TADSNIEUWS Neem 'n "AKKERTJE" DONDERDAG 24 JANUARI '35 H A A R L' E M'S DAGBLAD 6 uit zoo n nieuw handig zakdoosje bij Gevatte kou, Griep, Influenza. (Adv. Ingez. Med.) LEZING VAN LEO STRAUS. VROUWEN IN MANNENOOCEN. Intern. Vereen. „Bellamy". Propaganda-vergadering. De Groep Haarlem van bovengenoemde vereeniging hield Woensdagavond in het ge bouw van den Protestantenbond aan de Ber kenstraat een propaganda-vergadering, die gepresideerd werd door den heer K. Zijlstra. Deze sprak een kort welkomstwoord. Hij deel de mee. dat de r.aani „Bellamy" in Haar lem steeds meer bekendheid krijgt. En dat vindt hij prettig, want er kan niet genoeg over de Bellamy-beweging gesproken worden. De vraag, die deze beweging zich gesteld heeft, is: „hoe komen we uit de ellende van den te- genwcordigen tijd? Wanneer komt de oplos sing en hoe zal die z-ijn?" De heer P. J. Kloos sprak over het onder werp: „Economische gelijkheid voor allen". Hij zette de gedachte van Bellamy op uitvoe rige wijze uiteen. Voor vele menschen is deze naam een nieuw woord. Dat moet anders worden. Edward Bellamy was een Ameri- kaansch econoom, met een helderzienden geest, die begreep dat het huidige economisch stelsel heeft afgedaan; dat het verouderd is. De Bellamybeweging wil aan ieder mensch gelijke levenskansen geven. In deze maat schappij zijn duizenden werkloozen in een wanhopigen toestand* gekomendoor het hui dige economisch stelsel kan de werkloosheid nooit verdwijnen; honger en oproer zullen er het gevolg van zijn. Een werklooze is er nog veel erger aan toe, dan een misdadiger, want de laatste weet wat hem te wachten staat en waarvoor hij nog verder moet leven. Een werklooze is ten prooi aan vreeselijke onze kerheid. Deze onrechtvaardigheid moet ver anderd worden in rechtvaardigheid. Het mes moet er radicaal ingezet worden. De snel om zich heen grijpende verarming ontwricht alles. Nu het schip van staat zinkende is (ook onze regeering weet geen uitweg, zei spreker), moet de behulpzame hand worden geboden. Men behoeft niet in een chaos te leven, als men maar het Bellamy-systeem aanvaardt. Edward Bellamy heeft den weg naar geluk en welvaart gewezen. Om dit te verkrijgen, moe ten alle menschen meewerken. Bij dit systeem kan het niet meer mogelijk wezen, dat de een zich in weelde baadt en de ander honger lijdt. De uitvinding der techniek is tot nog toe ver keerd gebruikt, want nu genieten alleen en kelingen er de voordeelen van. De uitvindin gen moeten komen ten dienste van het alge meen; er moet naar behoefte geproduceerd worden en niet om alleen en uitsluitend winst te beoogen. In den Bellamy-staat zal men geen kinderarbeid en werkloosheid kennen, want hier zal een ongekende economische orde heerschen. De kinderen zijn tot hun 18de jaar leerplichtig. Daarna kunnen zij allen werk vinden. De menschen werken tot hun 45ste jaar. Wanneer zij dien leeftijd bereikt hebben, wordfn zij nog tien jaar als reserve voor het arbeidsleger beschikbaar gesteld. Tot aan hun dood toe zullen zij hun volle loon ontvangen. Niet de winst, maar de mensch moet vei lig gesteld worden. Het huidige econo misch stelsel moet dus verdwijnen, want dit leidt tot een ontzettende ramp. Alle men schen moeten in een betere maatschappij komen. In den Bellamy-staat is het bestaan van den mensch van de geboorte tot aan het graf verzekerd. Oppotten is dus niet noodig. Met een opwekking om zich aan deze be weging aan te sluiten, teneinde het ideaal van Bellamy te verwezenlijken, eindigde de heer Kloos zijn rede, die met applaus beloond werd. De heer M. E. Bouwmeester spi'ak over het onderwerp: ..Oorlog of vrede, armoede of welvaart". Hij begon alleerst met op te mer ken. dat noch hoofdbestuurslid, noch propa