Indrukken uit het Saargebied.
HET TANDHEELKUNDIG
GEBIT 35
HIJ OF ZIJ?
MAANDAG 14 JANUARI 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
Vóór de stemming.
(Van een spqclalen correspondent.)
Saarbrücken, 12 Januari.
Gisteren en vandaag stroomen onophoude
lijk de stemgerechtigden uit alle deelen van
de wereld Saarbrücken binnen. De spoor
wegen hebben het vervoer in overleg met de
Saarregeering zoo geregeld, dat de speciale
treinen met Saarlanders voor één uur na
middags in Saarbrücken binnen zijn. Tot dien
tijd wordt het stadsverkeer dan geheel op het
verwerken van de nieuw aangekomenen inge
steld. Het station wordt afgezet en is nog maar
langs een kant te bereiken, terwijl de aange
komenen in een andere richting afgevoerd
worden. De hoofdstraten zijn van een sterke
politiemacht voorzien, marechaussées te paard
patrouilleeren door de binnenstad. De stem
mers worden opgewacht door afgevaardigden
van de verschillende groepen en naar een in
kwartieringsbureau gebracht. Dat van het
Duitsche front is gevestigd in het café Kiefer,
het grootste koffiehuis in het centrum der
stad. De nieuw aangekomenen krijgen daar de
adressen van de burgers, die bereid zijn hen
kost en onderdak te verschaffen. Aan dezen
arbeid wordt buitengewoon veel zorg en geld
besteed, hetgeen te begrijpen is. De stemge
rechtigden, welke in Duitschland woonachtig
zijn, hebben hun wetenschap omtrent de toe
standen in de Saar uitsluitend kunnen putten
uit de gecensureerde Duitsche pers. Men wil
nu zooveel mogelijk trachten te voorkomen, dat
zij hier in aanraking komen met de meening
en de overtuiging der tegenpartij. Het wordt
hun dan ook niet toegestaan zich vrij te be
wegen. Van het station worden zij via het in
kwartieringsbureau door begeleiders naar hun
kosthuis gebracht, dat natuurlijk ook volkomen
betrouwbaar is in den zin van het Duitsche
front. Zij, die aan de stemgerechtigden onder
dak verleenden, hebben opdracht hun gasten
zoo weinig mogelijk aan zichzelf over te laten.
Meer en meer versterkt zich de indruk, dat
het Duitsche front veel meer de Katholieke
oppositie van de „Neue Saarpost" vreest dan
die van de gecombineerde communisten en so
cialisten. De katholieke status-quo-beweging
heeft vooral in de laatste maanden aan om-
yang en overtuigingskracht gewonnen. Van
morgen verspreidde deze partij nog een laat
ste manifest, met als titel„Verslaat Hitier door
den status-quoredt de Saar, bevrijdt Duitsch
land",
In dit stuk lezen wij als kapitale zin, waar
van ongetwijfeld een sterke werking zal uit
gaan: ,,de Heilige Vader heeft in zijn functie
van Christus' stadhouder op aarde de katho-
- lieken van het Saarland bezworen: luistert
uitsluitend naar uw rechtschapen Katholiek
geweten!" Aan een katholiek geestelijke, die
overigens zelf niet persoonlijk aair den strijd
deelneemt, vroeg ik, welke uitwerking zulke
leuzen en vooral feiten als de pauselijke te
rechtwijzing aan de bisschoppen van Trier en
Spiers op 't gemoed der Roomsche kiezers
hebben.
Hij antwoordde mij: het spreekt vanzelf, dat
al deze dingen een bepaalde werking uitoefe
nen, maar niettemin zou ik toch niets positiefs
durven besluiten. Ieder, die de Saarlanders
kent weet dat het stillewaters ihet .diépe
gronden zijn, Er bestaat zelfs,een-spreekwoord
algemeen bekend, dat zegt: „die van de Saar
werken en denken onder den grond". Men kan
nooit met eenige zekerheid zeggen tot. welke
conclusie dit ondergrondsche denken leidt.
Het Duitsche front doet alle mogelijke
moeite om zijn tegenstanders uit hun tent te
lokken. Zoo werd Vrijdagnacht plotseling het
parool uitgezonden: allen die voor Duitsch
land zijn moeten hun gevels en huizen met
sparregroen versieren. Geen uur later waren
honderden arbeiders druk bezig met dit werk
terwijl hoogopgestapelde karren het materiaal
aanvoerden.
