De drankwetswijziging is goedgekeurd. Kruidt Uw sausen met HONIG's BOUILLONBLOKJES 6 voor 10 cent Haarlem's Kunstschatten. WOENSDAG 27 FEBRUARI '35 HAARLEM'S DAGBLAD 3 TWEEDE KAMER Yerbindend'verklaring ondernemersovereenkomsten aangesneden. Drop (Ë.D.A.P.j 's-Gravenhage, Dinsdag. De heer Wijnkoop, die zich vorige week, toen de Kamer hem zijn interpellatie over den noodtoestand in het boeren- en tuin- dersbedrijf weiger de, de gelegenheid om propaganda te maken, had zien ontgaan, was Vrij dag met het verzoek gekomen om te mo gen interpelleeren oiver den noodtoe stand in het mijn- gebied en hetgeen de Regeering in ver band met den toe stand denkt te doen. Nu kon niet ont kend worden, dat de toestand in het mijn gebied in Verband met het zeer dreigende conflict Dij de particuliere mijnen voor de urgentie van een bespreking in de Kamer pïèitte. Zoodat de heer Wijnkoop wel wat 'meer kans had dan met zijn aanvrage inzake boeren en tuinders. Inmiddels was er verandering in den toe stand gekomen. De Rijksbemiddelaar, mr. Aalberse, kreeg Maandag gedaan dat de mijndirecties en de werknemersorganisaties overeen kwamen omtrent de handhaving van den status quo tot April. Daarmede nu had een interpellatie heel veel van haar urgentie verloren. En van die urgentie bleef nog minder over, nu verwacht mag worden, dat het wetsontwerp inzake de contingenteering van den invoer van steen kolen, waarbij allerwaarschijnlijkst de toe standen in het mijnbedrijf in hun geheelen omvang en dan behoorlijk schriftelijk voorbereid zullen kunnen worden bespro ken, tijdig voor 1 April in behandeling zal kunnen komen. Een en ander was voor den voorzitter vol doende reden om voor te stellen het interpel- latieverzoek niet in te willigen. En de Kamer bleek het wel met hem eens. Niet heelemaal ongefundeerd was evenwel de opmerking van den heer Drop dat het, omdat het Voorloopig Verslag nog niet is verschenen, niet volstrekt vaststaat dat bij het Afdeelingsonderzoek van het contingenteeringsontwerp over den algemeenen toestand van het mijnbedrijf werd gesproken en dat dus nog niet met ab solute zekerheid kan worden gezegd, dat bij de behandeling van het ontwerp de alge- meene toestand in de discussies zal kunnen worden betrokken. Waarom de voorzitter verstandig deed na der voor te stellen de beslissing op het in- terpellatieverzoek aan te houden: zoodat. des noodig toch altijd nog kan worden geïnter pelleerd. Dit was een betere oplossing, dan die. welke door den heer Drop aan de hand werd gedaan, toen hij adviseerde de interpellatie toe te staan, doch de behandeling te stellen op nader te bepalen dag; waarbij dan de in terpellatie, als zij inderdaad overbodig zou blijken in verband met het contingentee ringsontwerp. altijd nog zou kunnen wor den ingetrokken. Hier zou echter het al of niet doorgaan der interpellatie afhangen van de bereidwilligheid des heeren Wijn koop, terwijl de Kamer nu zij zonder hoof delijke stemming het nadere voorstel van haar president aannam het zelf in de hand houdt of er al of niet wordt geïnterpelleerd, wat wel zoo secuur is. Niet al te lang heeft de Kamer zich bezig gehouden met een wijziging der Drank wet: anders altijd oorzaak tot langduri ge en warme discus sies. Inschikkelijk heid van Minister en Kamer heeft er toe geleid, dat vrij spoe dig het wetsontwerp zonder hoofdelijke stemming kon worden goedgekeurd. Het wetsontwerp beoogt een leemte in de Drankwet aan te vullen. De Drankwet van 1932 wilde een einde maken aan het verpachten van vergunnin gen. En dat is ook vrijwel gelukt, door de bepa ling, dat eigenaars van vergunningen hun vergunning zelf moeten exploiteeren. Evenwel was er dit gaatje, dat de wet niet verbood een uitspraak in den Hoogen Raad maakte dat uit dat eigenaars van vergunningen hun verlof tot verkoop van zwa-k-alcoholische dranken, dat vanzelf verbonden is aan een vergunning, door een ander laten exploiteeren. En dit gaatje wil hét ontwerp