Lettereim Ei ECun<
OE TWEELINGZUSTERS
MAANDAG 4 FEBRUARI 1935
H A" A R L' E M'S D A" C B L" A D
9
MUZIEK.
Roelof Riphagen.
Piano-recital.
Ten tweeden male gaf Rudolf Riphagen een
piano-avond in den Jansschouwburg. Groot
scheepsche propaganda waren aan deze ge
beurtenis voorafgegaan en zij mochten op
succes bogen: een talrijk auditorium wachtte
ditmaal de komst van den pianist af. die om
ruim half negen op het podium verscheen.
Gaf de goedbezette zaal. een zeldzaam ver
schijnsel in onzen tijd bij dergelijke avonden,
reeds terstond een aangename sfeer: Ripha
gen wist van het oogenblik af, dat hij begon te
spelen een eigen sfeer te scheppen, spanning
te verwekken en gaande te houden. Want zijn
spel wordt gedragen door een persoonlijkheid.
Niet een persoonlijkheid, die in jeugdige
vreugde om het spel er op los gaat. Van z.g.
„Spielfreudigkeit" is bij Riphagen niets te
ontdekken. Wel van een groote liefde voor het
te vertolken werk, dat hij in al zijn détails be
studeerd en in zich opgenomen heeft. In zijn
vertolkingen maakt alles den indruk overlegd
te zijn.
Vaak ook meent men pose vóór zich te zien.
Pose leek het groote silhouet, den speler aan
het klavier voorstellende, op de aanplakbil
jetten, pose het portret in het programma,
pose de wijze, waarop hij zich aan den vleu
gel zette en op inspiratie scheen te wachten,
pose zijn soms onmatige ritardando's en fer-
mates. De romantische allure van een vroe
gere generatie. Toch gelooven we dat veel van
wat pose schijnt, bij Riphagen uit eerlijke
overtuiging', uit den aard zijner persoonlijk
heid voortvloeit. Hij voelt blijkbaar roman
tisch. Zijn uiterst delicate, ja geraffineerde
voordracht van Schumann's „Kinderscenen"
zou het opzichzelve nog niet bewijzen; dat zij
tot het laatst toe een ongestoorde spanning
in 't leven hield, bewijst het wel. In het uit
beelden der romantische kleine vormen ligt
o.i. vooralsnog zijn grootste kracht. En even
zoo behandelde hij de vijfde Fransche Suite
van Bach, waarmee hij zijn recital begon. Men
kan dat gerust aanvaarden, want Bach wordt
zóó vaak zoogenaamd klassiek, maar in wer
kelijkheid dor gespeeld, dat men blij is, eens
een andere opvatting te hooren. Alleen wan-
iieer het contrastaanbrengen tot manier
scheen te worden, zooals het tot het uiterste
gedreven pianissima bij de herhaling van
eehige onderdeelen, kregen we den indruk van
opzettelijkheid, van ongezond effectbejag.
Constructieve arbeid in grooteren stijl enj
grooter dimensies werd in Franck's „Prélude,
Choral et Fuge" verlangd en we kunnen met
voldoening constateeren, dat de speler daarin
niet. te kort bleek te schieten, al hadden we
ons den totaalbouw nog grootscher kunnen
denken. Ook in deze vertolking verrastte me
nig détail dat van doordringende studie blijk
gaf.
Zijn voordracht der „Kinderscenen" noem
den we reeds. Die was geraffineerd en toch
vol poëzie. In sommige excessen wat betreft
dynamiek of tempo we denken b.v. aan
„Traumerei" en „,Der Dichter spricht" open
baarden zich „les défauts de ses qualitós." Dan
scheen zijn spel geparfumeerd, zijn opvatting
decadent. Er stonden echter voortreffelijke
staaltjes van reproductie tegenover.
Van Ravel's Sonative werd de Menuet wel
het mooist gespeeld, al lukten de dubbel-voor-
slagen meerendeels niet. Voortreffelijk was
hier zijn pedaalgebruik. De finale werd wat
snél en zonder de noodige klaarheid vertolkt;
het was of zijn beheersching toen verminderde
Debussy's „The Childrens Corner" droeg Rip
hagen uiterst verfijnd voor. Het tempo van
Doctor Gradus ad Parnassum was wel veel
sneller dan „Moderament animê", maar de
duidelijkheid bleef behouden. De overige num
mertjes maakte hij tot kostelijke kabinet
stukjes.
