5
TIEREN EN HCUNI
ietsked
otipiheeis
zuurkool
in wijn van:
RIEP
yicKS
WOENSDAG 27 FEBRUARI '35
HAARLEM'S DAGBLAD
HET TOONEEL.
C REMER
De Gemaskerde Venus.
Onze Koninklijke Letterlievende Vereeni
ging J. J. Cremer blijft haar principe om zoo
veel mogelijk oorspronkelijke tooneelstukken
voor het voetlicht te brengen, trouw. Ook gis
teravond introduceerde zij te Haarlem een
hier nog niet opgevoerd blijspel en wel De
Gemaskerde Venus van A. J. Zoetmulder, den
schrijver van Z.B.B.H.H., Het Gouden Juk,
De Man van Karioth en De Vrouw, die ver
loor.
Het is eigenlijk de stof voor een tragi-come-
die, die Zoetmulder in zijn Gemaskerde Venus
verwerkt, want aan Walter Schlezing. den
musicus, die in de sleur van het dagelijksch.
klein-burgerlijk leven is verdord en verdroogd
en, wanneer de omstandigheden daartoe lei
den, nog eens maar tevergeefs de illusie
en het geluk van de jeugd hoopt te doorleven,
om daarna voor goed gedesillusionneerd, weer
in den tredmolen van allen dag zijn burger
lijk bestaan voort te zetten, is ontegenzeg
gelijk een tragische kant.
Van den vroeger en Walter Schlezing, die
in zijn jonge jaren als dirigent aan een ope
rette-gezelschap verbonden was en de muziek
voor De Gemaskerde Venus heeft gecompo
neerd, is bij den aanvang van het blijspel
niets meer over. Sinds zijn huwelijk met zijn
bazige en zeer conservatieve vrouw is hij
enkel nog maar de muziekleeraar, die piano
lessen geeft. Thuis heeft hij weinig of niets
in te brengen en hij leidt het klein-burgerlijk
bestaan van zoovelen zijner collega's; illusies
heeft hij niet meer.
Maar dan komt onverwachts een vriend uit
zijn jeugd, Jaap Termate, de musicus, in wien
de bohémien nog niet gestorven is, bij hem
binnen vallen en deze brengt iets van de
vroegere operette-sfeer in Schlezing's huis.
Termate herinnert zijn vriend aan de dagen
van vroeger en hij stelt hem voor met het
operette-gezelschap, waaraan hij verbonden
is, De Gemaskerde Venus op te voeren. Oude
herinneringen worden weer wakker en Ter
mate weet Schlezing zoo ver te brengen, dat
deze zijn operette ter opvoering afstaat.
Maar Schlezing heeft daarbij niet gerekend
op zijn vrouw en zijn omgeving. Hij was een
oogenblik vergeten ,dat hij ook kerk-organist
was en dirigent van het gemengd koor
„Hosiannah", welks bestuurders principieel
sterk gekant zijn tegen lichte operettes met
titels als De Gemaskerde Venus. Om roem en
eer is het Schlezing echter allerminst te doen.
De operette krijgt een anderen titel en de im-
pressario, het voorbeeld van Heijermans met
Ahasverus volgend, besluit 't werk te stellen
op naam van een denkbeeldig, adelijk
Russisch componist. Schlezing blijft dus
achter de schermen en komt niet in conflict
met het bestuur van Hosiannah, maar de
korte terugkeer in de oude operette-sfeer heeft
zijn bloed vlugger doen stroomen. Wanneer
de operette-diva Sonja Kramath bij hem zal
komen repeteeren op een avond, dat zijn
vrouw uit is, bestelt hij een klein soupeetje,
o, volstrekt niet met slechte bedoelingen,
maar enkel om nog eens de illusie van zijn
jeugd te beleven. Doch ook dat loopt mis,
want de mooie Sonja verdwijnt met den im-
pressario en Schlezing zou het soupeetje al
leen hebben moeten nuttigen, wanneer niet
toevallig Dora Drogaert, het vrouwelijk be
stuurslid van zijn zangvereeniging op dat
oogenblik bij hem was gekomen om hem den
tekst van een door hem te componeeren
feestlied voor te lezen. Dan neemt hij genoe
gen met het surrogaat en mejuffrouw Dro
gaert drinkt de champagne op, die voor
Sonja Kramath bestemd was.