Zoodra deze maatregel van het Duitsche
front bekend werd, kwam ook van andere zijde
het bevel tot versiering, zoodat ook de Katho
lieken. die pro-status quo zijn en de linksch
georiënteerden hun gevels in aller haast met
slingers tooiden, en het dus onmogelijk werd
om uit dit feit eenige conclusie te trekken om
trent de politieke gezindheid der bewoners. Dit
werk aan bijna alle huizen, gevoegd bij den
onafgebroken stroom der stemgerechtigden,
geeft in de morgenuren een ongekende en
schilderachtige levendigheid aan de stad.
's Namiddags luwt echter die drukte weer aan
zienlijk en krijgt alles wederom een bijna nor
maal aanzien. Er komen, zooals men telkens
weer in de telegrammen lezen kan, voortdu
rend incidenten voor, zoowel bij de aankomst
der treinen als bij het rondbrengen van pro-
paganda-materiaal. Men moet echter de be-
teekenis hiervan niet overschatten. Het zijn
alle plaatselijke relletjes van geringe beteeke-
nis, welke het leven en het aspect der stad op
geen enkele wijze beïnvloeden. De politie is
nog steeds volkomen meester van de situatie.
Men vreest minder voor Zondag en Maan
dag dan wel voor Dinsdag.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat' na het
bekend worden van den uitslag de overwin
nende partij door vreugde overmeester een
belangrijk deel van zijn zelf-contróle zal ver
liezen. Tot op heden blijft het, wanneer men
de felheid van de geschriften in aanmer
king neemt, merkwaardig kalm.
lederen middag vereenigen de internatio
nale journalisten in het bureau van den heer,
Frantz. directeur van den persdienst der
Saarlandsche regeering zich met de vraag „is
'er iets bijzonders", waarop telkens het ant
woord luidt: neen.
Want die kleine incidenten welke meestal
niet langer dan eenige minuten duren en
die zich telkens op een ander punt der stad
herhalen, kan men bezwaarlijk iets bijzonders
noemen. Twee' berichten hebben echter in alle
kringen diepen indruk gemaakt en vormen
het onderwerp van alle discussies Het spreekt
vanzelf, dat 'ze op de meest verschillende wijze
van commentaar voorzien en beoordeeld wor
den. Zij wekten echter zelfs bij de vrienden
van het thans heerschende systeem
Duitschland veel verbazing en hier en daar
zelfs eenige pijnlijke verbazing.
Daar is allereerst het plotselinge afbreken
van de onderhandelingen, tusschen de ver
tegenwoordigers van de Saarlandsche
ambtenaren en minister Koshmann.
Deze onderhandelingen te Wiesbaden ge
voerd, hadden ten doel de oppositie der ambte
naren te regelen bij de hereeniging van het
Saarland en Duitschland. De Saarlandsche
ambtenaren bevinden zich nl. in een toe
stand, welke in ieder opzicht gunstiger is dan
die van hun Duitsche collega's. Zij genieten
aanzienlijk hooger salarissen en leven verder
onder een ambtenarenreglement, dat hen ze
kerheden waarborgt. Tot groote verwonde
ring van alle betrokkenen heeft de rijksregee-
ring de eischen der Saarlanders en bloc afge
wezen. Men veronderstelt hier, dat twee im-
paratieve redenen de rijksregeering tot deze
handelwijze geleid hebben. Ten eerste laten
de rijksfinanciën volledige inwilliging der
Saarlandsche ambtenaarseischen niet toe. en
ten t-weede durft met het niet aan om binnen
het kader van het rijk een groote groep be
voorrechten in het leven te roepen.
De Duitsche ambtenaren welke voor een
deel in moeilijke omstandigheden verkeeren
en zich vrijwillig groote offers getroosten, zou
den dit ongetwijfeld als een onrechtvaardig
heid gevoelen. Het is niet onmogelijk, dat het
Wiesbadensche fiasco zoo kort voor de be
spreking tal van belanghebbenden in het
Saargebied tot nadenken zal brengen.
Over het algemeen begrijpt men Duitsch-
lands houding niet volkomen. Op het oogen-
blik dat ik dit schrijf, stroomen de stemmers
met duizenden en nog eens duizenden de stad
binnen onder -i?n dichten sneeuwval.