Het applaus noopte den pianist tot het spe
len van twee toegiften, onnoodig, want het
programma was al zeer omvangrijk, en eigen
lijk jammer, want zoomin met Debussy's
Tweede Arabeske als met Bach's Cisdur-Pre-
ludium vermocht hij de indrukken van het
voorafgegane te evenaren, laat staan te over
treffen. Maar een deel van 't publiek verlang
de het nu eenmaal
Riphagen bespeelde zijn eigen vleugel. Voor
Franck had een grooter instrument gepast,
voor de andere werken bleek de vleugel ten
volle berekend. Het gebeurt zelden dat een
pianist in 't openbaar het instrument kan
bespelen, waar hij geheel mee vertrouwd is.
Daarom was Riphagen's handelwijze volko
men te billijken en zelfs toe te juichen. Want
het tekort aan toonvolume in Franck's werk is
door andere kwaliteiten, die aan zijn vertol
kingen ten goed kwamen, ruimschoots opge
wogen.
K. DE JONG.
SYMPHONIE-ORKEST
„ORPHEUS".
't Is waarlijk al weer vijf jaren geleden dat
Orpheus zijn gedenkwaardig eerste concert
gaf te Zandvoort in badhuis „Zeeduin". Ge
denkwaardig, omdat men zich toen al heel
sterk moest vergissen cm niet te zien dat uit
dit beginnend ensemble een mooi symphonie-
orkest zou groeien. De heer J. Lammers, Or
pheus' voorzitter, herinnerde ons in zijn in
leidend woord aan dit concert en vertelde
voorts, dat sinds dien dag ongeveer vijftig
concerten zijn gegeven. Want het zal niet aan
ieder bekend zijn, dat Orpheus vele malen
speelt voor liefdadige doeleinden. Zoo luistert
het ook de bekende Lighaluitvoeringen op, en
staat het op de bres, waar men voor derge
lijke gelegenheden eens niet tevreden is met
zangsoli of zoo iets.
Het toch al feestelijk aanzien der groote
zaal van den Haarl. Kegelbond had nog be
langrijk gewonnen door een keurig opgemaakt
podium, dat ons herinnerde, wat er heden met
Orpheus aan de hand was. De heer P. Hage-
bout, een der werkende leden, had dit allei
op eigen initiatief (hoe was 't mogelijk!klaar'
gespeeld. Nu we toch bezig zijn met het fees
telijke van dezen avond, gaan we meteen ver
klappen, dat ook de heer Lammers zelf niet
kon ontkomen aan een huldiging. Had hij te
voren den directeur H. Th. Lindenborn een
fraaie electrische klok kunnen overhandigen,
hijzelf kreeg voor zijn onschatbare diensten
aan Orpheus een kunstvoorwerp met in
scriptie, en een dergelijk aandenken ont
vingen ook de penningmeester en de muziek-
commissaris. Tevoren had de directeur ook
reeds een zoodanig siervoorwerp mogen ont
vangen, waarbij hem ook een oorkonde werd
ter hand gesteld, die door een foto van het
huidige Orpheus nog in waarde steeg. En de
op deze wijze bedachten zagen hun dames-
huisgenooten knap in de bloemen gezet, Bloe
men werden ook aangedragen namens het
Haarl. Operette-ensemble, dat eveneens on
der leiding van den heer Lindenborn staat, en
namens welke vereeniging de heer W. A. Hen-
sen als voorzitter het woord voerde. Maar hier
mee was de feestelijkheid nog niet ten eind.
Want een pracht geschenk ontving Orpheus
zelf van de donateurs en belangstellenden:
het waren 25 stevige muzieklessenaars, in nik
kel uitgevoerd en met recht een sieraad voor
het concertpodium.
