Ioe Haarlem veranderd is. DONDERDAG 17 JANUARI '35 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Het zinken van de „Brion" voor den Raad voor de Scheepvaart behandeld. Scherp oordeel van den inspecteur-generaal. „Zorgeloosheid, onoplettendheid en gebrek aan doorzicht." AMSTERDAM, 16 Januari. De Raad voor de Scheepvaart heeft Woensdagmiddag onder leiding van prof. mr. B. M. Taverne een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de scheepsramp, overkomen aan met 760 bruto register ton metende ss. „Brion" van de Kon. Ned. Stoomboot Mij., welk schip op 21 Januari van het vorige jaar in het Pana makanaal is gezonken. Er was voor dit onder zoek veel belangstelling uit scheepvaart en scheepvaart-technische kringen. Allereerst werd gehoord de kapitein, de heer W. M. H. Rohling, die verklaarde dat op 2 Januari 1934 de „Brion" van Buenaven tura was vertrokken. De diepgang bedroeg vóór 38.9 dec.; achter 36.5; het schip lag dus 2 decimeter in den kop. Te Balbao was de loods aan boord gekomen. De reis had een gewoon verloop. De „Brion" was een rank schip, zooals ook andere schepen van dit type. Klachten over te groote rankheid heeft ge tuige nooit gehad. De lading was de grootste welke getuige ooit met de „Brion" had ver voerd. Het schip lag echter nog niet tot zijn merk. Te ongeveer half twee 's middags lag de „Brion" bij de laatste sluis van het kanaal, waar geschut moest worden. Des morgens te kwart over tien was order gegeven tot het laten oploopen van de voor- piektank. De voorzitter: Die voorpiektank speelt een belangrijke rol in deze zaak. Had u geen be zwaar tegen het laten oploopen van die tank?" Getuige: „Neen". De voorzitter: „Vast staat dat men 3 uur gepompt heeft; 'k geloof dat er te veel water gepompt is. Te een uur liep de tank al over!" Getuige deelde, verder mede dat de „Brion" plotseling scheef over bakboord ging. Men begreep de oorzaak niet; terwijl ge tuige er met officieren over praatte werd de slagzij steeds grooter, zoodat het noodig was maatregelen te nemen. De stuurman riep het volk bijeen, waarna getracht werd aan bakboordzijde de spuigaten dicht te maken en de lading gedeeltelijk verwerkt werd. Het schip helde zoo zwaar dat uit de machineka mer gewaarschuwd werd dat de toestand daar gevaarlijk was. Het schip is later tegen den wal gegleden gn daar een tijd blijven zitten. Getuige deelde verder mede, dat, toen de bemanning van boord is gegaan met behulp van in de nabijheid zijnde bootjes. Ook ge tuige is met een boot naar den wal gegaan om met den agent van de maatschappij te tele- foneeren. Een kwartier later zag men dat de „Brion" van den wal was afgeraakt en op een paar honderd meter daarvan verwijderd, weer nagenoeg recht lag. Wel lag de kop zeer diep. Getuige is toen met eenige opvarenden, o.w stuurman en machinist, eenige matrozen en een paar stokers, weer naar boord gegaan; waar bij onderzoek bleek, dat de vooronder- ruimen geheel waren volgeloopen. De pogin gen tot het dichten van de spuigaten waren niet gelukt. De machine bleek nog te wer ken. De pompen werden aangezet, waarna de „Brion" met langzaam werkende machine me' haar neus tegen den wal is gezet. Een kwar tier later zakte het schip, waarin het water met groote kracht naar binnen stroomde, weer geheel scheef. Korten tijd later is het geheel weggezonken. Getuige en de anderen die aan boord waren, hadden het schip nog zonder gevaar kunnen verlaten. De „Bidon' ligt thans nog op dezelfde plaats. De oorzaak van het gebeurde is getuige een raadsel. Een der leden van den Raad zeide dat het hem onbegrijpelijk voorkwam, dat in omstan digheden als de onderhavige een schip als de „Brion" in kalm weer is gezonken. Hij keurde het af dat niet- te voren maatregelen