STOOMEN
DE VROUW IN DE XXe EEUW.
I VERVEN
STOPPAGE
iOTTGERING_
KEUKENGEHEIMEN.
DONDERDAG 14 FEBRUARI 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
10
Leuke costuumpjes.
Hier volgen weer een paar aardige ideeën
voor de carnavalsdagen:
Nr. 1: bijzonder mooi Pierrotcostuum van witte
zijde met zwarte pompoens. De wijde panta>
Ion heeft een breede rand volants.
Nr. 2 Mexicaansche danseres: pantalon, hoed
en armkappen van bedrukte zijde; zwart flu-
weelen keursje.
Nr. 3: tamboer. Rijbroek en jasje van
hemelsblauwe zijde: donkerblauwe strik, don
kerblauw jagershoedje met zilveren rand en
veer. zilveren handschoenkappen. Vergeet de
trommel niet!
Wij geven slechts de iedeeën; iedereen kan
die echter naar haar persoonlijke smaak ver
anderen.
De knippatronen van deze costuums zijn tegen
de prijs van 38 ets. per stuk te verkrijgen
Voor verdere bijzonderheden zie onder „Ons
wekelijksch knippatroon".
OM ZELF TE MAKEN.
GEHAAKT KINDERLIJFJE.
Vele moeders geven hun kinderen in den
winter de warme zelfgebreide lijfjes aan;
maar het breien van deze kleedingstukken
eischt toch altijd nog vrij veel tijd. We la
ten daarom hier de beschrijving volgen, hoe
deze lijfjes te haken zijn. Haken gaat toch
altijd nog vlugger dan breien.
We beginnen aan den rug. De breedte van
Handwerken voor afleiding.
„Wat een klungelwerkje", zegt de jonge
man tegen zijn zuster die in een gemakkelijke
stoel gedoken aan een breiwerkje bezig is. „Je
kunt die blouses of truitjes, of hoe jullie zulke
dingen noemen, net zoo aardig koopen. en
dan verpruts je er je tijd tenminste niet op".
„Je weet er weer niets van", zegt het meisje
tegen dezen man-in-spé, „het is juist echt
leuk. om zoo'n werkje te doen waarbij je niet
veel hoeft te denken, dat gauw gaat boven
dien. en dat je dan nog zelf kunt dragen
ook".
De waarde van handwerken voor ons vrou
wen wordt niet alleen door jonge mannen
onderschat, vaak ook door oudere, en door
veel vrouwen zelf. Het leven is te kort, en de
tijd daardoor te kostbaar, zeggen deze, om
uren van ontspanning te vullen met een knut
selwerkje waaraan niemand behoefte heeft.
Lees dan liever een goed boek, of verdiep je
in de krant, waarin veel te lezen staat, wat
voor ons vrouwen van het grootste belang
Dat is alles waar. en ik zal de laatste zijn
om niet met nadruk bij de vrouwen aan te
dringen op de noodzaak om goed de krant
te lezen en in de literatuur vooral bij te blij
ven, want een vrouw die dit niet bijhoudt, al
is het dan ook in enkele verloren oogenblik-
ken, komt buiten de sfeer van het wereldge
beuren te staan en dat is een groote tekort
koming.
Maar iedere vrouw die veel aan haar hoofd
heeft, of ze nu een druk gezin heeft, of dat
zij buitenshuis haar werkkring zoeken moet,
of hoe haar leven dan ook is ingericht, zij
heeft behoefte aan rustige oogenblikkem en
wanneer zij die behoefte niet voelt, zal het
werken haar vrij zeker op een oogen'olik te
machtig worden.
