AT D Praag-Rotterdam-Londen-Liverpool Het Tramritje« iujFT Fit! BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Nieuws van de Britsche fn'mmarkt ZATERDAG 23 MAART 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 7 Mooie vliegtocht met den avonddienst. Een kijkje op Praag. Ik dacht dat Boedapest een der mooiste ste den van Europa meest wezen, maar nu ik Praag heb gezien? Maar toch, de ligging van Boedapest, de hooge rotsen, waarop Boeda gebouwd is. Neen, Hongarije's hoofdstad wint het, maar in Praag is ook geweldig veel te zien. Wat een kerken, wat een torens, en oude gebouwen en prachtige bruggen. Een dorado vooral voor wie open oog heeft voor bouwkunst en steden schoon, dingen die ik helaas niet heb leeren zien met het oog van den kenner. Maar wat mij interesseerde: dit kleine land heeft vijf vliegtuigfabrieken en drie motorenfabrieken Zeker wel een der redenen, waarom het vooral niet met Oostenrijk of Hongarije verbonden mocht blijven. Een rijk land op het gebied van ertsen, steenkolen enz. Dus ook een land waar wat omgaat, waar gewerkt wordt, waar han del en verkeer zich kunnen richten naar de nieuwe haven. En zoo richtten Tsjechoslo- waaksche vliegtuigen den steven, naar Am sterdam. Een geregelde verbinding, dagelijks van Praag naar Amsterdam, in beide richtin gen met een tusschenlanding in Leipzig er> in' Essen. Altijd passagiers, vaak doorgaande naar Londen en zelfs zooveel dat dezen zomer de K.L.M. moet bijspringen en door beide maat schappijen samen tweemaal per dag in beide richtingen gevlogen zal worden. Ook de Tsjechische Maatschappij gebruikt de beroemde driemotorige Fokker en wel met de registratieletter O.K. En O.K. was het en gaat het! Interessant is bijv. het volgende lijstje van het aantal noodlandingen buiten een vliegveld: 1928 1929 1930 1931 1932 1933 1934 15 geene geene geene Zooals overal is deze vermindering vooral veroorzaakt door het gebruik van radio en van driemotorige toestellen. En hier moet de radio geloof ik in de eerste plaats genoemd worden als de belangrijkste van de twee. Alweer wat geleerd in Praag. Ook dat je de de geschiedenis van een stad in monumentale gebouwen kunt neerschrijven, dat versterkte bruggen met machtige gevechtstoren op de hoeken en om de tien meter een prachtige bronzen beeldgroep, ook modern verkeer kun nen verdragen en dat in Praag reeds in 1490 een uurwerk in den stadhuistoren is aange bracht, dat behalve urn- en dag en maand ook den stand van zon en maan en sterren aan geeft. En Praag doet met zijn even wufte ais sierlijke en grillige torenpracht den naam van hoofdstad van-„La Bohème" eer aan! Als wij om 12 uur in Praag opstijgen stuwen we meteen de wolken in. Pas boven Leipzig komen we er uit, om een blik te slaan op het Völkerschlachtdenkmal en op de enorme, bruinkoolmijnen en spoorwegemplacementen rond Halle en Leipzig. Dan gaat het meteen weer de wolken in naar de 3000 meter, waar af en toe wat blauw te zien is, maar er hangt nog een hoogere wolkenbank. Even later word ik met een schrik wakkerdoordat de mo toren vaart minderen om te dalen op 't vlieg veld van Essen. Ik had lekker een paar uur geslapen. In Essen hing donder in de lucht. Van den piloot hoorde ik dat we onderweg zwaar weer gehad hadden. Telkens donder slagen en hevige remou. Niets van gemerkt, dat de andere passagiers heelemaal niet lek ker waren. Na Essen vlogen wij een paar keer over den drukken Rijn vol scheepvaart, rond om havens en fabrieken, dan komt na een saai stukje de Maas in zicht. Nijmegen lonkt van verre. Even later verschijnt ook de Waal in ons gezichtveld vol groote sleepen. Midden over de Biesbosch, Dordrecht en daar ligt weer het prachtige gladde veld van Waalhaven. Oude kennissen. Even een babbeltje, twee passagiers voor Londen afgeven en weet je wat. ik ga ook door naar Londen, met den avonddienst. Het is ondertusschen immers al over vijven geworden. Net even tijd voor een broodje met kaas en als de zon ter kimme neigt vertrek ken we weer voor een reisje, dat ook onver getelijk zou blijken. Wie veel reist, weet