Gisteren heb ik een bezoek gebracht aan
onze mariniers, die zooal\ men weet, gedeel
telijk in Saarbrücken, gedeeltelijk in Sankt
Ingb-ert op 12 K.M. afstand gehuisvest zijn,
Zij die buiten wonen, kregen de beschik
king over een oud buitenhuis, dat vele jaren
ieeg had gestaan. Het zag er aan den buiten
kant nog al aardig uit, maar van binnen ver
keerde het in een deplorabeien toestand. Het
eerste werk van de mannen was daar een
groote schoonmaak. Daarna werkte men met
ijver en talent met de verfkwast en met de
witkwast. Het resultaat was zoo gunstig,
dat een verslaggever van de „Paris Soir" er
tot lyrische ontboezemingen toe verleid werd.
De troep in Saarbruecken zelf kreeg in de
Bleichstrasse een oude verf fabriek toegewe-,
zen, welke evenmin een behoorlijk onderko
men bood. Ook, dit gebouw werd in een mini
mum van tijd tot een goed bruikbaar logies
omgewerkt. Zelfs de gezelligheid ontbreekt
niet.
Met wat aardige reproducties die men uil
Holland ontving gaf men aan de zalen en
kamers een prettig huiselijk en Hollandse!:
aanzien. Het was den commandant niet mo
gelijk persoonlijk alle goede gevers te bedan
ken. Hij vraagt daarom de pers zijn tolk te
willen zijn. Zij die geschenken naai; 't Saar-
detachement zonden, deden een goed werk.
De officieren die met den troep zijn onder
gebracht-, dit in tegenstelling bijv. met hun
Zwee-dsche collega's, die hun intrek in ho
tels genomen hebben lieten de bovenste
étages voor hun nachtverblijf inrichten. Zij
slapen daar op kleine kamertjes, uiterst pri
mitief, maar proper en rustig.
De soldaten liggen op twee groote zalen
waar zij ruimte hebben en waar een uitne
mende luchtverversching is. Verder zijn er
ruime recreatiezalen voor de onderofficieren en
de officieren, terwijl beneden in een groote
hal, waar ook de wacht is ondergebracht,
de soldaten ontspanning kunnen vinden.
In die hal nu zullen Dinsdag a.s. Koos en
Cees Speen hof f hun liedjes voor de jongens
komen zingen. Het geheel belangelooze aan
bod van onze pas geridderden bard, die nooit
vergeten kan dat hij zijn carrière bij de Ko
ninklijke Nederlandsche marine begonnen
is. werd op hoogen prijs gesteld.
Een verzetje komt den mariniers wel toe
want ze hebben eenu zwaren dienst en leven
onder een strenge discipline. Commandant
de Bruyne leidde mij met een buitengewone
vriendelijkheid in zijn gebied rond. Een zekere
trots zou dan ook niet misplaatst zijn geweest
zijn. omdat ik bij mijn geheel onverwachte
bezoek alles tot in de puntjes in orde blin
kend en kraakhelder aantrof.
De geest onder den troep laat niets te wen-
schen over omdat de mannen volkomen door
drongen zijn van het gewicht van hun taak.
en ook omdat ze die interessant vinden. Er
wordt heel veel van hen gevergd maar zij
werken met plezier.
De commandant, die terecht een goed voor
van zijn grondstoffen, de
voortdurende en zorgvul
dige analyse tijdens het
fabricatie-proces door
eersteklas deskundigen,
garanderen een product
van naam.
Het product van vertrouwen.
(Adv. IngezMed.)
bereiden troep wil hebben gelast voortdurend
oefeningen, zoowel bij dag als .bij nacht in
het district, dat ons detachement als kamp
terrein is toegewezen en dat een goede 10
KM. van de stad verwijderd is.
Wetende van hoeveel belang de menage
voor 't humeur en den werklust van den troep
is, wijdde ik mijn .bijzondere aandacht aan
de keuken. Deze bevat drie groote moderne
kookapparaten welke een substantieelen en
smakelijken kost afleveren. Doordat de com
mandant over een kleinen toeslag beschikt is
hij in staat het menu te varieeren en te ver
rijken, hetgeen natuurlijk ten zeerste ge
waardeerd wordt. De buitenlandsche contin
genten verkeeren in uiterst delicate positie,
Zij behooren wanneer het noodig is krachtig
in te grijpen, maar zoolang het niet noodig
is behoort men van hun aanwezigheid zoo
weinig mogelijk te merken. Zij moeten in
ieder opzicht een volkomen neutraliteit hand
haven. Zelfbeheersching is het parool.
