ZATERDAG 16 FEBRUARI 1935
l/tut UwnbtcuidtpUiH. naac £eicUtkeplei*i.
Een stad is een ding met een wonderlijk eigen
leven, en dat eigen leven kan even grillig,
even inconsequent, even onberekenbaar zijn
als het leven van de menschen zelf, die
meestal plegen te denken dat zij hun
eischen, hun wenschen, hun aspiraties zelf
kunnen bepalen en aan banden leggen, en
dan slechts aan de touwtjes behoeven te
trekken om de zaak te doen marcheeren. zoo
als ze het willen. In den grond is misschien
het raadsel van het leven van een stad tot
hetzelfde beginsel terug te brengen, wan:
eigenlijk zijn het ook daar de menschen. die
denken, dat ze dat zouden kunnen beheer-
schen en in de banen leiden, die zij goed oor-
ceelen. Helaas! Ze komen maar al te vaak be
drogen uit: de stad neemt hen in het ootje,
lacht om al hun berekeningen, om al hun
voorzorgsmaatregelen, om al hun plannen en
bedoelingen; ze gaat haar eigen gang, stelt op
een gegeven oogenblik den menschen voor een
voldongen feit, en zij hebben nog alleen maar
uit te maken of ze het aanvaarden willen of
niet. Doen ze het wel, dan klopt de stad hen
zoo'n beetje op de schouder en zegt vaderlijk:
„Braaf kind! Zoo is het heusch het verstan
digste!" En verzetten ze zich en blijven zc
dwars, dan klopt de stad hen even gemoe
delijk op den schouder en zegt vriendelijk:
„Nu, dan moet je het laten. Maar je dupeert
je zelf er het meeste mee!"
Een dergelijk proces is op het oogenblik in
Amsterdam, misschien wel de meest levende
stad, die we in Nederland hebben, gaande;
het verkeert zelfs al in vrij vergevorderden
staat, en hoewel vele Amsterdammers, vooral
die van den ouden stempel, er zich met hand
en tand tegen trachten te verzetten, hebben
ze tot nu toe nog geen enkel resultaat be
reikt. Integendeel, het gaat met steeds snel
lere schreden voort; het zal niet lang meer
duren of het zal zich vrijwel geheel voltrok
ken hebben, en dan zal heel weerbarstig Am-
sterdam-van-den-ouden-stempel voor de
keus worden gesteld tusschen „take it" ot
„leave it", en of ze het nemen of niet nemen,
het zal een voldongen feit zijn, dat niet meer
het Rembrandtplein en omgeving het ver
maakscentrum van Amsterdam zal zijn, maar
het Leidschepleïn. Alles wijst er op, dat dit
niet eens zoo heel lang meer zal duren; daar
na zal misschien het Rembrandtplein nog
zoo'n beetje voortteren op zijn vroegere glorie,
maar het Leidscheplein zal „het" zijn. De
Amsterdammer, die zich eens een avond wil
amuseeren zal niet als vanzelf de omge
ving van het Rembrandtplein opzoeken, en
weten, dat, als hij daar maar eenmaal is, de
rest zichzelf verder wel uitwijzen zal: hij
zal er voor een café kennissen ontdekken,
of kennissen zullen er hem ontdekken; ont
dekt hij er bij uitzondering eens geen of
wordt hij niet ontdekt, dat is dat geen be
zwaar en kan hij er binnen vijf minuten des
noods de hartelijkste vriendschap van zijn
leven gesloten hebben. Hij kan er ook een
keus maken uit de diverse bioscopen, die op
op het Rembrandtplein of in zijn omgeving
liggen; en vroeger kon hij er ook een keus
maken uit de verschillende schouwburgen,
met wier verdwijnen eigenlijk het tanen van
de glorie van het Rembrandtplein is bégon-
nen. Theater Noggerath was het eerste, dat
al jaren geleden zijn deuren als schouwburg
sluiten moest en ze weer opende als bioscoop.