gandist een cent verdient van het geld, dat de leden der vereeniging bijeen brengen. Daar om mocht hij zich de vrijheid veroorloven, financieelen steun voor deze beweging te vra gen. Komende tot zijn rede, herinnerde spre ker aan het ontstaan van den wereldoorlog en aan den on tze tienden chaos, die er het gevolg van was. Den eenen dag waren Duit- schers en Belgen vrienden en zelfs familie; den volgenden dag stonden ze als gezworen vijanden tegenover elkaar. Hij noemde het een i::ap in het gezicht van den Christus, dat c landen Gods zegen over hun wape nen aismeekten, hoewel Hij toch de God van alle landen was en hoewel men gepredikt heeft: „leeft in vrede met elkander" en: „hebt uw naasten lief gelijk u zeiven". Men had er totaal niet aan gedacht, dat hij die het zwaard opnam, ook- door het zward zou ver gaan.. Om het verwenschte winstsysteem werden millioenen menschen gedood. Alles moet gedaan worden, om een herhaling te voorkomen. Een duurzame vrede kan alleen ontstaan in den Bellamy-staat. Wie dit wil helpen verwezenlijken, moet als lid tot deze beweging toetreden. Een andere economische orde moet er komen. De Bellamy-gedachte moet aan alle landen en volken gebracht wor den, want dan wordt de vijandschap gebro ken; dan komt er een ware, algemeene vrede. De economische oorlog is nog veel erger, dan de militaire oorlog, want in den economi- schen oorlog worden de gewonden niet ge holpen. En die vreeselijke oorlog zal eeuwig blijven duren in elk land en in elk dorp, wan neer men er niet zelf een einde aan maakt. De Bellamy-beweging brengt economische gelijkheid voor alle menschen. Er behoeft geen honger geleden te worden. Op het oogenblik loopen duizenden met honger, ter wijl overstelpende hoeveelheden levensmid delen vernietigd worden.. Dertig procent van de schoolkinderen in Nederland lijden aan ondervoeding. In den Bellamystaat zal dit onmogelijk zijn Do menschen moeten daar van op de hoogte gebracht worden. In den Bellamystaat zullen de menschen elkander dienen; de aarde is rijk genoeg om allen te voeden. Armoede is daar voor goed van de baan.. Bittere tegenstellingen zullen niet meer be staan. Ook de heer Bouwmeester wekte op, om in grooten getale tot de Bellamy-beweging toe te treden. Dat is de weg naar de welvaart. Zijn rede verwekte eveneens luid applaus. De voorzitter bracht aan beide sprekers een woord van dank. HAARLEM'S TOONEEL. Haarlem's Tooneel geeft Maandag 28 Januari in den Schouwburg Jansweg een opvoering van „De wrekende God", detectivespel van Ed. Veterman. Het balmasqué heeft op Zaterdag 2 Maart, in cabaret La Gaité plaats. Communisten herdenken den sterfdag van Lenin. J. Kleuver en Ko Beuzemaker spreken in de Concertzaal. In de groote zaal van het Concertgebouw hield de Haarlemsche afdeeling van de Com munistische Partij Holland een bijeenkomst ter herdenking van Lenin. De voorzitter, de heer Noordewier. zei dat elf jaar geleden bij den dood van Lenin, de kapitalisten meenden dat 't met den socia- lïstischen opbouw was afgeloopen. Deze mee- ning bestaat nu niet meer, doch de commu nisten moeten beseffen dat op vijf-zesde deel der aarde 't kapitalisme nog bestaat. Bij de aanstaande verkiezingen, waaraan voor 't eerst Mussert zal meedoen, weten de arbei ders dus wat hun te doen staat: eenheid. Nadat met begeleiding van de Harmonie- muziekvereeniffing ..Voorwaarts", directeur de heer J. Post de Internationale wa sgezon- gen en de Communistische Jeugdbond met vaandels en gezang was binnengemarcheerd, verkreeg de heer J. Kleuver het woord, die zei dat Lenin voor de jeusd groote beteeke- nis heeft gehad, evenals Kar] Liebknecht en Rosa Luxemburg. Het waren eenvoudige men schen in tegenstelling tot de door humbug