ZATERDAG 16 FEBRUARI 1935 l/tut UwnbtcuidtpUiH. naac £eicUtkeplei*i. Een stad is een ding met een wonderlijk eigen leven, en dat eigen leven kan even grillig, even inconsequent, even onberekenbaar zijn als het leven van de menschen zelf, die meestal plegen te denken dat zij hun eischen, hun wenschen, hun aspiraties zelf kunnen bepalen en aan banden leggen, en dan slechts aan de touwtjes behoeven te trekken om de zaak te doen marcheeren. zoo als ze het willen. In den grond is misschien het raadsel van het leven van een stad tot hetzelfde beginsel terug te brengen, wan: eigenlijk zijn het ook daar de menschen. die denken, dat ze dat zouden kunnen beheer- schen en in de banen leiden, die zij goed oor- ceelen. Helaas! Ze komen maar al te vaak be drogen uit: de stad neemt hen in het ootje, lacht om al hun berekeningen, om al hun voorzorgsmaatregelen, om al hun plannen en bedoelingen; ze gaat haar eigen gang, stelt op een gegeven oogenblik den menschen voor een voldongen feit, en zij hebben nog alleen maar uit te maken of ze het aanvaarden willen of niet. Doen ze het wel, dan klopt de stad hen zoo'n beetje op de schouder en zegt vaderlijk: „Braaf kind! Zoo is het heusch het verstan digste!" En verzetten ze zich en blijven zc dwars, dan klopt de stad hen even gemoe delijk op den schouder en zegt vriendelijk: „Nu, dan moet je het laten. Maar je dupeert je zelf er het meeste mee!" Een dergelijk proces is op het oogenblik in Amsterdam, misschien wel de meest levende stad, die we in Nederland hebben, gaande; het verkeert zelfs al in vrij vergevorderden staat, en hoewel vele Amsterdammers, vooral die van den ouden stempel, er zich met hand en tand tegen trachten te verzetten, hebben ze tot nu toe nog geen enkel resultaat be reikt. Integendeel, het gaat met steeds snel lere schreden voort; het zal niet lang meer duren of het zal zich vrijwel geheel voltrok ken hebben, en dan zal heel weerbarstig Am- sterdam-van-den-ouden-stempel voor de keus worden gesteld tusschen „take it" ot „leave it", en of ze het nemen of niet nemen, het zal een voldongen feit zijn, dat niet meer het Rembrandtplein en omgeving het ver maakscentrum van Amsterdam zal zijn, maar het Leidschepleïn. Alles wijst er op, dat dit niet eens zoo heel lang meer zal duren; daar na zal misschien het Rembrandtplein nog zoo'n beetje voortteren op zijn vroegere glorie, maar het Leidscheplein zal „het" zijn. De Amsterdammer, die zich eens een avond wil amuseeren zal niet als vanzelf de omge ving van het Rembrandtplein opzoeken, en weten, dat, als hij daar maar eenmaal is, de rest zichzelf verder wel uitwijzen zal: hij zal er voor een café kennissen ontdekken, of kennissen zullen er hem ontdekken; ont dekt hij er bij uitzondering eens geen of wordt hij niet ontdekt, dat is dat geen be zwaar en kan hij er binnen vijf minuten des noods de hartelijkste vriendschap van zijn leven gesloten hebben. Hij kan er ook een keus maken uit de diverse bioscopen, die op op het Rembrandtplein of in zijn omgeving liggen; en vroeger kon hij er ook een keus maken uit de verschillende schouwburgen, met wier verdwijnen eigenlijk het tanen van de glorie van het Rembrandtplein is bégon- nen. Theater Noggerath was het eerste, dat al jaren geleden zijn deuren als schouwburg sluiten moest en ze weer opende als bioscoop. Toen „Flora" door brand verwoest werd. maakte dat een definitief einde aan het be staan van één van de populairste en fleurigste variété's en schouwburgen, die Amsterdam gekend heeft. Toen ook het Paleis van Volks vlijt van het tooneel verdween was dat een slag te meer voor het Rembrandtplein de Utrechtsche straat was éen van de meest geliefkoosde straten van den Amsterdammer, en hij wipte na de voorstelling maar al te graag even over om op het Rembrandtplein zijn geslaagden avond nog een beetje voort •te zetten en hem desnoods nog geslaagder te maken. Enkele jaren geleden sloot „Mille