Daarmee is ook de droom van Schlezing
uit. Hij keert weer tot zijn oude leven terug
en zelfs het groote succes van De Gemaskerde
Venus van den Russischen componist kan hem
er niet toe brengen uit het duister in het licht
te treden. Hij blijft de muziekleeraar. die hij
was. Wie eenmaal in den tredmolen loopt,
kan daar niet meer uit. Dat is de les. die de
Gemaskerde Venus hem heeft geleerd.
Het is vooral door de teekening van Wal
ter Schlezing, dat Zoetmulder zijn blijspel op
het peil van de karakter-komedie heeft weten
te houden. Hoeveel musici zijn niet, als deze
Schlezing vol verwachting hun loopbaan be
gonnen om later door het duffe bestaan in
een kleine stad en den invloed van hun om
geving als artist onder te gaan. Eigenlijk is
het jammer, dat de schrijver het tooneeltje
met de flesch rum en de sigaren in I, dat her
inneringen opwekt aan oude Duitsche kluch
ten, in zijn stuk heeft gebracht. "Het was
immers niet noodig geweest vlin dezen musicus
die in de volgende bedrijven zoo menscheli.ik
en als kunstenaar zoo sympathiek handelt,
een aan het vrouwelijk gezag zoo onderwor
pen pantoffelheld te maken. Maar overigens
leeft deze Schlezing ook in tal van fijne,
mooie trekjes wel volkomen voor ons. En
Jaap Termate, de meer luchthartige bohé
mien is eveneens voortreffelijk geteekend.
Het zijn deze twee musici, die ook door
hun contrastwerking in hun rake karak
teristiek vooral waarde geven aan dit blij
spel, waarin de handeling volkomen logisch
verloopt. Zoetmulder neemt niet zijn toe
vlucht tot goedkoope kluchtspel-effecten, de
bijfiguren zooals mevrouw Schlezing, Eva,
het dochtertje, Sonja Kramath, de operette
diva en Hidde Boomsma, de koopman zijn
geen tooneel-cliché's en de dialoog is steeds
van goeden, beschaafden huize.
Cremer heeft met Zoetmulder s stuk giste
ren een flink succes mogen behalen. Het best
slaagden wel I en TV, dank zij vooral Henk
Bakker en mej. Koorenblik, die beiden boven'
de anderen uitblonken. Bakker bewees weer.
dat in het karakterspel zijn groote kracht ge
legen is. Zijn Jaap Termate welk 'n karak
teristieken kop had hij zich gemaakt en hoe
volkomen pasten die versleten pels en dat
grijze vest bij dezen bohémien-musicus was
een kleurrijke figuur. Bakker's spel tintelde
van leven en vulde aldoor het tooneel. Dit
was weer een van die voortreffelijke rollen
van Bakker, die ons bij zullen blijven.
En ook Agaath Koorenblik had als Dora
Drogaert een zeer gelukkigen avond, "n Tikje
carricatuur maar waarin het menschelijke
toch geen moment zoek ging. Werkelijk uit
stekend speelde zij haar laatste tooneeltje
met Schlezing hoe goed, die angstige hou
ding, wanneer Emma met de rekening komt
en haar dankbare blik naar Schlezing. wan
neer hij haar „reputatie" redt en het open
doekje na die scène en welk 'n open doekje!
was dan ook in alle opzichten verdiend.
Het tweede bedrijf dat toch al niet het
sterkst is kwam het minst tot zijn recht,
Jgat voornamelijk aan Hirs te wijten waSj die
in Hidde Boomsma blijkbaar zijn rol niet ge
vonden had. Hij sprak heel onduidelijk en
het tooneeltje met Schlezing mislukte dan
ook door hem vrijwel geheel. Neen, dat
was allermins den „Streber", dien Zoetmulder
bedoeld heeft.
Jac. Timmerman speelde gisteren als Schle
zing zijn eerste groote rol. Timmerman heeft
van dezen musicus een fijne figuur gemaakt
en hij gaf vooral het zielige, min of meer
tragische in dezen kunstenaar teer weer. Hoe
knap en stemmingsvol speelde hij het slot!
Het was voor een dilettant een zeer knappe
prestatie; al valt het niet te ontkennen, dat
een karakterspeler de verschillende momen
ten veel meer zou hebben uitgespeeld.
Als ..type" was deze Walter Schlezing
ook uiterlijk bijzonder goed geslaagd, door
sterker spel echter had de rol meer reliëf
kunnen krijgen.
