STOOMEN DE VROUW IN DE XXe EEUW. I VERVEN STOPPAGE iOTTGERING_ KEUKENGEHEIMEN. DONDERDAG 14 FEBRUARI 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 10 Leuke costuumpjes. Hier volgen weer een paar aardige ideeën voor de carnavalsdagen: Nr. 1: bijzonder mooi Pierrotcostuum van witte zijde met zwarte pompoens. De wijde panta> Ion heeft een breede rand volants. Nr. 2 Mexicaansche danseres: pantalon, hoed en armkappen van bedrukte zijde; zwart flu- weelen keursje. Nr. 3: tamboer. Rijbroek en jasje van hemelsblauwe zijde: donkerblauwe strik, don kerblauw jagershoedje met zilveren rand en veer. zilveren handschoenkappen. Vergeet de trommel niet! Wij geven slechts de iedeeën; iedereen kan die echter naar haar persoonlijke smaak ver anderen. De knippatronen van deze costuums zijn tegen de prijs van 38 ets. per stuk te verkrijgen Voor verdere bijzonderheden zie onder „Ons wekelijksch knippatroon". OM ZELF TE MAKEN. GEHAAKT KINDERLIJFJE. Vele moeders geven hun kinderen in den winter de warme zelfgebreide lijfjes aan; maar het breien van deze kleedingstukken eischt toch altijd nog vrij veel tijd. We la ten daarom hier de beschrijving volgen, hoe deze lijfjes te haken zijn. Haken gaat toch altijd nog vlugger dan breien. We beginnen aan den rug. De breedte van Handwerken voor afleiding. „Wat een klungelwerkje", zegt de jonge man tegen zijn zuster die in een gemakkelijke stoel gedoken aan een breiwerkje bezig is. „Je kunt die blouses of truitjes, of hoe jullie zulke dingen noemen, net zoo aardig koopen. en dan verpruts je er je tijd tenminste niet op". „Je weet er weer niets van", zegt het meisje tegen dezen man-in-spé, „het is juist echt leuk. om zoo'n werkje te doen waarbij je niet veel hoeft te denken, dat gauw gaat boven dien. en dat je dan nog zelf kunt dragen ook". De waarde van handwerken voor ons vrou wen wordt niet alleen door jonge mannen onderschat, vaak ook door oudere, en door veel vrouwen zelf. Het leven is te kort, en de tijd daardoor te kostbaar, zeggen deze, om uren van ontspanning te vullen met een knut selwerkje waaraan niemand behoefte heeft. Lees dan liever een goed boek, of verdiep je in de krant, waarin veel te lezen staat, wat voor ons vrouwen van het grootste belang Dat is alles waar. en ik zal de laatste zijn om niet met nadruk bij de vrouwen aan te dringen op de noodzaak om goed de krant te lezen en in de literatuur vooral bij te blij ven, want een vrouw die dit niet bijhoudt, al is het dan ook in enkele verloren oogenblik- ken, komt buiten de sfeer van het wereldge beuren te staan en dat is een groote tekort koming. Maar iedere vrouw die veel aan haar hoofd heeft, of ze nu een druk gezin heeft, of dat zij buitenshuis haar werkkring zoeken moet, of hoe haar leven dan ook is ingericht, zij heeft behoefte aan rustige oogenblikkem en wanneer zij die behoefte niet voelt, zal het werken haar vrij zeker op een oogen'olik te machtig worden. Voor zulke ernstige oogenblikken zijn nu die zoogenaamde klungelwerkjes een heerlijke af leiding. Het begint al met de bekoring van het. nieuwe, het bedenken van het werkje, het uit zoeken van materiaal, het vergelijken van kleuren, allemaal dingen die door de meeste vrouwen graag worden gedaan. Daarna volgt het werk. dat een zeker doel beoogt, dat langzamerhand steeds naderbij komt; bovendien zijn de handen niet stil, wat voor menige actieve persoonlijkheid ook van belang is, en tenslotte kunnen de gedachten rustii van het werkje afdwalen, zonder dat dit eenige schade aan het werk veroorzaakt Nu wil ik hiermee niet beweren, dat groote problemen onder het doen van een hand werkje kunnen worden opgelost, integendeel daarvoor is de geest te passief en is ook het lichaam niet gespannen genoeg. Dat alles eischt concentratie en spanning, die onder het doen van een handwerkje niet aanwezig- zijn. Maar ook onbelangrijke problemen in het werk vragen om,een oplossing, of het nu