EEN LIEFDE IN CHINA
Een moment voor het Hollandsche
doel tijdens den voetbalwedstrijd
tusschen het voorloopig Neder-
landsch elftal en het Engelsche
Cardiff City, welke Woensdag te
Rotterdam werd gespeeld en door
de onzen met 2-1 werd gewonnen
Ventzalos, do leider van den
thans onderdrukten Griekschen
opstand, bij aankomst aan boord
van de .Rex" te Napels Deze
foto werd langs telegrafischen
weg overgebracht
Van de werf .Het Fort" te
Nieuwendam is Woensdag een
type Duitsche ren jol, speciaal
ontworpen voor de Olympiade
1936, te water gelaten
Hore Belisha, de Engelsche minister *sn
Verkeer, was tegenwoordig bij het plaatsen
van verschillende afsluitingen langs trottoirs
in Londen, welke worden aangebracht ten
einde de voetgangers er aan te gewennen,
alleen op de daartoe aangewezen plaatsen
den rijweg over te steken
Een groepje Haarlemsche schoolkinderen die Woensdag
een bezoek brachten aan de bloemententoonstelling
„Flora 1935" te Heemstede, bezichtigt een pracht in
zending tulpen
Een bloktrein BrusselAntwerpen reed bij Mechelen op een groep spoorwegarbeiders in,
die tengevolge van den mist den trein niet hadden zien aankomen. Zeven personen werden
op slag gedood. Op de plaats van het ongeluk
De ramen der restaurants te
Berlijn werden in verband met
de bepalingen ten opzichte
van de nachtelijke luchtafweer-
oefeninaen geblindeerd
Het voormalig personeel van wijlen H. M. Koningin Moeder heeft Woensdag bij de herdenking van den
sterfdag der vorstin een krans gelegd bij het monument der Oranjes in de Nieuwe Kerk te Delft. De
heer Lodder, huismeester van wijlen H. M. Koningin Emma, legt de krans
FEUILLETON.
Uit liet Engelsch
door BEN BOLT.
„Het paleis der tienduizend zaligheden".
Terwijl Richard Forsyth, diep in gedachten,
zich voortspoedde door de smalle straat, slechts
verlicht door papieren lantaarns, die een
schemerig licht wierpen over haar walgelijke
morsigheid, hotste hij plotseling tegen een
meisje, dat met snelle passen van den anderen
kant kwam. Oogenblikkelijk vlood een excuus
in vloeiend Chineesch hem van de lippen en
een seconde later stond hij stijf van verbazing
'want het meisje antwoordde in 't.Engelsch.
„Het was gedeeltelijk mijn schuld. Door mijn
ihaast lette ik niet op, mijnheer".
Hij keek haar lichtelijk verbijsterd aan. Het
zachte licht der lantaarn viel net op het ge
zicht voor hem, een gezicht, mooi en aan
trekkelijk als een bloem, met diepe, donkere
oogen, die al heel weinig overeenkomst had
den met de kraaloogjes der Chineesche
vrouwen. De huid leek in het gedempte schijn
sel donziger en fijner blozend dan perzik
bloesem.
„Bent u een Engelsche?", riep hij uit.
„Ja', klonk het vlugge antwoord.
„Maar
Hij zweeg abrupt na dat ééne woord en keek de
•straat, die zich in Canton niet bepaald in
een gunstigen roep verheugde, in beide rich
tingen af. Zoo duidelijk alsof hij haar onder
woorden had gebracht, drukte zijn blik de
vraag uit. wat zij hier op dit late uur deed.
iwanneer het uitvaagsel der inboorlingen uit
£ijn holen gekropen was en zelfs een man zich
niet geheel veilig voelen kon. Het meisje vol
deed aan het onuitgesproken verzoek om een
verklaring.
,Er is niets aan te doen, dat ik hier ben en
kan u de reden ook niet uitleggen. Ik heb
vreeselijke haast. Neemt u me niet kwalijk
maar ik heb geen tijd om hier te blijven pra
ten".
