De drankwetswijziging is goedgekeurd.
Kruidt Uw sausen met HONIG's BOUILLONBLOKJES
6 voor 10 cent
Haarlem's Kunstschatten.
WOENSDAG 27 FEBRUARI '35
HAARLEM'S DAGBLAD
3
TWEEDE KAMER
Yerbindend'verklaring ondernemersovereenkomsten aangesneden.
Drop (Ë.D.A.P.j
's-Gravenhage, Dinsdag.
De heer Wijnkoop, die zich vorige week,
toen de Kamer hem zijn interpellatie over
den noodtoestand in het boeren- en tuin-
dersbedrijf weiger
de, de gelegenheid
om propaganda te
maken, had zien
ontgaan, was Vrij
dag met het verzoek
gekomen om te mo
gen interpelleeren
oiver den noodtoe
stand in het mijn-
gebied en hetgeen de
Regeering in ver
band met den toe
stand denkt te
doen.
Nu kon niet ont
kend worden, dat de
toestand in het mijn
gebied in Verband met het zeer dreigende
conflict Dij de particuliere mijnen voor de
urgentie van een bespreking in de Kamer
pïèitte. Zoodat de heer Wijnkoop wel wat
'meer kans had dan met zijn aanvrage inzake
boeren en tuinders.
Inmiddels was er verandering in den toe
stand gekomen. De Rijksbemiddelaar, mr.
Aalberse, kreeg Maandag gedaan dat de
mijndirecties en de werknemersorganisaties
overeen kwamen omtrent de handhaving van
den status quo tot April.
Daarmede nu had een interpellatie heel
veel van haar urgentie verloren. En van die
urgentie bleef nog minder over, nu verwacht
mag worden, dat het wetsontwerp inzake de
contingenteering van den invoer van steen
kolen, waarbij allerwaarschijnlijkst de toe
standen in het mijnbedrijf in hun geheelen
omvang en dan behoorlijk schriftelijk
voorbereid zullen kunnen worden bespro
ken, tijdig voor 1 April in behandeling zal
kunnen komen.
Een en ander was voor den voorzitter vol
doende reden om voor te stellen het interpel-
latieverzoek niet in te willigen. En de Kamer
bleek het wel met hem eens. Niet heelemaal
ongefundeerd was evenwel de opmerking van
den heer Drop dat het, omdat het Voorloopig
Verslag nog niet is verschenen, niet volstrekt
vaststaat dat bij het Afdeelingsonderzoek
van het contingenteeringsontwerp over den
algemeenen toestand van het mijnbedrijf
werd gesproken en dat dus nog niet met ab
solute zekerheid kan worden gezegd, dat bij
de behandeling van het ontwerp de alge-
meene toestand in de discussies zal kunnen
worden betrokken.
Waarom de voorzitter verstandig deed na
der voor te stellen de beslissing op het in-
terpellatieverzoek aan te houden: zoodat. des
noodig toch altijd nog kan worden geïnter
pelleerd.
Dit was een betere oplossing, dan die.
welke door den heer Drop aan de hand werd
gedaan, toen hij adviseerde de interpellatie
toe te staan, doch de behandeling te stellen
op nader te bepalen dag; waarbij dan de in
terpellatie, als zij inderdaad overbodig zou
blijken in verband met het contingentee
ringsontwerp. altijd nog zou kunnen wor
den ingetrokken. Hier zou echter het al of
niet doorgaan der interpellatie afhangen
van de bereidwilligheid des heeren Wijn
koop, terwijl de Kamer nu zij zonder hoof
delijke stemming het nadere voorstel van
haar president aannam het zelf in de hand
houdt of er al of niet wordt geïnterpelleerd,
wat wel zoo secuur is.
Niet al te lang heeft
de Kamer zich bezig
gehouden met een
wijziging der Drank
wet: anders altijd
oorzaak tot langduri
ge en warme discus
sies. Inschikkelijk
heid van Minister en
Kamer heeft er toe
geleid, dat vrij spoe
dig het wetsontwerp
zonder hoofdelijke
stemming kon worden
goedgekeurd.
