FIAT Menschen en Auto's op de R.A.L De rechtgeaarde automobilist leeft slechts bij getallen. BALILLA Dinsdag 5 februari 1935 GARAGE DEN HOUT CHRYSLER PLYMOUTH DE SOTO - Gebr. Beekman STAND 61 Haarlem - Bloemendaal HAARCEM'S DAGBLAD 6 De nieuwe vindingen. Overdreven stroomlijn en freewheel verdwenén. Deze groote slokopis niet zoo onelegant als hij er hier uitziet. Het is een siei-lijk tweezittertje, dat een groote bagageruimte bezit, waar koffers, banden enz. in kunnen worden opgeborgen. Enals men rijdt, sluit men de klep ongetwijfeld U weet hoe de R. A. I, er uit ziet. Een groot' gebouw. Van buiten op het oog tamelijk laag. Van binnen ontzaglijk. En daarin auto's. Niets 'dan auto's en onderdeelen ervan. Een par- keerpark van nieuwe blinkende wagens. Ze wachten op koopers. Ze moeten vaak lang wachten. Sommige worden heelemaal niet ver kocht. Zij vertegenwoordigen een groote hoe veelheid waaruit geleverd wordt. Zij moeten de bewonderaars verlokken een klein papiertje in te vullen waarop geschreven staat dat meneer Zus of zoo een broertje of een zusje van hen heeft gekocht. En dit gebeurt tegen woordig niet al te vaak meer. Menschen ko men er genoeg, zeer veel zelfs, doch er gaan percentsgewijze maar enkelen weg met een koopcontract in hun portefeuille. Er zijn men schen, die komen kijken louter en alleen uit al of niet technische belangstelling, zij die niet met het voornemen komen een auto te koopen. Er zijn menschen, die met de voorop gestelde gedachte „die wagen moet ik heb- iben" komen. Er zijn tenslotte ook menschen, die geen speciale voorkeur hebben en zij loo- pen het gevaar door de autoboomen het auto- ibosch niet meer te zien. Zij wordden overdon derd door de groote hoeveelheid wagens, de een al mooier dan de andere. Voor een leek is het inderdaad moeilijk hieraan te ontkomen. 'Hij wordt overbluft door de vele kleinigheden, die een moderne auto gerieflijk en.dikwijls ingewikkeld maken. Leden van het mannelijk geslacht laten zich bij de keuze van een auto althans, niet zoo gauw door uiterlijkheden vangen. Wij zijn ge neigd te gelooven dat eerder de zwakke sexe op dit gebied haar zwakheid toont. U kent de gevallen. De heer en mevrouw X. komen de R. A. I.-tentoonstelling bezoeken. Zij beginnen ■bij het begin en begaan al direct de fout bij elke auto stil te blijven staan. Wat doet na tuurlijk een verkooper? Hij ziet de bewonde rende blik van mevrouw, opent het portier van den wagen en overstelpt haar met een uit gebreide serie inlichtingen over de gemakken, die de auto biedt. Meneer X. overtuigt hij van de groote soliditeit en zuinigheid van de mo tor en de carrosserie. Mevrouw slaakt een uit roep van: „O, man kom eens kijken wat een alleraardigst aschbakje hierin zit. En die si garenaansteker daar op het dashbord. Bn kijk eens een niet-reflecteerende spiegel. Wat ge weldig gemakkelijk is deze wagen van bin nen". Mevrouw X. weet nog niet, dat zij bij honderden volgende auto's honderden asch- bakjes, sigarenaanstekers e;i niet-reflectee rende spiegels zal vinden, de eene vinding al aardiger dan de andere. Wanneer mevrouw X. bij elke auto wil kijken, dan zal zij eenige dagen moeten reserveeren voor haar R. A. I.