Nadenken en oplossen. RADIO SITTERSekSKAR ZATERDAG 19 JANUARI 1935 HAARUEM'S DAGBLAD 5 T weede vergadering van obligatiehouders. Opschorting der aflossing van E. N. E. T.- obligaties verworpen. Dc andere voorstellen aangenomen. De directie der N. Z. H. T. M. daartoe ge machtigd door den president der Rechtbank te Haarlepi. had Vrijdagmiddag de houders van schuldbrieven van genoemde Maatschappij opgeroepen voor een tweede vergadering in café-restaurant Brinkmann, ter behandeling van het voorstel tot directe opschorting (tot ultimo December 1939) van de verplichting tot aflossing der 41/2 pet. schuldbrieven der Leening 1909. met bepaling dat de looptijd der leening wordt verlengd met het aantal jaren, dat de verplichting tot aflossing is opge schort. Gelijktijdig werden met gelijk doel vergade ringen gehouden der 2e N. H. T. M. en de E. N. E. T. Op de eerste vergadering werd alleen be raadslaagd maar konden geen besluiten wor den genomen, omdat het vereischte aantal obligaties niet vertegenwoordigd was. Op deze tweede vergadering, die weer onder leiding stond van Mr. M. Slingenberg, lid van Ged. Staten, daartoe als neutraal persoon door den President der Rechtbank aangewezen, werden besluiten genomen. Maar eerst werd nog uitvoerig gedebatteerd over de belangen der obligatiehouders van de E. N. E. T. De heer Kan, vertegenwoordigend 155 obli gatiehouders der E. N. E. T.. zeide dat tus- schentijds nog overleg is gepleegd met de directie, maar dat men niet verder gekomen was. De obligatiehouders der E. N. E. T., aldus zeide spr. o.m., blijven van meening, dat zij van de E. S. M. een goeden waarborg hebben gekregen voor rente en aflossing. Al is de Ëiectr. Spoorweg Mij. overgegaan aan de N. Z. H. T. M., dan is daardoor in wezen aan de waar borg niets veranderd. En als men nu zegt: van de N. Z. H. T. M. is niets meer te halen, dan wil spr. daartegenover stellen, dat de E. S. M. haar geheele credit maar niet ter beschikking van de N. Z. H. T. M. had moeten stellen, maar het bij een goede bankinstelling had moeten deponeeren. Mr. Deen ik vestigde er ter bestrijdini van den heer Kan o.m. de aandacht op, dat de verbintenis tusschen de E. S. M. en de E. N. E. T. slechts tijdelijk en opzegbaar was. Er is indertijd in 1916 inderdaad bepaald, dat de E. S. M. jaarlijks f 60.000 zou betalen aan de E. N. E. T. „tot het einde der concessie". Deze uitdrukking moet er in zijn gekomen door een slordigheid of een vergissing, waar door de opstellers „het einde der overeen komst" verward hebben met „het einde dei- concessie". De heer Burgersdijk betoogde ook, dat het hier een vergissing moet betreffen. De heer Al te na zeide, dat de E. S. M. nu eenmaal gegarandeerd heeft „tot het einde der concessie". Spr. kon zijn stem onmogelijk zoo maar aan het voorstel geven. De toelich ting is veel te sober geweest. Er zou een com missie moeten worden benoemd, die voor de obligatiehouders geregeld toezicht zou houden. De heer Kan wees er op, dat als 't ware achter de coulissen staat de Hollandsche Spoor. Spr. zou de N, Z. H. tegemoet willen komen, doch dan zouden deugdelijke waarbor gen moeten worden gegeven voor aflossing en rente. De aflossing zou dan misschien eenigen tijd kunnen worden opgeschort. De heer Burgersdijk bestreed, dat door de overeenkomst tusschen E. N. E. T. en N. Z. H. de obligatiehouders der E. N. E. T. in een ongunstiger positie zouden zijn gekomen. Was dit zoo geweest, bij den overgang van het eene contract op het andere, waarom is de heer Kan toen niet dadelijk er tegen op gekomen? Intusschen verklaarde spr. dat de directie, bij aanneming der thans gedane voorstellen, bereid is haar medewerking te verleenen voor een onderzoek om uit te maken, of de opvat ting van den heer Kan, dat de obligatiehouders