imanYLL
BIOSCOPEN,
tandpa/ta
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct.
Radiomuziek der week
Concert der H.O.V.
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1935
H A A R L" E M'S D A C B E A D'
17
FRANS HALS THEATER.
Carole Lombard en George Raft in „Bolero'
De directie van liet Frans Hals Theater
heeft na haar eersteling, die met onafgebro
ken succes drie weken geloopen heeft, een
filmwerk van geheel ander genre bij haar
publiek geïntroduceerd. Bolero is niet zoo
vrooüjk en zoo luidruchtig als Malle Gevallen,
maar deze Paramount-film zal door haar
eigenaardige aantrekkelijkheden ook wel weer
talrijk bezoek lokken.
De voornaamste aantrekkelijkheid zal voor
velen de muziek zijn. Want de film is gecom
poneerd op de betooverende melodie van
Ravel, die in de orkest-bewerking van Natha
niel Finston geheel tot zijn recht komt. Ook
overigens klinkt de muzikale begeleiding wel
luidend, maar de aandacht wordt wel eens
afgeleid doordat men zoo lang op het eigen
lijke thema, dat de titel in uitzicht stelt, moet
wachten. En als de zoete melodie van Bolero
eindelijk den luisteraar meesleept, wordt zij
ontijdig afgebroken door de Marseillaise.
Maar een dergelijk inciident doet den mu
ziekliefhebber beseffen, dat hij niet op een
concert zit, doch een dramatische handeling
bijwoont. De afgebroken Bolero is het kritieke
oogenblik in het leven van Raoul, den danser.
Juist als hij met zijn schitterendste nummer
debuteert, breekt de wereldoorlog uit en nie
mand neemt van de prestatie van het dans
paar notitie. De officieren aan de tafeltjes be
praten de kansen. Zonder eenig applaus moe
ten Raoul en Helen zich terugtrekken.
Raoul ziet echter onmiddellijk, dater re
clame voor hem uit deze situatie is te halen.
Hij verzoekt stilte en houdt een toespraak.
„Dames en heeren", zegt hij, „het is nu geen
tijd voor danskunst. Er bestaat maar één be
lang op het oogenblik: Frankrijk! Wij stellen
onze Bolero uit tot na den oorlog; eerst na de
overwinning zullen wij ons nummer her
halen!"
Zijn broer Mike, evenals hij eens een gewone
mijnwerker, maai- die den danser als mana
ger op zijn tournée's volgt, is verrukt over
deze handige streek, doch Helen begrijpt ex-
eerst niets van. Als Mike het haar uitgelegd'
heeft, verlaat zij Raoul op staanden voet en
een paai- dagen later is zij uit spijt met haar
bewonderaar Lord Coray getrouwd.
Want na het gebeurde heeft Helen haar
partner door. Zij dacht, dat hij als een held,
uit vaderlandsliefde, naar het front trok,
maar 't blijkt nu louter uit zakenbelang te
zijn. Raoul kan geen held zijn, Raoul kan ook
niet liefhebben. Hoe heeft het meisje in zijn
liefde geloofd, toen hij haar meenam naar zijn
geboortedorpje in Vlaanderen, waar ze einde
lijk aan eikaars wederzijdsche genegenheid
hebben toegegeven. Maar nu doorziet zij
Raoul: hij beminde in haar alleen de voor
treffelijke partner. Als zij minder goed zou
gaan dansen, zou hij haar wegsturen, zooals
hij Leona en Annette had weggestuurd en
Lucy, de aristocratische vriendin, die beloofd
had hem voor koningen en prinsen te zullen
laten dansen
Voor Raoul bestaat inderdaad dit ééne maar:
de dans en het succes van den dans. Hier
door is hij bezeten. En daarom had hem geen
grooter ramp kunnen treffen, dan nu hij in
den oorlog bij een gasaanval ongeneeslijk ziek
wordt aan hart en longen.
Toch danst hij. Mike maant hem. verstan
dig te zijn en samen met hem een sigaren
winkel op te zetten. Maar Raoul wil zijn be-
loftevei-vullende Bolero, waaraan hij al de vier
jaren van den oorlog gedacht heeft. Hij heeft
nu met Annette, die hij als een vrijwel ver-
zwabberde variété-artiste terugvond, den dans
ingestudeerd. Maar op den avond van de pre
mière is Annette stomdronken.
