imanYLL BIOSCOPEN, tandpa/ta HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct. Radiomuziek der week Concert der H.O.V. ZATERDAG 2 FEBRUARI 1935 H A A R L" E M'S D A C B E A D' 17 FRANS HALS THEATER. Carole Lombard en George Raft in „Bolero' De directie van liet Frans Hals Theater heeft na haar eersteling, die met onafgebro ken succes drie weken geloopen heeft, een filmwerk van geheel ander genre bij haar publiek geïntroduceerd. Bolero is niet zoo vrooüjk en zoo luidruchtig als Malle Gevallen, maar deze Paramount-film zal door haar eigenaardige aantrekkelijkheden ook wel weer talrijk bezoek lokken. De voornaamste aantrekkelijkheid zal voor velen de muziek zijn. Want de film is gecom poneerd op de betooverende melodie van Ravel, die in de orkest-bewerking van Natha niel Finston geheel tot zijn recht komt. Ook overigens klinkt de muzikale begeleiding wel luidend, maar de aandacht wordt wel eens afgeleid doordat men zoo lang op het eigen lijke thema, dat de titel in uitzicht stelt, moet wachten. En als de zoete melodie van Bolero eindelijk den luisteraar meesleept, wordt zij ontijdig afgebroken door de Marseillaise. Maar een dergelijk inciident doet den mu ziekliefhebber beseffen, dat hij niet op een concert zit, doch een dramatische handeling bijwoont. De afgebroken Bolero is het kritieke oogenblik in het leven van Raoul, den danser. Juist als hij met zijn schitterendste nummer debuteert, breekt de wereldoorlog uit en nie mand neemt van de prestatie van het dans paar notitie. De officieren aan de tafeltjes be praten de kansen. Zonder eenig applaus moe ten Raoul en Helen zich terugtrekken. Raoul ziet echter onmiddellijk, dater re clame voor hem uit deze situatie is te halen. Hij verzoekt stilte en houdt een toespraak. „Dames en heeren", zegt hij, „het is nu geen tijd voor danskunst. Er bestaat maar één be lang op het oogenblik: Frankrijk! Wij stellen onze Bolero uit tot na den oorlog; eerst na de overwinning zullen wij ons nummer her halen!" Zijn broer Mike, evenals hij eens een gewone mijnwerker, maai- die den danser als mana ger op zijn tournée's volgt, is verrukt over deze handige streek, doch Helen begrijpt ex- eerst niets van. Als Mike het haar uitgelegd' heeft, verlaat zij Raoul op staanden voet en een paai- dagen later is zij uit spijt met haar bewonderaar Lord Coray getrouwd. Want na het gebeurde heeft Helen haar partner door. Zij dacht, dat hij als een held, uit vaderlandsliefde, naar het front trok, maar 't blijkt nu louter uit zakenbelang te zijn. Raoul kan geen held zijn, Raoul kan ook niet liefhebben. Hoe heeft het meisje in zijn liefde geloofd, toen hij haar meenam naar zijn geboortedorpje in Vlaanderen, waar ze einde lijk aan eikaars wederzijdsche genegenheid hebben toegegeven. Maar nu doorziet zij Raoul: hij beminde in haar alleen de voor treffelijke partner. Als zij minder goed zou gaan dansen, zou hij haar wegsturen, zooals hij Leona en Annette had weggestuurd en Lucy, de aristocratische vriendin, die beloofd had hem voor koningen en prinsen te zullen laten dansen Voor Raoul bestaat inderdaad dit ééne maar: de dans en het succes van den dans. Hier door is hij bezeten. En daarom had hem geen grooter ramp kunnen treffen, dan nu hij in den oorlog bij een gasaanval ongeneeslijk ziek wordt aan hart en longen. Toch danst hij. Mike maant hem. verstan dig te zijn en samen met hem een sigaren winkel op te zetten. Maar Raoul wil zijn be- loftevei-vullende Bolero, waaraan hij al de vier jaren