Nieuw decor opgezet.
Critiek op den Volks
raad.
De meeste couranten
DE AVONTUREN VAN
DONDERDAG 14 FEBRUARI 19*5
HAARLEM'S DAGBLAD
3
STA TEN-GENERAAL
EERSTE KAMER
Defensie afgehandeld; nu Buitenlandsche Zaken.
v. d. Hoeven.
's-GRAVENHAGE, 13 Febr.
Prof. de Savornin Lohman (c.h.) begon
vandaag met er op te wijzen, dat er op geen
departement zooveel bezuinigd is als op De
fensie. De actie der burgemeesters in de Zui
delijke provincies zal zich volgens dezen
spreker nog uitbreiden; overal in den lande
zullen comité's uit den grond verrijzen. Even-
~;als gisteren reeds van
;RK. zijde betreurd
jwas, dat de Minister
j:enslotte de voorgeno-
jmen uitbreiding van
jhet contingent met
jTOOO man en voorts ook
log de verlenging van
en eersten oefentijd
-hterwege had gela-
:en, hief de c.h. frac-
ie-leider hierover een
laagzang aan. Ach-
erstand bij het ma
terieel van het leger
en bij den vlootbouw
gaven hem mede aanleiding tot ernstig waar
schuwen. Als de Regeering 110 millioen voor
den N.O. polder wist te vinden, dan was het
toch zeker mogelijk meer gelden voor Defen
sie te ontdekken.
Vermakelijk was Mr. v. d. Hoeven's (c.h.)
bestrijding van 's heeren Hermans' (s.d.) phi-
lippica over het niet-toelaten van „De Blauwe
Vaan" in de kazernes: bij zijn koddige re
pliek haalde de heer Hermans er zelfs den
dichter Horatius bijof een ander.
De heer v. Citters (a.r.) voelde er voor gel
den uit het werkfonds voor aanbouw van on
derzeebooten te bestemmen, wat niet onpro
ductief en ook in het belang onzer metaal
nijverheid zou zijn. Met de doelstelling van de
Regeering t.a.v. de weermacht was hij het
eens. Mr. Fock liet nog even namens de libe
ralen hooren, dat zij den Minister volgen in de
qualitatieve verbetering van de weermacht.
Minder gerust bleek deze spreker echter over
de waarde van de vloot met het oog op Indië.
De Minister van Defensie had zich tegen
over 'n aantal kritische opmerkingen te ver
weren. Men had over achterstand bij den
vlootaanbouw geklaagd. Dit was echter louter
het gevolg van den financieelen toestand.
Wat nu de paraatheid der weermacht be
treft, die is verhoogd, wat de v.d. „defensie-
deskundige" Prof. v. Embden ook mocht be
weren. De opsomming, die de Minister in de
Tweede Kamer had gegeven over aanschaf
fingen voor artillerie enz., had dienst moeten
doen ter weerlegging van de praatjes over „wij
kunnen niets en wij hebben niets". Waar de
doelstelling van onze weermacht uitsluitend
defensief is, daar was vergelijking met het
buitenland niet mogelijk.
Tegenover Prof. v. Embden voerde de Mi
nister verder nog aan, dat diens citaten om
trent de onmogelijkheid van verdediging tegen
luchtaanvallen door aanhalingen van andere
niet minder deskundigen te weerleggen waren.
Bovendien achtte Mr. Deckers het nog aller
minst uitgemaakt, dat bij een toekomstigen
oorlog onbeperkte luchtaanvallen tegenover
de burgerbevolking te duchten zouden zijn.
Trouwens in alle landen van Europa zorgt
men voor afweermiddelen. Gooien nu al die
staten het geld weg?
De R.-K. afgevaardigde Visser mocht een
ministerieel pluimpje in ontvangst nemen
wegens zijn frissche rede. Dat ook buiten
landers doordrongen zijn van de waarde van
ons leger viel volgens den Minister o m. nog
op te maken uit de waardeerende woorden,
door den heengaanden Engelschen militai
ren attaché, tot Deckers gesproken over onze
soldaten, die deze beleefde en minzame Brit
uitstekend noemde. De Minister liet niet na
als zijn eigen overtuiging kenbaar te maken,
dat onze soldaten zich zullen geven voor de
verdediging van het dierbaar stukje vader -
landschen bodem.