Colonnes" zijn deuren en ieder rechtgeaard Amsterdammer schudde het hoofd, toen dat gebeurde en voorspelde het Rembrandtplein sombere dingen. En hij heeft het niet mis ge had; pas geleden konden alweer twee be kende Rembrandtplein-café's het niet lan ger volhouden en moesten zich terugtrekken uit den steeds moeilijker wordenden strijd om het bestaan: „Chez Gaston" en ,,'t Wijnvat", dat knusse cafétje naast het Rembrandt- theater zijn nu 's avonds donkere plekken in de helverlichte krans van café's om het plein. Naar verluidt zullen al heel spoedig, mis schien zelfs al in Februari, twee anderen hun voorbeeld volgen En het is natuurlijk nooit met zekerheid te zeggen, maar dat zal dan wel ongeveer het einde van het Rembrandt plein zijn. Het zal wel niet plotseling heele- maal uit zijn, en misschien nog jaren blij ven traineeren; maar het is zelfs nu al zoo ver, dat de Amsterdammer met een mis prijzend gebaar tegen zijn achterlijken vriend zegt: „Ach wat! Je moet niet meer naar het Rembrandtplein gaan! Dat is niets meer gedaan. Het Leidscheplein, dat wordt aardig!" Hoe lang zal het nog duren voor Baedeker en de reisgidsen het ook con- stateeren. en misschien aan het Rembrandt plein nog een kleine noot zullen wijden om zijn glorieus verleden, maar vermaakzoeken- de vreemdelingen zonder aarzeling verwijzen naar het Leidscheplein? Arm Rembrandt plein! Het grillige leven heeft over je beslist, ten doode ben je opgeschreven en straks ben je nog maar een reliquie, waar niet eens ve len meer naar zullen omkijken! De één zijn dood is nu eenmaal de ander zijn brood, en de vlucht, die het Leidsche plein in het laatste jaar als vermaakscentrum heeft genomen, is werkelijk verbazingwek kend. Hoe lang is het nog maar geleden, dat het „Lido" er geopend werd. welks naam met zoo'n heerlijk arrogant gebaar werd overge nomen van het beroemde Lido in Venetië, als of Amsterdam daarmee wilde demonstreer en dat het Venetië van het Noorden in geen en kel opzicht wilde onderdoen voor het Vene tië van het Zuiden? Ongeveer in dienzelfden tijd verrees het Leidscheplein-theater, inge wijd door dien kosteüjken Amsterdammer Louis Davids en tot nu toe met veel succes en in waardigen trant voortgezet door zijn verschillende opvolgers. Americain vroeger fmet Trianon, dat kortgeleden gesloten is) de voornaamste attractie van het Leidscheplein, voer er wel bij: hun terrassen zaten van den zomer dag in. dag uit tot laat in den avond vol, en de concurrentie van „Lido", van „Stadt-Schanke" ook al een nieuwe aan winst van het Leidscheplein deden geen kwaad integendeel, ze profiteerden mee van de plotseling ontstane trek naar het Leidscheplein. De Stadsschouwburg, die sinds jaren geen goed meer doen kon bij de Am sterdammers. heeft den weg naar hun hart weer teruggevonden de Amsterdammer gaat weer, veel meer dan enkele jaren gele den. naar den schouwburg op het Leidsche plein, en de première-avonden beginner weer, als eertijds, het cachet van gala-avon den te krijgen, waar vandaan men niet wel weg kan blijven zonder zich te blameeren. Een bioscoop ontbrak tot nu toe in de om geving van het Leidscheplein, maar daarin zal binnenkort ook worden voorzien: de plan nen voor den bouw van een bioscoop in de onmiddellijke omgeving, in het Kleine Gart- manplantsoen, verkeeren in vergevorderden staat. Le roi est mort, vive le roi! Het Rem brandtplein is stervende, leve het Leidsche plein! Zoo gaat het nu eenmaal, en voor wie het meemaakt is zoo iets een merkwaard!; proces, dat op wonderlijke en boeiende wijze het leven van een groote vitale stad demon streert. WILLY VAN DER TAK. Lachenalia, een plant die men te weinig ziet Laenenalia oftewel Kaapsche Hyacinth is een bolgewasje uit Zuid-Afrika, dat we nog veel te weinig zien. De kleine bolletjes wor den in het najaar geplant, tegelijk met onze crocussen en het andere in het voorjaar bloeiende goed. Willen we werkelijk