DE TWEELINGZUSTERS •- H. K. H. Prinses Juliana heeft Maandag het tweede paviljoen van het sanatorium Julianaoord te Laren officieel geopend De 150 000 volt-lijn tusschen Lulterade en Roermond, de eerste in Nederland, zal waarschijnlijk begin April door den commissaris der Koningin in Limburg officieel geopend worden. Een kijkje op de isolatoren Australia", aan boord waarvan de Hertog van Gloucester zich op de terug reis van Australië naar Engeland bevond, redde ten Noorden van Tahiti de bemanning van den Amerikaanschen viermaster „Seth Parker", die in een storm geraakt was FEUILLETON. Uit het Engelsch van PATRICIA WENTWORTH. Nadruk verboden 51) Maar nauwelijks had ze dat gedaan of ze had haar tong willen afbijten om die wan hopige toestemming weer in te trekken. Als ze „Neen" gezegd had, zou hij dien vreese- lijken brief niet lezen. Haar voorhoofd was nat waar het tegen haar arm gedrukt was geweest. Als ze maar flauw viel, als ze maar kon sterven en uit Nick's oogen verdwijnen. Na een lange, lange stilte, klonk Nick's stem, langzaam, afgemeten, beheerscht: „Nu zul je me alles vertellen van die paarlengeschiede- nis. Ik wacht". Hij wachtte. „Antwoord mij!" klonk het toen op een toon, zooals nog nooit in haar leven iemand tegen haar gesproken had. De schok gaf haar spraakvermogen terug. „Ben jij het geweest, die de paarlen gesto len heeft?" vroeg hij. Geen enkele uitvlucht was er te bedenken, Ze zei: „Ja. Hoezoo?" Ze bracht de hand aan haar hals, alsof ze naar de paarlen tastte, die er niet waren. „Jouw paarlen je wilde ze hebben" „De mijne? Wat bedoel je?" „Je had ze noodig. Ik bezat ze niet meer". „Wil je me dat nog eens nader uitleggen?" Jenny keek naar hem met oogen, die niets zagen wezenloos bruine oogen. „Ik had geld noodig. ik kon het niemand vragen. Ik beleende jouw paarlen". Toen ze dit gezegd had, huiverde Jenny pnder den minachtenden blik in zijn oogen. „Je hebt me verteld dat Anne je paarlen genomen en beleend had. Dat was dus niet waar?" Jenny schudde het hoofd. „Je hebt ze zelf beleend en toen ik er op bleef staan ze terug te hebben, stal je die andere. Was het je bedoeling die voor de mijne te laten doorgaan?" „Ik weet het niet ik dacht er niet over na het was zoo gemakkelijk ze weg te nemen". „Zoo. En je liet Anne er voor opdraaien?" „Zij wilde niet anders", zei Jenny. „Anne is altijd altijd Ze liet een bitteren kreet van „Anne!" hooren en liet het hoofd weer op haar armen zinken. Nicholas stond doodstil. Hij had Anne nooit mogen lijden. Jenny behoorde hem toe en hij wenschte haar met niemand te deelen. Anne's gelijkenis met haar vatte hij als een beleediging op; Anne's liefde voor haar was meer dan hinderlijk; in zijn ondragelijke vernedering voelde hij zijn woede tegen Anne als een opluchting. Er was op dat mo ment moord in zijn hart voor Anne. Wat er voor Jenny was wist hij niet minachting, kouder dan woede, wrok, die bitter was. Hij zei met lage stem: „Jij laag wezen", en ■liep, zonder om te kijken, da kamer uit. XXXIX. Nicholas kwam in de schemering op Water- dene terug. De regen had opgehouden; het was een heldere, grijze avond met gelige strepen aan den westelijken hemel. Hij had urenlang als een wildeman rondgetuft. Hij kwam thuis om geen andere reden dan dat hij niet steeds maar door kon rijden. Emmot, de butler, kwam hem in de hall tegen, een gemoedelijk type die al twintig jaar op Waterdene geweest was en die altijd nog aan Nicholas dacht als aan „Jongeheer Nick", „Meneerwe hebben ons ongerust ge maakt over mevrouw". Even kreeg Nicholas een koude huivering. „Wat is er?" „Nurse wilde den dokter laten komen, maar ik zei dat we beter konden wachten tot TT thuis was". „Wat is er?" „Mevrouw zit al sedert u weg bent in de studeerkamer. Nurse kan haar niet bewegen om weg te gaan zelfs niet om naar Master Tony te kijken. Zij en Harman zijn heel erg ongerust". Nicholas trok zijn jas uit. „Mevrouw heeft slecht nieuws ontvangen wij beiden. Ik ga naar haar toe". „Nurse heeft er op aangedrongen dat ze thee zou drinken. Ik dacht dat u niet goed vondt dab wij den dokter lieten halen voor dat u thuiskwam". „Neen dat is goed". Hij kwam in de studeerkamer