Nadenken en oplossen.
RADIO
SITTERSekSKAR
ZATERDAG 19 JANUARI 1935
HAARUEM'S DAGBLAD
5
T weede vergadering van
obligatiehouders.
Opschorting der aflossing van E. N. E. T.-
obligaties verworpen.
Dc andere voorstellen aangenomen.
De directie der N. Z. H. T. M. daartoe ge
machtigd door den president der Rechtbank
te Haarlepi. had Vrijdagmiddag de houders
van schuldbrieven van genoemde Maatschappij
opgeroepen voor een tweede vergadering in
café-restaurant Brinkmann, ter behandeling
van het voorstel tot directe opschorting (tot
ultimo December 1939) van de verplichting tot
aflossing der 41/2 pet. schuldbrieven der
Leening 1909. met bepaling dat de looptijd der
leening wordt verlengd met het aantal jaren,
dat de verplichting tot aflossing is opge
schort.
Gelijktijdig werden met gelijk doel vergade
ringen gehouden der 2e N. H. T. M. en de
E. N. E. T.
Op de eerste vergadering werd alleen be
raadslaagd maar konden geen besluiten wor
den genomen, omdat het vereischte aantal
obligaties niet vertegenwoordigd was.
Op deze tweede vergadering, die weer onder
leiding stond van Mr. M. Slingenberg, lid van
Ged. Staten, daartoe als neutraal persoon door
den President der Rechtbank aangewezen,
werden besluiten genomen.
Maar eerst werd nog uitvoerig gedebatteerd
over de belangen der obligatiehouders van de
E. N. E. T.
De heer Kan, vertegenwoordigend 155 obli
gatiehouders der E. N. E. T.. zeide dat tus-
schentijds nog overleg is gepleegd met de
directie, maar dat men niet verder gekomen
was. De obligatiehouders der E. N. E. T., aldus
zeide spr. o.m., blijven van meening, dat zij
van de E. S. M. een goeden waarborg hebben
gekregen voor rente en aflossing. Al is de
Ëiectr. Spoorweg Mij. overgegaan aan de N. Z.
H. T. M., dan is daardoor in wezen aan de waar
borg niets veranderd. En als men nu zegt: van
de N. Z. H. T. M. is niets meer te halen, dan
wil spr. daartegenover stellen, dat de E. S. M.
haar geheele credit maar niet ter beschikking
van de N. Z. H. T. M. had moeten stellen,
maar het bij een goede bankinstelling had
moeten deponeeren.
Mr. Deen ik vestigde er ter bestrijdini
van den heer Kan o.m. de aandacht op, dat
de verbintenis tusschen de E. S. M. en de E. N.
E. T. slechts tijdelijk en opzegbaar was. Er is
indertijd in 1916 inderdaad bepaald, dat
de E. S. M. jaarlijks f 60.000 zou betalen aan
de E. N. E. T. „tot het einde der concessie".
Deze uitdrukking moet er in zijn gekomen
door een slordigheid of een vergissing, waar
door de opstellers „het einde der overeen
komst" verward hebben met „het einde dei-
concessie".
De heer Burgersdijk betoogde ook, dat
het hier een vergissing moet betreffen.
De heer Al te na zeide, dat de E. S. M. nu
eenmaal gegarandeerd heeft „tot het einde
der concessie". Spr. kon zijn stem onmogelijk
zoo maar aan het voorstel geven. De toelich
ting is veel te sober geweest. Er zou een com
missie moeten worden benoemd, die voor de
obligatiehouders geregeld toezicht zou houden.
De heer Kan wees er op, dat als 't ware
achter de coulissen staat de Hollandsche
Spoor. Spr. zou de N, Z. H. tegemoet willen
komen, doch dan zouden deugdelijke waarbor
gen moeten worden gegeven voor aflossing en
rente. De aflossing zou dan misschien eenigen
tijd kunnen worden opgeschort.