Maar toch zou 't belangrijkste hebben ont
broken, wanneer niet de muzikale kwaliteiten
van Orpheus nog eens in extra gunstig licht
waren komen te staan. En wij denken hier
voornamelijk aan de hoogst prijzenswaardige
uitvoering van Auber's ouverture „La muetté.
de Portici". 't Sprak van zelf dat men even den
tijd moest nemen om buiten den kring dei-
feeststemming te geraken, zoodat aan de zes
tienden-opmaat nog een al te vluchtige aan
dacht werd geschonken. Maar eenmaal op
dreef, werd 't één en al verrassing. Een groote
aanwinst was de hoorn, waartegen weer het
verlies der fagot, die onmisbare brug van
houtblazers naar koper, teleurstelde. Maar
hoe voortreffelijk overigens was dit hout bij
de ouverture „Martha", waar het zoo echt
symphonisch wordt gebruik in combinatie
met het telkenmale later invallend strijkkwin
tet. Een fluit, een hobo, twee klarinetten
dat spoedig de fagottist zijn plaats weer kan
hernemen!
De fantasie over „Cavalleria rusticana" had
heel mooie tutti, waarbij we in de eerste
plaats denken aan 't „no, no Turrido". Dat
was in orde, en mooi dik van klank. In de
Siciliana („O Lola!") was de althobo, koud
nog, te laag, en speelde een „luie klep" den
blazer parten. Maar later in „O dolce Lili"
voor hobo was 't wee rperfect. Pech had ook
de vioolsolist, die juist twee noten had ge
speeld, of zijn a-snaar legde 't af, maar het
snel omwisselen met een intacte viool van den
zelfden lessenaar was een handigheid, een
vakmusicus waard. Was dit haast onmerkbaar
incident toch nog oorzaak, dat de solovoor
dracht nerveus werd door het al te klein vi
brato? In deze „fantasie" waren de modulee-
rende overgangsdeelen nog de zwakke plek
ken, maar de enthousiast gespeelde scène vóór
de kerk nam toch weer zóózeer de aandacht
van de hoorders in beslag dat zij van
De frischheid,
straalt U tegen!
]2%
Iedere vrouw is graag bekoorlijk
en charmant. En deze wensch kan
zoo gemakkelijk in vervulling gaan!
Masseer 's morgens en 's avonds
Cent Uw huid met het weelderige schuim
i Castella! Laat Castella's
kostelijke massage-oliën
diep in Uw poriën drin
gen en verheug U in
een zachte, bekoorlijke
en prachtig-gave huid!
)P O GOEDE ZEEP STAAT
(Adv. Ingez. Med.)
het „al fresco" karakter dezer Mascagni-
muziek ruimschoots konden genieten.
In de „Mazurka russe" waren nog geheimen
die niet geheel ontsluierd werden, en bij
Waldteufel (hoe keurig is toch zulk een wals
geïnstrumenteerd!") boden ook de overgangen
tusschen de walsdeelen even moeilijkheden
bij de tempoverandering. Hier was de leiding
bij lange na niet zoo fascineerend als in het
klassieke deel van het programma, 't Is waar:
hier waren we ook heusch een beetje ver
wend. Want de beide ouverture's waren qua
directie heel, heel goed.
Inderdaad, een lustrumviering die bij Or
pheus nog lang in herinnering zal blijven
G. J. KALT
De Lichthoeve te Santpoort.
In het orgaan „De Lichthoeve" van het be
kende Kindertehuis van dien naam aan de
Kweekerslaan te Santpoort lezen we, dat de
toestand van de directrice, Zuster J. Th.
Kuijck, die sinds langen tijd wegens efen
ernstige, ongesteldheid te Garderen verpleegd
wordt, vooruitgaande is. Gehoopt' wordt, dat
zij 1 Maart weer de leiding van haar groot
gezin te Santpoort op zich kan nemen. Ver
antwoording wordt gedaan van de ingekomen
giften in geld en natura gedurende December.
A.s. Woensdagavond wordt ten bate van De
Lichthoeve in den Schouwburg aan den Jans-
weg een propaganda-bijeenkomst belegd, waar
bij tevens de film van deze stichting vertoond
zal worden.
AUTOBUSDIENSTEN
Bij besluit van Ged, Staten van Noord-Hol
land is afgewezen het verzoek van de N.V.
Autobusdienst „Mooy" te Beverwijk, om ver
gunning tot het uitbreiden van de route van
haar autobusdienst van Haarlem naar Heems
kerk en terug in dien zin, dat verschillende
diensten van Beverwijk naar Heemskerk en
omgekeerd zullen worden geleid langs den
Rijksstraatweg en de Marquettelaan.
Ingewilligd is het verzoek van deze N.V. om
de bestaande route van haar autobusdienst
HaarlemHeemskerk tusschen Beverwijk en
Heemskerk ook in omgekeerde richting te mo
gen rijden.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN.