Onze kritiek is al zoo lang geworden, dat
wij verder kort moeten zijn. Emmy Fuchs
die in het laatste seizoen wel zeer hard
vooruit is gegaan was een allerliefste
Eva, die vooral bekoorde door haar natuur
lijk en gevoelig spel. Mabel Schimmel die
ik voor het eerst zag spelen bracht uiter
lijk veel meer voor de mooie Sonja Kramath
maar ik denk mij een gevierde operette-diva
toch levendiger en temperamentvoller. Van
der Meer maakte iets heel aardigs van Hans
Lemmink en accentueerde vooral het wat
schuchtere en onbeholpene in dezen jongen,
talentrijken leerling, verdienstelijk. Mevrouw
Lucas gaf al haar routine aan de rol van
Emma Schlezing. al zou ik niet durven be
weren, d&t ik haar nooit beter heb gezien.
Het best op dreef was zij tegen het slot in
haar verontwaardiging over Schlezing's
„stommiteit".
Een zeer geslaagd type was het lid van den
Kerkeraad van Schinkel, die zich terecht
van chargeering wist te onthouden. En
vergeten wij ook niet de goed gespeelde bij
rolletjes van Lena, het dienstmeisje, van
Co Fris en Nelly West, de leerlinge, van
Nonny Mooyman. Juist met zulke kleine
rolletjes kan zoo veel bedorven worden. Daar
van was gisteren geen sprake.
Zoo heeft Cremer dus veel genoegen van
deze voorstelling gehad. Het publiek
amphitheater en galerij waren ingenomen
door de militairen van het garnizoen, die
er in de pauze de vroolijkheid in brachten
mt hun gezang heeft het stuk van Ziet-
mulder hartelijk ontvangen en na elk be
drijf warm geapplaudiseerd.
J. B. SCHUIL.
Jubileum
Marie van Wesferhoven.
Voor de viering van het diamanten tooneel-
jubileum van Marie van Westerhoven in den
Stadsschouwburg te Haarlem op Zondag 3
Maart heeft zich een comité gevormd, be
staande uit de heeren Dr. Tjebbo Franken,
voorzitter, Mr. Dr. F. A. Bijvoet, Henk Bakker,
Ph. 'A. Deinum. J. M. C. Hoog, Joh. Kaart, M.
S. Koops; W. Kruyshoop Jr., F. Primo, M. A.
Reinalda, H. D. van der Sande en J. B. Schuil.
„Bijna 78 jaar oud" zoo lezen wij in de
circulaire van het comité „is Marie van
Westerhoven nog.steeds actief, maakt zij het
zware tooneelleven in Nederland, dat behalve
in spelen ook bestaat in het vermoeiende rei
zen en 'trekken vanu stad tot stad, mee. Dik
wijls gebeurt het, dat zij eerst om 4 uur
's nachts per autobus thuis komt en om 10 uur
al weer op de planken staat te repeteeren. Wie
heeft geen bewondering voor een zoo groote
vitaliteit en werkkracht.
Maar niet daarom in de eerste plaats ver
dient deze actrice van de oude garde gehul
digd te worden. Zij is nog altijd in het volle
bezit van haar talent en heeft ons vooral
m de laatste jaren herhaaldelijk doen ge
nieten van haar frisch, natuurlijk en innig
spel."
Het comité meent, dat ook te Haarlem een
zoo zeldzaam jubileum, als deze bescheiden,
maar groote actrice thans viert, niet onge
merkt voorbij mag gaan en verzoekt daarom
bijdragen voor een aan te bieden geschenk te
willen zenden aan den secretaris-penning
meester van het comité, den heer J. B. Schuil,
Tuinwijklaan 33, postgiro nummer 80769.
R. K. Rederijkerskamer
„Alberdingk Thijm".
Bonte Avond.
In den Schouwburg aan den Jansweg heeft
de R.K. Rederijkerskamer „Alberdingk Thijm"
gisteren een Bonte Avond aan de donateurs
en introducés aangeboden. Dat deze vertoo
ning zoo goed is geslaagd, is vooral te danken
geweest aan de heeren Nielen en Van Dijk, die
het leeuwenaandeel van de werkzaamheden
op zich hadden genomen.
