DE TWEELINGZUSTERS ..RADIO MAANDAG 18 MAART 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 9 LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL. Het Tooneel te Amsterdam. Van Dalsum's Jubileum-Voorsfelling Othello. Hoeveel jubileum-voorstellingen heb ik in de jaren, dat ik recensent ben, al niet op het Leidsche Plein bijgewoond! Ik denk aan de groote avonden van de Bouwmeesters, van Louis en Theo MannBouwmeester, van Wil lem Royaards, Eduard Verkade, Jan Musch, mevrouw de Boer—van Rijk, Louis Saalborn en zoo veel anderen. Ook Zaterdag bij het zilveren jubileum van Albert van Dalsum was het, wat wij noemen een groote avond. Men merkt dat dadelijk bij zoo'n voorstelling aan de sfeer in den eersten schouwburg van onze hoofdstad. Heel tooneellievend Amsterdam is dan pre sent. Ik weet zoo langzamerhand waar de be kende figuren zitten. De markante kop van Wibaut kan men dan steeds vinden in de eerste rij Stalles en wij weten al van te voren, dat mevrouw Wibaut den grijzen senator al tijd vergezelt. In het midden van diezelfde rij. vlak bij het tooneel, heeft Nel Stants haar vaste plaats. In de rechter loge d'avant scène de bekende bonbonnière zien wij me vrouw MannBouwmeester, nog steeds leven dig en vol belangstelling. De heer en mevrouw Ketelaar, mevrouw Jo v. AmmersKüller en de oud-wethouder Boekman ontbreken op zulke avonden ook bijna nooit. Op het balcon zitten de vertegenwoordigers der studenten de vrouwelijke zoowel als de mannelijke met de linten van de corpsen om den hals. Be kende acteurs en actrices, zooals mevrouw Sablairolles, Paul Huf, Rika Hopper, Louis van Gasteren. Georgette Hagedoorn, men herkent ze onmiddellijk in de loges, en in de wethou- dersloge troont breed en joviaal de wethouder van kunstzaken, de heer Walrave> Boissevain. Op zulke avonden maken de Amsterdam mers ook speciaal werk van hun toilet. Men ziet veel décolleté's en heeren in rok. Het publiek is speciaal ..Amsterdamsch". Betrek kelijk weinig menschen van buiten, maar de echte tooneelliefhebbers van de hoofdstad ontbreken dan nooit. En er is een zekere fees telijke stemming in den stamp vollen schouw burg. Het is, of het publiek luidruchtiger is dan op gewone avonden. Er is belangstelling ook voor de zaal. En dan altijd weer de spanning voor het groote moment van de eerste opkomst van den jubileerenden artist. Zaterdag was dat bij het begin van het derde tooneel, -toen de „Moor" zich aankondigde door zijn donkere, volle stem, voordat hij de scène betrad. Zoodra was hij niet zichtbaar, of het publiek stond recht en het applaus klaterde door de zaal. Altijd weer „pakt" me dat moment, voel ik iets van ontroering, omdat dit de meest spontane en hartelijke huldiging is van heel het publiek. En dan is er dat tweede groote moment, wanneer het doek opgaat voor de eigenlijke huldiging en wij daar al die bekende figuren op het tooneel zien, de vrouwelijke artisten allen zittend in de voorste rijen, daarachter, staande, de mannen, acteurs en comité leden. Wie dat nooit in den schouwburg op het Leidsche Plein heeft bijgewoond, kan er zich ook geen voor-stelling van maken. Het is zoo recht feestelijk en zoo goed geënsceneerd. In de zaal valt een stilte, men wacht in span ning en wanneer dan de jubilaris verschijnt dit maal was het aan den arm van mevrouw Ketelaar volgt die tweede „klinkende" ovatie van het publiek aan den geliefden acteur, en het duurt soms zooals ook Za terdag minuten lang, voordat de eerste feestredenaar aan het woord kan komen. Wij weten al van te