RDACAVOND
Bluft Fit!
In de krater
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Bange Javaantjes
Naar Saloniki en Instanbul.
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1935
HSXREEM'S DAGBLAD
13
Yam
Observatiepost met schuilplaats bij uitbarstingen.
De alpinesport clie in Europa, speciaal de
Alpen, zoo belangrijk geworden is, verkeert
in Indië nog in een beginstadium. Vreemd
genoeg, want op Java's hooge toppen vindt
de tropen perron er de koelte, waar hij in de
kuststreken naar snakt: in de Westmoesson
heerlijke lentekoelte, in de Oostmoesson zelfs
strenge winterkou in de regionen boven 2000
Meter.
Ook bieden Java's vulkanen geen moeilijk
heden bij de beklimmingen van zuiver tech-
nischen aard, zoodat hulpwerktuigen als
Eispickel, Seil en Steigeisen overbodig zijn.
Iedere top op Java is te beklimmen voo:
iemand, die over een flink stel longen en
een goede hoeveelheid uithoudingsvermogen
beschikt.
Wel maakt het heete klimaat van de laag
vlakte de menschen slap en futloos; de mees
ten voelen er niets voor om na een lange
vermoeiende week van hardwerken zien des
Zondags erg in te spannen, zoodat het altijd
moeilijk is een paar metgezellen voor een
klimpartij te vinden.
Met de Merapibestijging was het echter
anders gesteld. De Merapi, de vuurberg van
Midden-Java, de gevaarlijkste en werkzaam,
ste vulkaan van Java, ja misschien wel van de
geheele Oost-Indische Archipel, de berg die
door zijn herhaalde uitbarstingen voortdurend
van zich doet spreken, oefent een onweer
staanbare aantrekkingskracht op den mensch
uit.
Toen er zich een kans voordeed met de
vulkanologen Dr. Hartmann en Petrochevski
een tocht naar de krater te maken, verklaar
den er zich direct twee van mijn vrienden
bereid mee te gaan. De voorbereidingen
waren gauw getroffen en op een Zaterdag
middag, even na kantoortijd, bevonden we
ons al op weg op twee motoren.
Ik was erg benieuwd wat we nu wel te
zien zouden krijgen; ik had de berg reeds
vijfmaal beklommen, maar steeds van Selo
uit dat in het zadel tusschen Merbaboe en
Merapi ligt, vanwaar men op den krater
rand uitkomt, zonder echter in de krater te
kunnen afdalen. Nu zou de tocht over de lava
stroom van 1930 door het hoefijzervormige
gat door deze eruptie in de lcraterwand
slagen, leiden, zoodat we het binnenste van
de krater, waar sedert een week verhoogde
werking was geconstateerd, zelf in oogen-
schouw konden nemen.
We vertrokken om drie uur uit Semarang
ën na een snelle rit kwamen we om vijf
uur te Moentilan aan, waar we den zijweg
naar Doekoen insloegen. Even voorbij Doekoen
liep de weg dood op het Senoworavijn, een
rivierbedding, diep uitgeschuurd door ver
schillende lavastroomen. Onze motoren lieten
we in een kampon vlak bij het ravijn achter
en te voet ging het nu verder, naar de obser
vatiepost Babadan van den vulkalogischen
dienst. Eerst het ravijn over (een brug be
stond er natuurlijk niet) en toen ging het
langzaam stijgend voorwaarts langs den lin
keroever van de Senowo.
De zon ging onder en de maan kwam op
als- een roode schijf, juist tusschen Mebaboe
en Merapi. Toen scheurde ook het zware
wolkendek, dat om de top hing en de Merapi-
kegel met de zware rookpluim werd zicht
baar. Dreigend zwart staken de scherpe con
touren van den grooten berg tegen de maan
lichte hemel af; vreemd wit leek de rook
pluim nu in het zilveren maanlicht.
Eindelijk, na twee uur langizaam
stijgen bereikten we om acht uur
Babadan. dat op 1250 M. hoogte aan
den rand van de Senowo ligt. Van
hier wordt de kratermond dag en
nacht door een kijker waargenomen
De post is telefonisch met Moentilan
verbonden; zoodra er gevaar dreigt,
wordt de bevolking van de omliggen-
dessa's gealarmeei-d. Onder de post
is een betonnen schuilplaats gemaakt;
met behulp van zuurstofapparaten
kunnen de vulkanologen het daar lang
uithouden, ingeval zij door een lava
massa zouden worden bedolven.
