EEN LIEFDE IN CHINA
Op negen bruggen en drie ponten zijn Woensdag verkeerstellingen gehouden teneinde vast te stellen vanwaar de De Hertog van Kent luistert naar de woordei
brug- en veergebruikers komen en waarheen zij gaan. zulks in verband met het verzamelen van gegevens betreflende
de tolheffing Een kijkje op de Rijnbrug te Arnhem
elkom bij zijn terugkeer op het vliegveld Croydoiv
wear hij Dinsdag met zijn echtgenoote. Prinses Marina van Griekenland na zijn huwelijksreis landde
H. K. H. Prinses Juliana heeft Woensdag voor de eerste maal haar stem uitgebracht n I bij
de verkiezing voor de Provinciale Staten. De Prinses in het stemlokaal, dat gevestigd was
in de school aan de Nieuwe Schoolstraat te den Haag
Op de terreinen van het Kennemer Lyceum te Haarlem werd Woensdag de dames hockey
wedstrijd Nederland Engeland gespeeld, welke door de gasten met 5 0 werd gewonnen
Ewald Balser in de rol van Beethoven, van
welk gelijknamig spel Woensdag te Weenen
de première ging
FEUILLETON.
Üit het Engelsch
door BEN BOLT.
25)
Ching wilde doorloopen, maar Forsyth
bleef staan.
„Wat is er aan de hand?", vroeg hij in
het Chineesch.
„Het is omdat we geen rijst hebben", gaf
de vrouw niet kennelijken tegenzin ten ant
woord, „en mijn dochtertje heeft honger".
Forsyth keek naar het verlegen gezicht
van de vrouw en was overtuigd dat er geen
reden was om aan haar woorden te twij
felen.
„Maar je man
„Is al acht maanden dood. Doodgeslagen
door de soldaten van den gouverneur".
„De achtbare Li Weng-Ho?"
„Ja, Li Weng-Hoeen man van het
kwaad".
Forsyth stak zijn hand in zijn kleeren.
strubbelde even met den gordel om zijn
middel en haalde een zilveren dollar te
voorschijn.
„Koop rijst voor het kind".
„De zegeningen van den Eenen Heiligen"
begon de vrouw, maar Forsyth legde haar
het zwijgen op.
„Uw dankbaarheid", sprak hij, „kunt ge
toonen door mij te vertellen, hoever het nog
is naar de Yarnen van Li Weng-Ho".
De vrouw deelde hem mede dat zij er
slechts zeven mijlen van verwijderd waren,
en vervolgde dan:
„Als ge hem zien wilt, zal het niet van
avond zijn, noch morgen, want eerst over
morgen komt de gouverneur uit Pi-Chow
om de belastingen in ontvangst te nemen.
Zoo luidt de proclamatie". z
„En naar Pi-Chow? Gaat daar maar
één weg heen?"
„Er is nog een pad naar het huis van
den gouverneur, dat buiten de stad ligt. Het
is heilige grond en wordt streng bewaakt.
Als een koelie er op wordt aangetroffen,
wordt hij meegenomen en afgeranseld. Daar
zijn poorten, en soldaten, die er de wacht
bij houden".
„Zijn er ook poorten aan den straat
weg?"
„Ja", lichtte de vrouw in. „maar die ver
standig zijn en niet beroofd willen worden
door de soldaten, gaan er omheen".
„Zooals wij ook zullen doen", verzekerde
Forsyth. Toen hij meende, dat er weinig meer
voor hem te vernemen viel, maakte hij aan
stalten om heen te gaan. Maar plotseling
vroeg de vrouw:
„Bent u een barbaar?"
„Zoo noemen uw landslieden me tenmin
ste".
„In ieder geval bent u een goed mensch.
Zou het kunnen zijn, dat gij de blanke
dame, die de nieuwe vrouw is van den
gouverneur, kent?"
„Vrouw?" Forsyth's stem klonk heesch
toen hij het woord herhaalde. „Wie zegt..."
„Dat wordt beweerd. Gisteren kwam zij
hier langs den weg. Ik zag haar. De gordij
nen van den draagstoel waren open en zij
had geschreid. Waarom zou zij geschreid heb
ben
De dokter gaf niet direct antwoord, in
gespannen zwijgen staarde hij een tijdlang
voor zich uit. Toen zei hij abrupt:
„Je zult het vergeten dat je me gezien
hebteen barbaar".
„Ik zal het vergeten en mijn kleine meid
ook. maar we zullen de herinnering altijd
in ons hart dragen. Daden van liefde wor
den niet vergeten".
De "rouw zweeg eenige seconden, toen
vervolgde ze met een heel anderen toon in
haar stem:
„Misschien schreide de vrouw die ik zag,
omdat zij aan u dacht".
„Hoe kom je erbij?", vroeg Forsyth ont
hutst.
„Ik heb haar gezicht gezien! Het was het
gezicht van iemand, die herinneringen heeft.
Ik heb ook uw gezicht gezien, nu ik van haar
sprak, en dat was het gezicht van den man
die die vrouw lief heeft. Ik heb oogen".
,JEn zij merken vlug op ook", prees For
syth. Toen, zeker van de sympathie der vrouw
vroeg liij boutweg:
„Vertel me eens, staat de woning van den
gouverneur onder strenge bewaking? Is het
moeilijk er binnen te komen?"
