Sociale Zaken aangenomen.
_1 HAART
VRIJDAG I MAART 1935
H
AARLEM'S DAGBLAD
3
EERSTE KAMER.
Minister wijst het versche kadetje af.
's-GRAVENHAGE, 28 Febr.
In treffende woorden herdacht de voorzitter
den zoo plotseling heengeganen staatsraad
Idenburg, waardoor het vaderlang een zware
slag heeft geleden. Ongemeen was inedrdaad
de staat van dienst van den overledene, aan
wiens nagedachtenis ook de Regeering bij
monde van Minister Slotemaker de Bruine
woorden van hulde wijdde.
Deze bewindsman had zijn begrooting te
verdedigen. Van twee kanten vooral kwam
ernstige kritiek tot uiting. De linkervleugel
der R.K. fractie gaf door middel van den heer
Andriesen blijk van haar ongenoegen over het
over het beleid
t.o.v. de stabili
satie der loonen,
een kindertoe
slag, den woning
bouw en bovenal
uitte deze afge
vaardigde onte
vredenheid met
betrekking tot de
steunverleening.
Teleurstellend
noemde hij in
dit verband nog
wat er nu met
den zgn. vrijeren
armslag voor
particuliere wel
dadigheid naast
p. danz (S.d.a.p.). overheidssteun
gebeurt. De circulaire hierover was trouwens
zoo onduidelijk, dat het noodig is gebleken
„cursussen" te organiseeren opdat de betrok
ken personen er achter zullen komen wat er
in de praktijk mag en kan geschieden.
Intusschen, de heer Andriessen en zijn aller
naaste vrienden namens wie hij vooral al deze
critische geluiden liet hoor en, zouden niette
min dit begrootingshoofdstuk helpen aanne
men. Daarentegen waren de sociaal-democra
ten hiertoe niet bereid.
Had diens R.K. collega er reeds over ge
klaagd, dat, speciaal het beleid inzake de ver
laging der steunnormen vtrkeerd was geweest,
de heeren Danz (s.d.) pakte hierover in nog
veel scherper bewoordingen uit, evenals zijn
fractiegenoot Hermans.
Over woningbouw- en huurkwesties voerden
Dr. Wibaut (s.d.) en Mr. Slingenberg (v.d.)
het woord. Laatstgenoemde, die voorts o.m.
het sympathieke denkbeel ontwikkelde elk
jaar speciale postzegels te doen uitgeven om
zoodoende meer geld ter beschikking te krij
gen voor de tuberculose-bestrijding, bepleitte
groote zuinigheid en eenvoud, door de gemeen
ten bij uitbreidingsplannen aan den dag te
leggen. Voor een dergelijke versobering voelt
ook de Minister veel: met het „ethisch mini
mum" zal men hier genoegen moeten nemen.
Te midden van deze discussies, waarbij de
heer Danz met het oog op werkloosheidsbe
strijding een kor teren arbeidstijd aanbeval,
kwam ook weer het versche kadetje ter tafel.
Dit dreigt zoo langzamerhand parlementair
oud-bakken te worden. Maar de heer ter Haar
(c.h.), trouw vriend van het versche kadetje
staat pal en zoo drong' hij er nogmaals op
aan het afhalen van klein brood voor 10 uur
's ochtends niet langer te verbieden. Doch
Minister Slotemaker lie.t zich niet vermurwen
en zoo zal het wetsverbod blijven voortbestaan.
Meer nog dan het oudbakken kadetje lig
gen dezen bewindsman goede sociale maat
regelen na aan het hart. Daarom juist doet 't
hem zoo bijzonder groot leed, dat allerlei niet
gebeurt, wat in betere tijden wel zou kunnen
geschieden en hij omgekeerd moet meewer
ken tot dingen, die wel gebeuren, doch louter
als bitter noodzaak. Zóó moet men de beslis
sing der Regeering tot verlaging der steun
normen zien. Onbillijk was het, waar het hier
een besluit van het kabinet als zoodanig be
trof, thans gelijk de sociaal-democraten
deden in 't bijzonder dezen bewindsman
hierover aan te vallen. En vooral ging het
niet aan daarom tegen Hoofdstuk X A te
stemmen, zooals „bij opteekening" de sociaal
democratische fractie deed. Nadat de Minis
ter zich tegen de kritiek op het beleid t.a.v.
het werkloosheidsvraagsuk en daarbij o.m.
ook met betrekking tot de circulaire omtrent
den ruimeren armslag wat de bijkomende
hulp der particuliere weldadigheid aangaat)
zoo goed mogelijk had geweerd, ging de be
grooting er door. Het was maar goed, dat
hoofdelijke stemming uitbleef. Anders zou al
licht gebleken zijn, hoe zwak de s.d. fractie
op het moment der beslissing vertegenwoor
digd was.