Van alle kanten wordt op hun doen en laten
toegekeken en het allergeringste vergrijp zou
natuurlijk door de belanghebbende politici tot-
een internationaal incident worden opgeblazen
Commandant de Bruyne heeft alles in het
werk gesteld om zijn jongens daarvan te
doordringen en tot op den dag van heden
valt er niet de allergeringste aanmerking te
maken op het gedrag of de houding van de
Nederlandsche soldaten in het Saargebied.
Ik heb hier inwoners van de meest ver
schillende condities naar onze mariniers ge
vraagd en allen roemden zonder uitzonde
ring de kiesche en correcte houdingen en
bovendien de uitnemende indrukwekkende
tenue van den troep, Het groote werk komt
echter nog Zondag en de daarop volgende
dagen. Van een terugkeer is voorloopig geen
sprake. Eerst ging het gerucht, dat de
buitenlandsche troepen -20 Februari gerepa
trieerd zouden worden, maar daar gelooft
op dit oogenblik niemand meer aan. Nu
spreekt men van April, met zekerheid is ech
ter niets te zeggen.
Het is moeilijk om één van de leidende,
pè'rsóonlijkheden"van hef'Duitsche front te'
spreken te krijgen.
Deze dagen zijn voor alle partijen heel be
langrijk, zóó belangrijk, dat men alle krach
ten dag en nacht móet inspannen. De
wsmuuT
10 RIJKSSTRAATWEG 16
HAARLEM-XOQRD TEL. 16726
Berekent thans nog voor een gehe,
met garantie Pijnloos trekken
Plaatje met 1 Kunsttand 3.
Iedere Tand meer f 1.75
Porcelein of Zilvervulling f 3.
Goudvulling vanaf f 9.
Goudkroon vanaf f15.
22 karaats goud
Pijnloos trekken van Tand of
Kies1.50
Mondonderzoek kosteloos
Spreekuren alle werkdagen
van 9-3 2 en van 1-4 uur.
Zaterdags van 912 uur
AVOND SPREEKUUR
Dinsdag, Wo?;isdag en Donderdag
Beslist pijnlooze behandeling
door Nederlandsch T3!l[l3rtS
(Adv. Ingez. Med.)
leiders van het Duitsche front eischen de
hoogste prestaties van hun manschappen.
Maar zij weten, dat zij er alleen aan
spraken op mogen maken wanneer zij ook
van zich zelf het uiterste verlangen. Vier,
vijf maal heb Ik getracht met één van de
verantwoordelijke personen in contact te ko
men maar dit mocht mij ondanks alle wel
willendheid van allen, die ik aansprak niet
gelukken. De tijd is nu te kostbaar. Heden
echter bereikte ik mijn doel.
Ik vroeg mijn zegsman om mij buiten alle
verkiezingsvragen om zoo kort en duidelijk
mogelijk het standpunt van het Duitsche
front, uiteen te zetten. Om te beginnen, ant
woordde hij mij, moet men duidelijk weten,
dat het Duitsche front niet geheel en al te
vereenzelvigen valt met de nationaal-socialis-
tische partij.
Ik kan niet ontkennen, dat de meesten
onzer in die richting denken en voelen, maar
dit is niet absoluut noodzakelijk. Bij ons
behoort elkeen, volkom-en afgescheiden van
iedere partij politieke voorliefde, die een on-
voorwaardelijken terugkeer van het Saarge
bied naar Duitschland wenscht. Ziedaar ons
geheele programma: Terug naar Duitschland
en zonder daaraan eenigerlei beperkende
conditie te verbinden.
Ik veroorloofde mij, mijn zegsman de vraag
te stellen welke zijn houding zou zijn indien
in Duitschland thans de communisten aan het
bewind waren. Deze vraag brengt ons geens
zins in verwarring.
Een van de vurigste strijders voor Duitsch
land. Hermann Röchling, de bekendste in
dustrieel van het Saargebied. heeft reeds
herhaaldelijk verklaard, dat hij even hard
zou werken voor den terugkeer naar Duitsch
land, wanneer daar op het oogenblik de
sovjets" de baas waren. Toen hij dat zeiae.
sprak hij uit ons aller naam, Wij willen
Duitscher zijn. welke politieke strooming
ook m ons aller vaderland den boventoon
moge voeren. Eigenlijk heeft politiek mei
dit alles niets te maken.
Het is voor ons een kwestie van hart en
bloed. Wanneer wij buiten het rijk moeten
leven voelen wij ons in onze beste faculteiten
aangetast en verminderd. Alleen als Rijks-
duitschers zijn wij volledige menschen en
kunnen we de volle maat van onze talenten
geven.