de opvoeding der jeugd, de huishouding of het kantoorwerk betreft, en die kunnen in zoo'n ernstig handwerk-half-uurtje heerlijk over dacht worden, Of een nabetrachting over een belangrijken dag. die achter den rug is, kan in zoo'n kalm oogenblik gehouden worden. Wanneer u een vrouw rustig ziet hand werken, kun u er bovendien vrij zeker van zijn, dat haar gedachten niet tobberig zijn, dat zij geen sombere overpeinzingen heeft. Tobberijen vragen immers om een oplossing, en dat eischt weer meer activiteit dan een handwerk-uurtje kan geven: dan wordt het handwerk niet aangekeken. Nu zijn er natuurlijk vrouwen, wie een handwerkje niet ligt. zij vinden het vervelend, zij kunnen het dan ook meestal niet goed. en" hebben er dientengevolge totaal geen belang stelling voor; anderen zitten te jagen om het vooral maar klaar te hebben, zij rusten niet voordat het af is. en hebben daardoor ook geen profijt van den tijd die het werkje kos ten moet, omdat zij zich veel te veel laten opjagen. En weer anderen vervallen in het tegenovergestelde door niet het handwerk als middel voor een rustig uurtje te ge- het werk is de lengte van het lijfje. Voor een kind van vijf jaar heeft men ongeveer 100 gram wol noodig. We beginnen een rij kettingsteken te maken, die een lengte heeft van 24 c.M. Hierop haken we op een hoogte van 2 1/2 c.M. eenige rijen vasten. Dan gaat men met stokjes werken. Men begint met 3 ketting- steken te maken, dan een stokje in een heele steek, een kettingsteek, een ruimte van een steek openlaten, een stokje, enz. Dit doet men 7 1/2 c.M. lang. Dan begint men de min- deirng voor het armsgat. Het schema geeft duidelijk het aantal cen timeters aan, de smalle biezen geven aan, waar met vasten en de breede, waar met stokjes gewerkt moet worden. Vergeet vooral niet, de knoopsgaten te maken op den rug. Op de smalle biezen naait men de knoo- pen, waaraan de jarretells geknoopt worden. Langs denbovenkant haakt men tenslotte nog een paar rijen vasten, om de armsgat- openingen en den bovenkant wat meer ste vigheid te geven. Van vasten worden ook de schouderband jes gehaakt, eveneens met een knoopsgat op het einde. Deze schouderbandjes hebben een lengte van ongeveer 20 c.M. en zijn 2 c.M. breed. Langs deze schouderbandjes haakt men terwille van de stevigheid toch nog twee rijen vasten. Men naait ze in den rug vast en sluit ze van voren met een knoop. Het lijfje wordt in den rug gesloten met 6 knoopen. Dit onderlijfje, dat even warm zit als een gebreid, heeft het voordeel, dat het veel vlugger gemaakt is. MARIAN B. bruiken, maar door het als doel te stellen, en en zoo van het eene handwerk op het andere over te gaan, en voor al het overige maar een zeer geringe belangstelling te koesteren en naar evenredigheid een zeer geringen tijd over te hebben. In dit laatste geval wordt handwerken inderdaad „klungelen", in de twee andere zal de vrouw andere oogenblik ken van ontspanning, van geheel tot zichzelf komen, moeten zoeken. Dat een oudere vrouw dit soms doet door het veelgesmade „rusten" na de koffie, is vaak niet zoo onbegrijpelijk: zij slaapt niet in dien tijd. zij leest niet, maar zij gebruikt dat nuttige om in geheele ont spanning tot zichzelf te komen. Zoo kan ieder dat naar aard en aanleg zelf het beste bepalen. Dat dit alles echter van groot belang kan zijn zoowel voor de lichamelijke als de gees telijke gezondheid, is toch wel zeker. E. E. J.