dat er geen mooier belichting denkbaar is dan die van het laatste half uur voor zonsondergang'. Zoo zien wij Rotterdam, het groene Voorne met zijn thans extra kleurrijke boerderijen. Als wij boven den kop van Goeree hangen weerkaatsen ae laatste roode stralen in on mogelijk kleine venstertjes, waarvan de huis jes alreeds in den schemer verdwenen zijn. Maai' de lange zandtongen voor Goeree's i duinstrand. die zoo duidelijk doen zien in welke richting de zee her zand verplaatst, lichten nog wit op uil het blauwe water. Diep blauw, steeds donkerder blijft de zee onder ons en de hemel boven ons hangen. Fonkelen de sterren komen door en ook beneden ons verschijnen lichtjes, enkele van kleine vis- schersschuiten, kleine groepen van stoom bootjes en als een reuzenglimworm met op zij aan het achterlijf uitstralende lichtbundels glijdt een groote passagiersstoomer onder ons door. Dan vermeerderen zich de lichtpunten, zoowel boven als beneden: ook de zwakkere sterren staan nu duidelijk aan den hemel en wij naderen de Engelsche kust. Lichten in- groepjes, lichten in lijnen,, eerst zw,ak dan helderder,, lichten die bewegen en dat worden er steeds meer als wij landwaarts- inkomen. Druk autoverkeer in den vooravond. De pier van Gr avesend baadt in licht. En dan nadert een zee van lichten in de verte. Lijnen en groe pen en vlekken en rood, oranje, geel en groen, blauw, indigo en violet er boven uit de licht reclames. Ja, jong,-dat had ik je net willen vragen. Net doen of .je vergeten bent waar Croydon ligt. Even een cirkeltje boven de stad om te orienteeren. Wat' een - fantastisch schouwspel! Als ik nogeens naar Londen moet, ga ik weer met deze nachtbus! Dan zwieren wij weer voort door de diepe duisternis. De lichten onder ons worden iets minder in aantal. Eén vierkant vlak is zonder, maar door een rij lichten omgeven. Daar straalt het heele veld ons ineens helder groen tege moet. De schijnwerpers der nachtverlichting op Croyaon zijn aangestoken. Natuurlijk lan den we als een zacht eitje. Maar het was prachtig. Waa'.baven-Croydon is vijf kwartier. Croy donLonden drie kwartier, behalve voor wie met de autogiro mee wil. die de post over brengt. Dan wordt je vijf minuten later met een touw aan de lus van je kraag boven Tra falgar Square neergelaten. Dat deden ze eerst met postzakken en zuilen ze nu met passa giers, ei ie haast hebben, ook wel doen. rk wou naar Liverpool. Engeland heeft, geloof ik. twaalf luchtvaart maatschappijen, die elkaar zoo scherp beconcurreeren, dat ergeen radio af kan! Ze vliegen LondenLiverpool— Isle of ManIerland zonder radio en met één bestuurder zonder mecano of 2de piloot. Och dat doet de K.L.M. van Rotterdam naar Haamstede ook wel eens, maar dat is de kerste luchtlijn der wereld. De Engelschen vliegen ook zoo over het Kanaal. En, ja. als de Australiërs na afloop der Melbourne race het radio baken te Port Darwin weer afbreken, wat doe je dan eigenlijk met zoo'n ding? Toch ben ik blij. dat het er op Schiphol nog staat. En het blijft er staan ook. Tenzij er nog wat beters uitgevonden wordt. Dl'. W. G. N. VAN DER SLEEN. Het jubileum van den koning. Abdul the Damned. Londen, Maart. (Van onzen correspondent). Een van de Britsche film-maatschappijen, Movietone, (andere ondernemingen zullen nog wel volgen), heeft een film:gereed ge maakt voor het jubileum van den koning. De historie is er geen geweld in aangedaan, want men heeft te doen met een onopge smukte kroniek in beelden van de belang rijkste feiten van de 25-jarige regeering van den vorst. De vertooning duurt iets meer dan een kwartier en het goed uitgesproken com mentaar van den bekenden dagblad-corres pondent Ward Price draagt niet weinig tot het onderhoudend vermogen van de film bij. Het sportieve element, bijna overwegend, on derscheidt deze film terstond van alle mo gelijke en onmogelijke films, die zijn ge maakt of zouden kunnen worden gemaakt van de levens van monarchen. Alleen een Engelsch koning r.eemt zoo ijverig deel aan de sport-ontspanning van zijn volk als de film te zien en te hooren