De eerstvolgende vergadering van deze
Kamer zal worden gehouden op Dinsdag 19
Februari a_s. des avonds te 7.30 uur.
HET TOONEEL.
Nationale Revue.
DAT ZOU JE WEL WILLEN!
Waardoor de Nationale Revue zich van
alle andere Nederlandsche revues onder
scheidt. dat is door de 16 Dickson Girls. Een
stel girls, zoo kwiek, getraind en gediscipli
neerd als deze Dickson Girls vinden wij bij
geen ander revue-gezelschap. Daar zit vaart
en spirit in deze dansmeisjes en de nummers,
waarin zij optreden, zijn altijd af. Ook door
de zeer verzorgde, dikwijls heel smaakvolle
aankleeding. Het is geen wonder, dat men de
Dickson-girls niet veel rust gunt en wij zien
ze dan ook telkens terug, in den proloog, in
de aardig gemonteerde en met gratie gedans
te scène Sèvres Porcelein, in het acrobatisch,
kranig uitgevoerde ladder-nummer, in de
finale voor de pauze, waarin zij de lente- en
winterdans uitvoeren en in verschillende num
mers in het tweede gedeelte., waarvan wij o.a.
noemen den schermdans, die door de rapheid
van bewegingen, dë gedisciplineerdheid, de
vlugge attaques, parades en afweringen, en
de fijn-tintige costuums wel een der beste en
fijnste nummers vair den avond werd.
De leiders van de Nationale Revue zorgen
voor een goede, wat men zoo noemt „rijke"
monteering en aankleeding en aan schitte
ring. kleur en pronk ontbreekt het dan ook
niet. Er is heel wat te zien in deze revue, zoo
dat het publiek, dat gisteren bij de eerste voor
stelling in het Gemeentelijk Concertgebouw
in vrij grooten getale was opgekomen, in dit
opzicht niets te kort kwam.
Maar bij een revue komen wij toch in de
eerste plaats om den komiek. Het is de komiek,
die de revue „maakt", hij geeft er de fleurig
heid. de leut. in het kort het „leven" aan en
van zijn komische gaven hangt het eigenlijke
succes van de revue af. veel meer dan van de
slingerende, hippende, wippende, cirkelende
beenen zelfs van de mooiste revue-gïrls. Bu-
ziau, Louis Davids, Lou Bandy, zij geven het
cachet aan de revue, waarin zij optreden.
De komiekigheid van een Lou Bandy is van
een heel ander soort dan van een Buz-iau of
een Davids. Bandy heeft niet dat daverend-
komische van een Buziau, dat trouwens on
overtroffen is in Nederland en wanneer wij
hem vergelijken bij den beroemdsten clown
Crock misschien zelfs in heel de wereld - en
ook niet het fijne, gedistingeerde van een
Louis Davids. Bandy is meer, wat wij zouden
kunnen noemen, de vlotte, zelfbewuste wat on
gegeneerde komiek, die zeker is van zijn suc
ces. Want Lou Bandy is evenals zijn broer
Willy Derby populair bij het publiek. In hoe
ver die populariteit gerechtvaardigd is? Het
feit reeds, dat hij het is, mag als het bewijs
gelden, dat Lou Bandy precies weet, hoe hij
met het publiek moet omspringen en dat is in
een revue reeds heel veel waard. Wanneer ik
mijn persoonlijk oordeel moet geven, dat moet
ik bekennen, dat ik van dit genre komiekig
heid nog al ver af sta en ze maar half soms
zelfs in het geheel niet kan waardeeren.
Maar als ik een volle zaal telkens hoor scha
teren van de lach, de menschen om mij heen
zie dubbel vallen van pleizier en een dame
achter mij kirrend van de pret, om de minuut
hoor verzekeren, dat ie weer eenig is, Lou, nou,
dan moet ik wel tot de conclusie komen, dat ik
den waren knobbel voor dit soort grappigheid
mis,
'Maar wat ik wel zeker weet, is, dat Lou
Bandy zich zelf in zijn gijn en komiekigheid
nog al veel herhaalt. Ik heb Lou Bandy wel
eens beter gezien dan gisterenavond en je
zoudt den acteur van „Dat zou je wel willen"
nu en dan graag ook wat meer geest bij het
vervaardigen van deze revue hebben toege-
wenscht.
