HAARLEM
Cmomü
Meen een afdoende
teftataiie is eek $aede
ce>frataiLe>
Haarlem de bakermat van
de Bloemencultuur,
HM.HmSmscUAufoCetMe
N.V. HOENDERDOS
Hemt tU&us
ROOKT NU
15 CENT
11
Gr. Houtstr. 133
BRANDSTOFFENHANDEL
BONNE ESPERANCE
SOPHIA JACOBA
Wilhelmina - Oranje Nassau
fmef!!
,/tWordt Voorjaar"
DONDERDAG 14 MAART 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
24
VAN 40 VOOR
SIGAREN MAGAZIJN PE BEKENDE GOEDE RUSSISCHE CIGARET
Goede reparatie kan alleen
uitgevoerd worden in een
daarvoor speciaal ingerichte
werkplaats door geschoold
personeel, voorzien van goed
en modern gereedschap.
De graad van nauwkeurig
heid, waarmede de moderne
automobiel wordt vervaar
digd, is zoo groot, dat bij het
uitvoeren van een reparatie
controle met nauwkeurige
meetinstrumenten noodig is,
terwijl het gereedschap het
werken met dezelfde nauw
keurigheid moet toelaten, als
bij de fabricage wordt ge
bezigd.
ifO-cd (fadcchtoAd tti
yoedc eepwualic. ftefee-
Ue.nctt vooc den efoc-
naac tneu Uilomelccs-,
Laat daarom Uw reparaties
daar uitvoeren waar U de
inrichting en uitrusting de
zekerheid geeft, dat herstel
ling goed en afdoende
geschiedt.
REPARATIES AAN FORD-
- AUTOMOBIELEN TEGEN -
STANDAARDTARIEVEN.
BEGROOTINGEN GRATIS.
Onze werkplaatsen zijn voor het repareeren van
automobielen voorzien van het meest moderne
gereedschap en werktuigen, waarvan wij hieronder
slechts enkele kunnen noemen:
Apparaat voor kotteren en slijpen van cylinders.
opgieten en uitboren van krukas-
lagers.
electrisch verwarmen van zuigers en
inbrengen van zuigerpennen.
richten van drijfstangen.
slijpen van kleppen vervangt
slijpen van klepzittingen "jS,™
uitkotteren van klepzittingen en
inbrengen van nieuwe stalen zitting-
ringen.
reinigen en onder werkdruk beproe
ven van bougies.
Controle-apparaat voor beproeven van remmen
onder werkelijke weg-
conditie (rembrug).
den stand der koplampen.
het sporen der wielen, toe-
spoor der voorwielen,
juiste draaicirkel (stand
der voorwielen ten op
zichte van elkaar).
nameten der compressie
in alle cylinders.
nameten van het goed
sluiten der kleppen.
5 n vaststellen van de samen-
stelling der uitlaatgas-
sen,voor juiste carbu-
ratie-afstelling.
de geheele electrische
installatie, zooals dynamo,
startmotor, verdeeler e. d.
Verder eenige honderden stuks klein speciaal ge
reedschap, welke ons in staat stellen alle werkzaam
heden in den kortst mogelijken tijd en met de
meeste nauwkeurigheid te verrichten.
Herinneringen aan den tulpenwindhandel.
De dwaze vaart van Flora per mallewagen met het zotte volk tijdens de dagen der
tulpomanie.
OFFICIAL FORD DEALER
Showt■muk: Plein. 24 - Telefoon 74725
k/ezUfdaats. - May&zifo - llanlooe:
Stcdiensfdein - Telefoon '/Z883-11094-
KINDERHUISSINGEL 2 TEL. 11979(2 LIJNEN)
Om prettig te stoken bevelen wij U in
bijzonder aan onze Anthraciet van
(SLA KT NOOIT)
Afmetingen 20-30 en 30-50 f 2.15 per H.L.
hard en glanzend, heel zuinig in gebruik.
