5 TIEREN EN HCUNI ietsked otipiheeis zuurkool in wijn van: RIEP yicKS WOENSDAG 27 FEBRUARI '35 HAARLEM'S DAGBLAD HET TOONEEL. C REMER De Gemaskerde Venus. Onze Koninklijke Letterlievende Vereeni ging J. J. Cremer blijft haar principe om zoo veel mogelijk oorspronkelijke tooneelstukken voor het voetlicht te brengen, trouw. Ook gis teravond introduceerde zij te Haarlem een hier nog niet opgevoerd blijspel en wel De Gemaskerde Venus van A. J. Zoetmulder, den schrijver van Z.B.B.H.H., Het Gouden Juk, De Man van Karioth en De Vrouw, die ver loor. Het is eigenlijk de stof voor een tragi-come- die, die Zoetmulder in zijn Gemaskerde Venus verwerkt, want aan Walter Schlezing. den musicus, die in de sleur van het dagelijksch. klein-burgerlijk leven is verdord en verdroogd en, wanneer de omstandigheden daartoe lei den, nog eens maar tevergeefs de illusie en het geluk van de jeugd hoopt te doorleven, om daarna voor goed gedesillusionneerd, weer in den tredmolen van allen dag zijn burger lijk bestaan voort te zetten, is ontegenzeg gelijk een tragische kant. Van den vroeger en Walter Schlezing, die in zijn jonge jaren als dirigent aan een ope rette-gezelschap verbonden was en de muziek voor De Gemaskerde Venus heeft gecompo neerd, is bij den aanvang van het blijspel niets meer over. Sinds zijn huwelijk met zijn bazige en zeer conservatieve vrouw is hij enkel nog maar de muziekleeraar, die piano lessen geeft. Thuis heeft hij weinig of niets in te brengen en hij leidt het klein-burgerlijk bestaan van zoovelen zijner collega's; illusies heeft hij niet meer. Maar dan komt onverwachts een vriend uit zijn jeugd, Jaap Termate, de musicus, in wien de bohémien nog niet gestorven is, bij hem binnen vallen en deze brengt iets van de vroegere operette-sfeer in Schlezing's huis. Termate herinnert zijn vriend aan de dagen van vroeger en hij stelt hem voor met het operette-gezelschap, waaraan hij verbonden is, De Gemaskerde Venus op te voeren. Oude herinneringen worden weer wakker en Ter mate weet Schlezing zoo ver te brengen, dat deze zijn operette ter opvoering afstaat. Maar Schlezing heeft daarbij niet gerekend op zijn vrouw en zijn omgeving. Hij was een oogenblik vergeten ,dat hij ook kerk-organist was en dirigent van het gemengd koor „Hosiannah", welks bestuurders principieel sterk gekant zijn tegen lichte operettes met titels als De Gemaskerde Venus. Om roem en eer is het Schlezing echter allerminst te doen. De operette krijgt een anderen titel en de im- pressario, het voorbeeld van Heijermans met Ahasverus volgend, besluit 't werk te stellen op naam van een denkbeeldig, adelijk Russisch componist. Schlezing blijft dus achter de schermen en komt niet in conflict met het bestuur van Hosiannah, maar de korte terugkeer in de oude operette-sfeer heeft zijn bloed vlugger doen stroomen. Wanneer de operette-diva Sonja Kramath bij hem zal komen repeteeren op een avond, dat zijn vrouw uit is, bestelt hij een klein soupeetje, o, volstrekt niet met slechte bedoelingen, maar enkel om nog eens de illusie van zijn jeugd te beleven. Doch ook dat loopt mis, want de mooie Sonja verdwijnt met den im- pressario en Schlezing zou het soupeetje al leen hebben moeten nuttigen, wanneer niet toevallig Dora Drogaert, het vrouwelijk be stuurslid van zijn zangvereeniging op dat oogenblik bij hem was gekomen om hem den tekst van een door hem te componeeren feestlied voor te lezen. Dan neemt hij genoe gen met het surrogaat en mejuffrouw Dro gaert drinkt de champagne op, die voor Sonja Kramath bestemd was. Daarmee is ook de droom van Schlezing uit. Hij