voren, hoe de redevoe ringen ongeveer zullen zijn. Wethouder Wal- rave Boissevain spreekt joviaal, in het geheel niet officieel, al is hij dan ook de meest „of- ficieele" persoon. Wanneer hij aian het slot is van zijn speec'h, laat hij als een twee Mengel berg zijn orkest in dit geval 't publiek opstaan en hij dirigeert met breede arm zwaaien als een jolig student het „Lang zal hij leven, in gloria!" Professor van Dam, de voorzitter van het comité spreekt met zachte stem, zoodat het publiek achter in de zaal heel oneerbiedig „harder!" roept: de studenten vooral de ■vrouwelijke spreken eenigszins schuchter en verlegen: tastend naar hun woorden. Paul Huf plechtig ln fraai gestileerde zinnen, blijft ook als feestredenaar volkomen in de ïol van acteur, Eduard Verkade is de kun stenaar en hij krijgt een extra-warm applaus, omdat het publiek in hem nog steeds een van onze groote tooneelhervormers erkent en blijde is hem te zien op de plaats waar hij als regisseur zoovele triomfen heeft ge vierd. Van Warmeloo is de gevoelsmensch, die spreekt met een trilling in de stem en die ons doet voelen, dat zijn woorden regelrecht uit zijn hart komen Cees Laseur is de hartelijke mensch, de man, die weet. wat voor zorgen het leiderschap met zich medebrengt, maar die ook de prettige collega is en daarom huiselijk met sigaren komt, een mijnheer van den „Kunstkring voor allen" heeft zijn JTm't C*) "Wo''fi guren C*) 'naAsUo^n verkou' (sV.Hptsji-ee!" Den'gèheelen C7) „Waf voel Ik mij en uitkomst doV „Mijn avond bedor- bijf-ie tXamIN?' ^do? wOChteS "ie »tW°°nV8rkOU' W,,Door W ellendig, zeker.^ORMAMlNT. ven, hod. Ik mqor ,fORMAMIN.T- jkzoufORMAMINT Nnnm dan fnrh n\-" Halsi.-ee. een gr.epie opge- Het fieofr me weer FORMAMINT oenometi!" echt TO^MAMINI- van do' woch,en weer U ..Ik zou FORMAMINT „Neem dan toch''ookje^t. ;dl'4''.. FORMAMINT" - ven', had ik mqar .fORMAMÏNT genomen!'.' (Adv. Ingez. Med.) rede keurig opgesteld en spiekt van het pa pier, Marie van Westei'hoven, de jubilaresse van een maand geleden en als vertegenwoor- ster der oude garde met een extra- applausje begroet, treft door een persoonlijk accent en natuurlijkheid van toon, Char lotte Kohier, spreekt warm en met gloed en is de confratères, die aan het slot van haar re devoering Van Dalsum om de hals valt en „het met kussen zegt", de chef van het technisch personeel maakt het zoo kort mogelijk en wordt daarom door het publiek ten zeerste _,ewaardeerd, Defresne zegt 'heel veel in wei nig woorden en toont daarmee, dat hij als tooneelschrijver de waarde kent van „concen tratie op het tooneel", een tweede lid van hef technisch personeel doet de zaal en vooral de artisten schateren van lachen, wanneer hij Van Dalsum een armbandhorloge offreert namens dat personeel, opdat de regisseur van de Amsterdamsche Tooneelvereeniging, die op de repetities van geen tijd weet, zich toch op tijd den tijd zal herinneren. De jonge man, die namens de „zwijgende figurenten" 't woord voert, spreekt zoo gees tig, dat het ons een fout toelijkt, dat juist deze mijnheer als figurant op het tooneel altijd te zwijgen heeft en dan zorgen Cor Ruys en Adolf Bouwmeester, de twee oude schoolmakkers van „Dal" zooals zij den jubilaris noemen voor het meest komisch effect, door als duo te speechen, waarbij Cor R-uys zich weer een meester van de oude Comedia dell' arte toont, door er lustig op los te improviseeren en de zaal al is het dan inmiddels reeds half twee geworden doet schateren van de pret. En de jubilaris? Hij stond daar wat on