zijn ge nomen om bij een der gelijken diepgang de spuigaten te dichten. Nadat nog verschillende getuigen waren gehoord, was het woord aan den inspecteur generaal voor deze scheepvaart. Dese was van oordeel, dat een ongeluk als thans met de „Brion" is gebeurd, alleen kan plaats heb ben door zorgeloosheid, ohoplettendheid en gebrek aan doorzicht. De Raad zal later uitspraak doen. Wijziging in de steunregeling. Verschillende renten worden slechts voor 2/3 van den steun afgetrokken. De minister van sociale zaken heeft aan de besturen der onderscheiden gemeenten een circulaire gezonden van den volgenden in houd; Ingevolge artikel 7 van de steunregeling moeten inkomsten, zoowel van den betrokkene zelf als van de leden van diens gezin, welke niet uit arbeid zijn verkregen, behoudens en kele uitzonderingen, ten volle op het steun bedrag in mindering worden gebracht. Ik heb termen kunnen vinden hierin geringe wijzi ging te brengen en heb besloten te rekenen van de eerstvolgende steunuitkeering af, pensioenen, invaliaiteitsrente en ongevallen rente, welke door inwonende gezinsleden wor den genoten, voortaan slechts voor 2/3 van den steun te doen aftrekken. Ik moge u verzoeken hiermede bij de vol gende uitkeeringen rekening te doen hou den. Toen Woensdagmiddag een uit Duitschland komende vrachtauto ons land wilde binnen rijden, gaf de bestuurder geen gevolg aan de sommatie van den dienstdoenden ambtenaar. De commies sprong achterop de auto en loste eenige waarschuwingsschoten in de lucht. Daar de bestuurder in volle vaart door reed( schoot de ambtenaar hem in den rug Bij het tot stilstand komen van de auto poogde de bestuurder nog te ontvluchten. Hij viel echter neer. Met zware verwondingen werd hij opgenomen en naai* het R.K. zieken huis te Tegelen vervoerd. Het bleek te zijn de 28-jarige Smeets uit Belfeld. De auto evenals een partij margarine van 2000 K.G in beslag genomen. STAKING BIJ AMSTERDAMSCHE FIRMA. Door de samenwerkende bonden in de Kle dingindustrie is in overleg met het personeel van de firma P. van den Brul te Amsterdam tot staking besloten. De staking gaat om beta ling van het stukloon. De samenwerkende kleedermakersbonden eischen handhaving van het C.A.O. ook wat betreft het minimum stuk loon. Verkeerde wisselstand ver oorzaakt een ontsporing. Commies schoot smokkelaar in den rug. Omdat hij niet wilde stoppen. VOORZITTER VAN HET NATIONAAL CRISIS-COMITè GEHULDIGD. In de gisteren gehouden wekelijksche ver adering van het dagelijksche bestuur van het Nationaal Crisis-Comité had in tegenwoordig heid van Prinses Juliana een huldiging plaats van den voorzitter Jhr S. van Citters, in ver band met diens 70sten verjaardag. Bij monde van den onder-voorzitter werd hem in het bijzonder dank gebracht voor de aangename en krachtige leiding van de vergaderingen en voor de energieke wijze, waarop hij steeds was voorgegaan in den moeizamen arbeid door de crisisomstandigheden geschapen. Tenslotte werd Jhr. Van Citters aangeboden een oorkonde, onderteekend door Prinses Juliana, alsmede door alle leden en oud-leden van het dagelijksch bestuur. De beide oud-secretarissen Dr. J. E. baron De Vos van Steenwij k en Mr. P. A. L. van Ogtrop waren speciaal voor deze gelegenheid overgekomen. Burenruzie kwam tot uitbarsting. Twee schoten uit een jacht geweer gelost. Tegen verdachte een jaar gevangenisstraf gevorderd. Sneltrein had een half uur vertraging. Tengevolge van een verkeerden wissel stand had Woensdag een ontsporing plaats op het station van het Noord-Limburgsche plaatsje Oirlo-Casteray. Op het baanvak van de lijn Amsterdam—Maastricht, welke daar ter plaatse enkelspoor heeft, geraakte van een rangeerenden trein een met hooi bela den wagon uit de rails, waardoor