RDACAVOND Bluft Fit! In de krater BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Bange Javaantjes Naar Saloniki en Instanbul. ZATERDAG 2 FEBRUARI 1935 HSXREEM'S DAGBLAD 13 Yam Observatiepost met schuilplaats bij uitbarstingen. De alpinesport clie in Europa, speciaal de Alpen, zoo belangrijk geworden is, verkeert in Indië nog in een beginstadium. Vreemd genoeg, want op Java's hooge toppen vindt de tropen perron er de koelte, waar hij in de kuststreken naar snakt: in de Westmoesson heerlijke lentekoelte, in de Oostmoesson zelfs strenge winterkou in de regionen boven 2000 Meter. Ook bieden Java's vulkanen geen moeilijk heden bij de beklimmingen van zuiver tech- nischen aard, zoodat hulpwerktuigen als Eispickel, Seil en Steigeisen overbodig zijn. Iedere top op Java is te beklimmen voo: iemand, die over een flink stel longen en een goede hoeveelheid uithoudingsvermogen beschikt. Wel maakt het heete klimaat van de laag vlakte de menschen slap en futloos; de mees ten voelen er niets voor om na een lange vermoeiende week van hardwerken zien des Zondags erg in te spannen, zoodat het altijd moeilijk is een paar metgezellen voor een klimpartij te vinden. Met de Merapibestijging was het echter anders gesteld. De Merapi, de vuurberg van Midden-Java, de gevaarlijkste en werkzaam, ste vulkaan van Java, ja misschien wel van de geheele Oost-Indische Archipel, de berg die door zijn herhaalde uitbarstingen voortdurend van zich doet spreken, oefent een onweer staanbare aantrekkingskracht op den mensch uit. Toen er zich een kans voordeed met de vulkanologen Dr. Hartmann en Petrochevski een tocht naar de krater te maken, verklaar den er zich direct twee van mijn vrienden bereid mee te gaan. De voorbereidingen waren gauw getroffen en op een Zaterdag middag, even na kantoortijd, bevonden we ons al op weg op twee motoren. Ik was erg benieuwd wat we nu wel te zien zouden krijgen; ik had de berg reeds vijfmaal beklommen, maar steeds van Selo uit dat in het zadel tusschen Merbaboe en Merapi ligt, vanwaar men op den krater rand uitkomt, zonder echter in de krater te kunnen afdalen. Nu zou de tocht over de lava stroom van 1930 door het hoefijzervormige gat door deze eruptie in de lcraterwand slagen, leiden, zoodat we het binnenste van de krater, waar sedert een week verhoogde werking was geconstateerd, zelf in oogen- schouw konden nemen. We vertrokken om drie uur uit Semarang ën na een snelle rit kwamen we om vijf uur te Moentilan aan, waar we den zijweg naar Doekoen insloegen. Even voorbij Doekoen liep de weg dood op het Senoworavijn, een rivierbedding, diep uitgeschuurd door ver schillende lavastroomen. Onze motoren lieten we in een kampon vlak bij het ravijn achter en te voet ging het nu verder, naar de obser vatiepost Babadan van den vulkalogischen dienst. Eerst het ravijn over (een brug be stond er natuurlijk niet) en toen ging het langzaam stijgend voorwaarts langs den lin keroever van de Senowo. De zon ging onder en de maan kwam op als- een roode schijf, juist tusschen Mebaboe en Merapi. Toen scheurde ook het zware wolkendek, dat om de top hing en de Merapi- kegel met de zware rookpluim werd zicht baar. Dreigend zwart staken de scherpe con touren van den grooten berg tegen de maan lichte hemel af; vreemd wit leek de rook pluim nu in het zilveren maanlicht. Eindelijk, na twee uur langizaam stijgen bereikten we om acht uur Babadan. dat op 1250 M. hoogte aan den rand van de Senowo ligt. Van hier wordt de kratermond dag en nacht door een kijker waargenomen De post is telefonisch met Moentilan verbonden; zoodra er gevaar dreigt, wordt de bevolking van de omliggen- dessa's gealarmeei-d. Onder de post is een betonnen schuilplaats gemaakt; met behulp van zuurstofapparaten kunnen de vulkanologen het daar lang uithouden, ingeval zij door een lava massa zouden worden bedolven. Hier