- bezoeken. Neen, meneer Y. legt het handiger aan. De kleinigheden als aschbakjes zijn voor hem bij zaak. Hij laat zich alleen de nieuwe vindingen wat betreft de motor, het chassis, de carrosse rie. de veering en wat dies meer zij uitleggen. Doch al gauw komt hij tot de overtuiging dat zijn methode ook faalt. Want iedere auto heeft iets nieuws en vaak niets nieuws, daar andere merken hetzelfde principe in een an deren vorm reeds eerder of tegelijkrtijd heb ben uitgewerkt. De heeren X. en Y. komen al spoedig tot de ontdekking dat het erg moeilijk is de verschil lende voordeelen van de vele mei ken met el kaar te vergelijken en tegen elkaar uit te wegen. Het zou een wegen zonder einde worden. Hij, die met het doel komt een auto te koo pen, zal er goed aan doen vooraf zijn keuze te ibepalen, tenzij hij onwankelbaar is in zijn 'besluiten. We zeiden zoo juist, dat de wagens van dit jaar vaak niets nieuws hebben. In zekeren zin is dit onjuist. Vele auto's hebben wel zeker nieuwe vindingen toegepast, maar over het algemeen zijn deze vindingen gebaseerd op principes die reeds bestonden. In de afgeloo- pen jaren hebben we nieuwe constructies zien toepassen, die langzamerhand geperfec- tionneerd zijn. Elk jaar was men met de snufjes op technisch gebied iets verder. Men kreeg den indruk alsof men voor ieder ver koopjaar verbeteringen bewaarde. Velen zijn van oordeel dat de perfectionneerlng leidt tot verzwakking van den wagen. Dit is mogelijk. Een groot aantal van de nieuwtjes is dan ook alweer verdwenen. Vele nieuwigheden wilden er bij het in vele opzichten conservatieve pu bliek niet in. Zoo is het opvallend dat op de R. A. I. van dit jaar de stroomlijntypes vrijwel verdwenen zijn en dat er algemeen een tendenz tot te rugkeer naar het type van 1933 bestaat. De overdreven afgeronde lijnen die we hebben leeren kennen, waarbij veel van de schoon heid van lijn aa.n het minder-weerstands-prin cipe was opgeofferd zijn verdwenen. En zoo zijn er meer vindingen die niet bijzonder grooten opgang hebben gemaakt. Dat wil in geen enkel opzicht zeggen dat zij niet de moeite waard of slecht van construc tie waren. Het is een gelukkig verschijnsel dat er geëxperimenteerd wordt. Wie weet welke goede vindingen nog kunnen komen, die hun dienst wèl blijven 'bewijzen. Plet is alleen de vraag of de grens van nieuwe technische toe passingen nog niet bereikt is en dat zullen de technici en vooral ook de ervaring moeten uitwijzen. De motorplaatskwestia Bij de modellen van dit jaar bestaat het streven naar plaatsing van den motor tus- schen de wielen en boven de as. Dit streven is in toepassing gebracht bij vele merke: Sommige daarvan hebben den motor boven de vooras geplaatst, andere daarentegen hebben hem boven de achteras gemonteerd. Deze op lossing komt overeen met den wensch de transmissie zoo kort mogelijk te maken. Van daar ook de z.g.n. voor- en achterwielaandrij ving. Men heeft hier de cardan laten verval len, waardoor meer ruimte voor de zitplaatsen verkregen werd, die men een eindje kon la ten zakken. Te meer daar bij de merken die voorwielaandrijving hebben de achteras is ver vallen. We zagen enkele merken, waar alle vier wielen onafhankelijk waren opgehangen. Bij de fabricaten met voor- en achterwielaan drijving merkten we resp. onder het achter deel van den wagen en onder de radiatorkap bergruimte voor bagage, banden etc. op. Of de methode van het-paard-vóór-den-wagen beter of minder goed is dan die van het-paard- achter-den-wagen is op het oogenblik moei lijk te zeggen. In sommige gevallen, zooals bij vastraken in modder of rul zand kan voor wielaandrijving wellicht nuttig zijn, in andere gevallen heeft de achterwielaandrijving meer voordeelen. De afveering. Bij de types 1934 kwam reeds de afveerin<, door middel van onafhankelijk