gebombardeerde nationale, fascistische hel den. Lenin's parool voor de jeugd was: „leeren en strijden!" Niet zooals de A.J.C. er van heeft gemaakt, „leeren strijden". Lenin h~e" niet altnd voorspoed in de beweging gekend, hij heeft een weg van strijd moeten gaan. Toch is hij de grondlegger geweest voor de toekomst van de Russische jeugd. Bovendien is de jeugd reeds met 18 jaar stemgerechtigd en kan zü ook gekozen worden. In het pro ductieproces is de jeugd ten volle betrokken en de resultaten van den arbeid zijn voor de gemeenschap en niet voor de aandeelhou ders. Liebknecht en Rosa Luxemburg, die in 1919 als sociaal-democraten door de Duit- sche jonkers vermoord werden, aldus de spre ker, werden herdacht. Zij hebben onomwon den de werkelijke motieven van den wereld oorlog aan het licht gebracht, waardoor zij aan talrijke vervolgingen werden bloot ge steld. Tijdens den oorlog hebben zii veel voor de ieued en tegen 't kapitalisme gedaan. Ver schillende opstanden tegen den oorlóg zijn aan hen te danken. Hun leuze was: „de vijand staat in eigen land". Die leuze is ook nu nog van kracht! De vüand is niet de pro letariër aan de andere zijde van de grens, m^gr de uitbuitende kapitalist in eigen land. Eén ding is zeker: het kapitalisme stuurt op den wereldoorlog aan. Het fascisme is 't bewijs, vooral dat in Duïtschland. De z.g.n. arbeidsdiensten zijn een zuivere militaire voorbereiding. De metaal-, dus de oorlogs industrie. werkt op volle kracht: schrijf ma- ehinpfabrieken bereiden zelfs 't oorlogstuig. Ook j" Nederland wordt een oorlog voorbe reid. Uiteraard moeten daarom aan de Mus- cert-b°wpging voorrechten worden gegeven. De arbeidersjeugd moet zich bewust worden van haar taak: eenheid door samenwerking tusschen den Communistisch en Jeugdbond en de A.J C. In 't buitenland is dit reeds veel al 't geval. De A.J.C. moet vertrouwen hebben in den C, J. B. Voor de Intern. Roode Hulp werd een mo- tïo aangenomen, waarin geprotesteerd wordt tegen de gevangenhouding van een Duit- schen emigrant, in de gevangenis te Haar lem gedurende meer dan vier maanden. Bo vendien wil men volledig asvlrecht. De heer Ko Beuzemaker zei dat in de ka pitalistische landen honger geledon wordt, in tegenstelling tot het bevrijde Rusland. Zelfs in Tokio is de sterfdag van Lenin (Dinsdag) op grootsehe wijze herdacht. Dit bewijst hoe zeer de geest van Lenin voort leeft, want Tokio is de hoofdstad van een imperialistisch rijk bii uitstek. Overal waar de arbeidersklasse zich gereed maakt voor den strijd wordt de methode van Lenin toe gepast. De spreker ging in de geschiedenis de be- teekenis van Lenin na. Hii ls gegroeid tot de leider van alle onderdrukten, de grondlegger geworden van hun denken. Het afgeloopen jaar heeft, doen zien dat de overwinning van de proletarische massa in Rusland leidde tot welvaart voor die massa gedurende het Viifjaren-plan. Hech ter dan ooit is de eenheid der communisten in de Sovjet Unie. Het socialisme schrijdt er van succes tot succes voort. De spreker memoreerde den moord op Kirov. De moordenaars waren vertegenwoor digers van de laatste resten van de opportu nistische oooositïp der communistische par tij. die ook in 1917 zich tegen een revolutie verzette. Doch zij moeten met den klasse- vijand. den kapitalistischen buitenlander (o.a. Dnitsche fascisten) in verbinding heb ben gestaan. De bedoeling van de aanslagen, die de Duit- sehers op hun geweten hebben, (Dollfuss, Marseille e.a.) is de uitbarsting van den we reldoorlog te verhaasten. Het antwoord op den moord op Kirov is gegeven! „De klasse vijand heeft met ons ook geen medelijden!" zei de heer Beuzemaker. (Applaus). Reformistische leiders hebben In de te rechtstelling echter