waren de beide vulkanologen Dr, Hartmann en Petrochevski. Na een stevige rijsttafel en na het onderteekenen van een formulier, waarbij wij verklaarden de tocht geheel op eigen risico te maken, en het In dische gouvernement verklaarde generlei ver antwoording op zich te nemen voor de ge volgen van eventueele valpartijen (een op wekkend formulier!), legden we ons ter ruste op een harde baleh-baleh (houten rustbank) Het was koud en het tentzeil waaronder wij gezamenlijk beschutting,trachtten te vinden, verwarmde slechts matig, maar niettegen staande deze onaangenaamheden lukte het toch een paar uren in Morpheus' armen door te brengen. Om drie uur 's morgens was het reveille en om vier uur begon de klim, weer bij mane schijn. Eerst ging het door een mooi oud bosch, totdat we op een ravijn stuitten, waar in zich met donderend geweld een waterval stortte. Langs den rand van het ravijn be reikten we even later de boschgrens aan de voet van de meer dan 1000 M. hooge lava kegel, juist op tijd om de zon achter de Merbaboe te zien opgaan. We waren op bijna 2000 M. hoogte en het vergezicht aan onze voeten was overweldigend. Daar lag de vrucht bare vlakte van Kedoe, overgoten door de eerste roode stralen van de zon. Als groote witte plakkaten lagen daar de grootere ste den zooals Djocja en Magelang, recht onder ons Moentilan; de talrijke suikerfabrieken plekten wit tusschen het groen van suiker riet. sawah's en bosschen. Lang tijd om ons in dit grootsche panorama te verdiepen hadden we niet, want er lag nog een fiksche klim van ruim drie uur voor den boeg. Snel iwerd de inwendige mensch nog wat versterkt, de schoenen verwisseld voor ijzersterke berg- Iaarzen, bestand tegen het klimmen op de scherpe lavablokken. Toch is er op den duur niets bestand tegen de lava; de vulkanologen moesten iedere week nieuwe schoenen heb ben; de oude hingen er na drie bestijgingen van den berg als lappen bij. De bijna loodrechte lavakoepel zag er op het eerste gezicht bijna onbeklimbaar uit; toch viel dit bij nader inzien erg mee. De lava was erg verweerd, bood daardoor uitstekende steunpunten. Al zigzaggend kwamen we ge stadig hooger. Eindelijk bereikten we op 2600 M. hoogte de eerste solfatare (gloeiende zwavel- dampspuiter)die een temperatuur had van 200 gr. Celcius. Na dit kort oponthoud ging het weer verder, nu over de lava van 1930 die als een zwarte slang over de oude grijze veel meer verweerde lava lag. Onder de glazige poreuze oppervlakte moet deze lava massa nog een temperatuur van 500 gr. C. hebben. Na nog een uur klimmen bereikten we eindelijk op 2800 M. de hoefijzervormige doorbraak in de kraterwand en konden nu in het binnenste van de krater zelf kijken, voor zoover dit door de zware gele zwaveldampen mogelijk was. Dat was een schouwspel van ongekende pracht, tevens van een onheilspellende woest heid. Het geweldige 400 M. breede en 300 M. diepe kratergat met loodrechte, soms over hangende okerkleurige wanden was geheel ge vuld met geel-grijze dampen, die sissend uit de tallooze solfataren en fumarolen (stoom spuiters) opstegen. De zon vertoonde zich aan onze blikken als een vuurroode schijf; de zwaveldampen vormden een prisma waardoor de meeste bonte kleuren afwisselend op de haakte wanden getooverd werdenê Dit kleu renspel en het gebrul van de vele honderden dampen uitstootende solfataren en fumarolen, vormde de krater van de Merapi, de door de Javaan zoozeer gevreesde vuurberg. Ofschoon men veel eerbied moet hebben voor zulk een schouwspel, toch verdrijft het den honger niet Onder groote hilariteit verwarmde een on zer een blikje erwtensoep boven een solfatare; het blikje was in een ommezien gloeiend en de soep spoot hem om de ooren. Met onze gasmaskers trachtten we de eruptie haard in het midden van de krater te be- riken. Voetje voor voetje ging het nu voor waarts; iedere steen