De heer Burgersdijk bestreed, dat door
de overeenkomst tusschen E. N. E. T. en N. Z.
H. de obligatiehouders der E. N. E. T. in een
ongunstiger positie zouden zijn gekomen. Was
dit zoo geweest, bij den overgang van het eene
contract op het andere, waarom is de heer
Kan toen niet dadelijk er tegen op gekomen?
Intusschen verklaarde spr. dat de directie,
bij aanneming der thans gedane voorstellen,
bereid is haar medewerking te verleenen voor
een onderzoek om uit te maken, of de opvat
ting van den heer Kan, dat de obligatiehouders
der E. N. E. T. een bevoorrechte positie heb
ben, de juiste is. öf de opvatting der directie.
De directie zal zich bij de te vallen beslissing
neerleggen en er rekening mede houden.
De heer Kan zou er vrede mede hebben dat
een arbiter de geheele zaak uitmaakt, maar
dan moet ook van te voren vaststaan, dat de
Holl. Spoor de geheele consequentie aan
vaardt. De Holl. Spoor heeft pl.m. f 650.000
dividend van de E. S. M. geïncasseerd en
moet nu ook de aansprakelijkheid willen aan
vaarden.
Deheer Al te na: de debitrice is de Holl.
Spoor.
De heer Burgersdijk protesteerde tegen
wat er over de Holl. Spoor was gezegd. De
Holl. Spoor heeft zich juist groote offers ge
troost voor de combinatie. Zij heeft millioenen
in de zaak gestoken en daar zeer geringe voor
deden voor gehad. En zij is nu de eerste ge
weest, die gezegd heeft: voldoe die schuld
voorloopig maar niet. We schorten het op.
De heer Altena bleef aandringen op een
zekere controle. Hij wil meer inzicht in het
doen en laten der Maatschappij. Een groote
debitrice mag niet zeggen: geloof mij nu
maar
Deheer Burgersdijk zeide nog, dat de
Holl. Spoor zeker geen bevoorrechte positie
der obligatiehouders van de E. N. E. T. zal
erkennen.
Naar aanleiding van een vraag van den
heer Van Nes inzake de uitlotingen, ver
klaarde de heer Burgersdijk, dat, indien een
der drie Maatschappijen door obligatiehouders
mocht worden gedwongen, tot uitloting over te
gaan, er om geen bepaalde groep in een
bevoorrechte positie te brengen geen ge
bruik zal worden gemaakt van een eventueel
door obligatiehouders der andere Maatschap
pijen gegeven vergunning tot stopzetting der
uitloting.
Het gevolg daarvan zal zijn, dat de N. Z. T.
T. M. gedwongen zal worden, reeds in zeer
nabije toekomst de volledige rentebetaling
stop te zetten en obligatiehouders tot een
nieuwe vergadering op te roepen ter be
slissing over nieuwe voorstellen van verdere
strekking dan de thans aanhangige.
Het kwam spr. voor, dat het niet in het be
lang van obligatiehouders, als algemeene
groep beschouwd, moet worden geacht door
een voortzetting der uitloting, waardoor enkele
obligatiehouders zullen worden bevoordeeld, de
financieele positie der Maatschappij op dit
oogenblik te verzwakken.
De heer De Ma res Oyens zou kunnen in
stemmen met uitstel der uitlotingen voor 5
desnoods voor 2 jaar mits men de garantie
zou krijgen van de Holl. Spoor, dat de rente 5
(3) jaar zal worcftn betaald en dat een nader
onderzoek zal plaats hebben.
De heer Burgersdijk antwoordde, dat
een dergelijke garantie van de Holl. Spoor niet-
te verwachten is.
Tenslotte werd gestemd.
De voorstellen der directie inzake de E. N
E. T. werden verworpen met 166 tegen
stemmen.
De voorstellen betreffende de Tweede Noord
•Holl. Tram Mij. en de N. Z. H. T. M. werden
met algemeene stemmen aangenomen.