veerende voor wielen op. Thans vermelden zoowel de Ame- rikaansche als de Europeesche fabrieken in de beschrijvingen van hun producten onaf hankelijk veerende voor- èn achterwielen, met uitzondering van één fabriek die na de expe rimenten op afveeringsgebied met het type 1934 is teruggekomen tot de oude methode. Dat we nog lang niet aan het eind van het zoeken naar de ideale oplossing van de veeringskwes tie zijn bewijst wel het feit, dat bijna alle wa gens een ander systeem van onafhankelijke veering vertoonen. We zagen dat bij een Ame- rikaansch product de afveering geschiedt door twee concentrisch geplaatste thermisch be handelde schroefveeren, die met de dubbel- werkende schokbrekers door een veerhuis in een constant oliebad zijn opgesloten. Een an dere Amerikaansche wagen heeft één trans versale bladveer voor' beide voorwielen. Een derde Amerikaan had reeds in 1933 semi-el- liptische voorveering en heeft deze thans ver beterd, terwijl een vierde voorveering met een torsie-stabilisator toepast. Een vijfde heeft weer een ander systeem, terwijl die van twee Europeesche wagens weer afwijken van alle overige. Er is op dit gebied dus nog al wat keuze De gangwisseling. Het is alweer een Amerikaansch fabrikaat dat de oude handkoppeling opzij heeft gezet en daarvoor in de plaats de z.g.n. automati sche gangwisseling heeft gebracht. Op de ten toonstellingen van het vorige jaar waren ver schillende automatische en seml-automati- sche, gesynchroniseerde,vacuum en hydrau lische gangwisselsystemen te zien. Een Ame rikaansche fabriek heeft nu een semi-auto- matische gangwisseling gebracht die door middel van een handle op het dashbord be diend wordt. Het. versnellingshandle vervalt hierdoor, We zagen op de R. A. I. ook een an der gangwisselingspfincipe. Hier werd de kop peling electrisch bediend. De Luxe 1935 mo dellen van dit fabricaat zijn voorzien van de zoogenaamde Electric Hand. Het is een klein apparaat, aan de st.uurkolom bevestigd, waar mee men zonder de hand van het stuur te ha len kan overschakelen op een hoogere of la gere versnelling. Eventueel kan men door op een knop te drukken het apparaat buiten werking stellen en het door de gewone ver snellingshandle die zich bij het gereedschap bevindt, vervangen, welke handle dan op de daarvoor bestemde plaats kan worden inge bracht. De vraag rijst onwillekeurig: „Wat is het nut van deze perfectionneering?'' Vanzelf sprekend komt er ruimte vrij vóór in den wa gen. Men zou dus meer bewegingsvrijheid krijgen en eventueel met drie personen voor in kunnen. Doph, wat besparing aan werk be treft, men is nog niet zoo heel veel verder. De automatische koppeling en de semi- automatische zijn uit technisch oogpunt be zien zeer vernuftig, doch men zal in ieder ge val een of meer manipulaties moeten verrich- ten om ze te bedienen. Wanneer men van het' standpunt uitgaat dat de regeling van de ver snellingen geheel automatisch moet gaan heeft men de ideale oplossing nog niet bereikt. Het freewheel, de trots van zoovele fabrica ten van het vorige jaar, is niet meer. Dat wil zeggen zoo goed als niet meer. Algemeen is men ervan teruggekomen. Nog slechts zeer weinig automobielen zijn ermee uitgerust. Het is te verklaren. Het freewheel systeem heeft zijn voordeelen, doch ook vele nadeelen. Het is zeer waarschijnlijk zuiniger voor de mo tor. het rijdt soepel en het spaart benzine. Doch het is eigenlijk alleen te gebruiken in een vlak land als het onze. In bergachtig ter rein is men