van den oorlog gedacht heeft. Hij heeft nu met Annette, die hij als een vrijwel ver- zwabberde variété-artiste terugvond, den dans ingestudeerd. Maar op den avond van de pre mière is Annette stomdronken. Toevallig is Helen met haar echtgenoot in de zaal en deze laat zich door Mike over halen als plaatsvervangster op te treden. Ook zij heeft vier jaar lang op de Bolero ge oefendin den droom! En nu dansen zij nogmaals den opwindenden dans op de zoete muziek ten einde, en fluisteren elkaar hun liefde toe. Doch na de voor hem ongeoor loofde vermoeienis stort Raoul dood neer. „Hij is gelukkig!", zegt Mike, als hij zijn broer de oogen toedrukt. De dansen van Raoul, door den wereldver maarden danseur George Raft uitgevoerd, vormen de tweede aantrekkelijkheid van de film. En Carole Lombard, een mooie blon dine. staat hem met haar gratie bij. Dan is er, behalve de getemperd komische mimiek van William Frawley als Mike nog een derde aantrekkelijkheid voor ons Hollandsche publiek. Als Raoul en Helen in de sentimen teelste episode van het verhaal zijn geboor tedorpje bezoeken, en. na op het graf zijner moeder bloemen te hebben gebracht en zich tegen het kruis te hebben laten fotografee ren. in de dorpsherberg hun intrek nemen, spreekt de waardinHollandsch! Wij waanden ons, op het decor afgaande, in Tirol of Italië, maar hadden, lettende op het pijpen- rek met een half dozijn lange Gouwenaars, beter moeten weten! Hoewel dus vol aantrekkelijkheden, is de film als film tegengevallen. Wesley Ruggles. die haar vervaardigd heeft, laat te veel pra ten en te weinig dansen. Van de bezetenheid van den danser, schitterend thema juist voor een film! merken wij vrijwel niets. Wij worden niet, zooals wij rechtmatig ver wachtten. van het begin tot het einde mee gesleept in een tragischen zwijmel, met in het middelpunt den aan zijn kunst als aan den duivel verkochten artist, die bij het stij gend succes zich allengs van zijn liefde en menschelijkheid ziet berooven. De verrassin gen en spanning, van de montage, de roman tische kleur, het dramatisch élan ontbreken; de achtergrond, waartegen muziek en dans afgespeeld worden, blijft eentonig en vlak. In het voorprogram een gekleurde teeken film, die op geestige wijze het sprookje van Asschepoetster moderniseert. Bij het film- nieuws de uittocht der ballingen uit het Saar land en een Polygoon-opname van het Leid- sche lustrum. H. G. C ANNE GIETER. REMBRANDT THEATER. Het Meisje met den Blauwen Hoed. De publieke belangstelling voor dit Neder, landsch product is zoo groot geweest, dat de film Het Meisje met den Blauwen Hoed met Truus van Aalten, Roland Varno en Lou Bandy moest worden geprolongeerd. We hebben er verleden week al over geschreven, zoodat we met deze weinige regelen volstaan. Het voorprogramma biedt in de eerste plaats de gebruikelijke journaals. Het buitenlandsche toont vliegdemonstraties in Amerika, waarbij nevels voor maskeering worden geproduceerd, staalfabrieken in het Saargebied en een brand in Londen. Polygoon heeft uitmuntende opne mingen gedaan in het Aquarium in Artis en Truus van Aalten. geeft fraaie „close-ups" van eenige visschen. Eenige beelden uit de tentoonstelling van de St. Bernardclub in Beverwijk en opnemingen van een voor Zweden gebouwd verkeersvlieg tuig, de F 22 completeeren het actueele nieuws dat bovendien Vincent toont, spelend op het carillon van het Paleis op den Dam. Het gekleurde teekenfilmpje van Walt Disney, een der Silly Symphonies over Lullaby