aan de plant hebben wat we kunnen, dan houden we Lachenalia als potplant en zetten in een pot van een goede decimeter middellijn vijf bolletjes in een mengsel van ouden verteer den graszodengrond, bladaarde. scherp zand. wat kalkpuin en fijngewreven koemest Dan gaat het heele zaakje in den kouden bak. De naam zegt al. dat de Kaapsche Hyacinth uit de Kaap afkomstig is en heelemaal buiten zouden we de bollen dan ook niet goed kun nen houden. Maar een ideaal potplant is het. deze Lachenalia met de lange, effen groene of bruin-gemarmerde bladeren, de twee de- cimeter-hooge bloemstengels en daaraan de hangende, lange buisvormige bloempjes in rood en geel, rood-geel-groen, donkergeel en oranjerood in verschillende schakeeringen. Echt iets bijzonders ,en al kent men op z'n hoogst nog wel Lachenalia pendula. die een enkelen keer wel eens in een bloemwinkel staat, er zijn nog heel wat andere ook. L. pendula heeft effen groen blad en roode bloemen met een groen randje: dan is er nog tricolor met gevlekt blad en rood met gele bloemen, groen afgebiesd: drie-kleurig dus. zooals de naam al aangeeft; vier-kleurig be staat ook. dat is quadricolor met eveneens gevlekt blad en bloemen die oranje en geel zijn met een rood bovenstuk en een purperen randje, en tenslotte is aurea donker goud geel. Dat zijn de vier bekendste wilde soorten en een heele reeks hybriden (kruisingspro ducten) is daaruit voortgekomen. Dat komt doordat Lachenalia zoo overvloedig zaad op levert. Al die hybriden te gaan opnoemen zou doelloos zijn. maar er zijn allerlei mooie kleurcombinaties in geel en bruin, rood. oranje, purper en groen mogelijk. Wanneer we den pot met Lachenalia-bol- letjes in den kouden bak hebben ingegra ven, dan laten we hem daar totdat de bloem stengels zich gevormd hebben; dat is in het vroege voorjaar, "s Winters geven we maar weinig water, en nooit op het blad. Zijn de bloemstengels eenmaal gevormd en de knop pen zichtbaar geworden, dan kunnen we den pot binnenhalen en den bloei afwachten in een lichte koele serre of kamer. Natuurlijk kunnen we. inplaats van den kouden bak, ook een koel succulentenkasje als winterver blijf gebruiken; maar dat heeft niet ieder een en een koude bak is iets. dat ai heel wat liefhebbers er tegenwoordig op na houden. Tegen en tijdens den bloei heeft de plant veel water noodig. Het is iets bijzonders, zoo'n pot bloeiende Lachenalia. een rijk ge zicht. En weer eens iets heel anders om weg te schenken ook. dan het gebruikelijke voor jaarsgoedje. Na den bloei gaan we door met water ge ven totdat de bladeren beginnen te verwel ken; dan zetten we den pot met bollen en al in den bak op een droog en zonnig plekje, gewoon boven op den grond. De zon stooft dan de bollen door en door en ze rijpen af, zooals de vakterm luidt, Dat zijn ze aan de Kaap ook zoo gewend. We kunnen ze dan be waren tot het najaar en er dan weer op nieuw mee beginnen. Dus geen plant voor iedereen, maar wel voor heel velen. Wie een kouden bak bezit moet het zeker eens met Lachenalia probee- ren. De cultuur is eenvoudig en in het voor jaar maken de goed rechtopstaande bloem stengels vol heldergekleurde bengelende buisbloemen uw heele interieur mooi. L. S. Filmroem is broos en zeven jaar in de film wereld beteekent opzichzelf al een buitenge woon lange tijd. Als dan die zeven jaar bo vendien nog liggen tusschen 1928. toen de sprekende film nog maar pas geboren was. en 1935. nu de geluidsfilm ae wereld veroverd heeft, dan beteekenen ze een kloof, die twee geheel verschillende perioden scheidt. Een aardige blik krijgt men hier op, als men de sterren van toen eens vergelijkt met die van heden. De stemming in de Amerikaan- sche bioscopen over 1928, om te zien, welke sterren bij het publiek het meest geliefd zijn. leverde het volgende resultaat op: vrouwe lijke sterren in volt orde: Clara Bow. Col leen Moore. Billie Do ve, Bebe Daniels. Do lores del