steeds gedwongen de remkracht van den motor te hulp te roepen en over te schakelen. Men mist die remkracht. wanneer men op het freewheel rijdt en plotseling moet remmen. Ook bij rijden in de stad heeft het freewheel zijn nadeelen. Het is dan ook geen wonder dat men het niet meer algemeen ge bruikt. Tenslotte nog enkele algemeene opmerkin gen. De cabriolets van dit jaar schijnen beter afgewerkt te zijn dan dit vorige jaren het ge val was. Zij zijn in het algemeen solider ge bouwd. Typisch is het dan ook "dat bij de ca briolets meer de twee-deurs-auto opkomt. Men* heeft voor het jaar 1935 verschillende series gebouwd met breede deuren, zoodat men na de voorbank 'naar voren te hebben geklapt vol doende ruimte heeft om van de achterzit plaatsen uit te stappen. Bij eenige auto's is zooveel ruimte gekregen door de breedere deu ren, dat men uit kan stijgen zonder de voor bank dicht te klappen. Verder is het streven merkbaar naar steeds minder benzineverbruik. De Europeesche wa gens zijn hierin voorgegaan en het is nu te merken dat Amerika volgt. Sertijds, werden de Amerikaansche als benzineslokkers aange duid. nu echter zijn de meeste auto's zoover, dat ze ongeveer 7 a 8 K.M. rijden op 1 Liter benzine. De Europeesche merken zijn al be zig (vooral de kleine Duitsche) zoo ver mo gelijk boven de 10 K.M. per liter te blijven. Dat niemand hiertegen bezwaar heeft, vooral bij de aangekondigde verhooging van de benzine prijzen, behoeft geen betoog. J. L. Auto's en cijfers. Nuttige zijde van het ont houden van cijferreeksen. Zijn heele denken er door in beslag genomen. Voor cijfer-minnaars is o.i. de auto een onuitputtelijke bron. Niet alleen het aantal wielen, of het aantal zit plaatsen of het aantal cylinders, of het aantal paardekrachten is aan voortdurende verandering onderhevig geweest, dus mooie gelegenheid voor lange verhalen biedend, er zijn ook nog wel eenige andere merkwaardig heden van een auto, waarbij onwille keurig zelfs al behoort men niet tot bovenstaande groep, voor wie statis tisch materiaal aangename verpoo- zing is aan cijfers wordt gedacht. Wij willen er U enkele van noemen. De aanhanger van het meer stilte op den weg (mocht iedereen maar op staanden voet volgzaam discipel van deze leer wordend zegt, bij het hooren van een autohoorn: „Al weer zooveel decibels meer lawaai dan noo- dig is". De jongeman-, die een nieuwe race-auto ziet: „Met 120 K.M. door de bocht". De jongen, wiens vader pas een auto heeft gekocht: „Hij heb acht cylinders, met acht bougies". Het meisje, dat een „zalig" tochtje met een „vriendje" maakte: „O, 't is een aanbiddelijke two-seater, zeg". De meneer, die zijn wegenbelasting moet betalen: „Alweer honderd twintig gulden naai de maan". De man, wiens vrouw leert autorijden: „Dat kost me een stel bumpers en een paar spat borden". De ultra-nette chauffeur van een blokband- taxi: „Nu zit op dat dertiende witte blokje aan de linkerzijde voor den tweeden keer van de week een zwarte vlek". De ouderen-onder-ons, als een auto net vijftig kilometer rijdt: „Die wil zich dood rijen, met z'n honderd kilometer". De jongeren-onder-ons, als een auto, waar in ze zelf niet zitten, negentig rijdt: „Hij rijdt er vijf-en-veertig". De autorijder op een slechten weg: „D'r zit ten hier zeker honderdduizend kuilen van een halven meter en dieper". De ijzig-deftige verloofde: „M'n fiancée heeft een Rolls Royce voor den Zondag en een zes tien cylinder Cadillac voor door de week". De akelig-zuinige huisvader: „We moeten hier maar uit den wagen stappen en hem naar huis duwen, want we zouden beslist niet meer dan 120 K.M. rondtoeren". De bijziende man bij de benzinepomp: „Kon ik nu maar zien of er nog een halfje ergens achter die elf staat". De R.A.I.