Voor zulke ernstige oogenblikken zijn nu die
zoogenaamde klungelwerkjes een heerlijke af
leiding. Het begint al met de bekoring van het.
nieuwe, het bedenken van het werkje, het uit
zoeken van materiaal, het vergelijken van
kleuren, allemaal dingen die door de meeste
vrouwen graag worden gedaan. Daarna
volgt het werk. dat een zeker doel beoogt,
dat langzamerhand steeds naderbij komt;
bovendien zijn de handen niet stil, wat voor
menige actieve persoonlijkheid ook van belang
is, en tenslotte kunnen de gedachten rustii
van het werkje afdwalen, zonder dat dit
eenige schade aan het werk veroorzaakt
Nu wil ik hiermee niet beweren, dat groote
problemen onder het doen van een hand
werkje kunnen worden opgelost, integendeel
daarvoor is de geest te passief en is ook het
lichaam niet gespannen genoeg. Dat alles
eischt concentratie en spanning, die onder
het doen van een handwerkje niet aanwezig-
zijn.
Maar ook onbelangrijke problemen in het
werk vragen om,een oplossing, of het nu de
opvoeding der jeugd, de huishouding of het
kantoorwerk betreft, en die kunnen in zoo'n
ernstig handwerk-half-uurtje heerlijk over
dacht worden, Of een nabetrachting over een
belangrijken dag. die achter den rug is, kan in
zoo'n kalm oogenblik gehouden worden.
Wanneer u een vrouw rustig ziet hand
werken, kun u er bovendien vrij zeker van
zijn, dat haar gedachten niet tobberig zijn,
dat zij geen sombere overpeinzingen heeft.
Tobberijen vragen immers om een oplossing,
en dat eischt weer meer activiteit dan een
handwerk-uurtje kan geven: dan wordt het
handwerk niet aangekeken.
Nu zijn er natuurlijk vrouwen, wie een
handwerkje niet ligt. zij vinden het vervelend,
zij kunnen het dan ook meestal niet goed. en"
hebben er dientengevolge totaal geen belang
stelling voor; anderen zitten te jagen om het
vooral maar klaar te hebben, zij rusten niet
voordat het af is. en hebben daardoor ook
geen profijt van den tijd die het werkje kos
ten moet, omdat zij zich veel te veel laten
opjagen. En weer anderen vervallen in het
tegenovergestelde door niet het handwerk als
middel voor een rustig uurtje te ge-
het werk is de lengte van het lijfje. Voor een
kind van vijf jaar heeft men ongeveer 100
gram wol noodig.
We beginnen een rij kettingsteken te
maken, die een lengte heeft van 24 c.M.
Hierop haken we op een hoogte van 2 1/2
c.M. eenige rijen vasten. Dan gaat men met
stokjes werken. Men begint met 3 ketting-
steken te maken, dan een stokje in een heele
steek, een kettingsteek, een ruimte van een
steek openlaten, een stokje, enz. Dit doet
men 7 1/2 c.M. lang. Dan begint men de min-
deirng voor het armsgat.
Het schema geeft duidelijk het aantal cen
timeters aan, de smalle biezen geven aan,
waar met vasten en de breede, waar met
stokjes gewerkt moet worden. Vergeet vooral
niet, de knoopsgaten te maken op den rug.
Op de smalle biezen naait men de knoo-
pen, waaraan de jarretells geknoopt worden.
Langs denbovenkant haakt men tenslotte
nog een paar rijen vasten, om de armsgat-
openingen en den bovenkant wat meer ste
vigheid te geven.
Van vasten worden ook de schouderband
jes gehaakt, eveneens met een knoopsgat op
het einde. Deze schouderbandjes hebben een
lengte van ongeveer 20 c.M. en zijn 2 c.M.
breed. Langs deze schouderbandjes haakt
men terwille van de stevigheid toch nog twee
rijen vasten.
Men naait ze in den rug vast en sluit ze
van voren met een knoop. Het lijfje wordt in
den rug gesloten met 6 knoopen.
Dit onderlijfje, dat even warm zit als een
gebreid, heeft het voordeel, dat het veel
vlugger gemaakt is.