moest eerst aangepeild worden met een bamboestok voor we er de voet op konden zetten. Uiterst langzaam g het voorwaarts, maar na een uurtje hadden we toch de lavahaard bereikt. Een fantas tisch schouwspel was dat! In een spleet in de lavakoepel gloeide de vloeibare lava. een roodgloeiende streep, net als een slang rood- ;loeiend ijzer, dat uit een hoogoven loopt. We moesten wel op een afstand van twin tig meter blijven, zoo intens was de hitte. Met behulp van een ijzeren pyrometer met element werd de temperatuur opgemeten 970 gr. C. Bij 1000 gr. C. begint de lava te vloeien en'stort, zich dan door het kratergat omlaag; geen wonder, dat de beide vulkanologen bijzonder op hun hoede waren en alle toebereidselen tot een overhaaste vlucht reeds gemaakt hadden Het werd nu hoog tijd af te dalen, het be gon benauwd te worden met onze gasmaskers op; ook de oogen, hoewel verborgen achter een beschermende zonnebril, begonnen te tranen door de inwerking der scherpe zwavel- gassen Alles verteert onder den invloed van deze scherpe gassen; de vulkanologen, die in dezen tijd van verhoogde werking drie maal per week de vulkaan beklimmen, moesten iedere week nieuwe kleeren hebben! Het was een herademing toen we eindelijk den uitgang bereikten, waar we volop van de frissche lucht konden genieten De afdaling geschiedde in een snel tempo; langs de regen, geulen in de lava lieten we ons gewoon naar beneden glijden; in elke hand een stok om af te remmen, zoo nu en dan net als op ski's een christiania makend als de vaart wat al te snel werd. Om drie uur 's middags waren we weer in de observatiepost terug. De motoren vonden we in goede orde terug, omringd door een schaar van aandachtig toekijkende Javaantjes, die een veilige be waking vormden. Ze waren veel te bang om de plofjes met een vinger aan te raken, daar ze vreesden dat de machines anders meteen in de lucht zouden vliegen Een stad met twee aangezichten. En zoo ben ik dan netjes in Saloniki neer-' gezet. Thessalonike zeggen de Grieken, die meest een heel afwijkende schrijf- en noem- wijze heben voor geografische namen. Het is maar een kwartiertje met de autobus naar de. stad, maar dat is net genoeg voor een eersten indruk. Een witte stad met palmen en platanen, Zuidelijk, bijna Oostersch van aanzien. Veel ezeltjes met twee manden op zij en bakker, groenteboer of fruitkoopman er achter. Een forsche wachttoren aan de kade, zonder twij fel een Romeinsch werk, veel drukte van zeil schepen, twee- en driemasters, die alle zon der mechanische hulpmiddelen geladen en ge lost worden. Forsche kerels met zware balen op den nek klauteren de ladders op en af. Wij worden afgezet op een forsch plein. Kruispunt van flinke breede straten, een mo dern wereldstadsbeeld. Maar het kaartje dat mij verstrekt werd is gelukkig wat geflatteerd. Flauwe bochten zijn weggelaten en als ik op zoek ga naar een paar merkwaardige gebou wen, zit ik al gauw in een warnet van nauwe kronkelende straatjes, waar nauwelijks een auto door zou kunnen en waar heerlijke hob- belkeien aan de Middeleeuwen herinneren. En daar staan overal moskeeën en kerken. Salo niki is Byzantijnsch, dus Christelijk gebouwd, maar van 1430 tot 1912 is het Turksch ge weest. Menige kerk werd tot moskee verbouwd en na 1912. toen Griekenland Saloniki wist terug te krijgen, werd het altaar weer inge bouwd, maar de minaret liet men meest staan, al werden de vroeger ongetwijfeld sierlijke in scripties meest verwijderd. En zoo heeft oud Saloniki twee aangezichten, een Grieksch- Katholiek en een Turksch-Mahomedaansch. die gezellig dooreen gemengd zijn tot een eigenaardige sfeer, die vooral aan deze stad eigen is. Even moet ik nog een der hoofdstra ten opzoeken voor den triomfboog van Gale- rius. Êen mooi bewaard bouwwerk, te vergelij ken met de bekende Triomfbogen in Rome, maar met mooie grootendeels