Er waren scènes bij zooals de Kwartjes
dag in den Dierentuin, het trio „Allemaal
naar de apies toe", „Lou wil een hondje
koopen" en „De ambtenaar van den Burger
lijken Stand" die wel heel erg bas-comique
waren en vooral Clairette Hammé ging in
haar chargeering soms veel te ver. Wiesje
Bouwmeester weet meer maat te houden, en
gaf eenige types zooals de Xantippe in
„Op naar Canada" heel vermakkelijk weer.
Johnnie Riscoe, een excèntrïc-clown bleek zijn
grappigheid voornamelijk in zijn beenen te
hebben, meer dan in zijn hoofd. En dan was
er natuurlijk een smeltende tenor, die pas
recht in zijn element kwam, toen hij Itali-
aansch mocht gaan zeggen. Laat ik ook niet
Clairette vergeten, het danseresje, dat op
haar teenen vlugger is dan ik op mijn voe
ten en een tourbillon danste met zoo'n vaart,
dat je bij het zien alleen er al duizelig van
werd.
Lou Bandy treedt tot en met Donderdag
nog op in zijn nieuwste revue „Dat zou je wel
willen!" en de vele bewonderaars van dezen
komiek weten dus, waar je hem in levende
lijve kunnen aantreffen, wanneer je hem niet
alleen op het doek in het Rembrandt Theater
als soldaat willen zien. En ik herhaal, er zijn
ook nog de 16 Dickson-girls. die ons met hun
beenen het bewijs geven, wat „tempo-tempo'
beteekent.
Het publiek amuseerde zich kostelijk op
dezen eersten avond en wij mogen verwachten
dat nog velen den weg naar ons Gemeente
lijk Concertgebouw deze week zullen weten
te vinden.
J. B. SCHUIL.
Lustrum van het Corps der
leerlingen van de M. T. S.
Receptie.
In de kroonzaal van café-restaurant Brink-
mann aan de Groote Markt werd Zaterdag
middag een goedbezochte receptie gehouden
door het bestuur van het jubileerende corps.
Vele personen gaven van hun belangstelling
blijk hetzij door een bezoek, hetzij door het
zenden van bloemen. Zoo kwamen feliciteeren
vele eereleden, de besturen van de zusterver-
eenigingen uit Dordrecht, van Amicitia, de
gymnastiekvereeniging. van de H. H. B. S. V.
van het Gem. Lyceum, van het Deventer Land-
bouwcorps Nji Sri, van de Utrec'ntsche Tech
nische vereeniging, van Avadia van de Meis-
jes-H. B. Svan de Vereeniging der Nuts-
kweekschooi Voorts kwamen de wethouder
van Onderwijs, deheer A. G. Boes, de directeur
der M. T. S. ir. G. de Gelder, vele leeraren, 1».
A. G. de Koningh, chef der Centrale Werk*
plaats der Spoorwegen. J. A. A. Ochtmann,
dir. Gem. Gasbedrijf, ir. C. J A. Reigersman,
dir. Prov. Waterstaat, en vele leden, oud
leden en particulieren.
Bloemen werden o.a. gezonden door de Ken-
nemer Lyceum Vereeniging. Nji, Sri, Amicitia,
Kopjesclub. G. M. V. L. I. N. O. S., de H. H. B.
S. V„ M. K. O.. Avadia, C. L. V., Vereeniging
van Leeraren, de Vereeniging van Afgestu
deerden en directie café Brinkmann.
Ba! masqué.
Desavonds vond in gebouw Brinkmann een
ball-masqué et costumé plaats, dat bijzonder
geslaagd mag worden genoemd. Het bestuur
had hiervoor de beschikking gekregen over
alle zalen boven en, na twaalven, ook die be
neden, zoodat het geheele gebouw was ingeno
men. En dat was noodig, want vele honderden
waren gekomen om dit feest ter gelegenheid
van het derde lustrum van het Corps van
Leerlingen der M. T. S. mee te vieren.
Ze hadden er veel werk van gemaakt. Ma
trozen en Oosterlingen, boeren en cow-boys,
een Rozenkoningin. Spanjaarden en danse
resjes. Russen en nog verschillende personen
uit andere landen en andere tijden zwierden
met elkaar over een der vele dansvloeren, die
in het gebouw ter hunner beschikking waren.