Aan Prof. Lohman vroeg de Minister toe
stemming nog een stukje gezond optimisme
t.a.v. de mogelijkheid, dat de nationale ont-
wapenaars, onder wie hij eenige kentering
meende te bespeuren, nog eens zijn ministe
rieel inzicht zullen gaan deelen, te mogen
behouden.
De hulde, o.m. door den heer v. Citters
aan de bemanning van de K XVIII gebracht
had natuurlijk de warme instemming van
den Minister, die het nut van vlug verhoor
in verband met handelsaangelegenheden on
derstreepte.
Na de opmerkingen van Prof. Lohman en
Mr. Fock, die eenerzijds erkenden dat oud-
opperofficieren in hun kritiek achteraf ze
kere voorzichtigheid aan den dag hebben
te leggen, doch aan den anderen kant von
den. dat de Minister niet het recht had te
beweren, dat dergelijke heeren, na hun ont
slag niet zouden mogen afkeuren, wat er
aan de defensie ontbreekt, gaf Excellentie
Deckers nog ee.ns precies aan, wanneer der
gelijk na-kaarten z.i. toch de grenzen aan
het behoorlijke overschrijdt. Dit is inder
daad het geval, als een goudgekraagd digni
taris. eenmaal op pensioen, gaat verkondi
gen. dat onze weermacht niets en niet'
waard is. terwiil hij dan toch maar kalm
pjes in dienst bleef, hoe onverantwoordelijk
hij ook achtte wat er met onze defensie ge
beurde ofniet gebeurde.
Na nog vermeld te hebben, dat Minister
Deckers het even met den heer Moltmak*"-
(s.-d.) aan den stok kreeg, die het niét pret
tig scheen te vinden, dat ons hoofd van he1
Departement van Defensie de Marinebon den
er nog eens geducht van langs gaf velen
die onder het juk dezer organisaties ston
den waren den Minister dankbaar voor ziir
optreden tegen de Bonden, rest alleen no"
mee te deelen. dat Hoofdstuk VIII er mef
de stemmen der s.-d. en v.-d. tegen. nl. me'
2914. doorging.
Daarop verandering van décor en ten deele
een ander tableau de la troupe. Niet langer
is Mr. Deckers, doch nu zijn ambtgenoot Jhr
Mr. de Graeff met den, voorshands noff
zwijgenden, hoofdrol belast. Het st.uk. do
thans wordt opgevoerd heet Buitenland'cb"
Zaken. Maar soms zou men, luisterend naav
Mr. Briët (a.-r.) bijkans den indruk krijgen
dat deze ..clausen" uit Defensie voorlas. On
ophoudelijk toch keert hij zich tegen Praf
v. Embden. wegens diens opvattingen om
trent nationale ontwapening enz., wat voor
al gebeurde in verband met het probleem
van een eventueel uit de jongste Londen-
sche besprekingen voortvloeiend lucht-Lo-
carno. De heer Briët bleek doodsbenauwd
om Nederland daaraan eventueel te laten
meedoen.
Met groote heeren (mogendheden) is het
kwaad kersen eten en dus: leve onze aloude
zelfstandigheidspolitiek. Even later echter had
het er veel van alsof deze spreker voor één
grooten mijnheer, te weten onzen Oostelijken
nabuur minder benauwd is. Daarmee moeten
we een niet-aanvalsverdrag sluiten. Heel dui
delijk was de reden voor deze inconsequentie
niet.
Uit de beschouwingen van den a.r. spreker
deed prettig aan zijn hulde aan een voortref
felijk artikel van onzen oud-landgenoot, den
in Amerika gevierden schrijver-historicus Dr.
Hendrik Willem v. Loon. Deze rake waarnemer
van menschen èn dingen, man met een zeer
oorspronkelijke, tevens geestige pen heeft on
langs oeschetst hoe hij zich tijdens een trip
over vele zeeën, door vele landen, trotsch
voelde op zijn geboorteland, Holland, en
waarom.
TWEEDE KAMER
De koloniale specialiteiten zijn nog
niet gereed.
B- Sneevliet (R.8.P.)
In 'n negatieve rede zette de heer Sneevliet
(r. s.) uiteen waarom z.i. de politiek der Re
geering in Indië ne
gatief te noemen valt,
had hij het over het
„glimmend opgepoet
ste betoog" van Dr.