—P. Brieven van de Hei. ONS WEKELIJKSCH KNIPFATROON. Ditmaal bepalen we ons weer eens tot het ondergoed. Mooi ondergoed is een hobby van iedere vrouw en velen geven er de voor keur aan, het zelf te maken. No. 525 onderjurk van batist, crêpe de chine of satijn. Eenvoudig prettig model. De rok heeft een plooi van voren, waardoor de noodige bewegingsruimte verkregen wordt. Benoodigd materiaal: 3 meter van 90 centi meter breedte. Prijs van het patroon: 38 ets. per stuk. Nr. 526: kapm-.w,-eitje of bedjakje van batist met kant afgezet. Leuk recht model letje. Benoodigd materiaal: 1.50 Meter van cM. breed en 2 M. kant. Prijs van het pa. troon: 38 ets. per stuk. De patronen zijn in alle maten te verkrij gen tegen de bovenvermelde prijzen bij de ..Afdeeling Knippatronen" van de Uitgevers maatschappij „De Mijlpaal", postbox 175 te Amsterdam. Toezending zal geschieden na ontvangst van het bedrag dat kan worden overgemaakt per postwissel, in postzegels, of wel per post giro 41632. Den lezeressen worden vriendelijk verzocht bij bestelling duidelijk het nummer van het gewenschte patroon, benevens de verlangde maat, d.w.z. boven-, taille-, heupwijdte enz. op te geven. Gelieve verder naam en adres goed te vermelden; men voorkomt daardoor onnoodige vertraging in de opsturing. Politie. ,Rèng" zei de bel. Het was erg gek, want het was Donderdagmiddag; dus kwam de kruide nier niet, en was 't ook de vacantiedag van de groenteman. En alle overige bestellingen ko men 's morgens. Ik vergat mijn schortje af te doen (Gelukkig mijn blauw-met-witte ruitje, dat staat reuze aardig!) En ik deed dus open. Er stond een „groote politie" op de stoep. Ik zeg maar „politie", want dat beteekent: „man met uniform, blinkende knoopen, sabel en pistool, die geen soldaat is". En dan kan hij verder agent, veldwachter, inspecteur, of wat ook zijn. Ik heb niet zoo veel kijk op die din- jen ziet u. Enfin, ik schrok dan erg van de politie, niet zoozeer omdat ik een paar dagen geleden een paar uitbottende takken had geplukt, en één keer over een hek was geklommen, maar meer omdat ik dacht dat Hein uit den trein gevallen was. Ik zag er vermoedelijk erg onthikt uit, want de politie klopte me geruststellend op mijn schouder, en vroeg of Hein hier in het Heihuis woonde. Erg gerustgesteld was ik nog niet, en dus zei ik heel timide „Ja meneer". Toen zei de politie „zoo zoo, en jij? Je bent toch geen dochtertje van hem?" Toen moest ik lachen, en zei dat ik Nel was, en dat ik met Hein was getrouwd, en toen zei de politie dadelijk „mevrouw", en ook dat het hem speet dat hij dat niet dadelijk gedacht had. Maar leeftijden schatten vond hij erg moeilijk. Hij zei ook dat iedereen van hem ook altijd dacht dat hij veel jonger was. En dat ik maar eens moest raden hoe oud hij was. En dus zei ik: „Veertig" want het leek me een reuze mooie leeftijd voor een politieman. Maar 't was erg jammer want hij was pas vijfendertig! Toen stokte het gesprek even, en deed ik gauw mijn schortje af, want ik geloof dat hij daarom niet zag dat ik Nel was. De politie zei toen dat hij rijksveldwachter was, en dat hij gehoord had dat het Heihuis weer bewoond was. En daarom kwam hij eens kijken. Hij ging altijd overal eens kijken, met 't oog op de uitgestrektheid van zijn rayon, en voor 't geval er eens iets gebeurde. Want hij had een groote taak hier. Maar de menschen maakten het hem hier wel gemakkelijk. De streek staat gunstig bekend, en dikwijls staat de koffie al te wachten, als hij langs komt. Dat was natuurlijk een tip, dacht ik, en toen gaf ik hem een sigaar. (Met een zilver bandje. Dat zijn de lekkerste zegt Hein, en ik vond dezen man erg aardig.) We bleven nog wel een half uur praten, en toen ging de veldwachter weer weg. Maar den volgenden dag kwam hij al 's mor gens om kwart over elf langs. Want hij wilde ons er aan herinneren, dat wij het verhuisbil- jet moesten inleveren. Dat was al lang gebeurd, maar ik vond het toch erg aardig van hem, om er aan te denken. Toen heb ik hem een kopje koffie gegeven. Het was weliswaar 't allerlaatste uit de pot, maar met een beetje water er bij gesmokkeld, ging het nog net. Maar de veldwachter houdt blijkbaar meer van sterke koffie.Want den dag daarop kwam hij om tien minuten vóór half elf! Hij zei dat Hein's auto-rijbewijs nu veranderd moest wor den. Maar dat ging niet op, want we hebben heelemaal geen auto. En ik deed ook alsof -ik heelemaal geen koffie had. En ik was ook een beetje kort-aangebonden. En nu is hij er al vijf dagen lang niet geweest! H. V. D. S. zamerhand bij. Snijd resten van kalfsvleesch, wild of visch in langwerpige, puntvormige figuren, dompel deze in het deeg en bak ze in heet frituurvet lichtbruin. Laat ze op grauw papier uitdruipen; geef ze als tusschengerecht. Bitterkoekjescake: 2 ons bloem, 11/2 ons boter. 