Het was een mengeling van kleuren, een bont
gewoel, waarin toch het wit en groen misschien
wel den boventoon voerden Doek met leu
zen, melding makende van den verjaardag van
het corps werden rondgedragen, er waren vier
deelnemers, die zich verborgen hadden in
groen witte bordpapieren cylinders, op elk
waarvan één letter van het woord KNOR
voorkwam. We zagen, hoe wonderlijk het ook
moge klinken, zelfs den Onzichtbaren Man, in
dezelfde gedaante als waarin deze zich aan
dr. Kemp heeft voorgedaan in de film van dien
naam; in een kamerjurk, zijn hoofd omzwach
teld met verband en een donkere bril op. Er
liepen sneeuwpoppen rond, die ondanks de
temperatuur boven nul niet smolten. Er wa
ren bonte fantasiecostuums, en zwijgende
Oosterlingen schreden onbewogen en niet tot
een glimlach te verleiden door de zalen. Ook
koeien waren aanwezig. En een troep kinderen
zorgden er voor, dat het door een boer-pianist
gespeelde Whispering niet geheel en al op wara
heid berustte. Er liep een Schot rond, op wiens
kleeding niets was aan te merken, doch wiens
manieren (althans afgaande op verscheiden
grapjes) niet uit Aberdeen stamden. Hij dronk
tenminste opgewekt een whisky en presen
teerde sigaretten! Dit is voor een Schot meer
scheef dan Schotsch.
De Bilderdijkzaal was als Bierhal ingericht.
In de muziekzaal vierden The Red Hot Pep
pers uit Apeldoorn hoogtij, de kroonzaal werd
gevuld door de klanken van The Melody Ma
kers uit Amsterdam en in de voorzaal was ge
legenheid tot verpoozig'. Op gezette tijden trok
de Haarlemsche Harmonie Apollo onder lei
ding' van den heer H. Schulpzand door het
bouw en dit stemmingsensemble was dan oor
zaak van vroolijke hos- en wandeltochten.
Na middernacht werd een filmopneming ge
daan, welke film van Maandagavond af in alle
voorstellingen van het Frans Halstheater zal
worden vertoond.
Hier volgen de toegekende prijzen:
Mooiste groep De Knor: mooiste dame Witte
Biedermeierdame; mooiste paar, extra prijs
Middeleeuwsche dame en heer; origineelste
dame Dreivierteutakt; origineelste heer Lap
pendeken; origineelste paar Plattelanders;
mooiste paar wit-zwarte marine; mooiste paar
extra prijs roode Kozakken; troostprijs revue-
compère.
In de jury hadden zitting: mevr. Hélène Lu-
dolph, mej. Annie Kalff en de heer J. L.
Slagter. architect.
Zondagmiddag had In de Kroonzaal van café
Brinkmann Groote Markt tot besluit van de
feestelijkheden een thé dansant plaats, waar
bij George Pickardt en zijn orkest uit Am
sterdam voor het muzikale gedeelte zorg
droeg.
FEUILLETON.
Uit het Engelsch van
PATRICIA WENTWORTH.
Nadruk verboden
14)
Anne liep van het bed de kamer door naar
de toillettafel. Lang en ernstig bestudeerde
ze haar spiegelbeeld. Toen zette ze haar hoed
af. Neen, zóó kon ze niet naar Jenny gaan
haar haar was niet om aan te zien! Dat
moest eerst behoorlijk bijgeknipt en geondu-
leerd worden. Overigens er was iets dat
haar vreemd aandeed in wat zij zag. Haar
huid had die bleeke, bijna vale tint die het
gevolg is van lang binnenshuis zijn. Ze wreef
haar wangen en toen het bloed krachtig er
heen stroomde, en ze wat meer kleur kreeg,
vond ze dat ze een beetje meer op zichzelf
leek. Er waren donkere kringen onder haar
oogen en haar gezicht was mager, veel ma
gerder dan een jaar geleden. En in dat smalle
ovaal leken haar oogen eigenaardig groot.
Van de gelijkenis met Jenny was niet veel te
bespeuren.