Afmetingen 20-30 en 30-50 f 2.15 per H.L.
Afmetingen 15-20 f 1.60 per H.L.
Afmetingen 20-30 en 30-50 f 2.00 per H.L.
Wij. g&candeecen:
Cfoede tnetol
Pcima Uu/alildt
tfoed y&zeefoL
Cfoede, vtufyye
tedieninfy.
!J| .,:«:i«iLuï
Tot voor een kwarteeuw was Heemstede
één groot bollenveld van het Blauwe-
bruggetje af tot aan de Glip. Dat is
uit, voor goed uit. Heemstede is zeker
nog wel buiten, dank zij zijn wandelbossch en
de restanten van buitens, maar platteland is
het niet meer. Cultuurgrond werd en wordt
nog steeds bouwgrond.
Wie de bollen wil zien na de tentoonstelling
moet zuidelijker naar Bennebroek en verder.
Heemstede werk van dorp tuinparkstad.
Haarlem, vanouds de bloemenstad, kon de
tentoonstelling niet ontvangen en zonder het
Wandelbosch met de voormalige weide
gronden van Groenendaal kon Heemstede de
tentoonstelling ook geen plaats bieden. De
tentoonstelling is evenwel niet Heemstede, niet
Haarlem, maar voor de eene helft de bollen
streek en voor de andere de Nederlandsche
bloemencultuur en boomkweekerij.
De Haarlemsche „floristen" zijn de pio
niers geweest voor de drie genoemde takken.
De monniken hebben in de middeleeuwen
veel gedaan voor grondontginning, voor
'gras- en teelland, maar ook werd de grond
slag gelegd voor de bloemencultuur. Zie naar
schilderijen onzer 16e eeuwsche meesters. Was
een hoekje grond vrij, dan werd er een tuin
bij aangelegd, liefst met bloemen en geen
boerderij was er, of er behoorde een bloemen
hof bij. Kent ge de namen Wijde Gelde-
looze Pad en Nieuwe Geldelooze Pad.
Het waren voor een drie eeuwen
nog paden tusschen tuinen. Daar en langs
den Raamsingel en in deze contrije begon de
bloemkweekerij van Nederland. Daar waren
de eerste bollentuinen.
Wij herinneren aan de dwaze tulpenhandel
van 1637. Daar werd reeds in den be
ginne over gesproken in: Clare ontdecking
der dwaasheydt derghenen, die haar tegen-
woordigh laten noemen Floristen". Dat boekje
in versvorm kwam in 1636 uit bij Zacharius
Cornelisz. te Hoorn. Die dwaze tulpenhandel
of tulipomanie was geen verschijnsel in deze
streek alleen, maar betrof het heele westelijk
deel der Republiek tot aan Utrecht en Vianen
toe. Heel goed wordt dat beschreven in
..Samenspraeck tusschen Waermondt ende
Gaergoedt nopende de opkomste ende onder-
gangh van Flora".
Later kwam er nog een Tweede Samen
spraak en ten slotte nog een Register van de
prijzen der bloemen als derde samenspraak.
Voor we den aard en de gevolgen dezer manie
nader toelichten, willen we even herinneren,
dat we in 1732 een herhaling van de manie
kregen met hyacinthen. Ook was er 30 jaar
terug een speculatiezucht met gladiolussen.
Niet alleen te Beverwijk werden soms fabel
achtige prijzen betaald.
Dat gebeurt nog wel eens. Een tien jaar
terug werd in onze omgeving na een tentoon
stelling toor een narcisbol een rijksdaalder
betaald. Bij dezelfde veiling golden heel gauw
6 van die bollen f 25. Binnen eenige oogen-
blikken haalde een bol f 25, waarna enkele
zelfs stegen tot f 250. Wel meer gebeurt het,
dat voor een nieuwe variëteit hooge sommen
worden besteed, maar dan zien de koopers er
wel degelijk heil in, terwijl in 1637 leeken
steeds opdre'ven.