112 ons suiker, 3 eieren, 1 theelepeltje bakpoeder, ongeveer 8 bitterkoekjes, wat rum of wat water. Besprenkel een uur voor het bak ken de bitterkoekjes met wat rum of water. Roer, voor de cake, de boter met de suiker schuimig, voeg een voor een de eieren bij en daarna de gezeefde bloem met het bakpoeder. Blijf nog even roeren tot het beslag mooi luch tig is. Doe de helft van het beslag in een met boter ingesmeerde vorm. leg daarop de ge weekte bitterkoekjes en vervolgens de rest van het beslag. Bak de cake in een matig warme oven gedurende een uur gaar. C. F. W CR. HOUTSTRAAT 5a (Adv. Ingez. Med.) TELEF. 10771 PapegaaietongenResten van kalfsvleesch, wild of visch. Voor het deeg; 1 ei, 30 gram boter. 40 gram bloem, 1/2 deciliter melk, 1/2 eetlepel peterselie, wat zout en nootmuscaat. Een diep ijzeren pannetje met frituurvet. Roer de boter tot room. voeg er het ei, het gezeefde meel, de melk en de kruiden lang- Het aantal der jonge vrouwen, die Zater dag 19 en Zondag 20 Januari j.l. in het Broe derschapshuis te Bilthoven bijeenkwamen om te overleggen, of en hoe de jongere generatie het werk van de oudere zou kunnen voortzet ten, overtrof alle verwachting. Ruim tachtig jonge meisjes en gehuwde vrouwen tusschen ae 20 en 40 hadden gehoor gegeven aan de roepstem van het voorbereidend comité (dat was gevormd na de vergadering over vrou wenarbeid te Amersfoort in October j.l. ge houden) en het meerendeel van haar stekle zich aan het slot van de conferentie beschik baar, om, naar krachten mede te werken aan de actie tot behoud van het cultuurbezit, dat door de voorgangsters met zooveel geestdrift werd veroverd. Er waren vrouwelijke studen ten, vrouwen die reeds een beroep uitoefen den en ook tot werkloosheid gedoemden, voornamelijk vrouwen uit de intellectueele wereld, en op een enkele na. waren allen overtuigd van de beteekenis van de vrije ontplooiing der vrouw, overeenkomstig haar individueelen aanleg, in het belang van haar zelve, het gezin en de gemeenschap. Nieuwe argumenten hebben we niet ge hoord. Het zou moeilijk zijn ze te vinden. Er mochten nuanceeringen zijn in opvatting tusschen haar, die vrijheid van arbeid dei- gehuwde vrouw slechts zien als een deel van het zelfbeschikkingsrecht der vrouw waar aan niet getornd mag worden en haar, die dezen arbeid wenschelijk achten, evenals tusschen haar, die ev. in tijdelijke crisis maatregelen ten opzichte van de vrouw zou den kunnen berusten en haar, die in alle maatregelen tegen de vrouw een gecamou fleerde principieele terugdringing van de arbeidster vermoeden, over het algemeen stonden de bezoeksters van de bijeenkomst in beginsel veel minder ver van elkaar, dan wij durfden vermoeden, toen we de geïmpro viseerde jeugdconferentie in den vroegen morgen te Amersfoort bijwoonden. Natuurlijk was er ook eenig verschil van meening over de methoden, volgens welke men tenslotte de grijze, onverschillige mid denmassa denkt te bereiken we hoorden weer eens de idee van een vrouwenpartij op en verwerpen maar ten slotte vereenigde men zich gemakkelijk met de voorloopige plannen, welke door de dames Tendeloo en Het overdragen van de fakkel. Adriaanse, beiden voorbereidsters van de conferentie, werden uitgestippeld, en die be wezen, dat we uit het terrein van de vaagheid zullen komen in dat van het practisch wer ken. En dan is het voor de ouderen aange naam te weten, dat zij niet door de jeugd als onbruikbaar overboord worden geworpen, dat deze. nieuwe wegen zoekend, toch wil samenwerken met de bestaande