het baan vak geheel versperd werd. Met al het be schikbare personeel, dat onmiddellijk gere- quireerd werd, nam men het opruimingswerk ter hand. Toen om 12 uur 45 de sneltrein uit Amsterdam naar Maastricht moest passee- ren was men met de opruimingswerkzaam heden nog niet gereed en moest deze stop pen. Eerst om 13 uur 15 toen men de wagon weer op het spoor had, kon de trein, die dus een half uur oponthoud had gehad, weer yertrekken met bestemming naar Maastricht. Voor de arr. rechtbank te Amsterdam stond Woensdag terecht de 29-jarige tuinier J. J. O. te Kortenhoef, verdacht van poging tot dood slag, subs, poging tot zware mishandeling. Hij zou op of omstreeks 11 September j.l. te Kortenhoef aldus de dagvaarding ter uitvoering van zijn voornemen om Johannes Tuin, Janna v. d. Velden en Johannes v. d. Velden, althans eenige of een van die perso nen opzettelijk van het leven te berooven twee schoten uit een met hagelpatronen geladen jachtgeweer op hen hebben afgevuurd. Het gold hier een burenruzie, die op noemden dag tot uitbarsting kwam; verdachte loste de schoten op een afstand van plm. 30 M., doch hij trof geen doel. Meer subsidiair was verd. bedreiging met doodslag ten laste gelegd. Verdachte gaf toe de beide schoten te heb ben gelost, doch hij had geen oogenblik de bedoeling gehad om te treffen. „Ik wilde ze alleen maar bang maken; ik kan aardig goed schieten en als ik had willen treffen zou dat wel gelukt zijn ook!" De los-werkman J. v. d. Velden vertelde, dat hij 's avonds omstreeks 10 uur op de fiets langs het huis van verdachte kwam. Deze hield hem aan en sloeg hem van de fiets. Getuige had zijn rijwiel laten liggen en was naar het huis van zijn zwager gegaan, die naast verd. woont om hulp te halen, teneinde zijn fiets op te halen. Toen de twee mannen get. en zijn zwager weer in de nabijheid van verd.'s huis kwamen riep deze: „Je hebt zeker een geweer hè?" M'n zwager had geen wapen bij zich aldus getuige en om dat te bewijzen hief hij zijn armen in de lucht Plotseling kraakte er een schot Pres.: Hoofde U de hagelkorrels fluiten? Getuige: Neen, we merkten er niets van, pas toen we weer bij de huisdeur waren viel het tweede schot. De hagelkorrels sloegen tegen den muur, vlak bij het raam waar get.'s zuster voor stond Pres.: Wat dacht U? Get.; Ik dacht dat ie me dood zou schieten. Mr. Roobol (tot get.) Hebt U vroeger verd. niet bedreigd? Getuige ontkende dit. De Officier van Justitie achtte de poging tot zware mishandeling bewezen. Het feit was z.i. te ernstig om een voorwaar delijke straf op te leggen, meent de Officier. Spr. requireerde een gevangenisstraf van één jaar. De verdediger concludeerde tot vrijspraak. Zeer subsidiair vroeg hij een voorwaardelijke veroordeeling. Overpeinzingen van een oud-Haarlemmer. Bloembollencultuur in Nederland. Propaganda voor „Flora 1935". Een lezer stelde ons een brief ter beschik king van een oud-stadgenoot, uit Las Palmas (Canarische eilanden) tot hem gericht. De schrijver, uerioorend tot een bekende Haariti.i- sche familie, geeft daarin na het zakelijk gedeelte een ontboezeming ten beste over oud-Haarlem zooals hij het gekend heeft. Hij vergelijkt het ook met het nieuwe. En deze over peinzingen van een verren oud-stadgenoot, die over een zeer goede pen beschikt, laten wij hier nu volgen: Haarlem is voor mij nog altijd de oude, stijf- deftige stad met een sfeer van Hildebrand in zich. Mijn jeugdherinneringen, van mijn mijn schooljaren, loopen terug tot van 1868 tot '78, waarna ik vertrok naar Amsterdam en twee jaar later naar Frankrijk om nooit weer metterwoon naar Nederland terug te keeren. Een paar malen ben ik met verlof eenige dagen terug geweest en het laatst in 1925. U kunt u voorstellen