Toevallig is Helen met haar echtgenoot in
de zaal en deze laat zich door Mike over
halen als plaatsvervangster op te treden. Ook
zij heeft vier jaar lang op de Bolero ge
oefendin den droom! En nu dansen zij
nogmaals den opwindenden dans op de zoete
muziek ten einde, en fluisteren elkaar hun
liefde toe. Doch na de voor hem ongeoor
loofde vermoeienis stort Raoul dood neer. „Hij
is gelukkig!", zegt Mike, als hij zijn broer de
oogen toedrukt.
De dansen van Raoul, door den wereldver
maarden danseur George Raft uitgevoerd,
vormen de tweede aantrekkelijkheid van de
film. En Carole Lombard, een mooie blon
dine. staat hem met haar gratie bij.
Dan is er, behalve de getemperd komische
mimiek van William Frawley als Mike nog een
derde aantrekkelijkheid voor ons Hollandsche
publiek. Als Raoul en Helen in de sentimen
teelste episode van het verhaal zijn geboor
tedorpje bezoeken, en. na op het graf zijner
moeder bloemen te hebben gebracht en zich
tegen het kruis te hebben laten fotografee
ren. in de dorpsherberg hun intrek nemen,
spreekt de waardinHollandsch! Wij
waanden ons, op het decor afgaande, in Tirol
of Italië, maar hadden, lettende op het pijpen-
rek met een half dozijn lange Gouwenaars,
beter moeten weten!
Hoewel dus vol aantrekkelijkheden, is de
film als film tegengevallen. Wesley Ruggles.
die haar vervaardigd heeft, laat te veel pra
ten en te weinig dansen. Van de bezetenheid
van den danser, schitterend thema juist
voor een film! merken wij vrijwel niets.
Wij worden niet, zooals wij rechtmatig ver
wachtten. van het begin tot het einde mee
gesleept in een tragischen zwijmel, met in
het middelpunt den aan zijn kunst als aan
den duivel verkochten artist, die bij het stij
gend succes zich allengs van zijn liefde en
menschelijkheid ziet berooven. De verrassin
gen en spanning, van de montage, de roman
tische kleur, het dramatisch élan ontbreken;
de achtergrond, waartegen muziek en dans
afgespeeld worden, blijft eentonig en vlak.
In het voorprogram een gekleurde teeken
film, die op geestige wijze het sprookje van
Asschepoetster moderniseert. Bij het film-
nieuws de uittocht der ballingen uit het Saar
land en een Polygoon-opname van het Leid-
sche lustrum.
H. G. C ANNE GIETER.
REMBRANDT THEATER.
Het Meisje met den
Blauwen Hoed.
De publieke belangstelling voor dit Neder,
landsch product is zoo groot geweest, dat de
film Het Meisje met den Blauwen Hoed met
Truus van Aalten, Roland Varno en Lou Bandy
moest worden geprolongeerd. We hebben er
verleden week al over geschreven, zoodat we
met deze weinige regelen volstaan.
Het voorprogramma biedt in de eerste plaats
de gebruikelijke journaals. Het buitenlandsche
toont vliegdemonstraties in Amerika, waarbij
nevels voor maskeering worden geproduceerd,
staalfabrieken in het Saargebied en een brand
in Londen. Polygoon heeft uitmuntende opne
mingen gedaan in het Aquarium in Artis en
Truus van Aalten.
geeft fraaie „close-ups" van eenige visschen.
Eenige beelden uit de tentoonstelling van de
St. Bernardclub in Beverwijk en opnemingen
van een voor Zweden gebouwd verkeersvlieg
tuig, de F 22 completeeren het actueele nieuws
dat bovendien Vincent toont, spelend op het
carillon van het Paleis op den Dam.
Het gekleurde teekenfilmpje van Walt
Disney, een der Silly Symphonies over
Lullaby Land, is mét het hoofdnummer ge
prolongeerd. Het is een der beste specimina
van de teekenfilm,, een lust voor oog en oor
sprankelend van geest en fantasie.
