De bloem van den dag.
DE AVONTUREN VAN PROFESSOR NIMBUS.
DINSDAG 19 MAART 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
de fiinutie i/eemeecdeet en veeedetl <zuk.
door TJEBBO FRANKEN.
Gelijk men met deze tulpen gedaan heeft,
kan men ook met hyacinten doen, doch ze
leenen zich hier lang niet zoo goed voor. Al
lereerst weet men veel minder van de voorge
slachten der hyacinten, de mogelijkheid dat
men twee na-verwante soorten kruist is zeer
groot, daarbij gaat dan de vatbaarheid voor
allerlei ziekten een rol spelen. Men doét nu
bij de kruising van twee hyacinten ongeveer
als bij de tulpen. De stamper van een hyacin-
tenbloem wordt vrij gemaakt, door de bloem
daaromheen wat weg te snijden, de meel
draden rond dien stamper worden verwijderd
en het stuifmeel van de andere bloem wordt
op den stamper gebracht, tegen den tijd, dat
die stamper het meest ontvankelijk voor be
vruchting is.
Meestal doet men dit door een meeldraad
te nemen en die voorzichtig af te strijken
over den kleverigen knop van den stamper.
Vervolgens wordt de bevruchte hyacint afge
zonderd, liefst binnenshuis, in de kas, onder
een bedekkend omgekeerd glas.
Men wacht weer af, tot men zaad kan
oogsten, droogt dit en zaait het uit in daar
voor geschikt kistjes of in den grond buiten,
als men voldoende zaad heeft. Na een jaar
heeft men jonge bolletjes, later worden die
weer geplant, totdat ze eindelijk na zes jaren
ongeveer gaan bloeien. Indien verdere ver
meerdering gewenscht is. worden deze met
groot geduld verkregen bollen weer door mid
del van het hollen en snijden tot voortplan
ting gebracht.
En de narcis?, hoor ik vragen. Ja, ook
daar heeft men grootendeels de nieuwe soor
ten door kruising verkregen. Men gaat dan
op dezelfde wijze ongeveer te werk als boven
reeds beschreven werd. Zoo is langzamerhand
naast die eenvoudige kop en schotel uit groot
moeders dagen een uitgebreide collectie ont
staan van de schoonste vormen en eigenschap
pen. Niet alleen de kweekers in Holland, En
geland en elders hebben op deze wijze prach
tige narcissen gewonnen, maar ook de kundige
liefhebbers, vooral in Engeland bereikten met
het hybrideeren van narcissen loffelijke re
sultaten.
De crocus vermeerdert zich zeer gemakkelijk.
De kweeker moet er zelfs bizonder voorzich
tig mee zijn. Hij moet goed opletten, want uit
zoo'n crocusbol komen op de stelling spoedig
spruiten te voorschijn, welke nieuwe bollen
zullen worden.
Overigens is de crocus een bescheiden lid
der bollenfamilie, het vraagt weinig voor zich
zelf, van de noodzakelijke zorg, welke de
kweeker eigenlijk voor eiken bol heeft, waar
hij prijs op stelt.
Ook de Iris wordt dikwijls door hybrideeren
verkregen. Deze bloem laat zich zelfs zeer ge
makkelijk bevruchten. Waarom? Och, de na
tuur is ons hier tot voorbeeld, de stamper is
op eigenaardige wijze verborgen in de bloem
kroon, zoodanig, dat de insecten belust op
honing met zekere moeite daarbinnen moeten
„dringen", wat ten gevolge heeft, dat ze zich
rijkelijk met stuifmeel inpoeieren, dus dat de
bevruchtingskansen der andere bloemen ter-r
dege stijgen. Toch moet men zich geen over
dreven voorstelling maken van het hybridee
ren der irissen en de resultaten.
Het is en blijft een zeer moeilijk werk en
daar er zoo heel veel irissen zijn, zal de uit
komst van de bevruchting wat de nieuwe iris
betreft nog in het duister verborgen blijven.
Het is ook hierbij al weer geduld, geduld, en
nog eens geduld. Maar dat hebben de kwee
kers ook, getuige de talrijke bewijzen, die in
de heerlijkste kleuren en geuren te vinden zijn,
op het veld, in de kassen en in de kamer.