TWEEDE KAMER
Nog steeds ondernemers
overeenkomsten.
Tal van amendementen.
Ook hier herdenking van wijlen staats
raad Idenburg door den voorzitter en door de
Regeering. De jongste uit het Kabinet, Mr.
Steenberghe was daarmee belast, aangezien
hij toch in de Kamer was ter verdediging van
het wetsontwerp i.z. verbindende kracht van
overeenkomsten.
Dit voorstel had geenszins een tijdelijk ka
rakter. Neen het sloot zich volkomen aan bij
het standpunt door het geheele Kabinet inge
nomen, waar het er van uitging, dat we niet
met een conjunctureele, doch met een struc-
tureele wijziging in de maatschappelijke ver
houdingen te doen hebben.
Een doelbewuste, geen vreesachtige stap
zooals Ir. Albarda had gemeend werd hier
ondernomen, een stap, die niet beteekent het
inslaan van den weg naar socialisatie (wat
de Regeering niet wil) doch het betreden
van een pad. dat ons tot meer nationale wel
vaart kan brengen.
Natuurlijk zal de Regeering bij de toepas
sing der wet voorzichtig zijn en steeds nagaan
of het algemeen belang ingrijpen al dan niet
noodzakelijk maakt. Bij verbindendverklaring-
is het heusch niet alleen om prijszetting te
doen; neen, voorop zullen staan de belangen
eener rationeele productie.
Wat de opmerkingen aangaande de behar
tiging van 't consumentenbelang betreft, was
de Minister er op, dat dit belang een onder
deel is van het algemeen belang, waarop de
vaste commissie uit den Economischen Raad
speciaal acht heeft te slaan.
Minister Steenberghe erkende, dat de Re
geering een groote macht door deze wet krijgt,
doch zij heeft in de laatste jaren al heel wat
grootere bevoegdheden verkregen en boven
dien komen er tal van instanties aan de beurt
om een woordje mee te praten, eer ten langen
leste een algemeen maatregel van bestuur
tot bindend verklaring loskomt.
Het mocht waar zijn, dat indien Keizer
Diocletianus over deze wet had beschikt, toch,
gelijk de N. R. Ct. schreef, het Romeinsche
Rijk in elkaar gestort zou zijn. Maar van deze
wet verwacht de Regeering ook heelemaal geen
wonderen; zij is alleen een middel ter bevorde
ring van herstel onzer welvaart.
Na de rustig voorgedragen heldere rede van
den Minister dook de Kamer in vele amende'
menten onder. Eenige wijziging van belang on
derging het wetsontwerp echter nog niet.
Morgen moet men er mee doorgaan, want
toen op een gegeven oogenblik het dokteren
van juristen met niet-juristen aan een juri
disch niet-deugdelijk amendement geen on
middellijk resultaat opleverde, schorste de
voorzitter voor heden de verdere behandeling.
Waarna nog 'n aantal kleinere voorstellen aan
de orde kwamen.
E. v. R.
Roekelooze daad van een
jongen.
Vrachtauto op gang gebracht.
Meisje overreden en gedood.
Gistermiddag is een tragisch ongeluk ge>
beurd in de Gabriël Metsustraat te 's Gra-
venhage. Een vrachtauto is het trottoir op
gereden en heeft daar een 6-jarig meisje aan
gereden met het gevolg, dat het op slag
dood was.
Omtrent de toedracht van het ongeluk ver
nemen wij het volgende:
Omstreeks half twee was de 6-jarige Jo
hanna de V. aan het spelen op het trottoir in
de onmiddellijke nabijheid van de waning
van haar ouders in de Gabriel Metsustraat.
In diezelfde straat stond een vrachtauto,
waarvan de chauffeur, de 26-jarige W. v. W.,
wonende in de Staverdenstraat zich eenige
oogenblikken had verwijderd.