Op het tooneel verbaast Bert Wright het
publiek door zijii buitengewone lenigheid, door
zijn zuivere rythmische stepdansen en zijn
vaardigheid in jongleeren. Zijn grappig op
treden verwierf verdiend succes.
„Wonderen der Natuur".
Zondagmorgen zal de heer Mol, directeur
der Multifilm, Haarlem, andermaal zijn we
reldberoemde films „Wonderen der Natuur"
in het Rembrandt-Theater vertoonen.
(Adv. Ingez. Med.)
Deze films die, zooals men weet, op popu
laire wijze door den vervaardiger worden toe
gelicht, hebben overal en ook in onze stad
groote belangstelling getrokken.
Wij gelooven dan ook wel dat men het op
prijs zal stellen nogmaals van deze wonder
werken te kunnen genieten.
Achtereenvolgens krijgt men te zien: Zwerf
tochten door een waterdruppel; De samen
stelling van ons bloed, 'een film tot stand ge
komen met medewerking van Prof. van Wal-
sem: De ontwikkeling van de mug en den
vlinder; Een versnelde, vertraagde en omge
keerde film; Bloeiende bloemen en planten-
bewegingen: en ten slotte „Uit het rijk der
kristallen" een geluidsfilm, muziek van Mevr.
B. van TiedemanWyers.
CINEMA PALACE.
Joe E. Brown in
„de Zesdaagsche".
Er is maar één goede methode om films als
.De Zesdaagsche" die uitsluitend vervaardigd
zijn om het publiek te laten lachen, te be-
oordeelen: en dat is naar het gelach van het
publiek. Wij zullen dien maatstaf aanleggen
en dan constateeren we. dat de film volkomen
aan dat doel beantwoordt omdat er geschaterd
is van het lachen, Vrijdagavond in Cinema
Palace!
Joe Brown, een stationsbeambte in een dorp
en half en half verloofd met een alleraardigst
meisje, krijgt een medeminnaar in een
variété-artist. die een fietsact uitvoert. Het
meisje laat zich door dien man (behalve artist
is hij getrouwd en bovendien schurk) inpal.
men. Joe komt dan tot de conclusie, dat
een flinke kerel als hij toch eigenlijk in een
stad thuisbehoort en hij fietst gepakt en ge
zakt weg. Een botsing met een auto is fortuin
lijk voor hem, daar hij op die wijze in .kennis
komt met een wielrenner, die den Zesdaagsche
mee zal rijden. All right, zegt Joe. ik ben je
partner. Helaas wordt hij vlak voor het begin
van de race in een gevecht gewikkeld, dat hem
een gratis onderdak op 's rijks kosten bezorgt:
hij komt op het politiebureau terecht. Op het
allerlaatste moment, als de Zesdaagsche al
bijna 4 uur aan den gang is (zijn partner heeft
verlof gekregen de eerste 4 uur alleen te
rijden: als Joe er dan nog niet is, zal dat
koppel uit de baan genomen worden), op het
laatste moment komt Joe in colbertje de baan
op en rijdt mee. Het koppel wint, maar niet
vóór Joe de gekste stukjes heeft uitgehaald.
De variété-artist is in dezen wedstrijd zijn
zwaarste* tegenstander geweest, doch deze
verliest, in dubbelen zin. Want het meisje,
wier oogen zijn open gegaan, heeft J-oe weer
opgezocht.
Het is een film,
waarvan men bizonder
kan genieten en de
lachsalvo's klaterden
dan ook op. De wijze
waarop Joe de race
rijdt en tenslotte
(zonder ketting)
wint, is dan ook
vermakelijk. In de
race ligt ongetwijfeld
hei; hoogtepunt van
de film, al zal een
zesdagenrenner wel
vreemd opkijken bij
het zien van deze
zesdaagsche
Op het tooneel treden
Lyon en Lindey op. De
dame van het duo is een elegante verschijning
en blijkt de lenigheid van een slangenmensch
te bezitten. Keurige staaltjes toont ze daarvan
op rustige en beschaafde manier.