Het wetsontwerp
beoogt een leemte in
de Drankwet aan te
vullen. De Drankwet van 1932 wilde een einde
maken aan het verpachten van vergunnin
gen. En dat is ook vrijwel gelukt, door de bepa
ling, dat eigenaars van vergunningen hun
vergunning zelf moeten exploiteeren. Evenwel
was er dit gaatje, dat de wet niet verbood
een uitspraak in den Hoogen Raad maakte
dat uit dat eigenaars van vergunningen
hun verlof tot verkoop van zwa-k-alcoholische
dranken, dat vanzelf verbonden is aan een
vergunning, door een ander laten exploiteeren.
En dit gaatje wil hét ontwerp dichten met de
bepaling, dat een vergunning in haar vollen
omvang door den eigenaar zelf moet worden
geëxploiteerd.
De heeren Boon en Kortenhorst vonden dit
niet zoo noodig, vooral omdat de toestanden
in het café- en restaurantbedrijf toch al zoo
slecht zijn tegenwoordig. Zij wilden de quaes-
tie liever nog maar eens bekijken bij een al-
gemeene herziening der Drankwet.
Mevrouw BakkerNort en de heeren Suring
en Smeenk waren het echter met Minister
Slotemaker de Bruine eens, dat men de
Drankwet aan haar bedoeling moet doen be
antwoorden dat dus het wijzigingsontwerp
moest worden aangenomen. Wat dan ook, zoo
als we reeds zeiden, gebeurde.
Wel kwam de Minister den heer Boon tege
moet met een verlenging in den overgangs
termijn, waarop trouwens ook door anderen
was aangedrongen. Z.Ex. vond goed, dat eerst
op Mei 1937 inplaats van op 1 Juni 1936 de
aanpassing aan den nieuwen toestand moet
zijn tot stand gekomen. Waarop de heer Boon
zijn amendement, dat 1 Mei 1938 wilde, introk.
En dan zegde de Minister ook toe, dat hij de
voorbereiding eener eenigszins wijdere tech
nische herziening der Drankwet zou doen be
spoedigen.
Een amendement-Boon om rechtspersonen,
die zich uitsluitend bestrijding of voorko
ming van drankmisbruik ten doel stellen (be
doeld was de Volksbond tegen Drankmisbruik)
vrij te stellen van betaling van verlofrecht,
was verworpen met 40 tegen 39 stemmen,
waarbij tegenstemden de R.K. behalve de heer
van de Bilt, de A.R., de C.H. en de Staatk.
Geref. ij
De Minister had tegen het amendement
aangevoerd, dat het den Volksbond zou be-
voordeelen tegenover gewone verlofhouders,
die het toch al zoo benauwd hebben.
De behandeling van het zoo belangrijke wets
ontwerp betreffende het algemeen verbin
dend en onverbindend verklaren van onder
nemers overeenkomsten werd ingezet met een
korte rede van den heer Albarda, die in het
ontwerp ziet de tweede stap (de eerste was de
Bedrijfsradenwet) naar de bedrijfsordening,
die als een urgentie wordt gevoeld en die de
maatschappij moet redden van den ondergang
naar den chaos, waarin zij onherroepelijk
zou vervallen indien het liberale laisser faire
niet werd prijsgegeven. En nu is het ontwerp
wel niet veel meer dan een raamwet, een be
scheiden en schuchtere poging, maar het
heeft toch ook groote principieele beteekenis.
Waarom de Sociaal Democraten het toe
juichen.
De heer Westerman wees het ontwerp aller
minst af alleen wilde hij een middel zien ge
vonden om den consumenten meer invloed te
geven, bijvoorbeeld in den Raad van Advies.
De Christelijk Historischen heer Rutgers van
Rozenburg kon over het ontwerp niet juichen.
Hij was bang voor prijsstijging. En hij wilde
maar liever aan de wet een tijdelijk karakter
even.