De tulp schijnt reeds heel vroeg als ge
kweekte bloem uit Turkije naar West-Europa
te zijn overgebracht, terwijl ze in 't laatst der
16e eeuw hier haar intrede deed. Er werd
niet bijzonder veel aandacht aan besteed. Dat
kwam pas in 1634; toen betaalde men ook al
hooge prijzen. De motieven waren: zeldzaam
heid en mooie kleuren. Vooral gevlamde tul
pen vond men mooi.
Het is geen wonder, dat in een glas-in-lood-
raam uit dien tijd in de voormalige eetzaal
van het Frans Halsmuseum een gevlamde tulp
is geschilderd.
Snel breidde de teelt zich uit, maar Haar
lem bleef centrum, zoowel voor noord als voor
zuid. Nu kweekt men op geestgrond, al brengt
men de bollen ook wel een jaar op de klei,
b.v. in de Haarlemmermeer. In die dagen
van 1636-37 vond de tulp een plaats in de
meest onmogelijk kleine tuintjes ook van Am
sterdam, Alkmaar en Hoorn, Gouda en Rot
terdam, terwijl er ook „bloemisten" waren in
de Streek (HoornEnkhuizen) en te Utrecht
en Vianen.
Heel vaak geschiedde verkoop per stuk: la
ter werd het handelsgebruik per bed te ver-
koopen. Nog in 1612 had verkoop per stuk
plaats en reeds in 1624 werd voor één exem
plaar Semper Augustus 1200 gulden gevraagd.
Toen ook al werden de z.g. afzetten, wij zou
den zeggen de klisters, nog aan de moeder
bol vast verkocht. Daarmee begon dus reeds de
handel in onleverbare bollen, terwijl in den
beginne directe levering gebruik was.
Later kon men ook bollen koopen, die nog
in den grond zaten. Misschien om een ko
mend kwaad te voorkomen, werd koop per
gewicht ingevoerd. Men deed dat per aas. 1
aas was bijna 5 centigram. Bij het nalezen
van genoemde samenspraken ziet men in, dat
„met den avans" (op de groei) werd ge
kocht.
Bij het invoeren werd de tulp hier voor
namelijk door rijke particulieren geteeld, tus
schen 1611 en 1616 begonnen ook niet-rijke
menschen te kweeken. Uit een koopacte van
Augustus 1635 blijkt b.v. dat een tuinder aan
een smalwerker wever van smal lint) laatst
December 1634 eenige bollen had verkocht.
Later ziet men minder zeldzame soorten aan
geduid als „gemeen goed en vodderije", min
der geacht om de effen kleuren als voor
werpen van speculatie. Dat ging per maand
en zoo kwamen ook de armen aan de beurt
om te speculeeren in tulpen. Het ging heel
snel, want werd 1 Februari 1637 te Haarlem
f 1100 voor een pond „Switsers" betaald. Am
sterdam maakte voor hetzelfde gewicht van
dezelfde soort den 6en reeds f 1800.
Niet alleen werd geld in betaling gegeven,
maar ook koeien, pruimen, zilveren schalen,
paarden met 't kales er bij enz. Evenwel ging
de verkooper er slechts toe over, als die din
gen er werkelijk waren; daartegenover besloot
de kooper tot koop als de bollen bestonden.
Maar al was het dwaas, later werd bollen
verhandeld, die er niet waren en zoo ont
stond de windhandel, maar dan ook kon men
door het opioopen der prijzen in weinig da
gen, althans op papier, duizenden winnen. Zoo
kwamen er steeds meer liefhebbers voor tul
penhandel.
In den nog rustigen tijd werd heel
vaak een notarieele acte opgemaakt, maar
toen ook minder intellectueelen en kleine be
zitters zich aan dien handel overgaven, werd
Hoe de mensehen tijdens den tulpenwindhan del zich als apen gedroegen in collegiën en
comparitien.
