DE TWEELINGZUSTERS
..RADIO
MAANDAG 18 MAART 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
9
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
Het Tooneel te Amsterdam.
Van Dalsum's Jubileum-Voorsfelling
Othello.
Hoeveel jubileum-voorstellingen heb ik in
de jaren, dat ik recensent ben, al niet op het
Leidsche Plein bijgewoond! Ik denk aan de
groote avonden van de Bouwmeesters, van
Louis en Theo MannBouwmeester, van Wil
lem Royaards, Eduard Verkade, Jan Musch,
mevrouw de Boer—van Rijk, Louis Saalborn en
zoo veel anderen. Ook Zaterdag bij het zilveren
jubileum van Albert van Dalsum was het, wat
wij noemen een groote avond. Men merkt dat
dadelijk bij zoo'n voorstelling aan de sfeer in
den eersten schouwburg van onze hoofdstad.
Heel tooneellievend Amsterdam is dan pre
sent. Ik weet zoo langzamerhand waar de be
kende figuren zitten. De markante kop van
Wibaut kan men dan steeds vinden in de
eerste rij Stalles en wij weten al van te voren,
dat mevrouw Wibaut den grijzen senator al
tijd vergezelt. In het midden van diezelfde rij.
vlak bij het tooneel, heeft Nel Stants haar
vaste plaats. In de rechter loge d'avant scène
de bekende bonbonnière zien wij me
vrouw MannBouwmeester, nog steeds leven
dig en vol belangstelling. De heer en mevrouw
Ketelaar, mevrouw Jo v. AmmersKüller en de
oud-wethouder Boekman ontbreken op zulke
avonden ook bijna nooit. Op het balcon zitten
de vertegenwoordigers der studenten de
vrouwelijke zoowel als de mannelijke met
de linten van de corpsen om den hals. Be
kende acteurs en actrices, zooals mevrouw
Sablairolles, Paul Huf, Rika Hopper, Louis van
Gasteren. Georgette Hagedoorn, men herkent
ze onmiddellijk in de loges, en in de wethou-
dersloge troont breed en joviaal de wethouder
van kunstzaken, de heer Walrave> Boissevain.
Op zulke avonden maken de Amsterdam
mers ook speciaal werk van hun toilet. Men
ziet veel décolleté's en heeren in rok. Het
publiek is speciaal ..Amsterdamsch". Betrek
kelijk weinig menschen van buiten, maar de
echte tooneelliefhebbers van de hoofdstad
ontbreken dan nooit. En er is een zekere fees
telijke stemming in den stamp vollen schouw
burg. Het is, of het publiek luidruchtiger is
dan op gewone avonden. Er is belangstelling
ook voor de zaal.
En dan altijd weer de spanning voor het
groote moment van de eerste opkomst van den
jubileerenden artist. Zaterdag was dat bij het
begin van het derde tooneel, -toen de „Moor"
zich aankondigde door zijn donkere, volle
stem, voordat hij de scène betrad. Zoodra was
hij niet zichtbaar, of het publiek stond recht
en het applaus klaterde door de zaal. Altijd
weer „pakt" me dat moment, voel ik iets van
ontroering, omdat dit de meest spontane en
hartelijke huldiging is van heel het publiek.
En dan is er dat tweede groote moment,
wanneer het doek opgaat voor de eigenlijke
huldiging en wij daar al die bekende figuren
op het tooneel zien, de vrouwelijke artisten
allen zittend in de voorste rijen, daarachter,
staande, de mannen, acteurs en comité
leden. Wie dat nooit in den schouwburg op
het Leidsche Plein heeft bijgewoond, kan er
zich ook geen voor-stelling van maken. Het is
zoo recht feestelijk en zoo goed geënsceneerd.
In de zaal valt een stilte, men wacht in span
ning en wanneer dan de jubilaris verschijnt
dit maal was het aan den arm van mevrouw
Ketelaar volgt die tweede „klinkende"
ovatie van het publiek aan den geliefden
acteur, en het duurt soms zooals ook Za
terdag minuten lang, voordat de eerste
feestredenaar aan het woord kan komen.
Wij weten al van te voren, hoe de redevoe
ringen ongeveer zullen zijn. Wethouder Wal-
rave Boissevain spreekt joviaal, in het geheel
niet officieel, al is hij dan ook de meest „of-
ficieele" persoon.