De motor was afgezet, maar een 15-jarige
jongen heeft de onvoorzichtigheid begaan in
den auto te gaan zitten en kans gezien dezen
aan het rijden te krijgen.
De auto reed het trottoir op, juist ter plaat
se, waar het meisje aan het spelen was. De
arme kleine werd tusschen een pui van een
der huizen en den vrachtauto bekneld. Zij werd
eenige oogenblikken later door toegesnelde
voorbijgangers bevrijd doch het mocht niet
meer baten. Met een verbrijzelden schedel
werd het kind opgenomen.
De jongen liep hard weg, doch is later aan
gehouden.
Naar hij verklaarde was hij met den be
stuurder van den vrachtauto meegereden en
zou even op den auto passen, terwijl deze
ging schaften. De man had den motor afge
zet. doch de jongen heeft in zijn afwezigheid
met jeugdigen overmoed en onbedachtzaam
heid den motor op gang weten te krijgen en
den auto aan het rijden gebracht, met het
vermelde droevige gevolg.
Valsche munters voor de
rechtbank.
Vier en een half jaar geëischt.
De Amsterdamsche rechtbank behandelde
Donderdag een valschemunterszaak, waarin
de gebroeders E. en H. W. de hoofdrollen
spelen.
In de rechtzaal was de complete valsche-
munters-tiitrusting geëtaleerd: matrijzen, vor-
men, specie, een oven, alles wat dienstig is
voor het vervaardigen van valsche gelstukken.
Aan de verdachten was ten laste gelegd, dat
zij omstreeks September of October in een
perceel aan de Goudsbloemdwarsstraat een
aantal valsche rijksdaalders hebben nage
maakt en dat zij eenige van die valsche geld
stukken in winkels hebben uitgegeven. Boven
dien was het in voorraad hebben van een
valsche munters-installatie ten laste gelegd.
Voorts werd in de dagvaarding een poging
tot het vervaardigen van valsche munten op
23 October j.l. ten laste gelegd. Op dien dag-
werden zij op heeterdaad betrapt.
De Officier van Justitie achtte door de ver
klaringen van de getuigen het ten laste ge
legde bewezen.
Spr. eischte een gevangenisstraf van 41/2
jaar tegen ieder.
De verdedigers drongen aan op vrijspraak
subs, een psychiatrisch onderzoek.
Instortende steiger veroor
zaakt ongelukken.
Twee arbeiders gewond.
Donderdagmiddag is bij een bouwwerk op
den Kwietheuvel te Venlo door tot nog t-oe
onbekende oorzaak een 4 Meter hooge steiger
ingestort, met het gevolg, dat de 23-jarige
arbeider M. H. Jansen kwam te vallen en op
de straatkeien terecht kwam. De ongelukkige
liep ernstige verwondingen aan het gelaat op
en werd naar zijn woning overgebracht. Zijn
broer, de 33-jarige P. J. Jansen, die eveneens
op den steiger werkzaam was, kreeg bij den
val een kalkbak op den rug en moest met
zware inwendige kneuzingen naar het zieken
huis te Venlo worden overgebracht. Zijn toe
stand is zorgwekkend.
DE MOORD IN DE B ON AIRE STRAAT
TE AMSTERDAM
Weer tien jaar geëischt.
Wederom wijdde het Gerechtshof te Am
sterdam een ditmaal korte zitting aan
het drama in de Bonairestraat aldaar om
nog eenige getuigen te hooren.
In Januari van het vorige jaar had de tuin
der H. V. uit Huizen zijn 1T-jarige verloofde
in haar woning in de Bonairestraat neerge
schoten, ook sloeg hij de hand aan zichzelf.
De iongeman werd ernstig gewond, doch her
stelde De rechtbank veroordeelde den man
tot vijf jaargevangenisstraf, het O.M. had
tien jaar gerequireerd.
Heden werden nog enkele getuigen gehoord.
De procureur-generaal persisteerde bij zijn
eisch tien jaar gevangenisstraf.
I860 1935
AWEKTEERT
"h;;leid5CH
DAGBLAD'
31
ca*
vt
DIT COLD REEDS
VIJFENZEVENTIG JAAR
EN IS NU
MEER DAN OOIT
NOC VAAR
(Adv. Ingez. Med.)
Klachten over contingentee-
ringen.