wennig en vreemd in zijn deftige rok. ..Ik vind het eigenlijk niets voor u om te jubi- leeren". had de rector van het Amsterdam sche Studentencorps tot groote hilariteit van het publiek tot van Dalsum gezegd. ..Het is zoo vreemd om u daar zoo als gewoon mensch in rok te zien staan." En het was ook vreemd. Van Dalsum, den „vervoerden", den bezeten" comediant daar zoo als feest varken te zien. Maar toch, hij had er recht op, meer dan één ander, na zijn 25 jaar van harden strijd en vurig enthousiasme. „Er gaat op de repetities zoo'n groote kracht van je uit. omdat je heele wezen, je hart in je werk zit", had Charlotte Kohier tot hem ge zegd en zij kon het weten. „Je neemt ons mee, door je vervoering, en dan vergeten wij de kleine dingen, die ons wel eens scheiden als mensch. dan denken wij, artisten. alleen aan 't werk, dat ons samen bindt! Jij bent als kunstenaar waarachtig groot en dwingt res pect af!" Zoo voelde het ook het publiek, dat tot bij 2 uur in den nacht in den schouwburg bleef, om hem te huldigen. Van zijn hooge opvattingen als kunstenaar ge tuigde eveneens het woord, dat Van Dalsum aan het slot van dezen avond sprak. „Wij zullen het beeld van dezen tijd trachten te cristalliseeren, of u het mooi vindt of niet en wij zullen het spelen!" Dat was het moedige, fiere woord van den onafhankelijken kunste naar Mie Van Dalsum is. Het is deze moed, deze fierheid, die wij allen in hem zoo zeer bewonderen. Over de opvoering van Othello zal ik dezen keer heel kort zijn. Ik wil met de uitvoerige be spreking wachten tot na de opvoering te Haarlem op 26 Maart. Van Dalsum toonde zich in Othello ook nu weer de groote mensch. uitbeelder, de vervoerde comediant. Hij be- heerschte zich in deze „hevige' rol zoo veel mogelijk en was vooral prachtig in het be noemde tooneel in III, waarin het genie van Shakespeare tot een zoo groote hoogte stijgt. Tn dat tooneel was ook Jules Verstraete als Jago op zijn best. Beiden trachtten zij deze rollen zuiver menschelijk te spelen, maar de rol van Jago bleef in deze opvatting wel wat Ie vlak en zou zeker interessanter worden bij Geraffineerder spel. Een ontroerend teere Des- demona gaf Willy Haak. een warmen, levendi ge n Sassio Ben Royaards. De voorstelling duux*de meer dan vier volle uren. Bij meer inspelen, wat minder slepend tempo nu en dan en vooral vlugger decor wisseling zal zeker bij volgende opvoeringen nog wel een half uur worden gewonnen wat mij voor het tegenwoordig publiek, dat door Van Dalsum zelf in de laatste jaren zoo aan tempo-tempo gewend is, wel wenschelijk lijkt. J. B. SCHUIL. Jubileum Tooneelvereeniging Herman Heyermans. Ter gelegenheid van haar tienjarig bestaan heeft de Haarlemsche tooneelvereeniging Her man Heyermans Zaterdagavond in den schouwburg aan den Jansweg een vertooning gegeven van Heijermans' ..Comedie van haat" in twee bedrijven: Ds Meid, welk stuk men hier in vroegere jaren reeds van beroepsgezel schappen heeft gezien, maar waarvan een her haling in verband met de overige stukken, die van verschillende zijden bij de Heijermans- herdenking voor het voetlicht zijn terugge bracht, geheel op haar plaats was. Al zal men niet bepaald kunnen zeggen, dat zulk een wrang en bitter stuk in staat is. feeststem ming te wekken. Wel wordt er veel gelachen om de realisti sche manier, waarop deze dienstbode, die chantage pleegt op haar mevrouw, van haar positie misbruik maakt door een heele mena gerie in huis te halen, zich te goed te doen ten koste van het huishoudboekje en zelfs haar familie mee