een prachtige gelegen heid gezien tegen de eenheid der arbeiders te ageeren. Als 't gaat om Soaansche arbei ders te helpen doen de reformisten niets, doch wel als 't er om gaat tegen de commu nisten te ageeren. De buitenlandsche politiek van de Sovjet Unie is die van Lenin: versterking van de macht, behoud van den vrede, breken van de macht, der imperialisten. De toetreding tot den Volkenbond is een bewijs van de toe nemende kracht- De spreker behandelde verder enkele ac- tueele vragen, o.a. de Saarkwestie en besloot met een oproep de gelederen der C. P. H. te helpen versterken. HAARLEMSCHE EN HEEMSTEEDSCHE REDDINGSBRIGADE. Er heerschte Woensdagavond een groote drukte in het Sportfondsenbad. toen de Haar lemsche en de Heemsteedsche Reddingsbri gade er hun eerste oefeningen hielden, 't Was een geplons. een geduik. een gesleep met drenkelingen van je welste. terwijl ook het popduiken en springen niet werden vergeten. Heemstede en Haarlem leverden elk een gelijk aantal zwemmers en zwemsters, n.l. elk 63 dames en heeren. Er werden ook belangrijke apparaten gepro beerd; de heer C. G. Ebelie, wonend Harmen- jansweg' 29 liet oefenen met een door hem geconstrueerd „duikapparaat"; het gelukte A. G, Geerst Jr.. met dit toestel 2 min, 45 sec. zich onder water voort te bewegen, quasi op zoek naar een gezonken drenkeling. Vele leden hebben met dit toestel geoefend. De heer A. J. Meijerink deed op verzoek van den uitvinder den heer M. Kooy te Schiedam, proeven nemen met een nieuw hulpmiddel voor zwemmend redden van drenkelingen. Verschillende heeren en dames hebben het apparaat met voldoening gepro beerd. Veel belangstellenden woonden dezen oefen avond bij. VEREENIGING „HAERLEM". Het bestuur der Vereeniging „Haerlem" heeft de leden met hun dames uitgenoodigd tot het bijwonen van een voordracht met lichtbeelden op Dinsdag 29 Januari in één dei- zalen van Café-Restaurant v.h. Gebr. Brink- mann. Dien avond zal de heer P. T. A. Swillens. technisch assistent bij het Kunsthistorisch Instituut der Rijks-Universiteit te Utrecht behandelen het onderwerp: Pieter Saenredam. schilder van kerk-interieurs te Haarlem 1597 —1655. NIEUWE HAARLEMSCHE KUNSTKRING. De opvoering van „De medailles van een oude vrouw" in den Stadsschouwburg, onder auspiciën van den Nieuwen Haari, Kunstkring zal niet plaats hebben op 28 Januari, zooals Woensdag gemeld werd, maar Vrijdag 25 Januari. LETTEREN EN KUNST HERINNERINGEN AAN SIMON MARIS, t Simon, de zoon van Willem, den schilder der landschappen met koeien en eenden, en der hooge luchten is Dinsdag, 62 jaar oud, gestorven. Jacob en Matthijs waren zijn ooms, de jonge Willem, Jacobszoon, is hem even eens reeds voorgegaan in den dood. In tegenstelling tot de anderen, die Hage naars in hart en nieren bleven, was Simon Amsterdammer geworden niet alleen, doch ook langzamerhand een op den voorgrond tredende figuur, een populair man in de kunstwereld. Wij zijn in het eerste decennium dezer eeuw langen tijd overburen van elkaar geweest op de Keizersgracht bij de L-eidsche- straat, waar hij zijn gastvrij huis en zijn atelier had en de dichter Kroon in hetzelfde huis woonde. Vrienden en kennissen telde hij bij dozijnen in de wereld, waarin men zich niet verveelt en in geen feestcomité voor een acteur, voor een weldadig doel, voor een jubi laris ontbrak hij. Na den dood van Thérèse Schwartze was de instuif bij de Marissen, ge loof ik, een tijdlang de eenige artistieke „sa lon" van Amsterdam. Er kwamen zoo wat de zelfde menschen. Misschien was het verkeer in den huize Schwartze wat ernstiger, vroolijker dan in den kring der Simonisten de gasten „bewirthet" en de conversatie op-gang gehou den werden, kon het daar. zeker niet