Zijt gij niet overtuigd, dat er onder uwe
tegenstanders menschen ziin, die zich ook
Duitscher noemen en die ook naar hun vader
land terug willen?
Zeker zijn er wel oprechte Duitsch-ge-
zinden onder de voorstanders van de status-
quo. Maar zij hebben zich op een kinder
achtige wijze laten misleiden. Ik voor mij be
grijp toch een dergelijke concessie der vader
landsliefde maar half.
Men is Duitscher of men is het niet. maar
het gaat niet aan om alleen Duitscher te zijn
onder bepaalde omstandigheden.
Het spreekt vanzelf, dat allen, die de na-
tionaal-socialistische ontwikkeling niet mee
kunnen doormaken, zich in een moeilijke pe
riode van hun leven bevinden. Ook in ons
Duitsche gront zijn menschen, die niet nat.-
socialistisch voelen. Dezen redeneeren al
dus:
Ik woon liever met mijn geestverwanten ir>
Duitschland in de verdrukking dan in een
oer-Duitsch land als de Saar onder vreemde
heerschappij.
Dit 'standpunt lijkt mij heel wat onbaat-
zuchtiger en dus heel wat nobeler, dan dat
van de voorstanders van den status quo, die
wel beweren dat ze o zoo Duitsch gezind zijn
maar er een Duitschlandje voor eigen ge
bruik op- 13a willen, houden.
Voor; het Duitsche front zijn al zulke onder
"scheidingen uit den booze.
Ik zou niet zoo dwaas zijn om te beweren,
dat de sociaal-democraten mijn bijzondere
hoogachting genieten, want dat zou u toch
niet van mij aannemen. Maar ik kan u toch
wel in alle oprechtheid verzekeren, dat een
Duitsch sociaal-democraat, die ik met hand
en tand bestrijdt, mij oneindig nader aan het
hart ligt, dan een Franschman. wiens- begin
selen met de mijne overeenstemmen.
Aan den vooravond van den dag dien ik
als den grootsten mijns levens beschouw,
verklaar ik u: Het zon mij bijzonder aange
naam zijn, als het buitenland mij hoorde en
begreep, dat het ons mannen van het Duit
sche front om oneindig hoogere dingen dan
de politiek te doen is. Wij strijden voor de
eenheid van het Duitsche volk en die gaat
ons boven het eigen leven!
Die werkelijk weet wat het vaderland in
een menschenbestaan beteekent, vraagt zich
niet af welke regeering daar nu toevalli"
aan het bewind is. Wij luisteren slechts naar
de stem des bloeds en mocht het ons in he*
nieuwe Duitschland tegenvallen, dan nog
zullen wij geen spijt hebben van onze uit
spraak op 13 Januari.
Wij zijn liever arm. en misschien onder
drukt in ons eigen lieve vaderland, dan vrij
en welvarend onder vreemden dwang".
Hiermede was dit korte onderhoud. dat
aan duideliikheid niets te wenschen over
laat. ten einde. Mijn zegsman werd wegge
roepen midden onder zijn maaltijd. Rust
kent men hier niet meer.
De Saarbrücker.sche kranten die voor het
Duitsche front zijn komen met extra num
mers uit. De ..Saarbrücker Zeitunc" van Za
terdag 12 Januari beslaat niet minder dan
64 bladzijden en bevat tal van foto's, histo
rische documenten en oproepen. Op de derde
bladzijde vinden wij in een vergroot fasci-
mile een brief van dr Hjalmar Schacht, den
voorzitter van de Rijksbank, die men op het
oogenblik voor den machtigsten man van
Duitschland houdt.
Deze bevestigt in een gelukkige formule
wat alle aangeslotenen bij het Duitsche front
u hier kunnen vertellen:
..IJet gaat. niet om materieele voordeelen. het
gaat slechts om de Duitsche ziel en om de
Duitsche eer". J. GRF°HOPF.
Noodlijdende R.-K. kerken.
Ruim vier millioen ongedekte
schuld.
Een saneeringsplan.
De Bisschopvan Haarlem, Mgr. J. D. J.
Aengenerit, heeft tot de geestelijkheid en de
geloovigen van zijn Bisdom een brief gericht,
waarin hij er de aandacht op vestigt, dat de
noodlijdende kerken in het Bisdom Haarlem
tezamen een ongedekte schuld hebben van
ruim 4 millioen gulden. De gezamenlijke
schuld is veel grooter, maar er is een o n g e-
dekte schuld van ruim 4 millioen gulden,
d.w.z.. een schuld, voor welke de kerken de
rente en de aflossing niet kunnen opbrengen.