dichten met de bepaling, dat een vergunning in haar vollen omvang door den eigenaar zelf moet worden geëxploiteerd. De heeren Boon en Kortenhorst vonden dit niet zoo noodig, vooral omdat de toestanden in het café- en restaurantbedrijf toch al zoo slecht zijn tegenwoordig. Zij wilden de quaes- tie liever nog maar eens bekijken bij een al- gemeene herziening der Drankwet. Mevrouw BakkerNort en de heeren Suring en Smeenk waren het echter met Minister Slotemaker de Bruine eens, dat men de Drankwet aan haar bedoeling moet doen be antwoorden dat dus het wijzigingsontwerp moest worden aangenomen. Wat dan ook, zoo als we reeds zeiden, gebeurde. Wel kwam de Minister den heer Boon tege moet met een verlenging in den overgangs termijn, waarop trouwens ook door anderen was aangedrongen. Z.Ex. vond goed, dat eerst op Mei 1937 inplaats van op 1 Juni 1936 de aanpassing aan den nieuwen toestand moet zijn tot stand gekomen. Waarop de heer Boon zijn amendement, dat 1 Mei 1938 wilde, introk. En dan zegde de Minister ook toe, dat hij de voorbereiding eener eenigszins wijdere tech nische herziening der Drankwet zou doen be spoedigen. Een amendement-Boon om rechtspersonen, die zich uitsluitend bestrijding of voorko ming van drankmisbruik ten doel stellen (be doeld was de Volksbond tegen Drankmisbruik) vrij te stellen van betaling van verlofrecht, was verworpen met 40 tegen 39 stemmen, waarbij tegenstemden de R.K. behalve de heer van de Bilt, de A.R., de C.H. en de Staatk. Geref. ij De Minister had tegen het amendement aangevoerd, dat het den Volksbond zou be- voordeelen tegenover gewone verlofhouders, die het toch al zoo benauwd hebben. De behandeling van het zoo belangrijke wets ontwerp betreffende het algemeen verbin dend en onverbindend verklaren van onder nemers overeenkomsten werd ingezet met een korte rede van den heer Albarda, die in het ontwerp ziet de tweede stap (de eerste was de Bedrijfsradenwet) naar de bedrijfsordening, die als een urgentie wordt gevoeld en die de maatschappij moet redden van den ondergang naar den chaos, waarin zij onherroepelijk zou vervallen indien het liberale laisser faire niet werd prijsgegeven. En nu is het ontwerp wel niet veel meer dan een raamwet, een be scheiden en schuchtere poging, maar het heeft toch ook groote principieele beteekenis. Waarom de Sociaal Democraten het toe juichen. De heer Westerman wees het ontwerp aller minst af alleen wilde hij een middel zien ge vonden om den consumenten meer invloed te geven, bijvoorbeeld in den Raad van Advies. De Christelijk Historischen heer Rutgers van Rozenburg kon over het ontwerp niet juichen. Hij was bang voor prijsstijging. En hij wilde maar liever aan de wet een tijdelijk karakter even. Dit vondt evenwel onmiddellijk bestrijding bij den heer Goseling, den laatsten spreker van vandaag, die in het ontwerp niet ziet een middel tot wegordening van den crisis, doch een blijvende verordening van structureele ordening, en die betoogde, dat het ontwerp geheel in overeenstemming is met het pro gram der R.K. Staatspartij. EERSTE KAMER Actie der landbouworganisaties. In de te Den Haag gehouden vergadering der eerste afdeeling van het Kon. Ned. Land- bouwcomité werd besloten inzake de beper king van de rundveestapel de andere Centrale Landbouworganisatie voor te stellen, geza menlijk bij de regeering aan te dringen op op hefing van de beperking, welke voor de over neming van zoogenaamde reactiedieren is in- jesteld. De gelegenheid om de veestapel te saneeren door het op groote schaal opruimen van reactiedieren is thans bijzonder gunstig en keert misschien nimmer terug. Waterstaatsbegrooting aan de orde. Mi. G. A. Boon (V.B De Eerste Kamer was gevorderd tot de Wa terstaatsbegrooting. En zij heeft over deze genoeglijke begrooting genoeglijk gepraat. Er kwam, als te doen gebruikelijk is. veel en velerlei aan de orde. En dat was niet alle maal even belangrijk. De heer Andriessen bepleitte vermoede lijk