Rutgers en verkon
digde hij de stelling,
dat het voor de be
volking weinig ver
schil uitmaakt, of
Indië een meer ethi-
schen G. G. heeft,
dan wel één, die van
de ethische richting
niets wil weten.
Tot deze laatste
categorie d. w. z. van Kamerleden! be
hoort Mr. Dr. Westerman (Nat. Herst.I. D<
uitvoering van Nederland's zedelijke taak in
Indië had echec geleden, doordat de Inland-
sche bevolking na den vinger te hebben ge
kregen, de heele hand had genomen. Dat men
den inheemschen jongelui een op Westerschen
leest geschoeide opleiding had gegeven aan
Rechts- en Medische Hoogeschool was ver
keerd.
Geheel mis was ook het instituut van den
Volksraad. In dit verband herinnerde hij den
Minister aan oude plunje, n.l. aan wat deze
destijds in z'n boek „Kolonisatie vraagstukken
van heden en morgen" had geschreven. Nu
dat boek was goed gegaan, n.l. druk verkocht,
maar of de heer Colijn het nu wel zoo prettig
heeft gevonden, dat hij thans aan dit geeste
lijk kind werd herinnerd, waarvan hij, goed
beschouwd, tenslotte niet veel pleizier heeft
beleefd?
Intusschen, ook Ir. Feber (R.K.) zag fouten
in den Volksraad, gelijk dit college thans is
en optreedt. En wanneer men den G. G. als
bewijs van gebrek aan begrip voor de Ooster-
sche mentaliteit voor de voeten wierp het
veelvuldig voorkomen van conflicten met den
Volksraad, dan ligt dit niet aan den G. G.
doch gelijk ook de heer Rutgers al had be
toogd aan het wezen van den tegenwoor-
digen Volksraad. Jhr. de Jonge mocht wel
eens 'n enkele maal de fout begaan zich te
eenzijdig op andermans belangen te oriëntee-
ren (bij de rubberrestrictie zouden de belan
gen van de inlandsche planters niet voldoen
de tot hun recht gekomen zijn), in het alge
meen bleek Ir. Feber voor hem wel degelijk
meer waardeering te koesteren dan met tal
van anderen 't geval is. Morgen o.m. over wat
de liberale spreker, de heer v. Kempen en nog
verdere debaters in het midden hebben ge
bracht.
E. v. R.
Geen pensioenen meer voor
wethouders?
Naar de Standard verneemt, is de Regee
ring voornemens maatregelen voor te stellen
welke bedoelen een einde te maken aan het
toekennen van pensioen aan Wethouders.
In het door den Minister-President Dr. H.
Colijn in de Eerste Kamer aangekondigde
wetsontwerp tegen de cumulatie zijn zooda
nige bepalingen opgenomen.
Het moet in de bedoeling' der Regeering lig-
men, dat voortaan aan wethouders bij hun af
treden een afloopend wachtgeld voor den tijd
van drie jaren zal kunnen worden toegekend.
Verkregen rechten zouden worden erkend,
echter met dien verstande, dat een afgetre
den wethouder, die pensioen geniet, weder
in functie tredend, zijn pensioenrechten zal
verliezen, evenals een wethouder, die op grond
van vroegere wethoudersjaren recht op pen
sioen heeft, doch wiens pensioen op 't oogen-
blik van afkondiging der wet stilstaat, '-om-dat
hij weder als wethouder is opgetreden.
LANGS DE STRAAT.
Als de bruid lacht.
Vandaag kwam ik weer door die kilo
meters lange Londensche arbeidersbuurten en
ik zag er een bruid, in het wit.
Het motregende, de straat was drabbig-
vuil. De huizen waren allen eender grauw,
omdat er dag en nacht fabrieksrook neer
daalt. En ieder gaat er zijn gang. schaamt
zich niet dat anderen zien. hoe begeerig hij
is om zich in het leven te houden. Een visch-
boer spoelt een emmer over zijn houten win
kelvloer en bezemt schubben en visschigheid
de straatgoot in: de boel moet er frisch uit
zien, binnen. Een magere oranje kat springt
er dadelijk op af, om er een schrokkig maal
mee te doen, maar wordt weggejaagd door een
oude vrouw, die met een groote jute zak onder
haar arm de vuilnismand bij iedere lantaarn
paal napluist Op een afstand, die hij voor
zichtig steeds kleiner maakt, wacht hij loerend
gespannen tot zijn beurt weer komt- Een
vrouw met losse haren dweilt de gang uit,
en geeft een te kleine jongen met een te wijs
gezicht een kletsnatte draai om zijn ooren.