„Er is een hooge muur rondom den tuin.
en er zijn soldaten aan de poort en daarom
houden er ook geen soldaten de wacht. Als
het noodzakelijk is naar binnen te komen, zal
de weg gevonden worden".
„Dank u. Nu moet ik gaan".
„De Hemel bescherme u", waren de af
scheidswoorden van de vrouw.
Terwijl zij verder liepen, overdacht For
syth wat hij zoo onverwacht gehoord had en
het vervulde hem met nieuwe zorg voor het
lot van Kathleen Barrington. De Chineesche
vrouw had haar in den draagstoel langs zien
komen, en zij had gehuild. Toch voelde hij.
ondanks zijn angst, een onmiskenbare blijd
schap om deze mededeeling, want zij beves
tigde zijn overtuiging dat zij de reis niet vrij
willig had ondernomen en dat het meisje
een gevangene was. Plotseling verbrak hij
het stilzwijgen en wendde zich tot zijn tocht
genoot.
„Ching, heb je gehoord wat die vrouw zei?
Li Weng-Ho wordt overmorgen te Pi-Chow
verwacht".
„Ik heb het gehoord".
„Dat geeft ons een heelen dag en een
nacht om Miss Barrington weg te voeren".
„Als Li- Weng-Ho niet morgen komt, ja.
Maar liefde laat een man vlug loopen",
„Dat is een risico waarmede we rekening
moeten houden", hernam de dokter. „Het is
meer dan mogelijk, dat de mandarijn eer
der komt, dan hij (aangekondigd heeft;
daarom moeten we zorgen voor het aanbre
ken van den dag in Pi-Chow te zijn.
Wanneerwe ons daar genesteld kunnen
hebben vóór zonsopgang, kunnen we een.
gunstige gelegenheid afwachten".
„Als we er niet zijn voor de zon opgaat"
verklaarde de Chinees, „moet u wachten tot
weer donker. Gevaar genoeg...."
Ze versnelden hun pas en na een moei-
zamen tocht over den ongeplaveiden stij
genden en dalenden weg, na een paar hals.
brekenden klimpartijen ,zag Forsyth, van
den top van een heuvel, afgeteekend tegen
het halfrond van de ondergaande maan, de
zwarte omtrekken van een groote pagode,
langs welks bovenkant het witte licht van
een zilveren nimbus zweefde.
„Pi-Chow", riep hij opgewonden. „Ching,
we zullen er zijn, voor de dageraad".
Met hun einddoel in zicht spoedden zij
zich voort. De maan zonk uit het gezicht, de
wereld overlatend aan het licht der sterren.
Een zacht briesje kwam opzetten en woei hun
in het gezicht. Ching snoof.
„Pi-Chow, ik ruik het".
Verspreide tenten flankeerden beide zijden
van den modderigen weg; daken en punten
van gebouwen doken weldra in net donker
op; zij vertraagden hun gang en Forsyth be
speurde de stadsmuren. Vlak voor hen las
een der stadspoorten; direct daarboven als
een silhouet tegen den nachthemel het op
den muur gebouwd schildwachthuisje.
De wacht, zoo die er was, sliep den slaap
des rechtvaardigen.
„We loopen langs", meende Ching. „Vrouw
zei Yamen buiten Pi-Chow. We loopen tot we
vinden".
„Ja, fluisterde de dokter terug.
Ondanks hun pijnlijke voeten en ofschoon
ze haast omvielen van vermoeienis begon
nen aj den rondgang langg den muur; ^een
allesbehalve aangename of gemakkelijke
taak, want de stad besloeg een uitgebreide
oppervlakte en er steeg een stank van af
val en verrotting uit op, die van een Chi
neesche inboorlingenstad onafscheidelijk
schijnt te zijn.
Ze kwamen ten laatste aan een open plek,
waar zich niet zoals elders rondom Pi-Chow
allerlei wrakke bouwsels en tenten bevon
den en Ching legde de hand op den arm
van den zendingsarts.
„De Yamen?", vroeg hij zacht, met zijn
andere hand wijzend.
Dick Forsyth keek in de aangeduide rich
ting en zag op een afstand twee lantaarns
in het donker schijnen. Hij staarde er een
oogenblik als gefascineerd naar, toen ant
woordde hij droomerig:
„Ik zou het ook zeggen, Ching".
„Lichten aan de poort van den Yamen,
waar Li Weng-Ho woont", hernam de Zoon
van 't Hemelsche Rijk. Wij gaan in tuin en
wachten tot den morgen, misschien zien wij
Miss Barrington. Wie weet
Dick Forsyth vereenigde zich met Ching's
tactiek. Zij trokken in de richting van de
lichten en bereikten na korten tijd den
hoogen muur, aan de poort waarvan de lan
taarns brandden. De aanwezigheid van een
man in Li Weng-Ho's uniform, die in de
poort rustig lag te slapen, overtuigde hen .dat
dit inderdaad de residentie van den man
darijn was. Ergens achter deze gebeeldhouw
de poort bevond zich Kathleen Barrinzion
als gevangene.
„Wij gaan door. Achter het huis zeen sol
daat als ie voor het huis slaapt", luidde
Ching's strategische conclusie. „Klimmen
over muur en kijken rond"
(Wordt vervolgd).