niet erg hoopvol, want de Regeering wil er niet aan opneming van de collectieve contractbepalingen in de Rijksbestekken. Een algemeene verkeerswet ook bepleit door den heer Janssen de Limpens en pu blicatie der rapporten over de Uiver-ramp waren o.m. de wenschen van den heer Ter Haar. De heer Heerkens Thijssen trok zich de verkeersmoeilijkheden voor blinden en slecht hoorenden aan. Hij wil hen voorzien van her kenningsteekenen. Dat de verbetering der afwatering van Westelijk Noord-Brabant ook nu werd bepleit door den onvermoeiden heer A. Savornin Lohman, spreekt vrijwel van zelf. Met klem drong hij er op aan. dat betere verbindingen Zeeuwsch-Vlaander en uit zijn isolement zul len bevrijden. Maatregelen tegen wilde autobusdiensten, vroeg de heer Moltmaker, die een oude liefde voor de spoorwegen heeft behouden. Wat hem niet belette om de spoorwegen voor te houden dat ze meer moeten tegemoet ko men aan de wenschen van 'het publiek. Ook de personeelsbelangen werden niet vergeten. De Minister van Waterstaat ad interim, Z.Ex, Colijn, hield zich aan de traditie en beloofde overweging. Overweging, die hij zelfs kan overlaten aan den nieuwen Minis ter van Waterstaat. Saneering van den veestapel. Vaste klanten van den kantonrechter. Automobilist zwaar gestraft. Ondernemers van „wilde diensten" veroordeeld. Het aantal autobusexploitanten, dat voor den Kantonrechter terecht heeft gestaan, is Donderdagmorgen weer belangrijk toegenomen Het eerst moesten de gebroeders P. voor den Amsterdamschen kantonrechter verschij nen. Zij zouden een dienst AmsterdamArn hem hebben onderhouden. De ambtenaar van het O. M. requireerde tegen beide verdach ten f 300 boete, subs. 60 dagen hechtenis. De verdediger merkte in zijn pleidooi schert send op: „het publiek is zoo op deze „excur sies" gesteld, dat er na het paling- en aard- appeloproer wel eens een autobusoproer zou kunnen volgen." De Kantonrechter achtte dit een ontoelaat bare opmerking. PI. drong aan op vrijspraak subs, op cle mentie. De Kantonrechter overwoog, dat de wet hem verbiedt de juistheid van eenig we'tclijk voorsch.ift te beoordeelor. Hij lv>eft deze slechts te handhaven. Spr. veroordeelde den eenen broer, die reeds eerder heeft terecht gestaan, tot een voorwaardelijke hechtenis van zeven dagen en den anderen tot f 100 subs. 20 dagen hechtenis. Daarna stond een inwoner van Zwolle te recht, die tusschen Amsterdam en Zwolle heeft gereden. De eisch luidde f 100 subs. 50 dagen. Vonnis: zeven dagen voorwaardelijke hech tenis. Op hem volgde de ondernemer T., die per sonen heeft vervoerd op het traject Amers foortAmsterdam! Evenals de vorige ver dachten voerde ook hij aan, een gezelschap te hebben vervoerd. Het O. M. requireerde f 74 boete of f 25 da gen hechtenis. De verdediger verzocht uitstel der behan deling om de juiste data, waarop gezelschap pen zijn vervoerd nader te onderzoeken. De Kantonrechter hield de zaak 14 da gen aan. Wegens dood door schuld. De Amsterdamsche Rechtbank veroordeelde Dinsdag den Commissionair in Effecten H. S. uit Amsterdam, wegens het veroorzaken van dood door schuld, tot een hechtenisstraf van zes maanden, benevens intrekking van het rijbewijs voor den tijd van één jaar. Het O. M. had vier maanden hechtenis en intrek king van liet rijbewijs gedurende één jaar ge- requireerd. Óp den avond van 2 Juli reed verd. met zijn auto op den Rijksweg AmsterdamBussum in de richting Bussum. Verdachte, die onder invloed van sterken drank verkeerde, reed op zeker oogenblik aan de linkerzijde van den weg achteruit, met het noodlottig gevolg, dat de auto in botsing kwam met een achter hem aankomende motorfiets. De berijder en de duopassagier werden op straat geslingerd en de laatste werd zoo ernstig gewond, dat hij korten tijd later overleed. Een halve eeuw geleden. Uit Haarlem's Dagblad van 1885. IETS TE VRAGEN? IETS AAN TE BIEDEN? DOE HET DOOR MIDDEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD. Dat is