Land, is mét het hoofdnummer ge prolongeerd. Het is een der beste specimina van de teekenfilm,, een lust voor oog en oor sprankelend van geest en fantasie. Op het tooneel verbaast Bert Wright het publiek door zijii buitengewone lenigheid, door zijn zuivere rythmische stepdansen en zijn vaardigheid in jongleeren. Zijn grappig op treden verwierf verdiend succes. „Wonderen der Natuur". Zondagmorgen zal de heer Mol, directeur der Multifilm, Haarlem, andermaal zijn we reldberoemde films „Wonderen der Natuur" in het Rembrandt-Theater vertoonen. (Adv. Ingez. Med.) Deze films die, zooals men weet, op popu laire wijze door den vervaardiger worden toe gelicht, hebben overal en ook in onze stad groote belangstelling getrokken. Wij gelooven dan ook wel dat men het op prijs zal stellen nogmaals van deze wonder werken te kunnen genieten. Achtereenvolgens krijgt men te zien: Zwerf tochten door een waterdruppel; De samen stelling van ons bloed, 'een film tot stand ge komen met medewerking van Prof. van Wal- sem: De ontwikkeling van de mug en den vlinder; Een versnelde, vertraagde en omge keerde film; Bloeiende bloemen en planten- bewegingen: en ten slotte „Uit het rijk der kristallen" een geluidsfilm, muziek van Mevr. B. van TiedemanWyers. CINEMA PALACE. Joe E. Brown in „de Zesdaagsche". Er is maar één goede methode om films als .De Zesdaagsche" die uitsluitend vervaardigd zijn om het publiek te laten lachen, te be- oordeelen: en dat is naar het gelach van het publiek. Wij zullen dien maatstaf aanleggen en dan constateeren we. dat de film volkomen aan dat doel beantwoordt omdat er geschaterd is van het lachen, Vrijdagavond in Cinema Palace! Joe Brown, een stationsbeambte in een dorp en half en half verloofd met een alleraardigst meisje, krijgt een medeminnaar in een variété-artist. die een fietsact uitvoert. Het meisje laat zich door dien man (behalve artist is hij getrouwd en bovendien schurk) inpal. men. Joe komt dan tot de conclusie, dat een flinke kerel als hij toch eigenlijk in een stad thuisbehoort en hij fietst gepakt en ge zakt weg. Een botsing met een auto is fortuin lijk voor hem, daar hij op die wijze in .kennis komt met een wielrenner, die den Zesdaagsche mee zal rijden. All right, zegt Joe. ik ben je partner. Helaas wordt hij vlak voor het begin van de race in een gevecht gewikkeld, dat hem een gratis onderdak op 's rijks kosten bezorgt: hij komt op het politiebureau terecht. Op het allerlaatste moment, als de Zesdaagsche al bijna 4 uur aan den gang is (zijn partner heeft verlof gekregen de eerste 4 uur alleen te rijden: als Joe er dan nog niet is, zal dat koppel uit de baan genomen worden), op het laatste moment komt Joe in colbertje de baan op en rijdt mee. Het koppel wint, maar niet vóór Joe de gekste stukjes heeft uitgehaald. De variété-artist is in dezen wedstrijd zijn zwaarste* tegenstander geweest, doch deze verliest, in dubbelen zin. Want het meisje, wier oogen zijn open gegaan, heeft J-oe weer opgezocht. Het is een film, waarvan men bizonder kan genieten en de lachsalvo's klaterden dan ook op. De wijze waarop Joe de race rijdt en tenslotte (zonder ketting) wint, is dan ook vermakelijk. In de race ligt ongetwijfeld hei; hoogtepunt van de film, al zal een zesdagenrenner wel vreemd opkijken bij het zien van deze zesdaagsche Op het tooneel treden Lyon en Lindey op. De dame van het duo is een elegante verschijning en blijkt de lenigheid van een slangenmensch te bezitten. Keurige staaltjes toont ze daarvan