geeft. De kroonprinselijke jaren van koning George V zijn vertegenwoordigd met enkele stille foto's uit de kinderjaren welke wor den gevolgd door de eerste cinematographi- sche opnemingen, van de kroning en van de Durbar, de keizerlijke ontvangst in Britsch- Indië. Er is een bezoek aan Berlijn en dan volgen van de oorlogsjaren tooneelen van bezoeken aan het westelijk front en aan de Britsche vloot. Hel te water laten van de Queen Mary en het huwelijk van den hertog en de hertogin van Kent brengen de film tot gebeurtenissen die nog kersversch in het ge heugen liggen. Geen poging is gedaan om de ingrijpende maatschappelijke en technische verandering en ontwikkeling, die de regeering van koning George op weergaiooze wijze heeft zien vol trekken, te onderstreepen. De film geeft slechts enkele grepen uit een koningsleven. Ze frisschen de herinnering op en verklaren ten öeele de populariteit die de vorst en zijn familie genieten. Alleen spierkrachtige, breedgeschouderde personen kunnen veilig deelnemen aan de belegering van den ingang tot een bioscoop in Londen, wanneer er een filmpremière wordt gegeven. Het is ontstellend en hard werk. dat wordt beschenen door studio-lam pen, die zijn opgesteld in den voorhof van het filmpaleis en er tegenover op straat. Deze lampen, voor de gelegenheid onttrokken aan haar studio-bestemming, verschaffen letter lijk het volle licht der openbaarheid dat aan de nieuwe film moet worden gegeven. Zulke buitenhuizige niise en scène werd verschaft voor de première van Abdul the Damned, een werk van British International Pictures, in Elstree vervaardigd. Men werd op de deining der openbare belangstelling met onzette schouders en gemartelde teenen de kristallen poorten van de Regal Marble Arch, binnen gedragen. ..Abdul the Damned" is een ernsti ge poging in den superfilm-stijl. Yildiz Kiosk is een complex van zalen van kosmische ruimten en de massa-bew: mg in de bestor ming van het paleis door de Jong-Turken is dezelfde als die, welke Hollywood meermalen heeft gegeven in de paleizen van andere ge doemde heerschers. Het oog van den toe schouwer wordt deerlijk begoocheld door de kunsten van den camera-man. Fritz Kortnar als Abdul Hamid speelt tegenover zichzelf in vele scènes, waarin hij tevens 's sultan's dubbelganger is. Het verhaal behandelt eenigszins fantastisch het lot van den Zieken Man van Europa die. voortdurend vreezend voor zijn leven, bescherming zoekt in een lis tige en meedoogenlooze politiek van moord. De onontbeerlijke liefdesdraad wordt ver schaft door een Weensche operette-artiste (Adrienne Ames in on verzacht Ameri- kaansch) en haar „galant", den leider der Jong-Turken die den verlaten en ontredder den Abdul Hamid tenslotte tot afstand dwin gen. Nils Aster schijnt schitterend in de ver tooning als de sinistere kuipende politie chef. Het goede spel van de acteurs (Adrien ne Ames is geen succes), de spanning van de handeling en de indrukwekkende ensce- neering zullen de film zeker geld doen ver dienen op haar tocht door de wereld. A. K. VAN R. Het vliegveld van Praag. Ik nam een chique trammetje. Een of twee trams later heb je kans dat. je moet staan, want dan gaan de ïoreiuen naar mus. in deze tram zitten Forensen met een groote F, de di recteuren en verciere angstweKtcenue persoon lijkheden die zich nu per electrisehe naar hun Aerdenhoutsche of Bentveltsche villa's rijden. Er was een mijnheer met heel licht beige slobkousen en een lorgnon en er was nog een mijnheer met een groote krant en een groote zegelring aan z'n wijsvinger en ik puzzelde lang' over het nut van dien ring aan dien vinger, want het lijkt nioeinjK om mooi te zegelen met een wijsvinger. Maar misschien neemt hij den ring ook wel be dachtzaam af, maakt hem langzaam en met zorg vochtig, om hem dan nog net op het laatste nippertje in het bijna al weer hard ge worden lak te drukken. Er was ook een dame met duur bont en met kleine aanlokkelijke pakjes waar je de nieuw ste snufjes, een lekker parfum en kostelijke bonbons als het ware doorheen zag. proefde en rook. We