de zekerste en goed- kpopste weg naar een goed resultaat. Kleine advertenties, 10 cent per regel in HAARLEM'S DAGBLAD DIEFSTAL UIT KRUIDENIERSWINKEL. Het Gerechtshof te Amsterdam veroordeelde twee kruideniersbedienden en een chauffeur wegens diefstal en heling van goederen uit een kruidenierswinkel te Haarlem ieder tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. De rechtbank te Haarlem had het drietal tot vier maanden veroordeeld. Het O. M. had bevestiging van de vonnissen erequireerd. Inbrakenserie te Huizen opgehelderd. Drie jongens gearresteerd. De politie van Huizen heeft Dinsdag een drietal Huizer jongemannen aangehouden, die de daders blijken te zijn van een geheele serie inbraken en diefstallen, welke in gemeente de laatste maanden zijn gepleegd en tot dusverre onopgehelderd waren geble ven. Gearresteerd zijn de 19-jarige Kr., de 19-jarige KL, en de 15-jarige R. Het onder zoek heeft uitgewezen, dat dit veelbelovend drietal zesmaal heeft ingebroken in een brood fabriek aan den Bcursweg. dat de jongens de daders zijn van een kaasdiefstal in een pak huis, dat zij tweemaal hebben ingebroken in een groentenmagazijn en daaruit hebben ontvreemd een kist met sinaasappelen en ver der bananen en druiven, dat zij voorts in twee ;roentewinkels hebben ingebroken, van een bakkerij de electrische buitenlamp hebben ge stolen, van een rijwiel bij de kleuterschool een belastingplaatje hebben weggenomen en in Blaricum een kist met ijzeren sloten en deurhengsels hebben ontvreemd. Een in braak in een tuinhuisje aan de Valkenveen- sche Laan leverde niets op. Op het politiebureau hebben de jongens deze inbraken en diefstallen bekend. Nadat zij waren gehoord door den burgemeester van Huizen, zijn zij ook voor den burgemeester van Blaricum geleid. Zij zullen ter beschik king van de justitie te Amsterdam worden gesteld. Een uitstapje van Maandagavond is het drietal noodlottig geworden. Te ongeveer 10 uur in den avond bemerkte de eigenaar van de broodfabriek aan den Beursweg, die toe vallig op dit uur nog in zijn zaak was, dat er een ruit werd ingedrukt. Toen hij toesnelde, namen de daders de vlucht, maar hij kon de politie toch aanwijzingen verschaffen, die tot de aanhouding der drie jongens hebben ge leid. (Aclv. Ingez. Med.) Een bloem en fruitstuk door G. J. J. van Os, In Teyler. De schilderij waarvan wij deze week een re productie geven, is in werkelijkheid niet groot van afmeting, zoo ongeveer veertig bij der tig centimeter doch op de reproductie af gaande, zoudt ge een veel grooter doek ver wachten. Een andere opmerkelijkheid is. dat ge met ons plaatje in handen, zoudt meenen dat het origineel een sterk kleurig doek met forsche tegenstellingen van licht en donker moet wezenen ook dit klopt niet met de werkelijkheid. Het is een heel fijn,, eenigs zins mat getint schilderij en de sterke leven digheid der tegenstellingen op de foto, is in origineel een veel zachter overgang van de blauwen naar de witten in de compositie. Het is een vaak voorkomend verschijnsel waar wij hier een voorbeeld van hebben, n.l. dat een foto, al is ze nog zoo uitmuntend, misleidend kan zijn voor de beoordeeling van de innerlijke qualiteiten van een kunstwerk. Er bestaat zelfs zoo iets van een gangbaar idéé, ook bij de schilders, dat een slecht schil derij meestal een betere foto produceert, dan een goed. Dat mag nu wel wat overdreven schijnen, het blijft een feit dat een grof ge schilderd doek door de verkleining en con centratie meestal wint en dat een schilderij met veel raffinement en subtiele nuanceering bijna niet langs eenvoudig fotografischen weg te reproduceeren valt. Daar zit nu weer tweeërlei aan vast: dat het beoordeelen van de qualiteit van een schil derij, alleen op foto, zonder het origineel ge zien te hebben, hoogst bedenkelyk is, en dat het voor den ervaren kunstliefhebber ge raden blijft zooveel mogelijk origineelen in de musea, tentoonstellingen enz. te gaan be kijken