intact, gebleven reliefs versierd. Electrische trams schuiven er onderdoore .gierend en rammelend zooals dat in Zuid-Europa de gewoonte is. En ik vlucht uit de stadsdrukte weer naar de stille straatjes waar de blauwe regen bloeiend van de balkons neerhangt en telkens in tuin en hof, palmen of Bougainvillea, Cypressen en olijven de aan dacht vragen. Van twee straten kies ik steeds die het steilst omhoog voert, want ik zoek den Akropolis, de oude Burcht van Salo niki, die de eerste stad omsloot, een honderd meter boven zee gelegen. Het. loopt tegen twaalven. De zon begint leelijk hoog te staan. De straatjes zijn als uitgestorven. Af en toe kleppert een ezel langs en lokt met tomaten of mandarijnen de vrouwen naar buiten. Re gelmatige ovale gezichten, steeds omlijst door een over het hoofd geslagen omslagdoek. Groo te donkere oogen, die den wandelenden vreemdeling verbaasd aanstaren, zonder vroo- lijkheid, zonder uitdrukking haast. Alleen bij de bronnen is het druk. Eigenlijk bij de kra nen van de waterleiding, waar steeds een waschbak aanwezig is en waar talrijke vrou wen en kinderen komen en gaan met groote aarden kruiken, echt het model der oud- Grieksche Amphora's zooals ik ze ook in Tu nis veel zag gebruiken. Plotseling blijven de huizen achter mij. een steile bocht en een stoffige weg voert steeds stijgend, onder langs een geweldigen muur, met zware kanteelen en groote ronde hoektorens. Maar rechts kijk ik wijd uit over de oude stad, die tegen den heuvel aange vlijd ligt en over de nieuwe gedeelten be neden langs de baai. De kade vol zeilsche pen, stoombooten op de reede. parken en tuinen, cypressen en palmen, tenminste in en rondom de stad. De heuvels verder weg zijn dan kaal, zooals een groot deel van Griekenland een woestijn lijkt, behalve waar menschenhand water boven heeft gebracht. Zuchtend en blazend bereik ik de groote poort en kom even tot mij zelf in de scha duw van het machtige metselwerk. Deze hitte is absoluut tropisch en daar ben ik niet op gekleed. Een lange kerel komt een praatje maken. Probeert eerst een paar on verstaanbare zinnen, die later blijken Grieksch en Armenisch te zijn, dan Fransch en even later Duitsch wat hem beter afgaat. Hij wijst mij een vervallen trap om op den muur te komen, weet een pond peren op te scharrelen en vertelt hoe aan onze voeten binnen de burcht een groote bolonië Arme niërs huist. Door Turken en Russen verdre ven hebben ze hier een gastvrij onthaal ge vonden. maar lijden natuurlijk ook onder het groote gebrek aan werkgelegenheid, dat de heele wereld knauwt. Ze krijgen echter meer en meer grond toegewezen van den Griekschen Staat en vestigen zich dan als kleine landbouwers en tuinbouwers. Er is ruimte genoeg. Griekenland is schaars be volkt en met irrigatie is zelfs in de droogste streken nog veel te bereiken. Helaas is een groot deel van de oude Akro polis als militair terrein afgesloten en het oude kasteel als gevangenis en kazerne in gebruik, zoodat de schilderachtigste hoekjes niet te genaken zijn. Ik zwerf nog wat langs den buitenkant- en daal weer af naar de be nedenstad. Nu is alles stil en verlaten. Alle winkels zijn gesloten, tot de restaurants toe. Alles slaapt zoo van half twee tot half vier. Ik moet mijn maal doen met tomaten en chocolade, die aan stallet-ies te krijgen zijn en wat onrijpe peren toe. Komt- er van als je geen gebraden krabben lust. geen zeekom- e°t oiüven versmaadt en geen koek met kastanjes en uien eet. Dat zijn de lekkernijen van het havenkwartier, waar ik ronddool, tot ik ook zoowat in elaap val in de schaduw van den Romeinschen wachtto ren op een bankje tusschen de bloeiende Oleanders. Ik moet de tram pakken om op tijd te komen, maar de bus stond nog eer. kwartier later te wachten op een passagier die zich verslapen had. Mooie gelegenheid om een afspraakje met den piloot