Hier waren de beide vulkanologen Dr,
Hartmann en Petrochevski. Na een stevige
rijsttafel en na het onderteekenen van een
formulier, waarbij wij verklaarden de tocht
geheel op eigen risico te maken, en het In
dische gouvernement verklaarde generlei ver
antwoording op zich te nemen voor de ge
volgen van eventueele valpartijen (een op
wekkend formulier!), legden we ons ter ruste
op een harde baleh-baleh (houten rustbank)
Het was koud en het tentzeil waaronder wij
gezamenlijk beschutting,trachtten te vinden,
verwarmde slechts matig, maar niettegen
staande deze onaangenaamheden lukte het
toch een paar uren in Morpheus' armen door
te brengen.
Om drie uur 's morgens was het reveille en
om vier uur begon de klim, weer bij mane
schijn. Eerst ging het door een mooi oud
bosch, totdat we op een ravijn stuitten, waar
in zich met donderend geweld een waterval
stortte. Langs den rand van het ravijn be
reikten we even later de boschgrens aan de
voet van de meer dan 1000 M. hooge lava
kegel, juist op tijd om de zon achter de
Merbaboe te zien opgaan. We waren op bijna
2000 M. hoogte en het vergezicht aan onze
voeten was overweldigend. Daar lag de vrucht
bare vlakte van Kedoe, overgoten door de
eerste roode stralen van de zon. Als groote
witte plakkaten lagen daar de grootere ste
den zooals Djocja en Magelang, recht onder
ons Moentilan; de talrijke suikerfabrieken
plekten wit tusschen het groen van suiker
riet. sawah's en bosschen. Lang tijd om ons
in dit grootsche panorama te verdiepen
hadden we niet, want er lag nog een fiksche
klim van ruim drie uur voor den boeg. Snel
iwerd de inwendige mensch nog wat versterkt,
de schoenen verwisseld voor ijzersterke berg-
Iaarzen, bestand tegen het klimmen op de
scherpe lavablokken. Toch is er op den duur
niets bestand tegen de lava; de vulkanologen
moesten iedere week nieuwe schoenen heb
ben; de oude hingen er na drie bestijgingen
van den berg als lappen bij.
De bijna loodrechte lavakoepel zag er op
het eerste gezicht bijna onbeklimbaar uit;
toch viel dit bij nader inzien erg mee. De lava
was erg verweerd, bood daardoor uitstekende
steunpunten. Al zigzaggend kwamen we ge
stadig hooger.
Eindelijk bereikten we op 2600 M. hoogte
de eerste solfatare (gloeiende zwavel-
dampspuiter)die een temperatuur had van
200 gr. Celcius. Na dit kort oponthoud ging
het weer verder, nu over de lava van 1930
die als een zwarte slang over de oude grijze
veel meer verweerde lava lag. Onder de
glazige poreuze oppervlakte moet deze lava
massa nog een temperatuur van 500 gr. C.
hebben. Na nog een uur klimmen bereikten
we eindelijk op 2800 M. de hoefijzervormige
doorbraak in de kraterwand en konden nu in
het binnenste van de krater zelf kijken, voor
zoover dit door de zware gele zwaveldampen
mogelijk was.
Dat was een schouwspel van ongekende
pracht, tevens van een onheilspellende woest
heid. Het geweldige 400 M. breede en 300 M.
diepe kratergat met loodrechte, soms over
hangende okerkleurige wanden was geheel ge
vuld met geel-grijze dampen, die sissend uit
de tallooze solfataren en fumarolen (stoom
spuiters) opstegen. De zon vertoonde zich aan
onze blikken als een vuurroode schijf; de
zwaveldampen vormden een prisma waardoor
de meeste bonte kleuren afwisselend op de
haakte wanden getooverd werdenê Dit kleu
renspel en het gebrul van de vele honderden
dampen uitstootende solfataren en fumarolen,
vormde de krater van de Merapi, de door de
Javaan zoozeer gevreesde vuurberg.
Ofschoon men veel eerbied moet hebben
voor zulk een schouwspel, toch verdrijft het
den honger niet
Onder groote hilariteit verwarmde een on
zer een blikje erwtensoep boven een solfatare;
het blikje was in een ommezien gloeiend en
de soep spoot hem om de ooren.