zaten gelijkelijk verdeeld over den wagen ieder in een eigen hokje. Een dommelde, een jas, een dacht aan het geurige soepje dat straks op tafel zou staan, een keek naar buiten, naar het gewemel van fietsers, dat nu los begon te komen en allemaal vonden we het rustig en kalmeerend. Maar opeens, bij de halte Marnixstraat werd onze sfeer wreed verstoord. ,.Hé Kee, geef em een zetje, hij komp d'r nietin!" „Hij komp d'r nietin! Wie kompernietin? Je hoef nou niet te denke aak dronKe ben De conducteur was er al bij en monsterde z'n gasten. Vlug trok hij de klapstoeltjes op het middenbalcon uit. „Hier heb ik een paar fijne plaatsjes voor u! Lekker frisch hier op bet balcon! Binnen is het zoo benauwd!" Het drietal was niet tot veel commentaar in staat en zeilde op de aangewezen stoeltjes neer. „Nou mojje es effe wachte conducteur. Merie, weet jij werof ik die koartjes heb? Ik kense nou toch doodgemoedereerd niet finde!' De sigaar verhuisde naar de andere mond- noek. „Verroest, waar sitte die dinge nau?" „Ben je gek. soek mar niemeer' ik geef een rondje. Conducteur, drie foor Halfweg". „Nee Merie, damoeje nou niet doen. Je ben veuls te goed foor me. Je benne faane meid, maar ik ben de man, ik betaol. Nou? Sieje- nouwei? Daor benne se al. Joa conducteur, we benne een beetje in de war, sie je. We saane naare begroafenis geweest. Me nef Hi an is dood, zie je? Een ruise knul. Ja man....!" De man, die Gerrit bleek te heeten, za.£te onderuit, zoodat z'n beenen met de lakschoe nen, met peau de suède kunstig bewerkt, haast het heele balcon besloegen. Z'n kaasdopje vond steun op het begin van z'n geweldige neus en een dure feestsigaax hing bijna lood recht naar beneden. Naast hem zat Merie. Ze had een kapsel dat- je als tot het verleden behoorend met andere weemoedige herinneringen be graven hebt. Een scheiding, bijna in het midden, verdeelt het haar dat in twee enorme toeven opgenomen is. Boven op het hoofd torent een wrong die slechts na veel oefening te maken zal zijn en niet licht te overtreffen is. Ze zit met kromme rug en het goeiig dom gezicht lacht wezenloos. Groote knoersüige handen houden een even groote en bultige tasch, die tusschen de beeneii bungelt. Nu is ze juist op zoek naar haar zakdoek en ze tilt haar rok hoog op om bij de loshangende zak op de onderrok te kunnen. Daarbij komen kraakwitte katoenen kanten te voorschijn, drie, vier rijen hoog en van rijkelijke wijdte. Zij heeft ook al glimmende lakschoenen aan. klaarblijkelijk nieuw, want ze wrijft de voe ten ongemakkelijk tegen elkaar. Ze ziet rood en haar gezicht glimt, overdreven. Blazend wuift ze de haren omhoog die onophoudelijk over de oogen Slieren. Aan de overkant is Kee gaan zitten. Ze is wat ouder dan de beide anderen en zit als een grijze musch in de heuschelijke bont kraag van haar mantel gedoken. Kaar coif fure is minder kunstig dan die van Merie en slordige pieken steken venijnig naar alle kan ten. Een enorme wrat versiert de rechterwang. Ze is nog het meest bij van alle drie en be gint een betoog' over Haan en dattet sonde is van soon knappe jonge en dat Bet d'r sebiet onderdoor gaot, se was maar niet gek meddie man vanner. „Gerrit heit geteekent foor de Aust", leeft Gerrit met de sigaar even op; „hejje dat auk gehourd?" Merie schrikt op, want de tram staat stil bij Sloterdijk. „Hei Gerrit, Kee. we binne d'r. kom allee uitstappe!" „Och gadour mad, we binne pas in Slauter- daak. Hejjij soms een spatje teveil gehad?" „Nou teveil das nou weir wattanders. Marik heb in gein jaor bij mekaor gedronke. wattik vedaog gehad heb!" Ze bukt zich en knoopt de schoenen los „die schoene kennik nie langer veile" en genietend strekt ze haar voeten terwijl ze haar teenen beweegt. Kee gichelt erom en Gerrit kijkt wezenloos op „Hè? Watte?" om dan weer in te soezen. De heele tram leeft mee. Aller halzen zijn gestrekt en er worden glimlachjes gewisseld en veel beteekenende knikjes gegeven tusschen menschen, die elkaar anders niet zouden be kijken. Het wordt nu kalmer op het middenbalcon; de drie rouwdragers doezelen weg op