op rustige en beschaafde manier. Buddy beleeft dwaze avonturen in een land, waar men niet mag dansen en zingen en waar hij verzeilt raakt, omdat zijn luchtballon neerstort. Het is een teekenfilmpje van Leon 3chlesinger. JOE BROWN. De journaals (en vooral dat van Profilti) zijn het voornaamste van het overige. We wonen repetities van Buziau s revue bij. bezoe ken Ouwehand's Dierenpark op den Grebbe- berg. nemen een kijkje op de R.A.I. en ont vangen de Nederlandsche deelnemers aan de Monte Carlo rallye. Tenslotte toont een revue filmpje in het land der cow-boys, dat het juiste procédé om kleurenfilms (andere dan teekcnfilms) te vervaardigen, nog niet gevon den is. LUXOR THEATER. Helden der golven. Een uitstekend programma gaat deze week in Luxor. Daar is om te beginnen de Intellect film „Hoe wilde beren gevangen worden". Met lasso's gewapend trekken de beide jagers met hun honden er op uit, met wiskunstige zekerheid weten zij de lasso's om bruintjes kop en om zijn pooten te gooien, nadat de afgerichte honden de jagers al heel gauw op het spoor van het bruine monster hebben gebracht. Dan is er een alleraardigste teeken film, die twee kleuters, die voor zij slapen gaan, in hun sprookjesboek hebben gelezen, in droomeland die sprookjes laat beleven. Verder komt Charley Chase in de film „Firma Nul en Geenei-waarde". Een film met Charley- Chase is zoo goed als altijd van het gooi-, val- en smijtsysteem en deze maakt daarop geen uitzondering. Maar Chase heeft een heel apart karakter, daardoor blijven de Chase-films altijd leuk en amusant. Van geheel ander genre is de hofdfilm Van geheel andere genre is de hoofdfilm Coway. Een film, die u een klein idee geeft van. het oncomfortabele, gevaarvolle leven aan boord van een onderzeeër in oorlogstijd. In vredestijd zijn de gevaren natuurlijk min der. maar het comfort zal niet veel grooter zijn. De film speelt in den wereldooi'log in 1918 voornamelijk aan boord van den Ameri- kaanschen onderzeeër Al-14. Na een zwaar ge vecht doet de Al-14 de haven aan Ter eere van de officieren wordt door den burge meester een bal gegeven. De eer ste luitenant Thomas Knowlton (Robert Montgo mery) en de twee- de luitenant Brick Walters (Robert Young) hebben maar een matig genoegen in het dansen met voor het grootste deel oudere dames, ze zijn juist op het ROBERT MONTGOMERY punt er stiekum in Helden der Golven. tusschen uit te knijpen als Thom een jong meisje in het oog krijgt, waar hij hals over kop op verliefd raakt. Walters ziet haar ook en is op slag collega van Thom. Dat meisje Joan (Madge Evans) blijkt de dochter té zijn van hun kapitein Toler (Wal ter Huston). Ze geeft Thom de voorkeur boven Walter en veel tijd is er niet voor noodig of de twee bekennen elkaar hun liefde. Het gaat gauw, maar, wat wilt ge, in oorlogstijd had den de jongelui geen verleden, geen toekomst, alleen maar het heden, het was met recht: „carpe diem", pluk den dag Zelfs als Joan Thom vertelt, dat ze getrouwd is, wil hij daar niets van hooren, voor hem bestaat alleen het nü. De Al-14 moet plotseling weer vertrekken en Thom neemt afscheid van Joan met „I love you". Het ontzettendeleven van moor- den begint weer. Torpedo's worden afge schoten op mijnenleggers, verkenners vliegtui gen en bommenwerpers bestoken de Al-14. De onderzeeër raakt aan den grond. Allen dreigen te stikken, doordat de zuurstof op gebruikt is en de boot niet los kan komen; het is alles verschrikkelijk en adembenemend. Op het laatste nippertje