te doen profiteeren door het aanrichten van een dronkenmanspartij. Al da delijk, wanneer Annemie de tante van me vrouw De Pauw, die niets van den toestand begrijpt, met een tartende kalmte brutaliseert, heeft een deel van het publiek schik in het geval. Maar eigenlijk is deze tragedie zoo ijzig en wreed, dat men, als men er zich goed in verdiept, het lachen wel spoedig verleert. Heijermans heeft in deze zeer onsympathie ke figuur den haat willen teekenen van een vrouw, die, als meisje van gelijken leeftijd met haar toekomstige meesteres opgegroeid, alles heeft moeten ontberen, terwijl haar beter door 't lot bedeelde huisgenoote verwend werd. Maar hij heeft het conflict door bijkomstige factoren onnoodig verscherpt, zoodat het als zedenschildering en maatschappelijke kritiek aan overtuigingskracht ingeboet heeft. Niet alle mevrouwen bedriegen hun echtgenoot en niet alle dienstmeisjes zijn leelijk van uiter lijk, terwijl haar meesteressen mooi zijn. Bo vendien krijgt men den indruk, dat een vrouw met een dergelijken aanleg als deze Annemie ook zonder dat zij door de samenleving on rechtvaardig behandeld was, toch een zuur en boosaardig schep'sel zou zijn gebleven. Aldus is dit bittere blijspel meer nog de tee- kening geworden van een uiterst onaangena me persoonlijkheid dan van een maatschap- pelijken misstand. Het is of de schrijver zich heeft verlustigd in de schildering van een fu rie, van een harpij, die aan de wraakgodinnen der oudheid en aan de heksen der middel eeuwen herinnert. Deze heks in moderne, gestalte heeft Ester de Boer-van Rijk gelegenheid geschonken tot een van die rollen, welke deze actrice zoo bui tengewoon liggen. Het blijft, met een dergelijk voorbeeld van scherpe en pittige karakterisee ring voor oogen, voor een. dilettante altijd moeilijk zich aan zoo'n siicces-rol te wagen. Maar mevrouw Schiffer-Hogendoorn heeft dit risico glansrijk doorstaan. Zij leverde een op zichzelf krachtig omlijnd type, al mag men dit natuurlijk niet met dat van de groote Heij ermans-actrice vergelij ken Het is voor mevrouw Rensen-Huijsse, die de rol van de tante vervullen zou. een tegenslag geweest, dat ze tijdens de repetities buiten gevecht werd gesteld door een verkeersonge luk, dat haar noopt in het ziekenhuis te ver blijven. Mevrouw van Schagen. die haar taak heeft overgenomen, verdient een bizonder compliment voor de verdienstelijke wijze, waarop ze de tante heeft verpersoonlijkt. De moeilijkste rol uit het stuk is wel die van de gesarde jonge mevrouw, die zich, om erger te voorkomen, alles van haar dienstbode moet laten welgevallen. Om zich in zoo'n toe stand te verplaatsen, moet men nog over heel wat meer tooneelspelerstalent en -routine be schikken dan voor de rol van de meid noodig is. Mevrouw Heijnerman-Renout heeft het er naar vermogen behoorlijk afgebracht. De verdere rollen waren onderscheidenlijk in handen van de dames Boerrichter-Buic fCar- lien) en Judith Caspers (Mina) en de heeren J. Gebe <De Pauw», J. Schiffer (de kruier) en M. Cohen (de waschbaas). De regie van den heer Jansen heeft voor de noodige samenhang tusschen de verschil lende executanten gezorgd: alles liep vlot. al had het tempo tijdens de braspartij in het eerste bedrijf wel wat vlugger gekund. Na de pauze heeft de heer Poppen een korte revue betreffende de afgeloopen tien vereeni- gingsjaren gegeven. Mevrouw Renout heeft namens de dames van ae huldigingscommissie de jubileerende vereenlging een door deze dames persoonlijk vervaardigd standaard vaandel aangeboden. Ten