Nieuw decor opgezet. Critiek op den Volks raad. De meeste couranten DE AVONTUREN VAN DONDERDAG 14 FEBRUARI 19*5 HAARLEM'S DAGBLAD 3 STA TEN-GENERAAL EERSTE KAMER Defensie afgehandeld; nu Buitenlandsche Zaken. v. d. Hoeven. 's-GRAVENHAGE, 13 Febr. Prof. de Savornin Lohman (c.h.) begon vandaag met er op te wijzen, dat er op geen departement zooveel bezuinigd is als op De fensie. De actie der burgemeesters in de Zui delijke provincies zal zich volgens dezen spreker nog uitbreiden; overal in den lande zullen comité's uit den grond verrijzen. Even- ~;als gisteren reeds van ;RK. zijde betreurd jwas, dat de Minister j:enslotte de voorgeno- jmen uitbreiding van jhet contingent met jTOOO man en voorts ook log de verlenging van en eersten oefentijd -hterwege had gela- :en, hief de c.h. frac- ie-leider hierover een laagzang aan. Ach- erstand bij het ma terieel van het leger en bij den vlootbouw gaven hem mede aanleiding tot ernstig waar schuwen. Als de Regeering 110 millioen voor den N.O. polder wist te vinden, dan was het toch zeker mogelijk meer gelden voor Defen sie te ontdekken. Vermakelijk was Mr. v. d. Hoeven's (c.h.) bestrijding van 's heeren Hermans' (s.d.) phi- lippica over het niet-toelaten van „De Blauwe Vaan" in de kazernes: bij zijn koddige re pliek haalde de heer Hermans er zelfs den dichter Horatius bijof een ander. De heer v. Citters (a.r.) voelde er voor gel den uit het werkfonds voor aanbouw van on derzeebooten te bestemmen, wat niet onpro ductief en ook in het belang onzer metaal nijverheid zou zijn. Met de doelstelling van de Regeering t.a.v. de weermacht was hij het eens. Mr. Fock liet nog even namens de libe ralen hooren, dat zij den Minister volgen in de qualitatieve verbetering van de weermacht. Minder gerust bleek deze spreker echter over de waarde van de vloot met het oog op Indië. De Minister van Defensie had zich tegen over 'n aantal kritische opmerkingen te ver weren. Men had over achterstand bij den vlootaanbouw geklaagd. Dit was echter louter het gevolg van den financieelen toestand. Wat nu de paraatheid der weermacht be treft, die is verhoogd, wat de v.d. „defensie- deskundige" Prof. v. Embden ook mocht be weren. De opsomming, die de Minister in de Tweede Kamer had gegeven over aanschaf fingen voor artillerie enz., had dienst moeten doen ter weerlegging van de praatjes over „wij kunnen niets en wij hebben niets". Waar de doelstelling van onze weermacht uitsluitend defensief is, daar was vergelijking met het buitenland niet mogelijk. Tegenover Prof. v. Embden voerde de Mi nister verder nog aan, dat diens citaten om trent de onmogelijkheid van verdediging tegen luchtaanvallen door aanhalingen van andere niet minder deskundigen te weerleggen waren. Bovendien achtte Mr. Deckers het nog aller minst uitgemaakt, dat bij een toekomstigen oorlog onbeperkte luchtaanvallen tegenover de burgerbevolking te duchten zouden zijn. Trouwens in alle landen van Europa zorgt men voor afweermiddelen. Gooien nu al die staten het geld weg? De R.-K. afgevaardigde Visser mocht een ministerieel pluimpje in ontvangst nemen wegens zijn frissche rede. Dat ook buiten landers doordrongen zijn van de waarde van ons leger viel volgens den Minister o m. nog op te maken uit de waardeerende woorden, door den heengaanden Engelschen militai ren attaché, tot Deckers gesproken over onze soldaten, die deze beleefde en minzame Brit uitstekend noemde. De Minister liet niet na als zijn eigen overtuiging kenbaar te maken, dat onze soldaten zich zullen geven voor de verdediging van het dierbaar stukje vader - landschen bodem. Aan Prof. Lohman vroeg de Minister toe stemming nog een stukje gezond