welke veranderingen mij toen troffen. Het was mij een genot eens in mijn eentje rond te dwalen door de straat jes en steegjes van mijn oude schoolstad, en de mij van ouds zoo scherp in het geheugen staande plekken te bezoeken, waar we knik kerden of kastie speelden. En moet ik het bekennen? die ronddwa lingen deden mij pijnlijk aan. Ik was reeds tot dien leeftijd gekomen waarop de jeugdherin neringen scherper en in lieflijker kleuren voor de oogen staan dan latere gebeurtenissen, en zoo moest ik op die wandelingen vele teleur stellingen ondervinden. Mijn eerste stappen leidden natuurlijk naar de Jacobijnestraat! Waar was de school van meester Knoop bijgenaamd „de Neus" en diens zwager Prinsen Geerligs, „Beelderige Piet", zooals de jonge dames hem gedoopt hadden?Een vergaderlokaal van een of andere volksvereeniging, naar het opschrift te oordeelen. Ook de H.B.S was verdwenen en de eens zoo goed onderhouden tuin op het Prin senhof zag er jammerlijk verwaarloosd uit. De Koningstraat door: waar was dat snoep winkeltje van de juffers Misset? Verdwenen natuurlijk, met de goede zielen die zulke heer lijke wit en rood gestreepte balletjes, „japan- neessies" verkochten en steeds milde critiek op het weer ten beste gaven: Was het snikkend heet met een gloeiende zonneschijn, dan heette het; Wat een weer, maar regende het dat het goot en blies de wind dat geen para- pluie er tegen bestand was, dan luidde het stereotyp: Wat een weertje! Weg, weg was dat alles en hoe onnoozel en flauw het ook moge klinken, ik was teleurge steld en bij elke nieuwe ontdekking, dat een door een halo van door den afstand der tijden verzachte herinnering te pletter geslagen werd door een bittere werkelijkheid, in al haar wreede nuchterheid, bekroop mij een onbe hagelijk gevoel: dit was niet mijn oude Haar lem waar het gras nog in sommige straten tusschen de keien opsprong, en de graswieders nog van huis tot huis gingen om wat te ver dienen met het opruimen van die misplaatste plantengroei. In den Hout waren de rulle rij wegen nu gemac'adamiseerd en gierden daar 's avonds risten dolle fietsers, als vuurkevers verlicht, onder luidruchtig belgeklingel, terwijl auto's de baspartij vervulden met claxohgebrul. Alles genoeg om alle koekoeken en nachtuilen die er vroeger huisden voor goed uit die stre ken te verdrijven naar den duinkant. Maar daar was ook door de Mensch huisgehouden en de eens zoo angstvallig afgesloten Aerdenhout-, Bentveld en andere in onze jongensoogen ge heiligde plaatsen waren ontheiligd en in villa parken herschapen. Waar eens het waarschu wende: „Hier staan voetangels en klemmen!" ons jongens de schrik om het hart joeg prijk ten nu reclameborden voor zeep en auto banden Ja. Haarlem was zeer vooruitgegaan. Ik her inner mij nog mijn trots dat ik toegelaten was bij de eerste proefritten van het paardentram- metje dat in 1876, meen ik, ingesteld werd. En nu? Trams overal en de eerwaardige Groote Houtstraat was juist voorzien van asphalt- plaveisel, waarop de geheele bevolking dien avond met de ingeboren plechtige gewichtig doenerij over de geheele breedte der straat rondkuierde. Ja, veel was veranderd, maar hoeveel was barbaarsch verwoest dat in het oude kader van de uit vorige eeuwen nog afkomstige schep pingen en gezichtpunten paste. Hoe jammer lijk was veel van het schilderachtige langs het Spaame verdwenen. En de karakteristiek Hol- landsche ophaal bruggen aan het zuideinde en aan de Hooimarkt met de uniek mooie snuifmolen. Zijn deze nog bewaard gebleven? Ik heb altijd een warm plaatsje in mijn hart voor dat Spaarne behouden. Wij woonden er trouwens in de 70'er jaren in een huis met een trapjesgevel bij de Turfmarkt en een gevelsteen „In de 3 Roggenbroden Ao. 