Van Tweede Kamerleden.
Blijkens het voorloopig verslag in zake de
contingenteering van den invoer van kunst
zijden manufacturen, kousen en sokken, lin
nen en halflinnen manufacturen en tapijten
vestigden verscheiden Tweede Kamer-leden
de aandacht op de bezwaren voor dén han
del welke in het bijzonder bij deze contin-
genteeringen aan het licht traden, doch
welke ook bij andere contingen,beeringen ge
voeld worden. De tegenwoordige toestand
geeft op verschillende punten aanleiding tot
ernstige klachten.
Deze klachten betreffen in de eerste plaats
den looptijd der consenten. Speciaal onder
de genoemde contingenteering vallen vele
goederensoorten die het karakter van sei
zoenartikelen hebben. Bestellingen van der
gelijke goederen moeten gewoonlijk gerui-
men tijd van tevoren geplaatst worden. Nu
wordt tijdige bestelling in zeer vele gevallen
onmogelijk gemaakt doordat talrijke consen
ten slechts drie maanden geldig zijn.
Men drong er op aan deze bezwaren, welke
den handel veel last en groote schade be
rokkenen. zooveel mogelijk op te heffen. Dit
kan geschieden, door consenten te verleenen
voor zes maanden en wel voor het eerste en
tweede kalepder-halfjaar.
In het verslag wordt er verder op gewezen,
dat in den handel de klacht wordt geuit, dat
het crisisinvoerbureau den laatsten tijd niet
meer zoo accuraat en vlot werkt als vroeger.
Soms worden te weinig consenten verstrekt,
soms ook consenten, die niet zijn aange
vraagd, soms heeft aanzienlijke vertraging
plaats.
Men meende te weten, dat aan dit bureau
een reorganisatie plaats vindt. In ieder geval
zou men het op prijs stellen, indien kon wor
den zorg gedragen, dat de handel van deze
reorganisatie geen last ondervindt. Indien er
bezuiniging bereikt wordt, dan wordt er op
aangedrongen, deze aan den handel ten
goede te doen komen door vervaging der
consentgelden. De kosten van het crisis-in-
voerbureau worden immers geheel door den
handel gedragen.
Sommige leden trokken uit al deze klach
ten de conclusie, dat de practijk wel uitge
wezen heeft, dat het langer handhaven van
de contingen teeringen den handel noodeloos
verstart en de bewegingsvrijheid te veel aan
banden legt. Huns inziens kan men de Ne
derlandsche industrie veel beter beschermen
door invoerrechten.
Ex-consul weer voor het Hof.
Getuigenverhoor voortgezet.
Bevestiging van het veroordeelend vonnis
gevorderd.
In de verdachtenbank van het Gerechts
hof te Amsterdam nam Donderdag wederom
de ex-consul van Costa-Rica, P., plaats. Bij
interlocutoir arrest was bepaald, dat nog
enkele getuigen dienden te worden gehoord.
Op 16 November veroordeelde de rechtbank
den 53-jarigen promotor L. W. S. P., ex-consul
van Costa-Rica, wegens oplichting en het
verstrekken van valsche passen tot twee jaar
gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.
Verdachte was reeds lang geleden ontslagen
als consul, n.l. na de behandeling van de
geruchtmakende Veendammer strafzaak,
waarin hij eveneens een rol speelde. Verd.
was echter rustig doorgegaan met het af
geven van valsche passen en bewijzen van
staatsburgerschap. Hij had tegen betaling
van f 250 aan een zekere Mej. Feingold een
pas verstrekt, als ..burgeres" van Costa Rica.
Ditmaal was juffrouw Ida Feingold, die
noch bij de behandeling voor de rechtbank
noch voor het Hof was verschenen, present.
Zij vertelt, dat zij in de meening verkeerde,
dat verd. het recht had om de passen af te
geven. "Aanvankelijk had verd. een papier
geleverd, een soort ,Xaiser-passer"', waar
mede zij niet tevreden was. Later was dit ver
wisseld voor een pas. waarvoor zij aan den
zoon van verd., die het stuk aan haar woning
bracht zij woonde toen te Amsterdam
een bedrag van f 250 betaalde.