in een aller- onverkwikkelijkste stemming. Publieke opinie er was niet aan te ontkomen. Bedienden, vrienden, bekenden, de pers je kon je leven niet eens zoo inrichten, zonder dat iedereen het merkte als er iets bijzonders gebeurd was. Hij had Jenny zijn bittere minachting laten voelen en was er vandoor gegaan. Hij was teruggekomen, voelde Emmot's bezorgdheid, de publieke opinie in zijn eigen huishouding. Jenny zat nog net als toen hij haar ver laten had. Harman opgewonden en veront rust, bevond zich aan het eene eind van het vertrek. Ze ging weg toen hij binnenkwam en wierp nog een verschrikten blik achterom. Toen de deur gesloten was, hief Jenny haar hoofd op. Ze zag er uit alsof ze urenlang ge schreid had. Het licht van de leeslamp op de tafel deed haar haren als goud glanzen. De gordijnen waren dichtgetrokken en de kamer was op het eene licht na, in duisternis gehuld. Nicholas bracht.zijn hand aan de schake laar en draaide het bovenlicht aan, „Ik dacht dat je weg was", zei Jenny. „Ik ben terug gekomen". Hij liep naar de haard en bleef er, met den eenen arm op de schoorsteenmantel, zijn ge zicht donker en zonder uitdrukking. Zijn oogen vermeden Jenny aan te zien. „Waarom heb je het gedaan?" „Dat heb ik je verteld". „Je had geld noodig. Waarom?" De gedachte aan het geld was haar al uren een obsessie geweest. „Ik moest het hebben". Jenny's stem klonk zwak en uitgeput. „Hoeveel was het". „Vijfhonderd pond". „Je moest vijhonderd pond hebben. Afper sing dus". Jenny onderdrukte een kreet. „Dus het was afpersing?" „Wie heeft je dat verteld?" „Het is nogal duidelijk. Misschien wil je mij vertellen waarom dat was". Jenny streek haar haren naar achteren. Nicholas had het gevoel alsof hij een vreemde scherpe steek kreeg. Zoo had ze gekeken toen hij haar gezien had nadat Tony geboren was. „Ben je van plan het mij te vertellen" vroeg hij ruw. Jenny stond op. Al haar bewegingen waren stijf en langzaam. Ze hield zich aan een stoel vast en zei met fluisterende stem: „Het had eigenlijk niets te beteekenen. Maar je zult me niet gelooven. Anne zei dat ze 't je vertellen zou, maar ik wist toch dat je me niet gelooven zou. Dus ik moest het geld hebben". „Nu moet je het me toch vertellen". „Het heeft geen zin. Maar het hindert niet het had niets te beteekenen. Er was een man. Ik wist dat hij getrouwd was. Hij was in tante Jenny's cantine. Hij was verliefd op mij. Toen hij naar het front terugging, schreef ik hem". „Wat schreef je hem?" „Brieven niets bijzonders. Hij zei dat hij iemand had, die hem schar- Jenny aarzelde. „Nick het was niets bijzonders". Nicholas zei: „Vijfhonderd pond". Zijn hand ging een oogenblik omhoog, viel toen weer •omlaag. Er was iets beslissends in zijn be weging. „Het was toen hij met verlof thuiskwam", hernam Jenny vlug. „Hij schreef dat we samen naar den schouwburg en zoo zouden gaan. Toen ik zei dat tante Jenny het niet goed zou vinden, zei hij, dat ze het niet hoefde te weten ik kon in het hotel logeeren, waar hij ook logeerde. En daarover heb ik hem geschreven. Ik wist het niet, Nick ik wist het werkelijk niet ik dacht dat het leuk zou zijn". „En je ging er heen?" Jenny huiverde van zijn stem. „Neen, dat deed ik niet. Hij is gesneuveld".. Nicholas keek haar strak aan. „Hij is gesneuveld. En zij stuurden zijn be zittingen naar zijn huis naar zijn vrouw ze stuurden haar mijn brieven. Nick, ze was een vreeselïjk mensch. Ze zag mijn foto's in de krant, nadat wij ons verloofd hadden en ze kwam bij mij en zei dat, als ik haar die brieven niet agkocht, zij ze jou zou laten zien. En toen ik haar vertelde dat ik geen geld had zei ze: „En die paarlen dan, die U draagt? Zoo bij ik op de gedachte van de paarlen gekomen. Anne zei dat ik het jou behoorde te vertellen— dat heeft ze altijd gezegd. Ze meende dat je mij gelooven zou. Maar ik kon het niet doen". „Hoe oud was je?" vroeg Nicholas abrupt. „Zestien. Nick, o, ik wist het niet". „Waarom wilde je 't mij niet vertellen?" „Dat kon ik niet. Ik gaf er zoo vreeselijk veel om hoe je over me dacht. Ik gaf er zoo- vee. om dat ik het niet kon". (Slot volgt).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 10