MARIAN B.
bruiken, maar door het als doel te stellen, en
en zoo van het eene handwerk op het andere
over te gaan, en voor al het overige maar een
zeer geringe belangstelling te koesteren en
naar evenredigheid een zeer geringen tijd
over te hebben. In dit laatste geval wordt
handwerken inderdaad „klungelen", in de
twee andere zal de vrouw andere oogenblik
ken van ontspanning, van geheel tot zichzelf
komen, moeten zoeken. Dat een oudere vrouw
dit soms doet door het veelgesmade „rusten"
na de koffie, is vaak niet zoo onbegrijpelijk:
zij slaapt niet in dien tijd. zij leest niet, maar
zij gebruikt dat nuttige om in geheele ont
spanning tot zichzelf te komen. Zoo kan
ieder dat naar aard en aanleg zelf het beste
bepalen.
Dat dit alles echter van groot belang kan
zijn zoowel voor de lichamelijke als de gees
telijke gezondheid, is toch wel zeker.
E. E. J.—P.
Brieven van de Hei.
ONS WEKELIJKSCH
KNIPFATROON.
Ditmaal bepalen we ons weer eens tot het
ondergoed. Mooi ondergoed is een hobby
van iedere vrouw en velen geven er de voor
keur aan, het zelf te maken.
No. 525 onderjurk van batist, crêpe de
chine of satijn. Eenvoudig prettig model. De
rok heeft een plooi van voren, waardoor de
noodige bewegingsruimte verkregen wordt.
Benoodigd materiaal: 3 meter van 90 centi
meter breedte. Prijs van het patroon: 38 ets.
per stuk.
Nr. 526: kapm-.w,-eitje of bedjakje van
batist met kant afgezet. Leuk recht model
letje. Benoodigd materiaal: 1.50 Meter van
cM. breed en 2 M. kant. Prijs van het pa.
troon: 38 ets. per stuk.
De patronen zijn in alle maten te verkrij
gen tegen de bovenvermelde prijzen bij de
..Afdeeling Knippatronen" van de Uitgevers
maatschappij „De Mijlpaal", postbox 175 te
Amsterdam.
Toezending zal geschieden na ontvangst
van het bedrag dat kan worden overgemaakt
per postwissel, in postzegels, of wel per post
giro 41632.
Den lezeressen worden vriendelijk verzocht
bij bestelling duidelijk het nummer van het
gewenschte patroon, benevens de verlangde
maat, d.w.z. boven-, taille-, heupwijdte enz.
op te geven. Gelieve verder naam en adres
goed te vermelden; men voorkomt daardoor
onnoodige vertraging in de opsturing.
Politie.
,Rèng" zei de bel. Het was erg gek, want het
was Donderdagmiddag; dus kwam de kruide
nier niet, en was 't ook de vacantiedag van de
groenteman. En alle overige bestellingen ko
men 's morgens. Ik vergat mijn schortje af te
doen (Gelukkig mijn blauw-met-witte ruitje,
dat staat reuze aardig!) En ik deed dus open.
Er stond een „groote politie" op de stoep. Ik
zeg maar „politie", want dat beteekent: „man
met uniform, blinkende knoopen, sabel en
pistool, die geen soldaat is". En dan kan hij
verder agent, veldwachter, inspecteur, of wat
ook zijn. Ik heb niet zoo veel kijk op die din-
jen ziet u.
Enfin, ik schrok dan erg van de politie, niet
zoozeer omdat ik een paar dagen geleden een
paar uitbottende takken had geplukt, en één
keer over een hek was geklommen, maar meer
omdat ik dacht dat Hein uit den trein gevallen
was. Ik zag er vermoedelijk erg onthikt uit,
want de politie klopte me geruststellend op
mijn schouder, en vroeg of Hein hier in het
Heihuis woonde. Erg gerustgesteld was ik nog
niet, en dus zei ik heel timide „Ja meneer".
Toen zei de politie „zoo zoo, en jij? Je bent
toch geen dochtertje van hem?"
Toen moest ik lachen, en zei dat ik Nel was,
en dat ik met Hein was getrouwd, en toen zei
de politie dadelijk „mevrouw", en ook dat het
hem speet dat hij dat niet dadelijk gedacht
had. Maar leeftijden schatten vond hij erg
moeilijk. Hij zei ook dat iedereen van hem ook
altijd dacht dat hij veel jonger was. En dat ik
maar eens moest raden hoe oud hij was.
