EEN LIEFDE IN CHINA FEUILLETON. Uit het Engelsch door BEN BOLT. 12) „Niet in China! Dit is een gevaarlijk land. U moet werkelijk voorzichtig zijn. Wat hebt u tegen hem gezegd? Iets. waarover hij kwaad is geworden?" „Ik hem hem beschuldigd van medeplichtigheid aan opiumsmokkelarij en hij heeft mij tot zonsondergang tijd gegeven om Yong-Foo te verlaten". „Dan moet u gaan „Ik zal niet gaan", onderbrak hij haar. „Er zijn redenen „O, u begrijpt het niet!" viel ze hem in de rede. „Uw leven loopt elk oogenblik ge vaar. En er zijn zooveel manieren, waarop hij 2ich van u kana ontdoen: vergif, het mes en nog veel meer. U kent den Oosterling niet". Haar angst om zijn welzijn was onmisken baar en zijn hart begon warmer voor haar te kloppen, maar het vastberaden gevoel zijn plicht te moeten doen, maakte het hem on mogelijk aan haar smeekbeden gevolg te geven Een moment keek hij haar met stralende oogen aan, toen sprak hij met zachte stem „Ik dacht dat u mij niet van mijn plicht wenschte af te houden?" „Dat wensch ik ook niet", antwoordde ze vlug. „Maar wel van het pad, dat naar den dood voert een dood, zooals alleen een Chinees bedenken kan! Als u den tijd ge geven is tot zonsondergang, moet u onmid dellijk uit Yong-Foo weggaan „Ik zal niet gaan", klonk het nogmaals be- slist. „Er zijn motieven sterke motieven die mij nopen tot blijven. Als ik uit de stad verdwijn, zou dat niet alleen een daad van lafheid zijn, maar ook een erkenning van schuld". „Van schuld?", riep ze verbaasd, maar ter wijl hij haar aankeek was het hem alsof haar verbazing week voor een vaag vermoeden; haar gelaatsuitdrukking veranderde plotse ling en een onrustige blik lag in haar oogen „Ja, van schuld"", herhaalde hij. „De man darijn heeft mij zoo net beschuldigd van opiumsmokkelarij „O, maar dat is bespottelijk!" riep Kathleen. „Belachelijk „Niet zoo belachelijk als u denkt,", was het op rustigen toon gegeven antwoord. „Ik twij fel er niet aan. of ik opium naar Yong-Foo heb gebracht, hoewel ik het in onwetendheid deed". „O!", riep het meisje ontzet. „O!". Weer was die onrustige blik in haar oogen en hij voel de. dat zij wist, wat hij verder zeggen zou. Haar aandachtig gadeslaand, vervolgde hij: .Li Weng-Ho kon me zelfs precies vertellen hoevéél opium ik de stad binnengesmokkeld had. Drie picols, dus driehonderd negentig pond en het was geborgen in de drie kisten die bij de bagage hoorde, welke u mij verzocht mee te nemen naar Yong-Foo, toen u in Kai- Ting achterbleef". Hij zag haar beven. Er was haast een er kenning van schuld op haar doodsbleek ge zicht te lezen. Ze trachtte te spreken, maai haar trillende lippen konden de woorden niet vormen Eindelijk klonk het stamelend: „O! Ik wist het niet! Ik wist het niet - •naar ik had het kunnen vermoeden! Als ik... ..Kathleen! Kathleen! Kom hier. Ik heb je noodig". Dick Forsyth herkende Barrington's heesche --tem: hij keek om naar het huis en zag de koopman op de veranda staan. Barrington herkende hem, hij groette hem bruusk met de hand en tegelijkertijd klonk er een grinnikend gelach. De dokter begreep, dat er geen ge legenheid zou zijn om een nadere verklaring te vragen. „Ik moet gaan", zei Kathleen. „Maar zeg... me, gelooft u mij? u denkt toch niet, dat ik zoo slecht benZe keek hem smeekend aan en haar lippen trilden van ontroering. „Ja", verzekerde hij haar met ernstige stem „Ik geloof in „Kathleen! Kom je eindelijk?" Het meisje wendde zich naar het huis, keek toen om. „U moet dadelijk de rivier af gaan „Neen!", antwoordde hij. „Ik blijf hier". „Dan", riep ze, terwijl ze bleef staan, „moet u onmiddellijk naar het zendingsstation terug keeren. U moet de poorten laten sluiten en er blijven. Ik zal doen wat ik kan, en ik stuur „Kom toch, kind! Moet ik nog langer wach ten?", schreeuwde Barrington woedend. ..Belooft u het me?" drong ze. zonder op het geschreeuw acht te slaan. „Ja!" antwoordde hij. „Ja!" dat beloof ik u" „En wees voorzichtig Barrington riep weer, en terwijl Forsyth de stoep van de veranda afliep, wuifde het meis je den jongeman toe en liep snel naar huis. Dick Forsyth had niet den minsten lust Barrington te ontmoeten; hij begaf zich tus- schen de bloembedden door naar het hek en zag. toen hij op den weg gekomen was. eenige koelies staan. Een van hen wierp hem een minachtenden blik toe, terwijl een ander een dikken bamboestok op zijn teenen liet vallen Vermoedend dat de mannen een twist wilden uitlokken, nam hij geen notitie van hen en vervolgde zijn weg heuvelafwaarts alsof er niets gebeurd was. Hij had nog maar eenige passen geloopen of er vloog een steen langs zijn hoofd; omkijkend zag hij een jongen nog een steen oprapen en achter hem, in de scha duw van een boom, ontdekte hij den soldaat met het geweer, die hem van de Yamen af gevolgd was. Hierin herkende hij den hand van Li Wen? Ho. Het volk al een den blanken dokter te sarren en het was ge raden ten spoedigste naar de