Vervolgens werd nog eens tot in bijzonder
heden behandeld de aan verd. ten laste ge
legde verduistering van een bedrag van
f 41.000 ten nadeele van een Engelschen gees
telijke. De geestelijke had P. het geld toe
vertrouwd om kerkelijke leeningen te plaat
sen en een emissie op te richten. Verd. echter
had het geld voor een groot deel, ten eigen
bate aangewend; zoo toucheerde hij f 1000
per maand aan salaris, ook zijn beiden
zoons betaalde hij salarissen. Onnoodig te
zeggen, dat de geestelijke hiervan geen ver
moeden had. Ook was een hoog bedrag ge
bruikt voor de inrichting van huis en kantoor
van den ex-consul.
Uit verklaringen van verschillende leveran
ciers komt vast te staan dat verd. van het
geld van den Engelschman heeft geleefd.
Verdachte verwachtte zelfs, dat de reverend
nog 20.000 bijeen zou brengen.
De proc.-generaal, persisteerde bij het ge
nomen requisitoir (bevestiging van het von
nis der rechtbank en veroordeeling tot twee
jaar gevangenisstraf met aftrek van voor
arrest)
Marie van Westerhoven
gehuldigd.
In den Stadsschouwburg te Amsterdam.
De Stadsschouwburg te Amsterdam bood
Donderdagavond ter gelegenheid van het dia
manten tooneeljubileum van Marie van Wes
terhoven een feestelijken aanblik, waartoe
niet weinig bijdroegen de kleurige rosetten en
linten der vele in de zaal en op de balcons
aanwezige studenten die, toen het scherm op
ging, dan ook hun „Io Vivat" inzetten.
Het gezelschap de Hagespelers, o. 1. van
Eduard Verkade had ook ditmaal met het
reeds ver over de 50 maal vertoonde tooneel-
werk „Zestien jaar" groot succes. En natuur
lijk concentreerde zich vanavond alle aan
dacht op „Miss Queen", de rol die door Marie
van Westerhoven op zoo'n eminente wijze
vertolkt wordt.
Zij werd dan ook reeds bij haar opkomst met
een luide ovatie begroet en deze ovatie nam
een nog stormachtiger karakter aan, toen na
afloop van de voorstelling het doek nogmaals
omhoog ging en mevr. van Westerhoven aan
den arm van mevr. Ketelaarvan Gogh het
tooneel werd opgeleid, te midden van de velen
die zich daar verzameld hadden om haar te
huldigen.
De eerste, die het woord tot haar richtte
was de Amsterdamsche wethouder voor de
kunstzaken, de heer Walrave Boissevain., die
haar namens het gemeentebestuur een bloem
stuk aanbood.
Vervolgens sprak mevr. Ketelaarvan Gogh
als voorzitster van het Huldigings Comité.
Namens dit Comité bood mevr. Ketelaar de
grijze actrice een Perzisch tafelkleed aan,
waarna de penningmeester van het Comité een
enveloppe overhandigde met een inhoud, die
naar zijn zeggen, zijn stoutste verwachtingen
had overtroffen.
Hierna voerden nog tal van sprekers het
woord. De meesten van hen boden geschen
ken, enveloppen met inhoud of bloemen aan,
zoodat het tooneel weldra in een bloementuin
was herschapen. Bovendien was er een bloem
stuk van mevr. De Boervan Rijk die zelf in
Zeeland speelde.
SPECIFIEK INVOERRECHT OP ZINKWIT EN
LITHOPOON.
De Staatscourant van Donderdagavond be
vatte een K.B., waarbij bepaald wordt, dat
met ingang van 1 Maart bij den invoer van
zinkwit en lithopoon een specifiek invoer
recht zal worden geheven. Bij dit K.B. wordt
de noodzakelijkheid van het heffen van een
invoerrecht van zinkwit, lithopoon en andere
met zink bereidde witte verfstoffen bepleit
teneinde het ten gronde gaan van de Neder-
landsche zinkwit- en lithopoon-industrie te
voorkomen.
Bepaald is. dat met ingang van 1 Maart
een invoerrecht wordt geheven van
1. lithopoon en andere witte of nagenoeg
witte verfstoffen al dan niet aangemaakt, die
naast zink in eenigen vorm, tevens zwavel in
den vorm van sulfide bevatten,
a. indien zij kennelijk 30 percent of minder
zinksulfide bevatten, per 100 K.G. netto f 1.50.
b. andere per 100 K.G. f 3.