1632" Te vergeefs heb ik naar dien steen uitgekeken bij mijn laatste bezoek. Evenals andere gevel- steenen zeker naar museums verhuisd. Zeer verdienstelijk om ze voor verwoesting te be waren, maar hoe kaal zien die gevels er nu uit! En dat typisch Hollandsche water, het Spaarne met zijn even typische Hollandsche schepen: het prachtige Beurtschip op Zwolle, dat geregeld bij de Melkbrug aan den overkant lag. een modelschip, volgens een plaat aan de campagne in 1827 gebouwd, dus overblijfsel reeds in die dagen van een vroeger tijdperk. Tevergeefs zocht ik nog andere vaartuigen uit de dagen van zeil. Alles was vervangen door onoogelijke mismaakte mo dellen van motorschuiten, evenals de auto karren de jolige boerensjezen verdreven had den. Leve de vooruitgang, maar met een droevig hart luisterde ik nog een laatste maal naai de damiaatjes: die tenminste waren nog on gerept geblevenIk keerde naar Amster dam terug en den volgenden dag staarde ik nog van het dek van de Gelria, bij de vaart door het Noordzeekanaal, door de wazige at mosfeer over het sluimerende vlakke land naar een visioen van de Groote Kerkhet on veranderlijke landmerk van mijn oude en ge liefde Haarlem. In een der zalen van de Industrieele Club te Amsterdam had Woensdagavond een le zing plaats, die de eerste is van een groote serie voordrachtavonden, die in verband staan met de propaganda voor de Neder- landsche bloembollencultuur, naar aanlei ding van de Internationale Bloemententoon stelling ..Flora" te Heemstede 1935. Ongeveer 30 van deze voordrachten zullen in alle dee- len van ons land worden gehouden. Als eerste spreker trad op de heer J C. Westermann. die een korte historische inlei ding gaf over het begin der bloembollencul tuur in ons land. Op de schilderijen der mid deleeuwen komt nergens de afbeelding van een tulp voor. Deze in het wild in Perzië en Klein-Azië voorkomende plant werd om streeks 1560 door den keizerlijken gezant van Ferdinand II naar Weenen gebracht. Van daar uit maakt de tulp zijn zegetocht naar West-Europa. Vanuit de tuinen der Fuggers in Augsburg komt de tulp naar Leiden waar ze spoedig ook in de tuintjes van de gewone burgers verscheen. In dienzelfden tijd was ook aan het Fransche Hof de smaak voor tulpen ontwaakt en voor goede prijzen wer den de tulpen naar Frankrijk vèrkocht. Dit leidde tot den dwazen tulpenhandel. In de 18e eeuw kwam de hyacinth er bij en een ieder weet welke trap de bollenkweekerij thans in ons land bereikt heeft. Na deze rede vertoonde de heer Blok een serie in natuurlijke kleuren opgenomen lan taarnplaatjes van het bloembollenbedrijf vroeger en thans Een halve eeuw geleden. Uit Haarlem's Dagblad van 1885. Steeds weer uitloting van Paleisloten. Nieuwe behandeling voor het Amsterdamsche Hof. Voor de civiele Kamer van het Gerechts hof te Amsterdam, is gepleit in het geding tusschen de N.V. Paleis voor Volksvlijt en een der obligatiehouders, de heer M. H. de Castro. Laatstgenoemde had destijds een ac tie ingesteld waarbij hij voortzetting van de uitlotingen vorderde. De uitlotingen waren sedert 1911 geschorst. De zaak is in eerste instantie door de rechtbank behande'd; in hooger beroep voor het Hof werd de Castro niet ontvankelijk verklaard in zijn vordering. Na cassatie heeft de Hooge Raad deze uitspraak vernie tigd en de zaak teruggewezen naar het Hof te Amsterdam. Beide partijen handhaafden hun meening. aan de zijde van het Paleis hierop neerko mende. dat het recht om trekking te vorde ren niet berust bij één aandeelhouder. Het Gerechtshof zal op 27 Februari arrest wijzen. Wettelijke regeling bedrijfs- kinderbijslag. Commissie van Advies benoemd. De voorzitter van den Hoogen Raad van Ar beid heeft benoemd tot voorzitter en leden van