-bezoeker: „Hier staat voor een paar slordige millioentjes". De man-van-zijn-woord telefoneert: „U hebt me m'n wagen verkocht voor 1 op 10 en nu rijdt hij volgens heel nauwkeurige bere kening 1 op 9.995. moet voortaan bij uw reclame wat beter de waarheid betrachten". De Doch laat ons tot een ander hoofdstuk over gaan. Er zijn meerdere kapittels in het boek: de auto en de cijfers. Een heel J^ein stukje historie We zouden een klein tipje van den sluier, welke het grijs verleden van het door benzine voortbewogen voertuig op vier, of meerdere, wielen kunnen oplichten zonder cijfers in den vorm van jaartallen te noemen. Dan zouden we echter afwijken van den nog bijna alge meen aangehangen Hollandschen regel, dat geschiedenis niet verteld kan worden zonder een behoorlijke dosis jaartallen, welke regel glorieert en culmineert, dat iedere Hollander, hoe oud-ie wordt, weet: 1600, Slag bij Nieuw- poort. Reeds ruim een eeuw voor dit hoogst be langrijke feit waren er geesten op zoek naar een „krachtwagen". De eerste plannen had den geen enkele waarde en eerst Leonardo da Vinei maakte een volledige constructie-teeke- ning van een zichzelf voortbewegend voertuig. Een „machine-wagen", welke tegen het eind der 17e eeuw door een Neurenbergsch klok kenmaker werd gemaakt, beteekende althans in dezen zin een vooruitgang, dat het werke lijk vooruit kwam. De snelheid was evenwel niet van dien aard, dat de door een uurwerk voortbewogen wagen een gevaar voor het verkeer opleverde. Voor den uitvinder zelf, die lam geweest moet zijn, zal de zeer trage gang, één kilometer per uur, misschien echter toch nog een welkom hulpmiddel geweest zijn. De volgende twee honderd jaar werden de proefnemingen voortgezet. We laten ze his torie blijven. In 1886 dient evenwel een groote vooruitgang gememoreerd: Benz neemt pa tent op een auto met benzinemotor. Van toen af ging het steeds sneller omhoog. In 1893 werden reeds de eerste auto-races gehouden op het traject Parijs-Rouaan, waarbij de winnaar een gemiddelde snelheid van 20.75 K.M. per uur haalde. In 1893 legde het eerste Ford-model te Detroit reeds 28 mijl (bijna 45 K.M.) per uur af. In 1897 werd te Berlijn een auto-tentoonstelling gehouden, welke het volgend jaar al internationaal was geworden, bm deze historie-in-vogelvlucht toch nog met een cijfer te beëindigen: de thans aan den gang zijnde R.A.I.-expositie is de vier-en- twintigste. Nog- meer cijfers Het is een wijs besluit geweest, dat in ons kleine landje geen autonummers van zes cij fers zullen voorkomen. En het is te hopen, dat dit besluit gehandhaafd zal kunnen worden. Tot nu gaat het goed met de GZ en HZ, maar hoe wil men in de toekomst handelen? In dien men van plan is het alfabet van achier naar voren af te werken, kunnen we in een verre toekomst nog eens een nummerplaat krijgen GZYXWVU 99999. Misschien zouden zes cijfertjes dan wel zoo gemakkelijk zijn, maar aan den anderen kant zal een dergelijke nummering een werkverruimende tendenz hebben. Men denke aan al het schilderwerk en aan het nieuwe vak bij de opleiding van politieagenten: het opzeggen van het abc van voren naar achteren en van achteren naar voren. Doch er is meer, naar eens iemand gezegd heeft. Een autonummer als G1 moge gemakkelijk te