Met ontevreden beweging liep ze van den
spiegel weg en ging naar het bed terug. Ze
zette zich op den rand opende d' suitcase,
rommelde erin en haalde drie oude brieven te
voorschijn. Ze waren geadresseerd aan Miss
Anne Jones. Anne haalde ze uit de envelop
pen, scheurde die in heel kleine stukjes en
gooide de snippers uit het raam. Vervolgens
nam ze de brieven op en begon die door te
lezen. Ze waren alle drie van Mr. Carruthers,
niet getypt door een of anderen bediende
maar in'zijn eigen handschrift.
.De eerste, juist een jaar geleden gedateerde
begon:-
Geachte Miss Jones.
Tot mijn diep leedwezen moet ik u op
de hoogte stellen van het plotseling
overlijden van uw vader
Anne las den brief ten einde en verscheurde
hem toen. De tweede brief begon eveneens
met een betuiging van leedwezen. Ditmaal
betreurde Mr. Carruthers het, haar te moeten
mededeelen dat het haar naam niet voorkwam
in hears vaders testament en dat alles aan
haar zuster was nagelaten. Een diepe schaduw
lag op Anne's gezicht, toen ze de snippers
naast die van den anderen brief legde.
Aan den derden brief besteedde ze meer
tijd.
Geachte Miss Jones,
Uw zuster stelt er prijs op u te doen
weten, dat zij een zoon heeft: thans
een maand oud. Tegelijk laat ze u
mededeelen dat zij en de jongeborene
wel zijn. Uw andere zuster is het geheele
jaar op reis geweest met Juffrouw Da
geraad. Uw zuster wenscht dat dit u
bekend is. Wilt u zoo goed zijn mij te
telefoneeren, voor u zich in verbinding
stelt met uw zuster?.
Met de meeste honqachting.
Uw dw.
L. Austin Carruthers.
Anne klemde het hoekje van haar mond
tusschen haar lippen, terwijl ze het ouder-
wetsch-vormelijke epistel las. Ze zou niet
alleen Jenny zien, maar ook Jenny's baby!
Wat leuk, wat onuitsprekelijk leuk! Leuk
vreemd Jenny met een babyZe sloot
de oogen en trachtte zich het tafereeltje voor
te stellen. Maar alleen Jenny's gezicht wilde
voor haar geestesoog opdoemen. En niet
Jenny's gezicht, zooals ze het 't liefst wilde
zien, maar zooals ze het de laatste.maal ge
zien had: bleek tot de lippen, de oogen wijd
en verwilderd van verschrikking.
Met een onderdrukte kreet sprong ze op
Waarom zag ze in haar gedachten altijd
Jenny zóó? Het deed zoo'n gruwelijke pijn
ze begeerde niets heviger dan dat ellendige
visioen uit te wissen met het beeld van de
echte, gelukkige Jenny een en al stralende,
liefdevolle glimlach met haar kleinen jon
gen in de armen. En dat was het heerlijke,
dat haar vandaag wachtte.
Ze keek weer in den brief, Jenny wilde haar
aan het verstand brengen, dat Anne Waveny
verondersteld werd dit heele jaar„Uw
andere zuster is op reis geweest met juf
frouw DageraadHet had haar een
oogenblik gekost om „Dageraad" als een ver
taling van „Aurora" te herkennen! Dus ze
had gereisd met Aurora Fairlie. Even krulden
Anne's lippen zich in een glimlach; wist
Aurora het? dacht ze. Toen stierf de glim
lach weg en een rimpel trok tusschen haar
oogen. De brief was handig opgesteld dat
was niet het werk van Mr. Carruthers.
die had hem alleen maar geschreven maar
van Jenny ze proefde Jenny uit ieder
woord. O, Jenny was handig, pienter
Anne haatte die pïenterheid even vurig als
ze Jenny liefhad. Er was iets opstandigs in
dien haat.
Ook den derden brief verscheurde ze. Ze
wierp al de snippers in de papiermand en
ging daarop naar beneden om Mr. Carruthers
op te bellen.
Toen ze in de enge ruimte van de telefoon
cel op aansluiting wachtte, werd het haar
toch een beetje bang om 't hart. Ze was heele-
maal niet zoo bijster gesteld op een conver
satie met Mr. Carruthers het was niet
moeilijk te gissen wat de advocaat van haar
vader waarschijnlijk als zijn plicht zou be
schouwen om tegen haar te zeggen.