der E. N. E. T. een bevoorrechte positie heb ben, de juiste is. öf de opvatting der directie. De directie zal zich bij de te vallen beslissing neerleggen en er rekening mede houden. De heer Kan zou er vrede mede hebben dat een arbiter de geheele zaak uitmaakt, maar dan moet ook van te voren vaststaan, dat de Holl. Spoor de geheele consequentie aan vaardt. De Holl. Spoor heeft pl.m. f 650.000 dividend van de E. S. M. geïncasseerd en moet nu ook de aansprakelijkheid willen aan vaarden. Deheer Al te na: de debitrice is de Holl. Spoor. De heer Burgersdijk protesteerde tegen wat er over de Holl. Spoor was gezegd. De Holl. Spoor heeft zich juist groote offers ge troost voor de combinatie. Zij heeft millioenen in de zaak gestoken en daar zeer geringe voor deden voor gehad. En zij is nu de eerste ge weest, die gezegd heeft: voldoe die schuld voorloopig maar niet. We schorten het op. De heer Altena bleef aandringen op een zekere controle. Hij wil meer inzicht in het doen en laten der Maatschappij. Een groote debitrice mag niet zeggen: geloof mij nu maar Deheer Burgersdijk zeide nog, dat de Holl. Spoor zeker geen bevoorrechte positie der obligatiehouders van de E. N. E. T. zal erkennen. Naar aanleiding van een vraag van den heer Van Nes inzake de uitlotingen, ver klaarde de heer Burgersdijk, dat, indien een der drie Maatschappijen door obligatiehouders mocht worden gedwongen, tot uitloting over te gaan, er om geen bepaalde groep in een bevoorrechte positie te brengen geen ge bruik zal worden gemaakt van een eventueel door obligatiehouders der andere Maatschap pijen gegeven vergunning tot stopzetting der uitloting. Het gevolg daarvan zal zijn, dat de N. Z. T. T. M. gedwongen zal worden, reeds in zeer nabije toekomst de volledige rentebetaling stop te zetten en obligatiehouders tot een nieuwe vergadering op te roepen ter be slissing over nieuwe voorstellen van verdere strekking dan de thans aanhangige. Het kwam spr. voor, dat het niet in het be lang van obligatiehouders, als algemeene groep beschouwd, moet worden geacht door een voortzetting der uitloting, waardoor enkele obligatiehouders zullen worden bevoordeeld, de financieele positie der Maatschappij op dit oogenblik te verzwakken. De heer De Ma res Oyens zou kunnen in stemmen met uitstel der uitlotingen voor 5 desnoods voor 2 jaar mits men de garantie zou krijgen van de Holl. Spoor, dat de rente 5 (3) jaar zal worcftn betaald en dat een nader onderzoek zal plaats hebben. De heer Burgersdijk antwoordde, dat een dergelijke garantie van de Holl. Spoor niet- te verwachten is. Tenslotte werd gestemd. De voorstellen der directie inzake de E. N E. T. werden verworpen met 166 tegen stemmen. De voorstellen betreffende de Tweede Noord •Holl. Tram Mij. en de N. Z. H. T. M. werden met algemeene stemmen aangenomen. Lager levenspeil en onderkruiperij besproken. In den Protestantenbond is de toestand en de toekomst in het bouwbedrijf besproken door de vergadering die uitging van de Lan delijke federatie van bouwvakarbeiders, het Neutraal verbond van werknemers in het bouwbedrijf en de Neutrale timmerlieden- vereeniging „Eensgezindheid". De voorzitter de heer C. Rose zei dat de ver gadering was uitgeschreven naar aanleiding van een motie die in een vergadering van Eensgezindheid is aangenomen en waarin wordt gezegd dat de arbeiders in het bouwbe drijf geen verslechtering meer kunnen aan vaarden. Spr. zei, dat de toestand in Haarlem verbeterd zou kunnen worden indien wijken als bij de Burgwal, de Wïtstraat e.a. opge ruimd werden om plaats te maken voor ar beidershuizen met tuinen. Als eerste sprak de heer D. de Jager namens het neutrale verbond van bouwvak arbeiders, die in het algemeen den slechten toestand der arbeiders schetste. Volgens hem was er geen