te maken. Eerst recht op den Olympus aan. dan een kringetje boven Chalkis en ais 't kan vlak langs den Pentelikon. En zoo geschiedde. Het was wat benauwd in het vliegtuig want er werd zwaar gerookt. Dat mag blijkbaar in dit vrij gevochten landje. Gingen de ra men open dan maakten de motoren zoo'n donderend lawaai, dat je het weer met an dere zenuwen te kwaad kreeg: een mensch reist nu eenmaal niet voor zijn pleizier. Maar wij draaiden onze kringetjes, ik kreeg wat foto's en wij waren keurig op tijd thuis om bij Apollo te gaan eten, bij een muziekje, wat dans enz. enz. het goud der torenspitsen, het .wit der mos keeën, het roodbruin der bolle zeilen. Dan een nauw gedeelte. Muren, torens, kanteelen. Daar moet Xerxes den Hellespont zijn overgetrok ken! Dat moet ik zien. Morgen aan den dag. En wij dalen nog meer, zwaaien in een bocht en strijken vlak voor de groote hangars, waar de groote vijand, de douane staat te wachten, die al mijn toestellen reeds in Athene liet verzegelen! Dr. W. G. N. v. d. SLEEN. Triomfboog van Galerius in Saloniki. En dan is de soep alweer op. Mijn passage naar Istanbul is besteld. Een lui reisje, van elf tot vier uur, want het toestel komt al van Brindisi. Italianen weer eens voor de variatie. Flinke vliegbooten met twee groote drijvers, die tevens ruime kajuiten zijn, elk met acht zitplaatsen met flinke ramen: in een brug daartusschen huizen de piloten en twee achter elkaar staande motoren boven den vleugel. Een helsch kabaal maken die motoren van deze kisten. En ze trekken weer met zichtbare moeite het gevaarte omhoog, eerst over de breede buitenhaven, dan over den heuvel waarop de oude havenstad Pi raeus ligt en die een diepe kom omsluit, die nog steeds haven voor zeeschepen is. Dan gaat het langs de kust Oostwaarts langs Athene's prachtige badstranden. mooie diep blauwe baaien, waar wij de netten der vis- schers over den bodem zien glijden, dan over wijn- en graanland, als wij een hoek af steken, steeds hooger stijgende tot wij op een 2000 M. boven de blauwe zee hangen, die af en toe door geelbruine eilandvlakken on derbroken wordt. Maar een reuze onvrucht bare boel hoor! Alleen Mytllene heeft een paar stroomende riviertjes in breede met gras begroeide dalen, de rest half woestijn, hier en daar boomsteppe. Van daaraf volgen wij de Turksche kust. vliegen midden boven de Dardenellen, dwars over Gallipoli heen- ziende (wat een hel van zand en zon om in te vechten). De zee van Marmora onder ons, een paar kale rotseilandjes, zeevogels, wei den alles blauw, de heuvel boven en de zee onder ons. gescheiden door een zwak gele streep de kust aan de horizont, die ook bijna in een blauwe waas verdwijnt. Maar dan' Het knetteren der motoren houdt op, gaat in gegons over. Wij dalen in glijvlucht, naar een witte vlek die voor ons ligt, twee vlekken een blauwe streep er tusschen, groene bor den er achter. Goud blinkt tusschen het wit. koepeldaken en kaarsen, o neen, minarets maken zich los uit de lichtende massa. Huizen en paleizen teekenen zich af te midden van weelderig groen. Koepel, kerken, moskeeën. Welke zou de Aya Sofia zijn? Er zijn er te veel alle even groot en mooi. Dan een brug, veel stoombooten, een kronkelende zeearm, de Gouden Hoorn. Wij zijn boven den Bosporus. En wij blijven hem volgen steeds langzaam dalend tusschen de groene heuvels, boven den blauwen vloed, die heerlijke witte en bruine zeilen draagt van Inlandsche vaar tuigen en overal langs den oever Moskeeën en paleizen, weerspiegelend in het diepe blauwe water. De Bosporus kronkelt, wij kronkelen mee, steeds lager, steeds duidelijker ziende STUDIO SNUFJES. Het scenario van de film ..It happened one night" geschreven door Robert Riskin is be kroond met den eersten prijs door een com missie van de organisatie van scenarioschrij vers, welke in het geheel 377 scenario's van de