In dit tweetal beschikt de rederijkerskamer
over een stel komieken, die door vrijmoedig
heid van optreden, beheersching van gebaar
en duidelijkheid van uitspraak een uitnemend
figuur maken. Inzonderheid eerstgenoemde,
die behalve als voorzitter van de vereeniging
ook als conferencier optrad, had niet alleen
officieel maar ook artistiek de leiding. Hij
lanceert zijn koddige uitvallen met een rus
tige en zelfverzekerde snaakschheid, die niet
nalaat haar werking op het publiek uit te
oefenen.
Sop en Sok, aldus dient dit tweetal zich aan,
hebben hun intree gemaakt als werkloozen op
het Bureau van Arbeidsbemiddeling in Ner-
gensland, maar ook verder op den avond
bleven ze actueel met hun grappen over de
nieuwe spelling, met hun liedje over het ver
keer, waarbij Sok zich in de koddige uitrusting
van een voetganger uit 1950 had gestoken, en
als twee Maartsche katers. Lachwekkend was
ook het spraakgebrek van Sop, dat tot allerlei
misverstand aanleiding gaf.
Behalve als conferencier en acteur onder
scheidde de voorzitter zich nog als auteur van
de origineel geensceneerde schets „Het lied
zonder titel", dat een meer sentimenteeel ka
rakter droeg. Een gezin luistert naar de radio
in de huiskamer, waarin de ouders treuren
over het verlies van hun veelbelovenden zoon,
die zijn studie heeft afgebroken om aan het
tooneel te gaan. Zonder dat zij er op bedacht
zijn, klinkt dan zijn stem uit de luidspreker,
want als radio-zanger geeft hij een lied ten
beste, dat voor de moeders is bestemd en
waarin hij zijn moeder vraagt, met goede ge
voelens aan hem te denken.
Ernstiger van toon was een fragment uit
iets heel aparts
en fijns??
TEL 10587 ii<jS6
R(KB3H GS HOUTSTR 89
(Adv. Ingez. Med.)
een Vlaamsch leekenspel „Abrahams offer",
dat na de pauze al de grappigheid afwisselde.
Een stemmige vioolsolo leidde dit tafereel in.
waardoor de overgang geleidelijk werd, en
men niet geheel onvoorbereid voor dit Bijbel-
sche spel kwam te staan. Door de toepasselijke
muzikale illustratie, zorgvuldig uitgevoerd
door het orkest onder kapelmeester Nibbe-
ring, het goed opgestelde decor en de wei-
overdachte verlichting, maar ook door het
sober en zonder te veel pathos gespeelde en
voorgedragen tafereel kwam dit ernstige num
mer geheel tot zijn recht en de zaal was merk
baar onder den indruk van het gewijde.
Daarom was het jammer, dat men dit
nummer niet geheel aan het slot had ge
plaatst, want de pardoes na het verdwijnen
van de Bijbelsche personen zijn komische en-
trée herhalende conferencier detoneerde
voor sommige nog onder den indruk verkee-
rende bezoekers op ietwat stuitende wijze.
Aardig was de onder leiding van den heer
Leo Duijn ingestudeerde Klompendans tus-
schen een bekoorlijk molen-decor, een waar
dige finale van dezen Bonten Avond.
H. G. CANNEGIETER.
MUZIEK.
CONCERT DER H.O.V.
De medewerking van onze beroemde inter
national mevr. Jo Vincent en de daarmee in
verband staande programmakeuze gaven aan
het H.O.V.-concert van 26 Februari een bij
zondere beteekenïs. Een record-aantal be
zoekers was dan ook aanwezig toen Frits
Schuurman het sein voor den aanvang gaf.
Terstond na den forschen aftrap in Beet
hoven's Fidelio-Ouverture kwamen de ge
broeders Corni naar voren. Snel wisselde het
spel. maar men moest tot zijn leedwezen er
varen, dat meerdere leden der Blazersclub
het met de zuiverheid niet zoo nauw namen.
Intusschen liet Schuurman doorspelen. La
ter. bij de hervatting van de hoofdthema-
groep. kwamen de strijkers in het gedrang.
Het scoren was in 't algemeen onbevredi
gend.
De zang van Jo Vincent was een welkome
verkwikking. Wel probeerden de heeren van
het koperen ding de goede orde nog wel eens
te verstoren, maar meerendeels toonden zij
betere spelpraktijken dan in den aanvang
van 't concert, zoodat de prachtige stem on
zer eminente zangeres nagenoeg ongehin
derd de ooren der talrijke luisteraars be
reikte.