Toegegeven wordt, dat men verschillende
nieuwe kerken en pastorieën op zuiniger wijze
had kunnen bouwen. Maar wat baat het, aldus
de Bisschop, de eenmaal begane vergissingen
en fouten te blijven laken? Feit is, dat achter
dien schijnbaren welstand buitengewoon hoo-
ge nood heerscht. die niet weinig vergroot
wordt door de crisis, waardoor de inkomsten
der kerken schrikbarend zijn gedaald.
Er dient voor zoover dat met vereende
krachten mogelijk is een weg gevonden te
worden, om aan de verplichtingen te voldoen.
Aan den noodtoestand moet een einde worden
gemaakt, anders zullen de noodlijdende ker
ken de een na de ander failliet gaan.
De Bisschop heeft daarom zijn goedkeuring
gehecht aan het volgende saneeringsplan.
Eenige parochiën zullen gered zijn, als zij
een matig subsidie van het Bisdom ontvangen.
Dat subsidie zal verleend worden.
Vervolgens zijn er arme parochiën, die ge
red zullen zijn, als haar renteverplichtingen
van 51/2 of 5 of 412 pCt. worden verlaagd
tot 4 pCt. Welnu: door de welwillende mede
werking van vele niet-noodlijdende kerkbe
sturen zijn verschillende parochiën reeds op
deze wijze geholpen.
Maar tenslotte zijn er tal van arme pa
rochiën, die in zulk een nood verkeeren, dat zij
ook op deze wijze niet zijn te redden.
De Commissie, die met instemming van den
Bisschop gevormd is door de natuurlijke ver
tegenwoordigers der crediteuren (n.l. de emit-
tanten der uitgegeven leeningen, die twee
hunner hebben aangewezen) en door een twee
tal priesters, aangewezen door den Bisschop,
heeft daarvoor een plan moeten aanbevelen,
dat voor de schuldeischers pijnlijk, maar on
vermijdelijk is.
Voor elk van de bedoelde parochiën heeft
de Commissie, na een consciëntieus onderzoek
van de draagkracht dier parochies, vastge
steld. wat na 'een zoo zuinig mogelijk beheer
kon worden beschikbaar gesteld voor de rente-
en aflossingsverplichtingen.
Deze voorstellen zullen voor de crediteuren
een aanmerkelijke schade beteekenen: immers
de bedoelde parochiën zullen slechts een deel
van haar renteverplichtingen, wisselend tus
schen 70 en 30 pCtkunnen betalen en dan
voor aflossing weinig of niets overhouden.
Dat een aanmerkelijk deel van deze credi
teuren bestaat uit edelmoedige menschen. die
niet ruim met aard'sche goederen bedeeld, hun
opgespaarde gelden in goed vertrouwen aan
de parochies hebben geleend en dat voor de
zen de geleden schade dus van bijzonder groo
te beteekenis en een droeve ontgoocheling is,
maakt èn voor den Bisschop èn voor de nood
lijdende besturen de genomen maatregelen
nog pijnlijker. Als er dan ook een andere uit
weg mogelijk was geweest, zou daaraan zeker
de voorkeur zijn gegeven. Slechts harde
noodzaak dwong de Commissie en de Kerkbe
sturen deze voorstellen te doen en dén Bisschop
ze goed te keuren.
Daarom vooral acht de Bisschop het een
ernstigen plicht te zorgen, zooveel dit in zijn
vermogen is, dat het deel der schuld, waarop
geen rente kan worden uitgekeerd, zoo spoe
dig mogelijk uit andere middelen wordt afge
lost.
Persoonlijk wil de Bisschop in het brengen
van offers voorgaan en uit de middelen, die
hem ten dienste staan jaarlijks zooveel afzon
deren, dat daardoor alleen reeds een niet on
belangrijk deel der benoodigde 200.000 zal
worden gedekt.
Verder rekent de Bisschop op het volgende:
le. De geestelijkheid in het Bisdom heeft
voor de eerstvolgende jaren een deel van haar
honorarium beschikbaar gesteld en daardoor
een hulp van ongeveer 30.000 aangeboden.
2e. Aan de besturen van kerken en stich
tingen. die niet noodlijdend zijn. is gevraagd,
jaarlijks uit hun overschot een bedrag naar
vermogen beschikbaar te stellen Aan dit ver
zoek is door vele besturen reeds gehoor gege
ven.