kan de Al-14 weer aan de oppervlakte komen. Thom heeft een paar maal j insubordinatie gepleegd en wordt door den EEN VOORBESPREKING DOOR KAREI DE JONC Het merkwaardigste, zij het ook niet het meest toegankelijke, van wat in de komende week door den Nederlandschen omroep zal worden gegeven is wel de uitzending van Bach's „Die Kunst der Fuge" op Donderdag avond. Het concertgebouworkest zal een or kestbewerking van het oorspronkelijk voor klavier en wat twee der Fuga's betreft, voor twee klavieren geschreven werk uitvoeren. Ik wil een deel van de voorrede der Peters- uitgave citeeren: .Johann Sebastiaan Bach's Kunst der Fuge. dit eenige, tot heden nog on overtroffen produkt van harmonische scherp zinnigheid, waarin alle soorten van contra punten en canons over een en hetzelfde thema vervat zijn, is het laatste eigenhandig neer geschreven werk van den grooten meester. Een gevaarlijke oogziekte, die ook zijn dood bespoedigde, verhinderde hem evenwel het geheel te voltooien. Daardoor is de laatste Fuga. die 3 thema's bevat, waarvan het laat ste de letters van zijn naam b, a, c, h vol- jens onze schrijfwijze bes, a, c, b laat hoo ren, onvolledig gebleven. Verder had Bach nog het buitengewone, maar helaas niet uit gevoerde denkbeeld, zijn groot werk met een Fuga te beëindigen, waarin zelfs 4 thema's vervat zouden zijn, die naderhand in alle 4 stemmen omgekeerd zouden worden, en die dus als het eminentste meesterstuk, den slot steen voor het werk vormen zou." Het thema, dat de kiem voor het geheele reuzenwerk geleverd heeft, is in den grond vorm, zooals het in de eerste Fuga verwerkt is, volstrekt niet karakteristiek of belang rijk. Schweitzer zegt er dan ook van: „Inte ressant kan men het eigenlijk niet noemen; het is niet uit geniale intuïtie geboren, maar meer met het oog op alzijdige bruikbaarheid en op de omkeering zóó gevormd. En noch tans boeit het dengene, die het telkens weer hoort. Het is een stille, ernstige wereld, die het ontsluit. Leeg en strak, zonder kieur, zon der licht, zonder beweging ligt zij voor ons, ze verheugt noch verstrooit; en toch komt men er niet van los. Zóó is de indruk van de eerste vier Fuga's, die met het eenvoudige thema en zijn omkeering te doen hebben. Dan echter, met de vijfde Fuga, wordt het mono tone van het thema gebroken. Rhythmisch leven treedt in de plaats van de gelijkwaar digheid der eerste noten. Het thema krijgt iets plechtigs. Van de 8ste Fuga af wordt het door de beweging levendig.... Alle mogelijke typen van Fuga's, ook zulke, als Bach zelf nimmer elders gebruikt heeft, zijn in Die K. d. F. vertegenwoordigd. Men weet niet of men zich meer daarover verbazen moet. dat al deze combinaties door één muzikalen geest uitgedacht konden worden, dan wel daarover, dat bij 'alle kunstvaardigheid de stemmen steeds zóó natuurlijk en ongedwongen voort- loopen, als was hun de weg niet door zoo en zoo veel zuiver technische noodzakelijkheden voorgeschreven." Bach zelf heeft van dit theoretisch bedoelde werk de stemmen in partituur, dus elke stem op een eigen notenbalk, geschreven en de Fuga's als „Contrapunctus" betiteld. Gaan we nu de reeks stuk voor stuk na, dan zien we in no. I een gewone vierstemmige Fuga over het thema in oorspronkelijke ge daante. De expositie is in de volgorde Alt, Sopraan, Bas. Tenor. Bij no. 2 is de expositie anders, nl. B.T.A.S.. bovendien zijn de achtste noten, waarmee het thema eindigt, in een ge punte rhythmus veranderd; deze rhythmus blijft door