Een „friendly game" volgde met de sym-
phonie van H. J. Rigel. Dat knusse of hoof-
sche gespeel zonder eenigen dieperen achter
grond of genialen vonk moge teekenend voor
den tijd van zijn ontstaan zijn: voor ons kan
het slechts zeer matige belangstelling wek
ken. In formeel opzicht herkent men de fa
milie verwantschap van deze muziek met die
van Haydn gemakkelijk, maar juist dat wat
Haydn's symphonieën nog steeds zoo aan
trekkelijk maakt: de geniale invallen en
geestige zetten, mist men in wei^k als dat van
Rigel "geheel. Indien het voorgoed ..verrie-
gelt" werd zou dat nog geen groote schade
post voor de toonkunst beteekenen. Eén ding
heeft het vóór: het windt den hoorder niet
op; het veroorzaakt geen zenuwstoornissen.
De finale zijner D dur-symphonie gaat uit
als een waskaarsje. Ffft! uit is-ie en men
kan rustig slapen.
Het hoofdnummer van het programma was
natuurlijk Mahler's Vierde Symphonie. In
dertijd heeft Nico Gerharz het langzame
Derde deel er uit ten gehoore gebracht; aan
de drie overige heeft hij zich nimmer ge
waagd, Mahler stelt dan ook aan orkest en
dirigent wel zeer hooge eischen. We zullen nu
niet beweren dat daaraan bij deze eerste uit
voering al geCheel voldaan was. In het eerste
hoofddeel, waarvan het tempo naar mijn
idee over 't geheel iets rustiger genomen had
kunnen worden ontbrak het nog wel eens
aan nauwkeurigheid in de uitwerking en sa
menvatting der ontelbare aanwijzingen; het
behagelijke had te weinig gratie, het onbe
hagelijke klonk soms te rauw. Zeer mooi
slaagde daarentegen de slot-episode van dit
hoofddeel. In de vertolking van het tweede
hoofddeel zou nog meer doorschijnendheid
kunnen komen. Het derde daarentegen heb
ben we met groote ingenomenheid gehoord.
Prachtig was daar de klank van het strijk
orkest en ook het werk van harpspeelster
en blazersensemble mag met eere genoemd
worden.
In het vierde deel concentreerde de aan
dacht zich vanzelf op de vocale partij, die
een der meest beroemde vertolkingen van Jo
Vincent is. Haar serene zang heeft het audi
torium in verrukking gebracht: „wir genas
sen die himmlische Freunden"; maar „drum
taten wir das irdische nicht meiden"; men
klapte en klapte, minuten lang. voor zan
geres en dirigent en orkest men juichte, als
of men in 't Stadion was. En weer en nog
eens weer moesten de hoofdpersonen ver
schijnen en jubelde men allen toe.
Het was een gedurfde onderneming van
Schuurman, maar zij is met succes bekroond.
Fortes fortuna adjuvat. Moge dit ook in de
toekomst voor onze H.O.V. bewaarheid wor
den!
K. DE JONG.
Gedenkteeken Dr. Frederik
van Eeden.
Komt waarschijnlijk te Bussum.
Indertijd hebben wij medegedeeld dat er
e'en comité opgericht is om een gedenktee
ken voor Dr. Frederik van Eeden op te rich
ten.
Het comité heeft eenstemmig besloten dat
als plaats voor dit monument de voorkeur
gegeven moet worden aan Bussum. waar Dr.
Vah Eeden het grootste en belanerükste deel
zijns levens gewerkt heeft.
LOUTA NOUNEBERG.
In het Jeugdhuis te Bloemendaal gaf de be
gaafde klavierpaedagoge Louta Nouneberg.
een uiteenzetting van haar inzichten in het
klavierspel, zooals dit door de groote mees
ters (hoe uiteenloopend hun artistieke per
soonlijkheid ook moge zijn) op volmaakt de
zelfde wijze intuïtief wordt toegepast
Nadat de heer Jan F. van Dantzig (mevr.