vereeniging, profiteeren van de gezonde kern der organi satie, welke zij nieuw leven kan inblazen door haar frissche denkbeelden, stoere werk kracht en koenen durf. Want al is nog niet uitgemaakt, of het minderwaardigheidsge voel der vrouw geheel overwonnen is, de be tere geschooldheid, dank zij de opleiding door de jeugd genoten, haar kameraadschap pelijke omgang met het andere geslacht, de sport etc., hebben haar toch meer zelfver trouwen geschonken dan haar moeders be zaten en zoo kunnen zij zich met meer ze kerheid bewegen in het openbare leven, met ruimer blik en minder gebonden aan tradi- tiën de plaats zoeken, welke de vrouw be hoort in te nemen in gezin en maatschappij, in het belang van de cultuur en de mensch- heid. In de verschillende inleidingen, welke lofwaardig kort waren, zoodat we ditmaal op tijd klaar waren stond n.l. altijd weer op den voorgrond het geven der vrouw aan de gemeenschap, haar plichten, haar „moeder- taak in grooten stijl", zooals Joh. Naber het eens noemde, haar verfijnenden en bescha- venden invloed op de zeden, in werkplaats, kantoor en laboratorium, ja zelfs op de ge mengde- en daardoor weer op de heeren diners. Het is niet doenbaar alle inleidingen hier te resumeeren en dit behoeft niet; het nieu we was, dat de jeugd hier optrad met de zelfde argumenten als de ouderen, langs ver schillenden weg tot dezelfde conclusies geko men! Dit gold zoowel van de inleidingen van mej. Adriaanse, (die de vorige generatie die van de rechten en deze die van de plichten noemde, niet gemakkelijk te vervullen, maar onmisbaar om de wereld vooruit te helpen) als van die van mej. mr. Tendeloo, die de niet-materieele waarden van arbeid en vrije ontwikkeling voor de vrouw toelichtte en daarbij wees op het belang van den geeste lijken groei der vrouw (tot een wezen met dieper inzicht, op hooger plan staand) voor de gemeenschap en die van mej. de Jong, die den beschavenden invloed der vrouw schetste. Mevr. Polak Rosenberg, de eenige oudere, had veel succes met haar rede over vrijheid van arbeid voor de gehuwde vrouw, maar kon natuurlijk evenmin een oorspronkelijke gedachte geven. De eenige, die wel een nieu wen klank deed hooren, was misschien mevr. Dr. Posthumus-van der Goot, die zeer helder het moeilijke onderwerp: Loon naar behoef te of naar prestatie behandelde en daarbij vooral voor de toekomst verwachting koester de van den grooten invloed der vrouw als consumente, juist omdat er een tijd schijnt gekomen, waarin de productie meer rekening zal moeten houden met de eischen der con sumptie. Dat de jeugd kan organiseeren heeft zij be wezen door deze door haar voorbereide con ferentie (waarbij het huishoudelijke gedeelte zoo goed was verzorgd door mej. mr. M. Sebus uit de Bilt, die zich bescheiden op den ach tergrond hield), welke zeer geslaagd is en mag worden beschouwd als het begin van een nieuwe strooming onder het geslacht, dat eerlijk erkent, dat het niets wist van de vrou wenbeweging en de verkregen rechten heeft aanvaard als natuurlijk haar toekomend, maar nu het deze bedreigd ziet, begint te beseffen, dat de oude plaats achter de horre tjes voor haar geen bekoring heeft. Voorloopig is er een klein werkcomité ge vormd uit deze vergadering, waarin voor het meerendeel de dames zitting hebben, die deze conferentie hebben georganiseerd. Men zal beproeven propaganda te maken over het ge heele land. en in tusschen reeds onmiddellijk hulp verleenen aan het comité van actie, dat onlangs te Utrecht werd samengesteld op de bijeenkomst voor vrouwenarbeid uitgaande van een aantal vrouwenverenigingen, en dat van 17-23 Maart bij een bezoek van de „Busi ness and Professional women" over het ge heele land demonstratievergaderingen zal la ten houden. De Vereeniging voor Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsburgerschap, welker presidente, mej. E. Piepers de bijeenkomst opende en sloot en welks jongste