optimisme t.a.v. de mogelijkheid, dat de nationale ont- wapenaars, onder wie hij eenige kentering meende te bespeuren, nog eens zijn ministe rieel inzicht zullen gaan deelen, te mogen behouden. De hulde, o.m. door den heer v. Citters aan de bemanning van de K XVIII gebracht had natuurlijk de warme instemming van den Minister, die het nut van vlug verhoor in verband met handelsaangelegenheden on derstreepte. Na de opmerkingen van Prof. Lohman en Mr. Fock, die eenerzijds erkenden dat oud- opperofficieren in hun kritiek achteraf ze kere voorzichtigheid aan den dag hebben te leggen, doch aan den anderen kant von den. dat de Minister niet het recht had te beweren, dat dergelijke heeren, na hun ont slag niet zouden mogen afkeuren, wat er aan de defensie ontbreekt, gaf Excellentie Deckers nog ee.ns precies aan, wanneer der gelijk na-kaarten z.i. toch de grenzen aan het behoorlijke overschrijdt. Dit is inder daad het geval, als een goudgekraagd digni taris. eenmaal op pensioen, gaat verkondi gen. dat onze weermacht niets en niet' waard is. terwiil hij dan toch maar kalm pjes in dienst bleef, hoe onverantwoordelijk hij ook achtte wat er met onze defensie ge beurde ofniet gebeurde. Na nog vermeld te hebben, dat Minister Deckers het even met den heer Moltmak*"- (s.-d.) aan den stok kreeg, die het niét pret tig scheen te vinden, dat ons hoofd van he1 Departement van Defensie de Marinebon den er nog eens geducht van langs gaf velen die onder het juk dezer organisaties ston den waren den Minister dankbaar voor ziir optreden tegen de Bonden, rest alleen no" mee te deelen. dat Hoofdstuk VIII er mef de stemmen der s.-d. en v.-d. tegen. nl. me' 2914. doorging. Daarop verandering van décor en ten deele een ander tableau de la troupe. Niet langer is Mr. Deckers, doch nu zijn ambtgenoot Jhr Mr. de Graeff met den, voorshands noff zwijgenden, hoofdrol belast. Het st.uk. do thans wordt opgevoerd heet Buitenland'cb" Zaken. Maar soms zou men, luisterend naav Mr. Briët (a.-r.) bijkans den indruk krijgen dat deze ..clausen" uit Defensie voorlas. On ophoudelijk toch keert hij zich tegen Praf v. Embden. wegens diens opvattingen om trent nationale ontwapening enz., wat voor al gebeurde in verband met het probleem van een eventueel uit de jongste Londen- sche besprekingen voortvloeiend lucht-Lo- carno. De heer Briët bleek doodsbenauwd om Nederland daaraan eventueel te laten meedoen. Met groote heeren (mogendheden) is het kwaad kersen eten en dus: leve onze aloude zelfstandigheidspolitiek. Even later echter had het er veel van alsof deze spreker voor één grooten mijnheer, te weten onzen Oostelijken nabuur minder benauwd is. Daarmee moeten we een niet-aanvalsverdrag sluiten. Heel dui delijk was de reden voor deze inconsequentie niet. Uit de beschouwingen van den a.r. spreker deed prettig aan zijn hulde aan een voortref felijk artikel van onzen oud-landgenoot, den in Amerika gevierden schrijver-historicus Dr. Hendrik Willem v. Loon. Deze rake waarnemer van menschen èn dingen, man met een zeer oorspronkelijke, tevens geestige pen heeft on langs oeschetst hoe hij zich tijdens een trip over vele zeeën, door vele landen, trotsch voelde op zijn geboorteland, Holland, en waarom. TWEEDE KAMER De koloniale specialiteiten zijn nog niet gereed. B- Sneevliet (R.8.P.) In 'n negatieve rede zette de heer Sneevliet (r. s.) uiteen waarom z.i. de politiek der Re geering in Indië ne gatief te noemen valt, had hij het over het „glimmend opgepoet ste betoog" van Dr. Rutgers en verkon digde hij de stelling, dat het voor de be volking weinig ver schil uitmaakt, of Indië een meer ethi- schen G. G. heeft, dan wel één, die van de