Lager levenspeil en onderkruiperij besproken.
In den Protestantenbond is de toestand en
de toekomst in het bouwbedrijf besproken
door de vergadering die uitging van de Lan
delijke federatie van bouwvakarbeiders, het
Neutraal verbond van werknemers in het
bouwbedrijf en de Neutrale timmerlieden-
vereeniging „Eensgezindheid".
De voorzitter de heer C. Rose zei dat de ver
gadering was uitgeschreven naar aanleiding
van een motie die in een vergadering van
Eensgezindheid is aangenomen en waarin
wordt gezegd dat de arbeiders in het bouwbe
drijf geen verslechtering meer kunnen aan
vaarden. Spr. zei, dat de toestand in Haarlem
verbeterd zou kunnen worden indien wijken
als bij de Burgwal, de Wïtstraat e.a. opge
ruimd werden om plaats te maken voor ar
beidershuizen met tuinen.
Als eerste sprak de heer D. de Jager
namens het neutrale verbond van bouwvak
arbeiders, die in het algemeen den slechten
toestand der arbeiders schetste. Volgens hem
was er geen sprake van een opleving, want
de crisis duurt overal voort. Het is een mis
leiding. ook van de vakbonden, te spreken van
tijdelijkheid der ellende.
Dr. H. Colijn heeft gezegd: „Wij leven niet
meer in de crisis in het stelsel, maar in de
crisis van het stelsel." Het is gezegd, zonder
dat er verder veel aandacht aan is besteed.
Daarbij komt dat de monopolistische positie
van Europa's industrie verdwenen is.
Als men geen uitkomst meer ziet, wordt
weer loonsverlaging toegepast. Want de over
heid wil de ellende altijd verhalen op de
massa. „Wij zijn verwend", zei de heer De
Jager, „doordat wij vroeger de loonsverhoo-
:ingen met betrekkelijk geringe moeite ver
kregen. Den feilen strijd hebben alleen de
ouderen gekend. Daarom is het voor de thans
levende arbeiders zoo moeilijk tegen de zich
nu weer verzettende bezittende klasse opge
wassen te zijn. Eensgezindheid is een voor
waarde, ofschoon het eenheidsfront, evenals
één enkele organisatie, wel een illusie zal
blijven. De arbeiders hebben nog nooit van
de bezittende klasse, uit „menschelijk ge
voel" iets gekregen. Immers kan men de ka
pitaal sopza mei in g door aandeelenbezit geen
.menschelijk gevoel" noemen, Als men hier
van doordrongen is, weet men ook wat den
arbeiders te doen staat!"
Namens de landelijke federatie van bouw
vakarbeiders sprak de heer Van Pommel, die
ook meende dat aan de crisis in dit stelsel
nooit een einde zal komen. De verhoudingen
in de kapitalistische maatschappij leiden er
toe dat zij, die uit nood vergeten hebben in
komsten op te geven terwijl zij steun ontvin-
en van Maatschappelijk Hulpbetoon, voor
maanden de gevangenis ingaan. Evenals zij
die op vergaderingen in hun redevoeringen
door extase hun boekje te buiten gingen.
De bouwvakarbeiders hebben den laatsten
tijd veel geleden onder de regeeringsmaatre-
gelen, zij waren „het mikpunt der Neder-
landsche regeering", zooals de spreker het
noemde. Het werd in de loonen gevoeld, in
den steun, overal.
Behalve de goedwillende arbeiders in het
bouwbedrijf zijn er ook anderen, die niet me
dehelpen de slagen af te wenden. De goed-
willenden worden in tegendeel op allerlei wij
zen gedwarsboomd, want de goedwillenden
wenschen de voortdurende verlagingen niet
te aanvaarden.
Loonsverlaging der bouwvakarbeiders zal
nooit huurverlaging voor de arbeiderswonin
gen kunnen beteekenen, zooals de regeering
dacht. De arbeiders zouden (om f 1 huurver-
jing per week te bereiken) tot 80 pet. min
der loon moeten ontvangen.