Buddy beleeft dwaze avonturen in een land,
waar men niet mag dansen en zingen en
waar hij verzeilt raakt, omdat zijn luchtballon
neerstort. Het is een teekenfilmpje van Leon
3chlesinger.
JOE BROWN.
De journaals (en vooral dat van Profilti)
zijn het voornaamste van het overige. We
wonen repetities van Buziau s revue bij. bezoe
ken Ouwehand's Dierenpark op den Grebbe-
berg. nemen een kijkje op de R.A.I. en ont
vangen de Nederlandsche deelnemers aan de
Monte Carlo rallye. Tenslotte toont een revue
filmpje in het land der cow-boys, dat het
juiste procédé om kleurenfilms (andere dan
teekcnfilms) te vervaardigen, nog niet gevon
den is.
LUXOR THEATER.
Helden der golven.
Een uitstekend programma gaat deze week
in Luxor. Daar is om te beginnen de Intellect
film „Hoe wilde beren gevangen worden".
Met lasso's gewapend trekken de beide jagers
met hun honden er op uit, met wiskunstige
zekerheid weten zij de lasso's om bruintjes
kop en om zijn pooten te gooien, nadat de
afgerichte honden de jagers al heel gauw op
het spoor van het bruine monster hebben
gebracht. Dan is er een alleraardigste teeken
film, die twee kleuters, die voor zij slapen
gaan, in hun sprookjesboek hebben gelezen,
in droomeland die sprookjes laat beleven.
Verder komt Charley Chase in de film „Firma
Nul en Geenei-waarde". Een film met Charley-
Chase is zoo goed als altijd van het gooi-, val-
en smijtsysteem en deze maakt daarop geen
uitzondering. Maar Chase heeft een heel apart
karakter, daardoor blijven de Chase-films
altijd leuk en amusant.
Van geheel ander genre is de hofdfilm
Van geheel andere genre is de hoofdfilm
Coway. Een film, die u een klein idee geeft
van. het oncomfortabele, gevaarvolle leven
aan boord van een onderzeeër in oorlogstijd.
In vredestijd zijn de gevaren natuurlijk min
der. maar het comfort zal niet veel grooter
zijn. De film speelt in den wereldooi'log in
1918 voornamelijk aan boord van den Ameri-
kaanschen onderzeeër Al-14.
Na een zwaar ge
vecht doet de
Al-14 de haven
aan Ter eere van
de officieren wordt
door den burge
meester een bal
gegeven. De eer
ste luitenant
Thomas Knowlton
(Robert Montgo
mery) en de twee-
de luitenant Brick
Walters (Robert
Young) hebben
maar een matig
genoegen in het
dansen met voor
het grootste deel
oudere dames, ze
zijn juist op het
ROBERT MONTGOMERY punt er stiekum
in Helden der Golven. tusschen uit te
knijpen als Thom
een jong meisje in het oog krijgt, waar hij
hals over kop op verliefd raakt. Walters ziet
haar ook en is op slag collega van Thom.
Dat meisje Joan (Madge Evans) blijkt de
dochter té zijn van hun kapitein Toler (Wal
ter Huston). Ze geeft Thom de voorkeur boven
Walter en veel tijd is er niet voor noodig of
de twee bekennen elkaar hun liefde. Het gaat
gauw, maar, wat wilt ge, in oorlogstijd had
den de jongelui geen verleden, geen toekomst,
alleen maar het heden, het was met recht:
„carpe diem", pluk den dag Zelfs als Joan
Thom vertelt, dat ze getrouwd is, wil hij daar
niets van hooren, voor hem bestaat alleen het
nü. De Al-14 moet plotseling weer vertrekken
en Thom neemt afscheid van Joan met „I
love you". Het ontzettendeleven van moor-
den begint weer. Torpedo's worden afge
schoten op mijnenleggers, verkenners vliegtui
gen en bommenwerpers bestoken de Al-14. De
onderzeeër raakt aan den grond. Allen dreigen
te stikken, doordat de zuurstof op gebruikt
is en de boot niet los kan komen; het is alles
verschrikkelijk en adembenemend. Op het
laatste nippertje kan de Al-14 weer aan de
oppervlakte komen. Thom heeft een paar maal j
insubordinatie gepleegd en wordt door den
EEN VOORBESPREKING
DOOR KAREI DE JONC
Het merkwaardigste, zij het ook niet het
meest toegankelijke, van wat in de komende
week door den Nederlandschen omroep zal
worden gegeven is wel de uitzending van
Bach's „Die Kunst der Fuge" op Donderdag
avond. Het concertgebouworkest zal een or
kestbewerking van het oorspronkelijk voor
klavier en wat twee der Fuga's betreft, voor
twee klavieren geschreven werk uitvoeren.
