DE TWEELINGZUSTERS Schaatsenrijders trainen te Davos. Rouw op de Purmerender veemarkt D« heer J. G, Heymeyer, landbouwkundig ingenieur en directeur van de landbouw- winterschool te Voorhout, is benoemd tot rentmeester der Staatslandbouwdomeinen ter standplaats Klundert Voor den brugbouw bij Zwijndrecht worden palen van gewapend beton, ter lengte van 1 5 meter, elk wegende 65 ton, door middel van een luchtdruk- hamer ingeheid. Daarna volgt een proefbelasting van 400 ton De ijshockeywedstrijd Zweden - Nederland, te Davos gespeeld, eindigde met een 6-0 nederlaag voor de Nederlandsche ploeg. Een spannend moment voor het Nederlandsche doel Te Watergang had Dinsdagmiddag de begrafenis plaats van den heer C Schreuder, lid van den gemeenteraad van Landsmeer* een der slachtoffers van het auto-ongeluk in de Wieringermeer, waarbij vier personen om het leven kwamen De Nederlandsche schaatsenrijders in training te Davos voor de internationale schaatswedstrijden H K. H. Prinses Juliana maakte Dinsdag in ge zelschap van een hofdame een wandeling langs het strand te Scheveningen, waarbij de Prinses zich door het ongunstige weer niet liet afschrikken Een ijsslede met propellor-aandrijving, zooals deze bij de ijswedstrijden te Neusiedl in Oostenrijk werd gedemonstreerd Aan de veestands ter Purme render markt, waar de vier bij het auto-ongeluk in de Wie ringermeer omgekomen vee kooplieden hun standplaats hadden, was Dinsdag een rouw- versiering aangebracht FEUILLETON. Uit het Engelsch van PATRICIA WENTYVORTH. Nadruk verboden 4) Die oude Peterson was een wonder. Hij was te dik om zelf te kruipen, maar zijn kijk om de juiste plekjes te vinden, zijn moed en zijn volharding waren verbazingwekkend. We wa ren midden in zijn boek, toen ik jouw adver tentie zag en ik kon hem niet zoo maar in den steek laten. Bovendien ik had geen geld om Waveney behoorlijk te bewonen en wat mis schien nog het voornaamste was, ik had geen lust om me in dat oude kasteel te begraven. Lewis Smith keek hem vragend aan. „En wat zijn dan nu je plannen? Mijn oom scheen te denken John ging met een ruk verzitten. „Mijn plannen staan nog niet vast. Het geld heb ik in ieder geval nu. De oude heer heeft net de uitgave van zijn boek beleefd en toen hij zijn oogen had dichtgedaan, bleek hij zijn heele hebben en houden aan mij te hebben nagelaten. Ik geloof niet, dat hij wist, hoeveel het wel was, geld kon hem niets schelen. Maar het is niet weinig, dat kan ik je verzekeren". „Wat 'n geweldige bof!" Er trok een schaduw over John's gezicht. Dat hij het geld met liefde zou hebben wil len teruggeven, als hij daarvoor den ouden Peterson als was 't ook maar één keer. met zijn eigenaardig accent „mijn jongen" had kunnen hooren zeggen, was iets, dat Lulu Smith zeker niet zou begrijpen. Hij wierp zijn weemoedig gepeins van zich af en hernam, zich dwingend op onverschilligen, zakelïjken _tooii te praten: „Zoo, dat is dat. En wat Waveney betreft, heb ik nog geen besluit genomen. Ik kreeg van je oom een schriftelijke vergunning om het te bezichtigen en ben er incognito eens een kijkje gaan nemen." „Wat denk je ervan?'- John vermeed een rechtstreeksch antwoord. Hij trommelde met zijn vingertoppen op de leuning van zijn stoel en zei lachend- „Die huisbewaarster is de grootste draak, die ooit in menschengedaante op aarde heeft rondgewandeld. Maar luister eens, Lulu, ik wou graag een paar dingen van je weten". „Steek maar van wal!" „Nu dan; het landbezit en de titel komen aan mij, maar het grootste deel van Sir Anthony's geld hebben zijn dochters gekre gen. nietwaar?" „Dochter". „Maar hij toch twee dochters?" drong John aan. „Ik heb op Waveney een geschilderd portret van ze gezien". „Ja. tweelingen. Maar Lady Marr heeft het geld gekregen". „Alles?" „Ja, alles". John staarde naar het vloerkleed, maar hij zag het patroon ervan niet; hij zag een meisje met kortgeknipt blond haar en met lange, donkere krullen die afhingen tot ze in de schaduw van de entourage oplosten. Jenifer Anne en Anne Velinda wie van de twee was Lady Marr? Met gefronste wenkbrauwen hief hij het hoofd op en herhaalde overluid de woorden, die zich in zijn geest gevormd hadden. „Jenifer Anne en Anne Belinda wie van de twee is lady Marr?" „O. Jennifer, ze wordt altijd Jenny ge noemd" „Welke is het? De eene had kort, blond haar, de nadere lange, donkere krullen". Er was een haast onmerkbare trilling in zijn stem. want ofschoon zijn intuïtie hem zei. dat het blonde meisje Jenifer Anne moest zijn, wachtte hij toch vol spanning of Lulu zijn vermoeden zou bevestigen. „Ik heb dat verschil in haarkleur niet kun nen opmerken. Ik heb de zusters trouwens slechts één keer samengezien, ze leken als twee druppels water op elkaar