Dit vondt evenwel onmiddellijk bestrijding
bij den heer Goseling, den laatsten spreker
van vandaag, die in het ontwerp niet ziet een
middel tot wegordening van den crisis, doch
een blijvende verordening van structureele
ordening, en die betoogde, dat het ontwerp
geheel in overeenstemming is met het pro
gram der R.K. Staatspartij.
EERSTE KAMER
Actie der landbouworganisaties.
In de te Den Haag gehouden vergadering
der eerste afdeeling van het Kon. Ned. Land-
bouwcomité werd besloten inzake de beper
king van de rundveestapel de andere Centrale
Landbouworganisatie voor te stellen, geza
menlijk bij de regeering aan te dringen op op
hefing van de beperking, welke voor de over
neming van zoogenaamde reactiedieren is in-
jesteld. De gelegenheid om de veestapel te
saneeren door het op groote schaal opruimen
van reactiedieren is thans bijzonder gunstig
en keert misschien nimmer terug.
Waterstaatsbegrooting aan
de orde.
Mi. G. A. Boon (V.B
De Eerste Kamer was gevorderd tot de Wa
terstaatsbegrooting. En zij heeft over deze
genoeglijke begrooting genoeglijk gepraat.
Er kwam, als te doen gebruikelijk is. veel en
velerlei aan de orde. En dat was niet alle
maal even belangrijk.
De heer Andriessen bepleitte vermoede
lijk niet erg hoopvol, want de Regeering wil
er niet aan opneming van de collectieve
contractbepalingen in de Rijksbestekken.
Een algemeene verkeerswet ook bepleit
door den heer Janssen de Limpens en pu
blicatie der rapporten over de Uiver-ramp
waren o.m. de wenschen van den heer Ter
Haar.
De heer Heerkens Thijssen trok zich de
verkeersmoeilijkheden voor blinden en slecht
hoorenden aan. Hij wil hen voorzien van her
kenningsteekenen.
Dat de verbetering der afwatering van
Westelijk Noord-Brabant ook nu werd bepleit
door den onvermoeiden heer A. Savornin
Lohman, spreekt vrijwel van zelf. Met klem
drong hij er op aan. dat betere verbindingen
Zeeuwsch-Vlaander en uit zijn isolement zul
len bevrijden.
Maatregelen tegen wilde autobusdiensten,
vroeg de heer Moltmaker, die een oude liefde
voor de spoorwegen heeft behouden. Wat
hem niet belette om de spoorwegen voor te
houden dat ze meer moeten tegemoet ko
men aan de wenschen van 'het publiek.
Ook de personeelsbelangen werden niet
vergeten.
De Minister van Waterstaat ad interim,
Z.Ex, Colijn, hield zich aan de traditie en
beloofde overweging. Overweging, die hij
zelfs kan overlaten aan den nieuwen Minis
ter van Waterstaat.
Saneering van den veestapel.
Vaste klanten van den
kantonrechter.
Automobilist zwaar gestraft.
Ondernemers van „wilde diensten"
veroordeeld.
Het aantal autobusexploitanten, dat voor
den Kantonrechter terecht heeft gestaan, is
Donderdagmorgen weer belangrijk toegenomen
Het eerst moesten de gebroeders P. voor
den Amsterdamschen kantonrechter verschij
nen. Zij zouden een dienst AmsterdamArn
hem hebben onderhouden. De ambtenaar van
het O. M. requireerde tegen beide verdach
ten f 300 boete, subs. 60 dagen hechtenis.
De verdediger merkte in zijn pleidooi schert
send op: „het publiek is zoo op deze „excur
sies" gesteld, dat er na het paling- en aard-
appeloproer wel eens een autobusoproer zou
kunnen volgen."
De Kantonrechter achtte dit een ontoelaat
bare opmerking.
PI. drong aan op vrijspraak subs, op cle
mentie.