sprake van een opleving, want de crisis duurt overal voort. Het is een mis leiding. ook van de vakbonden, te spreken van tijdelijkheid der ellende. Dr. H. Colijn heeft gezegd: „Wij leven niet meer in de crisis in het stelsel, maar in de crisis van het stelsel." Het is gezegd, zonder dat er verder veel aandacht aan is besteed. Daarbij komt dat de monopolistische positie van Europa's industrie verdwenen is. Als men geen uitkomst meer ziet, wordt weer loonsverlaging toegepast. Want de over heid wil de ellende altijd verhalen op de massa. „Wij zijn verwend", zei de heer De Jager, „doordat wij vroeger de loonsverhoo- :ingen met betrekkelijk geringe moeite ver kregen. Den feilen strijd hebben alleen de ouderen gekend. Daarom is het voor de thans levende arbeiders zoo moeilijk tegen de zich nu weer verzettende bezittende klasse opge wassen te zijn. Eensgezindheid is een voor waarde, ofschoon het eenheidsfront, evenals één enkele organisatie, wel een illusie zal blijven. De arbeiders hebben nog nooit van de bezittende klasse, uit „menschelijk ge voel" iets gekregen. Immers kan men de ka pitaal sopza mei in g door aandeelenbezit geen .menschelijk gevoel" noemen, Als men hier van doordrongen is, weet men ook wat den arbeiders te doen staat!" Namens de landelijke federatie van bouw vakarbeiders sprak de heer Van Pommel, die ook meende dat aan de crisis in dit stelsel nooit een einde zal komen. De verhoudingen in de kapitalistische maatschappij leiden er toe dat zij, die uit nood vergeten hebben in komsten op te geven terwijl zij steun ontvin- en van Maatschappelijk Hulpbetoon, voor maanden de gevangenis ingaan. Evenals zij die op vergaderingen in hun redevoeringen door extase hun boekje te buiten gingen. De bouwvakarbeiders hebben den laatsten tijd veel geleden onder de regeeringsmaatre- gelen, zij waren „het mikpunt der Neder- landsche regeering", zooals de spreker het noemde. Het werd in de loonen gevoeld, in den steun, overal. Behalve de goedwillende arbeiders in het bouwbedrijf zijn er ook anderen, die niet me dehelpen de slagen af te wenden. De goed- willenden worden in tegendeel op allerlei wij zen gedwarsboomd, want de goedwillenden wenschen de voortdurende verlagingen niet te aanvaarden. Loonsverlaging der bouwvakarbeiders zal nooit huurverlaging voor de arbeiderswonin gen kunnen beteekenen, zooals de regeering dacht. De arbeiders zouden (om f 1 huurver- jing per week te bereiken) tot 80 pet. min der loon moeten ontvangen. Handhaving der in de contracten vastge legde loonen is schier onmogelijk, doordat de arbeiders zich er zelf niet aan houden en te gen lager loon arbeid verrichten. Niet alleen in Haarlem is dat het geval, in het geheele land. Als de arbeiders zich zelf niet aan de contracten houden, hebben de beste arbeids voorwaarden geen beteekenis! De heer Van Bommel begreep niet dat er tusschen de organisaties in Haarlem geen sa menwerking zou kunnen bestaan om het euvel der onderkruiperij te bestrijden. In andere plaatsen (Den Haag b.v.) was 't wel mogelijk. Hij riep de arbeiders op eensgezind te zijn en de „duizendpooten" (onderkruipers) te be strijden. Daarna was er gelegenheid van gedachten te wisselen. VOORUITBETALING KRUISWEG 60 Ta.16659 (Adv. Ingez. Med.) OPVOERING VAN „DE GROOTE KANS" DOOR DE VEREENIGDE HAAGSCHE SPELERS. Het tooneelgezelschap der Vereenigde Haagsche Spelers, onder artistieke leiding van Pierre Balledux, zal op Maandag 18 Febr. a.s. in den Stadsschouwburg te Haarlem een opvoering geven van „De Groote Kans", een blijspel in drie bedrijven van Alfred Möller en Hans Lorenz, in de vertaling van Pierre Balledux. „De Groote Kans" brengt de geschiedenis van een jongen monteur die den brandstof - loozen motor heeft uitgevonden, doch door zijn gebrek aan relaties er niet