Wanneer hij aian het slot is van zijn
speec'h, laat hij als een twee Mengel
berg zijn orkest in dit geval 't publiek
opstaan en hij dirigeert met breede arm
zwaaien als een jolig student het „Lang zal
hij leven, in gloria!"
Professor van Dam, de voorzitter van het
comité spreekt met zachte stem, zoodat het
publiek achter in de zaal heel oneerbiedig
„harder!" roept: de studenten vooral de
■vrouwelijke spreken eenigszins schuchter
en verlegen: tastend naar hun woorden. Paul
Huf plechtig ln fraai gestileerde zinnen,
blijft ook als feestredenaar volkomen in de
ïol van acteur, Eduard Verkade is de kun
stenaar en hij krijgt een extra-warm applaus,
omdat het publiek in hem nog steeds een van
onze groote tooneelhervormers erkent en
blijde is hem te zien op de plaats waar hij
als regisseur zoovele triomfen heeft ge
vierd. Van Warmeloo is de gevoelsmensch, die
spreekt met een trilling in de stem en die ons
doet voelen, dat zijn woorden regelrecht uit
zijn hart komen Cees Laseur is de hartelijke
mensch, de man, die weet. wat voor zorgen
het leiderschap met zich medebrengt, maar
die ook de prettige collega is en daarom
huiselijk met sigaren komt, een mijnheer
van den „Kunstkring voor allen" heeft zijn
JTm't C*) "Wo''fi guren C*) 'naAsUo^n verkou' (sV.Hptsji-ee!" Den'gèheelen C7) „Waf voel Ik mij en uitkomst doV „Mijn avond bedor-
bijf-ie tXamIN?' ^do? wOChteS "ie »tW°°nV8rkOU' W,,Door W ellendig, zeker.^ORMAMlNT. ven, hod. Ik mqor
,fORMAMIN.T- jkzoufORMAMINT Nnnm dan fnrh n\-" Halsi.-ee. een gr.epie opge- Het fieofr me weer FORMAMINT oenometi!"
echt TO^MAMINI- van do' woch,en
weer U ..Ik zou FORMAMINT
„Neem dan toch''ookje^t. ;dl'4''..
FORMAMINT" -
ven', had ik mqar
.fORMAMÏNT genomen!'.'
(Adv. Ingez. Med.)
rede keurig opgesteld en spiekt van het pa
pier, Marie van Westei'hoven, de jubilaresse
van een maand geleden en als vertegenwoor-
ster der oude garde met een extra-
applausje begroet, treft door een persoonlijk
accent en natuurlijkheid van toon, Char
lotte Kohier, spreekt warm en met gloed en is
de confratères, die aan het slot van haar re
devoering Van Dalsum om de hals valt en „het
met kussen zegt", de chef van het technisch
personeel maakt het zoo kort mogelijk en
wordt daarom door het publiek ten zeerste
_,ewaardeerd, Defresne zegt 'heel veel in wei
nig woorden en toont daarmee, dat hij als
tooneelschrijver de waarde kent van „concen
tratie op het tooneel", een tweede lid van hef
technisch personeel doet de zaal en vooral
de artisten schateren van lachen, wanneer
hij Van Dalsum een armbandhorloge offreert
namens dat personeel, opdat de regisseur van
de Amsterdamsche Tooneelvereeniging, die
op de repetities van geen tijd weet, zich toch
op tijd den tijd zal herinneren.
De jonge man, die namens de „zwijgende
figurenten" 't woord voert, spreekt zoo gees
tig, dat het ons een fout toelijkt, dat juist
deze mijnheer als figurant op het tooneel
altijd te zwijgen heeft en dan zorgen Cor
Ruys en Adolf Bouwmeester, de twee oude
schoolmakkers van „Dal" zooals zij den
jubilaris noemen voor het meest komisch
effect, door als duo te speechen, waarbij Cor
R-uys zich weer een meester van de oude
Comedia dell' arte toont, door er lustig op los
te improviseeren en de zaal al is het dan
inmiddels reeds half twee geworden doet
schateren van de pret.