De Kantonrechter overwoog, dat de wet
hem verbiedt de juistheid van eenig we'tclijk
voorsch.ift te beoordeelor. Hij lv>eft deze
slechts te handhaven. Spr. veroordeelde den
eenen broer, die reeds eerder heeft terecht
gestaan, tot een voorwaardelijke hechtenis
van zeven dagen en den anderen tot f 100
subs. 20 dagen hechtenis.
Daarna stond een inwoner van Zwolle te
recht, die tusschen Amsterdam en Zwolle heeft
gereden. De eisch luidde f 100 subs. 50 dagen.
Vonnis: zeven dagen voorwaardelijke hech
tenis.
Op hem volgde de ondernemer T., die per
sonen heeft vervoerd op het traject Amers
foortAmsterdam! Evenals de vorige ver
dachten voerde ook hij aan, een gezelschap
te hebben vervoerd.
Het O. M. requireerde f 74 boete of f 25 da
gen hechtenis.
De verdediger verzocht uitstel der behan
deling om de juiste data, waarop gezelschap
pen zijn vervoerd nader te onderzoeken.
De Kantonrechter hield de zaak 14 da
gen aan.
Wegens dood door schuld.
De Amsterdamsche Rechtbank veroordeelde
Dinsdag den Commissionair in Effecten H.
S. uit Amsterdam, wegens het veroorzaken
van dood door schuld, tot een hechtenisstraf
van zes maanden, benevens intrekking van
het rijbewijs voor den tijd van één jaar. Het
O. M. had vier maanden hechtenis en intrek
king van liet rijbewijs gedurende één jaar ge-
requireerd.
Óp den avond van 2 Juli reed verd. met zijn
auto op den Rijksweg AmsterdamBussum
in de richting Bussum. Verdachte, die onder
invloed van sterken drank verkeerde, reed op
zeker oogenblik aan de linkerzijde van den
weg achteruit, met het noodlottig gevolg, dat
de auto in botsing kwam met een achter hem
aankomende motorfiets. De berijder en de
duopassagier werden op straat geslingerd en
de laatste werd zoo ernstig gewond, dat hij
korten tijd later overleed.
Een halve eeuw geleden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
IETS TE VRAGEN?
IETS AAN TE BIEDEN?
DOE HET DOOR MIDDEL VAN
HAARLEM'S DAGBLAD.
Dat is de zekerste en goed-
kpopste weg naar een goed
resultaat. Kleine advertenties,
10 cent per regel in
HAARLEM'S DAGBLAD
DIEFSTAL UIT KRUIDENIERSWINKEL.
Het Gerechtshof te Amsterdam veroordeelde
twee kruideniersbedienden en een chauffeur
wegens diefstal en heling van goederen uit
een kruidenierswinkel te Haarlem ieder tot
een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier
maanden.
De rechtbank te Haarlem had het drietal
tot vier maanden veroordeeld.
Het O. M. had bevestiging van de vonnissen
erequireerd.
Inbrakenserie te Huizen
opgehelderd.
Drie jongens gearresteerd.
De politie van Huizen heeft Dinsdag een
drietal Huizer jongemannen aangehouden,
die de daders blijken te zijn van een geheele
serie inbraken en diefstallen, welke in
gemeente de laatste maanden zijn gepleegd
en tot dusverre onopgehelderd waren geble
ven.
Gearresteerd zijn de 19-jarige Kr., de
19-jarige KL, en de 15-jarige R. Het onder
zoek heeft uitgewezen, dat dit veelbelovend
drietal zesmaal heeft ingebroken in een brood
fabriek aan den Bcursweg. dat de jongens de
daders zijn van een kaasdiefstal in een pak
huis, dat zij tweemaal hebben ingebroken in
een groentenmagazijn en daaruit hebben
ontvreemd een kist met sinaasappelen en ver
der bananen en druiven, dat zij voorts in twee
;roentewinkels hebben ingebroken, van een
bakkerij de electrische buitenlamp hebben ge
stolen, van een rijwiel bij de kleuterschool
een belastingplaatje hebben weggenomen en
in Blaricum een kist met ijzeren sloten en
deurhengsels hebben ontvreemd. Een in
braak in een tuinhuisje aan de Valkenveen-
sche Laan leverde niets op.