Handhaving der in de contracten vastge
legde loonen is schier onmogelijk, doordat de
arbeiders zich er zelf niet aan houden en te
gen lager loon arbeid verrichten. Niet alleen
in Haarlem is dat het geval, in het geheele
land. Als de arbeiders zich zelf niet aan de
contracten houden, hebben de beste arbeids
voorwaarden geen beteekenis!
De heer Van Bommel begreep niet dat er
tusschen de organisaties in Haarlem geen sa
menwerking zou kunnen bestaan om het euvel
der onderkruiperij te bestrijden.
In andere plaatsen (Den Haag b.v.) was 't
wel mogelijk.
Hij riep de arbeiders op eensgezind te zijn
en de „duizendpooten" (onderkruipers) te be
strijden.
Daarna was er gelegenheid van gedachten
te wisselen.
VOORUITBETALING
KRUISWEG 60 Ta.16659
(Adv. Ingez. Med.)
OPVOERING VAN „DE GROOTE KANS"
DOOR DE VEREENIGDE HAAGSCHE
SPELERS.
Het tooneelgezelschap der Vereenigde
Haagsche Spelers, onder artistieke leiding van
Pierre Balledux, zal op Maandag 18 Febr.
a.s. in den Stadsschouwburg te Haarlem een
opvoering geven van „De Groote Kans", een
blijspel in drie bedrijven van Alfred Möller
en Hans Lorenz, in de vertaling van Pierre
Balledux.
„De Groote Kans" brengt de geschiedenis
van een jongen monteur die den brandstof -
loozen motor heeft uitgevonden, doch door
zijn gebrek aan relaties er niet in slaagt zich
toegang te verschaffen tot de groot-in-
dustrieelen om de volmaaktheid zijner vin
ding aan te toonen. Eindelijk wordt zijn uit
houdingsvermogen beloond. Door een door
de schrijvers alleraardigst ge construeerden
samenloop van omstandigheden wordt hij in
de gelegenheid gesteld zijn uitvinding te de-
monstreeren aan den bedrijfsingenieur van
een rijken fabrikant, die enthousiast is over
wat hij zag en daarvan verslag doet aan zijn
patroon in tegenwoordigheid van verschik»,
lende andere magnaten wier belangstelling
evenzeer wordt gewekt. De jonge uitvinder
constateert met genoegen dat tusschen de be
vriende industrieelen een strijd ontstaat om
zich van deze uitvinding meester te maken;
hij weet daarvan tevens te profiteeren en
slaagt op buitengewone wijze, dank zij zijn
herleefd zelfvertrouwen.
Het stuk heeft een geestige dialoog en
wordt uiterst vlot gespeeld; dit is het una
niem oordeel van de pers. Bijzondere ver
melding verdienen de prachtige décors van
het tweede bedrijf.
Met prijzen van 7i,
2i en vijf van 1 gulden.
1. Opnieuw.
2. Stad in N. O.-Italië (kwikmijnen)
3. Bekende maatschappij voor zeeverzeke
ring en zeevaart.
4. Een der Groote Antillen (W.-Indië).
5. Gemeente in Limburg (soms ook wel met
6 letters geschreven).
6. Onbezet.
7. Hartstochtelijke ingenomenheid.
8. Onderdeel der gemeente Lienden (Be
tuwe).
9. Rivier in Zuid-Amerika (zonder „Rio").
10. Planeet.
11. Zeer groot.
12. Dun opgerold wafeltje.
13. Laat ik u eiken Zaterdag doen.
14. Hoofdstad van Frankrijk.
Bij juiste invulling geeft de buitenste rij te
lezen een dorp in het zuiden van Nederland,
dat den naam draagt van een der leden van
ons Koninklijk Huis.