de commissie, welke aan den raad praeadvies zal uitbrengen omtrent het voorontwerp inzake wettelijke regeling bedrijfskinderbijslag: tot lid en voorzitter prof. mr. C. P. M. Romme en tot leden de heeren S. de la Bella Jr. (N.V.V.), H. B. Berghuys (N.V.C.), prof. dr. H. W. C. Bor- dewijk, B. van Eesteren (Chr. Werkgevers Ver.), mr. A. M. Engels, J. Gemen (R.K.W.V.) prof. mr. P. S. Gerbrandy, mr. A. Haex (Ver. behartiging belangen Limb, mijnindustrie, mr. J. A. G. M. van Hellenberg Hubar (Ned. R.K. Middenstandsbond), mr. F. B. M. Janssens (Alg. R.K. Werkg. Ver.). F. van Meurs (N.V.V.), A. van der Meys (R.K.W.V.), H. van der Putt, mr. dr. A. L. Scholtens, mr. B. C. Slotemaker (Verb. Ned. Werkgevers), mr. B. J. M. van Spaendonck (Alg. RK. Werkgevers Ver.), A. Stapelkamp (C.N.V.), dr. J. van den Tempel en prof. mr. F. de Vries. ADELLIJK HUWELIJK. Prinses Juliana aanwezig. Woensdag heeft in de Ned. Herv. kerk te Ellecom de huwelijksplechtigheid plaats ge had van Jhr. W. G van der Wijck en L. G. J. L. baronesse van Heeckeren van Keil. De huwelijksinzegening had plaats door ds. van Schothorst. De plechtigheid in de kerk werd bijgewoond door Prinses Juliana, die per auto uit Den Haag was gekomen. Na den dienst is de Prinses naar Rhederoord gegaan waar de ouders van de bruid wonen. Auto's waren te goed afgedekt CHAUFFEUR VOND HET NIET DE MOEITE WAARD TE STOPPEN. Toen de heer Ottens Woensdagavond met zijn vrouw op een groentewagen vanuit Ha ren naar Groningen reed, werd hij door een uit de richting Groningen komende perso nenauto aangereden. De vrouw van den heer Ottens viel van den wagen en werd zoodanig gewond, dat overbrenging naar het zieken huis te Groningen noodzakelijk bleek. De be stuurder van de auto die de aanrijding ver oorzaakt had bekommerde zich niets om het geval en reed door. Het nummer van de auto kon echter nog door iemand opgenomen wor den. De groentewagen werd beschadigd, de heer O. zelf bekwam geen letsel. Van een en ander werd aan de politie te Haren en Gro ningen kennis gegeven die trachten zal den bestuurder yan de auto- op te sporen. Garage en kantoor uitgebrand. Woensdagavond is brand uitgebroken in de garage van den brandstoffenhandelaar Johann Speckmann aan de Westzijde te Zaandam, tegenover het Blauwe pad. Men vermoedt, dat het vuur is ontstaan door het in brand raken van één der beide vracht auto's. welke om zes uur was teruggekomen uit Wormer. Volgens de gewoonte had men de nog warme atuo met kleeden afgedekt, er mede om het afkoelen tegen te gaan, daar onder twee lampen, welke speciaal voor dat doel werden gebruikt, geplaatst. De heer S. neemt dezen maatregel om de auto's des morgens weer dadelijk te kunnen gebruiken Toen de brand uitbrak, was er niemand in de garage aanwezig, Het vuur had zich zoo snel verbreid, dat aan behoud van de garage niet meer viel te denken. De vlammen sloegen over naar het aangrenzende kantoor, dat mede door het vuur vernield werd. De woning kreeg belang rijke waterschade, De heer S. was verzekerd, DAK INGESTORT. In de oude stad te Nijmegen is aan de Vin- kengas het dak van een oud pand plotseling naar beneden gekomen. Het pand. dat beneden ingericht was als pakhuis en waarvan de beide bovenverdiepingen als woonhuis dienden, was tijdelijk onbewoond. Het dak is geheel in ge stort. Alles kwam terecht op de eerste verdie ping, welke in een ruïne herschapen werd. Door den directeur van bouw- en wonin;_ toezicht werden onmiddellijk de noodige maat regelen genomen om verdere instorting te voorkomen. Het bovengedeelte van het huis werd daartoe afgebroken. Bij de instorting werd niemand gewond. 