keert weer tot zijn oude leven terug en zelfs het groote succes van De Gemaskerde Venus van den Russischen componist kan hem er niet toe brengen uit het duister in het licht te treden. Hij blijft de muziekleeraar. die hij was. Wie eenmaal in den tredmolen loopt, kan daar niet meer uit. Dat is de les. die de Gemaskerde Venus hem heeft geleerd. Het is vooral door de teekening van Wal ter Schlezing, dat Zoetmulder zijn blijspel op het peil van de karakter-komedie heeft weten te houden. Hoeveel musici zijn niet, als deze Schlezing vol verwachting hun loopbaan be gonnen om later door het duffe bestaan in een kleine stad en den invloed van hun om geving als artist onder te gaan. Eigenlijk is het jammer, dat de schrijver het tooneeltje met de flesch rum en de sigaren in I, dat her inneringen opwekt aan oude Duitsche kluch ten, in zijn stuk heeft gebracht. "Het was immers niet noodig geweest vlin dezen musicus die in de volgende bedrijven zoo menscheli.ik en als kunstenaar zoo sympathiek handelt, een aan het vrouwelijk gezag zoo onderwor pen pantoffelheld te maken. Maar overigens leeft deze Schlezing ook in tal van fijne, mooie trekjes wel volkomen voor ons. En Jaap Termate, de meer luchthartige bohé mien is eveneens voortreffelijk geteekend. Het zijn deze twee musici, die ook door hun contrastwerking in hun rake karak teristiek vooral waarde geven aan dit blij spel, waarin de handeling volkomen logisch verloopt. Zoetmulder neemt niet zijn toe vlucht tot goedkoope kluchtspel-effecten, de bijfiguren zooals mevrouw Schlezing, Eva, het dochtertje, Sonja Kramath, de operette diva en Hidde Boomsma, de koopman zijn geen tooneel-cliché's en de dialoog is steeds van goeden, beschaafden huize. Cremer heeft met Zoetmulder s stuk giste ren een flink succes mogen behalen. Het best slaagden wel I en TV, dank zij vooral Henk Bakker en mej. Koorenblik, die beiden boven' de anderen uitblonken. Bakker bewees weer. dat in het karakterspel zijn groote kracht ge legen is. Zijn Jaap Termate welk 'n karak teristieken kop had hij zich gemaakt en hoe volkomen pasten die versleten pels en dat grijze vest bij dezen bohémien-musicus was een kleurrijke figuur. Bakker's spel tintelde van leven en vulde aldoor het tooneel. Dit was weer een van die voortreffelijke rollen van Bakker, die ons bij zullen blijven. En ook Agaath Koorenblik had als Dora Drogaert een zeer gelukkigen avond, "n Tikje carricatuur maar waarin het menschelijke toch geen moment zoek ging. Werkelijk uit stekend speelde zij haar laatste tooneeltje met Schlezing hoe goed, die angstige hou ding, wanneer Emma met de rekening komt en haar dankbare blik naar Schlezing. wan neer hij haar „reputatie" redt en het open doekje na die scène en welk 'n open doekje! was dan ook in alle opzichten verdiend. Het tweede bedrijf dat toch al niet het sterkst is kwam het minst tot zijn recht, Jgat voornamelijk aan Hirs te wijten waSj die in Hidde Boomsma blijkbaar zijn rol niet ge vonden had. Hij sprak heel onduidelijk en het tooneeltje met Schlezing mislukte dan ook door hem vrijwel geheel. Neen, dat was allermins den „Streber", dien Zoetmulder bedoeld heeft. Jac. Timmerman speelde gisteren als Schle zing zijn eerste groote rol. Timmerman heeft van dezen musicus een fijne figuur gemaakt en hij gaf vooral het zielige, min of meer tragische in dezen kunstenaar teer weer. Hoe knap en stemmingsvol speelde hij het slot! Het was voor een dilettant een zeer knappe prestatie; al valt het niet te ontkennen, dat een karakterspeler de verschillende momen ten veel meer zou hebben uitgespeeld. Als ..type" was deze Walter Schlezing ook uiterlijk bijzonder goed geslaagd, door sterker spel echter had de rol meer reliëf kunnen krijgen. Onze kritiek is al zoo lang geworden, dat wij verder kort moeten zijn. Emmy Fuchs die in het laatste seizoen wel zeer hard vooruit is gegaan was een allerliefste Eva, die vooral bekoorde door haar natuur lijk en gevoelig spel. Mabel Schimmel die ik voor het eerst zag spelen bracht uiter lijk veel meer voor de mooie Sonja Kramath maar ik denk mij een gevierde operette-diva toch levendiger en temperamentvoller. Van der Meer maakte iets heel aardigs van Hans Lemmink en accentueerde vooral het wat schuchtere en onbeholpene in dezen jongen, talentrijken leerling, verdienstelijk. Mevrouw Lucas gaf al haar routine aan de rol van Emma Schlezing. al zou ik niet durven be weren, d&t ik haar nooit beter heb gezien. Het best op dreef was zij tegen het slot in haar verontwaardiging over Schlezing's „stommiteit". Een zeer geslaagd type was het lid van den Kerkeraad van Schinkel, die zich terecht van chargeering wist te onthouden. En vergeten wij ook niet de goed gespeelde bij rolletjes van Lena, het dienstmeisje, van Co Fris en Nelly West, de leerlinge, van Nonny Mooyman. Juist met zulke kleine rolletjes kan zoo veel bedorven worden. Daar van was gisteren geen sprake. Zoo heeft Cremer dus veel genoegen van deze voorstelling gehad. Het publiek amphitheater en galerij waren ingenomen door de militairen van het garnizoen, die er in de pauze de vroolijkheid in brachten mt hun gezang heeft het stuk van Ziet- mulder hartelijk ontvangen en na elk be drijf warm geapplaudiseerd. J. B. SCHUIL. Jubileum Marie van Wesferhoven. Voor de viering van het diamanten tooneel- jubileum van Marie van Westerhoven in den Stadsschouwburg te Haarlem op Zondag 3 Maart heeft zich een comité gevormd, be staande uit de heeren Dr. Tjebbo Franken, voorzitter, Mr. Dr. F. A. Bijvoet, Henk Bakker, Ph. 'A. Deinum. J. M. C. Hoog, Joh. Kaart, M. S. Koops; W. Kruyshoop Jr., F. Primo, M. A. Reinalda, H. D. van der Sande en J. B. Schuil. „Bijna 78 jaar oud" zoo lezen wij in de circulaire van het comité „is Marie van Westerhoven nog.steeds actief, maakt zij het zware tooneelleven in Nederland, dat behalve in spelen ook bestaat in het vermoeiende rei zen en 'trekken vanu stad tot stad, mee. Dik wijls gebeurt het, dat zij eerst om 4 uur 's nachts per autobus thuis komt en om 10 uur al weer op de planken staat te repeteeren. Wie heeft geen bewondering voor een zoo groote vitaliteit en werkkracht. Maar niet daarom in de eerste plaats ver dient deze actrice van de oude garde gehul digd te worden. Zij is nog altijd in het volle bezit van haar talent en heeft ons vooral m de laatste jaren herhaaldelijk doen ge nieten van haar frisch, natuurlijk en innig spel." Het comité meent, dat ook te Haarlem een zoo zeldzaam jubileum, als deze bescheiden, maar groote actrice thans viert, niet onge merkt voorbij mag gaan en verzoekt daarom bijdragen voor een aan te bieden geschenk te willen zenden aan den secretaris-penning meester van het comité, den heer J. B. Schuil, Tuinwijklaan 33, postgiro nummer 80769. R. K. Rederijkerskamer „Alberdingk Thijm". Bonte Avond. In den Schouwburg aan den Jansweg heeft de R.K. Rederijkerskamer „Alberdingk Thijm" gisteren een Bonte Avond aan de donateurs en introducés aangeboden. Dat deze vertoo ning zoo goed is geslaagd, is vooral te danken geweest aan de heeren Nielen en Van Dijk, die het leeuwenaandeel van de werkzaamheden op zich hadden genomen. In dit tweetal beschikt de rederijkerskamer over