STOOMEN
I
MET DE PAASCHDACEN NAAR BUITEN.
VERVEN
STOPPAGE
iOTTGERING.
KEUKENGEHEIMEN.
ZOOJUIST ONTVANGEN
DE GROOT - GR. HOUTSTR. 98
m#>
WEEKNIEUWS
ABR. MEIJER
VRIJDAG 19 APRIL 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
De Paaschdagen vallen dit jaar laat en de
kans, dat we deze dagen in de vrije natuur
zullen kunnen doorbrengen, is dus grooter.
dan wanneer ze eind Maart of begin April
vallen.
Op onze teekening ziet men eenige prac-
tische toiletjes, die speciaal ontworpen zijn
voor het verblijf in de vrije natuur.
Links een jurkje van soepele wollen stof
in een niet te besmettelijke kleur groen. De
jurk bestaat uit een rok en een blouse; de
rok heeft diepe plooien.
Het kinderjurkje is van bedrukte wollen
mousseline, ook hier zorgen diepe plooien
dat het kind zioh gemakkelijk kan bewegen.
Het derde figuurtje draagt een jurkje van
effen wollen stof.
Het spreekt vanzelf, dat we op ons uit
stapje geen schoenen met torenhooge hak
ken aantrekken. Een gemakkelijke platte
schoen is hier beter op zijn plaats. Het
hoedje moet niet te groot zijn en mag niet op
het hoofd knellen
CR. HOUTSTRAAT 5a
TELEF.
10771
(Adv. Ingez. Med.)
Ocufs a la Printaniène 8 eieren, 60 gram
boter, 4 lepels melk, 2 sneden oud brood
aan nette dobbelsteentjes gesneden, 1/4 liter-
blije doperwten, gehakte peterselie, enkele
plakjes gerookte ossentong.
Neem de doperwtjes uit het blik en laat
het vocht eruit lekken; warm de groente op
stoom voorzichtig op. Bak de dobbelsteen
tjes brood in de helft van de boter goud
bruin. Klop de eieren met de melk en wat
zout, peper en nootmuskaat; smelt de rest
van de boter in een steelpan, voeg hierbij de
geklopte eieren en laat deze op een zacht
vuur, al roerende, stollen. Roer er, als de
eieren beginnen te stollen de doperwtjes door.
Breng de roereieren over op een verwarmde
schotel verder met reepjes ossentong en ge
hakte peterselie of peterselietakjes.
Vogelnest als Paaschtaart f5 personen)3
eiwitten, 180 gram suiker, 1/4 liter slagroom
met wat vanillemerg en basterdsuiker; voor
de garneering: wat geroosterde, geschaafde
amandelen, kuikentjes, Paascheitjes, cacao
poeder.
Klop de eiwitten heel stijf, roer er vlug
de suiker door, zet de kom in een pan met
kokend water en klop de massa nog onge
veer 10 minuten, terwijl het water steeds
blijft koken. Bestuif een met boter inge
smeerde bakblik met poedersuiker; teeken
op dien witten ondergrond, langs een dek
sel of een kom, 3 gelijke cirkels af. Vul een
der cirkels, met behulp van een spuitzakje
met spuitstukjes, geheel op met een dun
laagje schuim en bespuit de andere alleen
langs den rand; laat in een lauwe oven de
cirkels opdrogen (plm. 3/4 uur) en neem ze
dan van het bakblik. Bestrijk de omtrek van
de bodem met wat van het overgebleven
schuim, plak er een cirkel op en bevestig
hier op dezelfde wijze de tweede cirkel op. Be
strijk met de rest van het schuim den bui
tenkant eenigszins grillig en strooi er de
geroosterde amandelschilfers op. Zet het ge
bak nog een kwartier in de oven om op te
drogen. Bestuif het nest met wat cacao
poeder, vul de bak met de geslagen room en
garneer het nest verder met chocolade of
fondant eitjes en kuikentjes. Vul het nest
desverkiezende in. plaats van met 1/4 liter
slagroom, met 1/4 liter vanillevla, waarin
de drie overgebleven eidooiers gebruikt wor
den ,en spuit hieronder een laag slagroom,
waarvoor een deciliter room gebruikt wordt,
wordt,
Paaschbrood. 500 gram bloem, 30 gram gist,
10 gram zout, 100 gram boter, 1 ei, 2 deciliter
melk, geraspte citroenschil, 800 gram kren
ten, rozijnen en sucade.
Kneed de bloem, de met de lauwe melk
aangemengde gist. het zout. de weeke boter,
het ei en het citroenrasp tot een elastisch
deeg (10 min.). Laat het deeg, dichtgedekt,
op een lauwwarme plaats 1 uur rijzen.