toegegaan- zijn. Simon Maris was portretschilder. Hij leerde aanvankelijk van zijn vader ,doch werd daar na door dezen naar Antwerpen gezonden, na ook op de Haagsche Academie gewerkt te hebben. Hij ging naar het land der Sinjoren in gezelschap van twee andere jonge Hollan ders met portretaspiraties: Gratama en Buis man, welke beiden, inmiddels tot custoden der Haarlemsche Kunstschatten benoemd, zich voor de Spaarnestad verdienstelijk heb ben gemaakt. In Antwerpen kregen zij allen les van Devriendt en toen Simon Maris zich eenmaal te Amsterdam gevestigd had, was er spoedig een uitgelezen publiek van dames en heeren bereid voor hem te „zitten". Hij maakte van zijn modellen gëen studie objecten voor psychiaters, zooals er door de moderne kunst nog al eens worden voortge bracht, noch drong hij ze in eenige architec tonische of decoratieve opvatting, noch voer de hij ze op tot wonderen van schilderkunsti ge techniek, doch hij schilderde eenvoudig zóó als hij het geleerd had, en hoofdzaak voor de poseerenden meestal zóó dat het geleek! Dat is niet gering en meer dan men gewoonlijk denkt. Zoo werd zijn woning door zijn gezelligen aard tot een verzamel plaats voor velen, schilders en niet-schilders, die zich met „problemen" der kunst niet wenschten bezig te houden en in den portret schilder in de eerste plaats een „man van de wereld" wilden zien. Simon Maris had alle eigenschappen van den „Weltmensch". Hij was aimabel en ver borg zijn menschenkennis achter die amabi- liteit. Hij was gul en goedhartig, doch aller minst naief. De roset in de lapel van zijn jas misstond hem niet; hij zou, ware hij in di- plomatieken dienst geweest als voortrekker, informator of verkenner zich onderscheiden hebben. Ieder minister had hem wat men noemt om een boodschap kunnen sturen. En dan zijn nog maar slechts enkele kantcr. van zijn wezen belicht en wordt bijvoorbeeld over zijn fantasie die een los gezegd van u of mij tot een aangekleede romance kon uit werken. gezwegen. Een dier ongezocht vroolijke kanten van het lot heeft gewild dat deze zoon van een be roemd koeienschilder zijn eerste atelier te Am sterdam had in de Kalverstraat, boven Focke en Meltzer, daar waar vroeger de Osjessluis lag over het nog ongedempte Spui. Zijn latere woning op de Keizersgracht, over de kunstzaak van Van Gogh, was com fortabeler ingericht voor het ontvangen zijner vrienden en cliënten en hier had hij alles met verfijnden smaak ingericht en kon hij van zijn groote liefhebberij voor antiek, lief hebberij aan zoovelen schilders der Haagsche School gemeen, naar hartelust toegeven. Mooie kastjes met oud porcelein en Delftsch, oude meubelen en muziekinstrumenten, oud zilverwerk in glazen hangkastjes, dat alles vormde van zijn home een intiem klein mu seum. Behalve zijn portretten schilderde hij zoo gaarne die Madomia-achtige moeder en kind composities, die een bepaalde mondainiteit bezaten, waardoor ze in de étalage van Buffa in de Kalverstraat steeds de bewonderende aandacht der voorbijgangers trokken. Simon Maris heeft ook aan het maatschap pelijk leven der Amsterdamsche schilders vaak deelgenomen. Als bestuurslid van Lucas, als mede-organisator van buitenlandsche ten toonstellingen en anderszins, terwijl hij als raadgever van sommige groote verzamelaars een tijd lang zekeren invloed had. Na gerulmen tijd ziek geweest te zijn is hij nu heengegaan. Met hem een hartelijk ka- i meraad voor zijn collega's en een typisch fi guur uit het artistiek Amsterdam. J. H. DE BOIS De heer Leo Straus is wel zeer actief. Maan dagmiddag hield hij voor de vereeniging van Haarlemsche huisvrouwen een voordracht over Schiller en gisteravond had hij ons uit genoodigd in de lunchroom Franken in de Groote