Het oogenblik daarop had ze haar weg ver
volgd en teen haar buigzame gestalte de open
deur van een kleinen winkel passeerde, zag
hij een andere gedaante zich losmaken uit de
schaduw der straat en door de streep van licht
slippen, die uit de deur scheen. Forsyth kreeg
den indruk, da,t het een koelie was en de
manier van doen van den man wees er op, dat
hij het meisje achterna liep. Haar figuurtje
was al bijna niet (meer te onderscheiden in
den vagen matten gloed der papieren lampen,
maar Forsyth aarzelde niet. Oogenblikkelijk
stond zijn besluit vast haar te beschermen en
met groote stappen keerde hij terug in de
richting waaruit hij gekomen was.
Bij het licht van een groote lantaarn, die
boven den ingang van een theehuis hing, zag
hij het meisje links afslaan. Geen tien meter
achter haar aan wandelde de koelie en hij
volgde haar blijkbaar nog steeds, want ook
hij sloeg links af.
„Naar de bloemenbooten!", mompelde de
Chinees. „Dat meisje
De rest van zijn alleenspraak ging voor
Forsyth verloren. Maar hij kende de welver
diende slechte reputatie van de Bloemen
booten en het ging hem aan het hart, dat een
meisje van zijn eigen volk en ras zich in de
nabijheid daarvan bevinden zou, alleen en
onbeschermd. Toen hij de wankele brug over
ging, die uitkwam op een ietwat ruimeren ver
keersweg het water, waarop de ontelbaar
kleurige lantaarns der Bloemenbooten glom
men in den nacht, liep er langs hoorde hij
de plotselingen kreet van een vrouw de
avondlijke stilte verscheuren. Hij rende in de
richting, waaruit het geluid kwam, en de
kreet werd herhaald de angstkreet van
iemand in nood en ofschoon hij haar niet
zien kon, twijfelde hij geen moment, of het
was het Engelsche meisje.
Met een ruk hield hij zijn vaart in vlak
bij haar. Ze worstelde in de omklemming van
den koelie, die haar gevolgd was en die zeker
niet veel goeds in den zin had. Geen fractie
van een seconde bedacht Forsyth zich. Hij
sprong op den kerel toe, pakte hem stevig
beet en terwijl de greep van 't slachtoffer ver
slapte onder den onverhoedschen aanval,
slingerde hij hem met kracht van het meisje
af. Aan den rand van het water terecht ge
komen, kon de Chinees zijn evenwicht niet
houden, hij plonste in de rivier en begon
geen vijf tellen later naar de overzijde te zwem
men.
Forsyth bekommerde zich niet verder om
het heerschap en wijdde zijn aandacht aan het
meisje.
„Bent u ongedeerd?", vroeg hij vol deelne
ming.
„Ja", antwoordde zij en tegelijk wierp ze een
onrustigen blik in de richting van de bloe-
menbooten met hun menigte en veelkleurige
lichten.
„Het was maar gelukkig, dat ik u gevolgd
ben
„Mij gevolgd ben?" echo'de het meisje ver
schrikt.
„Ja. ik zag, dat die schooier, die u aanviel,
u achterna ging en daar het me niet erg aan
stond, ging ik op mijn beurt hem achterna".
„Het is heel vriendelijk van u", verklaarde
het meisje merkbaar gereserveerd; „ik ben u
erg dankbaar, maar...."
Haar woorden braken af en weer schoot haar
'olik naar de lange lijn van de bloemen
booten.
Impulsief sprekend, niet heelemaal op zijn
gemak, hernam hij:
„U moet het mij niet kwalijk nemen als ik
brutaal lijk, maar het is onverantwoordelijk
voor een Europeesche jongedame op dit uur
alleen in deze buurt rond te loopen. Dat de
gevaren niet denkbeeldig zijn, hebt u zooeven
aan de lijve ondervonden en dit deel van de
Chineesche stad is wel het slimste
,,Ik weet het", viel ze hem in de rede, „maar
ik moet naar een van de bloemenbooten".