En dus zei ik: „Veertig" want het leek me
een reuze mooie leeftijd voor een politieman.
Maar 't was erg jammer want hij was pas
vijfendertig!
Toen stokte het gesprek even, en deed ik
gauw mijn schortje af, want ik geloof dat hij
daarom niet zag dat ik Nel was.
De politie zei toen dat hij rijksveldwachter
was, en dat hij gehoord had dat het Heihuis
weer bewoond was. En daarom kwam hij eens
kijken. Hij ging altijd overal eens kijken, met
't oog op de uitgestrektheid van zijn rayon, en
voor 't geval er eens iets gebeurde. Want hij
had een groote taak hier. Maar de menschen
maakten het hem hier wel gemakkelijk. De
streek staat gunstig bekend, en dikwijls staat
de koffie al te wachten, als hij langs komt.
Dat was natuurlijk een tip, dacht ik, en toen
gaf ik hem een sigaar. (Met een zilver bandje.
Dat zijn de lekkerste zegt Hein, en ik vond
dezen man erg aardig.) We bleven nog wel een
half uur praten, en toen ging de veldwachter
weer weg.
Maar den volgenden dag kwam hij al 's mor
gens om kwart over elf langs. Want hij wilde
ons er aan herinneren, dat wij het verhuisbil-
jet moesten inleveren. Dat was al lang gebeurd,
maar ik vond het toch erg aardig van hem,
om er aan te denken. Toen heb ik hem een
kopje koffie gegeven. Het was weliswaar 't
allerlaatste uit de pot, maar met een beetje
water er bij gesmokkeld, ging het nog net.
Maar de veldwachter houdt blijkbaar meer
van sterke koffie.Want den dag daarop kwam
hij om tien minuten vóór half elf! Hij zei dat
Hein's auto-rijbewijs nu veranderd moest wor
den. Maar dat ging niet op, want we hebben
heelemaal geen auto. En ik deed ook alsof -ik
heelemaal geen koffie had. En ik was ook een
beetje kort-aangebonden. En nu is hij er al
vijf dagen lang niet geweest!
H. V. D. S.
zamerhand bij. Snijd resten van kalfsvleesch,
wild of visch in langwerpige, puntvormige
figuren, dompel deze in het deeg en bak ze in
heet frituurvet lichtbruin. Laat ze op grauw
papier uitdruipen; geef ze als tusschengerecht.
Bitterkoekjescake: 2 ons bloem, 11/2 ons
boter. 112 ons suiker, 3 eieren, 1 theelepeltje
bakpoeder, ongeveer 8 bitterkoekjes, wat rum
of wat water. Besprenkel een uur voor het bak
ken de bitterkoekjes met wat rum of water.
Roer, voor de cake, de boter met de suiker
schuimig, voeg een voor een de eieren bij en
daarna de gezeefde bloem met het bakpoeder.
Blijf nog even roeren tot het beslag mooi luch
tig is. Doe de helft van het beslag in een met
boter ingesmeerde vorm. leg daarop de ge
weekte bitterkoekjes en vervolgens de rest van
het beslag. Bak de cake in een matig warme
oven gedurende een uur gaar.
C. F.
W CR. HOUTSTRAAT 5a
(Adv. Ingez. Med.)
TELEF.
10771
PapegaaietongenResten van kalfsvleesch,
wild of visch. Voor het deeg; 1 ei, 30 gram
boter. 40 gram bloem, 1/2 deciliter melk, 1/2
eetlepel peterselie, wat zout en nootmuscaat.
Een diep ijzeren pannetje met frituurvet.