Nouneberg is de Nederlandsche taal niet
meester) een korte uiteenzetting had gege
ven omtrent het wezen der methode, waarbij
hij in onderdeelen de beide handhoudingen
de gesloten, de gespreide) en de drie armbe
wegingen (de laterale, de vertikale, de voor-
en achterwaartsche) onder onze aandacht
had gebracht, nam mevr. Nouneberg zelf het
woord. Zij bediende zich daarbij (in den voor
avond) van de Duitsche taal en liet ons met
behulp van de vertraagde film zien, hoe het
spel der groote meesters (het waren achter
eenvolgens Alfred Cortot. Vladimir Horowitz,
Nicolai Orloff, Arthur Rubinstein), hoezeer
ook uiterlijk verschillend, toch in wezen de
zelfde principes toepast.
Met de Chopin-étude op. 10 no. 1 demon-
itreerden zij, wat door mevr. Nouneberg al
sinds jaren was aangevoeld als het eenig-
goede beginsel der hand- en armtechniek. Al
leen Orloff kwam met zijn schitterend octa-
venspel voor den dag (Chopin, op. 25 no. 10).
Vooraf ging steeds de onvertaagde film, waar
bij de uiterlijke verschillen sterk in 't oog
sprongen; onmiddellijk daarna volgde de sterk
vertraagde film. Daar de film 200 beelden per
seconde geeft, is het voor ons oog ten eenen-
male onmogelijk de bewegingen te volgen in
finesses. De vertraagde film komt nu te hulp
die het totaal onvoldoende waarnemingsver
mogen van ons oog zeer belangrijke vergroot
Behalve de vier groote meesters hebben ook
Wilhelm Backhaus, Claudio Arrau en nog an
deren welwillend hun spel laten verfilmen,
zoodat mevr. Nouneberg beschikt over een
materiaal van zeer groote waarde. Ik vergat
rog, te zeggen dat wij ook door de film in
zicht kregen in de wijze, waarop Casades-us
de technische problemen oplost. En mevr.
Nouneberg verzuimde niet, telkens te wijzen
op in het oog springende eigenaardigheden
in hand- en armhouding. Het heeft mij echter
getroffen, dat in deze uiteenzetting de schou
der vrijwel buiten beschouwing bleef.
In het tweede deel van den avond liet ons
mevr. Nouneberg' liooren, welke de resultaten
van haar onderwijs waren. De kleine Odette
Lefèvre, van de school die te Parijs onder per
soonlijke leiding staat van Roger Ducasse,
speelde eerst Mozart's variaties over „Ah,
vous dirai-je. Maman". Lieftallig en onbevan
gen zooals kinderen doen. Bij de Toccate van
Paradies en bij Beethoven's Marsch uit „Ruï
nen van Athen" zetten we al groote oogen op.
Maar toen kwam er een moment, waarop we
ons geheel gevangen gaven. De uiterst moei
lijke technische problemen van Chopin (étude
op. 10 no. 1) werden door dit kinderhandje
opgelost op een wijze die versteld deed staan.
Mevr.Nouneberg hield nu, in vloeiend
Fransch. een beschouwing, nabetrachting
meer, over wat hier gebeurde, maar wij kon
den het onmogelijk met haar eens zijn, toen
zij beweerde, dat bij dit jonge kind geen
buitengewone muzikale begaafdheid aanwe
zig is. Chopin's étude in f klein (op. 25 no. 2)
die toch voor onmuzikale spelers alreeds qua
fraseering groote moeilijkheden biedt, werd
intens muzikaal voorgedragen, 't Moge waar
zijn, dat de climax van Mozart tot Chopin
niet zonder opzettelijkheid was aangebracht.
Maar ook zonder dit effect, dat ons in zijn
ban sloeg, bleef toch het groote wonder der
buitengewone kracht, die door deze tengere
kinderarmpjes werd ontwikkeld. Wie zóó de
gave heeft van het onderwijs, moet een sterke
persoonlijkheid zijn.
G. J. KALT.
(Adv. Ingez. Med.)
MAKELAARS.
Bij de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor. Haarlem en Omstreken is ingeko
men een verzoek van de Arrondissements-
Recht-bank te Haarlem om advies uit te bren
gen betreffende de beëediging van de na
volgende personen als makelaar in de ach
ter hun naam vermelde vakken:
1 J. A. B. Klein Schiphorst. Haarlem, Joh.
van Vlietstraat 82, in onroerende goederen.
2 Anth. Willemse. Zandvoort. Wiihelmina-
weg 14. in onroerende goederen.
3 H. Snoeck, Haarlem, Garenkokerskade 61
in roerende en onroerende goederen, hypo
theken en assurantiën.