Wasch en droog de krenten, rozijpen en ge
snipperde sucade; werk ze door het deeg,
en laat dit in de met boter ingesmeerde vorm
nog 1/2 uur narijzen. Bak het brood 35 a 45
minuten in een heete oven.
C. F.
WAT BIJ ELKAAR PAST.
Een mooi toilet kan bedorven worden door
dat er een ketting bij gedragen wordt die er
niet bij past; of doordat er een of andere ver
siering opgenaaid is, die er niet bij hoort, of
door een of andere bijkomstigheid die over
het hoofd gezien is, maar die wel degelijk het
eindeffect bederft.
Dikwijls is dan op het eerste gezicht niet te
zien, wat er aan het geheel mankeert maar
dat het niet heelemaal in orde is, valt wel
dadelijk op.
Daar bij komt, dat het ons van anderen
meestal meer opvalt dan van ons zelf. Ver
klaarbaar is dat wel: Wij hebben onze eigen
kleeding zóó becritiseerd, dat we er totaal op
uitgekeken zijn geraakt; maar een ander zien
we onbevooroordeeld, en met een frisschen
kijk, waardoor ons oog meteen getrokken
wordt door datgene wat eraan ontbreekt.
Zoo past bij een warme wollen winterjapon
geen versiering, van strasz; bij een dun zo-
mertoiletje geen ketting van groote en zware
kralen.
Bij een manteleostuum behooren geen zij
den schoentjes en bij een avondtoilet geen
wandelschoenen met lage hakken. Bij een ta
melijk hooggesloten hals past geen enkele
ketting terwijl bij een grof gebreid truitje
geen dun kettinkje met een hangertje kan
worden gedragen. Bij zwarte schoenen pas
sen geen bruine kousen, en bij lichte linnen
schoentjes geen donkere kousen. Een wollen
huisjaponnetje vraagt geen garneering van
crêpe georgette maar van piqué of linnen, en
een dun zijden blousetje kan het vast niet
eens worden met een zware gesp. aan het
ceintuurtje.
Toch worden dergelijke fouten vaak ge
maakt, doordat èn het een èn het ander aar
dig wordt gevonden maar er wordt niet vol
doende overwogen dat zij op zichzelf staande
heel mooi zijn maar met elkaar het effect be
derven.
Nu wij ons tegen den zomer nieuwe kleeren
gaan aanschaffen, of de oude gaan op
knappen en vernieuwen, is het wel zaak, op
die schijnbare kleinigheden te letten, en niet
bijvoorbeeld van alles met elkaar te combi
neeren. zonder het effect goed te overwegen.
Daartoe kunnen wij de verschillende stof
fen en gameeringen eerst al verdeelen in die,
welke vcor den avond, voor den ochtend en
voor den middag geschikt zijn, en deze dan
weer te splitsen in hun eigen onderdeden,
wat vooral van belang is bij het opknappen
van oude kleeren. Want de clip die de
avondjapon, die moet worden afgedankt, flat
teerde, zal het op het truitje heelemaal niet
doen en dan zou het niet verstandig zijn, om
het er toch op te steken, omdat we het ding
nu eenmaal hebben.
Een enkele maal kan dit weieens aanleiding,
tot origineele en pikante vondsten geven,
maar meestal is het resultaat niet zoo geluk
kig.
Koop daarom geen garneering enkel en al
leen omdat ze zoo mooi is, maar bedenk waar
voor ze moeten dienen en probeer een voorstel
ling te vormen van de combinatie die het
samen zal geven, dan is er de meeste kans op
een goed resultaat. E. E. J.P.
IETS NIEUWS IN:
KNOOPEN
CESPEN EN CLIPS
EN EEN PRACHT COLLECTIE
MODERNE CEINTUURS
KLEERM. EN NAAISTERS FOURN. HANDEL
.(Adv, Ingez. Med.).
PAASCH-EIEREN KLEUREN
Een van de prettigste werkjes die men zich
denken kan, is stellig wel 't kleuren van eie
ren ,om voor de Paaschtafel dienst te doen.
En kan op werkelijk zéér goedkoope wijze
verrassende resultaten boeken.
In de drogisterijen, en ook in verschillende
andere winkels kan men speciale verf krijgen,
maar ook met gewone waterverf, of met tubes
plakkaatverf, of wat voor verf ook, kan men
prachtige resultaten bereiken. Het is niet
strikt noodzakelijk de eieren hard te koken,
wanneer men er een beetje voorzichtig mee
omgaat, zijn de gewone zachtgekookte eieren
te prefereeren.