Ik wil een deel van de voorrede der Peters-
uitgave citeeren: .Johann Sebastiaan Bach's
Kunst der Fuge. dit eenige, tot heden nog on
overtroffen produkt van harmonische scherp
zinnigheid, waarin alle soorten van contra
punten en canons over een en hetzelfde thema
vervat zijn, is het laatste eigenhandig neer
geschreven werk van den grooten meester.
Een gevaarlijke oogziekte, die ook zijn dood
bespoedigde, verhinderde hem evenwel het
geheel te voltooien. Daardoor is de laatste
Fuga. die 3 thema's bevat, waarvan het laat
ste de letters van zijn naam b, a, c, h vol-
jens onze schrijfwijze bes, a, c, b laat hoo
ren, onvolledig gebleven. Verder had Bach
nog het buitengewone, maar helaas niet uit
gevoerde denkbeeld, zijn groot werk met een
Fuga te beëindigen, waarin zelfs 4 thema's
vervat zouden zijn, die naderhand in alle 4
stemmen omgekeerd zouden worden, en die
dus als het eminentste meesterstuk, den slot
steen voor het werk vormen zou."
Het thema, dat de kiem voor het geheele
reuzenwerk geleverd heeft, is in den grond
vorm, zooals het in de eerste Fuga verwerkt
is, volstrekt niet karakteristiek of belang
rijk. Schweitzer zegt er dan ook van: „Inte
ressant kan men het eigenlijk niet noemen;
het is niet uit geniale intuïtie geboren, maar
meer met het oog op alzijdige bruikbaarheid
en op de omkeering zóó gevormd. En noch
tans boeit het dengene, die het telkens weer
hoort. Het is een stille, ernstige wereld, die
het ontsluit. Leeg en strak, zonder kieur, zon
der licht, zonder beweging ligt zij voor ons,
ze verheugt noch verstrooit; en toch komt
men er niet van los. Zóó is de indruk van de
eerste vier Fuga's, die met het eenvoudige
thema en zijn omkeering te doen hebben. Dan
echter, met de vijfde Fuga, wordt het mono
tone van het thema gebroken. Rhythmisch
leven treedt in de plaats van de gelijkwaar
digheid der eerste noten. Het thema krijgt
iets plechtigs. Van de 8ste Fuga af wordt het
door de beweging levendig.... Alle mogelijke
typen van Fuga's, ook zulke, als Bach zelf
nimmer elders gebruikt heeft, zijn in Die K.
d. F. vertegenwoordigd. Men weet niet of men
zich meer daarover verbazen moet. dat al
deze combinaties door één muzikalen geest
uitgedacht konden worden, dan wel daarover,
dat bij 'alle kunstvaardigheid de stemmen
steeds zóó natuurlijk en ongedwongen voort-
loopen, als was hun de weg niet door zoo en
zoo veel zuiver technische noodzakelijkheden
voorgeschreven."
Bach zelf heeft van dit theoretisch bedoelde
werk de stemmen in partituur, dus elke stem
op een eigen notenbalk, geschreven en de
Fuga's als „Contrapunctus" betiteld.