ethische richting niets wil weten. Tot deze laatste categorie d. w. z. van Kamerleden! be hoort Mr. Dr. Westerman (Nat. Herst.I. D< uitvoering van Nederland's zedelijke taak in Indië had echec geleden, doordat de Inland- sche bevolking na den vinger te hebben ge kregen, de heele hand had genomen. Dat men den inheemschen jongelui een op Westerschen leest geschoeide opleiding had gegeven aan Rechts- en Medische Hoogeschool was ver keerd. Geheel mis was ook het instituut van den Volksraad. In dit verband herinnerde hij den Minister aan oude plunje, n.l. aan wat deze destijds in z'n boek „Kolonisatie vraagstukken van heden en morgen" had geschreven. Nu dat boek was goed gegaan, n.l. druk verkocht, maar of de heer Colijn het nu wel zoo prettig heeft gevonden, dat hij thans aan dit geeste lijk kind werd herinnerd, waarvan hij, goed beschouwd, tenslotte niet veel pleizier heeft beleefd? Intusschen, ook Ir. Feber (R.K.) zag fouten in den Volksraad, gelijk dit college thans is en optreedt. En wanneer men den G. G. als bewijs van gebrek aan begrip voor de Ooster- sche mentaliteit voor de voeten wierp het veelvuldig voorkomen van conflicten met den Volksraad, dan ligt dit niet aan den G. G. doch gelijk ook de heer Rutgers al had be toogd aan het wezen van den tegenwoor- digen Volksraad. Jhr. de Jonge mocht wel eens 'n enkele maal de fout begaan zich te eenzijdig op andermans belangen te oriëntee- ren (bij de rubberrestrictie zouden de belan gen van de inlandsche planters niet voldoen de tot hun recht gekomen zijn), in het alge meen bleek Ir. Feber voor hem wel degelijk meer waardeering te koesteren dan met tal van anderen 't geval is. Morgen o.m. over wat de liberale spreker, de heer v. Kempen en nog verdere debaters in het midden hebben ge bracht. E. v. R. Geen pensioenen meer voor wethouders? Naar de Standard verneemt, is de Regee ring voornemens maatregelen voor te stellen welke bedoelen een einde te maken aan het toekennen van pensioen aan Wethouders. In het door den Minister-President Dr. H. Colijn in de Eerste Kamer aangekondigde wetsontwerp tegen de cumulatie zijn zooda nige bepalingen opgenomen. Het moet in de bedoeling' der Regeering lig- men, dat voortaan aan wethouders bij hun af treden een afloopend wachtgeld voor den tijd van drie jaren zal kunnen worden toegekend. Verkregen rechten zouden worden erkend, echter met dien verstande, dat een afgetre den wethouder, die pensioen geniet, weder in functie tredend, zijn pensioenrechten zal verliezen, evenals een wethouder, die op grond van vroegere wethoudersjaren recht op pen sioen heeft, doch wiens pensioen op 't oogen- blik van afkondiging der wet stilstaat, '-om-dat hij weder als wethouder is opgetreden. LANGS DE STRAAT. Als de bruid lacht. Vandaag kwam ik weer door die kilo meters lange Londensche arbeidersbuurten en ik zag er een bruid, in het wit. Het motregende, de straat was drabbig- vuil. De huizen waren allen eender grauw, omdat er dag en nacht fabrieksrook neer daalt. En ieder gaat er zijn gang. schaamt zich niet dat anderen zien. hoe begeerig hij is om zich in het leven te houden. Een visch- boer spoelt een emmer over zijn houten win kelvloer en bezemt schubben en visschigheid de straatgoot in: de boel moet er frisch uit zien, binnen. Een magere oranje kat springt er dadelijk op af, om er een schrokkig maal mee te doen, maar wordt weggejaagd door een oude vrouw, die met een groote jute zak onder haar arm de vuilnismand bij iedere lantaarn paal napluist Op een afstand, die hij voor zichtig steeds kleiner maakt, wacht hij loerend gespannen tot zijn beurt weer komt- Een vrouw met losse haren dweilt de gang uit, en