Toen „Flora" door brand verwoest werd.
maakte dat een definitief einde aan het be
staan van één van de populairste en fleurigste
variété's en schouwburgen, die Amsterdam
gekend heeft. Toen ook het Paleis van Volks
vlijt van het tooneel verdween was dat een
slag te meer voor het Rembrandtplein de
Utrechtsche straat was éen van de meest
geliefkoosde straten van den Amsterdammer,
en hij wipte na de voorstelling maar al te
graag even over om op het Rembrandtplein
zijn geslaagden avond nog een beetje voort
•te zetten en hem desnoods nog geslaagder te
maken. Enkele jaren geleden sloot „Mille
Colonnes" zijn deuren en ieder rechtgeaard
Amsterdammer schudde het hoofd, toen dat
gebeurde en voorspelde het Rembrandtplein
sombere dingen. En hij heeft het niet mis ge
had; pas geleden konden alweer twee be
kende Rembrandtplein-café's het niet lan
ger volhouden en moesten zich terugtrekken
uit den steeds moeilijker wordenden strijd om
het bestaan: „Chez Gaston" en ,,'t Wijnvat",
dat knusse cafétje naast het Rembrandt-
theater zijn nu 's avonds donkere plekken in
de helverlichte krans van café's om het plein.
Naar verluidt zullen al heel spoedig, mis
schien zelfs al in Februari, twee anderen hun
voorbeeld volgen En het is natuurlijk nooit
met zekerheid te zeggen, maar dat zal dan
wel ongeveer het einde van het Rembrandt
plein zijn. Het zal wel niet plotseling heele-
maal uit zijn, en misschien nog jaren blij
ven traineeren; maar het is zelfs nu al zoo
ver, dat de Amsterdammer met een mis
prijzend gebaar tegen zijn achterlijken
vriend zegt: „Ach wat! Je moet niet meer
naar het Rembrandtplein gaan! Dat is
niets meer gedaan. Het Leidscheplein, dat
wordt aardig!" Hoe lang zal het nog duren
voor Baedeker en de reisgidsen het ook con-
stateeren. en misschien aan het Rembrandt
plein nog een kleine noot zullen wijden om
zijn glorieus verleden, maar vermaakzoeken-
de vreemdelingen zonder aarzeling verwijzen
naar het Leidscheplein? Arm Rembrandt
plein! Het grillige leven heeft over je beslist,
ten doode ben je opgeschreven en straks ben
je nog maar een reliquie, waar niet eens ve
len meer naar zullen omkijken!
De één zijn dood is nu eenmaal de ander
zijn brood, en de vlucht, die het Leidsche
plein in het laatste jaar als vermaakscentrum
heeft genomen, is werkelijk verbazingwek
kend. Hoe lang is het nog maar geleden, dat
het „Lido" er geopend werd. welks naam met
zoo'n heerlijk arrogant gebaar werd overge
nomen van het beroemde Lido in Venetië, als
of Amsterdam daarmee wilde demonstreer en
dat het Venetië van het Noorden in geen en
kel opzicht wilde onderdoen voor het Vene
tië van het Zuiden? Ongeveer in dienzelfden
tijd verrees het Leidscheplein-theater, inge
wijd door dien kosteüjken Amsterdammer
Louis Davids en tot nu toe met veel succes
en in waardigen trant voortgezet door zijn
verschillende opvolgers. Americain vroeger
fmet Trianon, dat kortgeleden gesloten is) de
voornaamste attractie van het Leidscheplein,
voer er wel bij: hun terrassen zaten van den
zomer dag in. dag uit tot laat in den avond
vol, en de concurrentie van „Lido", van
„Stadt-Schanke" ook al een nieuwe aan
winst van het Leidscheplein deden geen
kwaad integendeel, ze profiteerden mee
van de plotseling ontstane trek naar het
Leidscheplein. De Stadsschouwburg, die sinds
jaren geen goed meer doen kon bij de Am
sterdammers. heeft den weg naar hun hart
weer teruggevonden de Amsterdammer
gaat weer, veel meer dan enkele jaren gele
den. naar den schouwburg op het Leidsche
plein, en de première-avonden beginner
weer, als eertijds, het cachet van gala-avon
den te krijgen, waar vandaan men niet wel
weg kan blijven zonder zich te blameeren.