Rio, Mary Pickford, Marion Da- vies, Laura la Plante. Norma Shearer, Joan Crawford. Janet Gay- nor, Greta Garbo. Norma Talmadge, Es ther Ralston en Do lores Costello. De volgorde der |W' mannen was: Lon -WËk Chaney. Tom Mix. --••••• •*■■1 John Gilbert, Harold Lloyd, Richard Dix, Clara Boio. William Haines, Ri chard Barthelmess, Hoot Gibson, Fred Thompson, Ken Maynard, Milton Sills, Dou glas Fairbanks, Jack Holt (als cow-boy- acteur), Ramon Novarro. en Emil Jannings. Opmerking verdient, dat de film Circus dat jaar uitkwam en een goede film werd ge noemd. maar dat de naam van Charley Chap- lin niet in de lijst der vooraanstaande ac teurs voorkomt. In 1929 bleek de opinie van het publiek eenige verandering te hebben ondergaan. De beste tien actrices waren toen (in volgorde): Clara Bow. Colleen Moore. Nancy Carroll. Joan Crawford. Bebe Daniels. Alice White. Laura la Piante. Norma Shearer, Billie Dove en Do lores del Rio. Voor de acteurs was f I de lijst als volgt: Lon Chaney, William Haines, Hoot Gibson, Buddy Rogers, Richard Bar thelmess, Ken Maynard, Tom Mix. Richard Dix. Ramon Novarro en A1 Jolson. De populairste com binatie was toen die van Karl Dane en George K. Arthur. Men ga deze lijsten eens bij zich zelf verge lijken met wat men er in 1935 in Nederland van denkt Lon Chaney. STUDIO SNUFJES. De filmster Glark Gable vervult in de Ver- eenigde Staten de rol, die in Engeland voor den Prins van Wales is gereserveerd. Hij geeft nl. de heerenmode aan. Wat Gable draagt, wordt op de Broadway en Main Street als de laatste mode nagevolgd, aldus verklaarde de voorzitter van de Vereeniging van Mode-ont werpers. Het schijnt zelfs, dat er in het hee- renmodebedrijf eenige opleving is waar te ne men. dank zij de leiding, die de filmster .eeftl De beroemde melodie „Aufforderung zum Tanz" van Carl Maria von Weber is gebruikt als hoofdmotief van een muziekfilm der Ci cero-productie. De muzikale bewerking van bekende liederen en operamuziek van Von Weber was in handen van den componist en arrangeur Franz Grothe en Kurt Stiebitz. De regie van deze film had Rudolf van der Noss. De hoofdrol wordt door Willi Domgraf- Fassbaender. vertolkt. De rol van een opera zangeres wordt door Elisa Illiard gespeeld en gezongen. De film brengt gebeurtenissen uit het veelbewogen leven van den grooten com ponist von Weber waaromheen een boeiende handeling is geweven. Zooals we reeds gemeld hebben gaat de Weensche actrice Paula Wessely, die in Mas kerade zoo uitstekend voor de film debu teerde, naar Hollywood. Ze heeft een contract geteekend voor één film, om, zooals ze in een interview zei. „het filmen in Amerika van zeer nabij bij te wonen". Laura La Plante heeft een nieuw contract aangegaan met Warner Bros om voor de Teddington studio's bij Londen nog vier films te vervaardigen. Het was begonnen met een weddenschap, die advertentie, eneerlijk gezegd. Han had er spijt van als haren op z'n hoofd. Want feitelijk wist-ie nu niet goed meer, wat er mee aan te vangen. De zaak zat zóó! Het was op een avond, dat ze met z'n vieren vrienden, hadden gesproken over. .meisjes Nu is dat niet zoo'n bar vreemd onderwerp voor vier vroolijke, frissche jongelui, dus daar is op zichzelf niets bijzonders in. Maai er was meer. Han veroordeelde de meisjes, dat wil zeggen dande tegenwoordige meisjes „Ja", meende hij, .zeg nou zelfze zijn veel te gemakzuchtig, veel te egoïstisch, zou ik haast zeggen". De vrienden protesteerden, en schreven Han's sombere stemming toe aan een onlang, geloopen blauwtje, dat weliswaar geen alge- rneene bekendheid had verworven, maar dat toch voor de vrienden niet verzwegen was gebleven. „Nou", meende Wim dan ook, „ik vind dat ie verschrikkelijk overdrijft.... ik kan niet. klagen over de tegenwoordige meiskes, hoor!" Han lachte. „Nee. als jongeman.... na tuurlijk niet!", beaamde hij. „maar bijvoor beeldhulpvaardigheid of zoo, tegenover oudere