2. alle niet onder 1 vallend witte of nage
noeg witte verfstoffen, al dan niet aange
maakt, die zink in eenigen vorm bevatten per
100 K.G. netto f 1.50. Het K.B. vervalt een jaar
na den aanvang van de heffing, doch kan door
de Kroon ook binnen dit tijdvak worden in
getrokken.
In verband met het bovenstaande hebben
we nadere inlichtingen ingewonnen omtrent
de reden van de afkondiging van dit K.B.. op
grond van de machtigingswet van 17 Mei 1934.
Ons kwam ter oore, dat de regeering hierbij
vooral op het oog heeft de werkgelegenheid
in de zinkwitindustrie in ons land te behouden.
De Nederlandsche zinkwitfabrieken, die deel
Uitmaken van een internationaal kartel, dat
de afzetgebieden onderling verdeeld heeft,
werden met sluiting bedreigd, terwijl aan een
behoefte aan zinkwit op de Nederlandsche
markt thans door de buitenlandsche bij het
kartel aangesloten fabrieken zou worden
voorzien.
Dit zou voor een groote groep arbeiders
werkloosheid betëekenen. De regeering heeft
daarom ingegrepen. Om te voorkomen, dat
het effect van deze maatregel zou verminde
ren door een overmatigen invoer in de laatste
weken was de regeering reeds eerder tot con
tingenteering overgegaan.
Thans tracht de regeering door middel van
dit invoerrecht daarheen te leiden dat de
Nederlandsche zinkwitindustrie haar arbeiders
aan het werk zal kunnen houden. Zooals be
kend, zal dit K.B. bij de wet moeten worden
bekrachtigd, waardoor de Kamer gelegenheid
krijgt zich over het ontwerp een denkbeeld
te vormen'.
Drie slachtoffers van
onoplettendheid.
Donderdagmiddag wilde de 13-jarige scho
lier van D. per fiets uit de Abrikozenstraat de
Laan van Chartreuse te Utrecht inrijden. Hij
nam daarbij de bocht te ruim, met het gevolg
dat hij gegrepen werd door een passeerende
petroleum-tankauto. De jongen werd ernstig
gewond opgenomen en in hopeloozen toestand
naar de Rijksklinieken vervoerd. Tijdens het
vervoer is hij overleden. Het onderzoek is nog
gaande, maar er is vrijwel komen vast te
staan, dat den chauffeur geen schuld treft.
Oude man door auto gegrepen.
Donderdagmiddag is op den Delftweg te
Overschie de 68-jarige voetganger P. van der
Kraan, wonende te Schiedam, toen hij onver
wacht van achter een vrachtauto te voor
schijn kwam en den weg wilde oversteken,
aangereden door een personenauto, die uit de
richting Delft naderde. De oude man werd
over een afstand van 25 Meter meegesleurd en
is in zorgwekkenden toestand naar het zie
kenhuis Eudokia te Rotterdam vervoerd, waar
hij kort na aankomst overleed.
Motorrijder gaf
geen voorrang.
Gistermiddag even na half vijf heeft op den
Verlengden Raamweg in Den Haag, ter hoogte
van de Witte Brug een ernstige botsing plaats
gehad tusschen een vrachtauto en een motor
rijwiel, waarvan de bestuurder van laatstge
noemd voertuig, de 18-jarige J. G. B. uit de
Konijnenlaan te Wassenaar het slachtoffer is
geworden. Deze zou namelijk den bestuurder
van de vrachtauto zekeren M. geen voorrang
hebben verleend, tengevolge waarvan hij met
groote vaart tegen deze auto opbotste. De ge
volgen werden den jongeman noodlottig. Hij
liep een ernstige schedelfractuur, een groote
wonde aan het rechteroog op, terwijl het rech
terbeen op drie platsen gebroken was. In
zorgwekkenden toestand werd de jongeman
door den G. D. naar het Gemeente-Ziekenhuis
aan den Zuidwal vervoerd alwaar hij eenige
uren later aan de bekomen verwondingen is
bezweken. De politie stelt een onderzoek naai
de schuldvraag in,
Door onze lens gesnapt.
BROEDER STEPHANOS, BR.-OVERSTE VAN
ST. JOANNES DE DEO.