Een bioscoop ontbrak tot nu toe in de om
geving van het Leidscheplein, maar daarin
zal binnenkort ook worden voorzien: de plan
nen voor den bouw van een bioscoop in de
onmiddellijke omgeving, in het Kleine Gart-
manplantsoen, verkeeren in vergevorderden
staat.
Le roi est mort, vive le roi! Het Rem
brandtplein is stervende, leve het Leidsche
plein! Zoo gaat het nu eenmaal, en voor wie
het meemaakt is zoo iets een merkwaard!;
proces, dat op wonderlijke en boeiende wijze
het leven van een groote vitale stad demon
streert.
WILLY VAN DER TAK.
Lachenalia, een plant die
men te weinig ziet
Laenenalia oftewel Kaapsche Hyacinth is
een bolgewasje uit Zuid-Afrika, dat we nog
veel te weinig zien. De kleine bolletjes wor
den in het najaar geplant, tegelijk met onze
crocussen en het andere in het voorjaar
bloeiende goed. Willen we werkelijk aan de
plant hebben wat we kunnen, dan houden
we Lachenalia als potplant en zetten in een
pot van een goede decimeter middellijn vijf
bolletjes in een mengsel van ouden verteer
den graszodengrond, bladaarde. scherp zand.
wat kalkpuin en fijngewreven koemest Dan
gaat het heele zaakje in den kouden bak. De
naam zegt al. dat de Kaapsche Hyacinth uit
de Kaap afkomstig is en heelemaal buiten
zouden we de bollen dan ook niet goed kun
nen houden. Maar een ideaal potplant is het.
deze Lachenalia met de lange, effen groene
of bruin-gemarmerde bladeren, de twee de-
cimeter-hooge bloemstengels en daaraan de
hangende, lange buisvormige bloempjes in
rood en geel, rood-geel-groen, donkergeel en
oranjerood in verschillende schakeeringen.
Echt iets bijzonders ,en al kent men op z'n
hoogst nog wel Lachenalia pendula. die een
enkelen keer wel eens in een bloemwinkel
staat, er zijn nog heel wat andere ook. L.
pendula heeft effen groen blad en roode
bloemen met een groen randje: dan is er nog
tricolor met gevlekt blad en rood met gele
bloemen, groen afgebiesd: drie-kleurig dus.
zooals de naam al aangeeft; vier-kleurig be
staat ook. dat is quadricolor met eveneens
gevlekt blad en bloemen die oranje en geel
zijn met een rood bovenstuk en een purperen
randje, en tenslotte is aurea donker goud
geel. Dat zijn de vier bekendste wilde soorten
en een heele reeks hybriden (kruisingspro
ducten) is daaruit voortgekomen. Dat komt
doordat Lachenalia zoo overvloedig zaad op
levert. Al die hybriden te gaan opnoemen zou
doelloos zijn. maar er zijn allerlei mooie
kleurcombinaties in geel en bruin, rood.
oranje, purper en groen mogelijk.
Wanneer we den pot met Lachenalia-bol-
letjes in den kouden bak hebben ingegra
ven, dan laten we hem daar totdat de bloem
stengels zich gevormd hebben; dat is in het
vroege voorjaar, "s Winters geven we maar
weinig water, en nooit op het blad. Zijn de
bloemstengels eenmaal gevormd en de knop
pen zichtbaar geworden, dan kunnen we den
pot binnenhalen en den bloei afwachten in
een lichte koele serre of kamer. Natuurlijk
kunnen we. inplaats van den kouden bak,
ook een koel succulentenkasje als winterver
blijf gebruiken; maar dat heeft niet ieder
een en een koude bak is iets. dat ai heel wat
liefhebbers er tegenwoordig op na houden.
Tegen en tijdens den bloei heeft de plant
veel water noodig. Het is iets bijzonders,
zoo'n pot bloeiende Lachenalia. een rijk ge
zicht. En weer eens iets heel anders om weg
te schenken ook. dan het gebruikelijke voor
jaarsgoedje.