H. B. lid mevr. Hui- zinga de vergaderingen leidde, kan met vol doening constateeren, dat haar initiatief van Amersfoort niet vergeefsch is geweest. De fakkel kan in de toekomst worden overge dragen. Er is weer een jonge generatie ont waakt tot het besef van wat er voor de vrouwen en voor de gemeenschap op het spel staat, als men de fakkel laat dooven. EMMY J. B. Als moeder dé kat op schoot neemt en streelt is de hond; jaloersch. Moeder vindt dat aardig. Het ls immers een bewijs hoe de hond aan haar gehecht is, hoe hij van haar houdt. Maar als moeder baby op schoot heeft, ls de hond ook ja- loersch. Daar is moe der minder op gesteld! je weet hooit waar toe zoo'n jaloersch! beest in staat is; zij durft hem niet met baby alleen te laten. Zoo gaat het dik wijls. We zijn eerst gevleid als iemand om ons op anderen jaloersch is, het is een uiting van liefde, van vriendschap. Maar na niet al te langen tijd wordt het lastig. En al is het dan een uiting van liefde, toch niet de meest verhevene. Het is de egoïstische kant van de liefde, het alles voor zich eischen. De meesten van ons hebben zeker de film „Dé bewaarschool" gezien. Op de bewaarschool is de kleine Marie, een eenzaam kind, dat zich hecht aan de helpster Rose. Rose houdt van Marie, maar er zijn meer kinderen op de be waarschool, die behoefte hebben aan liefde eri teederheid. Marie kan dat niet verdragen. „Jij kust iedereen", verwijt ze Rose. En als in Rose's leven de andere liefde komt. de liefde voor den inspecteerenden geneesheer van de bewaar school. dan wordt Marie ongelukkig, verteerd van afgunst. Een ellende, die jaloezie. Het is: niets gun nen juist aan hen die je het liefst zijn. Alles wat ze krijgen, moet van jou komen, iets an ders mogen ze niet accepteeren. Kinderen kunnen hevig lijden onder hun jaloezie. De kleine Marie uit „de Bewaarschool" die er den sprong voor in het water doet, is gelukkig een uitzondering. Maar hoeveel kinderen voelen zich niet verwaarloosd of achtergesteld. Ze hunkeren naar liefde, ze krijgen niet genoeg en worden jaloersch op anderen die volgens hen meer krijgen.. Een jaloezie die dikwijls voorkomt is die van het oudere kind voor het kleine broertje of zusje. Het kind dat altijd nummer één was, ziet nu de zorg van moeder in de eerste plaats uitgaan naar het kleinste kind, ziet vader zijn aandacht verdeelen. Het krijgt niet meer wat het vroeger kreeg, het voelt een gemis, zoekt de oorzaak er van en de jaloezie op het broertje of zusje is er. Vader en moeder moe ten alleen voor hem zijn. ze mogen hun liefde niet verdeelen. Een jaloersch mensch is een ongelukkig mensch. U kent ze wel. de jaloersche typen. De nijdigheid kijkt hen de oogen uit en ze ontvangen hoe langer hoe minder liefde om dat ze zelf het tegendeel van liefde uitstra len. Jaloersche menschen zijn meestal die naar liefde verlangen en juist door hun jaloezie steeds meer liefde verliezen. Een jaloersch kind is een ongelukkig kind. En vader en moeder dienen hun best te doen het kind zoo gauw mogelijk van deze kwaal te genezen. De beste manier daartoe lijkt me het oudere kind steeds te laten deelen in de liefde voor het jongere. Helpt moeder broertje, dan roept ze het oudere zusje er bij, samen praten ze over en tegen 't kleine kind, moeder laat het 't zusje liefkoozen. Ook vader betrekt de kinderen gelijktijdig in zijn aandacht. Het oudere kind voelt zich dan niet alleen en verwaarloosd. En misschien gaat het ook iets begrijpen van liefde die naar alle kanten- uit moet gaan en allen in zich opnemen: be grijpen dat je niet één bepaalde persoon voor je kunt opeischen en zeggen: nu mag je van niemand anders meer houden. Vind het niet „wel aardig" als ge merkt dat het kind jaloersch is, omdat het een be wijs is van genegenheid. Het zal al heel gauw onaangenaam worden en voor het kind zelf is het één ellende. BEP OTTEN, -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 8