Broeder Stephanus, de broeder-overste van
het ziekenhuis St. Joannes de Deo, kwam voor
het eerst te Haarlem in 1910, als hoofdverp'.e-
ger van die inrichting, wat hij bleef tot 1913,
waarna zijn benoeming tot overste volgde,
welke functie hij tot 1916 vervulde.
Toen werd hij overgeplaatst naar 's Her
togenbosch, als vicarius van St. Joannes de
Deo aldaar. Tot 1922 was hij in Den Bosch;
toen werd hem de functie toegewezen van
overste van het pension met ambulante ver
pleging St. Joannes de Deo. Keizersgracht te
Amsterdam.
Van 1924 tot 1928 was Broeder Stephanus
daarna weer overste te Haarlem, waarna hij
tot 1934 weer vicarius in Den Bosch werd. In
laatstgenoemd jaar werd hij de opvolger van
Br. Victorianus als broeder-overste van St.
Joannes de Deo alhier.
Op 2 Mei 1886 ontving Br. Stephanus het
religieuze kleed, in het Moederhuis Moniabaur
in Duitschland, zoodat hij het volgend jaar
zijn 50-jarig jubileum zal vieren.
Advertenties van Vraag en Aan
bod in HAARLEM'S DAGBLAD.
Een rubriek die steeds groeit
en dat in den crisistijd.
Doe daar ook uw voordeel mee.
41841 geplaatst in het jaar 1934.
Ex-hoofdboekhouder
veroordeeld.
Wegens verduistering van 60 mille.
De Amsterdamsche rechtbank wees Don
derdag vonnis in de strafzaak tegen den ex-
hoofdboekhouder van een groot modemaga
zijn in de hoofdstad, die terecht heeft gestaan
verdacht van valschheid in geschrifte en ver
duistering van een bedrag van f 60 a 70.000
ten nadeele van de firma bij wie hij in
dienst was.
De rechtbank veroordeelde den man we
gens valschheid in geschrifte meermalen ge
pleegd en wegens verduistering in dienstbe
trekking meermalen gepleegd tot twee en
een half jaar gevangenisstraf met'last tot on-
middellij ke gevangenneming.
Een termijn-affaire wordt
uitgevochten.
Weduwe moest 20.000 bijbetalen.
De geruchtmakende termijnaffaire in sui
ker, waarover vooral den laatsten tijd vele
klachten zijn gerezen, hebben Donderdag een
nasleep gehad ter civiele zitting der Recht
bank te Amsterdam.
Een weduwe, die eenigen tijd geleden een
groote partij suiker op termijn gekocht heeft
een transactie die haar op een verlies van
ruim f 20.000 kwam te staan was gedag
vaard door haar commissionnair tot betaling
van het ontstane tekort, veroorzaakt door een
daling der suikerprijzen. Voor den commis
sionnair trad mr. Küthe op. die zijn vordering
toelichtte en opmerkte, dat het een normale
transactie betrof.
Mr. B. Stokvis, optredend voor de gedupeer
de weduwe, betoogde uitvoerig dat in wezen
de termijnhandel-transacties gelijk staan
met de handelingen, welke de wet spelen en
weddenschap noemt. De basis van dergelijke
affaires is z.i. in strijd met de goede zaken.
Koop en verkoop in den normalen zin van
het woord is hier niet aanwezig. Dikwijls
worden partijen verhandeld die de verkooper
zelf niet verkregen heeft en die hij ook niet
verkrijgen wil. Daalt de markt dan profiteert
.de commissionnair van het verlies dat de
klant lijdt. Hij heeft dus een belang dat te
gengesteld is aan dat van zijn cliënt. Stijgen
de prijzen dan is het dikwijls moeilijk voor
den klant om de gemaakte winst los te krij
gen, daar dan vaak blijkt dat er in het geheel
niet is ingekocht. Op grond daarvan drong
pl. er op aan dat in dergelijke gevallen de
rechter den commissionnair streng bewijs zal
opleggen van het werkelijk uitvoeren der op
drachten, hem "door den kooper gegeven.. Spr.
wees er op, dat meestal (ook in dit geval) de
commissionnair zich wendt tot lieden, die van
speculeeren weinig verstand hebben en dat hij
hen onder schoone voorspiegelingen verleidt
tot het doen van deze gevaarlijke zaken. De
commissionair is een „philantroop", doch het
slachtoffer moet betalen.