Gaan we nu de reeks stuk voor stuk na, dan
zien we in no. I een gewone vierstemmige
Fuga over het thema in oorspronkelijke ge
daante. De expositie is in de volgorde Alt,
Sopraan, Bas. Tenor. Bij no. 2 is de expositie
anders, nl. B.T.A.S.. bovendien zijn de achtste
noten, waarmee het thema eindigt, in een ge
punte rhythmus veranderd; deze rhythmus
blijft door het geheele stuk en maakt liet wat
levendiger dan het eerste is. No. 3 keert het
thema, beginnende met de toon d. om; het
antwoord begint met de toon a, maar doordat
de kwartenschrede die er op volgt in een
kwintenschrede veranderd is, komt het ant
woord in de toonsoort der onderkwint. De
volgorde is T A.S.B. Ook no. 4 behandelt het
omgekeerde thema, maar de opvolging dei-
toonsoorten is precies omgekeerd als in no. 3;
zij begint dus met de schrede a-d afwaarts.
In no. 5 begint de Alt met het omgekeerde
thema, dat door invoeging van doorgaande
noten tusschen de harmonische a. d, f, a, en
ook door wijziging der rhythmiek veranderd
is: de Bas antwoordt in de omkeering daar
van en dus met het thema rechtop, zullen we
maar zeggen; de Sopraan bx-engt het ook
recht, de Tenor weer omgekeerd. No. 6 ver
toont weer een complicatie van kunstvaardig
heden. De Bas begint met het thema rechtop,
ongeveer in de gedaante als in no. 5; de So
praan valt al in de tweede maat in de rede
met het omgekeerde thema in de verkleining,
d.i. dus in de helft der notenwaarden. Half
in de derde maat zet de Alt de verkleining van
het thema rechtop in. Daar nu het thema in
de B. vier maten omvat zien we reeds in die
eerste vier maten de complicaties zich op
stapelen. „In stile francese" heeft Bach er
boven gezet, waarschijnlijk omdat het karak
ter dat van een deel der z.g. Fransche Ouver
ture benadert. In no. 7 zijn de verhoudingen
weer anders: de A begint met de verkleining,
de S. antwoordt in de tweede maat met de
omkeering in oorspronkelijke notenwaarden;
de B. treedt bij de 5de maat in met de ver-
grooting (dubbele notenwaarden) van de om
keering, de T. komt pas in de negende maat
met de verkleining van de omkeering. Men
ziet hoe gecompliceerd nu reeds de expositie
geworden is. en dit is nu nog maar de expo
sitie! Men zou nu geneigd zijn te zeggen: non
plus ultra, maar Bach dacht er anders over.
Hij had nog meer snaren op zijn contrapun-
tischen boog! En dus begint hij met no. 8
weer wat anders: een dubbelfuga. Een ge
heel nieuw thema wordt ingezet en tot een
volledige fuga verwerkt, maar als deze aan
stalten maakt af te sluiten treedt de rhyth
misch gewijzigde omkeering van het oor
spronkelijk thema in, wordt als fuga behan
deld en verderop met het nieuwe begmthema
in dubbel contrapunt gecombineerd. Deze
fuga is de eerste die slechts 3 stemmen bevat.
No. 9 is weer vierstemmig en begint weer met
een geheel nieuw en ditmaal zeer bewegelijk
thema, maar het duurt niet lang of de ver
grooting van ons oorspronkelijk thema wordt
er tegen gezet en mee verbonden, zoodat ook
dit weer een dubbelfuga wordt. No. 10: weel
een ander nieuw thema, dat in de omkeering
beantwoord wordt; de vier stemmen kaatsen
het een wijle elkaar toe, recht of op zijn kop.
maar daar komt ons thema nr. 5 (het- Th. op
zijn kop dus) er weer bij. onmiddellijk cano-
nisch nagebootst en daar gaat het spel op
nieuw aan den gang. No. 11 begint met een
expositie van het in kwartnoten optredende,
door rusten onderbroken Th., als tweede komt
daar de omkeering van het thema van 110. 8
bij. Deze nos. zijn weer vierstemmig uitge
voerd. In no. 12 weer wat nieuws: de twee-
deelige maat maakt plaats voor een driedee-
lige, maar veel belangrijker dan dit is, dat de
heele zóó ontwikkelde 4 stemmige Fuga ge
volgd wordt door haar totale omkeering. De
heele Fuga wordt dus op haar kop gezet. In
no. 13 geschiedt iets dergelijks, maar daar is
het thema haast tot onherkenbaar wordens
toe veranderd en wordt door de omkeering
beantwoord; men lette op de gelijkenis daar
van met het finale thema van Brahms' eerste
cello sonate! Fuga 13 is driestemmig. Fuga
no. 14 is een variant van no. 10. Nu volgen
vier strenge Canons: I in de vergrooting en
tegenbeweging, II in de octaaf. Hl in de de-
cime, IV in de duodecime. Het thema is tel
kens min of meer gewijzigd. De beide Fuga's
voor 2 klavieren zijn vierstemmige varianten
van no. 13. De 15de Fuga is, zooals gezegd, een
torso gebleven: den blinden meester ontviel
de pen.