Deze schilderij, in het bezit van den heer J. M. C. Hoog, werd ontdekt door den heer C.
i>. Gratama, directeur van het Frans Hals-museum,
het een wilde speculatie. Er kwamen nu or
ganisaties van z.g. bloemisten, floristen en
tulpisten, die samenkomsten hielden. Die sa
menkomsten van die collegiën. die ook voor
nieuwelingen de deur openden, hadden plaats
in herbergen. Het eerste wordt er in 1636 ge
wag van gemaakt.
Het „College van de Blommisten" was een
ander lichaam, dat in het algemeen bij ge
schillen uitspraak deed. Verkoop geschiedde
„met de borden" of „in het ootje". Om dat te
verklaren, zullen we Waermondt aan 't woord
laten.
Gij gaat naar een der vele herbergen waar
Floristen samenkomen. Al wordt ge daar on
vriendelijk ontvangen, gij moet u daaraan
niet storen. Een van het gezelschap houdt de
lei, waarop uw naam wordt geplaatst, opdat
men wete met wien men te doen heeft en
ieder in de aangegeven volgorde de borden
zal kunnen ronddeelen. Uw eigen goed moogt
gij zelf niet veilen, maar als gij u laat ont
vallen, dat gij iets te verkoopcn hebt is er
kans dat het dien avond toch nog wordt ver-
kocht.hetzij bij afslag (zooals op de openbare
veilingen gebruikelijk was) of met de borden.
Wie een bepaalde tulp wil koopen, zal een
der borden nemen en naar de tulp vragen.
Hij. die wil verkoopen. zal eveneens een bord
krijgen. Op de borden (ronde houten plank
jes) staan onder elkaar de duizendtallen, hon
derdtallen, tientallen en eenheden. De
toekomstige kooper en verkooper kiezen nu
elk een vertrouwenspersoon. De verkooper
noemt hun eerst zijn vraagprijs, die doorgaans
te hoog is. Daarna doet de kooper hetzelfde
en biedt zooveel minder als de kooper te veel
heeft geëischt. De scheidslieden bepalen uit
vraag en aanbod den prijs en noteeren dien
door op elk der borden achter de betreffende
getallen een streepje te plaatsen. Hierdoor is
de prijs vastgesteld en kunnen er geen ver
gissingen of later eventueele geschillen over
den prijs ontstaan. Wien deze prijs naar den
zin is. die laat de strepen op zijn bord staan.
Laten kooper en verkooper beiden hun
strepen staan, dan is de koop tot stand ge-
gekomen. Hebben ze beiden uitgeveegd dan
gaat de koop niet door. De secretaris noteert
de prijzen. Is er een koop tot stand gekomen,
dan moet de kooper van eiken gulden een
halven stuiver betalen, tot ten hoogste drie
gulden, welke bedrag dus reeds bij een prijs
van 120 gulden wordt bereikt.
Dit bedrag heet de wijnkoop en is een soort
bezegeling van den koop. Dit geld komt aan
den verkooper.
Wanneer de eigenlijke windhandel begon,
is met geen bepaalden dag te zeggen. Dat
moet in het 1634 geweest zijn, toen ook n'iet-
deskundigen aan den tulpenhandel gingen
meedoen. De reeds bovengenoemde Gaergoedt
zegt, dat in het seizoen 1636/37 een „rasernije"
is geweest.
Natuurlijk merkten de stedelijke en de
landsautoriteiten de beweging ook op. In gr ij-'
pen was niet noodig. De z.g. collegien zonder!
hun afgevaardigden en die vormden onder el
kander een soort saneeringsplan. Zeer veler!
verloren daarbij duizenden enkeerden tot
het oude beroep terug. De timmerman nam
dus weer den gereedschapsbak op den schou
der om een klussie te krijgen, de metselaar
trok weer met zijn kar met steenen en kalk
en zand naar de karwei en de wever naaï
zijn getouw.
Wat hadden ze gedroomd van mooie bul*
tens met prachtige vossen voor glimmende
kalessen. j
Het Keurenboek van Haarlem leert, 'dat '<3ö
regeering den bloemenhandel in het oog
hield.