zeerste heeft de vereeniging het op prijs gesteld, dat mevrouw Heijermans. de weduwe van den grooten tooneelschrijver. deze her denking met haar tegenwoordigheid heeft willen vereeren. H. G. CANNEGIETER BACH-HERDENKING C. O. V. Zooals reeds werd bericht zal de Christe lijke Oratoriumvereeniging haar jaarlijksche uitvoering van de Matthaus-Passion dit jaar geven op Donderdag 21 Maart, ter herdenking van het feit dat Joh. Seb. Bach 250 jaren geleden 21 Maart 1685 het levenslicht aanschouwde. Aan deze uitvoering, die zooals gewoonlijk in de Gemeentelijke Concertzaal zal worden gegeven, zullen medewerken: To van der Sluys, sopraan. Theodora Versteegh, alt. Louis van Tulder, tenor. Max Kloos. bas. Louis Bogtman. bos. Georg van Renesse. Clave-cimbel. Piet Halsema. orgel, het Jon genskoor van de vereeniging „Zanglust" te Amsterdam (directeur Willem Hespe) en het Utrechtsch Stedelijk Orkest. Het concert zal worden gedirigeerd door den directeur der C.O.V. George Robert. NED. VEREENIGING VAN CHR. KANTOOR- EN HANDELSBEDIENDEN. De afdeeling „Haarlem" van bovengenoem- vereeniging hield op Vrijdag, jl. haar 36ste jaarvergadering in het gebouw van den Haarl. Chr. Besturenbond. Na opening door den voorzitter, der. heer W. Windig, werd door den secretaris, den heer Joh. de -Wijs verslag uitgebracht over de werkzaamheden der afdeeling in het afgeloopen vereenigings- jaar. Uit dit verslag bleek, dat het ledental weder was toegenomen en dat de propagan da in het middelpunt der belangstelling staat. Dat ook deze vereeniging veel aan werk- loosheidsgelden had uitgekeerd in dezen crisistijd, gaf het verslag van den correspon dent der Werkloozenkas duidelijk weer. Hier na werden nog enkele leden geïnstalleerd, terwijl het verslag van den penningmeester den heer W. F. de Wijs. van een gezond be heer blijk gaf. Vervolgens werd overgegaan tot een geva rieerd programma van muziek, declamatie en een tooneelstukje. Vooral de Jeugdclub, onder leiding van den heer C. van Rijsdam Jr.. had hierin een werkzaam aandeel en oogstte dan ook veel succes. VOORUIT BETALING SITTERSehSKAR KRUISWEG 60 Ta.16659 I (Adv. Ingez. Med.) RECTIFICATIE. Door zetfouten zijn in het verslag van de jaarvergadering van den Algemeenen Fcren- senbond afd. Haarlem verschillende onjuist heden gekomen. Allereerst was het natuur lijk de jaarvergadering van den Forensen- bond en niet van den toeristenbond, zooals boven het verslag stond. Verder is de naam van den minister van waterstaat verbasterd tot Jhr. Mr. O. C. A. van Lidt de Jeude, ter- wUl de Jeude. De naam van het nieuwe bestuurslid, den heer Herweyer, is Y. Herweyer. Die van den secretaris is A. J. Torley Duwel en niet zoo als stond vermeld H. J. Bevordering der belangen van T.b.c.-patiënten. Feest- en propaganda-avond. Zaterdagavond hield de Vereeniging tot be vordering der belangen van t.b.c.-patiënten in Nederland afd. Haarlem, in het gebouw S:.* Bavo een feest- en propaganda-avond ter viering van het 12 1 2-jarig bestaan van die vereeniging. In zijn openingswoord sprak de voorzitter, de heer Kervelijn, zijn spijt uit dat er niet meer leden en niet-'eden in de zaal aanwezig waren. In het kort ging hij den groei van de vereeniging na. Reeds vier en twintig afdee- lingen zijn in Nederland opgericht Dit feit toont wel de buitengewone ontwikkeling aan. Ook deelde de voorzitter mede. dat ten bate van d<= vereeniging een verloting zal worden gehouden met 3000 loten De hoofdprijs is een dames- of heerenrijwiel. Aan de afwerking van het feestprogramma, dat