productie van 1934 had te beoordeelen. De be oordeelingen kwamen zoowel uit Londen als Parijs als uit alle deelen van de Vereenigde Staten. In totaal hebben 619 leden van de or ganisatie hun stem uitgebracht. De andere scenario's zijn volgens de stemming: 2. „The Thin Man", geschreven door Albert Hackett en Frances Goodrich, naar den roman van Dashiell Hammet; 3. „The House of Roth schild", door Nunally Johnson; 4. „One Night of Love" door S. K. Lauren, James Gow en Edmund North. De film ,vThe Barretts of Wim- pole Street" kreeg een eervolle vermelding. Vijf bekende filmacteurs hebben een ver klaring gepubliceerd waarin zij een aanklacht richten tot de filmindustrie wegens de lage salarissen en de laagste soort ethiek. Slechts een drievijfde cent van iedere dollar welke de bioscopen ontvangen, valt toe aan den acteur. Zij verklaren verder: „Tachtig procent van de in Hollywood wonende flimacteurs leiden een poover bestaan. De producers deinzen bij de behandeling van de acteurs voor geen en kele oneerlijke practijk terug". De sterren met fantastisch hooge salarissen zijn slechts gering in aantal. De Ufa Mij voor Film- en Bioscoopbedrijf gaf een Ufa zak-agenda voor 1935 uit. In de derde film. die onder regie van Willi Forst tot stand komt, Mazurka, zal Pola Negri de hoofdrol spelen. Tevens is aan een nieuwe actrice, de 15-jarige Ingeborg Theek, een kans gegeven. Willi Forst zal vóór zijn vertrek naar Hollywood nog één film in Europa, in Weenen regisseeren en wel Mazurka. Akim Tamiroff, van het Moskauer Künstler- theater, voldeed zeer goed in de Metro film The Winning Ticket, en -zal ten tweede male als komiek spelen in Naughty Marietta, naar Victor Herbert's muziekromance. Deze film heeft Jeannette MacDonald en Nelson Eddy in de hoofdrollen, en wordt geregisseerd door W. S. van Dijke. Bekende songs van Herbert worden door de beide hoofdpersonen gezon gen, zooals „Ah Sweet Mystery of Life", „I'm Falling in Love with Someone", „Tramp, tramp, tramp," en andere zeer geliefde wijs jes. Oefening 49. We be ginnen in „uitval-, stand", dat is een groote pas naar vo- Yv* ren, waarbij het voor- \X ste been zóó gebogen wordt, dat de knie ongeveer boven de w punt van den voet B komt. Met gestrekte J| jfc armen groote cirkels maken. Deze oefening wordt veel beter, ook meer alzijdig, als we bij eiken cirkel den romp en de voorste knie laten meeveeren. Probeert U daarbij eens, of de knie niet vér over den voet kan heensteken; maar de voet moet plat blijven staan. Oefening 50. Op één been staand, het an dere gestrekt heffen en tamelijk langzaam een cirkel met den voet in de lucht be schrijven. Dit is niet alleen een goede oefe ning voor de boven been- en buikspieren; het is ook een losma kende oefening voor het heupgewricht en ïen uitstekende even wichtsoefening. Een waardig „jubileumnummer"! (nummer 50). Oefening 51. Zij, die deze oefe ningen in hoofd zaak doen om slanker te wor den, moeten niet alleen deze week. maar ook vol gende weken groote aandacht besteden aan Oefening 51. We gaan op een rug liggen met hoog opgetrokken knieën. Uw armen in de zij, zijwaarts, of achter het hoofd. Nu langzaam groote cirkels met de voeten maken. Bij het teruggaan mogen de hielen den grond nog juist niét raken. Tien van deze cirkels achter elkaar, zonder rusten. Elke cirkel duurt ongeveer twee a drie secon den. Let U er vooral weer op, dat U den adem niet inhoudt? U kent het nooit falende hulp middel. om dat niet te vergeten: fluit of zing er Uw lievelingslied bij! Oefening 52. Huppen met hoogoptrekken van een knie. De armen losjes en natuur lijk mee laten zwaaien. Houdt U dit nu eens een flink tijdje vol. Het maakt U heerlijk warm en fit voor de komende dagtaak! JULES- KAMMEIJER, Haven en Romeinsche wachttoren in Saloniki. Lich. Opv. M.O.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 15