en zich niet met de plaatjes ernaar die slechts hulpmiddel zijn tevreden te stellen. Nu zouden wij bijna gezegd hebben, dat ons plaatje naar het aardige en decoratieve stukje van Van Os mooier is dan het origineel, en dat is de bedoeling niet. Er is alleen langs den foto-mechani- schen weg der repro ductie een zeer be paalde qualiteit van het werk naar voren gekomen en een an dere bijna onzicht baar geworden. Hem. die de moeite wil nemen met ons plaat je vóór de schilderij in Teyler te gaan staan, zal dat onmid dellijk duidelijk zijn, terwijl het met woor den alleen toch altijd bij benaderen blijft. Hij zal dan bijvoor beeld onmiddellijk zien, dat al reprodu- ceerende, de donker ste partijen der blau we druiven te zwart, de lichtste partijen der druiven op de schaal te wit werden. Dat geeft aan ons plaatje een zekere pittigheid, die men als overdreven her kent, wanneer men 't origineel voor zich heeft. De verdiensten van dit origineel zijn van anderen aard. In de eerste plaats, en dat accentueert onze foto heel duidelijk, de tee kencapaciteit van dezen G. J. J. van Os, die in de eerste 60 jaren der vorige eeuw werkte en die. wat compositie betreft, geheel in de tra ditie der zeventiende opging. Bloem en vruch tenstukken als dit herinneren levendig aan die steeds geweldig overladen composities die onze Vlaamsche en Hollandsche voorouders als smaak en appetijt opwekkende wanddeco raties in hun eetkamer wenschten. Die over- ladenheid die wij al bij Rachel Ruysch consorten ontmoeten, beantwoordde in de eerste plaats aan de eischen van den tijd, toen zij voor wie de schilders werkten, op het punt van overdaads étalage allerminst zuinig wa ren. In de tweede plaats stelde zij den makers eischen van technische handigheid, die echter uit den aard der zaak weer in routinewerk en navolging moest verloopen. De eenmaal aan vaarde compositie werd gemakkelijk door artisans, voor kamerbehangsels, dessus de porte etc. nagevolgd. Eerst in de tweede helft van de vorige eeuw komt de reactie, die eindigt met het onvermijdelijke potje met Oost-Indische kers, dat wij nog maandelijks op onzen rondgang langs de exposities te genkomen. Hoe hebben wij nu dezen Van Os, in zijn tijd een zeer gewaardeerd kunstenaar, in het algemeen tableau der schilderkunst te be schouwen? Als de geheele periode waarin hij leefde moet men ook zijn kunst als een interregnum, als een tusschending beschouwen, waarin herin nering en belofte beide aanwezig zijn. Herinneringde overladenheid der com positie, daar wezen wij reeds op, maar ook de kunstig marmer imiteerende plint waarop dat alles geëtaleerd staat, het sentimenteele takje vergeet-mij-nietjes dat tusschen de druiven uit, daarover afhangt, de calligraphische si< natuur met beschaduwde letters, dat alles is traditie. Alleen het bloemvaasje is typisch begin 19e eeuwsch; het is van Grieksch model en versiering, in den na-Napoleontischen tijd troef geworden. De belofte vindt ge misschien in de vier vijf losse anjers daar rechts boven. Daar zit een losse zwierigheid in, een zich geheel ver diepen in het picturale wezen van zulk een kleine bloem, die meer is dan het traditioneel „nach affen" der artisans en die, vijftig jaar later in een Fantin Latour den compleetsten uitbeelder zal gaan vinden. En wat ten slotte het voornaamste „eigenheid", die vindt ge in de kleurgamma van dit schilderij, die noch 17e eeuwsch, noch modern is, maar typeerend voor een eeuw te rug. In het voorafgaande is daarover al het een en ander gezegd, omdat de reproductie juist dat niet geven kon. Het is de fijne nuance van de waterverfteekening, die in zulk schilderen doorgaat, het met rustige zekerheid berekenen van allerlei te verkrijgen effecten en, zeer zeker, de groote parate kunde waar over de besten uit zijn tijd beschikten, die een schilder als Van Os nog altijd interessant doen zijn. Al welke eigenschappen zijn gene ratie voorbeschikt maakte om als leermees ters eener volgende op te treden. Al zijn van dezen G. J. J. van Os er, buiten den jong gestorven Haarlemmer Hendrik Ree kers, niet zoo velen bekend, zijn generatie was de opvoedster van een Mauve, Bosboom cn^ de verdere Haagsche school. 