3e. Vóór twee jaren heeft de Bisschop op
nieuw georganiseerd het Liefdewerk der Arme
Parochiën van het Bisdom, met de bedoeling
van de diocesanen, die iets meer kunnen mis
sen, een jaarlijksche contributie van 4.
voor het steunfonds te vragen. Sinds die
reorganisatie is de steun, welke op deze wijze
wordt ontvangen, reeds stijgende: deze zal ge
makkelijk een zeer belangrijk bedrag bereiken,
indien aan den wenscli van den Bisschop
wordt voldaan, en in elke parochie door de
geestelijkheid en eenige ijvervolle leeken
ernstig gewerkt wordt, om vele leden aan te
werven en te behouden.
Tenslotte is de hoop gevestigd op de half-
jaarlijksche collecten voor de arme kerken,
aie door het geheele Diocees gehouden wor
den.
Deze collecten zijn de voornaamste grond
slag van het ondersteuningsplan, voor welk
plan de ongedekte schuld van ruim vier mil
lioen gulden in twintig jaar misschien wel
in een korter tijdsbestek zal verdwenen zijn.
Met een beroep op aller medewerking en edel
moedigheid eindigt de Bisschop zijn herder
lijk schrijven.
FEUILLETON
door
BERTA RUCK.
50)
„Waar is hij heen?" vroeg ik. „Naar Londen,
meneer." „En wanneer komt hij terug?" De
oude baas zei daarop, dat hij gehoord had dat
Sir Ralph zijn chauffeur te kennen had ge
geven, dat zijn diensten niet meer noodig
waren op Wellalone Court. U begrijpt mijn te
leurstelling!"
De heldere grijze oogen van den jongen man
(zoo sprekend de oogen van den zoogenaamden
Smith) waren op het gelaat van het kleine
vrouwtje gevestigd. Zij volgde met de grootste
belangstelling al zijn woorden. Haar medege
voel deed kapitein Rhos goed. Zijn e we:
wat minder strak, en zijn stem was wat ka
mer.
„Ik vroeg naar het adres van Smith
bleek mij toen, dat de oude man niets vreemc
aan Smith had opgemerkt. Je kon in lede- -e
val zien, dat hij nergens van af wis:. Hv
schreef het adres op, waar Smith had gezeg
dat hij altijd te vinden was.
Toen ik het las. zag ik. dat het het adres
van dien schelm van een Gould was, den vroe-
geren bottelier van mijn vader, die sedert hij
gepensionneerd is, in Londen woont. Mijn zus
ters konden vroeger altijd alles van hem ge
daan krijgen. Guelda had hem nu ook weer
weten over te halen, om haar bij dat dwaze
plan mee te helpen. Wat zegt u? Guelda? Ja,
dat is mijn jongste zuster. Ze is een schande
voor de familie; dat is ze. De zaak is echter,
waar kan ze nu zijn? De oude bottelier wist
niet, waar Sir Ralph was. Hij zei, dat hij hem
gisteravond thuis verwacht had, maar dat u
misschien wel iets wist v.an zijn plannen."
„Hij zou in zijn club gaan logeeren," ant
woordde Laetitïa. Ze was nog een en al verba
zing. Ze had nog niet ten volle beseft, dat deze
knappe jonge man de broer was van Smith,
en die Smith een meisje was geweest. Met den
grootsten ernst zei ze: „We zullen onmiddellijk
de club van mijn neef opbellen; heeft u al ge-
'uncht?"
.O. bat komt er niet op aan."
.Heeft u al geluncht, kapitein Rhos?"
„Neen, om u de waai'heid te zeggen, htm :l
mar niet aan toe kunnen komen v
"hond.
7? wa~ h "m. dat hij misschien
r.*t en had.
H .a«; ;ig Hij was dorstig
rw nq.T* 7.ü dp zorg voor hem or zich
\v war <~pr ■lie'1 na:
ui nam ze hem mee naar de eetkamer en
stuurde de kamenier, om een en ander voor
hem te halen.
„Breng gauw nog wat kip en sla en wat zalm
met mayonnaise en een schaaltje boter en de
ham en nog wat pudding en aardbeien met
room," zei ze, „maar eerst wat whisky, ijs en
een nieuwe syphon."
Hij moest zich maar zelf bedienen, zei ze
daarop tegen haar gast, terwijl zij dan onder
de hand Londen zou opbellen.