een stel komieken, die door vrijmoedig heid van optreden, beheersching van gebaar en duidelijkheid van uitspraak een uitnemend figuur maken. Inzonderheid eerstgenoemde, die behalve als voorzitter van de vereeniging ook als conferencier optrad, had niet alleen officieel maar ook artistiek de leiding. Hij lanceert zijn koddige uitvallen met een rus tige en zelfverzekerde snaakschheid, die niet nalaat haar werking op het publiek uit te oefenen. Sop en Sok, aldus dient dit tweetal zich aan, hebben hun intree gemaakt als werkloozen op het Bureau van Arbeidsbemiddeling in Ner- gensland, maar ook verder op den avond bleven ze actueel met hun grappen over de nieuwe spelling, met hun liedje over het ver keer, waarbij Sok zich in de koddige uitrusting van een voetganger uit 1950 had gestoken, en als twee Maartsche katers. Lachwekkend was ook het spraakgebrek van Sop, dat tot allerlei misverstand aanleiding gaf. Behalve als conferencier en acteur onder scheidde de voorzitter zich nog als auteur van de origineel geensceneerde schets „Het lied zonder titel", dat een meer sentimenteeel ka rakter droeg. Een gezin luistert naar de radio in de huiskamer, waarin de ouders treuren over het verlies van hun veelbelovenden zoon, die zijn studie heeft afgebroken om aan het tooneel te gaan. Zonder dat zij er op bedacht zijn, klinkt dan zijn stem uit de luidspreker, want als radio-zanger geeft hij een lied ten beste, dat voor de moeders is bestemd en waarin hij zijn moeder vraagt, met goede ge voelens aan hem te denken. Ernstiger van toon was een fragment uit iets heel aparts en fijns?? TEL 10587 ii<jS6 R(KB3H GS HOUTSTR 89 (Adv. Ingez. Med.) een Vlaamsch leekenspel „Abrahams offer", dat na de pauze al de grappigheid afwisselde. Een stemmige vioolsolo leidde dit tafereel in. waardoor de overgang geleidelijk werd, en men niet geheel onvoorbereid voor dit Bijbel- sche spel kwam te staan. Door de toepasselijke muzikale illustratie, zorgvuldig uitgevoerd door het orkest onder kapelmeester Nibbe- ring, het goed opgestelde decor en de wei- overdachte verlichting, maar ook door het sober en zonder te veel pathos gespeelde en voorgedragen tafereel kwam dit ernstige num mer geheel tot zijn recht en de zaal was merk baar onder den indruk van het gewijde. Daarom was het jammer, dat men dit nummer niet geheel aan het slot had ge plaatst, want de pardoes na het verdwijnen van de Bijbelsche personen zijn komische en- trée herhalende conferencier detoneerde voor sommige nog onder den indruk verkee- rende bezoekers op ietwat stuitende wijze. Aardig was de onder leiding van den heer Leo Duijn ingestudeerde Klompendans tus- schen een bekoorlijk molen-decor, een waar dige finale van dezen Bonten Avond. H. G. CANNEGIETER. MUZIEK. CONCERT DER H.O.V. De medewerking van onze beroemde inter national mevr. Jo Vincent en de daarmee in verband staande programmakeuze gaven aan het H.O.V.-concert van 26 Februari een bij zondere beteekenïs. Een record-aantal be zoekers was dan ook aanwezig toen Frits Schuurman het sein voor den aanvang gaf. Terstond na den forschen aftrap in Beet hoven's Fidelio-Ouverture kwamen de ge broeders Corni naar voren. Snel wisselde het spel. maar men moest tot zijn leedwezen er varen, dat meerdere leden der Blazersclub het met de zuiverheid niet zoo nauw namen. Intusschen liet Schuurman doorspelen. La ter. bij de hervatting van de hoofdthema- groep. kwamen de strijkers in het gedrang. Het scoren was in 't algemeen onbevredi gend. De zang van Jo Vincent was een welkome verkwikking. Wel probeerden de heeren van het koperen