Roer de boter tot room. voeg er het ei, het
gezeefde meel, de melk en de kruiden lang-
Het aantal der jonge vrouwen, die Zater
dag 19 en Zondag 20 Januari j.l. in het Broe
derschapshuis te Bilthoven bijeenkwamen om
te overleggen, of en hoe de jongere generatie
het werk van de oudere zou kunnen voortzet
ten, overtrof alle verwachting. Ruim tachtig
jonge meisjes en gehuwde vrouwen tusschen
ae 20 en 40 hadden gehoor gegeven aan de
roepstem van het voorbereidend comité (dat
was gevormd na de vergadering over vrou
wenarbeid te Amersfoort in October j.l. ge
houden) en het meerendeel van haar stekle
zich aan het slot van de conferentie beschik
baar, om, naar krachten mede te werken aan
de actie tot behoud van het cultuurbezit, dat
door de voorgangsters met zooveel geestdrift
werd veroverd. Er waren vrouwelijke studen
ten, vrouwen die reeds een beroep uitoefen
den en ook tot werkloosheid gedoemden,
voornamelijk vrouwen uit de intellectueele
wereld, en op een enkele na. waren allen
overtuigd van de beteekenis van de vrije
ontplooiing der vrouw, overeenkomstig haar
individueelen aanleg, in het belang van haar
zelve, het gezin en de gemeenschap.
Nieuwe argumenten hebben we niet ge
hoord. Het zou moeilijk zijn ze te vinden. Er
mochten nuanceeringen zijn in opvatting
tusschen haar, die vrijheid van arbeid dei-
gehuwde vrouw slechts zien als een deel van
het zelfbeschikkingsrecht der vrouw waar
aan niet getornd mag worden en haar, die
dezen arbeid wenschelijk achten, evenals
tusschen haar, die ev. in tijdelijke crisis
maatregelen ten opzichte van de vrouw zou
den kunnen berusten en haar, die in alle
maatregelen tegen de vrouw een gecamou
fleerde principieele terugdringing van de
arbeidster vermoeden, over het algemeen
stonden de bezoeksters van de bijeenkomst
in beginsel veel minder ver van elkaar, dan
wij durfden vermoeden, toen we de geïmpro
viseerde jeugdconferentie in den vroegen
morgen te Amersfoort bijwoonden.
Natuurlijk was er ook eenig verschil van
meening over de methoden, volgens welke
men tenslotte de grijze, onverschillige mid
denmassa denkt te bereiken we hoorden
weer eens de idee van een vrouwenpartij op
en verwerpen maar ten slotte vereenigde
men zich gemakkelijk met de voorloopige
plannen, welke door de dames Tendeloo en
Het overdragen van de fakkel.
Adriaanse, beiden voorbereidsters van de
conferentie, werden uitgestippeld, en die be
wezen, dat we uit het terrein van de vaagheid
zullen komen in dat van het practisch wer
ken. En dan is het voor de ouderen aange
naam te weten, dat zij niet door de jeugd
als onbruikbaar overboord worden geworpen,
dat deze. nieuwe wegen zoekend, toch wil
samenwerken met de bestaande vereeniging,
profiteeren van de gezonde kern der organi
satie, welke zij nieuw leven kan inblazen
door haar frissche denkbeelden, stoere werk
kracht en koenen durf. Want al is nog niet
uitgemaakt, of het minderwaardigheidsge
voel der vrouw geheel overwonnen is, de be
tere geschooldheid, dank zij de opleiding
door de jeugd genoten, haar kameraadschap
pelijke omgang met het andere geslacht, de
sport etc., hebben haar toch meer zelfver
trouwen geschonken dan haar moeders be
zaten en zoo kunnen zij zich met meer ze
kerheid bewegen in het openbare leven, met
ruimer blik en minder gebonden aan tradi-
tiën de plaats zoeken, welke de vrouw be
hoort in te nemen in gezin en maatschappij,
in het belang van de cultuur en de mensch-
heid. In de verschillende inleidingen, welke
lofwaardig kort waren, zoodat we ditmaal op
tijd klaar waren stond n.l. altijd weer op
den voorgrond het geven der vrouw aan de
gemeenschap, haar plichten, haar „moeder-
taak in grooten stijl", zooals Joh. Naber het
eens noemde, haar verfijnenden en bescha-
venden invloed op de zeden, in werkplaats,
kantoor en laboratorium, ja zelfs op de ge
mengde- en daardoor weer op de heeren
diners.