4 J. H. Zantman, Haarlemmermeer. Sloter-
weg 267, in onroerende goederen, hypothe
ken en assurantiën.
5 H. W. Nieboer. Haarlem. Zijlweg 209. in
roerende en onroerende goederen.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Velg met band van autowiel, Dyserinck.
Schalkwijkerweg 75: autocrick. Griffioen, L.
Heerenvest 2; broche. Hueübrink. Tromp
straat 87; handbeschermer, Koster, Acacia
straat 65; horloge, Springer. Kamphuys-
straat 16: handen, katten, asyl Ridderstraat
11; honden, katten, kennel Fauna; koker met
inhoud, bureau van politie, Smedestraat; pa-
rapluie, bui', v. politie, Smedestraat; parapluie
Heems, Antoniestraat 79 rood; portemonnaie
met inhoud, v. d. Putten. J. Kiesstraat 52,
idem, Boekman. L. Heerenstraat 48 rood;
idem. Luiten, Kruistochtstraat 39: idem,
Lenaards, Kopsstraat 19; shawl, de Wilde,
Schalkwijkerstraat. 47; sleutel. Schous. Kla-
renbeekstraat 73 rood; rijwieltasch met in
houd; Buys, Bisschop Ottostraat 23.
„Maatschappelijke Zorg voor
Zieken".
De collecte van Zaterdag a.s.
In de algemeene ledenvergadering van de
Haarlemsche Vereeniging „Maatschappelijke
Zorg voor Zieken" onder voorziterschap van
Dr. L. C'. Kersbergen, die ditmaal voor het
eerst werd bijgewoond door den nieuwbe-
noemdcn directeur van den Gemeentelijken
Geneeskundigen en Gezondheidsdienst den
heer Smit, arts. bracht de secretaris de heer
F, A. van der Breggen, arts, verslag uit over
het jaar 1934. Daaruit bleek, dat het aantal
leden alweer was teruggeloopen en aan het
eind van het verslagjaar tot 212 was ge
daald. De zusters Schouten, Merison en Ca-
sander, bijgestaan door de dames Bierens de
Haan en Zweerts de Jong. van wier werk met
lof moet worden aewaagd, hebben dit jaar
weer groote moeilijkheden gehad door de
tijdsomstandigheden. Toch konden zij in
2442 gevallen ivorig jaar 2399 gevallen) hulp
brengen en behoefden slechts 35 gevallen te
worden afgewezen. In het bestuur kwam geen
wijziging behalve dan de vervanging van het
adviseerend lid dokter van Konijnenburg
door dokter W. B. Smit.
Uit het verslag van den penningmeester
Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen. bleek dat
het nadeelig saldo niettegenstaande hot al-
lerzuiniest -beheer weer met eenige honder
den guldens was toegenomen. Op de begroo
ting voor 1935 kon slechts 1700 gulden voor
maatschapnelijk werk worden gevoteerd, het
geen een zéér droevig verschijnsel is De
mogelijkheid bestaat dat hierin nog verbe
tering kan worden gebracht wanneer de col
lecte die op Zaterdag a.s. zal worden gehou
den een flink batig saido oplevert. Dit be
drag komt dan aan de door ziekte maat-
schapDelijk lijdende stadgenooten van alle
gezindten ten goede.
Tot zoovel een ons gezonden verslag.
Gaarne vestigen wij nog eens de aandacht
ou de genoemde collecte. In ons nummer van
Maandag jl. heeft het bestuur van „Maat
schappelijke Zorg voor Zieken" uitvoerige
mededeelingen gedaan over den zegenrijken
arbeid der vereeniging.
G
verkoudhe
ïandelenl
W VapoRub
(Adv. Ingez. Med.)
rkoudheld DIRECT
behandelen! Wrijf in mei
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissemer.ts-Rechtbank te
Haarlem zijn de volgende faillissementen op
26 Februari uitgesproken:
1 J. van Dillewijn, vroeger bakker thans
zonder beroep, wonende te Aalsmeer. Dorps
straat. Curatrice mej. Mr. M. J. Kluitman,
alhier.
2 J. Ten Have. schoenmaker, wonende te
IJmuiden. Kalverstraat 170. Curator Mr. J.