golven van goedkoope alcohol en het gehobbel van de tram. Buiten een diepe zucht en een luide hik wordt er geen geluid meer vernomen. Maar toch blijven we geboeid kijken en er is een onderlinge verstandhouding tusschen de passagiers, als wel zelden in dit chique tram metje het geval zal zijn geweest. In Halfweg stapten ze uit en we gieren om de malle passen van Merie. die haar pijnlijke voeten weer in de schoenen heeft moeten wringen en die nu haast niet durft loopen Gerrit schijnt door de kou buiten bevangen te worden, en zwaait van geweld aan de arm van Kee. Zooals ze daar weg ^.'kkelen. in de 1 motregen onder het licht der booglampen, lijken ze weggeloopen van „de Jantjes' oi „Bleeke Bet". Terwijl we verder rijden wordt er nage praat over het en analoge geschiede nissen worden cpgemuud al of niet met fan. tasie geverfd. Er komt een huiselijk gevoel over ons. en we worden gewaar hoe de heer met slobkousen als makelaar gekke, heel gekke gevalletjes heeft meegemaakt, terwijl de heer met de zegelring ook een woordje mee zou kunnen spreken, als hij maar wilde. Als ik met nog enkele passagiers bij de Tempeliersstraat uitstap worden we vriende lijk en met glimlachjes vaarwel geheeten. Teen ik gisteren door de Houtstraat liep en de slobkousen zag wandelen met de dame van het dure bont, heb ik gefilosofeerd, waar zoo'n begrafenis toch al niet toe leiden kan. HELEN. Over het algemeen wordt onze wekelijk- sche serie samengesteld uit oefeningen, die voor iedereen geschikt zijn. Zoo ook deze week: groot en klein, jong en oud. beide ge slachten kunnen de nieuwe groep volgen. Dus nu. met dit heerlijke voorjaarsweer, de ra men wijd open en den dag begonnen met vroolijke. opwekkende gymnastiek. Doet mee, het zal u bevallen! Oefening 77. I Dezen keer is de armoefening samenga voegd met een lenigheids- en rek-oefening, zoodat we u aanraden oefening 77 om haar veelzijdigheid ook volgende weken op heb dagelijksch gymnastiek-menu te zetten. We beginnen zittend met gespreide beenen, de armen schuin omhoog. Met beide armen te gelijk groote kringen maken, waarbij de han den telkens even de voeten raken. Als dat lukt, kunt u morgen misschien al met de handen nog' iets verder naar voren reiken. Maar denkt u er vooral aan: knieën recht houden Na twintig van deze cirkels gaan we met Oefening 78 verder, die wel niet veel moeilijk heden zal opleveren. Met de armen zijwaarts den romp beurtelings naar links en naar rechts buigen, waarbij de armen steeds in eikaars verlengde blijven. Om steviger te staan kunnen we de voeten wijd uit elkaar zetten. Probeert u deze oefening zoo zuiver mogelijk zijwaarts, dus zonder romp draaien. Twaalf maai herhalen is genoeg. Oefening 79 zal u niet meevallen. Het is een behendigheidsoefening, die de heupen lenig en de knieën beweeglijker maakt. Knielen op één knie, het andere been blijft kaarsrecht. Nu langzaam zijwaarts door buigen, tot u naast uw knie zit. Nee. zonder gesmokkel als 't u belieft, geen zetjes met de handen! Pro beert u maar weer eens terug te komen met de handen boven het hoofd. Dan natuurlijk ook nog even aan den anderen kant oefenen. Merkt u hoe lastig het is? Oefening 80. f. Het wordt hoog tijd. weer eens ijy een evenwichts oefening te doen. Een been wordt hoog naar achteren opge- tild, terwijl de romp geleidelijk naar beneden gaat. De bedoeling is, volkomen horizontaal een oogenblik te blijven staan, waarbij de armen goed te pas komen om het evenwicht te bewaren. Het been waarop u staat, mag wel iets gebogen worden. Vergeet u niet. op het andere been ook een paar maal te oefenen? Hebt u 's morgens niet veel tijd, dan is vijf minuten altijd nog beter dan een dag overslaan Vijftien a twintig minuten iede- ren dag, waarbij u een stuk of acht oefenin gen doorneemt, is echter ideaal! Neemt deze week bijvoorbeeld oefening 18. 29 36 en 51 er bij. dan zult u naar lichaam en geest ver- friseht, en stralend van levensvreugde aan het dagelijksch werk beginnen! JULES KAMMEIJER. Leeraar Lich. Opv. M.O,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 13