Het is niet doenbaar alle inleidingen hier
te resumeeren en dit behoeft niet; het nieu
we was, dat de jeugd hier optrad met de
zelfde argumenten als de ouderen, langs ver
schillenden weg tot dezelfde conclusies geko
men! Dit gold zoowel van de inleidingen van
mej. Adriaanse, (die de vorige generatie die
van de rechten en deze die van de plichten
noemde, niet gemakkelijk te vervullen, maar
onmisbaar om de wereld vooruit te helpen)
als van die van mej. mr. Tendeloo, die de
niet-materieele waarden van arbeid en vrije
ontwikkeling voor de vrouw toelichtte en
daarbij wees op het belang van den geeste
lijken groei der vrouw (tot een wezen met
dieper inzicht, op hooger plan staand) voor
de gemeenschap en die van mej. de Jong, die
den beschavenden invloed der vrouw schetste.
Mevr. Polak Rosenberg, de eenige oudere,
had veel succes met haar rede over vrijheid
van arbeid voor de gehuwde vrouw, maar
kon natuurlijk evenmin een oorspronkelijke
gedachte geven. De eenige, die wel een nieu
wen klank deed hooren, was misschien mevr.
Dr. Posthumus-van der Goot, die zeer helder
het moeilijke onderwerp: Loon naar behoef
te of naar prestatie behandelde en daarbij
vooral voor de toekomst verwachting koester
de van den grooten invloed der vrouw als
consumente, juist omdat er een tijd schijnt
gekomen, waarin de productie meer rekening
zal moeten houden met de eischen der con
sumptie.
Dat de jeugd kan organiseeren heeft zij be
wezen door deze door haar voorbereide con
ferentie (waarbij het huishoudelijke gedeelte
zoo goed was verzorgd door mej. mr. M. Sebus
uit de Bilt, die zich bescheiden op den ach
tergrond hield), welke zeer geslaagd is en
mag worden beschouwd als het begin van een
nieuwe strooming onder het geslacht, dat
eerlijk erkent, dat het niets wist van de vrou
wenbeweging en de verkregen rechten heeft
aanvaard als natuurlijk haar toekomend,
maar nu het deze bedreigd ziet, begint te
beseffen, dat de oude plaats achter de horre
tjes voor haar geen bekoring heeft.
Voorloopig is er een klein werkcomité ge
vormd uit deze vergadering, waarin voor het
meerendeel de dames zitting hebben, die deze
conferentie hebben georganiseerd. Men zal
beproeven propaganda te maken over het ge
heele land. en in tusschen reeds onmiddellijk
hulp verleenen aan het comité van actie, dat
onlangs te Utrecht werd samengesteld op de
bijeenkomst voor vrouwenarbeid uitgaande
van een aantal vrouwenverenigingen, en dat
van 17-23 Maart bij een bezoek van de „Busi
ness and Professional women" over het ge
heele land demonstratievergaderingen zal la
ten houden.
De Vereeniging voor Vrouwenbelangen en
Gelijk Staatsburgerschap, welker presidente,
mej. E. Piepers de bijeenkomst opende en
sloot en welks jongste H. B. lid mevr. Hui-
zinga de vergaderingen leidde, kan met vol
doening constateeren, dat haar initiatief
van Amersfoort niet vergeefsch is geweest. De
fakkel kan in de toekomst worden overge
dragen. Er is weer een jonge generatie ont
waakt tot het besef van wat er voor de
vrouwen en voor de gemeenschap op het spel
staat, als men de fakkel laat dooven.
EMMY J. B.
Als moeder dé
kat op schoot neemt
en streelt is de hond;
jaloersch. Moeder
vindt dat aardig. Het
ls immers een bewijs
hoe de hond aan
haar gehecht is, hoe
hij van haar houdt.