Met onze gasmaskers trachtten we de eruptie
haard in het midden van de krater te be-
riken. Voetje voor voetje ging het nu voor
waarts; iedere steen moest eerst aangepeild
worden met een bamboestok voor we er de
voet op konden zetten. Uiterst langzaam g
het voorwaarts, maar na een uurtje hadden
we toch de lavahaard bereikt. Een fantas
tisch schouwspel was dat! In een spleet in
de lavakoepel gloeide de vloeibare lava. een
roodgloeiende streep, net als een slang rood-
;loeiend ijzer, dat uit een hoogoven loopt.
We moesten wel op een afstand van twin
tig meter blijven, zoo intens was de hitte.
Met behulp van een ijzeren pyrometer met
element werd de temperatuur opgemeten
970 gr. C.
Bij 1000 gr. C. begint de lava te vloeien en'stort,
zich dan door het kratergat omlaag; geen
wonder, dat de beide vulkanologen bijzonder
op hun hoede waren en alle toebereidselen
tot een overhaaste vlucht reeds gemaakt
hadden
Het werd nu hoog tijd af te dalen, het be
gon benauwd te worden met onze gasmaskers
op; ook de oogen, hoewel verborgen achter
een beschermende zonnebril, begonnen te
tranen door de inwerking der scherpe zwavel-
gassen Alles verteert onder den invloed van
deze scherpe gassen; de vulkanologen, die in
dezen tijd van verhoogde werking drie maal
per week de vulkaan beklimmen, moesten
iedere week nieuwe kleeren hebben!
Het was een herademing toen we eindelijk
den uitgang bereikten, waar we volop van de
frissche lucht konden genieten De afdaling
geschiedde in een snel tempo; langs de regen,
geulen in de lava lieten we ons gewoon naar
beneden glijden; in elke hand een stok om af
te remmen, zoo nu en dan net als op ski's
een christiania makend als de vaart wat al te
snel werd.
Om drie uur 's middags waren we weer in
de observatiepost terug.
De motoren vonden we in goede orde terug,
omringd door een schaar van aandachtig
toekijkende Javaantjes, die een veilige be
waking vormden. Ze waren veel te bang om
de plofjes met een vinger aan te raken, daar
ze vreesden dat de machines anders meteen
in de lucht zouden vliegen
Een stad met twee aangezichten.
En zoo ben ik dan netjes in Saloniki neer-'
gezet. Thessalonike zeggen de Grieken, die
meest een heel afwijkende schrijf- en noem-
wijze heben voor geografische namen. Het is
maar een kwartiertje met de autobus naar de.
stad, maar dat is net genoeg voor een eersten
indruk.
Een witte stad met palmen en platanen,
Zuidelijk, bijna Oostersch van aanzien. Veel
ezeltjes met twee manden op zij en bakker,
groenteboer of fruitkoopman er achter. Een
forsche wachttoren aan de kade, zonder twij
fel een Romeinsch werk, veel drukte van zeil
schepen, twee- en driemasters, die alle zon
der mechanische hulpmiddelen geladen en ge
lost worden. Forsche kerels met zware balen
op den nek klauteren de ladders op en af.
Wij worden afgezet op een forsch plein.
Kruispunt van flinke breede straten, een mo
dern wereldstadsbeeld. Maar het kaartje dat
mij verstrekt werd is gelukkig wat geflatteerd.
Flauwe bochten zijn weggelaten en als ik op
zoek ga naar een paar merkwaardige gebou
wen, zit ik al gauw in een warnet van nauwe
kronkelende straatjes, waar nauwelijks een
auto door zou kunnen en waar heerlijke hob-
belkeien aan de Middeleeuwen herinneren. En
daar staan overal moskeeën en kerken. Salo
niki is Byzantijnsch, dus Christelijk gebouwd,
maar van 1430 tot 1912 is het Turksch ge
weest. Menige kerk werd tot moskee verbouwd
en na 1912. toen Griekenland Saloniki wist
terug te krijgen, werd het altaar weer inge
bouwd, maar de minaret liet men meest staan,
al werden de vroeger ongetwijfeld sierlijke in
scripties meest verwijderd. En zoo heeft oud
Saloniki twee aangezichten, een Grieksch-
Katholiek en een Turksch-Mahomedaansch.
die gezellig dooreen gemengd zijn tot een
eigenaardige sfeer, die vooral aan deze stad
eigen is. Even moet ik nog een der hoofdstra
ten opzoeken voor den triomfboog van Gale-
rius. Êen mooi bewaard bouwwerk, te vergelij
ken met de bekende Triomfbogen in Rome,
maar met mooie grootendeels intact, gebleven
reliefs versierd. Electrische trams schuiven er
onderdoore .gierend en rammelend zooals dat in
Zuid-Europa de gewoonte is. En ik vlucht uit
de stadsdrukte weer naar de stille straatjes
waar de blauwe regen bloeiend van de balkons
neerhangt en telkens in tuin en hof, palmen
of Bougainvillea, Cypressen en olijven de aan
dacht vragen. Van twee straten kies ik
steeds die het steilst omhoog voert, want ik
zoek den Akropolis, de oude Burcht van Salo
niki, die de eerste stad omsloot, een honderd
meter boven zee gelegen. Het. loopt tegen
twaalven. De zon begint leelijk hoog te staan.