Na den bloei gaan we door met water ge
ven totdat de bladeren beginnen te verwel
ken; dan zetten we den pot met bollen en
al in den bak op een droog en zonnig plekje,
gewoon boven op den grond. De zon stooft
dan de bollen door en door en ze rijpen af,
zooals de vakterm luidt, Dat zijn ze aan de
Kaap ook zoo gewend. We kunnen ze dan be
waren tot het najaar en er dan weer op
nieuw mee beginnen.
Dus geen plant voor iedereen, maar wel
voor heel velen. Wie een kouden bak bezit
moet het zeker eens met Lachenalia probee-
ren. De cultuur is eenvoudig en in het voor
jaar maken de goed rechtopstaande bloem
stengels vol heldergekleurde bengelende
buisbloemen uw heele interieur mooi.
L. S.
Filmroem is broos en zeven jaar in de film
wereld beteekent opzichzelf al een buitenge
woon lange tijd. Als dan die zeven jaar bo
vendien nog liggen tusschen 1928. toen de
sprekende film nog maar pas geboren was.
en 1935. nu de geluidsfilm ae wereld veroverd
heeft, dan beteekenen ze een kloof, die twee
geheel verschillende perioden scheidt.
Een aardige blik krijgt men hier op, als
men de sterren van toen eens vergelijkt met
die van heden. De stemming in de Amerikaan-
sche bioscopen over 1928, om te zien, welke
sterren bij het publiek het meest geliefd zijn.
leverde het volgende resultaat op: vrouwe
lijke sterren in volt
orde: Clara Bow. Col
leen Moore. Billie Do
ve, Bebe Daniels. Do
lores del Rio, Mary
Pickford, Marion Da-
vies, Laura la Plante.
Norma Shearer, Joan
Crawford. Janet Gay-
nor, Greta Garbo.
Norma Talmadge, Es
ther Ralston en Do
lores Costello.
De volgorde der
|W' mannen was: Lon
-WËk Chaney. Tom Mix.
--••••• •*■■1 John Gilbert, Harold
Lloyd, Richard Dix,
Clara Boio. William Haines, Ri
chard Barthelmess, Hoot Gibson, Fred
Thompson, Ken Maynard, Milton Sills, Dou
glas Fairbanks, Jack Holt (als cow-boy-
acteur), Ramon Novarro. en Emil Jannings.
Opmerking verdient, dat de film Circus dat
jaar uitkwam en een goede film werd ge
noemd. maar dat de naam van Charley Chap-
lin niet in de lijst der vooraanstaande ac
teurs voorkomt.
In 1929 bleek de opinie van het publiek
eenige verandering te hebben ondergaan. De
beste tien actrices waren toen (in volgorde):
Clara Bow. Colleen Moore. Nancy Carroll. Joan
Crawford. Bebe Daniels. Alice White. Laura
la Piante. Norma Shearer, Billie Dove en Do
lores del Rio.
Voor de acteurs was
f I de lijst als volgt: Lon
Chaney, William Haines,
Hoot Gibson, Buddy
Rogers, Richard Bar
thelmess, Ken Maynard,
Tom Mix. Richard Dix.
Ramon Novarro en A1
Jolson.
De populairste com
binatie was toen die van
Karl Dane en George
K. Arthur.
Men ga deze lijsten
eens bij zich zelf verge
lijken met wat men er
in 1935 in Nederland
van denkt
Lon Chaney.
STUDIO SNUFJES.
De filmster Glark Gable vervult in de Ver-
eenigde Staten de rol, die in Engeland voor
den Prins van Wales is gereserveerd. Hij geeft
nl. de heerenmode aan. Wat Gable draagt,
wordt op de Broadway en Main Street als de
laatste mode nagevolgd, aldus verklaarde de
voorzitter van de Vereeniging van Mode-ont
werpers. Het schijnt zelfs, dat er in het hee-
renmodebedrijf eenige opleving is waar te ne
men. dank zij de leiding, die de filmster
.eeftl
De beroemde melodie „Aufforderung zum
Tanz" van Carl Maria von Weber is gebruikt
als hoofdmotief van een muziekfilm der Ci
cero-productie. De muzikale bewerking van
bekende liederen en operamuziek van Von
Weber was in handen van den componist en
arrangeur Franz Grothe en Kurt Stiebitz.