aardig in elkaar zat, werkten mede het „Haarlemsch Revue en Cabaretgezelschap", dat onder leiding staat van den heer M. van Delden en dat verschillende nummers op vlotte wijze uitvoerde. „The footlight girls" dansten in mooie costumes verschillende dansen, terwijl Henk Smal, conférencier en humorist, veel succes oogstte met zijn liedjes. De zangnummers waren talrijx en goed ver zorgd. Jopie Keizer en Joop Wikke. Grace en Johnny, een jeugdig duo. zongen verscheidene wijsjes. De heer C. A. Bergh, secretaris van het hoofdbestuur hield een rede, waarin hij een blik gaf op de werkwijze van de vereeniging en haar doel en haar streven. Een klucht, die den titel droeg van „Bij Buler man op het kantoor" werd op aardige wijze opgevoerd. Na afloop van het gewone programma volg de tot twee uur 's nachts een zeer geanimeerd bal met vele attracties, dat onder leiding stond van der. hee: M van Delden Jopie Keizer en haar vroolijke kameraden zorgden voor de muziek. KINDERVOEDING. De Vereeniging „Kindervoeding" reikte ln de afgeloopen week uit in hare afdeelingen: Zoetestraat 1189 porties: Overtonstraat 1308 porties en Byzantiumstraat 762 porties. Bovendien werden dagelijk aan de scholen voor Buitengewoon L.O. 115 porties verstrekt. MODERNE WINKELIERS VEREENIGING. Op Woensdagavond 20 Maart houdt de Moderne Winkeliersvereeniging een openbare vergadering in de Nijverheid, Jansstraat De voorzitter der Amsterdamsche vereenigine de heer A. J. J. van Gooi, zal het doel en streven van deze organisatie voor den mid denstand uiteen zetten, waarna zal worden overgegaan ook in Haarlem een afdeeling op te richten. EXAMENS VOOR COUPEUSE. Aan de Mode-Academie „Erkama", geves tigd alhier en te Amsterdam slaagden 15 en 16 Maart jl voor coupeuse, tailleuse: Ria Bos. Overveen: Ant. Wust. Zandvoort; Voor coupeuse: Tr Telkamp, Hillegom: J. v. Niepoort. Velsen; M. Duivenvoorden. Zilk: E. Beurskens. C. v. Maarle: C. Habraken. C. By- nagte. A. Snel. mevr. Leenders-v. d. Linden en C. Slieker, allen te Haarlem: B. v d. Peet, Haarlemmermeer: Ant. Hofmann. Zaandam: Joha. v. Geffen. M. Bodt. en T. Umans allen te Amsterdam: A Res. Castricum, C. de Boer, Heemstede: M. Beentjes. Heemskerk; H. Spilker, Hillegom; M. v. Iterson, Nieuwe We tering. EVANGELISCHE MAATSCHAPPIJ. De afdeeling Haarlem en Omstr. van de Evangelische Maatschappij zal op Dinsdag avond 19 Maart in het gebouw van de Ned. Protestantenbond haar Winterwerk besluiten met een openbare Propagandaavond. waarin hoopt op te treden Dr. P. Stegenga Luth. Pred. te Amsterdam, met het onderwerp: „Het ware Protestansche beginsel". FEUILLETON. Uit het Engelsch van PATRICIA WENTWORTH. Nadruk verboden 50) De woorden schenen naar haar toe te springen. Ze had het gevoel alsof ze haar striemden. „Anne en ik gaan trouwen. Ik hoop dat je blij zult zijn". „Blij". Ze hield haar adem in en riep de nurse. „Nurse, neem de baby". Ze stond op met den brief in de hand en liep er mee naar het raam Tony gaf een doordringenden kreet van teleurstelling. Hij lag zoo behaaglijk op Jen ny's schoot; die was zacht, niet krakerig van de stijfsel; en hij vond het heerlijk zoo vertroeteld te worden. Hij jammerde diep bedroefd. Maar Jenny hoorde hem niet. „Ik hoop dat je blij zult zijn". Dit dit was nu waar ze altijd bang voor geweest was. Ze was nu zóó bang dat ze haast niet. dorst doorgaan met lezen. Ze had het gevoel alsof ze aan den rand van een of andere afschu welijke nachtmerrie stond. Als ze den brief las, zou ze over den rand heenvallen, en er