„Hallo!" klonk een stem aan den anderen
kant van de lijn. „Met het kantoor van Gar
den, Longhope en Mortimer"
Anne. die zich herinnerde, dat dit de lang
ademige naam van de advocatenfirma was,
vroeg naar Mr. Carruthers.
„Mr. Carruthers is afwezig; hij is ziek ge
weest. Kan ik u misschien met Mr. Smith
verbinden?"
Anne had het wel kunnen uitschreeuwen
zoo sterk was haar gevoel van verlichting.
Ze wenschte den ouden heer een spoedige,
volledige beterschap, maar het uitstel van
het onderhoud met hem.was haar meer dan
welkom.
„Neen, ik behoef Mr. Smith niet te spreken",
antwoordde ze snel. „Ik had alleen maar wil
len vragen of Lady Marr op Waterdene is.
Kunt u mij dat ook zeggen?"
„Ja, tenminste ik geloof het wel", ver
klaarde de stem. „We hebben vanochtend nog
stukken voor haar er heen gestuurd. Met wie
spreek ik?"
„Dank u", zei Anna haastig en legde de
hoorn neer.
Ze ging terug naar de kamer, zette haar
hoed op en deed haar handschoenen aan.
Toen keerde ze weer naar de hall terug,
vroeg 'n spoorboekje, zocht een middagtrein
uit en liet door een chasseur een telegram
wegbrengen
„Arriveer drie uur-dertien;
Anne".
Ze keek op haar armbandhorloge; het
cadeau van haar vader op haar twee-en-twin
tigsten verjaardag. Ze had nog net tijd om
haar haar in orde te maken, maar dan moest
ze ook opschieten. Ze was bijna bij den uit
gang, toen ze opeens terzijde week en snel
naar een van haar schoenveters bukte
Aurora Fairlie stoof, in haar gewoon wer
velwind-tempo. op nog geen meter afstand
langs haar heen! Haar zware schoenen
kraakten zooals ze het altijd deden; kraken
was een kermerkende eigenschap van Auro
ra's schoeisel. Anne keek voorzichtig om en zag
de breede schouders en den lichtelijk cow-boy
achtigen hoed van ruig vilt in het gewoel van
de hall verdwijnen. Half-glimlachend glipte
ze de straat op en wéér vroeg ze zich af of
Aurora wist dat Anne Waveney een jaar met
haar gereisd had!
In de cabine „Aristide" werd ze geholpen
door een kapster, die zich haar herinnerde
en die bedenkelijk het hoofd schudde over de
verwaarloozing van haar coiffure.
„Ik ben uit de beschaafde wereld wegge
weest", legde Anne uit. „Ja, het ziet er ver-
schikkelijk uit".
Als een soort reflexbeweging wierp het
meisje een blik in den spiegel, naar de on
berispelijke permanent wave van haar eigen
blonde haren.
„Ik zal mijn best doen", beloofde ze
En ze hield haar belofte. Terwijl haar vaar
dige vingers hun werk verrichten, werd Anne
Jones opgenomen in het grondclooze niet
en Anne Belinda Waveney wederom ter
wereld getooverd. En het kapstertje had niet
alleen handige vingers, maar ook een radde
tong. Ze praatte aan één stuk door en terwijl
ze luisterde, pikte Anne Belinda het nieuws
van twaalf maanden op
Het naaste station lag acht kilometer van
Waterdene. Anne nam 'h taxi en terwijl deze
haar in snelle vaart naar het buiten van haar
zuster en zwager bracht poogde ze het tril
lende gevoel van onuitsprekelijk-blij ver
beiden terug te winnen, waarvan de glorie
vergleden was toen ze uitstapte op een leeg
perron, dat wil zeggen, leeg voor haar. An
dere reizigers werden van den trein gehaald.
De blozende jonge vrouw die met haar in de
coupé gezeten had, werd opgewacht door een
eveneens flinken jongeman met een prettig
gezicht en ze omhelsden elkaar hartelijk. Een
spichtig meisje in een groen leeren overjas
verwelkomde de oude dame uit den volgenden
wagon en een gezellige grootmoeder met
vriendelij k-glinsterende oogen den jongen
in zijn te krap jasje uit hetzelfde rijtuig. Maar
voor Anne was het perron leeg, ondanks het
woelig gewemel; met een onzeker glimlachje
trachtte ze te bedenken wat Jenny weerhou
den kon hebben om haar te komen begroe-
Wordt vervolgd).