En de jubilaris? Hij stond daar wat on
wennig en vreemd in zijn deftige rok. ..Ik
vind het eigenlijk niets voor u om te jubi-
leeren". had de rector van het Amsterdam
sche Studentencorps tot groote hilariteit
van het publiek tot van Dalsum gezegd. ..Het
is zoo vreemd om u daar zoo als gewoon
mensch in rok te zien staan." En het was
ook vreemd. Van Dalsum, den „vervoerden",
den bezeten" comediant daar zoo als feest
varken te zien. Maar toch, hij had er recht
op, meer dan één ander, na zijn 25 jaar van
harden strijd en vurig enthousiasme. „Er
gaat op de repetities zoo'n groote kracht van
je uit. omdat je heele wezen, je hart in je
werk zit", had Charlotte Kohier tot hem ge
zegd en zij kon het weten. „Je neemt ons
mee, door je vervoering, en dan vergeten wij
de kleine dingen, die ons wel eens scheiden
als mensch. dan denken wij, artisten. alleen
aan 't werk, dat ons samen bindt! Jij bent als
kunstenaar waarachtig groot en dwingt res
pect af!"
Zoo voelde het ook het publiek, dat tot bij
2 uur in den nacht in den schouwburg bleef,
om hem te huldigen.
Van zijn hooge opvattingen als kunstenaar ge
tuigde eveneens het woord, dat Van Dalsum
aan het slot van dezen avond sprak. „Wij
zullen het beeld van dezen tijd trachten te
cristalliseeren, of u het mooi vindt of niet en
wij zullen het spelen!" Dat was het moedige,
fiere woord van den onafhankelijken kunste
naar Mie Van Dalsum is. Het is deze moed,
deze fierheid, die wij allen in hem zoo zeer
bewonderen.
Over de opvoering van Othello zal ik dezen
keer heel kort zijn. Ik wil met de uitvoerige be
spreking wachten tot na de opvoering te
Haarlem op 26 Maart. Van Dalsum toonde zich
in Othello ook nu weer de groote mensch.
uitbeelder, de vervoerde comediant. Hij be-
heerschte zich in deze „hevige' rol zoo veel
mogelijk en was vooral prachtig in het be
noemde tooneel in III, waarin het genie van
Shakespeare tot een zoo groote hoogte stijgt.
Tn dat tooneel was ook Jules Verstraete als
Jago op zijn best. Beiden trachtten zij deze
rollen zuiver menschelijk te spelen, maar de
rol van Jago bleef in deze opvatting wel wat
Ie vlak en zou zeker interessanter worden bij
Geraffineerder spel. Een ontroerend teere Des-
demona gaf Willy Haak. een warmen, levendi
ge n Sassio Ben Royaards.
De voorstelling duux*de meer dan vier volle
uren. Bij meer inspelen, wat minder slepend
tempo nu en dan en vooral vlugger decor
wisseling zal zeker bij volgende opvoeringen
nog wel een half uur worden gewonnen wat
mij voor het tegenwoordig publiek, dat door
Van Dalsum zelf in de laatste jaren zoo aan
tempo-tempo gewend is, wel wenschelijk lijkt.
J. B. SCHUIL.
Jubileum Tooneelvereeniging
Herman Heyermans.
Ter gelegenheid van haar tienjarig bestaan
heeft de Haarlemsche tooneelvereeniging Her
man Heyermans Zaterdagavond in den
schouwburg aan den Jansweg een vertooning
gegeven van Heijermans' ..Comedie van haat"
in twee bedrijven: Ds Meid, welk stuk men
hier in vroegere jaren reeds van beroepsgezel
schappen heeft gezien, maar waarvan een her
haling in verband met de overige stukken, die
van verschillende zijden bij de Heijermans-
herdenking voor het voetlicht zijn terugge
bracht, geheel op haar plaats was. Al zal men
niet bepaald kunnen zeggen, dat zulk een
wrang en bitter stuk in staat is. feeststem
ming te wekken.
Wel wordt er veel gelachen om de realisti
sche manier, waarop deze dienstbode, die
chantage pleegt op haar mevrouw, van haar
positie misbruik maakt door een heele mena
gerie in huis te halen, zich te goed te doen
ten koste van het huishoudboekje en zelfs
haar familie mee te doen profiteeren door het
aanrichten van een dronkenmanspartij. Al da
delijk, wanneer Annemie de tante van me
vrouw De Pauw, die niets van den toestand
begrijpt, met een tartende kalmte brutaliseert,
heeft een deel van het publiek schik in het
geval. Maar eigenlijk is deze tragedie zoo ijzig
en wreed, dat men, als men er zich goed in
verdiept, het lachen wel spoedig verleert.