Er bestaan verschillende „huismiddeltjes"
om de eieren al een egale gekleurde tint te
geven, b.v. door ze te koken in bieten-, uien,
of spinaziewater, thee of koffie.
Mén kan ze daarna beplakken met kleine
gekleurde stukjes sitspapier, met sterretjes
en streepjes, of ze met moesjes of ruitjes
versieren. Ook een strikje van crêpe-papier
doel wonderen.
Maar men kan ook de eieren „aankleeden",
en ze b.v. rechtop laten staan door middel van
lak, of door ze met een beetje houtlijm op een
half-ronde houten knoop vast te lijmen. Op
deze wijze is het eendje ontstaan, waarop we
bovendien van een houten kraal of een crêpe
papieren confettiballetje een kopje hebben
gemaakt.
We bereikten hier
ook een alleraar
digst effect door
opzij, en van achter
een klein donzen
veertje vast te plak
ken. Als standaard
voor de clown ge
bruiken we een
poeierdoosje, of een
kartonnen huisje,
waar zijde opge
wonden is geweest.
Even een kleurtje er
over heen, in de-
zefde tint als het mutsje, en klaar is de klee
ding van mijnheer.
Het stompe neus
je kan ook van lak
gemaakt worden,
of van een klein
stukje stopverf.
Voor het haasje
hebben we een paar
dunne stevige pa
pieren ooren noodig
waarin we een
stevige scherpe vouw
leggen, om ze goed
rechtop te houden.
De snorharen zijn
lastiger. We kunnen
er een paar draden
ijzergaren voor ge
bruiken, maar nog
mooier zijn een
paar dunne haren
uit een kleer- of
schoenborstel, die voor op het snuitje met
een druppeltje lak worden vastgezet. Het
hazenkopje staat gewoon in een eierdopje.
Een groot succes heeft de Chinees altijd,
voornamelijk om zijn staart. Van zwarte sajet
of wol maken we een vlechtje, dat we onder
aan met een gekleurd draadje wol vaststrik
ken en dan boven op 't ei vastplakken.
Het effect wordt vergroot door 't ei mooi
geel te kleuren.
Het hoedje maken we van papier; een
rond stukje dat we op 't midden inknippen,
en dan vastplakken.
Tenslotte geef ik
u nog een aardige
tafelversiering: klei
ne vaasjes gemaakt
van eierschalen.
Van eieren die
voor de keuken ge
bruikt worden (voor
ommelet of panne-
koek) maken we 't
smalle eind kapot,
vangen den inhoud
op in een kommetje,
en gebruiken de
breede onderhelft,
die we van boven
met een mes of
schaar eenigszins
regelmatig afbrok
kelen.
Met een beetje lak
bevestigen we deze
ook op een knoop,
maar liefst zóó, dat
ze rechtop kunnen
staan. We vergul
den nu het heele geval, of schilderen het met
Ripolin of andere lakverf in een lichte effen
tint. Het water kan er dan niet door heen
dringen Met kleine voorjaarsbloemetjes ge
vuld vormen ze een feestelijk geheel.
H. v. d .S.
(Adv. Ingez. Med.)
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
Speciale, aanbieding.
549
De onderstaande patronen zijn tegen den
prijs van 0.38 c-ts. per stuk in één maat, de
zoogenaamde standaardmaat, te verkrijgen.
Deze standaardmaat is de volgende: boven
wijdte: 102 c.M.; taillewijdte: 82 c.M. en
heupwijdte: 107 centimeter. Door het al of
niet aanknippen van nader kan men het pa
troon passend maken voor het eigen figuur.
Nr. 543: jurk uit twee deelen van donker
blauwe of zwarte stof. Het smalle vestje het
pochet en de simill-steenen geven het ech
ter een rustige, gedistingeerde fleurigheid.
Benoodigd materiaal: 3 meter stof van 130
centimeter breedte.
Nr. 549: aardige japon van soepele wollen
stof, gegarneerd met wit- piqué. De sluiting is
op den rug. Benoodigd materiaal 2.75 meter
stof van 130 centimeter breedte en 50 centi
meter piqué.
Deze patronen zijn dus tegen den vastge-
stelden prijs in bovengenoemde maat te
verkrijgen bij de ..Afdeeling Knippatronen"
van de Uitgeversmaatschappij: „De Mijl
paal". postbox 175 te Amsterdam. Bij den
prijs komt nog 6 ets. extra voor portokosten.
Toezending zal geschieden na ontvangst
van het bedrag, dat kan worden overge
maakt per postwissel, in postzegels of wel
per postgiro 41632.
Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht
bij bestelling van een der patronen het ge-
wenschte nummer en tevens naam en adres
duidelijk te vermelden, Men voorkomt daar
door onnoodige vertraging in de opsturing.
