van Za terdag 12 Januari beslaat niet minder dan 64 bladzijden en bevat tal van foto's, histo rische documenten en oproepen. Op de derde bladzijde vinden wij in een vergroot fasci- mile een brief van dr Hjalmar Schacht, den voorzitter van de Rijksbank, die men op het oogenblik voor den machtigsten man van Duitschland houdt. Deze bevestigt in een gelukkige formule wat alle aangeslotenen bij het Duitsche front u hier kunnen vertellen: ..IJet gaat. niet om materieele voordeelen. het gaat slechts om de Duitsche ziel en om de Duitsche eer". J. GRF°HOPF. Noodlijdende R.-K. kerken. Ruim vier millioen ongedekte schuld. Een saneeringsplan. De Bisschopvan Haarlem, Mgr. J. D. J. Aengenerit, heeft tot de geestelijkheid en de geloovigen van zijn Bisdom een brief gericht, waarin hij er de aandacht op vestigt, dat de noodlijdende kerken in het Bisdom Haarlem tezamen een ongedekte schuld hebben van ruim 4 millioen gulden. De gezamenlijke schuld is veel grooter, maar er is een o n g e- dekte schuld van ruim 4 millioen gulden, d.w.z.. een schuld, voor welke de kerken de rente en de aflossing niet kunnen opbrengen. Toegegeven wordt, dat men verschillende nieuwe kerken en pastorieën op zuiniger wijze had kunnen bouwen. Maar wat baat het, aldus de Bisschop, de eenmaal begane vergissingen en fouten te blijven laken? Feit is, dat achter dien schijnbaren welstand buitengewoon hoo- ge nood heerscht. die niet weinig vergroot wordt door de crisis, waardoor de inkomsten der kerken schrikbarend zijn gedaald. Er dient voor zoover dat met vereende krachten mogelijk is een weg gevonden te worden, om aan de verplichtingen te voldoen. Aan den noodtoestand moet een einde worden gemaakt, anders zullen de noodlijdende ker ken de een na de ander failliet gaan. De Bisschop heeft daarom zijn goedkeuring gehecht aan het volgende saneeringsplan. Eenige parochiën zullen gered zijn, als zij een matig subsidie van het Bisdom ontvangen. Dat subsidie zal verleend worden. Vervolgens zijn er arme parochiën, die ge red zullen zijn, als haar renteverplichtingen van 51/2 of 5 of 412 pCt. worden verlaagd tot 4 pCt. Welnu: door de welwillende mede werking van vele niet-noodlijdende kerkbe sturen zijn verschillende parochiën reeds op deze wijze geholpen. Maar tenslotte zijn er tal van arme pa rochiën, die in zulk een nood verkeeren, dat zij ook op deze wijze niet zijn te redden. De Commissie, die met instemming van den Bisschop gevormd is door de natuurlijke ver tegenwoordigers der crediteuren (n.l. de emit- tanten der uitgegeven leeningen, die twee hunner hebben aangewezen) en door een twee tal priesters, aangewezen door den Bisschop, heeft daarvoor een plan moeten aanbevelen, dat voor de schuldeischers pijnlijk, maar on vermijdelijk is. Voor elk van de bedoelde parochiën heeft de Commissie, na een consciëntieus onderzoek van de draagkracht dier parochies, vastge steld. wat na 'een zoo zuinig mogelijk beheer kon worden beschikbaar gesteld voor de rente- en aflossingsverplichtingen. Deze voorstellen zullen voor de crediteuren een aanmerkelijke schade beteekenen: immers de bedoelde parochiën zullen slechts een deel van haar renteverplichtingen, wisselend tus schen 70 en 30 pCtkunnen betalen en dan voor aflossing weinig of niets overhouden. Dat een aanmerkelijk deel van deze credi teuren bestaat uit edelmoedige menschen. die niet ruim met aard'sche goederen bedeeld, hun opgespaarde gelden in goed vertrouwen aan de parochies hebben geleend en dat voor de zen de geleden schade dus van bijzonder groo te beteekenis en een droeve ontgoocheling is, maakt èn voor den Bisschop èn voor de nood lijdende besturen de genomen maatregelen nog pijnlijker. Als er dan ook een andere uit weg mogelijk was geweest, zou daaraan zeker de voorkeur zijn gegeven. Slechts harde noodzaak dwong de Commissie en de Kerkbe sturen deze voorstellen te doen en dén Bisschop ze goed te keuren. Daarom vooral acht de Bisschop het een ernstigen plicht te zorgen, zooveel dit in zijn vermogen is, dat het deel der schuld, waarop geen rente kan worden uitgekeerd, zoo spoe dig mogelijk uit andere middelen wordt afge lost. Persoonlijk wil de Bisschop in het brengen van offers voorgaan en uit de middelen, die hem ten dienste staan jaarlijks zooveel afzon deren, dat daardoor alleen reeds een niet on belangrijk deel der benoodigde 200.000 zal worden gedekt. Verder rekent de Bisschop op het volgende: le. De geestelijkheid in het Bisdom heeft voor de eerstvolgende jaren een deel van haar honorarium beschikbaar gesteld en daardoor een hulp van ongeveer 30.000 aangeboden. 