Als laatste lid der familie in dezen bollen-
roman willen wij nog even iets vertellen van
de Gladiolus. Aanvankelijk ging het met de
vermenigvuldiging van deze bloem niet for
tuinlijk. De vroegbloeiende soorten leverden
betrekkelijk weinig moeilijkheden op. Hier
voor zorgt de natuur, want men vindt aan den
moederbol de jonge bollen, gelijk blanke big
getjes hangende aan de zeug, welke na. doel
matige behandeling voor nieuwe bloemen
zorgen.
Maar er zijn-ook laatbloeiende gladiolussen.
Zij leveren ons aan den bol een aantal knol
letjes, welke zeer hard zijn en geen wortels
vertoonen. Die knolletjes hebben dus geen
voedsel uit den bodem gehaald, maar zijn ge
heel ontwikkeld door het voedsel van de moe
derbol zelf. Men noemt ze „kralen".
Deze kralen baarden den kweeker heel wat
zorg. Ze zijn zeer hard en schenen weinig ge
neigd tot verdere ontwikkeling. Doch de er
varing heeft den kweeker veel geleerd. Vol
gens een bepaalde methode, die men stratifi-
ceeren noemt, is het ten slotte gelukt die kra
len te dwingen ons de geheimen te laten zien,
welke in hun harde zielen verborgen waren.
Soms worden de kralen onmiddellijk na het
rooien van de moederbollen weer uitgezaaid
op den akker met de noodïge maatregelen
voor den wintertijd, echter zijn er ook kwee
kers, die de kralen eerst binnen brengen in
daarvoor gereedgemaakte ruimte met zand, of
op de stellingen, vanwaar de kralen dan een
paar weken vóór dat men ze gaat uitzaaien
eerst in water gedompeld worden, opdat ze
gemakkelijker in den voor hen geschikten
grond zullen wortel maken.
Zoo hebben we dan de bollenfamilies uit
onzen tendens-roman voor zoover haar ver
menigvuldiging betreft in vogelvlucht bespro
ken. Wij zijn bij de tulpen echter niet geheel
volledig geweest, wat betreft het ter wereld
komen van nieuwe tulpen. In de inleiding
wezen wij er op dat Darwin nauw verwant is
aan Rembrandt. Gij hebt u daarbij neerge
legd, in een roman is alles mogelijk hebt gij
gedacht. Het eigenaardige echter is dat de
kleur van de moeder steeds behouden blijft.
Deze eigenschap noemt men het fijn wor
den van de kleur, ze is voor het winnen van
nieuwe tulpenbollen echter niet van belang,
immers daarvoor is juist noodig dat de moe-
derkleur verandert, „verloopt" zegt men in
de kweekers taal. Als men deze verloopen tul
pen nu van de andere bollen afzondert, dan
kan men daaruit nieuwe bollen kweeken en
men la-ijgt steeds weer bloemen gelijk aan
kleur van het verloopen type!
Ik heb u gezegd dit is een roman, zelfs de
verloopen leden der familie spelen een be
langrijke rol.
Hoe het komt. dat die tulpen plotseling ge
heel van kleur veranderen en zelfs bij voort-
kweeking de verloopen kleur behouden, dit
is tot heden nog een onopgelost vraagstuk.
Behalve al deze nauwkeurige en zorgzame
werkzaamheden welke de kweeker verricht
om aan nieuwe bollen te komen niet alleen,
maar ook om die nieuwe bollen van gewensch-
te eigenschappen te voorzien, welke ze be
geerlijk maken voor den handelaar en den
liefhebber, is er in het bizonder nog aandacht
te wijden aan den arbeid, welken hij zich ge
troost om te maken dat gij reeds zeer vroeg
vooral binnenskamers genieten kimt van de
schoonste bloemen. Hij gaat zijn bollen ver
vroegen, hij tracht dus te bereiken in aanzien
lijk korteren tijd, wat de natuur hem voor
deed langs een anderen, maar langen weg.