„Hè," zei hij, „terwijl hij zijn handschoenen
neerlegde, „u weet niet, hoe uw vriendelijkheid
mij goed doet."
Zij glimlachte.
Het was hem, alsof hij haar al jaren gekend
had, of zij al jarenlang vrienden waren ge
weest. Zijn bezorgdheid over Guelda nam met
de minuut af, sedert hij zich had kunnen uit
spreken tegen iemand, die haar kende.
Dat het hem leek, alsof hij Lady Day al al
tijd gekend had, was niet vreemd. Zij behoorde
tot een bepaald type, en kapitein Rhos was een
van die mannen, die niet een bepaalde vrouw,
maar een stuk of twee, die bepaalde typen be
wonderen. Zoodra ze hun type ook maar in
de verte zien, bij een diner of waar ook, gaan
ze er op af.
Nu hield kapitein Rhos niet van groote blon-
rte vrouwen, maar voor het type van Tut. de
Kleine donkere vrouw, had hij altijd alles
over gehad. Hij had aan boord dekstoelen en
limonade voor hen gehaald: zijn oogen liad hij
niet van hen af gehad. Hij had hen de hand
gekust bij het afscheid nemen. Nu ontmoette
hij hun type weer in Tut. Wat luisterde zij be
langstellend naar zijn ellende over zijn zuster!
Nooit had hij iemand ontmoet, die hem zoo
onweerstaanbaar aantrok. Hij vergat bijna de
complicaties, waaraan hij de ontmoeting met
die kleine snoes te danken had.
Zij sneed zelf een paar sneedjes brood voor
hem en reikte ze hem over op liet broodbord.
Opeens riep zij uit; „O, u heeft uw hand
bezeerd!"
„Och het heeft niets te beteekenen, ik heb
gisteravond alleen maar mijn vinger open ge
haald met iets van die akelige auto." zei hij en
keek even naar den middelvinger van zijn
linkerhand, die in verband zat. „Ik kon ge
lukkig bij een drogist een verbandje er omheen
krijgen."
Al vond hij, dat het wondje niets te betee
kenen had. voor Laetitia, die zoo bijgeloovig
was. had het veel te beteekenen.
Het suisde haar in de ooren: ..Een man met
een verband. Een man met een verbonden
hand."
Dit was dus de man, waarop de waarzegster
gedoeld had. Daar zat hij en zei, dat het niets
was
Daarop werden ze door de kamenier ge
stoord. Ze kwam hun vertellen dat zij met
Londen aangesloten waren.
Laetitia haastte zich naar de telefoon. Het
was Ralphs club. waarmee ze sprak. Ja, me
vrouw. Sir Ralph Wellalone was er dien nacht
geweest. Ze meenden, dat hij er nu ook weel
was. Zou zij even willen wachten? Dan zouden
ze hem roepen.
Even wachtte Laetitia.
Is u daar. mevrouw?.... Neen. Sir Ralph
was toch niet in de club. Hij was dien morgen
vroeg uitgegaan. Ze wisten niet. wanneer hij
terug dacht te komen. Ja. zijn koffer was op
zijn kamer. Ze meenden, dat hij plan had. dien
nacht nog in Londen te blijven. Ja. mevrouw,
zeker. De boodschap zou aan Sir Ralph gege
ven worden, zoodra hij op de club kwam.
Laetitia keerde naar de eetkamer terug en
deelde haar gast mede, wat zij vernomen had.
„Ralph zal opbellen, zoodra hij terug is.
maar ze weten niet, waar hij nu is. „Toé. be
dient u zich nog eens."
Kapitein Rhos bediende zich nog eens Hij
praatte ook ontzettend druk. Hij deed honderd
vragen betreffende Wellalone Court, den
eigenaar de bedienden en de verschillende
plichten van den chauffeur, waar zijn kamer
was. enz. enz. Laetitia beantwoordde al zijn
vragen. Zij raakten niet uitgepraat over" het
geval.
„Het is een geluk, dat onze oudste broer niet
in het land is. Australië! Hij kon nergens
beter zijn, nu dat familieschandaal han
gende is. Hij zou het heelemaal niet grappig
vinden, dat kan ik u verzekeren. Ik weet wer
kelijk niet, wat we met Guelda beginnen moe
ten. We kunnen het werk met ons allen nog
niet af. Dat is een feit. Toch is ze het liefste
kind. dat er bestaat
'Wordt vervolgd.)