Op de binnenste rij komt te lezen een be
grip dat elkeen „door de lucht" kan opvan
gen.
Het oplossen van deze puzzle lijkt op het
eerste gezicht moeilijker dan het in werke
lijkheid wel is. Een goede aanwijzing zijn de
letters, die bij het invullen gebruikt moeten
worden!
Iedere abonné kan
slechts één oplossing
inzenden. Het hierbij
afgedrukte „identiteits
plaatje" P 10 Puzzle
no. 10) moet aan de
oplossing worden ge
hecht of er op geplakt
worden. Niet op de en
veloppe van inzending,
maar op de oplossing
zelf.
Als hoofdprijs stellen
wij wederom beschik
baar een bedrag van ze
ven gulden vijftig als tweeden prijs twee gul-
den vijftig, benevens vijf troostprijzen van één
gulden, welke bij loting onder de goede op
lossingen toegewezen worden en zoo snel mo
gelijk aan de prijswinnaars worden toegezon
den.
De oplossing van deze opgave moet in ons
bezit zijn uiterlijk aanstaanden Woensdag
middag om vijf uur. aan ons Bureau te Haar
lem. Men zende deze oplossing aan: Mr. Na-
denker van „Haarlem's Dagblad" te Haar
lem.
In verband met de vele andere correspon
dentie voor ons blad bestemd, gebruike men
géén andere adresaanduiding.
Oplossing en uitslag dezer puzzle worden
geplaatst in ons blad van a.s. Zaterdag.
Zendt men deze oplossing per post, dan
kan dit niet als drukwerk geschieden.
Briefwisseling over de puzzle-rubriek kan
alleen gevoerd worden als postzegel voor
antwoord ingesloten is.
Mr. NADENKER.
DIRECTEUR DER N.V. ATALANTA
VEROORDEELD.
AMSTERDAM. 18 Jan. (V.D.) De directeur
van de Drukkerij N.V. Atalanta, waar het dag
blad de „Tribune" werd gedrukt is door de
rechtbank conform den eisch wegens het doen
drukken van een beleedigend artikel veroor
deeld tot veertien dagen gevangenisstraf. Ver
dachte is aansprakelijk gesteld voor een arti
kel, verschenen in de Tribune van 21 Maart
1933. waarin lasterlijk wordt geschreven ten
opzichte van een lid van het personeel van de
Arbeiderspers en waarin deze wordt beschul
digd als bedrijfsspion te zijn opgetreden.
De drie Trammaatschappijen.
Bouwvakarbeiders in nood.
Onze wekelijksche puzzle-rubriek.
Bij het invullen moeten de volgende let
ters gebruikt worden:
VERBOND VOOR NATIONAAL
HERSTEL.
Men schrijft ons:
Onder leiding van den voorzitter, den
heer Mr. J. Bierens de Haan. werd j.l. Don
derdagavond in „De Leeuwerik". Kruisstraat,
door de Haarlemsche afdeeling van bovenge
noemd Verbond de eerste club-avond in dit
jaar georganiseerd, die een intien karakter
droeg.
Ter inleiding sprak de onder-voorzitter van
het Verbond, dat de heer Mr, Dr. H. H. A.
van Gybland Oosterhof f, over: „Grondslagen
en doel van het Verbond".
De rede werd door de aanwezigen met belang
stellende aandacht gevolgd.
Met het stellen en beantwoorden van eenige
vragen werd de avond besloten.
LENIN-HERDENKING.
Ter herdenking van den sterfdag van Lenin
beggen de Communistische Partij afd Haar
lem en de Communistische Jeugdbond een
vergadering op Woensdagavond 23 Januari
in de gemeentelijke Concertzaal. Als sprekers
zullen optreden de heer K. Beuzemaker en J.
Kleuver.
1 Muzikale medewerking wordt verleend door
de muziekvereeniging Voorwaarts.
OMSCHRIJVINGEN.
(Adv. Ingez. Med.)