ding de goede orde nog wel eens te verstoren, maar meerendeels toonden zij betere spelpraktijken dan in den aanvang van 't concert, zoodat de prachtige stem on zer eminente zangeres nagenoeg ongehin derd de ooren der talrijke luisteraars be reikte. Een „friendly game" volgde met de sym- phonie van H. J. Rigel. Dat knusse of hoof- sche gespeel zonder eenigen dieperen achter grond of genialen vonk moge teekenend voor den tijd van zijn ontstaan zijn: voor ons kan het slechts zeer matige belangstelling wek ken. In formeel opzicht herkent men de fa milie verwantschap van deze muziek met die van Haydn gemakkelijk, maar juist dat wat Haydn's symphonieën nog steeds zoo aan trekkelijk maakt: de geniale invallen en geestige zetten, mist men in wei^k als dat van Rigel "geheel. Indien het voorgoed ..verrie- gelt" werd zou dat nog geen groote schade post voor de toonkunst beteekenen. Eén ding heeft het vóór: het windt den hoorder niet op; het veroorzaakt geen zenuwstoornissen. De finale zijner D dur-symphonie gaat uit als een waskaarsje. Ffft! uit is-ie en men kan rustig slapen. Het hoofdnummer van het programma was natuurlijk Mahler's Vierde Symphonie. In dertijd heeft Nico Gerharz het langzame Derde deel er uit ten gehoore gebracht; aan de drie overige heeft hij zich nimmer ge waagd, Mahler stelt dan ook aan orkest en dirigent wel zeer hooge eischen. We zullen nu niet beweren dat daaraan bij deze eerste uit voering al geCheel voldaan was. In het eerste hoofddeel, waarvan het tempo naar mijn idee over 't geheel iets rustiger genomen had kunnen worden ontbrak het nog wel eens aan nauwkeurigheid in de uitwerking en sa menvatting der ontelbare aanwijzingen; het behagelijke had te weinig gratie, het onbe hagelijke klonk soms te rauw. Zeer mooi slaagde daarentegen de slot-episode van dit hoofddeel. In de vertolking van het tweede hoofddeel zou nog meer doorschijnendheid kunnen komen. Het derde daarentegen heb ben we met groote ingenomenheid gehoord. Prachtig was daar de klank van het strijk orkest en ook het werk van harpspeelster en blazersensemble mag met eere genoemd worden. In het vierde deel concentreerde de aan dacht zich vanzelf op de vocale partij, die een der meest beroemde vertolkingen van Jo Vincent is. Haar serene zang heeft het audi torium in verrukking gebracht: „wir genas sen die himmlische Freunden"; maar „drum taten wir das irdische nicht meiden"; men klapte en klapte, minuten lang. voor zan geres en dirigent en orkest men juichte, als of men in 't Stadion was. En weer en nog eens weer moesten de hoofdpersonen ver schijnen en jubelde men allen toe. Het was een gedurfde onderneming van Schuurman, maar zij is met succes bekroond. Fortes fortuna adjuvat. Moge dit ook in de toekomst voor onze H.O.V. bewaarheid wor den! K. DE JONG. Gedenkteeken Dr. Frederik van Eeden. Komt waarschijnlijk te Bussum. Indertijd hebben wij medegedeeld dat er e'en comité opgericht is om een gedenktee ken voor Dr. Frederik van Eeden op te rich ten. Het comité heeft eenstemmig besloten dat als plaats voor dit monument de voorkeur gegeven moet worden aan Bussum. waar Dr. Vah Eeden het grootste en belanerükste deel zijns levens gewerkt heeft. LOUTA NOUNEBERG. In het Jeugdhuis te Bloemendaal gaf de be gaafde klavierpaedagoge Louta Nouneberg. een uiteenzetting van haar inzichten in het klavierspel, zooals dit door de groote mees ters (hoe uiteenloopend hun artistieke per soonlijkheid ook moge zijn) op volmaakt de zelfde wijze intuïtief wordt toegepast Nadat de heer Jan F. van Dantzig (mevr. Nouneberg is de Nederlandsche taal niet