Op het politiebureau hebben de jongens
deze inbraken en diefstallen bekend. Nadat zij
waren gehoord door den burgemeester van
Huizen, zijn zij ook voor den burgemeester
van Blaricum geleid. Zij zullen ter beschik
king van de justitie te Amsterdam worden
gesteld.
Een uitstapje van Maandagavond is het
drietal noodlottig geworden. Te ongeveer 10
uur in den avond bemerkte de eigenaar van
de broodfabriek aan den Beursweg, die toe
vallig op dit uur nog in zijn zaak was, dat er
een ruit werd ingedrukt. Toen hij toesnelde,
namen de daders de vlucht, maar hij kon de
politie toch aanwijzingen verschaffen, die tot
de aanhouding der drie jongens hebben ge
leid.
(Aclv. Ingez. Med.)
Een bloem en fruitstuk door
G. J. J. van Os, In Teyler.
De schilderij waarvan wij deze week een re
productie geven, is in werkelijkheid niet groot
van afmeting, zoo ongeveer veertig bij der
tig centimeter doch op de reproductie af
gaande, zoudt ge een veel grooter doek ver
wachten. Een andere opmerkelijkheid is. dat
ge met ons plaatje in handen, zoudt meenen
dat het origineel een sterk kleurig doek met
forsche tegenstellingen van licht en donker
moet wezenen ook dit klopt niet met de
werkelijkheid. Het is een heel fijn,, eenigs
zins mat getint schilderij en de sterke leven
digheid der tegenstellingen op de foto, is in
origineel een veel zachter overgang van de
blauwen naar de witten in de compositie.
Het is een vaak voorkomend verschijnsel
waar wij hier een voorbeeld van hebben, n.l.
dat een foto, al is ze nog zoo uitmuntend,
misleidend kan zijn voor de beoordeeling van
de innerlijke qualiteiten van een kunstwerk.
Er bestaat zelfs zoo iets van een gangbaar
idéé, ook bij de schilders, dat een slecht schil
derij meestal een betere foto produceert, dan
een goed. Dat mag nu wel wat overdreven
schijnen, het blijft een feit dat een grof ge
schilderd doek door de verkleining en con
centratie meestal wint en dat een schilderij
met veel raffinement en subtiele nuanceering
bijna niet langs eenvoudig fotografischen
weg te reproduceeren valt.
Daar zit nu weer tweeërlei aan vast: dat
het beoordeelen van de qualiteit van een schil
derij, alleen op foto, zonder het origineel ge
zien te hebben, hoogst bedenkelyk is, en
dat het voor den ervaren kunstliefhebber ge
raden blijft zooveel mogelijk origineelen in
de musea, tentoonstellingen enz. te gaan be
kijken en zich niet met de plaatjes ernaar
die slechts hulpmiddel zijn tevreden te
stellen.
Nu zouden wij bijna gezegd hebben, dat ons
plaatje naar het aardige en decoratieve stukje
van Van Os mooier
is dan het origineel,
en dat is de bedoeling
niet. Er is alleen langs
den foto-mechani-
schen weg der repro
ductie een zeer be
paalde qualiteit van
het werk naar voren
gekomen en een an
dere bijna onzicht
baar geworden. Hem.
die de moeite wil
nemen met ons plaat
je vóór de schilderij
in Teyler te gaan
staan, zal dat onmid
dellijk duidelijk zijn,
terwijl het met woor
den alleen toch altijd
bij benaderen blijft.
Hij zal dan bijvoor
beeld onmiddellijk
zien, dat al reprodu-
ceerende, de donker
ste partijen der blau
we druiven te zwart,
de lichtste partijen
der druiven op de
schaal te wit werden.
Dat geeft aan ons
plaatje een zekere
pittigheid, die men
als overdreven her
kent, wanneer men 't
origineel voor zich
heeft.