Groote Houtstraat 16
De nouveauté's voor lente
en zomer komen nu dagelijks
binnen.
Onze collectie
BLOUSES EN
KINDERJURKEN
is geheel compleet.
Een gedeelte er van vindt U
in onze etalages, een vol
ledig overzicht wordt U in
den winkel gaarne ter be
zichtiging gegeven.
Tegenwoordig zijn het sigarenbandjes.
Ik hoef u daar zeker niets meer van te ver
tellen. We worden er allemaal over aange
vallen; de kinderen zouden niets liever wil
len dan dat *"t vrouwelijk deel van de mensch-
heid ook aan het rook en gingen en ze stem
men volkomen in met het devies „het is geen
man, die niet rooken kan." Je bent bij hen
pas in tel als je je eiken dag door een voor
raad sigaren heenrookt, natuurlijk sigaren
met bandjes en liefst telkens van een ander
merk. En er zijn sigarenwinkeliers die in de
zen tijd meer vragers om „bandjes" dan klan
ten in hun winkel krijgen.
Vroeger waren het weer andere dingen die
je verzamelde. Sluitzegels, waarvoor je alle
winkels plat liep. Aan sommige winkeldeuren
hingen bordjes met „geen sluitzegels" er op
cm de stroomen kinderen om twaalf en vier
uur te weren. Je spaarde plaatjes, stukjes
vlakelastiek, stuiters, ja, ik herinner me
zelfs dat we in groote doozen met gaatjes
tot schrik van de huisgenooten spinnen
opspaarden.
Ik sprak er pasgeleden een vader over. Hij
wou absoluut niet dat zijn kinderen verza
melden. Een schrift met sigarenbandjes was
onherroepelijk in de prullenmand verdwe
nen.
Ik vond dat nog al wreed; zoo'n resultaat
van weken sparen, uitzoeken en plakken te
vernietigen.
„Het was toch een stuk werk", bracht ik er
tegenin.
Werk voor niets", zei de vader, „dat sparen
zonder noodzaak kweekt „vrekken".
„Je hebt menschen die altijd „paedago-
gisch" zijn.
Bij zooiets onschuldigs als het opsparen van
sigarenbandjes is het bijna belachelijk, zeker
irriteerend. Al zou het waar zijn dat verza
melen tot gierigheid leidt, deze vader
kweekt ook zeker wrok van zijn kinderen te
gen hem. Geen kind begrijpt waarom het dat
niet mag.
„Je had hem eens woedend te keer moeten
zien gaan," zei de vader „bij 't verliezen van
zijn schat. Dagen lang kon hij er niet over
heen komen. Dat is toch abnormaal bij zoo
iets onbelangrijks."
Ik kan me de woede en het verdriet leven
dig voorstellen. Wat was je niet gehecht aan
al die moeizaam verkregen, geruilde, afgebe
delde plaatjes of zegels. Aan elk er van was
immers een geschiedenis, hoe klein ook, ver
bonden. Want daar ging het toch maar om.
Had iemand je een schrift kant en klaar
cadeau gedaan, al hadden er de meest bij
zondere zegels in gezeten, je had er niet veel
plezier in gehad. Het ging immers om het
zelf veroverde, het durven vragen in een
„■vreemden" winkel, het buitenkansje van een
familielid of kennis te ontmoeten die je er aan
een paar helpen kon. Zoo groeide de album,
je schikte en plakte en natuurlijk gaf
je er niets van weg zooals iemand die kostbare
documenten opzoekt en verzamelt er ook geen
van weggeeft.
Vrekkerigheid? Het op willen stapelen van
schatten waar een ander niets van hebben
mag? Ik denk aan onze spinnenkolonie. Daar
wilden we er ook geen van missen en zeker
niet uit een idee van „die hebben wij nu lek
ker en jullie krijgt er niets van." Want nie
mand wou ze hebben!
Nee, verzamelen is een werk, een prettig
spel. En daar kinderen meestal heelemaal op
gaan in hun werk en hun spel. lijkt het
ouderen wel eens overdreven, spreken we van
„verzamelwoede". Maar dat It gaat om 't naar
zich toe halen, om het meer willen hebben
dan de anderen, het hébben alleen, zooals
die vader dacht, dat is niet waar. Het gaat wel
degelijk om het verzamelen, het werk, de vol
doening. En dan ook nog wel min of meer om
de eer.
Dat ook „verzamelen" wel eens ontaardt
in opsnijden, in kibbelpartijen en elkaar
plagendat wil ik niet ontkennen. Maar
welk kinderspel ontaardt daar van tijd tot
tijd niet in?
BEP OTTEN.