het geheele stuk en maakt liet wat levendiger dan het eerste is. No. 3 keert het thema, beginnende met de toon d. om; het antwoord begint met de toon a, maar doordat de kwartenschrede die er op volgt in een kwintenschrede veranderd is, komt het ant woord in de toonsoort der onderkwint. De volgorde is T A.S.B. Ook no. 4 behandelt het omgekeerde thema, maar de opvolging dei- toonsoorten is precies omgekeerd als in no. 3; zij begint dus met de schrede a-d afwaarts. In no. 5 begint de Alt met het omgekeerde thema, dat door invoeging van doorgaande noten tusschen de harmonische a. d, f, a, en ook door wijziging der rhythmiek veranderd is: de Bas antwoordt in de omkeering daar van en dus met het thema rechtop, zullen we maar zeggen; de Sopraan bx-engt het ook recht, de Tenor weer omgekeerd. No. 6 ver toont weer een complicatie van kunstvaardig heden. De Bas begint met het thema rechtop, ongeveer in de gedaante als in no. 5; de So praan valt al in de tweede maat in de rede met het omgekeerde thema in de verkleining, d.i. dus in de helft der notenwaarden. Half in de derde maat zet de Alt de verkleining van het thema rechtop in. Daar nu het thema in de B. vier maten omvat zien we reeds in die eerste vier maten de complicaties zich op stapelen. „In stile francese" heeft Bach er boven gezet, waarschijnlijk omdat het karak ter dat van een deel der z.g. Fransche Ouver ture benadert. In no. 7 zijn de verhoudingen weer anders: de A begint met de verkleining, de S. antwoordt in de tweede maat met de omkeering in oorspronkelijke notenwaarden; de B. treedt bij de 5de maat in met de ver- grooting (dubbele notenwaarden) van de om keering, de T. komt pas in de negende maat met de verkleining van de omkeering. Men ziet hoe gecompliceerd nu reeds de expositie geworden is. en dit is nu nog maar de expo sitie! Men zou nu geneigd zijn te zeggen: non plus ultra, maar Bach dacht er anders over. Hij had nog meer snaren op zijn contrapun- tischen boog! En dus begint hij met no. 8 weer wat anders: een dubbelfuga. Een ge heel nieuw thema wordt ingezet en tot een volledige fuga verwerkt, maar als deze aan stalten maakt af te sluiten treedt de rhyth misch gewijzigde omkeering van het oor spronkelijk thema in, wordt als fuga behan deld en verderop met het nieuwe begmthema in dubbel contrapunt gecombineerd. Deze fuga is de eerste die slechts 3 stemmen bevat. No. 9 is weer vierstemmig en begint weer met een geheel nieuw en ditmaal zeer bewegelijk thema, maar het duurt niet lang of de ver grooting van ons oorspronkelijk thema wordt er tegen gezet en mee verbonden, zoodat ook dit weer een dubbelfuga wordt. No. 10: weel een ander nieuw thema, dat in de omkeering beantwoord wordt; de vier stemmen kaatsen het een wijle elkaar toe, recht of op zijn kop. maar daar komt ons thema nr. 5 (het- Th. op zijn kop dus) er weer bij. onmiddellijk cano- nisch nagebootst en daar gaat het spel op nieuw aan den gang. No. 11 begint met een expositie van het in kwartnoten optredende, door rusten onderbroken Th., als tweede komt daar de omkeering van het thema van 110. 