Heijermans heeft in deze zeer onsympathie
ke figuur den haat willen teekenen van een
vrouw, die, als meisje van gelijken leeftijd met
haar toekomstige meesteres opgegroeid, alles
heeft moeten ontberen, terwijl haar beter door
't lot bedeelde huisgenoote verwend werd.
Maar hij heeft het conflict door bijkomstige
factoren onnoodig verscherpt, zoodat het als
zedenschildering en maatschappelijke kritiek
aan overtuigingskracht ingeboet heeft. Niet
alle mevrouwen bedriegen hun echtgenoot en
niet alle dienstmeisjes zijn leelijk van uiter
lijk, terwijl haar meesteressen mooi zijn. Bo
vendien krijgt men den indruk, dat een vrouw
met een dergelijken aanleg als deze Annemie
ook zonder dat zij door de samenleving on
rechtvaardig behandeld was, toch een zuur
en boosaardig schep'sel zou zijn gebleven.
Aldus is dit bittere blijspel meer nog de tee-
kening geworden van een uiterst onaangena
me persoonlijkheid dan van een maatschap-
pelijken misstand. Het is of de schrijver zich
heeft verlustigd in de schildering van een fu
rie, van een harpij, die aan de wraakgodinnen
der oudheid en aan de heksen der middel
eeuwen herinnert.
Deze heks in moderne, gestalte heeft Ester
de Boer-van Rijk gelegenheid geschonken tot
een van die rollen, welke deze actrice zoo bui
tengewoon liggen. Het blijft, met een dergelijk
voorbeeld van scherpe en pittige karakterisee
ring voor oogen, voor een. dilettante altijd
moeilijk zich aan zoo'n siicces-rol te wagen.
Maar mevrouw Schiffer-Hogendoorn heeft dit
risico glansrijk doorstaan. Zij leverde een op
zichzelf krachtig omlijnd type, al mag men
dit natuurlijk niet met dat van de groote
Heij ermans-actrice vergelij ken
Het is voor mevrouw Rensen-Huijsse, die de
rol van de tante vervullen zou. een tegenslag
geweest, dat ze tijdens de repetities buiten
gevecht werd gesteld door een verkeersonge
luk, dat haar noopt in het ziekenhuis te ver
blijven. Mevrouw van Schagen. die haar taak
heeft overgenomen, verdient een bizonder
compliment voor de verdienstelijke wijze,
waarop ze de tante heeft verpersoonlijkt.
De moeilijkste rol uit het stuk is wel die
van de gesarde jonge mevrouw, die zich, om
erger te voorkomen, alles van haar dienstbode
moet laten welgevallen. Om zich in zoo'n toe
stand te verplaatsen, moet men nog over heel
wat meer tooneelspelerstalent en -routine be
schikken dan voor de rol van de meid noodig
is. Mevrouw Heijnerman-Renout heeft het er
naar vermogen behoorlijk afgebracht.
De verdere rollen waren onderscheidenlijk in
handen van de dames Boerrichter-Buic fCar-
lien) en Judith Caspers (Mina) en de heeren
J. Gebe <De Pauw», J. Schiffer (de kruier) en
M. Cohen (de waschbaas).
De regie van den heer Jansen heeft voor
de noodige samenhang tusschen de verschil
lende executanten gezorgd: alles liep vlot. al
had het tempo tijdens de braspartij in het
eerste bedrijf wel wat vlugger gekund.
Na de pauze heeft de heer Poppen een korte
revue betreffende de afgeloopen tien vereeni-
gingsjaren gegeven. Mevrouw Renout heeft
namens de dames van ae huldigingscommissie
de jubileerende vereenlging een door deze
dames persoonlijk vervaardigd standaard
vaandel aangeboden.
Ten zeerste heeft de vereeniging het op prijs
gesteld, dat mevrouw Heijermans. de weduwe
van den grooten tooneelschrijver. deze her
denking met haar tegenwoordigheid heeft
willen vereeren.
H. G. CANNEGIETER
BACH-HERDENKING C. O. V.