middenin zijn. Maar ze moest wel verder lezen. Ze keek naar de dansende letters en dwong zich door te gaan. Anne hier komen Anne bij haar logeeren! Nick zou het nooit willen En toen: „Ik vind dat je Nicholas beter alles kunt vertellen van die paarlengeschie- denis". De brief verdween in den nevel, die Óe kamer scheen te vullen. Jenny bleef naar de plek staren, waar de brief geweest was. De nevel werd dunner. Ze zeg een langwerpig vierkant met strepen erop zwarte strepen, letters, woorden, die verschoven, weer op hun plaats kwamen. Ze begon de woorden te lezen. „Je kunt het Nicholas ook beter dadelijk vertellen, omdat ik morgen, Maandag in den namiddag kom". Ze las door tot het eind. Ze zou het Nicho las dadelijk vertellen Nick moeten zeggen, dat ze een dievegge was: dat zij de paarlen gestolen had en er Anne de gevangenis voor had laten ingaan. Ze zou dit allemaal aan Nick moeten vertellen, nu dadelijk. Haar rechterhand hield den brief vast. Haar linkerhand werd samengeklemd. de ge punte nagels drukten zich in haar palm. Ze begon sneller adem te halen. John ze moest John spreken. Ze moest hem zien voor hij bij Nick kwam. En ze moest hem aan het ver stand trachten te brengen, dat ze zooiets ongerijmds niet kon doen. Hij kon haar niet vragen dat te doen. „MevrouwHet was de nurse met Tony, die weer tot rust gekomen was in de armen. „Wat is er?" vroeg Jenny scherp. „Mevrouw, James was aan de deur met een boodschap van Sir Nichlas; en hij vraagt of u beneden wilt komen, omdat Sir John Wa- veney u spreken wil". Jenny ontving de slag zonder een uiterlijk te eken; hij kwam zoo hard neer. dat het haar gevoel geheel verdoofde. Ze verfrommelde den brief en stopte die in den zak van haar witte jumper. Ze had haar hoedje afgezet, toen ze in de kinderkamer kwam. Ze hief de hand op. die den brief vastgehouden had en streek haar haren glad. De andere hand hing slap naast haar neer Ze ging de deur uit en liep de trappen af met een angst, die tot een panischen schrik werd. Nu kwam het; ze kon het niet meer tegenhouden. John was beneden bij Nick. De vreeselijkste van al haar vreeselijkste droo- men werd bewaarheid. Nu wa£ er geen Anne om haar te redden. Halverwege de trap begon ze te hollen. Toen, met de hand op de deur van de studeer kamer, bleef ze staan en leunde ademloos en trillend tegen het deurpaneel. Ze hoorde John spreken en de gedachte flitste door haar heen: „Nu vertelt hij het Nick". Ze duwde de deur open en rende de kamer binnen. XXXVIH. Toen de bediende weggegaan was om Jenny te halen, bleef John Nicholas een oogenblik aanstaren. Daarna liep hij naar het venster en keek naar buiten. De wolken waren lood- zwart aan den anderen kant van de rievier. Het water stroomde als dof kwikzilver door de natte groene weiden. John keek een poos naar den fijnen mot- regeln en overwoog wat hij zou doen. Als Jenny kwam zou hij haar vragen of ze zijn brief gekregen had, dan zou hij het aan haar overlaten om het Nicholas te vertellen. Hij zou zoo lang een wandeling gaan maken en dan terug te komen. Hij had medelijden met Nicholas Marr „Het spijt mij dat Jenny je vanmorgen niet ontvangen heeft. Ik wist niet dat zij weg was Zijn jullie nu net teruggekomen?" „Vijf minuten voor jij verscheen". „Zoo". Misschien was het beter als hij hun meer tijd gaf als hij heelemaal wegging en mor gen terugkwam. „Jenny zal met je willen praten", zei hij. „Ik wil alleen maar weten of ze mijn brief ontvangen heeft. Dan ga ik weg. Ik kan mor gen terugkomen". Nicholas tikte de asch van zijn