Uit een donker sousterrain tast een oude
man weifelend zijn weg. Hij hangt zich een
emaille bordje met het woord „blind", om en
met zijn witten wandelstok tikkend den weg
voor zich uit verkennend, gaat hij op pad
naar „betere" wijken, waar het misschien de
moeite loont een hand uit te houden.
En in die straat ging plotseling een deur
open, in een gebouwtje met boograampjes,
met een torentje, met een stoep en een
pleintje, dat er heelemaal uitzag als een echte
kerk en een bruid komt naar buiten aan den
arm van haar bruidegom. Fabrieksmeisjes en
huismoeders in Zondagsche kleeren, juichen
een collega, een familielid toe, dat vandaag
trouwt, en strooien opgewonden confetti. De
bruid staat stil. In het wit. Zoo wit, als ze
nog nooit in haar leven is geweest. Zoo wit,
dat ze er zelf bijna een beetje bang voor is
en haar weinig witte handen met het bouquet
al wat verlepte roode anjers een eindje van
zich afhoudt Ze is getrouwd vandaag, zeggen
haar oogen en ze staat trotsch rechtop. Haar
japon is zoo wit en smetloos vandaag, want
de man aan haar arm zal de hare zijn....
Werklui, die de straat opbreken, kijken
even nieuwsgierig op en zeggen elkaar dan
met een enkele blik: ..daar gaan er weer twee"
en vegen zich met een nijdig of medelijdend
gebaar stof uit hun oogen. zwartigheid die
hier onophoudelijk uit de lucht neerdwar
relt.
De bruid ziet niet zoover, haar wereld
eindigt vandaag bij de haag van juichende
vrienden. Wat daarachter ligt, bestaat op dit
witte oogenblik niet. Ze staat stil, want er
wordt een foto gemaakt. Ze lacht en voor een
oogenblik triompheert haar wit in de straat.
Ze lacht, ze kijkt voor zich uit, maar ze
weet voortdurend dat naast haar een man
staat, haar man. Vreemd zwaar is haar arm
in den zijne. Dan, terwijl de bruidegom haar
naar de wachtende auto leidt, en ze haar
..jen sluit voor de regen van confetti, ver
dwijnt met de straat ook de groep vrienden
en is haar gezicht ineens stil en enkel span
ning om de wonderlijke belofte van dezen
dag, een belofte van een rijker wit dan haar
japon, en zoo warm als jonge frischbloeiende
roode anjers
De auto verdwijnt om den hoek. De straat
is weer zonder wit. De oranje kat heeft zijn
vïschresten heroverd en gretig verorberd. Het
kleine jongetje scheldt op zijn beurt z'n moe
der uit. De fotograaf neemt een biertje. Maar
in zijn donkere camera is het beeld van een
lachende, zegevierende bruid. Een beeld dat
jarenlang oo een schoorsteenmantel zal staan,
omdat witte bruiden het leven in donkere
raten soms licht maken.
Vr. S.
Particuliere mijnen willen de
loonen verlagen.
Voorstellen in de Contactcommissie gedaan.
Woensdag heeft de Con tact-Commissie
voor het Mijnbedrijf vergaderd ter behan
deling van de opzegging door de particuliere
mijnen van de loon- en arbeidsovereenkomst.
Op deze bijeenkomst hebben de directies der
particuliere mijnen haar voorstellen uiteen
gezet. die als volgt luiden:
a) 1. Opzegging der restrictie 3 pet. loons
verlaging bij vier dagen werken.
2. Bij vijf dagen werken 5 pet. loonsver
laging boven de oorspronkelijke 3 pet.
3. Bij zes dagen werken 10 pet. loonsverla
ging boven de oorspronkelijke 3 pet.
b) De kindertoeslag wordt van 4 gulden
gebracht op 3 gulden per kind beneden de
14 jaar.
c). Het aantal verlofdagen met behoud van
loon wordt gehalveerd met ingang van 1
Januari 1936.
d) De directies kunnen voor sociale ver
zekeringen in de toekomst niet meer beta
len dan ze zouden moeten betalen, wanneer
de arbeiders bij de wet verzekerd waren,
d.w.z. bij ziekteverzekering maximaal 3.75
pet. van het loon en voor pensioensverzeke
ring 60 cent per arbeider per week, hetgeen
een verlaging be teekent van 3.80 gulden tot
2.60 gulden per maand.