De verdiensten van
dit origineel zijn van
anderen aard. In de
eerste plaats, en dat
accentueert onze foto
heel duidelijk, de tee
kencapaciteit van
dezen G. J. J. van Os,
die in de eerste 60 jaren der vorige eeuw werkte
en die. wat compositie betreft, geheel in de tra
ditie der zeventiende opging. Bloem en vruch
tenstukken als dit herinneren levendig aan
die steeds geweldig overladen composities die
onze Vlaamsche en Hollandsche voorouders
als smaak en appetijt opwekkende wanddeco
raties in hun eetkamer wenschten. Die over-
ladenheid die wij al bij Rachel Ruysch
consorten ontmoeten, beantwoordde in de
eerste plaats aan de eischen van den tijd, toen
zij voor wie de schilders werkten, op het punt
van overdaads étalage allerminst zuinig wa
ren. In de tweede plaats stelde zij den makers
eischen van technische handigheid, die echter
uit den aard der zaak weer in routinewerk en
navolging moest verloopen. De eenmaal aan
vaarde compositie werd gemakkelijk door
artisans, voor kamerbehangsels, dessus de
porte etc. nagevolgd. Eerst in de tweede
helft van de vorige eeuw komt de reactie, die
eindigt met het onvermijdelijke potje met
Oost-Indische kers, dat wij nog maandelijks
op onzen rondgang langs de exposities te
genkomen.
Hoe hebben wij nu dezen Van Os, in zijn
tijd een zeer gewaardeerd kunstenaar, in het
algemeen tableau der schilderkunst te be
schouwen?
Als de geheele periode waarin hij leefde moet
men ook zijn kunst als een interregnum, als
een tusschending beschouwen, waarin herin
nering en belofte beide aanwezig zijn.
Herinneringde overladenheid der com
positie, daar wezen wij reeds op, maar ook de
kunstig marmer imiteerende plint waarop dat
alles geëtaleerd staat, het sentimenteele takje
vergeet-mij-nietjes dat tusschen de druiven
uit, daarover afhangt, de calligraphische si<
natuur met beschaduwde letters, dat alles is
traditie. Alleen het bloemvaasje is typisch
begin 19e eeuwsch; het is van Grieksch model
en versiering, in den na-Napoleontischen tijd
troef geworden.
De belofte vindt ge misschien in de vier
vijf losse anjers daar rechts boven. Daar zit
een losse zwierigheid in, een zich geheel ver
diepen in het picturale wezen van zulk een
kleine bloem, die meer is dan het traditioneel
„nach affen" der artisans en die, vijftig jaar
later in een Fantin Latour den compleetsten
uitbeelder zal gaan vinden.
En wat ten slotte het voornaamste
„eigenheid", die vindt ge in de kleurgamma
van dit schilderij, die noch 17e eeuwsch, noch
modern is, maar typeerend voor een eeuw te
rug. In het voorafgaande is daarover al het
een en ander gezegd, omdat de reproductie
juist dat niet geven kon. Het is de fijne
nuance van de waterverfteekening, die in zulk
schilderen doorgaat, het met rustige zekerheid
berekenen van allerlei te verkrijgen effecten
en, zeer zeker, de groote parate kunde waar
over de besten uit zijn tijd beschikten, die een
schilder als Van Os nog altijd interessant
doen zijn. Al welke eigenschappen zijn gene
ratie voorbeschikt maakte om als leermees
ters eener volgende op te treden.
Al zijn van dezen G. J. J. van Os er, buiten
den jong gestorven Haarlemmer Hendrik Ree
kers, niet zoo velen bekend, zijn generatie was
de opvoedster van een Mauve, Bosboom cn^ de
verdere Haagsche school.
27 Februari:
Heerlijk weder begunstigde den heden
middag omstreeks vier uur alhier ge
houden optocht van het Amerikaansche
circus van den heer Pinder. Een tallooze
menigte kwam dan ook van dit levendige
en aantrekkelijke schouwspel genieten.
De fraai geschilderde wagens, de paar
den en de belangwekkende olifanten en
kameelen, de rijders en rijderessen
allen fraai uitgedost, enz. enz. boeiden
zeer de aandacht.