Om ons nu eenigermate een begrip te vormen,
wat men doen moet om bollen te krijgen, welke
zich leenen voor het vervroegen, willen wij ons
maar weer bepalen tot den hyacintenbol. In
den goeden of misschien slechten ouden tijd,
zooals men het nemen wil, had men de ge
woonte de hyacintenbollen reeds vroeg te
rooien, zelfs voor ze nog bloeiden. De cultuur
kende toen nog lang niet die uitgebreidheid
van heden en het betrekkelijk klein aantal
bollen, dat gerooid werd, hing men aan den
zolder te drogen, dus daar waar de warmte
naar toe steeg. Door die warmte, welke bij
het inkuilen van die vroeg-gerooide bollen ook
haar werking deed gelden, kregen de bollen
een eigenschap, welke later weer verloren
ging. Die eigenschap bestond daarin, dat de
bollen gemakkelijk te forceeren waren, dat
is tot vroeg-bloei te brengen. Doch toen men
later, naar analogie met de tulpencultuur van
vroeger dagen, de hyacinten op het veld liet
staan tot ze nagenoeg of heelemaal uitge
bloeid waren, bleek de eigenschap, waarvan
boven sprake was, verloren gegaan te zijn.
Dit was een belangrijk verlies voor de cultuur,
men zon op middelen. Het bleek dat de bollen,
welke in zuidelijke streken, dus in warme lan
den, gebloeid hadden, weer bollenkinderen
voortbrachten, welke zeer geschikt waren voor
het forceeren.
Men was echter helaas op het buitenland
aangewezen, in het bizonder Zuid-Frankrijk,
tot een Lisser kweeker. wijlen de Heer N.
Dames, erin slaagde de bollen een dusdanige
behandeling te doen ondergaan, dat ze weer
voor vroeg-bloei geschikt werden. Men leerde
van hem hoe men de hyacintenbollen moest
prepareeren. Dat hij geen geheim maakte van
zijn belangrijke werkwijze zal wel nooit in de
wereld der bloembollenkweekers vergeten
worden. Wat had nu die verdienstelijke kwee
ker Dames gedaan? Wel, het is het ei van
Columbus!
Hij bootste de omstandigheden der zuide
lijke landen na en hij rooide de bollen weer
ais in vroeger jaren, dus als ze nog nagenoeg
groen waren.
Die opgenomen bollen stelde hij aan hooge
temperatuur bloot, niet voortdurend, neen hij
wisselde die warmte naar gelang het hem
noodig bleek. Zoo werd dus de verwarmde
bollenschuur een preparatiekamer rijk, zeer
zeker een der belangrijkste vertrekken in de
villa der bollenfamilie.
Het schijnt u wel zeer eenvoudig toe, maar,
als men bedenkt, dat er velerlei wijziging in
verwarming en in tijd van rooien noodig is,
om de verschillende bollen tot vroeg-bloeien
te prepareeren, dan zal de leek weer met eer
bied vervuld zijn voor de kennis en de ervaring
der kweekers, die al de fijnere nuancen van
behandeling der bollen gevonden hebben. Im
mers een bol is niet zoo maar een op een ui
gelijkend ding, dat een bloem geeft te zien
onder bepaalde voorwaarden, neen, het is
een levend organisme, met eigen bepaalde
hoedanigheden, niet uiterst geringe schakee
ringen in bouw. Zoodoende verschilt elke bol-
soort van de andere, daarmee moet in de ge-
heele cultuur rekening gehouden worden, dus
ook bij het prepareeren. Het lezen van de vele
vakkundige geschriften zal u daar nog meer
van kunnen overtuigen. Moge gij, als leek,
voorloopig door het volgen van de vluchtig
geschetste feiten in dit hoofdstuk uit den
roman der bollenfamilie, aangespoord worden
tot het ter hand nemen van die boeken en
tijdschriften, welke u veel, wat nog onopge
helderd voor u bleef, zullen verklaren.
Amaryllis.
Eerecloctoraat voor K. J. L.
Alberdingk Thym en W. Kloos
Wordt dooi' de Amsterdamsche Universiteit
verleend.
De Senaat der Universiteit van Amsterdam
heeft in zijn zitting van Maandag besloten,
het eeredoctoraat in de Letteren en Wijsbe
geerte te verleenen aan de heeren K. J. L.
Alberdingk Thijm (Lodewijk van Deyssel) en
W. Kloos.
Teneinde aan deze plechtigheid in het jaar
van het halve eeuwfeest der nieuwe Gids-be-
weging meer luister bij te zetten is besloten
ze te doen plaats hebben in een bijzondere
zitting van den Senaat, op Maandag 27 Mei
1935, waarin behalve door den rector-magni-
ficus, prof. dr. Th. J. Stomps, het woord ge
voerd zal worden door prof. dr. J. Prinsen
J.Lzn. cn prof. dr. A. A. Verdenius, eventueel
ook door de beide promovendi, en waarin de
voorzitter van de Faculteit der Letteren en
wijsbegeerte, prof. dr. A, W. de Groot, als pro
motor zal optreden.