27 Februari: Heerlijk weder begunstigde den heden middag omstreeks vier uur alhier ge houden optocht van het Amerikaansche circus van den heer Pinder. Een tallooze menigte kwam dan ook van dit levendige en aantrekkelijke schouwspel genieten. De fraai geschilderde wagens, de paar den en de belangwekkende olifanten en kameelen, de rijders en rijderessen allen fraai uitgedost, enz. enz. boeiden zeer de aandacht. De zegewagens boden een indruk wekkend schouwspel aan, terwijl een flink muziekkorps, op den eersten wagen, het geheel verlevendigde. Het geheel deed denken aan een ontzag lijken triomftocht. Men moet Ameri kaan zijn om zooiets op die eigenaardige wijze te ondernemen. De reclame is uitstekend gevonden en voorzeker zal de zoo vlug opgeslagen tent, deze dagen een talloos publiek bij de voorstellingen bevatten. Door onze lens gesnapt. De heer S. C. de Haas van Dorsser. De heer De Haas van Dorsser, geboren 30 December 1889, behaalde, na zijn school opleiding en studie voor 't staatsexamen, zijn diploma's als candidaat-gemeentcsecre- taris en als leeraar staatsinrichting M.O. Daarna was hij op verschillende gemeente secretarieën werkzaam, o.a. te Hoorn en te Harderwijk (waar hij o.a. een werkzaam aan deel had aan de ontwikkeling en ontspanning van de Belgische geïnterneerde soldaten en aan de oprichting van de, inmiddels tot stand gekomen, Ambachtsschool aldaar) en ten slotte in Schoten. In Schoten werd de heer De Haas van Dorsser tot. secretaris benoemd, als opvolger van den heer De Jong. Bovendien was hij daar ambtenaar van den burgerlijken stand, administrateur van het grondbedrijf, secretaris van het georganiseerd overleg, enz. Op verzoek van den Commissaris der Ko ningin was hij van 1924 af tot de annexatie bovendien burgemeester van Spaarndam. Na de annexatie van Schoten en Spaarn dam werd de heer De Haas van Dorsser tot "raadslid gekozen. In verband met zijn benoe ming inmiddels tot secretaris van de ge- meentelichtbedrijven, kon hij het lidmaat schap niet aanvaarden. 1 Augustus 1929 trad hij op als directeur van het Armwezen alhier, onder den toenmaligen voorzitter van het burgerlijk armbestuur, Mr. J. N. J. E. Heer kens Thijssen, die als tijdelijk burgemeester van Schoten den heer de Haas van Dorsser als gemeente-secretaris eenige jaren aan het werk had gezien. Op 1 Januari 1933 werd hij, door de ophef fing van het Burgerlijk Armbestuur directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon. In Schoten was de heer de Haas van Dorsser o.a. voorzitter van de Oranjevereeniging en van het kerkbestuur van de N.H. gemeente. Door de omvangrijke taak, die hij heeft, be paalt hij zich thans zooveel mogelijk tot zijn ambt en tot hetgeen daaraan verbonden is. Zoo is hij voorzitter van de, het vorig jaar, op zijn initiatief, tot stand gekomen Veree- niging van directeuren van Maatschappelijk Hulpbetoon, terwijl hij hoofdredacteur is van het halfmaandelijksch blad „Maatschappelijk Hulpbetoon". Sinds een aantal jaren is hij bovendien be stuurslid-secretaris van de provinciale afdee ling van den Ned. Bond van Gemeenteambte naren. welke functie hij, uit oude liefde tot zijn oorspronkelijke vak het gemeente- beheer is blijven vervullen. Zoon schoot op zijn vader. Beiden hadden herhaaldelijk ruzie. Te Stiens heeft de 18-jarige P. de W., die» herhaalde malen oneenigheid had met zijn vader, dezen op het erf bij zijn woning aan gevallen, door het lossen van een schot hagel. De vader werd in den rug getroffen en moest naar het ziekenhuis te Leeuwarden worden vervoerd. De dader is door de politie gearres teerd. De toestand van den vader is ernstig, J. H. DE BOIS. doch niet levensgevaarlijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5