De straatjes zijn als uitgestorven. Af en toe
kleppert een ezel langs en lokt met tomaten
of mandarijnen de vrouwen naar buiten. Re
gelmatige ovale gezichten, steeds omlijst door
een over het hoofd geslagen omslagdoek. Groo
te donkere oogen, die den wandelenden
vreemdeling verbaasd aanstaren, zonder vroo-
lijkheid, zonder uitdrukking haast. Alleen bij
de bronnen is het druk. Eigenlijk bij de kra
nen van de waterleiding, waar steeds een
waschbak aanwezig is en waar talrijke vrou
wen en kinderen komen en gaan met groote
aarden kruiken, echt het model der oud-
Grieksche Amphora's zooals ik ze ook in Tu
nis veel zag gebruiken.
Plotseling blijven de huizen achter mij.
een steile bocht en een stoffige weg voert
steeds stijgend, onder langs een geweldigen
muur, met zware kanteelen en groote ronde
hoektorens. Maar rechts kijk ik wijd uit over
de oude stad, die tegen den heuvel aange
vlijd ligt en over de nieuwe gedeelten be
neden langs de baai. De kade vol zeilsche
pen, stoombooten op de reede. parken en
tuinen, cypressen en palmen, tenminste in
en rondom de stad. De heuvels verder weg
zijn dan kaal, zooals een groot deel van
Griekenland een woestijn lijkt, behalve waar
menschenhand water boven heeft gebracht.
Zuchtend en blazend bereik ik de groote
poort en kom even tot mij zelf in de scha
duw van het machtige metselwerk. Deze
hitte is absoluut tropisch en daar ben ik
niet op gekleed. Een lange kerel komt een
praatje maken. Probeert eerst een paar on
verstaanbare zinnen, die later blijken
Grieksch en Armenisch te zijn, dan Fransch
en even later Duitsch wat hem beter afgaat.
Hij wijst mij een vervallen trap om op den
muur te komen, weet een pond peren op te
scharrelen en vertelt hoe aan onze voeten
binnen de burcht een groote bolonië Arme
niërs huist. Door Turken en Russen verdre
ven hebben ze hier een gastvrij onthaal ge
vonden. maar lijden natuurlijk ook onder
het groote gebrek aan werkgelegenheid, dat
de heele wereld knauwt. Ze krijgen echter
meer en meer grond toegewezen van den
Griekschen Staat en vestigen zich dan als
kleine landbouwers en tuinbouwers. Er is
ruimte genoeg. Griekenland is schaars be
volkt en met irrigatie is zelfs in de droogste
streken nog veel te bereiken.
Helaas is een groot deel van de oude Akro
polis als militair terrein afgesloten en het
oude kasteel als gevangenis en kazerne in
gebruik, zoodat de schilderachtigste hoekjes
niet te genaken zijn. Ik zwerf nog wat langs
den buitenkant- en daal weer af naar de be
nedenstad. Nu is alles stil en verlaten. Alle
winkels zijn gesloten, tot de restaurants toe.
Alles slaapt zoo van half twee tot half vier.
Ik moet mijn maal doen met tomaten en
chocolade, die aan stallet-ies te krijgen zijn
en wat onrijpe peren toe. Komt- er van als je
geen gebraden krabben lust. geen zeekom-
e°t oiüven versmaadt en geen
koek met kastanjes en uien eet. Dat zijn de
lekkernijen van het havenkwartier, waar ik
ronddool, tot ik ook zoowat in elaap val in
de schaduw van den Romeinschen wachtto
ren op een bankje tusschen de bloeiende
Oleanders. Ik moet de tram pakken om op
tijd te komen, maar de bus stond nog eer.
kwartier later te wachten op een passagier
die zich verslapen had. Mooie gelegenheid
om een afspraakje met den piloot te maken.
Eerst recht op den Olympus aan. dan een
kringetje boven Chalkis en ais 't kan vlak
langs den Pentelikon. En zoo geschiedde.