geeft een te kleine jongen met een te wijs gezicht een kletsnatte draai om zijn ooren. Uit een donker sousterrain tast een oude man weifelend zijn weg. Hij hangt zich een emaille bordje met het woord „blind", om en met zijn witten wandelstok tikkend den weg voor zich uit verkennend, gaat hij op pad naar „betere" wijken, waar het misschien de moeite loont een hand uit te houden. En in die straat ging plotseling een deur open, in een gebouwtje met boograampjes, met een torentje, met een stoep en een pleintje, dat er heelemaal uitzag als een echte kerk en een bruid komt naar buiten aan den arm van haar bruidegom. Fabrieksmeisjes en huismoeders in Zondagsche kleeren, juichen een collega, een familielid toe, dat vandaag trouwt, en strooien opgewonden confetti. De bruid staat stil. In het wit. Zoo wit, als ze nog nooit in haar leven is geweest. Zoo wit, dat ze er zelf bijna een beetje bang voor is en haar weinig witte handen met het bouquet al wat verlepte roode anjers een eindje van zich afhoudt Ze is getrouwd vandaag, zeggen haar oogen en ze staat trotsch rechtop. Haar japon is zoo wit en smetloos vandaag, want de man aan haar arm zal de hare zijn.... Werklui, die de straat opbreken, kijken even nieuwsgierig op en zeggen elkaar dan met een enkele blik: ..daar gaan er weer twee" en vegen zich met een nijdig of medelijdend gebaar stof uit hun oogen. zwartigheid die hier onophoudelijk uit de lucht neerdwar relt. De bruid ziet niet zoover, haar wereld eindigt vandaag bij de haag van juichende vrienden. Wat daarachter ligt, bestaat op dit witte oogenblik niet. Ze staat stil, want er wordt een foto gemaakt. Ze lacht en voor een oogenblik triompheert haar wit in de straat. Ze lacht, ze kijkt voor zich uit, maar ze weet voortdurend dat naast haar een man staat, haar man. Vreemd zwaar is haar arm in den zijne. Dan, terwijl de bruidegom haar naar de wachtende auto leidt, en ze haar ..jen sluit voor de regen van confetti, ver dwijnt met de straat ook de groep vrienden en is haar gezicht ineens stil en enkel span ning om de wonderlijke belofte van dezen dag, een belofte van een rijker wit dan haar japon, en zoo warm als jonge frischbloeiende roode anjers De auto verdwijnt om den hoek. De straat is weer zonder wit. De oranje kat heeft zijn vïschresten heroverd en gretig verorberd. Het kleine jongetje scheldt op zijn beurt z'n moe der uit. De fotograaf neemt een biertje. Maar in zijn donkere camera is het beeld van een lachende, zegevierende bruid. Een beeld dat jarenlang oo een schoorsteenmantel zal staan, omdat witte bruiden het leven in donkere raten soms licht maken. Vr. S. Particuliere mijnen willen de loonen verlagen. Voorstellen in de Contactcommissie gedaan. Woensdag heeft de Con tact-Commissie voor het Mijnbedrijf vergaderd ter behan deling van de opzegging door de particuliere mijnen van de loon- en arbeidsovereenkomst. Op deze bijeenkomst hebben de directies der particuliere mijnen haar voorstellen uiteen gezet. die als volgt luiden: a) 1. Opzegging der restrictie 3 pet. loons verlaging bij vier dagen werken. 2. Bij vijf dagen werken 5 pet. loonsver laging boven de oorspronkelijke 3 pet. 3. Bij zes dagen werken 10 pet. loonsverla ging boven de oorspronkelijke 3 pet. b) De kindertoeslag wordt van 4 gulden gebracht op 3 gulden per kind beneden de 14 jaar. c). Het aantal verlofdagen met behoud van loon wordt gehalveerd met ingang van 1 Januari 1936. d) De directies kunnen voor sociale ver zekeringen in de toekomst niet meer beta len dan ze zouden moeten betalen, wanneer de arbeiders bij de wet verzekerd waren, d.w.z. bij ziekteverzekering maximaal 3.75 pet. van het loon en voor