8 bij. Deze nos. zijn weer vierstemmig uitge voerd. In no. 12 weer wat nieuws: de twee- deelige maat maakt plaats voor een driedee- lige, maar veel belangrijker dan dit is, dat de heele zóó ontwikkelde 4 stemmige Fuga ge volgd wordt door haar totale omkeering. De heele Fuga wordt dus op haar kop gezet. In no. 13 geschiedt iets dergelijks, maar daar is het thema haast tot onherkenbaar wordens toe veranderd en wordt door de omkeering beantwoord; men lette op de gelijkenis daar van met het finale thema van Brahms' eerste cello sonate! Fuga 13 is driestemmig. Fuga no. 14 is een variant van no. 10. Nu volgen vier strenge Canons: I in de vergrooting en tegenbeweging, II in de octaaf. Hl in de de- cime, IV in de duodecime. Het thema is tel kens min of meer gewijzigd. De beide Fuga's voor 2 klavieren zijn vierstemmige varianten van no. 13. De 15de Fuga is, zooals gezegd, een torso gebleven: den blinden meester ontviel de pen. Twee jaar na zijn dood kwam de eerste uit gave. De inteekening leverde niet genoeg op om de koperplaten te betalen, en daarom werden deze door Bach's zoon als oud koper verkocht Men kan voordeeliger „Monastery Gardens" cultiveeren dan een Kunst der Fuga!. Krijgsraad veroordeeld tot degradatie en ont slag uit den dienst. Aan Joan's liefde voor hem verandert dat niets. Joan en Thom wil len, ten koste van alles, met elkaar hun leven leven, tot Joan's vader Thom weet te over tuigen van het verkeerde, zijn geluk te willen baseeren op een paar verlamde beenen (van Joan's echtgenoot). Voor een laatste, de ge vaarlijkste tocht gaat de Al-14 uit. waarbij één man zijn leven zal moeten offeren. Thom weet aan boord te komen en neemt tegen den wil van Toler. die zich wilde offeren, diens plaats in en met den naam van Joan op de lippen gaat hij den dood in. Het is een film, die aangrijpt door het ver schrikkelijk gebeuren en door het natuurlijk spel der medespelenden. Een aanklacht te meer tegen den oorlog, omdat deze film de gruwelen zoo levendig voor oogen stelt. Geen poëzie, geen romantiek, alleen vreeselijke wer kelijkheid. FINANCIEEL JAARBOEK VOOR 1935 De bekende jaarlijksche uitgave van de Ne derlandsche Financier Dagelijksche Beurscou- rant, het Financieel Jaarboek voor 1935 is weer verschenen. Het algemeen overzicht geeft een schets van de ontwikkeling der voornaamste financieeie en economische ge beurtenissen van 1934. Een speciale beschou wing is gewijd aan de gevolgen van de Nira Codes od het Amerikaaiische bedrijfsleven, terwijl voorts de ontwikkeling van de poli tieke en economische verhoudingen in de voornaamste landen van Europa wordt ge schetst. Van ae verdere beschouwingen noe men wij nog die over de suiker-, rubber-, ta baks- en koffiemarkt en over het Groot Scheepvaartbedrijf. Evenals vorige jaren zijn ook uittreksels opgenomen van in 1934 ver schenen prospectussen, opgave van plaats gehad hebbende kapitaalswijzigingen, reorga nisaties, enz. Een jaarboek als het onderhavige zou niet volledig zijn, indien' geen groote hoeveelheid statistisch materiaal werd gegeven. Wanneer wij dus thans schrijven, dat het Financieel Jaarboek voor 1935 in dit opzicht volledig is, behoeven wij verder niets te melden. NIEUWE UITGAVEN. Handboek voor Rubbenvaarden samengesteld door de firma B. Sanders Ezn. De firma B, Sanders Ezn. commissionnairs in effecten in Amsterdam heeft een Hand boek voor Rubberwaarden samengesteld, waar in de positie en de handelingen der vele rub bermaatschappijen nauwkeurig worden ver meld en besproken, evenals het restrictie plan. MUZIEK. Solist: Cor Kint. Cor Kint speelde Vrijdagavond solo op de viola d'amore, het altvioolachtige Instrument, dat zeven klinkende en zeven resoneerende snaren heeft. Het is door het groote aantal dicht bijeen liggende snaren zeer moeilijk zui ver te bespelen, daar de strijkstok bij de min ste afwijking van de juiste richting een ver keerde