Maar als moeder
baby op schoot heeft,
ls de hond ook ja-
loersch. Daar is moe
der minder op gesteld!
je weet hooit waar
toe zoo'n jaloersch!
beest in staat is; zij
durft hem niet met
baby alleen te laten.
Zoo gaat het dik
wijls. We zijn eerst
gevleid als iemand
om ons op anderen
jaloersch is, het is
een uiting van liefde, van vriendschap. Maar
na niet al te langen tijd wordt het lastig. En
al is het dan een uiting van liefde, toch niet
de meest verhevene. Het is de egoïstische kant
van de liefde, het alles voor zich eischen.
De meesten van ons hebben zeker de film „Dé
bewaarschool" gezien. Op de bewaarschool is
de kleine Marie, een eenzaam kind, dat zich
hecht aan de helpster Rose. Rose houdt van
Marie, maar er zijn meer kinderen op de be
waarschool, die behoefte hebben aan liefde eri
teederheid. Marie kan dat niet verdragen. „Jij
kust iedereen", verwijt ze Rose. En als in Rose's
leven de andere liefde komt. de liefde voor den
inspecteerenden geneesheer van de bewaar
school. dan wordt Marie ongelukkig, verteerd
van afgunst.
Een ellende, die jaloezie. Het is: niets gun
nen juist aan hen die je het liefst zijn. Alles
wat ze krijgen, moet van jou komen, iets an
ders mogen ze niet accepteeren.
Kinderen kunnen hevig lijden onder hun
jaloezie. De kleine Marie uit „de Bewaarschool"
die er den sprong voor in het water doet,
is gelukkig een uitzondering. Maar hoeveel
kinderen voelen zich niet verwaarloosd of
achtergesteld. Ze hunkeren naar liefde, ze
krijgen niet genoeg en worden jaloersch op
anderen die volgens hen meer krijgen..
Een jaloezie die dikwijls voorkomt is die van
het oudere kind voor het kleine broertje of
zusje. Het kind dat altijd nummer één was,
ziet nu de zorg van moeder in de eerste plaats
uitgaan naar het kleinste kind, ziet vader
zijn aandacht verdeelen. Het krijgt niet meer
wat het vroeger kreeg, het voelt een gemis,
zoekt de oorzaak er van en de jaloezie op het
broertje of zusje is er. Vader en moeder moe
ten alleen voor hem zijn. ze mogen hun liefde
niet verdeelen.
Een jaloersch mensch is een ongelukkig
mensch. U kent ze wel. de jaloersche typen.
De nijdigheid kijkt hen de oogen uit en ze
ontvangen hoe langer hoe minder liefde om
dat ze zelf het tegendeel van liefde uitstra
len. Jaloersche menschen zijn meestal die naar
liefde verlangen en juist door hun jaloezie
steeds meer liefde verliezen.
Een jaloersch kind is een ongelukkig kind.
En vader en moeder dienen hun best te doen
het kind zoo gauw mogelijk van deze kwaal
te genezen. De beste manier daartoe lijkt me
het oudere kind steeds te laten deelen in de
liefde voor het jongere. Helpt moeder broertje,
dan roept ze het oudere zusje er bij, samen
praten ze over en tegen 't kleine kind, moeder
laat het 't zusje liefkoozen. Ook vader betrekt
de kinderen gelijktijdig in zijn aandacht.
Het oudere kind voelt zich dan niet alleen
en verwaarloosd. En misschien gaat het ook
iets begrijpen van liefde die naar alle kanten-
uit moet gaan en allen in zich opnemen: be
grijpen dat je niet één bepaalde persoon voor
je kunt opeischen en zeggen: nu mag je van
niemand anders meer houden.
Vind het niet „wel aardig" als ge merkt
dat het kind jaloersch is, omdat het een be
wijs is van genegenheid. Het zal al heel gauw
onaangenaam worden en voor het kind zelf
is het één ellende.
BEP OTTEN, -