De regie van deze film had Rudolf van der
Noss. De hoofdrol wordt door Willi Domgraf-
Fassbaender. vertolkt. De rol van een opera
zangeres wordt door Elisa Illiard gespeeld en
gezongen. De film brengt gebeurtenissen uit
het veelbewogen leven van den grooten com
ponist von Weber waaromheen een boeiende
handeling is geweven.
Zooals we reeds gemeld hebben gaat de
Weensche actrice Paula Wessely, die in Mas
kerade zoo uitstekend voor de film debu
teerde, naar Hollywood. Ze heeft een contract
geteekend voor één film, om, zooals ze in een
interview zei. „het filmen in Amerika van
zeer nabij bij te wonen".
Laura La Plante heeft een nieuw contract
aangegaan met Warner Bros om voor de
Teddington studio's bij Londen nog vier
films te vervaardigen.
Het was begonnen met een weddenschap,
die advertentie, eneerlijk gezegd. Han
had er spijt van als haren op z'n hoofd. Want
feitelijk wist-ie nu niet goed meer, wat er mee
aan te vangen.
De zaak zat zóó!
Het was op een avond, dat ze met z'n vieren
vrienden, hadden gesproken over. .meisjes
Nu is dat niet zoo'n bar vreemd onderwerp
voor vier vroolijke, frissche jongelui, dus
daar is op zichzelf niets bijzonders in. Maai
er was meer. Han veroordeelde de meisjes, dat
wil zeggen dande tegenwoordige meisjes
„Ja", meende hij, .zeg nou zelfze zijn
veel te gemakzuchtig, veel te egoïstisch, zou
ik haast zeggen".
De vrienden protesteerden, en schreven
Han's sombere stemming toe aan een onlang,
geloopen blauwtje, dat weliswaar geen alge-
rneene bekendheid had verworven, maar dat
toch voor de vrienden niet verzwegen was
gebleven.
„Nou", meende Wim dan ook, „ik vind dat
ie verschrikkelijk overdrijft.... ik kan niet.
klagen over de tegenwoordige meiskes, hoor!"
Han lachte. „Nee. als jongeman.... na
tuurlijk niet!", beaamde hij. „maar bijvoor
beeldhulpvaardigheid of zoo, tegenover
oudere dames, zooals dat vroeger wel een;
bestondkerel, dat vind je niet meer
tegenwoordig Tegenwoordig.... vervéélt een
meisje zich alleen in gezelschap van een
oudere dame".
„Kom. nou overdrijf je!", meende ook Dolf.
terwijl hij z'n sigaret doofde aan de hak van
z'n schoen.
„Nou", vervolgde Han met vuur, eenmaal
op z'n stokpaardje aangeland „ik durf met
jullie wèdden desnoods.... hoor je goed?
wedden, dat als je een advertentie plaatst
voor een jong meisje, als gezelschap voor een
oude, hulpbehoevende dame, er niet één is,
die d'r op schrijft!"
~!nzoo was de weddenschap tot stand
gekomen
De annonce werd geplaatst, waarbij nog al'
speciale tekst werd bij-vermeld, dat ®ecn
:alaris kon worden aangeboden
En Han hadbijna gewonnen!
Ik zeg bijna, want zoowaar, toen ze
reeds dachten, de zaak als afgeloooen te kun
en beschouwen, lag daar plotseling op een
ochtend bij Han's bord een geel couvert van
het dagblad, waarin de advertentie had ge.
staan, welk couvert een klein, rose briefje
bleek te bevatten.
En nuzat Han ermee. Wist hij niet, wat
hiermede aan te vangen.
Het was een allerliefst gesteld briefje, waar
in veel werd gesproken over slechte tijdsom
standigheden, misère thuis, waardoor het
meisje in kwestie ernaar snakte, zich in een
geheel andere omgeving te zien geplaatst.