pensioensverzeke ring 60 cent per arbeider per week, hetgeen een verlaging be teekent van 3.80 gulden tot 2.60 gulden per maand. Wanneer omtrent deze voorstellen geen overeenstemming wordt bereikt, zouden de directies nog een evenredige loonsverlaging moeten toepassen. De bonden zullen de voorstellen nader be spreken. Intusschen is nog geen datum voor een volgende vergadering der Contact-Com missie vastgesteld. Een halve eeuw geleden. Uit Haarlem's Dagblad van 1885. UIT DEN VRIJHEIDSBOND GETREDEN. De heer D. Hans, hoofdredacteur van „De Avondpost" heeft als lid van den Vrijheids bond bedankt, omdat hij zich met de prac- tische liberale politiek van den la teren tijd niet meer kan vereenigen, ten deele als gevol: van gewijzigd persoonlijk inzicht, ten deele als gevolg van de wendingen in de liberale politiek zelve, met name op sociaal gebied. Spoorwegen Kouden zich aan den gewonen zomertijd. Voor de nieuwe dienstregeling. De directie van de Ned Spoorwegen heeft volgens het Hbld. besloten de zomerdienstre geling. welke tegen 15 Mei a.s. ingaat te doen samenstellen volgens den bestaanden Am- sterdamschen zomertijd, dus ongeacht de eventueele beslissing der Eerste Kamer om Nederland bij de landen met Midden- Europeeschen tijd in te deelen. Mocht de Eerste Kamer eventueel toch vóór den 15den Mei besluiten tot den Midden-Euro peeschen tijd, dan zou het eenige mogelijke voor de Spoorwegen zijn een nooddienstre- ;eling te maken in den vorm van strooibiljet ten. Stagnatie bij het Werkfonds? Regeering wil vreemdelingen interneeren. Indien zij voor de openbare orde of de veiligheid gevaarlijk zijn. Naar wij vernemen is de regeering voorne mens een interneeringsinrichting in het leven te roepen, waarin de vreemdelingen, die voor de openbare orde of veiligheid hier te lande gevaarlijk geacht worden, zullen worden op genomen. NEDERLANDSCHE UITVOERHANDEL OP BRAZILIë BEDREIGD. De maatregel, in Januari j.l, door de Banco do Brasil genomen met betrekking tot de be taling van den Braziliaanschen import deels in vrije deviezen, deels in deviezen, die slechts tegen een officieel vastgestelden koers verkrijgbaar waren, hebben ertoe geleid, dat onze regeering heeft besloten, zich voorloo- pig te onthouden van het verstrekken van ;aranties tot dekking van het z.g transfer risico of politieke risico, aan vorderingen op Brazilië verbonden zulks in afwachting van het resultaat van een nader onderzoek, naar de beteekenis van dien maatregel ingesteld. Daar het uitblijven van een definitieve be slissing in deze de betrokken Nederlandsche exploiteurs in onzekerheid laat en voor den verderen uitvoer naar Brazilië een ernstige belemmering dreigt te worden, heeft de te Amsterdam gevestigde vereeniging ter be hartiging van den Nederlandschen Export- handel zich met het volgende telegram toti den Minister van Financiën gewend: „Vereeniging ter behartiging Nederland schen Exporthandel waarvan vele leden groot belang hebben bij uitvoerhandel op Brazilië verzoekt Uwe Excellentie met aandrang, spoedig gunstige beslissing te nemen omtrent garantie transfer-risico, bij gebreke waarvan stopzetting van genoemden uitvoer te vree- Gemeenten hebben bezwaren tegen de credietvoorwaarden. Nieuwe moeilijkheden doen zich voor bij de uitvoering van de door het Werkfonds goedgekeurde plannen, meldt het „Volk". Het blijkt namelijk, dat het fonds voor de credietverstrekking aan de gemeenten voor de uitvoering van gemeentelijke werken voorwaarden stelt, die zeer bezwaarlijk wor den geacht. Verscheidene gemeentebesturen hebben dan ook reeds te kennen gegeven deze voorwaarden moeilijk te kunnen aanvaarden. Het blad verneemt, dat de