meester) een korte uiteenzetting had gege ven omtrent het wezen der methode, waarbij hij in onderdeelen de beide handhoudingen de gesloten, de gespreide) en de drie armbe wegingen (de laterale, de vertikale, de voor- en achterwaartsche) onder onze aandacht had gebracht, nam mevr. Nouneberg zelf het woord. Zij bediende zich daarbij (in den voor avond) van de Duitsche taal en liet ons met behulp van de vertraagde film zien, hoe het spel der groote meesters (het waren achter eenvolgens Alfred Cortot. Vladimir Horowitz, Nicolai Orloff, Arthur Rubinstein), hoezeer ook uiterlijk verschillend, toch in wezen de zelfde principes toepast. Met de Chopin-étude op. 10 no. 1 demon- itreerden zij, wat door mevr. Nouneberg al sinds jaren was aangevoeld als het eenig- goede beginsel der hand- en armtechniek. Al leen Orloff kwam met zijn schitterend octa- venspel voor den dag (Chopin, op. 25 no. 10). Vooraf ging steeds de onvertaagde film, waar bij de uiterlijke verschillen sterk in 't oog sprongen; onmiddellijk daarna volgde de sterk vertraagde film. Daar de film 200 beelden per seconde geeft, is het voor ons oog ten eenen- male onmogelijk de bewegingen te volgen in finesses. De vertraagde film komt nu te hulp die het totaal onvoldoende waarnemingsver mogen van ons oog zeer belangrijke vergroot Behalve de vier groote meesters hebben ook Wilhelm Backhaus, Claudio Arrau en nog an deren welwillend hun spel laten verfilmen, zoodat mevr. Nouneberg beschikt over een materiaal van zeer groote waarde. Ik vergat rog, te zeggen dat wij ook door de film in zicht kregen in de wijze, waarop Casades-us de technische problemen oplost. En mevr. Nouneberg verzuimde niet, telkens te wijzen op in het oog springende eigenaardigheden in hand- en armhouding. Het heeft mij echter getroffen, dat in deze uiteenzetting de schou der vrijwel buiten beschouwing bleef. In het tweede deel van den avond liet ons mevr. Nouneberg' liooren, welke de resultaten van haar onderwijs waren. De kleine Odette Lefèvre, van de school die te Parijs onder per soonlijke leiding staat van Roger Ducasse, speelde eerst Mozart's variaties over „Ah, vous dirai-je. Maman". Lieftallig en onbevan gen zooals kinderen doen. Bij de Toccate van Paradies en bij Beethoven's Marsch uit „Ruï nen van Athen" zetten we al groote oogen op. Maar toen kwam er een moment, waarop we ons geheel gevangen gaven. De uiterst moei lijke technische problemen van Chopin (étude op. 10 no. 1) werden door dit kinderhandje opgelost op een wijze die versteld deed staan. Mevr.Nouneberg hield nu, in vloeiend Fransch. een beschouwing, nabetrachting meer, over wat hier gebeurde, maar wij kon den het onmogelijk met haar eens zijn, toen zij beweerde, dat bij dit jonge kind geen buitengewone muzikale begaafdheid aanwe zig is. Chopin's étude in f klein (op. 25 no. 2) die toch voor onmuzikale spelers alreeds qua fraseering groote moeilijkheden biedt, werd intens muzikaal voorgedragen, 't Moge waar zijn, dat de climax van Mozart tot Chopin niet zonder opzettelijkheid was aangebracht. Maar ook zonder dit effect, dat ons in zijn ban sloeg, bleef toch het groote wonder der buitengewone kracht, die door deze tengere kinderarmpjes werd ontwikkeld. Wie zóó de gave heeft van het onderwijs, moet een sterke persoonlijkheid zijn. G. J. KALT. (Adv. Ingez. Med.) MAKELAARS. Bij de Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor. Haarlem en Omstreken is ingeko men een verzoek van de Arrondissements- Recht-bank te Haarlem om advies uit te bren gen betreffende de beëediging van de na volgende personen als makelaar in de ach ter hun naam vermelde vakken: 1 J. A. B. Klein Schiphorst. Haarlem, Joh. van Vlietstraat 82, in onroerende goederen. 