Houtstraat voor een lezing over het onderwerp „Vrouwen in Mannenoogen". Dat hiervoor belangstelling zou zijn, was te ver wachten; in de intieme sfeer van het gezel lige zaaltje hebben velen dames zoowel als heeren geluisterd naar den heer Straus, die over dit altijd actueele onderwerp zijn licht liet schijnen. Het was geen wonder, dat de heer Straus, die een groote vereering" koestert voor Goethe begon met het citaat „Het eeuwig vrouwelijke trekt ons aan." Het leven wordt ons door de vrouw gegeven en wij zien in de schoone sekse dan ook allereerst de aanstaande moe der. Is het dan een wonder, dat een man zich er toe aangetrokken gevoelt? zei de heer Straus. De vrouwen zijn zilveren schalen, waar in wij appelen leggen ook dit is een gezegde van Goethe, maar toch had de groote dichter eenige reserves. De vrouwen, die ik geschapen heb, zijn allen beter dan ze zijn, heeft hij eens gezegd en aan Eckermann erkende hij toen hij al 75 jaar was, dat trots de vele vrouwen, die in zijn leven een rol hebben gespeeld, de vrouw hem nooit langer dan 4 weken behaagd had. De vrouwen hier is het weer de heer Straus die spreekt zijn lichtende bakens, die ten slotte voorbij gaan. In de mannen is altijd iets van den „Fliegende Hollander", in de vrouw iets van de Mater Dolorosa. De Duitsche dichter Hebbel heeft in Judith het wezen der vrouw in diepte gepeild, ook in haar verhouding tot den man. Hij laat Holo- fernes zeggen: „De vrouw zal vergaan aan de trouwloosheid van haar zinnen". Zoo belang rijk vond de heer Straus Hebbel's Judith in het verband met zijn onderwerp, dat hij heel het tooneel tusschen Judith en Holofernes in diens legerkamp voor ons voordroeg. Tot zijn onderwerp terugkeerend, verklaarde de spreker, dat de basis van het huwelijk is de bewondering van den man voor de schoon heid van de vrouw. Daarom doet de vrouw ook alles om zoo mooi mogelijk te zijn of te schij nen. Uit het feit, dat de maatschappij zich tot taak stelde de vrouw in moeilijke omstandig heden te steunen, trok de heer Straus de con clusie, dat man en vrouw niet gelijk zijn, Van algeheele gelijkstelling' van man en vrouw is volgens hem nooit sprake geweest, ook voor 2000 jaar niet. De man wil de vrouw bemin nen, maar hij is toch dankbaar, dat hij geen vrouw is. Zooveel vrouwen ex zijn, zooveel ty pes, in duizenderlei variaties, van den moeder tot de cocotte; maar in iedere vrouw is vol gens den heer Straus iets van beiden aanwe zig. Wie moeder zegt, raakt aan een mysterie. Zoodra de vrouw moeder is, wordt zij door gaans de spil van het gezin. De vrouw-moeder wordt door haar kind geremd, maar zij valt in haar eigen wezen meestal terug en wil ge vleid zijn. Het man-vrouw-probleem noemt de heer Straus het probleem bij uitnemendheid. De strijd om de vrouw eischt zware offers, man nen en vrouwen overwinnen elkaar ten eeuwi- ger dage. Zooals er maar één pas is tusschen het sublieme en het belachelijke, zoo is het ook van liefde tot haat. Doodelijke haat zooals dikwijls tusschen broeders is er tus schen de geslachten niet, maar hij voert toch vaak door de jalousie tot doodslag en moord. Maar men kan ook met woorden dooden en hoe dikwijls komit dat niet voor. En als voorbeeld van een der felste uitingen van een vrouwenhater, citeerde de spreker een ge deelte uit het drama De Graaf van Charolais. Na een korte pauze sprak de heer Straus j meer speciaal over de weduwen en de ge scheiden vrouwen. De werkende vrouwen, meende hij, behoefden zijn aandacht in deze lezing niet. De gescheiden vrouwen zijn de vrouwen, die het onderspit gedolven hebben. Onder hen zijn de meesten, die in allestan den van de mannen getuigen, dat ze ..tuig" zijn Vele vrouwen scheiden om weer te trouwen De