In het Reglement op het Salaris van ctë
Klerken ter Secretarije waarnemende de ver-
koopingen der Roerende Goederen dd. 8
November 1790 zijn de betalingen „Van de
Bloem Verkoopingen" nauwkeurig geregeld.
Voor iederen dag, welke hij (de stadsklerk)'
buiten de dagen der Verkooping in dienst van
particulieren vaceert, zal hij drie Guldens
mogen vorderen en ontvangen.
Ook zal hij voor ieder geheel uur, dat langer
wordt geveild als de gewone tijd hiervoor be
paald mogen declareeren tien Stuivers, doch
voor ieder half en een kwart uur niets.
Dus niet alleen controle op de stedelijké
ambtenaren, n.l. dat zij niet z.g. van de potjes
trekken, maar ook dat er een reëele handel
werd gedreven in gereed geld.
Een andere keur tegen fraudeleus verkoo
pen binnenshuis op z.g. erfhuizen legt daar
tegen boete op. Bekeuren mochten de Hoofd
officier (Politie comm.), Commissaris der
Stadskeuren, Vendumeester, mitsgaders voor-
zooveel de Verkoopingen van Bloemplanten,
Bollen of Gewassen betreft, ook de Directeur
der Verkoopingen van Bloembollen.
door Annie E. Evers
üiii
iepgedoken In hun kragen loopen de
menschen langs de straat, 't Is nog
Maart en vinnig koud. Een ijzige
wind snijdt de hoeken om, slingert
uithangborden kletterend op, jaagt takken
omlaag, hoeden de gracht in, kortom, het
stormt, en tegelijkertijd vriest het. Daarom
haasten allen zich huiswaarts, geborgen in
bont en bouffanten. Ik ook, vlak langs den
huizenkant.
Tot plots een vroolijke flits ons terug
doet gaan een pas of wat. Groot ligt er een
Paaschei in een etalage, 't blij lachende ge
zicht zilver omwikkeld. Scheefgerold rust het
op een doos sigaartjes voor kleine heeren,
waaromheen reepen chocolade zich stapelen
en deftige bonbons.
De wind rukt aan onze muts. ijspegels sie
ren de vensterbank, doch dat eene Paasch
ei geeft ons een visioen van feestdagen, waar
op het Zomersche stroohoedje gedragen zal
worden en men op z'n Paaschbest gekleed
gaat. 'n Nieuw pakje, 'n nieuw japonnetje.
Natuurlijk, de wereld wordt toch ook nieuw.
Kijk, daar kleuren bloemen tusschen het jonge
gras, de boomen botten, dikke knoppen bar
sten open, het vee gaat de wei inEn op
onze tafels, waar zonlicht speelt, door ge
opende vensters binnengedanst, staan bekers
vol narcissen, van die helle, goudgele, waar
wilgentakjes tusschendoor zilveren, of witte
met gulden hartjes. Eieren zullen geverfd, ver
stopt en gevonden worden, de geschiedenis
van de Paaschhaas verteld. En als Paasch-
lammetjes zullen wij uitgaan :n de zoele lucht,
de borst diephijgend. het hoofd geheven, om
hoog getrokken naar den hemel, die stil. won
derlijk is van nieuw leven, nieuwe levens
kracht.
't Wordt Voorjaar.
Ja, voorjaar, voorjaar, dat verkondigt dat
Paaschei. Haast je maar voort, menschen, in
je kraag gedoken, naar je huis, waar warm
de haard gloeiend staat en een heerlijk zitje
je lokt met een mooi boek. Sluit den kouden
wind en de wintertemperatuur maar buiten
door je dikke gordijnen en schemer bij den
haard. Het Paaschei, dat onverschillig scheef
gerold ligt tusschen stapels reepen en schalen
vol bonbons roept het ons toe: ,,'t Wordt
Voorjaar",