De oplossing van puzzle no. 9.
De omschrijvingen van de verschillende spa
ken luiden als volgt:
Stedenbouw en natuurschoon.
Voordracht van ir. J. D. J. Waardenburg.
In het wijkgebouw aan de Gedempte Oude
Gracht heeft ir. J. D. J. Waardenburg, direc
teur der gemeentewerken te Alphen a. d. Rijn,
een voordracht met lichtbeelden gehouden
over het onderwerp „Uitbreiding van steden
en dorpen in verband met het behoud van
natuurschoon". Deze lezing behoorde tot de
serie, welke door wijk I van de Ned. Herv.
Kerk zijn samengesteld.
Na een korte inleiding van ds. G. J. Waar
denburg nam de spreker het woord. Hij zette
allereerst uiteen, hoe er door alle eeuwen
heen in de menschheid een drang heeft be
staan om dorpen en steden te bouwen. Het
beeld van de Oude Stad, zooals het zich bij
voorbeeld in den Griekschen tijd, de Middel
eeuwen en de Renaissance voordeed, ken
merkte zich door een bijzondere gaafheid,
door een fijn gevoel voor verhoudingen van
de bouwmeesters. Het karakter van die oude
stad. waarin zich de individu tevreden stelde
met de plaats, welke hem toebedeeld was,
ging in een latere periode helaas verloren.
De groote vlucht, die de wetenschap nam.
was er oorzaak van, dat gevoel en verbeel
ding steeds meer wegkwijnden. De burger
zonk weg in een sfeer van zelfgenoegzaam
heid en provincialisme en het idealisme werd
geheel op den achtergrond gedrongen. In die
periode, waarin men uitbreiding van steden
en dorpen als een zuiver materieel geval ging
beschouwen, zag men de sterk naar voren
gekomen individualiteit zich uiten in het toe
passen van allerlei overbodige versieringen
in de bouwkunst. De burger had „behoefte"
aan voornaamheid gekregen, ging zich te
buiten aan protserige motieven aan zijn wo
ning en begon op deze wijze het leelijke
„mooi" te vinden.
De steden en de dorpen bleven zich snel
uitbreiden, doch waar deze ontwikkeling zich
niet langs vaste lijnen voortzette, was de orde
en de uniformiteit ten eenen male zoek. Spr.
vertelde, hoe men op den duur de uitbreiding
der steden langs de bestaande landwegen
leidde, waardoor de z.g. „lintbebouwing" ont
stond, die de schoonheid van het landschap
ten zeerste benadeeld heeft. Behalve de
huizenrijen verrezen op willekeurige plaatsen
industrieën, er kwamen spoorlijnen, tele
graaflijnen, reclames en dat alles berokkende
aan de schoonheid van het landschap veel
nadeel.
De lintbebouwing achtte spreker van al
deze factoren toch nog de ergste. Sinds de
overheid echter leidend bij den stedenbouw
optreedt is er veel ten goede veranderd. Aan
de willekeurige bouwerij is paal en perk ge
steld en de zoo noodzakelijk orde is gelukkig
hersteld. Van veel belang is het voor iedere
gemeente verplicht gestelde uitbreidingsplan.
Voor eventueele bezwaren tegen de uitvoe
ring daarvan, vermeende schending van na
tuurschoon bijv., kan men zich tot bij de
hoogste colleges in den lande beroepen. Als
voorbeeld van voortreffelijken arbeid op
stedebouwkundig gebied noemde spreker, het
geen te Hilversum onder leiding van den be
kwamen architect Dudok tot stand is ge
komen. Hilversum heeft een uitbreidingsplan
met een begrenzing, de uitbreiding is precies
vastgesteld en daarin zal geen wijziging meer
worden aangebracht. Spreker herinnerde
voorts aan de streekplannen, zooals bijvoor
beeld in Noord-Brabant tot stand zijn ge
komen.