VERBODEN AUTOBUSDIENST
VELSEN—WIJK AAN ZEE?
De advocoat-generaal bij den Hoogen Raad,
mi', v. Lier, heeft Maandag geconcludeerd tot
verwerping van het cassatieberoep van een
garagehouder, die te Velsen, bij aankomst van
de booten der Alkmaar-Paket-, personen, die
met deze booten medekwamen, vervoerde naar
Wijk aan Zee. Hij voerde tot verweer, dat dit
geen geregelde dienst was. De rechtbank te-
Haarlem veroordeelde hem echter tot 10
boete. De Hooge Raad zal 15 April arrest
wijzen.
Er zal wel geen bezoeker der tentoonstel
ling zijn, die niet getroffen wordtv door de
schoonheid der prachtige inzending van een
groot aantal Hippeastrums, meestal echter
met den naam van Amaryllis betiteld. Tot de
bewondering van de zeer mooie groep, die
hier is tentoongesteld, is inderdaad alle re
den, want ik denk niet, dat men' waar ergens
ter wereld, ook b.v. niet in Engeland, iets der
gelijks kan exposeeren. Het geslacht Hippeas-
trum komt uit tropisch Amerika en vooral H.
Vittata uit Peru is de moederplant geweest
van succesvolle kruisingen met andere soor
ten uit Mexico, waardoor zooveel variatie is
ontstaan. Deze planten behooren tot de Na-
rasachtigen of Amaryllidacea, te kennen aan
het onderstandig vruchtbeginsel, 6 meeldra
den en 6 bloembladeren. Alle bloemen staan
hier in de tentoonstellingszaal eigenlijk te
wachten op de bestuiving en blijven juist
daardoor zoo frisch, maar wanneer een booze
geest of een zwerm insecten de driedeelige
stempels eens bestoof met stuifmeel uit de
balanceerende helmknoppen, dan was het
met de Bloemenweelde binnen 24 uur gedaan.
Gelukkig kan men dan ook de Amaryllis-
knop al snijden en verzenden als de bloem
bladeren beginnen te kleuren.
We zullen nog wel eens spreken over het
kweeken der variëteiten, maar hier willen we
er even op wijzen, dat in de gestreepte bloe
men veel muziek zit voor het verkrijgen van
nieuwe vormen Want ook de meeldraden, ver
anderde bladeren, kunnen aan die streeping
zijn onderworpen en dus kan er één meel
draad van de zes anders zijn b.v. wit of don
kerrood. Datzelfde is ook mogelijk met de
drie bladeren, waaruit de stamper is ontstaan,
zoodat ook de zaadknoppen onderling kunnen
verschillen bij gestreepte bloemen. Omhult men
nu de bloemen met gaas, dan kan men opzet
telijk bestuiven met stuifmeel uit een be
paalde, b v, een roode of witte, meeldraad, Men
ziet in deze collectiezelfs geheel witte va
riëteiten, Deze eenmaal bestaande „soorten"
plant men voort door broedbollen, maar om
dat die niet in groot aantal ontstaan, maakt
men tal van „rokstekken" uit de vele schub
ben van een groote bol. Deze geven, bij pl.m.
85 gr. F. en in zand gedekt, spoedig jonge
planten.
A. MEI,LINK.
Indisch Gouvernement voor
75.000 benadeeld.
Door aanwending van gebruikte handels
zegels.
Na een langdurig onderzoek is thans uit
gekomen dat het Ned.-Indisch Gouvernement
voor een bedrag van rond f 75.000 is bena
deeld. De oppassers van de meeste makelaars
kantoren te Batavia, nl., kochten in plaats
van geldige handelszegels reeds gebruikte,
schoongeradeerde zegels en plakten deze in de
cont-ractenboeken in.
De Fiscus zal de geleden schade op de ge-
pupeerde makelaars navorderen. Twee ma
kelaars ontvingen reeds een navordering,
waaraan zij echter niet voldeden.Deze kwestie
en het gevolg daarvan, nl. de na-vordering,
verwekten groote beroering in 'handelskrin
gen aan den Kali Besar.
Spoorwegen blijven
reorganiseeren.
Naar wij vernemen zullen met ingang van
den a.s. zomerdienst, behalve de locomotief-
depots te Enschedé, Hoek van Holland en
Oldenzaal. waarvan dit reeds eerder werd
gemeld, worden opgeheven de locomotiefde- 1
pots te Rotterdam D. P. en te Den Helder.