Wanneer omtrent deze voorstellen geen
overeenstemming wordt bereikt, zouden de
directies nog een evenredige loonsverlaging
moeten toepassen.
De bonden zullen de voorstellen nader be
spreken. Intusschen is nog geen datum voor
een volgende vergadering der Contact-Com
missie vastgesteld.
Een halve eeuw geleden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
UIT DEN VRIJHEIDSBOND GETREDEN.
De heer D. Hans, hoofdredacteur van „De
Avondpost" heeft als lid van den Vrijheids
bond bedankt, omdat hij zich met de prac-
tische liberale politiek van den la teren tijd
niet meer kan vereenigen, ten deele als gevol:
van gewijzigd persoonlijk inzicht, ten deele
als gevolg van de wendingen in de liberale
politiek zelve, met name op sociaal gebied.
Spoorwegen Kouden zich aan
den gewonen zomertijd.
Voor de nieuwe dienstregeling.
De directie van de Ned Spoorwegen heeft
volgens het Hbld. besloten de zomerdienstre
geling. welke tegen 15 Mei a.s. ingaat te doen
samenstellen volgens den bestaanden Am-
sterdamschen zomertijd, dus ongeacht de
eventueele beslissing der Eerste Kamer om
Nederland bij de landen met Midden-
Europeeschen tijd in te deelen.
Mocht de Eerste Kamer eventueel toch vóór
den 15den Mei besluiten tot den Midden-Euro
peeschen tijd, dan zou het eenige mogelijke
voor de Spoorwegen zijn een nooddienstre-
;eling te maken in den vorm van strooibiljet
ten.
Stagnatie bij het Werkfonds?
Regeering wil vreemdelingen
interneeren.
Indien zij voor de openbare orde of de
veiligheid gevaarlijk zijn.
Naar wij vernemen is de regeering voorne
mens een interneeringsinrichting in het leven
te roepen, waarin de vreemdelingen, die voor
de openbare orde of veiligheid hier te lande
gevaarlijk geacht worden, zullen worden op
genomen.
NEDERLANDSCHE UITVOERHANDEL OP
BRAZILIë BEDREIGD.
De maatregel, in Januari j.l, door de Banco
do Brasil genomen met betrekking tot de be
taling van den Braziliaanschen import deels
in vrije deviezen, deels in deviezen, die
slechts tegen een officieel vastgestelden koers
verkrijgbaar waren, hebben ertoe geleid, dat
onze regeering heeft besloten, zich voorloo-
pig te onthouden van het verstrekken van
;aranties tot dekking van het z.g transfer
risico of politieke risico, aan vorderingen op
Brazilië verbonden zulks in afwachting van
het resultaat van een nader onderzoek, naar
de beteekenis van dien maatregel ingesteld.
Daar het uitblijven van een definitieve be
slissing in deze de betrokken Nederlandsche
exploiteurs in onzekerheid laat en voor den
verderen uitvoer naar Brazilië een ernstige
belemmering dreigt te worden, heeft de te
Amsterdam gevestigde vereeniging ter be
hartiging van den Nederlandschen Export-
handel zich met het volgende telegram toti
den Minister van Financiën gewend:
„Vereeniging ter behartiging Nederland
schen Exporthandel waarvan vele leden groot
belang hebben bij uitvoerhandel op Brazilië
verzoekt Uwe Excellentie met aandrang,
spoedig gunstige beslissing te nemen omtrent
garantie transfer-risico, bij gebreke waarvan
stopzetting van genoemden uitvoer te vree-
Gemeenten hebben bezwaren tegen de
credietvoorwaarden.
Nieuwe moeilijkheden doen zich voor bij
de uitvoering van de door het Werkfonds
goedgekeurde plannen, meldt het „Volk".
Het blijkt namelijk, dat het fonds voor de
credietverstrekking aan de gemeenten voor
de uitvoering van gemeentelijke werken
voorwaarden stelt, die zeer bezwaarlijk wor
den geacht. Verscheidene gemeentebesturen
hebben dan ook reeds te kennen gegeven deze
voorwaarden moeilijk te kunnen aanvaarden.