.Naar een van de bloemenbooten?", her
haalde hij onthutst. „Maar daar kunt u toch
onmogelijk alleen heengaan!"
„Ik
Hij liet haar niet aan het woord komen.
„Vergeef me, dat ik misschien opdringerig
schijn, maar ik kan geen landgenoote toestaan
een dergelijk risico op zich te nemen. U moet
me eenvoudig veroorloven u te begeleiden. Ik
ken hier de buurt 'op mijn duimpje ik be
hoor tot de zending
Nu was het haar beurt om hem verbaasd
in de rede te vallen.
„Tot de zending? Bent u zendeling?"
Critisch uitvorschend rusttten haar oogen
op zijn tweed-pak, zijn slappe boord, zijn
Panama-hoed.
„Neen, ik zie er niet naar uit", lachte hij.
„Ik ben dan ook geen zendeling, maar zendings
arts. In die hoedanigheid heb ik alle hoeken
en gaten van Canton leeren kennen en daarom
weet ik beter dan iemand anders, dat het.
pure krankzinnigheid zou zijn, om niets ergens
te zeggen, wanneer ik u onbeschermd verder
liet gaan. Waar moet u precies naar toe?"
„Naar het Paleis der Tienduizend Zalig
heden".
„Ik ken die fraaie gelegenheid", was het
wederwoord, „het speelhol van Li Sing, heele
maal achteraan bij de booten. Een geliefd
plekje bij de rijke Chineezen, kooplui en
mandarijnen en bij tijd en wijle ook van
Europeanen, die gek genpeg zijn daar hun
zuur verdiende geld te wagen!"
„Ik moet naar mijn vader", vertelde ze, ter
wijl ze tezamen verder liepen. „Er is een be
richt voor hem, een heel belangrijk bericht-,
waarop hij den heelen dag heeft zitten wach
ten. Hij zei, dat ik het, als het kwam, direct
moest komen brengen".
.Hat is me ook wat", bromde Forsyth en zijn
verontwaardiging was duidelijl in ajn stem
te hooren.
De eerste der bloemenbooten lag in duister
nis gehuld, maar de tweede was met honder.
den gekleurde lantaarns geïllumineerd, in hel
licht waarvan een papieren draak met zilve
ren schubben blonk. Terwijl zij het heldere
schijnsel passeerden, keek Forsyth van ter
zijde naar het gezicht van zijn gezellin. Zijn
eerste indruk werd versterkt; het was een
wondermooi gezicht, zonder ook maar een
zweem van iets, dat met kwaad in verband
kon worden gebracht, Het was alsof het meisje
zijn blik voelde, ze keek op en hun oogen ont
moetten elkaar. In die van Forsyth werd een
plotseling licht geboren, dat in geenen deele
een weerspiegeling was van het licht der bloe-j
menboot. Het meisje zag het en over haari
oogen trok snel de sluier van haar langen,;
donkere wimpers, terwijl een roode golf overi
het zachte gezichtje sloeg. Een poosje zetten zijl
in stil zwijgen hun tocht voort, een stilzwijgen,;
dat spoedig beklemmend dreigde te worden.]
Forsyth gaf er zich rekenschap van en haastte
zich het te verbreken.
„Het komt me voor, dat het langzamerhand]
tijd wordt me eens behoorlijk voor te stellen",)
verklaarde hij luchtig. I
„Forsyth is mijn naam, Richard Forsyth,
zendingarts, zooals ik u al meegedeeld heb.
Mijn intieme kennissen noemen mij Dick".
Het meisje liet 'n zilveren lachje hooren.
,lHoudt deze laatste iinformatie een uit-
nocdiging in om mij bij die intieme kennissen
te voegen?"
„U zult buitengewoon welkom zijn!", ant
woordde hij opgewekt.
Ze lachte weer.
„Ik vind, dat ik eerst een proeftijd behoor
door te maken. Anders is de schok van den
overgang te groot!"
.Hu, u kunt de eerste stappen doen", meen
de hy vroolijk.
(Wordt vervolgd^ J