statistiek heeft bewezen, dat bij kinderlooze huwelijken meer scheidingen voorkomen dan bij echtverbintenissen met kinderen Over het algemeen is de man minder kies keurig dan de vrouw. De vrouw wil wel, dat de man haar vertroetelt dat is het moe der-instinct in de vrouw maar zij wil te gelijk hem bewonderen. Hij moet licha melijk zoowel als geestelijk de primus in ter paris voor haar zijn, zooals de man in zijn vrouw de prima-donna wil zien. Daarop deed de heer Straus wel een zeer onverwachten sprong. Hij kwam terecht bij An en Trijn. de twee vrouwen uit Bredero's De Spaansche Brabander en droeg het too neel voor, waarin deze vrouwen vertellen, hoe zij op het breede pad beland zijn. Lag het aan mij, maar de voordracht van dit fragment leek mij in verband met het on derwerp der lezing wel heel gezocht. Over de heele wereld zijn Annen en Trij- nen. zei de heer Straus en dit gaf hem aan leiding te spreken over de millioenen dieren, die terwille van het bont voor H.M. de vrouw geofferd worden. En daarna ging het bij den heer Straus crescendo. Ook oorlogen worden er om haar gevoerd; dood en ver derf heeft zij op haar geweten. Want vele vrouwen mogen pacifistisch' van aard zijn, zij zijn dikwijls degenen, die oorlogen ver wekken en hij herinnerde, om dit te bewü- zen, aan Aspasia en Helena van Tro.je. De dames in de zaal glimlachten en voelden zich blijkbaar niet verantwoordelijk voor wat deze twee dames in de oudheid hadden gedaan. Uit den oorlog blijkt de polygame aanleg van den man! zoo verzekerde ons de heer Straus en nu was het aan ons, mannen, om te elimlacher. Het slot van deze lezing was een vraag: Heeft de vrouw een anderen aard dan de man. en het antwoord van den heer Straus luidde: Ongetwijfeld. En vraagt men, wat drijft de man, dan zal het eeuwige antwoord blijven: „Cherchez la femme!" Ik had dit belangrijke onderwerp ook wel eens door een Franschman willen hooren be handelen. De Franschman, die zoo de gave van het woord en van de causerie bezit, zou waarschijnlijk logischer in zijn betoogtrant zijn geweest. De heer Straus sprong wel eens wat te veel van de hak op den tak. Wat mis schien zijn oorzaak vond in de rijkdom van het onderwerp. Dat de heer Straus, die in de Duitsche letteren heeft gestudeerd, zijn licht bij voorkeur opsteekt bij de Duitsche klassie ken, is begrijpelijk, maar wij zouden toch graag ook eens hebben vernomen hoe dichters als Strindberg. de vrouwenhater en Ibsen. de strijder voor de vrouw, de schoone sekse heb ben gezien. Ook Shaw toont dikwijls een merk- waardïgen kijk op het man-vrouw-probleem. En vergeten wij de Franschen, die de vrouwen weer anders zien dan de Duitschers, niet. Mocht de heer Straus het onderwerp nog eens behandelen, laat hij dan debat toestaan. De dames, die gisteren aanwezig waren, leken mij strijdlustig genoeg. De eeuwige strijd tus schen man en vrouw en dat met het woord, hoe interessant zou liet kunnen zijn. J. B. SCHUIL. R.K. HAARLEM'S CEMENCD TOONEEL „THALIA". De privé-secretaresse De vereeniging R.K. Haarlem's Gemengd Tooneel Thalia" heeft gister en eergister avond in den schouwburg aan den Jansweg een donateurs-avond gegeven, waarop de werkende leden het blijspel De Privé-secreta resse hebben vertoond. Dit stuk, geschreven door den Haagschen tooneelschrijver A. den Hertog, is hier ter stede reeds eerder zoowel door het beroeps als het dilettantentooneel opgevoerd. Men herinnert zich den inhoud uit de voorstel lingen van het Vereenigd Rotterdamsch Hof stad Tooneel, waarin mevrouw Annie van der Lugt Melsert-Van Ees de hoofdrol vervulde. Ook de tooneelvereenigingen J. J. Cremer en Pius uit Amsterdam zijn met dit stuk alhier uitgekomen. Toch blijft ook bij herhaald weerzien dit