Regeering in het algemeen de Werkfonds-voorschotten over drie jaar renteloos wil verstrekken. Daarna moet worden afbetaald met een annuïteit van 4 a 5 procent. De Regeering behoudt zich echter het recht voor: ten eerste, te verlan gen, dat de aflossing reeds binnen de drie jaar aanvangt, als zij een gemeente daartoe financieel in staat acht. en ten tweede, de annuïteit ieder jaar op nieuw te bepalen. Verscheidene gemeenten hebben tegen deze voorwaarden het bezwaar, dat zij groote on zekerheden in houden en voorts, dat in een aantal gevallen op de vrije geldmarkt geld te verkrijgen zal zijn dat niet duurder is en waarbij men niet met een wisselende annuï teit behoeft te rekenen. Het is te vreezen, dat deze nieuwe finan cieringsmoeilijkheden wederom vertraging zul len veroorzaken in de uitvoering van de Werkfondsplannen. RAMP VAN DE ORANIA WORDT SPOEDIG BEHANDELD. Naar wij vernemen is het vooronderzoek door de Scheepvaartinspectie inzake de ramp van het mailschip „Orania" van den Kon. Holl. Lloyd thans zoo ver gevorderd dat de be handeling van deze zaak door den Raad voor de Scheepvaart spoedig tegemoet kan worden gezien. Het wachten is thans nog op den eer sten machinist, die wegens ziekte nog niet kon worden gehoord. GEZONKEN IJZERCONSTRUCTIE GELICHT De zware ijzeren constructie, welke op 2 Januari 1.1. tijdens de werkzaamheden aan de spoorweg-uitbreiding in Amsterdam-Oost van een zolderschuit in de Ringvaart van den Wa tergraafsmeer. aan den kant van de Valentijn- kade te Amsterdam, was gegleden, bij welk ongeval een arbeider gedood en enkele ande ren gewond werden, is Woensdag door de uit voerders van het werk zelf op ingenieuze wijze elicht. 14 Februari: Gisterenmiddag reed het paard van een door een dame bestuurd wordend rijtuigje op de Groote Markt alhier, tegen een vigilante aan, die uit de Zijl straat kwam. Het zeer schichtig ge worden dier werd met veel moeite tot staan gebracht en daarna uitgespannen. Het rijtuigje was zoo beschadigd, dat het voor het oogenblik onbruikbaar was. Dit is reeds het tweede ongeluk in een kort tijdsbestek op die zoo drukke en gevaarlijke passage. Men herinnert zich het ongeluk met. een vigilante, die op dat punt door de omnibus naar Bloe- mendaal werd aangereden en zwaar beschadigd. bevatten advertenties van Vraag en Aanbod. De eene meer, de andere minder. Slechts zeer enkele couranten in Nederland hebben er meer dan 40000 per jaar. In Haarlem en Omstreken over treft HAARLEM'S DAGBLAD dat enorme aantal. In 1934 waren het er 41841. Door onze lens gesnapt. Jo Vincent. Jo Vincent, een onzer beste sopraanzange ressen, werd geboren te Amsterdam, in 1898, als dochter van den bekenden Amsterdam- schen beiaardier. Te Amsterdam kreeg zij zangles van wijlen mevr. De VeerDe Lange; later werd zij leer linge van Cornelie van Zanten, te 's Graven- hage. Sedert haar huwelijk met den heer C. G. J. Bos, arts, woont Jo Vincent te Overveen. Ook na haar vestiging te Overveen is zij in binnen- en buitenland als concertzangeres blijven op treden SAMENVOEGING VAN GEMEENTEN IN ZUID-HOLLAND. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland heb ben aan de gemeentebesturen van Geur, Stompwijk en Nootdorp hun oordeel gevraagd over een nieuwe grensregeling tusschen die gemeenten. Volgens de ingezonden plannen worden de gemeenten Geur en Stompwijk op geheven en samengevoegd tot de nieuwe ge meente Leidschendam. terwijl een gedeelte van de gemeente Stompwijk. ten Z.W. van de electrische spoorbaan Den HaagRotterdam (Hofplein), in hoofdzaak gevormd door den Veenweg met achterland, bij Nootdorp wordt gevoegd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5