Twee jaar na zijn dood kwam de eerste uit
gave. De inteekening leverde niet genoeg op
om de koperplaten te betalen, en daarom
werden deze door Bach's zoon als oud koper
verkocht
Men kan voordeeliger „Monastery Gardens"
cultiveeren dan een Kunst der Fuga!.
Krijgsraad veroordeeld tot degradatie en ont
slag uit den dienst. Aan Joan's liefde voor
hem verandert dat niets. Joan en Thom wil
len, ten koste van alles, met elkaar hun leven
leven, tot Joan's vader Thom weet te over
tuigen van het verkeerde, zijn geluk te willen
baseeren op een paar verlamde beenen (van
Joan's echtgenoot). Voor een laatste, de ge
vaarlijkste tocht gaat de Al-14 uit. waarbij
één man zijn leven zal moeten offeren. Thom
weet aan boord te komen en neemt tegen den
wil van Toler. die zich wilde offeren, diens
plaats in en met den naam van Joan op de
lippen gaat hij den dood in.
Het is een film, die aangrijpt door het ver
schrikkelijk gebeuren en door het natuurlijk
spel der medespelenden. Een aanklacht te
meer tegen den oorlog, omdat deze film de
gruwelen zoo levendig voor oogen stelt. Geen
poëzie, geen romantiek, alleen vreeselijke wer
kelijkheid.
FINANCIEEL JAARBOEK VOOR 1935
De bekende jaarlijksche uitgave van de Ne
derlandsche Financier Dagelijksche Beurscou-
rant, het Financieel Jaarboek voor 1935 is
weer verschenen. Het algemeen overzicht
geeft een schets van de ontwikkeling der
voornaamste financieeie en economische ge
beurtenissen van 1934. Een speciale beschou
wing is gewijd aan de gevolgen van de Nira
Codes od het Amerikaaiische bedrijfsleven,
terwijl voorts de ontwikkeling van de poli
tieke en economische verhoudingen in de
voornaamste landen van Europa wordt ge
schetst. Van ae verdere beschouwingen noe
men wij nog die over de suiker-, rubber-, ta
baks- en koffiemarkt en over het Groot
Scheepvaartbedrijf. Evenals vorige jaren zijn
ook uittreksels opgenomen van in 1934 ver
schenen prospectussen, opgave van plaats
gehad hebbende kapitaalswijzigingen, reorga
nisaties, enz.
Een jaarboek als het onderhavige zou niet
volledig zijn, indien' geen groote hoeveelheid
statistisch materiaal werd gegeven. Wanneer
wij dus thans schrijven, dat het Financieel
Jaarboek voor 1935 in dit opzicht volledig is,
behoeven wij verder niets te melden.
NIEUWE UITGAVEN.
Handboek voor Rubbenvaarden
samengesteld door de firma
B. Sanders Ezn.
De firma B, Sanders Ezn. commissionnairs
in effecten in Amsterdam heeft een Hand
boek voor Rubberwaarden samengesteld, waar
in de positie en de handelingen der vele rub
bermaatschappijen nauwkeurig worden ver
meld en besproken, evenals het restrictie
plan.
MUZIEK.
Solist: Cor Kint.