missie te gaan. Haastig liep hij voort en nam een weg. die niet zoo druk was. Weer vloog er een steen langs zijn hoofd. Hij keek niet om, maar toen hij een hoek omgeslagen was, zette hij het op een loopen. Hij bereikte den volgenden hoek zonder dat het tweetal verschenen wras, maar juist toen hij omkeek, botste hij tegen een dikken Boeddhistischen priester aan, die door den schok op den grond rolde. Met verbazing. wekkenden vlugheid voor zoo'n dikzak, kwam de priester overeind en keek woest naar den man, die de oorzaak was van zijn val. waarop hij luidkeels schreeuwde: „Dood aan den bar baar!" Terwijl deze leus door de lucht galmde, be greep Forsyth, dat het nutteloos was veront schuldigingen te maken. Hij keek om zich heen, zag twee andere priesters den tempel uithollen en ging weer op de vlucht. Het spektakel achter hem werd steeds luider. Meer stemmen schreeuwden en de kreet werd steeds luider: „Dood aan den barbaar! Dood aan den den barbaar. Doodt hem! Doodt hem!' Allerlei projectielen suisden langs hem heen. Een paar maal werd hij getroffen, maar niet noemenswaardig gekwetst. De vlucht werd steeds moeilijker, want het geschreeuw trok de aandacht der menschen vóór hem en de twee mannen trachtten hem den weg af te snijden. De eerste probeerde hem vast te houden, maar Forsyth wierp hem tegen den grond. De tweede trachtte hetzelfde te doen. toen Forsyth's vuist uitschoot en de aanval ler in den hals gegrepen werd. waarna hij bewegenloos op den weg bleef liggen. Een smal straatje, dat in de richting van de missie voerde, doemde plotseling voor For syth op. Zonder aarzelen sloeg hij het in. Het was een arme buurt, vol half-naakte kinderen en vrouwen uit de onderste lagen der maat- 'chappij. Hij verminderde zijn vaart in de moment later klonk de kreet opnieuw: „Dood aan de nbarbaar! Dood aan den priestermoordenaar Hij had wel geen priester vermoord, maar dat kwam er minder op aan. Mannen snel den de staat op. Hij werd met allerlei vuil en afval bekogeld, maar hij durfde niets terug te doen, want er kwam hoe langer hoe meer volk in het straatje en als hem den uitweg versperd werd, dan zou het eind niet ver af zijn. Hij deed een wanhopige poging om zich door de menigte heen te dringen en ontdekte dat zich aan het einde van de straat een kanaal bevond, waarover een gebroken brug hing. Hij aarzelde geen oogenblik; een ge rimpelde oude Chinees, zonder een tand in zijn mond en een gezicht, dat niets mensche- lijks meer had, sloeg met een mes naar hem, maar miste en het volgende moment was Forsyth in het water gesprongen en zwom vlug naar den anderen kant. Een gehuil van woede steeg op; hij was aan zijn vervolgers ontkomen, hoewel de steenen, die het water aan alle kanten om hem heen deed opspatten, hem waarschuwden, dat het gevaar nog niet voorbij was. „Doodt den priestermoordenaar! Doodt den bleeken duivel!" In een schijnbaar verlaten sampan, die mid den in het kanaal lag te dobberen, werd plot seling een man zichtbaar, die hem met een der roeiriemen een flinken slag wilde geven, doch miste, en terwijl hij voorbij de boot zwom. zag hij een andere sampan naar zich toe komen. Voor deze hem echter bereikt had, was hij al bij den oever; zonder het water uit zijn kleeren te schudden, rende hij verder. Hijgend van uitputting bleef hij eindelijk staan en keek achterom. Hij was aan de bende ont snapt; er was niemand in de buurt. (vVoiöt vervolgd). Een die zijn gewicht In goud waard is De kampioen van de hondententoonstelling te Wembley welke Maandag geopend werd Ter herinnering aan den dertienden sterfdag van den laatsten Keizer van Oostenrijk- Hongarije is te Weenen een groote herdenkingsbijeenkomst in de openlucht gehouden, waarbij baron Karl Freiherr von Werkmann een herdenkingsrede uitsprak Achtentwintig leden van de Staten Generaal hebben Dinsdag een bezoek ge- De .Rita* bij de Ned Scheepsbouw Mij te Amsterdam gebouwd voor rekening bracht aan Eindhoven en omstreken om zich op de hoogte te stellen van de van de Koninklijke Shell, heeft Dinsdag de proefvaart gemaakt. Een kijkje mechanisatie in de sigarenindustrie De Willem ll-fabrieken te Valkenswaard aan boord worden bezichtigd In den Stadsschouwburg te Amsterdam had Dinsdagavond de Bredero herdenking plaats welke o m. door minister Merchant en den Belgischen gezant Charles Maskens werd bij gewoond De werkzaamheden der in uitvoering zijnde West Frie- sche kanalen vorderen snel. Een overzicht van hel Werk nahij Stolpervlotbrug Abraham Branchett, een 68-jarige inwoner van het militair tehuis te Chelsea is Maandag in hel huwelijk getreden met de 75-jarige Margaret Clark. Het bruidspaar na de huwelijksvoltrekking De Zwitsersche minister Paravlclnl vertrok Maandag met zijn twee dochters van Croydon per vliegtuig naar Bern, waarmede de nieuwe luchtlijn tusschen Engeland en Zwitserland officieel werd geopend

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9