Salaris was voor haar geen vereischte, totaal
nietmaar ze hoopte op een liefdevolle.
prettige behandelingop een echt tehuis.
Han staarde voor zich uit, den geopenden
brief in de hand.
In z'n gedachten zag hij het leven van dit
meisje aan z'n oog voorbijtrekken en het ver
vulde hem met weemoed. Weemoed, omdat
hij gedwongen was de illusie van dat kind te
verstorenhaar de wreede waarheid te
moeten vertellen
Hoe groot zou haar teleurstelling zijn, als
ze bemerkte, dat alles niet anders was dan
een grap, een flauwe, zoutelooze grap, zooals
Han nu bij zichzelf vaststelde....
Hij durfde het haar niet te schrijven,
dat zou té wreed zijn en onmiddellijk zette
zich het plan bij hem vast, haar persoonlijk
opheldering te geven en haar zijn excuses
aan te bieden, voor het gebeurde
Misschien kon hij dan tóch nog iets voor
haar doenwie weet? Want Hans was een
goeie jongen.
Hij schreef haar
Het werd een afspraak als.... bij een lief
desavontuurtje, zooals Han met een flauwen
glimlach opmerkte tegen de vrienden, die
minder gevoelig dan hij meenden, dat hij
er niet verder op had moeten ingaan.
„Enfin", meende Wim, hem een tik op z'n
schouder gevende, „je knapt het maar op,
verder
Op het afgesproken uur, drentelde Han
zenuwachtig heen en weer. kijkend naar het
meisje, dat zichzelf had beschreven als tenger,
blond en niet grootPrecies het ideaal,
„De Zigeunerbaron" van Johann Strauss verfilmd. Adolf Wohlbrück als
Zigeunerbaron Sandor Barinkay en Hansi Knoteck als Saffi, het Zigeunermeisje.
door Guus Betlem Jr.
zooals hij zichzelf altijd had voorgehouden,
dacht hij plotseling nogdan lachte hij.
Nee. stel je voor
In de verte naderde een meisje, dat inder
daad voldeed aan de opgesomde beschrijving
en Han stevende op haar af.
Even keek ze verwonderd. „O, juist!" sprak
ze dan met een allerliefsten glimlach, nadat
ze elkaar de hand hadden gegeven en hun
namen genoemd. „U bent natuurlijk de klein
zoon van mevrouw. o. juist, ik begrijp
het
„Ja. ehnee. eh.dat is te zeggen!",
stamelde Han veroluft door deze onverwachte
wending.
Het meisje lachte.
„U lijkt me wat zenuwachtig!" oordeelde ze
dan. „Zouden we niet liever een eindje door-
loopen? We staan hier zooehraar,
op dit hoekje".
Han kreeg een kleur, voelde 2ich onhandig,
onwennig tegenover het lieve kind, dat zoo
zelfbewust optrad.
„Ja.... eh.... de kwestie is", begon Han
weer, doch snel viel het meisje hem in de
rede: „Och, ja. natuurlijk.... dat salaris. Nou
dat heb ik al geschreven aan uw grootmama,
dat is voor mij het allerminste
Han oordeelde dit in stilte ook, want aar
zelend keek hij naar den kostbaren mantel,
dien het meisje dr:t;g
„Nee", begon hij opnieuw, „U begrijpt me
verkeerd
„O. jawel!" zei het meisje gedecideerd, „ik
begrijp het wèl! U vindt me er te goed uitzien
voor een dergelijke betrekking, maar ja
daar is niets aan te doen. Ik kan tóch m'n
handen wel uitsteken, hoorik ben heel
handig in het huishouden, en.eh.niet
lui of gemakzuchtig, zooals -de meeste meisjes
tegenwoordig.
Het werd een allergenoegelijkste middag. Ze
praattenvertelden elkaar uit hun leven,
waarbij Han moeite moest doen zich niet te
verspreken.... dronken in een café gezellig
een kopje thee, enover de betrekking werd
niet meer gesproken!
Totdat bij het afscheidnemen. het meisje
ineens vroeg: O. jaen wanneer moet ik
nu beginnen, bij uw grootmoeder?"