in slaagt zich toegang te verschaffen tot de groot-in- dustrieelen om de volmaaktheid zijner vin ding aan te toonen. Eindelijk wordt zijn uit houdingsvermogen beloond. Door een door de schrijvers alleraardigst ge construeerden samenloop van omstandigheden wordt hij in de gelegenheid gesteld zijn uitvinding te de- monstreeren aan den bedrijfsingenieur van een rijken fabrikant, die enthousiast is over wat hij zag en daarvan verslag doet aan zijn patroon in tegenwoordigheid van verschik», lende andere magnaten wier belangstelling evenzeer wordt gewekt. De jonge uitvinder constateert met genoegen dat tusschen de be vriende industrieelen een strijd ontstaat om zich van deze uitvinding meester te maken; hij weet daarvan tevens te profiteeren en slaagt op buitengewone wijze, dank zij zijn herleefd zelfvertrouwen. Het stuk heeft een geestige dialoog en wordt uiterst vlot gespeeld; dit is het una niem oordeel van de pers. Bijzondere ver melding verdienen de prachtige décors van het tweede bedrijf. Met prijzen van 7i, 2i en vijf van 1 gulden. 1. Opnieuw. 2. Stad in N. O.-Italië (kwikmijnen) 3. Bekende maatschappij voor zeeverzeke ring en zeevaart. 4. Een der Groote Antillen (W.-Indië). 5. Gemeente in Limburg (soms ook wel met 6 letters geschreven). 6. Onbezet. 7. Hartstochtelijke ingenomenheid. 8. Onderdeel der gemeente Lienden (Be tuwe). 9. Rivier in Zuid-Amerika (zonder „Rio"). 10. Planeet. 11. Zeer groot. 12. Dun opgerold wafeltje. 13. Laat ik u eiken Zaterdag doen. 14. Hoofdstad van Frankrijk. Bij juiste invulling geeft de buitenste rij te lezen een dorp in het zuiden van Nederland, dat den naam draagt van een der leden van ons Koninklijk Huis. Op de binnenste rij komt te lezen een be grip dat elkeen „door de lucht" kan opvan gen. Het oplossen van deze puzzle lijkt op het eerste gezicht moeilijker dan het in werke lijkheid wel is. Een goede aanwijzing zijn de letters, die bij het invullen gebruikt moeten worden! Iedere abonné kan slechts één oplossing inzenden. Het hierbij afgedrukte „identiteits plaatje" P 10 Puzzle no. 10) moet aan de oplossing worden ge hecht of er op geplakt worden. Niet op de en veloppe van inzending, maar op de oplossing zelf. Als hoofdprijs stellen wij wederom beschik baar een bedrag van ze ven gulden vijftig als tweeden prijs twee gul- den vijftig, benevens vijf troostprijzen van één gulden, welke bij loting onder de goede op lossingen toegewezen worden en zoo snel mo gelijk aan de prijswinnaars worden toegezon den. De oplossing van deze opgave moet in ons bezit zijn uiterlijk aanstaanden Woensdag middag om vijf uur. aan ons Bureau te Haar lem. Men zende deze oplossing aan: Mr. Na- denker van „Haarlem's Dagblad" te Haar lem. In verband met de vele andere correspon dentie voor ons blad bestemd, gebruike men géén andere adresaanduiding. Oplossing en uitslag dezer puzzle worden geplaatst in ons blad van a.s. Zaterdag. Zendt men deze oplossing per post, dan kan dit niet als drukwerk geschieden. Briefwisseling over de puzzle-rubriek kan alleen gevoerd worden als postzegel voor antwoord ingesloten is. Mr. NADENKER. DIRECTEUR DER N.V. ATALANTA VEROORDEELD. AMSTERDAM. 18 Jan. (V.D.) De directeur van de Drukkerij N.V. Atalanta, waar het dag blad de „Tribune" werd gedrukt is door de rechtbank conform den eisch wegens het doen drukken van een beleedigend artikel veroor deeld tot veertien dagen gevangenisstraf. Ver dachte is aansprakelijk gesteld voor een arti kel, verschenen in de Tribune van 21 Maart 1933. waarin lasterlijk wordt geschreven ten opzichte van een lid van het personeel van de Arbeiderspers en waarin deze wordt beschul digd als bedrijfsspion te zijn opgetreden. De drie Trammaatschappijen. Bouwvakarbeiders in nood. Onze wekelijksche puzzle-rubriek. Bij het invullen