Nederlandsche en Indische
uitvoer naar Duitschland.
Nieuwe betalingscontingenten vastgesteld.
Dezer dagen hebben te Berlijn besprekin
gen plaats gevonden tusschen de Nederland
sche en de Duitsche regeeringscommissies
over de vaststelling van de betalingscontin
genten voor den Nederlandschen en den In-
dischen uitvoer naar Duitschland.
Er werden voor het tijdvak van 1 April tot
30 Juni 1935 nieuwe betalingscontingenten
vastgesteld, welke over het algemeen lager
liggen dan die voor het eerste kwartaal van
dit jaar.
In de verhouding tusschen den Nederland
schen en den Indischen uitvoer werd geen
verandering gebracht.
Met de seizoensinvloeden werd met het
oog op den landbouwexoort zooveel als onder
de gegeven omstandigheden mogelijk bleek,
rekening gehouden. Een reductie van het to
taal van den uitvoer bleek in verband met
den toegenomen achterstand in de clearing
onvermijdelijk.
Het percentage van de stortingen op de
clearingrekening in Nederland, bestemd voor
de aflossing van achterstallige handelsschul
den. zal vanaf 1 April van 18 pet. op 14 pet.
worden teruggebracht.
Aangezien het totaal van de achterstallige
vorderingen dat afgelost zal moeten worden,
geringer'is dan voorzien werd bij het afslui
ten van het clearingsverdrag op 5 December
1934, zal door deze verlaging van het. aflos
singspercentage niet worden afgeweken van
den termijn van ongeveer 2 jaar, die voor de
algeheele aflossing in uitzicht werd genomen
bij de afsluiting: van het verdrag.
Deze maatregel heeft het mogelijk ge
maakt de verdere reductie van den export
binnen engere grenzen te houden.
Belanghebbenden kunnen van Vrijdag 22
Maart af inlichtingen over de betalingscon
tingenten verkrijgen bij het Crisis Uitvoer
bureau in Den Haag.
Herclassificatie der gemeenten
Regeering aanvaardt het advies van het
georganiseerd overleg.
De regeering heeft zich vereenigd met hei
nadere advies van de centrale commissie voor
georganiseerd overleg in ambtenarenzake over
de herclassificatie van de gemeente volgens
het bezoldigingsbesluit.
Aanvankelijk had de regeering. naar de
Tel. meldt, een regeling aanhangig gemaakt,
volgens welke de gemeenten der eerste klasse
naar de tweede zouden worden overgebracht
en de derde zou worden gesplitst in een derde
en een vierde klasse. Daarbij zou deze regeling
dan voor het geheele rijkspersoneel gelden
Hierover zijn geruimen tijd besprekingen ge
voerd. waarbij het georganiseerd overleg zich
ten stelligste tegen het voronemen der re
geering bleef kanten.
Tenslotte is nu overeenstemming bereikt
omtrent de volgende herclassificatie: voor
ambtenaren op jaarloon, de eigenlijke ambte
naren derhalve, en vor onderwijzend personeel
blijft de classificatie ongewijzigd. Voor per
soneel op maand en op weekloon wordt een
deel van de derde klasse-gemeenten in de
vierde klasse gebracht, met een loon, 6 pet.
ligende onder dat der derde klasse. Tot dusver
bestond de derde klasse uit ruim 800 gemeen
ten; hiervan komen ruim 500 nu in de vierde
klasse.
De nieuwe regeling voor de maand, en
weeklooners zal 1 Juli a.s. ingaan.
Een halve eeuw geleden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
19 Maart:
De uitslag van de heden gehouden
verkiezing voor twee leden van den
gemeenteraad is, dat gekozen zijn de
heeren W. Stolp en J. Krol Kzn. Er
waren ingeleverd 493 biljetten (aftre
ding 1885) waarvan 38 van onwaarde.
Hiervan verkreeg de heer W. Stolp 320
en de heer G. C. van Meeuwen 135
stemmen.
Voorts waren ingeleverd 528 biljetten
(aftr. 1887) waarvan 21 van onwaarde.
Van deze waren uitgebracht op
den heer J. Krol Kz. 300 en op den heer
J. J. F. Beijnes 156 en 51 op andere per
sonen. Er zijn dus in 't geheel 1021 kie
zers opgekomen.