2e. Aan de besturen van kerken en stich tingen. die niet noodlijdend zijn. is gevraagd, jaarlijks uit hun overschot een bedrag naar vermogen beschikbaar te stellen Aan dit ver zoek is door vele besturen reeds gehoor gege ven. 3e. Vóór twee jaren heeft de Bisschop op nieuw georganiseerd het Liefdewerk der Arme Parochiën van het Bisdom, met de bedoeling van de diocesanen, die iets meer kunnen mis sen, een jaarlijksche contributie van 4. voor het steunfonds te vragen. Sinds die reorganisatie is de steun, welke op deze wijze wordt ontvangen, reeds stijgende: deze zal ge makkelijk een zeer belangrijk bedrag bereiken, indien aan den wenscli van den Bisschop wordt voldaan, en in elke parochie door de geestelijkheid en eenige ijvervolle leeken ernstig gewerkt wordt, om vele leden aan te werven en te behouden. Tenslotte is de hoop gevestigd op de half- jaarlijksche collecten voor de arme kerken, aie door het geheele Diocees gehouden wor den. Deze collecten zijn de voornaamste grond slag van het ondersteuningsplan, voor welk plan de ongedekte schuld van ruim vier mil lioen gulden in twintig jaar misschien wel in een korter tijdsbestek zal verdwenen zijn. Met een beroep op aller medewerking en edel moedigheid eindigt de Bisschop zijn herder lijk schrijven. FEUILLETON door BERTA RUCK. 50) „Waar is hij heen?" vroeg ik. „Naar Londen, meneer." „En wanneer komt hij terug?" De oude baas zei daarop, dat hij gehoord had dat Sir Ralph zijn chauffeur te kennen had ge geven, dat zijn diensten niet meer noodig waren op Wellalone Court. U begrijpt mijn te leurstelling!" De heldere grijze oogen van den jongen man (zoo sprekend de oogen van den zoogenaamden Smith) waren op het gelaat van het kleine vrouwtje gevestigd. Zij volgde met de grootste belangstelling al zijn woorden. Haar medege voel deed kapitein Rhos goed. Zijn e we: wat minder strak, en zijn stem was wat ka mer. „Ik vroeg naar het adres van Smith bleek mij toen, dat de oude man niets vreemc aan Smith had opgemerkt. Je kon in lede- -e val zien, dat hij nergens van af wis:. Hv schreef het adres op, waar Smith had gezeg dat hij altijd te vinden was. Toen ik het las. zag ik. dat het het adres van dien schelm van een Gould was, den vroe- geren bottelier van mijn vader, die sedert hij gepensionneerd is, in Londen woont. Mijn zus ters konden vroeger altijd alles van hem ge daan krijgen. Guelda had hem nu ook weer weten over te halen, om haar bij dat dwaze plan mee te helpen. Wat zegt u? Guelda? Ja, dat is mijn jongste zuster. Ze is een schande voor de familie; dat is ze. De zaak is echter, waar kan ze nu zijn? De oude bottelier wist niet, waar Sir Ralph was. Hij zei, dat hij hem gisteravond thuis verwacht had, maar dat u misschien wel iets wist v.an zijn plannen." „Hij zou in zijn club gaan logeeren," ant woordde Laetitïa. Ze was nog een en al verba zing. Ze had nog niet ten volle beseft, dat deze knappe jonge man de broer was van Smith, en die Smith een meisje was geweest. Met den grootsten ernst zei ze: „We zullen onmiddellijk de club van mijn neef opbellen; heeft u al ge- 'uncht?" .O. bat komt er niet op aan." .Heeft u al geluncht, kapitein Rhos?" „Neen, om u de waai'heid te zeggen, htm :l mar niet aan toe kunnen komen v "hond. 7? wa~ h "m. dat hij misschien r.*t en had. H .a«; ;ig Hij was dorstig rw nq.T* 7.