De zegewagens boden een indruk
wekkend schouwspel aan, terwijl een
flink muziekkorps, op den eersten
wagen, het geheel verlevendigde. Het
geheel deed denken aan een ontzag
lijken triomftocht. Men moet Ameri
kaan zijn om zooiets op die eigenaardige
wijze te ondernemen.
De reclame is uitstekend gevonden en
voorzeker zal de zoo vlug opgeslagen
tent, deze dagen een talloos publiek bij
de voorstellingen bevatten.
Door onze lens gesnapt.
De heer S. C. de Haas van Dorsser.
De heer De Haas van Dorsser, geboren 30
December 1889, behaalde, na zijn school
opleiding en studie voor 't staatsexamen,
zijn diploma's als candidaat-gemeentcsecre-
taris en als leeraar staatsinrichting M.O.
Daarna was hij op verschillende gemeente
secretarieën werkzaam, o.a. te Hoorn en te
Harderwijk (waar hij o.a. een werkzaam aan
deel had aan de ontwikkeling en ontspanning
van de Belgische geïnterneerde soldaten en
aan de oprichting van de, inmiddels tot stand
gekomen, Ambachtsschool aldaar) en ten
slotte in Schoten. In Schoten werd de heer
De Haas van Dorsser tot. secretaris benoemd,
als opvolger van den heer De Jong. Bovendien
was hij daar ambtenaar van den burgerlijken
stand, administrateur van het grondbedrijf,
secretaris van het georganiseerd overleg, enz.
Op verzoek van den Commissaris der Ko
ningin was hij van 1924 af tot de annexatie
bovendien burgemeester van Spaarndam.
Na de annexatie van Schoten en Spaarn
dam werd de heer De Haas van Dorsser tot
"raadslid gekozen. In verband met zijn benoe
ming inmiddels tot secretaris van de ge-
meentelichtbedrijven, kon hij het lidmaat
schap niet aanvaarden. 1 Augustus 1929 trad
hij op als directeur van het Armwezen alhier,
onder den toenmaligen voorzitter van het
burgerlijk armbestuur, Mr. J. N. J. E. Heer
kens Thijssen, die als tijdelijk burgemeester
van Schoten den heer de Haas van Dorsser
als gemeente-secretaris eenige jaren aan het
werk had gezien.
Op 1 Januari 1933 werd hij, door de ophef
fing van het Burgerlijk Armbestuur directeur
van Maatschappelijk Hulpbetoon.
In Schoten was de heer de Haas van Dorsser
o.a. voorzitter van de Oranjevereeniging en
van het kerkbestuur van de N.H. gemeente.
Door de omvangrijke taak, die hij heeft, be
paalt hij zich thans zooveel mogelijk tot zijn
ambt en tot hetgeen daaraan verbonden is.
Zoo is hij voorzitter van de, het vorig jaar,
op zijn initiatief, tot stand gekomen Veree-
niging van directeuren van Maatschappelijk
Hulpbetoon, terwijl hij hoofdredacteur is van
het halfmaandelijksch blad „Maatschappelijk
Hulpbetoon".
Sinds een aantal jaren is hij bovendien be
stuurslid-secretaris van de provinciale afdee
ling van den Ned. Bond van Gemeenteambte
naren. welke functie hij, uit oude liefde tot
zijn oorspronkelijke vak het gemeente-
beheer is blijven vervullen.
Zoon schoot op zijn vader.
Beiden hadden herhaaldelijk ruzie.
Te Stiens heeft de 18-jarige P. de W., die»
herhaalde malen oneenigheid had met zijn
vader, dezen op het erf bij zijn woning aan
gevallen, door het lossen van een schot hagel.
De vader werd in den rug getroffen en moest
naar het ziekenhuis te Leeuwarden worden
vervoerd. De dader is door de politie gearres
teerd. De toestand van den vader is ernstig,
J. H. DE BOIS. doch niet levensgevaarlijk.