Door onze lens gesnapt
Wijziging Ambtenarenwet
ingetrokken.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft het wetsontwerp tot wijziging van art.
126, eerste lid, der Ambtenarenwet 1929, inge
trokken.
Ambtenaar nam steek
penningen aan.
31alversaties bij het Amsterdamsche
gasbedrijf.
Eenigen tijd geleden is men op het spoor
gekomen van ernstige malversaties, die ge
pleegd zijn door den 52-jarigen hoofdcom
mies van het gemeentelijk gasbedrijf te Rot
terdam, J. S. Deze S. heeft kans gezien in
een aantal jaren voor 1933 een bedrag van
niet minder dan 12.000 aan steekpenningen
te toucheeren.
Bij inschrijvingen van het gemeentelijk gas
bedrijf voor groote werken was het zijn taak
de inschrijvingsbiljetten te openen. Hij droeg
dus kennis van het laagste bedrag waarvoor
was ingeschreven en dit bedrag verzuimde hij
nooit door te bellen aan een relatie, die dan
iets lager inschreef en meestal met de op
dracht ging strijken.
S. ontving voor zijn bemoeiingen een bedrag
van 500. Er is een uitgebreid onderzoek in
gesteld dat tot gevolg heeft gehad, dat S. zich
thans in het Huis van Bewaring bevindt.
ZEVENTIG JAAR GETROUWD.
Zondag was het 70 jaar geleden, dat het
echtpaar R. van der Knoopde Heer te
Vlaiard'ingen in het huwelijk werd verbon
den.
PROEF MET ONBEZOLDIGDE
POLITIEAMBTENAREN TE PRIANGAN.
Het voornemen bestaat om bij wijze van
proef een beperkt aantal particulieren in de
Residentie Priangan aan te stellen als onbe
zoldigd politieambtenaar, ten behoeve van de
controle van het wegverkeer.
MR. E. H. F. W. VAN SCHAECK MATIION.
Mr. E. II. F. W. van Schaeck Malhon werd
te Bergen op Zoom geboren op 25 Mei 1896.
Hij studeerde te Leiden van 1914 tot 1913
en promoveerde daar in laatstgenoemd jaar.
Na zijn diensttijd en na eenigen tijd bij
de firma Jurgens te Nijmegen werkzaam te
zijn geweest, werd hij, in 1925 substituut-grif
fier bij de Rechtbank te Almelo. In 1928
kreeg hij zitting in 'het zelfde rechterlijk col
lege.
Te Haarlem werd hij als rechter benoemd in
December 1933.
ONDERNEMER VAN „WILDEN" DIENST
VEROORDEELD
Voor den Amsterdamschen Kantonrechter
stond Maandag wederom een exploitant van
autobussen terecht, verdacht van overtreding
van de wet op de openbare middelen van
vervoer. De exploitant, uit Franeker afkom
stig, zou een wilde dienst hebben onderhou
den van Leeuwarden—Amsterdam v.v. via
den afsluitdijk.
De ambtenaar van het O. M. requireerde
daar verd. is doorgegaan met den dienst,
nadat proces-verbaal was opgemaakt, de
maximum-geldboete, nl. f 150 subs. 50 dagen.
De Kantonrechter wees onmiddellijk vonnis.
Spr. merkte op, dat hij door verd.'s houding
gedwongen is een hooge boete op te leggen.
„Ik ben gewend overtreders van de wet op de
openbare vervoermiddelen niet al te zwaar
te straffen. Met U moet ik echter een uitzon
dering maken, daar U door bent gegaan." De
Kantonrechter veroordeelde den man tot f 100
boete, subs. 20 dagen hechtenis.
DE BRAND IN DEN CUNERATOREN.
Naar wij vernemen zal Mr. Maarsen in hoo-
ger beroep optreden als verdediger van den
loodgieter van H., die door de rechtbank te
Arnhem is veroordeeld tot een maand gevan
genisstraf wegens veroorzaken van brand
door schuld in den Cuneratoren te Rhenen.
Ook de officier van justitie is in hooger be
roep gegaan. De behandeling zal weldra
plaats vinden voor het gerechtshof te Arnhem
(V. D.)
BOUWVAK ARBEIDERSSTAKING TE
APELDOORN VOORKOMEN.
Naar wij vernemen zal de staking, welke in
de bouwvakken te Apeldoorn dreigde, niet
doorgaan.