Van den stedenbouwer in het algemeen
zeide ir. Waardenburg. dat deze iemand moet
zijn met gevoel voor verhoudingen, met een
inzicht in verleden heden en toekomst en alle
problemen van technischen en economischen
aard.
Dat de drang tot behoud van het natuur
schoon zich de laatste jaren weer sterk laat
gelden, bewijst de aankoop van natuurreserva
ten. Verder kan men het gelukkige verschijn
sel opmerken, dat de steden het natuur
schoon, dat bij de uitbreiding moest ver
dwijnen, door aanleg van plantsoenen e,d,
trachten te vervangen. Spreker was voorts
van oordeel, dat in deze richting nog zeer
veel goeds door de overheid kon worden ver
richt.
Met een aantal lantaarnplaatjes verduide
lijkte spreker zijn uiteenzettingen. Daarbij
vestigde hij nog eens de aandacht op de
werkwijze van de Nederlandsche Heidemaat
schappij; is daar al veel critiek op uitge
oefend, erkent dient te worden, dat de Heide
maatschappij bij haar ontginningen van de
laatste jaren veel natuurschoon heeft weten
te sparen.
Ds. Waardenburg heeft den spreker namens
de vele belangstellenden dank gezegd.
Er is een bekend gezegde dat luidt: „Moei
lijkheden zijn er, om overwonnen te worden".
Met eenige „puzzle-vrijheid" zou ik willen op
merken: alle begin is moeilijk. Reken ik onze
Kerst-kruiswoordpuzzle niet mee,- dan was
die van j.l. Zaterdag de eerste van dit soort
in onze rubriek. Laat ik aanstonds zeggen:
dat is merkbaar geweest aan het totaal aan
tal inzendingen en aan de commentaar,
die men had toegevoegd. „Addertjes in het
gras" als „eek" en „enk" waren voor velen
moeilijk te vinden.
Een aantal inzenders zond de puzzle in, voor
zoover zij het klaar gespeeld hadden, daarmee
hun goeden wil toonend. Ik stel dat op prijs,
zie hierdoor de moeilijkheden, waarmee ik
mijn voordeel kan doen bij de volgende opga
ven.
Overigens moet ik wel eens een ietwat
moeilijker opgave er tusschen door geven.
Niet altijd kan het eenvoudig zijn. Elk wat-
wils staat bij de puzzles altijd voorop. Van
daar ook de variatie elke week. Doch dat
neemt niet weg, dat men den puzzle-moed
niet al te gauw mag laten zinken: de aan
houder (over) wint. Zoo ook hier.
Hoe de puzzle nu ingevuld moest worden,
kan men in bijgaande figuur zien.
DE RESULTATEN.
Ziehier de. resultaten van de prijsdeeling
Onze eex-ste prijs een bedrag van zeven
vijftig valt ten deel aan: M. J. Ouderdorp,
Sparrenstraat 6, Haarlem (Noord).
De tweede prijs, twee gulden vijftig:
G. J. RisseladaGarrer, San. „Dennen
oord', Doorn.
Onze vijf troostprijzen elk een bedrag
van een gulden zendt de administratie
aan: mevrouw P. v. d. Berg, Adr. de Jonge-
straat 18, Haarlem;
Mej. L. Kuiper, Wijkerstraatweg 3, Velsen-N.
W. van Oldenneel, „Treeswijk", Waalre bij
Eindhoven;
Mej. Tr. Jalink, Kleverlaan 70 rood, Haar
lem;
C. B. Mans, Kleine Houtweg 51, Haarlem.
Onze nieuwe puzzle no. 1 0.
HET RAD VAN AVONTUUR.
De puzzle voor deze week is een werkje,
waarmee men eenigen tijd aangenaam bezig
kan zijn!
Een wiel om in te vullen, d.w.z. buiten
en binnenrand en de veertien spaken. De in
vulling op elke spaak moet geschieden,
gaande van den buitenrand naar den binnen
rand.