snaar mede aanraakt. Quinton, viola d'amore en viola da gamba hebben we inder tijd op concerten van de Société des Instru ments anciens door leden van de familie Ca- sadesus meesterlijk hooren bespelen. Ook onze landgenoot toonde zich tegen de technische moeilijkheden die de liefdesvedel den bespe ler biedt, opgewassen. Hij voerde er zelfs met groot succes enkele en dubbele flageoletten op uit. Maar ons hart met spitsen pijl te door boren heeft de liefdesvedel in DuiUschland heeft het woord cello plaats moeten maken voor Kniegeige; waarom zouden we dan op onze beurt de viool ook niet maar eens ver- hollandschen? nog niet vermocht. De toon er van is dun en staat tot dien van een goede altviool eenigszins als de toon van een clave cin tot dien van een modern klavier. En of er in onzen tijd meer dan een soort van plato nische belangstelling voor te wekken zou zijn. lijkt ons onwaarschijnlijk. Viola d'amore pla- tonica neen daar zit geen toekomst, geen muziek in. Uit een historisch oogpunt bezien was Cor Kint's voordracht interessant. De naam van den componist van het concert, dat hij speel de, riep herinneringen aan den beroemden symphonicus Stamitz, den wegbereider voor Haydn en ^ozart, maar dat was Johann Sta mitz en de auteur van het violaconcert was diens zoon Karl, zelf een virtuoos op dat in strument en componist van een groot aantal werken, w.o. 70 symphonieën. Het eerste Al legro van het violaconcert kon belangstelling wekken door de stijlovereenkomst met de con certen van Haydn en Mozart, maar de geniale vonk is bij Karl Stamitz vrijwel zoek. Het An dante grazioso klonk erg zoet en in het Rondo hoorden we de gewone fanfares, waarmede jachttafereelen muzikaal geïllustreerd wor den. De orkestbezetting had nog wat beschei dener genomen kunnen worden In overeen stemming met het niet heel groote toonvolume van het solo-instrument. De première van het vedelconcert bracht een andere mee, nl. die van de Boheemsche Symphonie van Anton Fils. Deze Fils was van 175460 eerste cellist in het Mannheimer orkest van Johann Sta mitz en hij was diens leerling: een vlijtig leer ling ook, want hij schreef in zijn kort leven o.a. 39 symphonieën. Die Boheemsche geeft aan de hoorns een soort wolkenkrabbersarbeid, en het was dus geen wonder dat onze hoornis ten wel eens even duizelig werden. Treffend was de gelijkenis van een moment uit het fi- r.ale-Vivace met een uit Mahler's „Wer hat dieses Liedlein erdacht?" Heeft men hier met den invloed van folklore te doen? Mahler was ook uit Bohemen uit de stad Kalischt ge boortig. Drie stukken uit Grétry's in 1775 voor 't eerst opgevoerde opera „Céphaie et Procris'' besloten het eerste dee! van het programma. Het tweede deel gaf een herhaling ..op veel vuldig verzoek" van de „Teil-Ouverture" en van Liszt's Tweede Rhapsodie. Daartusschen in waren Massenet's „Scènes alsaclennes" ge plaatst: zeer op uiterlijk effect berekende, ta melijk oppervlakkige stukken. Een kiok luidt: Zondagmorgen. Rumoer: dat is de herberg, in den Elzas of elders, 't doet er niet toe Maar in dit geval natuurlijk in den Elzas. Onder de Linden is liefhebberij. De Zondagavond is ook nog al roerig, maar aaa,r komen de soldaatjes de ronde doen en alle rumoer verstomt tot ze voorbij zijn. C'est simple comrne bonjour. Maar waarom was de zaal zoo leeg, wanneer er op veelvuldig verzoek gespeeld wordt? De beantwoording van die vraag is niet zoo een voudig. K. DE JONG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 17