moeten de volgende let ters gebruikt worden: VERBOND VOOR NATIONAAL HERSTEL. Men schrijft ons: Onder leiding van den voorzitter, den heer Mr. J. Bierens de Haan. werd j.l. Don derdagavond in „De Leeuwerik". Kruisstraat, door de Haarlemsche afdeeling van bovenge noemd Verbond de eerste club-avond in dit jaar georganiseerd, die een intien karakter droeg. Ter inleiding sprak de onder-voorzitter van het Verbond, dat de heer Mr, Dr. H. H. A. van Gybland Oosterhof f, over: „Grondslagen en doel van het Verbond". De rede werd door de aanwezigen met belang stellende aandacht gevolgd. Met het stellen en beantwoorden van eenige vragen werd de avond besloten. LENIN-HERDENKING. Ter herdenking van den sterfdag van Lenin beggen de Communistische Partij afd Haar lem en de Communistische Jeugdbond een vergadering op Woensdagavond 23 Januari in de gemeentelijke Concertzaal. Als sprekers zullen optreden de heer K. Beuzemaker en J. Kleuver. 1 Muzikale medewerking wordt verleend door de muziekvereeniging Voorwaarts. OMSCHRIJVINGEN. (Adv. Ingez. Med.) De oplossing van puzzle no. 9. De omschrijvingen van de verschillende spa ken luiden als volgt: Stedenbouw en natuurschoon. Voordracht van ir. J. D. J. Waardenburg. In het wijkgebouw aan de Gedempte Oude Gracht heeft ir. J. D. J. Waardenburg, direc teur der gemeentewerken te Alphen a. d. Rijn, een voordracht met lichtbeelden gehouden over het onderwerp „Uitbreiding van steden en dorpen in verband met het behoud van natuurschoon". Deze lezing behoorde tot de serie, welke door wijk I van de Ned. Herv. Kerk zijn samengesteld. Na een korte inleiding van ds. G. J. Waar denburg nam de spreker het woord. Hij zette allereerst uiteen, hoe er door alle eeuwen heen in de menschheid een drang heeft be staan om dorpen en steden te bouwen. Het beeld van de Oude Stad, zooals het zich bij voorbeeld in den Griekschen tijd, de Middel eeuwen en de Renaissance voordeed, ken merkte zich door een bijzondere gaafheid, door een fijn gevoel voor verhoudingen van de bouwmeesters. Het karakter van die oude stad. waarin zich de individu tevreden stelde met de plaats, welke hem toebedeeld was, ging in een latere periode helaas verloren. De groote vlucht, die de wetenschap nam. was er oorzaak van, dat gevoel en verbeel ding steeds meer wegkwijnden. De burger zonk weg in een sfeer van zelfgenoegzaam heid en provincialisme en het idealisme werd geheel op den achtergrond gedrongen. In die periode, waarin men uitbreiding van steden en dorpen als een zuiver materieel geval ging beschouwen, zag men de sterk naar voren gekomen individualiteit zich uiten in het toe passen van allerlei overbodige versieringen in de bouwkunst. De burger had „behoefte" aan voornaamheid gekregen, ging zich te buiten aan protserige motieven aan zijn wo ning en begon op deze wijze het leelijke „mooi" te vinden. De steden en de dorpen bleven zich snel uitbreiden, doch waar deze ontwikkeling zich niet langs vaste lijnen voortzette, was de orde en de uniformiteit ten eenen male zoek. Spr. vertelde, hoe men op den duur de uitbreiding der steden langs de bestaande landwegen leidde, waardoor de z.g. „lintbebouwing" ont stond, die de schoonheid van het landschap ten zeerste benadeeld heeft. Behalve de huizenrijen verrezen op willekeurige plaatsen industrieën, er kwamen spoorlijnen, tele graaflijnen, reclames en dat alles berokkende aan de schoonheid van het landschap veel nadeel. De lintbebouwing achtte spreker van al deze factoren toch nog de ergste. Sinds de overheid echter leidend bij den stedenbouw optreedt is er veel ten goede veranderd. Aan de willekeurige bouwerij is paal en perk ge steld en de zoo noodzakelijk orde is gelukkig hersteld. Van veel belang is het voor iedere gemeente verplicht gestelde uitbreidingsplan. Voor