Zooals reeds werd bericht zal de Christe
lijke Oratoriumvereeniging haar jaarlijksche
uitvoering van de Matthaus-Passion dit jaar
geven op Donderdag 21 Maart, ter herdenking
van het feit dat Joh. Seb. Bach 250 jaren
geleden 21 Maart 1685 het levenslicht
aanschouwde.
Aan deze uitvoering, die zooals gewoonlijk
in de Gemeentelijke Concertzaal zal worden
gegeven, zullen medewerken: To van der
Sluys, sopraan. Theodora Versteegh, alt.
Louis van Tulder, tenor. Max Kloos. bas.
Louis Bogtman. bos. Georg van Renesse.
Clave-cimbel. Piet Halsema. orgel, het Jon
genskoor van de vereeniging „Zanglust" te
Amsterdam (directeur Willem Hespe) en het
Utrechtsch Stedelijk Orkest. Het concert zal
worden gedirigeerd door den directeur der
C.O.V. George Robert.
NED. VEREENIGING VAN CHR. KANTOOR-
EN HANDELSBEDIENDEN.
De afdeeling „Haarlem" van bovengenoem-
vereeniging hield op Vrijdag, jl. haar 36ste
jaarvergadering in het gebouw van den
Haarl. Chr. Besturenbond. Na opening door
den voorzitter, der. heer W. Windig, werd
door den secretaris, den heer Joh. de -Wijs
verslag uitgebracht over de werkzaamheden
der afdeeling in het afgeloopen vereenigings-
jaar. Uit dit verslag bleek, dat het ledental
weder was toegenomen en dat de propagan
da in het middelpunt der belangstelling
staat.
Dat ook deze vereeniging veel aan werk-
loosheidsgelden had uitgekeerd in dezen
crisistijd, gaf het verslag van den correspon
dent der Werkloozenkas duidelijk weer. Hier
na werden nog enkele leden geïnstalleerd,
terwijl het verslag van den penningmeester
den heer W. F. de Wijs. van een gezond be
heer blijk gaf.
Vervolgens werd overgegaan tot een geva
rieerd programma van muziek, declamatie
en een tooneelstukje. Vooral de Jeugdclub,
onder leiding van den heer C. van Rijsdam
Jr.. had hierin een werkzaam aandeel en
oogstte dan ook veel succes.
VOORUIT BETALING
SITTERSehSKAR
KRUISWEG 60 Ta.16659 I
(Adv. Ingez. Med.)
RECTIFICATIE.
Door zetfouten zijn in het verslag van de
jaarvergadering van den Algemeenen Fcren-
senbond afd. Haarlem verschillende onjuist
heden gekomen. Allereerst was het natuur
lijk de jaarvergadering van den Forensen-
bond en niet van den toeristenbond, zooals
boven het verslag stond. Verder is de naam
van den minister van waterstaat verbasterd
tot Jhr. Mr. O. C. A. van Lidt de Jeude, ter-
wUl
de Jeude.
De naam van het nieuwe bestuurslid, den
heer Herweyer, is Y. Herweyer. Die van den
secretaris is A. J. Torley Duwel en niet zoo
als stond vermeld H. J.
Bevordering der belangen van
T.b.c.-patiënten.
Feest- en propaganda-avond.
Zaterdagavond hield de Vereeniging tot be
vordering der belangen van t.b.c.-patiënten
in Nederland afd. Haarlem, in het gebouw
S:.* Bavo een feest- en propaganda-avond ter
viering van het 12 1 2-jarig bestaan van die
vereeniging.
In zijn openingswoord sprak de voorzitter,
de heer Kervelijn, zijn spijt uit dat er niet
meer leden en niet-'eden in de zaal aanwezig
waren. In het kort ging hij den groei van de
vereeniging na. Reeds vier en twintig afdee-
lingen zijn in Nederland opgericht Dit feit
toont wel de buitengewone ontwikkeling aan.
Ook deelde de voorzitter mede. dat ten bate
van d<= vereeniging een verloting zal worden
gehouden met 3000 loten De hoofdprijs is een
dames- of heerenrijwiel.
Aan de afwerking van het feestprogramma,
dat aardig in elkaar zat, werkten mede het
„Haarlemsch Revue en Cabaretgezelschap",
dat onder leiding staat van den heer M. van
Delden en dat verschillende nummers op
vlotte wijze uitvoerde. „The footlight girls"
dansten in mooie costumes verschillende
dansen, terwijl Henk Smal, conférencier en
humorist, veel succes oogstte met zijn liedjes.