dames, zooals dat vroeger wel een; bestondkerel, dat vind je niet meer tegenwoordig Tegenwoordig.... vervéélt een meisje zich alleen in gezelschap van een oudere dame". „Kom. nou overdrijf je!", meende ook Dolf. terwijl hij z'n sigaret doofde aan de hak van z'n schoen. „Nou", vervolgde Han met vuur, eenmaal op z'n stokpaardje aangeland „ik durf met jullie wèdden desnoods.... hoor je goed? wedden, dat als je een advertentie plaatst voor een jong meisje, als gezelschap voor een oude, hulpbehoevende dame, er niet één is, die d'r op schrijft!" ~!nzoo was de weddenschap tot stand gekomen De annonce werd geplaatst, waarbij nog al' speciale tekst werd bij-vermeld, dat ®ecn :alaris kon worden aangeboden En Han hadbijna gewonnen! Ik zeg bijna, want zoowaar, toen ze reeds dachten, de zaak als afgeloooen te kun en beschouwen, lag daar plotseling op een ochtend bij Han's bord een geel couvert van het dagblad, waarin de advertentie had ge. staan, welk couvert een klein, rose briefje bleek te bevatten. En nuzat Han ermee. Wist hij niet, wat hiermede aan te vangen. Het was een allerliefst gesteld briefje, waar in veel werd gesproken over slechte tijdsom standigheden, misère thuis, waardoor het meisje in kwestie ernaar snakte, zich in een geheel andere omgeving te zien geplaatst. Salaris was voor haar geen vereischte, totaal nietmaar ze hoopte op een liefdevolle. prettige behandelingop een echt tehuis. Han staarde voor zich uit, den geopenden brief in de hand. In z'n gedachten zag hij het leven van dit meisje aan z'n oog voorbijtrekken en het ver vulde hem met weemoed. Weemoed, omdat hij gedwongen was de illusie van dat kind te verstorenhaar de wreede waarheid te moeten vertellen Hoe groot zou haar teleurstelling zijn, als ze bemerkte, dat alles niet anders was dan een grap, een flauwe, zoutelooze grap, zooals Han nu bij zichzelf vaststelde.... Hij durfde het haar niet te schrijven, dat zou té wreed zijn en onmiddellijk zette zich het plan bij hem vast, haar persoonlijk opheldering te geven en haar zijn excuses aan te bieden, voor het gebeurde Misschien kon hij dan tóch nog iets voor haar doenwie weet? Want Hans was een goeie jongen. Hij schreef haar Het werd een afspraak als.... bij een lief desavontuurtje, zooals Han met een flauwen glimlach opmerkte tegen de vrienden, die minder gevoelig dan hij meenden, dat hij er niet verder op had moeten ingaan. „Enfin", meende Wim, hem een tik op z'n schouder gevende, „je knapt het maar op, verder Op het afgesproken uur, drentelde Han zenuwachtig heen en weer. kijkend naar het meisje, dat zichzelf had beschreven als tenger, blond en niet grootPrecies het ideaal, „De Zigeunerbaron" van Johann Strauss verfilmd. Adolf Wohlbrück als Zigeunerbaron Sandor Barinkay en Hansi Knoteck als Saffi, het Zigeunermeisje. door Guus Betlem Jr. zooals hij zichzelf altijd had voorgehouden, dacht hij plotseling nogdan lachte hij. Nee. stel je voor In de verte naderde een meisje, dat inder daad voldeed aan de opgesomde beschrijving en Han stevende op haar af. Even keek ze verwonderd. „O, juist!" sprak ze dan met een allerliefsten glimlach, nadat ze elkaar de hand hadden gegeven en hun namen genoemd. „U bent natuurlijk de klein zoon van mevrouw. o. juist, ik begrijp het „Ja. ehnee. eh.dat is te zeggen!", stamelde Han veroluft door deze onverwachte wending. Het meisje lachte. „U lijkt me wat zenuwachtig!" oordeelde ze dan. „Zouden we niet liever een eindje door- loopen? We staan hier zooehraar, op dit hoekje". Han kreeg een kleur, voelde 2ich onhandig, onwennig tegenover het lieve kind, dat zoo zelfbewust optrad. „Ja.... eh.... de kwestie is", begon Han weer, doch snel viel het meisje hem in de rede: „Och, ja. natuurlijk.... dat salaris. Nou dat heb ik al geschreven aan uw grootmama, dat is voor mij het allerminste Han oordeelde dit in stilte ook, want aar zelend keek hij naar den kostbaren mantel, dien het meisje dr:t;g „Nee", begon hij opnieuw, „U begrijpt me verkeerd „O. jawel!" zei het meisje gedecideerd, „ik begrijp het wèl! U vindt me er te goed uitzien voor een dergelijke betrekking, maar ja daar is niets aan te doen. Ik kan tóch m'n handen wel uitsteken, hoorik ben heel handig in het huishouden, en.eh.niet lui of gemakzuchtig, zooals -de meeste meisjes tegenwoordig. Het werd een allergenoegelijkste middag. Ze praattenvertelden elkaar uit hun leven, waarbij Han moeite moest doen zich niet te verspreken.... dronken in een café gezellig een kopje thee, enover de betrekking werd niet meer gesproken! Totdat bij het afscheidnemen. het meisje ineens vroeg: O. jaen wanneer moet ik nu beginnen, bij uw grootmoeder?" Han schrok. Ja, ziet u.... 't spijt me ont zettend. maar.... eh er is geen betrek kinger is niets.ik heb niet eens meer een grootmoeder". Het meisje zette groote oogen op en terwijl ze nu aandachtig luisterde, vertelde „Han haar de heele geschiedenis van de wedden schap. „Tja", eindigde hij, ,,'t was gemeen van ons, maar Angstig keek hij het meisje aan. vreezend haar teleurstelling, méér noch dan haar toorn. Doch tot zijn grenzenlooze verbazing, barst te ze eensklaps in lachen uit. „Needie is goed.... en wijprecies hetzelfde. ook een weddenschap!" Ze schaterde het nu uit. terwijl Han nu op zijn beurt geduldg wachtte op de explicatie, die dan ook niet lang uit bleef. „Ja", vertelde het meisje, nog na-proestend, .m'n vriendinnen, moet je weten, verslijten mij voor.eh.nou, ja, gemakzuchtig, lui als je wilt.1" Ze wachtte even en Han constateerde met een plotselingen schok, dat ze in de opwinding van het gesprek er toe was overgegaan, hem te tutoyeeren. „Verder1", verzocht hij, waarna het meisje vervolgde: „Nou dat is niet waar. Ik bèn niet gemakzuchtig, heelemaal niet. Het is toch niet mijn schuld, dat ik niet hoef te werken, dat ik het thuis heerlijk heb. maar daarom kan ik het wel! Enfin, het was op dat moment, toen we jouw advertentie onder oogen kregen en in een opweihngzoo'n plotselinge op- wellig, waarvan je je in het begin geen reken- :chap geeft, riep ik uit. met m'n vinger bij de annonce; En willen we nou eens wedden, dat ik kan werken, als het moet? Minstens zoo hard als jullie allemaal?" Enzooal je wel begrijpt, het werd een weddenschap! Een weddenschap, die me eerst leuk toescheen, maar die ik later minder waardig vond. omdat ik daardoor andere meis jes wellicht het brood uit den mond zou stooten. Mijn eenige excuus was dan ook dat er géén salaris bij werd geboden. Nou. en de resteh.... weet je! De be schrijving van m'n ouderlijk huis is natuurlijk gefingeerd, omdat het me voorkwam, dat dit ongetwijfeld indruk moest maken op een oude dame, en ik daardoor wel de voorkeur hebben zou Nou", lachte Han. „die had jezonder twijfel!" ,Ja, hoe kan dat?" informeerde het meisje nieuwsgierig. Han haalde z'n schouders op. „Omdat het de eenige brief was, die er op gekomen is. Ik heb du.s per slot van rekening tóch gelijk en ik heb m'n weddenschap glans rijk gewonnen!" Tilly peinsde. „Tja!", vond ze dan, terwijl een diepe rimpel zich groefde tusschen haar heldere blauwen oogen, een rimpel die haar erg grappig stond, tjajij hebt je weddenschap gewonnen, maarhoe moet ik nou bewijzen, aan m'n vriendinnen dat ik wel werken wildat ik niet gemakzuchtig ben Ook Han dacht na, lang en ernstig „Nou", meende hij dan. „je zou bijvoor beeld over eenigen tijd eens kunnen pro- beeren eenhuishouden te bestieren ehmijn huishouden bijvoorbeeld!"' Tilly bloosde. „Is het erg groot?" vroeg ze dan, terwijl ze haar oogen vragend naar hem opsloeg. „Nee, niet bepaald....!" meende 'Han. „Ik benalleen, zie je!" „Top!", zei Tilly. „Ik doe het! Wanneer treed ik in dienst?" „Vandaag over zes maanden!" antwoordde Han zacht, „tenminste.... als dat genoeg is omje uitzet klaar te hebben, enje bruidsjapon!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 13