eventueele bezwaren tegen de uitvoe ring daarvan, vermeende schending van na tuurschoon bijv., kan men zich tot bij de hoogste colleges in den lande beroepen. Als voorbeeld van voortreffelijken arbeid op stedebouwkundig gebied noemde spreker, het geen te Hilversum onder leiding van den be kwamen architect Dudok tot stand is ge komen. Hilversum heeft een uitbreidingsplan met een begrenzing, de uitbreiding is precies vastgesteld en daarin zal geen wijziging meer worden aangebracht. Spreker herinnerde voorts aan de streekplannen, zooals bijvoor beeld in Noord-Brabant tot stand zijn ge komen. Van den stedenbouwer in het algemeen zeide ir. Waardenburg. dat deze iemand moet zijn met gevoel voor verhoudingen, met een inzicht in verleden heden en toekomst en alle problemen van technischen en economischen aard. Dat de drang tot behoud van het natuur schoon zich de laatste jaren weer sterk laat gelden, bewijst de aankoop van natuurreserva ten. Verder kan men het gelukkige verschijn sel opmerken, dat de steden het natuur schoon, dat bij de uitbreiding moest ver dwijnen, door aanleg van plantsoenen e,d, trachten te vervangen. Spreker was voorts van oordeel, dat in deze richting nog zeer veel goeds door de overheid kon worden ver richt. Met een aantal lantaarnplaatjes verduide lijkte spreker zijn uiteenzettingen. Daarbij vestigde hij nog eens de aandacht op de werkwijze van de Nederlandsche Heidemaat schappij; is daar al veel critiek op uitge oefend, erkent dient te worden, dat de Heide maatschappij bij haar ontginningen van de laatste jaren veel natuurschoon heeft weten te sparen. Ds. Waardenburg heeft den spreker namens de vele belangstellenden dank gezegd. Er is een bekend gezegde dat luidt: „Moei lijkheden zijn er, om overwonnen te worden". Met eenige „puzzle-vrijheid" zou ik willen op merken: alle begin is moeilijk. Reken ik onze Kerst-kruiswoordpuzzle niet mee,- dan was die van j.l. Zaterdag de eerste van dit soort in onze rubriek. Laat ik aanstonds zeggen: dat is merkbaar geweest aan het totaal aan tal inzendingen en aan de commentaar, die men had toegevoegd. „Addertjes in het gras" als „eek" en „enk" waren voor velen moeilijk te vinden. Een aantal inzenders zond de puzzle in, voor zoover zij het klaar gespeeld hadden, daarmee hun goeden wil toonend. Ik stel dat op prijs, zie hierdoor de moeilijkheden, waarmee ik mijn voordeel kan doen bij de volgende opga ven. Overigens moet ik wel eens een ietwat moeilijker opgave er tusschen door geven. Niet altijd kan het eenvoudig zijn. Elk wat- wils staat bij de puzzles altijd voorop. Van daar ook de variatie elke week. Doch dat neemt niet weg, dat men den puzzle-moed niet al te gauw mag laten zinken: de aan houder (over) wint. Zoo ook hier. Hoe de puzzle nu ingevuld moest worden, kan men in bijgaande figuur zien. DE RESULTATEN. Ziehier de. resultaten van de prijsdeeling Onze eex-ste prijs een bedrag van zeven vijftig valt ten deel aan: M. J. Ouderdorp, Sparrenstraat 6, Haarlem (Noord). De tweede prijs, twee gulden vijftig: G. J. RisseladaGarrer, San. „Dennen oord', Doorn. Onze vijf troostprijzen elk een bedrag van een gulden zendt de administratie aan: mevrouw P. v. d. Berg, Adr. de Jonge- straat 18, Haarlem; Mej. L. Kuiper, Wijkerstraatweg 3, Velsen-N. W. van Oldenneel, „Treeswijk", Waalre bij Eindhoven; Mej. Tr. Jalink, Kleverlaan 70 rood, Haar lem; C. B. Mans, Kleine Houtweg 51, Haarlem. Onze nieuwe puzzle no. 1 0. HET RAD VAN AVONTUUR. De puzzle voor deze week is een werkje, waarmee men eenigen tijd aangenaam bezig kan zijn! Een wiel om in te vullen, d.w.z. buiten en binnenrand en de veertien spaken. De in vulling op elke spaak moet geschieden, gaande van den buitenrand naar den binnen rand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9