De zangnummers waren talrijx en goed ver
zorgd. Jopie Keizer en Joop Wikke. Grace en
Johnny, een jeugdig duo. zongen verscheidene
wijsjes.
De heer C. A. Bergh, secretaris van het
hoofdbestuur hield een rede, waarin hij een
blik gaf op de werkwijze van de vereeniging
en haar doel en haar streven.
Een klucht, die den titel droeg van „Bij Buler
man op het kantoor" werd op aardige wijze
opgevoerd.
Na afloop van het gewone programma volg
de tot twee uur 's nachts een zeer geanimeerd
bal met vele attracties, dat onder leiding stond
van der. hee: M van Delden Jopie Keizer en
haar vroolijke kameraden zorgden voor de
muziek.
KINDERVOEDING.
De Vereeniging „Kindervoeding" reikte ln
de afgeloopen week uit in hare afdeelingen:
Zoetestraat 1189 porties: Overtonstraat 1308
porties en Byzantiumstraat 762 porties.
Bovendien werden dagelijk aan de scholen
voor Buitengewoon L.O. 115 porties verstrekt.
MODERNE WINKELIERS VEREENIGING.
Op Woensdagavond 20 Maart houdt de
Moderne Winkeliersvereeniging een openbare
vergadering in de Nijverheid, Jansstraat De
voorzitter der Amsterdamsche vereenigine de
heer A. J. J. van Gooi, zal het doel en
streven van deze organisatie voor den mid
denstand uiteen zetten, waarna zal worden
overgegaan ook in Haarlem een afdeeling op
te richten.
EXAMENS VOOR COUPEUSE.
Aan de Mode-Academie „Erkama", geves
tigd alhier en te Amsterdam slaagden 15 en
16 Maart jl voor coupeuse, tailleuse:
Ria Bos. Overveen: Ant. Wust. Zandvoort;
Voor coupeuse: Tr Telkamp, Hillegom: J. v.
Niepoort. Velsen; M. Duivenvoorden. Zilk: E.
Beurskens. C. v. Maarle: C. Habraken. C. By-
nagte. A. Snel. mevr. Leenders-v. d. Linden
en C. Slieker, allen te Haarlem: B. v d. Peet,
Haarlemmermeer: Ant. Hofmann. Zaandam:
Joha. v. Geffen. M. Bodt. en T. Umans allen
te Amsterdam: A Res. Castricum, C. de Boer,
Heemstede: M. Beentjes. Heemskerk; H.
Spilker, Hillegom; M. v. Iterson, Nieuwe We
tering.
EVANGELISCHE MAATSCHAPPIJ.
De afdeeling Haarlem en Omstr. van de
Evangelische Maatschappij zal op Dinsdag
avond 19 Maart in het gebouw van de Ned.
Protestantenbond haar Winterwerk besluiten
met een openbare Propagandaavond. waarin
hoopt op te treden Dr. P. Stegenga Luth. Pred.
te Amsterdam, met het onderwerp: „Het ware
Protestansche beginsel".
FEUILLETON.
Uit het Engelsch van
PATRICIA WENTWORTH.
Nadruk verboden
50)
De woorden schenen naar haar toe te
springen. Ze had het gevoel alsof ze haar
striemden.
„Anne en ik gaan trouwen. Ik hoop dat je
blij zult zijn".
„Blij". Ze hield haar adem in en riep de
nurse.
„Nurse, neem de baby".
Ze stond op met den brief in de hand
en liep er mee naar het raam
Tony gaf een doordringenden kreet van
teleurstelling. Hij lag zoo behaaglijk op Jen
ny's schoot; die was zacht, niet krakerig
van de stijfsel; en hij vond het heerlijk zoo
vertroeteld te worden. Hij jammerde diep
bedroefd. Maar Jenny hoorde hem niet.
„Ik hoop dat je blij zult zijn". Dit dit
was nu waar ze altijd bang voor geweest was.
Ze was nu zóó bang dat ze haast niet. dorst
doorgaan met lezen. Ze had het gevoel alsof
ze aan den rand van een of andere afschu
welijke nachtmerrie stond. Als ze den brief
las, zou ze over den rand heenvallen, en er
middenin zijn. Maar ze moest wel verder
lezen.