2 Anth. Willemse. Zandvoort. Wiihelmina- weg 14. in onroerende goederen. 3 H. Snoeck, Haarlem, Garenkokerskade 61 in roerende en onroerende goederen, hypo theken en assurantiën. 4 J. H. Zantman, Haarlemmermeer. Sloter- weg 267, in onroerende goederen, hypothe ken en assurantiën. 5 H. W. Nieboer. Haarlem. Zijlweg 209. in roerende en onroerende goederen. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Velg met band van autowiel, Dyserinck. Schalkwijkerweg 75: autocrick. Griffioen, L. Heerenvest 2; broche. Hueübrink. Tromp straat 87; handbeschermer, Koster, Acacia straat 65; horloge, Springer. Kamphuys- straat 16: handen, katten, asyl Ridderstraat 11; honden, katten, kennel Fauna; koker met inhoud, bureau van politie, Smedestraat; pa- rapluie, bui', v. politie, Smedestraat; parapluie Heems, Antoniestraat 79 rood; portemonnaie met inhoud, v. d. Putten. J. Kiesstraat 52, idem, Boekman. L. Heerenstraat 48 rood; idem. Luiten, Kruistochtstraat 39: idem, Lenaards, Kopsstraat 19; shawl, de Wilde, Schalkwijkerstraat. 47; sleutel. Schous. Kla- renbeekstraat 73 rood; rijwieltasch met in houd; Buys, Bisschop Ottostraat 23. „Maatschappelijke Zorg voor Zieken". De collecte van Zaterdag a.s. In de algemeene ledenvergadering van de Haarlemsche Vereeniging „Maatschappelijke Zorg voor Zieken" onder voorziterschap van Dr. L. C'. Kersbergen, die ditmaal voor het eerst werd bijgewoond door den nieuwbe- noemdcn directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst den heer Smit, arts. bracht de secretaris de heer F, A. van der Breggen, arts, verslag uit over het jaar 1934. Daaruit bleek, dat het aantal leden alweer was teruggeloopen en aan het eind van het verslagjaar tot 212 was ge daald. De zusters Schouten, Merison en Ca- sander, bijgestaan door de dames Bierens de Haan en Zweerts de Jong. van wier werk met lof moet worden aewaagd, hebben dit jaar weer groote moeilijkheden gehad door de tijdsomstandigheden. Toch konden zij in 2442 gevallen ivorig jaar 2399 gevallen) hulp brengen en behoefden slechts 35 gevallen te worden afgewezen. In het bestuur kwam geen wijziging behalve dan de vervanging van het adviseerend lid dokter van Konijnenburg door dokter W. B. Smit. Uit het verslag van den penningmeester Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen. bleek dat het nadeelig saldo niettegenstaande hot al- lerzuiniest -beheer weer met eenige honder den guldens was toegenomen. Op de begroo ting voor 1935 kon slechts 1700 gulden voor maatschapnelijk werk worden gevoteerd, het geen een zéér droevig verschijnsel is De mogelijkheid bestaat dat hierin nog verbe tering kan worden gebracht wanneer de col lecte die op Zaterdag a.s. zal worden gehou den een flink batig saido oplevert. Dit be drag komt dan aan de door ziekte maat- schapDelijk lijdende stadgenooten van alle gezindten ten goede. Tot zoovel een ons gezonden verslag. Gaarne vestigen wij nog eens de aandacht ou de genoemde collecte. In ons nummer van Maandag jl. heeft het bestuur van „Maat schappelijke Zorg voor Zieken" uitvoerige mededeelingen gedaan over den zegenrijken arbeid der vereeniging. G verkoudhe ïandelenl W VapoRub (Adv. Ingez. Med.) rkoudheld DIRECT behandelen! Wrijf in mei FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissemer.ts-Rechtbank te Haarlem zijn de volgende faillissementen op 26 Februari uitgesproken: 1 J. van Dillewijn, vroeger bakker thans zonder beroep, wonende te Aalsmeer. Dorps straat. Curatrice mej. Mr. M. J. Kluitman, alhier. 