net als alle tweelingen. We hebben het huwelijkscontract voor lady Marr gemaakt maar daar heb ik weinig mee te maken gehad mijn oom heeft het grootendeels zelf behandeld. Een maand geleden was Lady Marr op kantoor en toen heb ik haar te woord gestaan, omdat mijn oom uit was.". „Nu?" Er klonk thans ongeduld in John's stem. Lewis Smith lachte. „Je kunt tegenwoordig niet meer zien, wat voor kleur haar vrouwen hebben! Ze had zoo'n hoedje op, waar het heele gezicht in schuil gaat op 'n stukje na, om te demonstreeren, dat ze hun lippen verven. Maar wacht een oog van haar heb ik ook gezien het was bruin! Misschien dat dit je op weg kan helpen!" John voelde zich plotseling opgelucht. Zoo wel de spanning als zijn opluchting waren buiten verhouding tot de belangrijkheid van het geval. „O, dan is zij de blonde. Die andere had blauwe oogen". Hij zag ze weer duidelijk voor zichern stige, haast plechtige diepblauwe oogen met een donkeren weerschijn. Die oogen, die lange krullen en het fijne, ovale gezicht be hoorden aan Anne Belinda. Van dit moment af was ze niet meer het grappige meisje van negen jaar geleden, de onscherpe weerkaat sing van den spiegel van haar zuster; ze werd opeens een merkwaardig-reëele persoonlijk heid, iemand, ze werd Anne Belinda „Waar is ze?" vroeg John en het lag voor de hand dat Lulu zijn vraag verkeerd be greep. „Lady Marr? O, die woont met haar man op een landgoed in Sussex „Waterdene" heet het". „Neen, de andere Anne Belinda", m. Het was een oogenblik stil, voor Lulu Smith antwoordde: „Ik weet het niet". Nauwelijks had hij het gezegd, of hij schoof zijn stoel naar de tafel en strekte zijn hand uit naar potlood en papier en vervolgde: „Ik ben schandelijk vergeetachtig geweest dat schiet me nu ineens te binnen. Dat schilderij, dat jij op Waveney gezien hebt, nu, Lady Marr wilde, dat het verwijderd zou worden, voor jij kwam. Het is mij glad aoor het hoofd gegaan ik heb 't ook zoo idioot druk nu mijn oom er niet is". „Waarom heeft ze het dan ook niet eerder laten weghalen, als ze het wilde hebben? Sir Anthony is al een jaar dood!" „Ze begeert het heelemaal niet te hebben. Ze wilde eingelijk, dat we het zouden laten vernietigen". Een kreet van scherp protest ontsnapte John en Lulu draaide zich met een heftige beweging om in zijn stoel. „Ja, ik weet wat je zeggen wilt. Ik vond het ook krankzinnig en Lady Marr veranderde van gedachte, toen ik haar vertelde, dat het ding minstens vijfduizend pond waard is. Er is den laatsten tijd veel vraag naar werken van Amory en dit is een van zijn beste por tretstukken". Maar waarom wilde ze het vernietigd heb ben? Waarom in vredesnaam?" „Lulu werd zich bewust zijn mond te heb ben voorbijgepraat en het duurde even voor hij antwoord gaf. „Ik weet het niet. Vraag er me maar niet naar", klonk het eindelijk. Het ontging John niet, dat de vraag zijn ouden vriend in verlegenheid bracht. „Maar ze moet er toch een reden voor heb ben!" drong hij aan. .Misschien vindt ze dat ze niet voldoende geflatteerd is!" „Onzin. Waarom moet het vernietigd wor den?" Lewis bladerde in een dossier en John leunde voorover, zijn elleboog rustend op zijn knie, de kin in de hand en oogen doordringend op den jongen advocaat gericht. Waar was Anne Belinda? Waarom had Sir Anthony al zijn geld aan Jenny Marr nage laten? Waarom vermeed Lulu een recht streeksch antwoord? En dan weer de eerste, al de anderen overheeschende vraag waar was Anne? Waar was Anne Belinda?" „Hoor eens, Lulu", verbrak John de stilte, „wat heeft het voor zin zoo verschrikkelijk geheimzinnig te doen? Je weet iets, en ik wil weten wat jij weet. Het blijft immers in de familie! Ik wil weten, waarom Sir Anthony alles aan zijn eene dochter heeft nagelaten juist aan degene, die het niet noodig ha'd. Nicholas Marr bulkt van het geld. nietwaar? Ik ben met een neef van hem schoolgegaan, vandaar dat ik het weet". Weer viel er een stilzwijgen en er was een grimmige trek om John's mond, toen hij voortging: „Waarom heeft Sir Anthony mijn nicht Anne onterfd? Waar is ze? Waar leeft ze van? Dat intereseert me bijzonder; ik heb zelf een heelen tijd van den wind moeten leven. Kun je me heelemaal niets van Anne Belinda vertellen?" „Ik weet niets van haar". „Onzin, Lulu. Jij weet natuurlijk wel wat. Wat weet je?" Lewis Smith verschoof de blocnote die voor hem lag. „Ik weet werkelijk niets", hield hij vol. „Vertel me wat je weet. Ik ben niet van plan met met een kluitje in het riet te laten I sturen". „Hoe dikwijls moet ik je nu nog zeggen, dat ik niets weet. Het eenige wat ik je kan mede- deelen zijn enkele feiten zonder samenhang, waarvan de meesten algemeen bekend zijn". „Schiet maar op!" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9