Ze keek naar de dansende letters en dwong
zich door te gaan. Anne hier komen Anne
bij haar logeeren! Nick zou het nooit willen
En toen: „Ik vind dat je Nicholas beter
alles kunt vertellen van die paarlengeschie-
denis". De brief verdween in den nevel, die
Óe kamer scheen te vullen. Jenny bleef naar
de plek staren, waar de brief geweest was. De
nevel werd dunner. Ze zeg een langwerpig
vierkant met strepen erop zwarte strepen,
letters, woorden, die verschoven, weer op hun
plaats kwamen.
Ze begon de woorden te lezen. „Je kunt het
Nicholas ook beter dadelijk vertellen, omdat
ik morgen, Maandag in den namiddag kom".
Ze las door tot het eind. Ze zou het Nicho
las dadelijk vertellen Nick moeten zeggen,
dat ze een dievegge was: dat zij de paarlen
gestolen had en er Anne de gevangenis
voor had laten ingaan. Ze zou dit allemaal
aan Nick moeten vertellen, nu dadelijk.
Haar rechterhand hield den brief vast.
Haar linkerhand werd samengeklemd. de ge
punte nagels drukten zich in haar palm. Ze
begon sneller adem te halen. John ze moest
John spreken. Ze moest hem zien voor hij bij
Nick kwam. En ze moest hem aan het ver
stand trachten te brengen, dat ze zooiets
ongerijmds niet kon doen. Hij kon haar niet
vragen dat te doen.
„MevrouwHet was de nurse met
Tony, die weer tot rust gekomen was in de
armen.
„Wat is er?" vroeg Jenny scherp.
„Mevrouw, James was aan de deur met een
boodschap van Sir Nichlas; en hij vraagt of
u beneden wilt komen, omdat Sir John Wa-
veney u spreken wil".
Jenny ontving de slag zonder een uiterlijk
te eken; hij kwam zoo hard neer. dat het haar
gevoel geheel verdoofde. Ze verfrommelde den
brief en stopte die in den zak van haar witte
jumper. Ze had haar hoedje afgezet, toen
ze in de kinderkamer kwam. Ze hief de hand
op. die den brief vastgehouden had en streek
haar haren glad. De andere hand hing slap
naast haar neer
Ze ging de deur uit en liep de trappen af
met een angst, die tot een panischen schrik
werd. Nu kwam het; ze kon het niet meer
tegenhouden. John was beneden bij Nick. De
vreeselijkste van al haar vreeselijkste droo-
men werd bewaarheid. Nu wa£ er geen Anne
om haar te redden.
Halverwege de trap begon ze te hollen.
Toen, met de hand op de deur van de studeer
kamer, bleef ze staan en leunde ademloos en
trillend tegen het deurpaneel. Ze hoorde John
spreken en de gedachte flitste door haar
heen: „Nu vertelt hij het Nick". Ze duwde de
deur open en rende de kamer binnen.
XXXVIH.
Toen de bediende weggegaan was om Jenny
te halen, bleef John Nicholas een oogenblik
aanstaren. Daarna liep hij naar het venster
en keek naar buiten. De wolken waren lood-
zwart aan den anderen kant van de rievier.
Het water stroomde als dof kwikzilver door
de natte groene weiden.
John keek een poos naar den fijnen mot-
regeln en overwoog wat hij zou doen. Als
Jenny kwam zou hij haar vragen of ze zijn
brief gekregen had, dan zou hij het aan haar
overlaten om het Nicholas te vertellen. Hij
zou zoo lang een wandeling gaan maken en
dan terug te komen. Hij had medelijden met
Nicholas Marr
„Het spijt mij dat Jenny je vanmorgen niet
ontvangen heeft. Ik wist niet dat zij weg
was Zijn jullie nu net teruggekomen?"
„Vijf minuten voor jij verscheen".
„Zoo".
Misschien was het beter als hij hun meer
tijd gaf als hij heelemaal wegging en mor
gen terugkwam.
„Jenny zal met je willen praten", zei hij.
„Ik wil alleen maar weten of ze mijn brief
ontvangen heeft. Dan ga ik weg. Ik kan mor
gen terugkomen". Nicholas tikte de asch
van zijn sigaret en liet die op het karpet
vallen.
„Kan je dat?" vroeg hij. Gelijkertijd werd
de deur opengeduwd en kwam Jennny bin
nen.