H. van Gelderen, alhier.
3 N. van Polanen, voorheen te Haarlem
aan de Berkenstraat 3335 een zaak gedre
ven hebbende onder den naam „Radio en
Electro Adviesbureau Polanen". gewoond
hebbende te Bloemendaal Verbindingsweg 37,
thans wonende te Haarlem, Eschdoornstraat
43. Curator Mr. H. J. M. Tonino, alhier.
4 C. Meijer, bedienaar-uitvoerder dor As
sociatie voor lijkbezorging, wonende te Zaan
dam, Zuiddijk. Curator Mr, H. C. M. Dek
huizen te Zaandam.
5 D. Goemans, koopman, wonende te Haar
lem. Ged. Oude Gracht 40.
Curator Mr. H. O. Drilsma, alhier.
Rechter-Commissaris: Mr. E. H. F. W. van
Schaeck Mathon.
Opgeheven werden de navolgende faillisse
menten van:
1 W. J. van Herwaarden, betonbouwer. wo
nende te Haarlem. Botermarkt 25 rd.
Curator: Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys. alhier.
2 J. Praag, kapper, wonende te Haarlem
mermeer. Nieuwe Meerdijk 321.
Curator: Mr. L. G. van Dam. alhier.
3 D. Hartog. broodbakker, wonende te
Zaandam. Jessykoffstraat 1 b.
Curator: Mr. H. M. C. Dekhuyzen tc Zaan
dam.
4 W. Aafjes, aannemer van grondwerken,
wonende te Assendelft. Dorpsweg 131.
Curator: Mr. Dr. F. A. Bijvoet, alhier.
Geëindigd zijn wegens het verbindend wor
den der eenige uitdeelingslijst de faillisse
menten van:
1 O. Hoogendijk, sleepbootkapitein, wonen
de te Zaandam. Curator Mr. F. van der Goot,
alhier.
2 Mej. J. C. Möhringer, kantoorbediende,
wonende te Haarlem, Duvenvoordestraat.
Curator: Mr. W. de Rijke, alhier.
3 De nalatenschap van wijlen Th. P. van
Berkum, in leven mineraalwaterfabrikant te
Haarlem. Curator: Mr. J. H. J. Simons, al
hier.
4 G. Koedijker, rijwielhandelaar, wonende
te Haarlem. Oranjeboomstraat 162. Curator:
Mr, W. de Rijke, alhier.
5 W. A. Verlaan. bakker, wonende te Haar
lemmermeer, Lisserdijk. Curator: Mr. J. A,
P. C. ten Bokkel, alhier.
FEESTAVOND HAARL. KRACHTSPORT
VEREENIGING „HAARLEM".
De H.K.V. „Haarlem" herdacht haar twee
de lustrum in het gebouw „Olympia". De
voorzitter, de heer H. M. de Wolf, sprak een
welkomstwoord, speciaal tot cie H.S.V. „de
Kampioen" en de IJ.K.V. „Hercules" uit
IJmuiden.
Eenige dames en heeren meenden met
liedjes en voordrachten onder leiding van
den heer Vienvind wel in staat te zijn. dit
feest zonder veel uitgaven te kunnen vieren.
Hij bracht hun daarvoor zijn dank.
Vele sportvrienden schonken prijzen-, waar
mede de overige uitgaven konden bestreden
worden.
De heer Haverman nam belangloos de bal-
leiding op zich. Dank werd ook gebracht aan
de familie v. d. Eynde en Gijzen. die voor de
muzikale begeleiding bij de repetities en op
dezen feestavond zorgde.
De heer J. ten Hoven, secretaris van de
H.S.V. „de Kampioen", herinnerde aan den
laren langen vriendschapsband tusschen bei
de vereenigingen.hij feliciteerde „Haarlem"
met haar tweede lustrum onder het over
handigen van een prachtige bloemenmand.
Daarna sprak de heer J. C. Bogaerde. se
cretaris van de IJ.K.V. Hercules", IJmuiden
die herinnerde aan de aangename samen
werking bij het organiseeren van de Kikkcrt-
bekerwedstrijden. Hij bood een mooien beker
aan.
De voorzitter dankte beide sprekers.
Na dit officieele gedeelte bracht de heer
N. W. Vierwind er direct een vroolijke stem
ming in met zijn populaire liedjes. De ver
dere medewerkenden waren de heer en me
vrouw Harting. de heer en mevr. Van Eerde,
mej. Knies en mej. C. de Wolf.
De heer Haverman kreeg daarna de lei
ding van het bal. Het feest duurde tot drie
uur.