onthouden zijn een van vijf cijfers valt moeilijker. Maardan de getallenreeksen op Uw motor enz., die allemaal bij verzekering- van zoo eminent belang zijn. Die moet een goed automobilist ook uit z'n hoofd weten op te dreunen. Immers, wanneer ge eens zoudt worden aangehouden, omdat uw wagen erg veel lijkt op een ander, welke vermoedelijk zonder toestemming van den wettig recht hebbende van eigenaar is veranderd, zoudt go de mannen van de wet direct van uw onschuld kunnen overtuigen, indien ge, zonder eerst op een papiertje te kijken, kunt declameeren: „Het nummer van mijn polis is 123549, het nummer van mijn motor is 5384719206. Op de vierde spaak van het rechter achterwiel gere kend van het ventiel naar rechts is op 12.6 c.M. hoogte in kleine cijfers het getal 1111 gekrast. Het gewicht van mijn wagen en mijzelf, als ik ■tenminste niet wat ben afgevallen, is 881.275 K.G.'. Een dergelijke opsomming, daarna gestaafd met de verschillende papieren, zal den weg weer terstond voor u vrij maken. De eclite auto-enthousiast Die echte auto-enthousiast leeft geheel in cijfers. Zijn bestaan groepeert zich om den motor en de liters benzine en olie, welke noo- dig zijn om een maximum prestatie te verkrij gen. Hij zal u precies kunnen opgeven hoe groot boring' en slag zijn, hij weet eiken dag nauwkeurig hoeveel kilometers hij in totaal heeft gereden, wat zijn gemiddelde en zijn topsnelheid is geweest, waar de goedkoopste goede benzine en olie is te verkrijgen, hoeveel graden speling er in zijn stuur zit, hoeveel meter hij noodig heeft om bij 50 K.M. te stop pen. Zijn leven is vol cijfers en hij geniet als hij door bijzonder zuivere afstelling zijn ben zineverbruik op 1000 KM. met een liter weet te verminderen. Cijfers, cijfers, cijfers.... Zij schijnen voor hem het hoogste te zijn en in den kring van gelijkgezinden wordt zijn waarde door die cijfers bepaald. Die enthousiasten weten ook precies te ver- tellen hoeveel een Ford in 1924 kostte of een Chevrolet in '26. Zij weten op den dag af wanneer elk jaar de nieuwe modellen zijn uit gekomen, wanneer de kopkleppen werden toe gepast. Zij weten getallen van alle mogelijke merken, maar vraagt ge hen hoe oud hun vrouw is, dan strijken ze zich over het voor hoofd en peinzen, doch kunnen het niet met volkomen zekerheid zeggen. Dan merkt men verschil tusschen cijfers en cijfers. „Echte" cijfers. Aan bovenstaande willen wij nog een reeks cijfers toevoegen, door statistici der Alg ëNed. Verkeersfederatie verzameld, die eenigen kijk kunnen geven op het aantal automobielen en motorrijtuigen in ons land. Conclusies zijn daaruit gemakkelijk te trekken. De verslech- ting van den economischen toestand manifes teert zich zeer sterk, als men let op het te- rugioopen van den invoer in 1933/34. Invoer van automobielen over 1920/1934. 1920 aantal auto- omobielen v. per- Ssonenvervoer tü 4> <D 23 03-g II G3 3 c3 o3 1646 8 *1 C3 7735 11439* 1921 2843 728 3571 5660 1922 3086 988 4074 5542 1923 5554 420 5974 5324 1924 7984 465 8449 3606 1925 9232 276 9508 3629 1926 11281 385 11666 4033 1927 9464 367 "9831 3819 1928 12567 421 12988 3548 1929 13500 595 14095 5160 1930 12947 731 13678 4938 1931 13367 748 14115 4952 1932 12357 359 12716 5876 1933 14234 426 14660 4657 1934 10283 312 10595 3030 G. N. L. WAGENWEG 164 TELEFOON 12138 De zuinigste, betrouw baarste vierpersoons gesloten auto 1200. 1 L. benzine per 13 K.M. Bijna geen olie. Laagste wegenbelasting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 10