2 J. Ten Have. schoenmaker, wonende te IJmuiden. Kalverstraat 170. Curator Mr. J. H. van Gelderen, alhier. 3 N. van Polanen, voorheen te Haarlem aan de Berkenstraat 3335 een zaak gedre ven hebbende onder den naam „Radio en Electro Adviesbureau Polanen". gewoond hebbende te Bloemendaal Verbindingsweg 37, thans wonende te Haarlem, Eschdoornstraat 43. Curator Mr. H. J. M. Tonino, alhier. 4 C. Meijer, bedienaar-uitvoerder dor As sociatie voor lijkbezorging, wonende te Zaan dam, Zuiddijk. Curator Mr, H. C. M. Dek huizen te Zaandam. 5 D. Goemans, koopman, wonende te Haar lem. Ged. Oude Gracht 40. Curator Mr. H. O. Drilsma, alhier. Rechter-Commissaris: Mr. E. H. F. W. van Schaeck Mathon. Opgeheven werden de navolgende faillisse menten van: 1 W. J. van Herwaarden, betonbouwer. wo nende te Haarlem. Botermarkt 25 rd. Curator: Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys. alhier. 2 J. Praag, kapper, wonende te Haarlem mermeer. Nieuwe Meerdijk 321. Curator: Mr. L. G. van Dam. alhier. 3 D. Hartog. broodbakker, wonende te Zaandam. Jessykoffstraat 1 b. Curator: Mr. H. M. C. Dekhuyzen tc Zaan dam. 4 W. Aafjes, aannemer van grondwerken, wonende te Assendelft. Dorpsweg 131. Curator: Mr. Dr. F. A. Bijvoet, alhier. Geëindigd zijn wegens het verbindend wor den der eenige uitdeelingslijst de faillisse menten van: 1 O. Hoogendijk, sleepbootkapitein, wonen de te Zaandam. Curator Mr. F. van der Goot, alhier. 2 Mej. J. C. Möhringer, kantoorbediende, wonende te Haarlem, Duvenvoordestraat. Curator: Mr. W. de Rijke, alhier. 3 De nalatenschap van wijlen Th. P. van Berkum, in leven mineraalwaterfabrikant te Haarlem. Curator: Mr. J. H. J. Simons, al hier. 4 G. Koedijker, rijwielhandelaar, wonende te Haarlem. Oranjeboomstraat 162. Curator: Mr, W. de Rijke, alhier. 5 W. A. Verlaan. bakker, wonende te Haar lemmermeer, Lisserdijk. Curator: Mr. J. A, P. C. ten Bokkel, alhier. FEESTAVOND HAARL. KRACHTSPORT VEREENIGING „HAARLEM". De H.K.V. „Haarlem" herdacht haar twee de lustrum in het gebouw „Olympia". De voorzitter, de heer H. M. de Wolf, sprak een welkomstwoord, speciaal tot cie H.S.V. „de Kampioen" en de IJ.K.V. „Hercules" uit IJmuiden. Eenige dames en heeren meenden met liedjes en voordrachten onder leiding van den heer Vienvind wel in staat te zijn. dit feest zonder veel uitgaven te kunnen vieren. Hij bracht hun daarvoor zijn dank. Vele sportvrienden schonken prijzen-, waar mede de overige uitgaven konden bestreden worden. De heer Haverman nam belangloos de bal- leiding op zich. Dank werd ook gebracht aan de familie v. d. Eynde en Gijzen. die voor de muzikale begeleiding bij de repetities en op dezen feestavond zorgde. De heer J. ten Hoven, secretaris van de H.S.V. „de Kampioen", herinnerde aan den laren langen vriendschapsband tusschen bei de vereenigingen.hij feliciteerde „Haarlem" met haar tweede lustrum onder het over handigen van een prachtige bloemenmand. Daarna sprak de heer J. C. Bogaerde. se cretaris van de IJ.K.V. Hercules", IJmuiden die herinnerde aan de aangename samen werking bij het organiseeren van de Kikkcrt- bekerwedstrijden. Hij bood een mooien beker aan. De voorzitter dankte beide sprekers. Na dit officieele gedeelte bracht de heer N. W. Vierwind er direct een vroolijke stem ming in met zijn populaire liedjes. De ver dere medewerkenden waren de heer en me vrouw Harting. de heer en mevr. Van Eerde, mej. Knies en mej. C. de Wolf. De heer Haverman kreeg daarna de lei ding van het bal. Het feest duurde tot drie uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 7