ü dp zorg voor hem or zich \v war <~pr ■lie'1 na: ui nam ze hem mee naar de eetkamer en stuurde de kamenier, om een en ander voor hem te halen. „Breng gauw nog wat kip en sla en wat zalm met mayonnaise en een schaaltje boter en de ham en nog wat pudding en aardbeien met room," zei ze, „maar eerst wat whisky, ijs en een nieuwe syphon." Hij moest zich maar zelf bedienen, zei ze daarop tegen haar gast, terwijl zij dan onder de hand Londen zou opbellen. „Hè," zei hij, „terwijl hij zijn handschoenen neerlegde, „u weet niet, hoe uw vriendelijkheid mij goed doet." Zij glimlachte. Het was hem, alsof hij haar al jaren gekend had, of zij al jarenlang vrienden waren ge weest. Zijn bezorgdheid over Guelda nam met de minuut af, sedert hij zich had kunnen uit spreken tegen iemand, die haar kende. Dat het hem leek, alsof hij Lady Day al al tijd gekend had, was niet vreemd. Zij behoorde tot een bepaald type, en kapitein Rhos was een van die mannen, die niet een bepaalde vrouw, maar een stuk of twee, die bepaalde typen be wonderen. Zoodra ze hun type ook maar in de verte zien, bij een diner of waar ook, gaan ze er op af. Nu hield kapitein Rhos niet van groote blon- rte vrouwen, maar voor het type van Tut. de Kleine donkere vrouw, had hij altijd alles over gehad. Hij had aan boord dekstoelen en limonade voor hen gehaald: zijn oogen liad hij niet van hen af gehad. Hij had hen de hand gekust bij het afscheid nemen. Nu ontmoette hij hun type weer in Tut. Wat luisterde zij be langstellend naar zijn ellende over zijn zuster! Nooit had hij iemand ontmoet, die hem zoo onweerstaanbaar aantrok. Hij vergat bijna de complicaties, waaraan hij de ontmoeting met die kleine snoes te danken had. Zij sneed zelf een paar sneedjes brood voor hem en reikte ze hem over op liet broodbord. Opeens riep zij uit; „O, u heeft uw hand bezeerd!" „Och het heeft niets te beteekenen, ik heb gisteravond alleen maar mijn vinger open ge haald met iets van die akelige auto." zei hij en keek even naar den middelvinger van zijn linkerhand, die in verband zat. „Ik kon ge lukkig bij een drogist een verbandje er omheen krijgen." Al vond hij, dat het wondje niets te betee kenen had. voor Laetitia, die zoo bijgeloovig was. had het veel te beteekenen. Het suisde haar in de ooren: ..Een man met een verband. Een man met een verbonden hand." Dit was dus de man, waarop de waarzegster gedoeld had. Daar zat hij en zei, dat het niets was Daarop werden ze door de kamenier ge stoord. Ze kwam hun vertellen dat zij met Londen aangesloten waren. Laetitia haastte zich naar de telefoon. Het was Ralphs club. waarmee ze sprak. Ja, me vrouw. Sir Ralph Wellalone was er dien nacht geweest. Ze meenden, dat hij er nu ook weel was. Zou zij even willen wachten? Dan zouden ze hem roepen. Even wachtte Laetitia. Is u daar. mevrouw?.... Neen. Sir Ralph was toch niet in de club. Hij was dien morgen vroeg uitgegaan. Ze wisten niet. wanneer hij terug dacht te komen. Ja. zijn koffer was op zijn kamer. Ze meenden, dat hij plan had. dien nacht nog in Londen te blijven. Ja. mevrouw, zeker. De boodschap zou aan Sir Ralph gege ven worden, zoodra hij op de club kwam. Laetitia keerde naar de eetkamer terug en deelde haar gast mede, wat zij vernomen had. „Ralph zal opbellen, zoodra hij terug is. maar ze weten niet, waar hij nu is. „Toé. be dient u zich nog eens." Kapitein Rhos bediende zich nog eens Hij praatte ook ontzettend druk. Hij deed honderd vragen betreffende Wellalone Court, den eigenaar de bedienden en de verschillende plichten van den chauffeur, waar zijn kamer was. enz. enz. Laetitia beantwoordde al zijn vragen. Zij raakten niet uitgepraat over" het geval. „Het is een geluk, dat onze oudste broer niet in het land is. Australië! Hij kon nergens beter zijn, nu dat familieschandaal han gende is. Hij zou het heelemaal niet grappig vinden, dat kan ik u verzekeren. Ik weet wer kelijk niet, wat we met Guelda beginnen moe ten. We kunnen het werk met ons allen nog niet af. Dat is een feit. Toch is ze het liefste kind. dat er bestaat 'Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 7