onschuldige blijspelletje onderhoudend en door den eenvoudigen, vlotten opzet leent het zich uitstekend voor dilettanten, die boven dien immers altijd gaarne zich in de Engel- sche „society" verplaatst zien. De voorstelling van Thalia, welke als ge woonlijk onder leiding van den heer Piet van Nouwland was voorbereid, droeg de sporen van degelijken arbeid en goede verzorging. Ook had men de verschillende rollen aldus over de beschikbare spelers verdeeld, dat ieder het best tot zijn recht kwam. Het middelpunt van de vertooning was me juffrouw Ans Assendelft als Jenny Alling- worth, het ondeugende nichtje, dat haar eigen zin tot allen prijs wilde doordrijven en haar zelfstandigheid wilde bewaren, doch door den fabrikant, die door haar wanhopige tante te hulp was geroepen, tegen haar wil in „ge temd" wordt. Zij maakte van haar rol een frisch figuurtje, dat zich zonder veel blijk bare inspanning over het tooneel bewoog en de sympathie van het publiek voor haar vrij moedig optreden wist te wekken. De tante was verpersoonlijkt door mejuf frouw Rie Koning, die zich ondanks haar grij ze lokken jeugdig genoeg had gegrimeerd om met den jongen fabrikant op voet van vriend schap om te gaan. De heer Martin Langeveld was de fabrikant; hij gaf door spel en dictie het onverstoorbaar laconieke van dezen in het nauw gebrachten en tenslotte zijn tegen woordigheid van geest verliezenden „temmer" goed weer, al maakte hij aanvankelijk wel eens den door den schrijver vermoedelijk niet bedoelden indruk, als zou er achter elk zijner woorden een geheimzinnige strekking steken. Onder de bijrollen trok de heer Piet Dieben de aandacht als een aardig geparodieerde oberkellner. De verdere bezetting was in han den van de dames Mary van Leeuwen (Miss Roberts), Kik Kievit (Miss Bloomfield), Coby Dingerdis (Dodds) en een anonieme actrice (Kamermeisje) en van de heeren Jan Wub- bels (Harold Rowlandson), Piet Loerakker (Dicky), Mart. Bijnsdorp (Markham), Paul (Guus v. d. Veldt), Louis Hopstaken (knecht) en Martin Maste (persfotograaf). Het ensemble Nibbering verleende tijdens de pauzes zijn muzikale medewerking. H. G. CANNEGIETER DE HEER H. HOENDERDOS OVERLEDEN. Woensdag is te zijnen huize te Wijk aan Duin op 72-jarigen leeftijd overleden de heer Hendrik Hoenderdos, oud-directeur en op richter van den N.V. Hoenderdos' Brandstof- fenhandel. De teraardebestelling zal plaats hebben Zaterdag 26 Januari a.s.. des namiddags te 12 uur op de Alg. Begraafplaats te Haarlem, ingang Kleverlaan. IBIS SHAG - LICHTE PIJPTABAK Rookt Dobbel man n's Tabak en ff één anderal (Adv. Ingez. Med.) AGENDA Heden: DONDERDAG 24 JANUARI Stadsschouwburg: Vioolavond van Constant Moerman, m. m. v. Karei de Jong. S uur. Gebouw Theosofia Nassauplein 8: Psycho metrische avond door mevr. J. Otterloo. 3 u. Palace: „Een vrouw, een vriend, een lied." Tooneel: Willy Astor Comp., dansfantasieën. 7 en 9.15 uur. Frans Hals Theater: „Malle Gevallen". 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: „Zonen van een va der." Doorloopende voorstelling van 7 tot 11.30 uur. Rembrandt Theater: „Turandot, prinses van China." Tooneel: Gonjou-Bros, romance in porcelein. 7 en 9.15 uur. Waaggebouw: Tentoonstelling van schilde rijen, teekeningen en houtsneden van Cor Visser. 105 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16 Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. VRIJDAG 25 JANUARI Nassauplein 3: Theosofische Vereeniging. Lezing K. Borsten. 8.10 uur. Kenaupark 29: Verg. aandeelhouders NV. Boerderij Bronslee. 8' uur. Bioscopen: nieuw programma. Waaggebouw: Tentoonstelling van schilde rijen, teekeningen en houtsneden van Cor Visser. 105 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 10