sigaret en liet die op het karpet vallen. „Kan je dat?" vroeg hij. Gelijkertijd werd de deur opengeduwd en kwam Jennny bin nen. John keerde zich om en kreeg een schok. Voor de eerste maal zag hij de gelijkenis met Anne. En die gelijkenis was ontstaan door verdriet. Jenny's gezicht, doodsbleek, met starende oogen, leek ontstellend veel op dat van Anne, zooals hij haar stom van smart, in de oprijlaan van Waterdene had gezien. Jenny keek niet naar hem, maar naar Nicholas. Ze rende de kamer binnen, bleef bij de schrijftafel stilstaan, hield zich aan den rug van een grooten stoel vast en staarde Nicholas aan. „Nick! wat heeft hij gezegd? Stuur hem weg! Het is niet waar! Je zult hem toch niet gelooven als ik zeg dat het niet waar is! Nick!" Nicholas Marr stond langzaam op Hij mikte het stompje sigaret in den haard. Toen liep hij naar Jenny toe en legde zijn hand op haar schouder. „Jenny!" Het woord klonk scherp. De hand op haar schouder was stevig. Jenny klemde zich aan hem vast. „Nick stuur hem weg! Wat heeft hij ge- „Hoe durf je met je leugens hier te komen? Dacht je soms dat hij je gelooven zou?" Toen hief ze een wanhopige hand op naar Nicholas: „Zeg dat je hem niet gelooft! Nick. het is een afschuwelijke, schandelijke leugen! Ik heb het niet gedaan werkelijk niet! Anne heeft bekend dat weet je zelf. Zij nam de paarlen en zij heeft bekend. Nick, stuur hem weg!" „Ik ga al", zei John. Hij liep naar de deur en sprak met een heldere vaste stem: „Ik heb niets gezegd, Jenny. Waarom dacht je dat? Dat laat ik aan jou over. Ik heb je dat ook ln mijn brief geschreven". Toen liep hij weg en sloot de deur achter zich dicht. Jenny haalde bevend adem. Ze liet Nicholas los en ging een stap achteruit. Hij had niets gezegd? En wat zou ze nu zeggen? Terwijl deze gedachte door haar hoofd flitste, keek Nicholas haar aan en ze had groote moeite om het niet uit te schreeuwen „Leg mij alles uit", zei hij. „Ik Nick". Ze bracht de hand aan haar keel. „Dat is geen uitlegging". „Nick ik Nu je tactvolle neef weggegaan is. zal Ik Ie moeten vragen een verklaring te geven." Jenny staarde hem sprakeloos aan. Het was erger dan haar vreeselijkste droomen. „Wat beteekent dit allemaal?" vroeg Nicho las. ..IkHaar stem begaf haar. „John Waveney schreef jou een brief. Waar is die?" Ze bewoog haar hoofd even, als om het te ontkennen. „Ik meen dat die licht op de situatie werpt. Wil je mü dien laten lezen?" Weer die lichte hoofdbeweging. „Ik geloof dat je hem bij je hebt aan dat zakje te oordeelen Wil je hem geven?" „Nick. dat kan ik niet!" Toen. terwijl hij naar voren reikte en den brief uit haar zak nam gaf ze een gesmoorde kreet en zonk in een stoel neer Nicholas streek den brief glad zonder er naar te kijken. „Ik zal hem niet zonder jouw goedvinden lezen. Maar ik vind dat je mij moeilijk je toestemming kunt onthouden. Zie Je, ik ver lang een verklaring. Jij schijnt niet in staat mij er een te geven. Nu blijft de brief en je neef. Of ik lees dezen brief, of ik vraag John Waveney om mij den inhoud ervan te vertellen. Waaraan geef je de voorkeur?" Jenny ging een stap achteruit botste tegen de bureaustoel en ging zitten. Ze was het vechten moede geworden. Er was niemand om haar te helpen. Nick zou haar nooit ver geven. Ze verlangde vreeselijk naar Anne. Ze legde haar armen op de leuning van den stoel en liet er haar hoofd op zinken „Moet ik den brief lezen?" vroeg Nicholas met ijzige stem. Jenny bewoog haar hoofd. Nu knikte 2ij van Ja. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 7