Het was wat benauwd in het vliegtuig want
er werd zwaar gerookt. Dat mag blijkbaar
in dit vrij gevochten landje. Gingen de ra
men open dan maakten de motoren zoo'n
donderend lawaai, dat je het weer met an
dere zenuwen te kwaad kreeg: een mensch
reist nu eenmaal niet voor zijn pleizier. Maar
wij draaiden onze kringetjes, ik kreeg wat
foto's en wij waren keurig op tijd thuis om
bij Apollo te gaan eten, bij een muziekje, wat
dans enz. enz.
het goud der torenspitsen, het .wit der mos
keeën, het roodbruin der bolle zeilen. Dan een
nauw gedeelte. Muren, torens, kanteelen. Daar
moet Xerxes den Hellespont zijn overgetrok
ken! Dat moet ik zien. Morgen aan den dag.
En wij dalen nog meer, zwaaien in een bocht
en strijken vlak voor de groote hangars, waar
de groote vijand, de douane staat te wachten,
die al mijn toestellen reeds in Athene liet
verzegelen!
Dr. W. G. N. v. d. SLEEN.
Triomfboog van Galerius in Saloniki.
En dan is de soep alweer op. Mijn passage
naar Istanbul is besteld. Een lui reisje, van
elf tot vier uur, want het toestel komt al
van Brindisi. Italianen weer eens voor de
variatie. Flinke vliegbooten met twee groote
drijvers, die tevens ruime kajuiten zijn, elk
met acht zitplaatsen met flinke ramen: in
een brug daartusschen huizen de piloten en
twee achter elkaar staande motoren boven
den vleugel. Een helsch kabaal maken die
motoren van deze kisten. En ze trekken weer
met zichtbare moeite het gevaarte omhoog,
eerst over de breede buitenhaven, dan over
den heuvel waarop de oude havenstad Pi
raeus ligt en die een diepe kom omsluit, die
nog steeds haven voor zeeschepen is. Dan
gaat het langs de kust Oostwaarts langs
Athene's prachtige badstranden. mooie diep
blauwe baaien, waar wij de netten der vis-
schers over den bodem zien glijden, dan over
wijn- en graanland, als wij een hoek af
steken, steeds hooger stijgende tot wij op
een 2000 M. boven de blauwe zee hangen, die
af en toe door geelbruine eilandvlakken on
derbroken wordt. Maar een reuze onvrucht
bare boel hoor! Alleen Mytllene heeft een
paar stroomende riviertjes in breede met
gras begroeide dalen, de rest half woestijn,
hier en daar boomsteppe. Van daaraf volgen
wij de Turksche kust. vliegen midden boven
de Dardenellen, dwars over Gallipoli heen-
ziende (wat een hel van zand en zon om in
te vechten). De zee van Marmora onder ons,
een paar kale rotseilandjes, zeevogels, wei
den alles blauw, de heuvel boven en de zee
onder ons. gescheiden door een zwak gele
streep de kust aan de horizont, die ook bijna
in een blauwe waas verdwijnt. Maar dan'
Het knetteren der motoren houdt op, gaat in
gegons over. Wij dalen in glijvlucht, naar een
witte vlek die voor ons ligt, twee vlekken
een blauwe streep er tusschen, groene bor
den er achter. Goud blinkt tusschen het
wit. koepeldaken en kaarsen, o neen, minarets
maken zich los uit de lichtende massa. Huizen
en paleizen teekenen zich af te midden van
weelderig groen. Koepel, kerken, moskeeën.
Welke zou de Aya Sofia zijn? Er zijn er te veel
alle even groot en mooi. Dan een brug, veel
stoombooten, een kronkelende zeearm, de
Gouden Hoorn. Wij zijn boven den Bosporus.
En wij blijven hem volgen steeds langzaam
dalend tusschen de groene heuvels, boven
den blauwen vloed, die heerlijke witte en
bruine zeilen draagt van Inlandsche vaar
tuigen en overal langs den oever Moskeeën en
paleizen, weerspiegelend in het diepe blauwe
water. De Bosporus kronkelt, wij kronkelen
mee, steeds lager, steeds duidelijker ziende
STUDIO SNUFJES.