Het blad verneemt, dat de Regeering in het
algemeen de Werkfonds-voorschotten over
drie jaar renteloos wil verstrekken. Daarna
moet worden afbetaald met een annuïteit
van 4 a 5 procent. De Regeering behoudt zich
echter het recht voor: ten eerste, te verlan
gen, dat de aflossing reeds binnen de drie
jaar aanvangt, als zij een gemeente daartoe
financieel in staat acht. en ten tweede, de
annuïteit ieder jaar op nieuw te bepalen.
Verscheidene gemeenten hebben tegen deze
voorwaarden het bezwaar, dat zij groote on
zekerheden in houden en voorts, dat in een
aantal gevallen op de vrije geldmarkt geld
te verkrijgen zal zijn dat niet duurder is en
waarbij men niet met een wisselende annuï
teit behoeft te rekenen.
Het is te vreezen, dat deze nieuwe finan
cieringsmoeilijkheden wederom vertraging zul
len veroorzaken in de uitvoering van de
Werkfondsplannen.
RAMP VAN DE ORANIA WORDT SPOEDIG
BEHANDELD.
Naar wij vernemen is het vooronderzoek
door de Scheepvaartinspectie inzake de ramp
van het mailschip „Orania" van den Kon.
Holl. Lloyd thans zoo ver gevorderd dat de be
handeling van deze zaak door den Raad voor
de Scheepvaart spoedig tegemoet kan worden
gezien. Het wachten is thans nog op den eer
sten machinist, die wegens ziekte nog niet
kon worden gehoord.
GEZONKEN IJZERCONSTRUCTIE GELICHT
De zware ijzeren constructie, welke op 2
Januari 1.1. tijdens de werkzaamheden aan de
spoorweg-uitbreiding in Amsterdam-Oost van
een zolderschuit in de Ringvaart van den Wa
tergraafsmeer. aan den kant van de Valentijn-
kade te Amsterdam, was gegleden, bij welk
ongeval een arbeider gedood en enkele ande
ren gewond werden, is Woensdag door de uit
voerders van het werk zelf op ingenieuze wijze
elicht.
14 Februari:
Gisterenmiddag reed het paard van
een door een dame bestuurd wordend
rijtuigje op de Groote Markt alhier,
tegen een vigilante aan, die uit de Zijl
straat kwam. Het zeer schichtig ge
worden dier werd met veel moeite tot
staan gebracht en daarna uitgespannen.
Het rijtuigje was zoo beschadigd, dat
het voor het oogenblik onbruikbaar was.
Dit is reeds het tweede ongeluk in een
kort tijdsbestek op die zoo drukke en
gevaarlijke passage. Men herinnert zich
het ongeluk met. een vigilante, die op
dat punt door de omnibus naar Bloe-
mendaal werd aangereden en zwaar
beschadigd.
bevatten advertenties van
Vraag en Aanbod. De eene
meer, de andere minder.
Slechts zeer enkele couranten in
Nederland hebben er meer dan
40000 per jaar.
In Haarlem en Omstreken over
treft HAARLEM'S DAGBLAD dat
enorme aantal.
In 1934 waren het er 41841.
Door onze lens gesnapt.
Jo Vincent.
Jo Vincent, een onzer beste sopraanzange
ressen, werd geboren te Amsterdam, in 1898,
als dochter van den bekenden Amsterdam-
schen beiaardier.
Te Amsterdam kreeg zij zangles van wijlen
mevr. De VeerDe Lange; later werd zij leer
linge van Cornelie van Zanten, te 's Graven-
hage.
Sedert haar huwelijk met den heer C. G. J.
Bos, arts, woont Jo Vincent te Overveen. Ook
na haar vestiging te Overveen is zij in binnen-
en buitenland als concertzangeres blijven op
treden
SAMENVOEGING VAN GEMEENTEN IN
ZUID-HOLLAND.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland heb
ben aan de gemeentebesturen van Geur,
Stompwijk en Nootdorp hun oordeel gevraagd
over een nieuwe grensregeling tusschen die
gemeenten. Volgens de ingezonden plannen
worden de gemeenten Geur en Stompwijk op
geheven en samengevoegd tot de nieuwe ge
meente Leidschendam. terwijl een gedeelte
van de gemeente Stompwijk. ten Z.W. van de
electrische spoorbaan Den HaagRotterdam
(Hofplein), in hoofdzaak gevormd door den
Veenweg met achterland, bij Nootdorp wordt
gevoegd.