17 Januari: Door de hoofdbesturen der Nederland- sche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid en der Vereeniging ter be vordering van Fabrieks- en Handwerks- nijverheid in Nederland is het volgende antwoord van den Minister van Water staat op hun adres ontvangen: ..Met belangstelling heb ik kennis genomen van uw adres, waarin door U gevraagd wordt dat de organisatie der Nedcrl. afd op de internationale ten toonstelling te Antwerpen, onder leiding en steun der regeering plaats hebbe. De commissaris-generaal van de Nederl. Reg. bij die tentoonstelling heeft de gewichtige taak te vervullen van op te treden ais beschermer van de belan gen der Nederlandsche nijverheid. Ter vervulling van die moeilijke taak zal het hem voorzeker niet ontbreken aan de huto die de Regeering bij machte is te geven. Aan de aanwijzing der jury-leden zal de Regeering. als haar daartoe de ge legenheid wordt geboden, zich niet onttrekken Dat het intusschen thans hoofdzakelijk aankomt op het zelf vertrouwen en den nationalen zin der Nederlandsche industricelen. zal. ver trouw ik, door U met mij worden erkend." Door onze lens gesnapt. Mgr. J. D. J. AENGENENT, Bisschop van Haarlem. In de laatste dagen van Juni 1928 benoemde de Paus als opvolger van Mgr. Callier tot bis schop van Haarlem Prof. Joannes Dominicus Josephus Aengenent, toen Professor aan het Seminarium te Warmond. De tegenwoordige Bischop werd 14 Maart 1873 te Rotterdam geboren, genoot zijn oplei ding aan het Seminarie Hageveld itoen m Voorhout gevestigd) en in Warmond en werd 3 April 1897 tot priester gewijd en benoemd tot kapelaan te Roelofarendsveen. Spoedig zou hij echter een ander terrein van werkzaamheid krijgen: in 1898 werd hij professor aan het Klein-Seminarium Hage veld te Voorhout en in 1904 volgde zijn benoe ming tot hoogleeraar in de wijsbegeerte en sociologie aan het Groot-Seminarie te War mond. De benoeming van Prof. Aengenent tot Bisschop van Haarlem wekte indertijd in Ka tholieke kringen algemeen voldoening, niet alleen omdat hij een hoogstaand geestelijke was, maar ook omdat hij steeds zijn gaven had gebruikt voor de bestudeering der sociale vraagstukken, ten einde een oplossing in Christelijken zin te helpen zoeken voor de maatschappelijke moeilijkheden. Niet alleen door geschriften, maar ook door het gesproken woord nam Mgr. Aengenent, toen hij nog professor was, levendig deel aan de sociale beweging, ten eerste als geestelijk adviseur van de Katholieke Sociale Actie in Nederland, en later ais lid van den Hoogen Raad van Arbeid. Toen Mgr. Aengenent in 1933 zijn eerste lustrum als bisschop vierde bleek hem ondub belzinnig. hoezeer zijn werken en streven wordt gewaardigd. HOOFDBESTUURSVERGADERING VAN DE HANZE IN HET BISDOM HAARLEM. Dezer dagen kwam het hoofdbestuur van de Hanze in het Bisdom Haarlem voor de eerste maal in het nieuwe jaar bijeen. De voorzitter, de heer Stumpel, opende met een terugblik op 1934 en hoopte, dat met meer succes en resultaat in 1935 zou kunnen worden gewerkt. Bij de diverse ingekomen stukken was o.m. een schrijven betreffende actie tegen het euvel van personeelscoöperaties. Na bespre king werd besloten den Ned. R.-K. Midden standsbond te verzoeken zich, in onderling overleg met de andere middenstandsbonden, tot de Regeering te wenden om aan de grie vende bevoorrechting van een bepaalde per- soneelcoöperatie een einde te maken. Vervolgens werd o.m. een schrijven behan deld. waarvan de strekking is, dat bevorderd wordt de totstandkoming van een wet, die het mogelijk maakt, dat een fabrikant van merkartikelen, behalve het merk, verpakking enz., ook den prijs deponeert. Ook aan dit verzoek zal worden voldaan: door er bij de N.R.-K. M. op aan te dringenl stappen in een richting als bovenomschre«. ven te willen doen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5