Het scenario van de film ..It happened one
night" geschreven door Robert Riskin is be
kroond met den eersten prijs door een com
missie van de organisatie van scenarioschrij
vers, welke in het geheel 377 scenario's van de
productie van 1934 had te beoordeelen. De be
oordeelingen kwamen zoowel uit Londen als
Parijs als uit alle deelen van de Vereenigde
Staten. In totaal hebben 619 leden van de or
ganisatie hun stem uitgebracht. De andere
scenario's zijn volgens de stemming: 2. „The
Thin Man", geschreven door Albert Hackett
en Frances Goodrich, naar den roman van
Dashiell Hammet; 3. „The House of Roth
schild", door Nunally Johnson; 4. „One Night
of Love" door S. K. Lauren, James Gow en
Edmund North. De film ,vThe Barretts of Wim-
pole Street" kreeg een eervolle vermelding.
Vijf bekende filmacteurs hebben een ver
klaring gepubliceerd waarin zij een aanklacht
richten tot de filmindustrie wegens de lage
salarissen en de laagste soort ethiek. Slechts
een drievijfde cent van iedere dollar welke de
bioscopen ontvangen, valt toe aan den acteur.
Zij verklaren verder: „Tachtig procent van
de in Hollywood wonende flimacteurs leiden
een poover bestaan. De producers deinzen bij
de behandeling van de acteurs voor geen en
kele oneerlijke practijk terug".
De sterren met fantastisch hooge salarissen
zijn slechts gering in aantal.
De Ufa Mij voor Film- en Bioscoopbedrijf
gaf een Ufa zak-agenda voor 1935 uit.
In de derde film. die onder regie van Willi
Forst tot stand komt, Mazurka, zal Pola Negri
de hoofdrol spelen. Tevens is aan een nieuwe
actrice, de 15-jarige Ingeborg Theek, een kans
gegeven.
Willi Forst zal vóór zijn vertrek naar
Hollywood nog één film in Europa, in Weenen
regisseeren en wel Mazurka.
Akim Tamiroff, van het Moskauer Künstler-
theater, voldeed zeer goed in de Metro film
The Winning Ticket, en -zal ten tweede male
als komiek spelen in Naughty Marietta, naar
Victor Herbert's muziekromance. Deze film
heeft Jeannette MacDonald en Nelson Eddy
in de hoofdrollen, en wordt geregisseerd door
W. S. van Dijke. Bekende songs van Herbert
worden door de beide hoofdpersonen gezon
gen, zooals „Ah Sweet Mystery of Life", „I'm
Falling in Love with Someone", „Tramp,
tramp, tramp," en andere zeer geliefde wijs
jes.
Oefening 49. We be
ginnen in „uitval-,
stand", dat is een
groote pas naar vo-
Yv* ren, waarbij het voor-
\X ste been zóó gebogen
wordt, dat de knie
ongeveer boven de
w punt van den voet
B komt. Met gestrekte
J| jfc armen groote cirkels
maken. Deze oefening
wordt veel beter, ook
meer alzijdig, als we bij eiken cirkel den
romp en de voorste knie laten meeveeren.
Probeert U daarbij eens, of de knie niet vér
over den voet kan heensteken; maar de voet
moet plat blijven staan.
Oefening 50. Op één
been staand, het an
dere gestrekt heffen
en tamelijk langzaam
een cirkel met den
voet in de lucht be
schrijven. Dit is niet
alleen een goede oefe
ning voor de boven
been- en buikspieren;
het is ook een losma
kende oefening voor
het heupgewricht en
ïen uitstekende even
wichtsoefening. Een
waardig „jubileumnummer"!
(nummer 50).
Oefening 51. Zij,
die deze oefe
ningen in hoofd
zaak doen om
slanker te wor
den, moeten niet
alleen deze week.
maar ook vol
gende weken
groote aandacht
besteden aan Oefening 51. We gaan op een
rug liggen met hoog opgetrokken knieën. Uw
armen in de zij, zijwaarts, of achter het
hoofd. Nu langzaam groote cirkels met de
voeten maken. Bij het teruggaan mogen de
hielen den grond nog juist niét raken. Tien
van deze cirkels achter elkaar, zonder rusten.
Elke cirkel duurt ongeveer twee a drie secon
den. Let U er vooral weer op, dat U den adem
niet inhoudt? U kent het nooit falende hulp
middel. om dat niet te vergeten: fluit of zing
er Uw lievelingslied bij!
Oefening 52. Huppen met
hoogoptrekken van een knie.
De armen losjes en natuur
lijk mee laten zwaaien.
Houdt U dit nu eens een
flink tijdje vol. Het maakt
U heerlijk warm en fit voor
de komende dagtaak!
JULES- KAMMEIJER,
Haven en Romeinsche wachttoren in Saloniki.
Lich. Opv. M.O.