Han schrok. Ja, ziet u.... 't spijt me ont
zettend. maar.... eh er is geen betrek
kinger is niets.ik heb niet eens meer
een grootmoeder".
Het meisje zette groote oogen op en terwijl
ze nu aandachtig luisterde, vertelde „Han
haar de heele geschiedenis van de wedden
schap.
„Tja", eindigde hij, ,,'t was gemeen van ons,
maar
Angstig keek hij het meisje aan. vreezend
haar teleurstelling, méér noch dan haar
toorn.
Doch tot zijn grenzenlooze verbazing, barst
te ze eensklaps in lachen uit.
„Needie is goed.... en wijprecies
hetzelfde. ook een weddenschap!"
Ze schaterde het nu uit. terwijl Han nu op
zijn beurt geduldg wachtte op de explicatie,
die dan ook niet lang uit bleef.
„Ja", vertelde het meisje, nog na-proestend,
.m'n vriendinnen, moet je weten, verslijten
mij voor.eh.nou, ja, gemakzuchtig, lui
als je wilt.1"
Ze wachtte even en Han constateerde met
een plotselingen schok, dat ze in de opwinding
van het gesprek er toe was overgegaan, hem
te tutoyeeren.
„Verder1", verzocht hij, waarna het meisje
vervolgde: „Nou dat is niet waar. Ik bèn niet
gemakzuchtig, heelemaal niet. Het is toch
niet mijn schuld, dat ik niet hoef te werken,
dat ik het thuis heerlijk heb. maar daarom
kan ik het wel! Enfin, het was op dat moment,
toen we jouw advertentie onder oogen kregen
en in een opweihngzoo'n plotselinge op-
wellig, waarvan je je in het begin geen reken-
:chap geeft, riep ik uit. met m'n vinger bij
de annonce; En willen we nou eens wedden,
dat ik kan werken, als het moet? Minstens
zoo hard als jullie allemaal?"
Enzooal je wel begrijpt, het werd een
weddenschap! Een weddenschap, die me eerst
leuk toescheen, maar die ik later minder
waardig vond. omdat ik daardoor andere meis
jes wellicht het brood uit den mond zou
stooten. Mijn eenige excuus was dan ook dat
er géén salaris bij werd geboden.
Nou. en de resteh.... weet je! De be
schrijving van m'n ouderlijk huis is natuurlijk
gefingeerd, omdat het me voorkwam, dat dit
ongetwijfeld indruk moest maken op een oude
dame, en ik daardoor wel de voorkeur hebben
zou
Nou", lachte Han. „die had jezonder
twijfel!"
,Ja, hoe kan dat?" informeerde het meisje
nieuwsgierig.
Han haalde z'n schouders op.
„Omdat het de eenige brief was, die er op
gekomen is. Ik heb du.s per slot van rekening
tóch gelijk en ik heb m'n weddenschap glans
rijk gewonnen!"
Tilly peinsde.
„Tja!", vond ze dan, terwijl een diepe rimpel
zich groefde tusschen haar heldere blauwen
oogen, een rimpel die haar erg grappig stond,
tjajij hebt je weddenschap gewonnen,
maarhoe moet ik nou bewijzen, aan
m'n vriendinnen dat ik wel werken wildat
ik niet gemakzuchtig ben
Ook Han dacht na, lang en ernstig
„Nou", meende hij dan. „je zou bijvoor
beeld over eenigen tijd eens kunnen pro-
beeren eenhuishouden te bestieren
ehmijn huishouden bijvoorbeeld!"' Tilly
bloosde.
„Is het erg groot?" vroeg ze dan, terwijl
ze haar oogen vragend naar hem opsloeg.
„Nee, niet bepaald....!" meende 'Han. „Ik
benalleen, zie je!"
„Top!", zei Tilly. „Ik doe het! Wanneer
treed ik in dienst?"
„Vandaag over zes maanden!" antwoordde
Han zacht, „tenminste.... als dat genoeg is
omje uitzet klaar te hebben, enje
bruidsjapon!"