Cor Kint speelde Vrijdagavond solo op de
viola d'amore, het altvioolachtige Instrument,
dat zeven klinkende en zeven resoneerende
snaren heeft. Het is door het groote aantal
dicht bijeen liggende snaren zeer moeilijk zui
ver te bespelen, daar de strijkstok bij de min
ste afwijking van de juiste richting een ver
keerde snaar mede aanraakt. Quinton, viola
d'amore en viola da gamba hebben we inder
tijd op concerten van de Société des Instru
ments anciens door leden van de familie Ca-
sadesus meesterlijk hooren bespelen. Ook onze
landgenoot toonde zich tegen de technische
moeilijkheden die de liefdesvedel den bespe
ler biedt, opgewassen. Hij voerde er zelfs met
groot succes enkele en dubbele flageoletten
op uit. Maar ons hart met spitsen pijl te door
boren heeft de liefdesvedel in DuiUschland
heeft het woord cello plaats moeten maken
voor Kniegeige; waarom zouden we dan op
onze beurt de viool ook niet maar eens ver-
hollandschen? nog niet vermocht. De toon
er van is dun en staat tot dien van een goede
altviool eenigszins als de toon van een clave
cin tot dien van een modern klavier. En of er
in onzen tijd meer dan een soort van plato
nische belangstelling voor te wekken zou zijn.
lijkt ons onwaarschijnlijk. Viola d'amore pla-
tonica neen daar zit geen toekomst, geen
muziek in.
Uit een historisch oogpunt bezien was Cor
Kint's voordracht interessant. De naam van
den componist van het concert, dat hij speel
de, riep herinneringen aan den beroemden
symphonicus Stamitz, den wegbereider voor
Haydn en ^ozart, maar dat was Johann Sta
mitz en de auteur van het violaconcert was
diens zoon Karl, zelf een virtuoos op dat in
strument en componist van een groot aantal
werken, w.o. 70 symphonieën. Het eerste Al
legro van het violaconcert kon belangstelling
wekken door de stijlovereenkomst met de con
certen van Haydn en Mozart, maar de geniale
vonk is bij Karl Stamitz vrijwel zoek. Het An
dante grazioso klonk erg zoet en in het Rondo
hoorden we de gewone fanfares, waarmede
jachttafereelen muzikaal geïllustreerd wor
den. De orkestbezetting had nog wat beschei
dener genomen kunnen worden In overeen
stemming met het niet heel groote toonvolume
van het solo-instrument. De première van het
vedelconcert bracht een andere mee, nl. die
van de Boheemsche Symphonie van Anton
Fils. Deze Fils was van 175460 eerste cellist
in het Mannheimer orkest van Johann Sta
mitz en hij was diens leerling: een vlijtig leer
ling ook, want hij schreef in zijn kort leven
o.a. 39 symphonieën. Die Boheemsche geeft
aan de hoorns een soort wolkenkrabbersarbeid,
en het was dus geen wonder dat onze hoornis
ten wel eens even duizelig werden. Treffend
was de gelijkenis van een moment uit het fi-
r.ale-Vivace met een uit Mahler's „Wer hat
dieses Liedlein erdacht?" Heeft men hier met
den invloed van folklore te doen? Mahler was
ook uit Bohemen uit de stad Kalischt ge
boortig.
Drie stukken uit Grétry's in 1775 voor
't eerst opgevoerde opera „Céphaie et Procris''
besloten het eerste dee! van het programma.
Het tweede deel gaf een herhaling ..op veel
vuldig verzoek" van de „Teil-Ouverture" en
van Liszt's Tweede Rhapsodie. Daartusschen
in waren Massenet's „Scènes alsaclennes" ge
plaatst: zeer op uiterlijk effect berekende, ta
melijk oppervlakkige stukken. Een kiok luidt:
Zondagmorgen. Rumoer: dat is de herberg, in
den Elzas of elders, 't doet er niet toe Maar
in dit geval natuurlijk in den Elzas. Onder de
Linden is liefhebberij. De Zondagavond is ook
nog al roerig, maar aaa,r komen de soldaatjes
de ronde doen en alle rumoer verstomt tot ze
voorbij zijn. C'est simple comrne bonjour.
Maar waarom was de zaal zoo leeg, wanneer
er op veelvuldig verzoek gespeeld wordt? De
beantwoording van die vraag is niet zoo een
voudig.
K. DE JONG.