John keerde zich om en kreeg een schok.
Voor de eerste maal zag hij de gelijkenis met
Anne. En die gelijkenis was ontstaan door
verdriet. Jenny's gezicht, doodsbleek, met
starende oogen, leek ontstellend veel op dat
van Anne, zooals hij haar stom van smart,
in de oprijlaan van Waterdene had gezien.
Jenny keek niet naar hem, maar naar
Nicholas. Ze rende de kamer binnen, bleef
bij de schrijftafel stilstaan, hield zich aan
den rug van een grooten stoel vast en staarde
Nicholas aan.
„Nick! wat heeft hij gezegd? Stuur hem
weg! Het is niet waar! Je zult hem toch niet
gelooven als ik zeg dat het niet waar is!
Nick!"
Nicholas Marr stond langzaam op Hij
mikte het stompje sigaret in den haard. Toen
liep hij naar Jenny toe en legde zijn hand
op haar schouder.
„Jenny!" Het woord klonk scherp.
De hand op haar schouder was stevig.
Jenny klemde zich aan hem vast.
„Nick stuur hem weg! Wat heeft hij ge-
„Hoe durf je met je leugens hier te komen?
Dacht je soms dat hij je gelooven zou?"
Toen hief ze een wanhopige hand op naar
Nicholas:
„Zeg dat je hem niet gelooft! Nick. het is
een afschuwelijke, schandelijke leugen! Ik
heb het niet gedaan werkelijk niet! Anne
heeft bekend dat weet je zelf. Zij nam de
paarlen en zij heeft bekend. Nick, stuur hem
weg!"
„Ik ga al", zei John. Hij liep naar de deur en
sprak met een heldere vaste stem: „Ik heb
niets gezegd, Jenny. Waarom dacht je dat?
Dat laat ik aan jou over. Ik heb je dat ook
ln mijn brief geschreven".
Toen liep hij weg en sloot de deur achter
zich dicht.
Jenny haalde bevend adem. Ze liet Nicholas
los en ging een stap achteruit. Hij had niets
gezegd? En wat zou ze nu zeggen?
Terwijl deze gedachte door haar hoofd
flitste, keek Nicholas haar aan en ze had
groote moeite om het niet uit te schreeuwen
„Leg mij alles uit", zei hij.
„Ik Nick". Ze bracht de hand aan haar
keel.
„Dat is geen uitlegging".
„Nick ik
Nu je tactvolle neef weggegaan is. zal Ik
Ie moeten vragen een verklaring te geven."
Jenny staarde hem sprakeloos aan. Het was
erger dan haar vreeselijkste droomen.
„Wat beteekent dit allemaal?" vroeg Nicho
las.
..IkHaar stem begaf haar.
„John Waveney schreef jou een brief. Waar
is die?"
Ze bewoog haar hoofd even, als om het
te ontkennen.
„Ik meen dat die licht op de situatie werpt.
Wil je mü dien laten lezen?" Weer die lichte
hoofdbeweging.
„Ik geloof dat je hem bij je hebt aan dat
zakje te oordeelen Wil je hem geven?"
„Nick. dat kan ik niet!" Toen. terwijl hij
naar voren reikte en den brief uit haar zak
nam gaf ze een gesmoorde kreet en zonk
in een stoel neer Nicholas streek den brief
glad zonder er naar te kijken.
„Ik zal hem niet zonder jouw goedvinden
lezen. Maar ik vind dat je mij moeilijk je
toestemming kunt onthouden. Zie Je, ik ver
lang een verklaring. Jij schijnt niet in staat
mij er een te geven. Nu blijft de brief en
je neef. Of ik lees dezen brief, of ik vraag
John Waveney om mij den inhoud ervan te
vertellen. Waaraan geef je de voorkeur?"
Jenny ging een stap achteruit botste tegen
de bureaustoel en ging zitten. Ze was het
vechten moede geworden. Er was niemand
om haar te helpen. Nick zou haar nooit ver
geven. Ze verlangde vreeselijk naar Anne. Ze
legde haar armen op de leuning van den
stoel en liet er haar hoofd op zinken
„Moet ik den brief lezen?" vroeg Nicholas
met ijzige stem.
Jenny bewoog haar hoofd. Nu knikte 2ij van
Ja.
(Wordt vervolgd)