VRIJDAG 19 APRIL 1935 HAARLEM'S DAGBLAD BIJVOEGSEL AAN ALLEN! De oude Heidensche volken vierden hun len tefeest omdat de lange, gure winter voorbij was. Met het Christendom kwam het Paasch- feest daarvoor in de plaats. De Christenen herdenken de Opstanding van Jezus. De Israë lieten herdenken den uittocht van hun voor ouders uit Egypte onder Mozes. In Dui'schland spreekt men van Ostern. In Engeland van Aaster. Beide namen zijn af geleid van Ostara, de heidensche godin van de lente, 't Spreekt daarom zoo vanzelf, dat we dan eieren eten, als teeken van vrucht baarheid. Onze Paaschbrooden doen nog den ken aan de offerbrooden der heidenen. Ook de paaschlammeren, paaschschapen en paasch ossen doen denken aan de offers, die in den ouden tijd aan de goden geofferd werden. Nergens in ons land wordt zoo eigenaardig Paaschfeest gevierd als te Ootmarsum. Oud en jong trekt hand aan hand door de straten, huis in huis uit. Voor- en achterdeur staan open en men zingt: Waar dat ik ben of waar ik sta. Mijn ziel die zingt Halleluja. Met groote vreugde in den geest Omdat nu is het Pasohenfeest. Nu hoort men zingen voor en na Het blijde lied Halleluja Halleluja is een Hebreeuwsch woord, dat beteekent Looft den Heer. Dat doortrekken van den stoet noemt men vleugelen. In Zuid- Limburg heeft men iets dergelijks en dan spreekt men van cramignon. Daar is een voor danser en een voorzinger bij. Paa§chvuren worden nog op verschillende plaatsen in ons land ontstoken. In Ede, Wage- ningen en Lpchem heelt men nog een Paasch berg. 's Zaterdags vóór Paasch wordt het ma teriaal verzameld. Hout, riet, tonnen, manden oude stoffers, schuiers en bezems worden bij eengegaard en gevraagd, onder het zingen van Hout en stroo zijn niet zoo duur Geef ons een bos voor 't Paaschvuui'. oi in Overijselsch dialect: Heb i ock en oide mande, Die wie tot Paoschen verbrande? Heb i ook 'en bossien riet. Aors hebben wi veur 't Paoschvuur niet. Verschillende streken hebben ook hun hun Paaschweiden, waar het eierentikken wordt beoefend. Wie een anders eieren kan indrukken, mag deze behouden. Je moet niet denken, dat dat zoo gemakkelijk, is,, V/ant de eieren zijn flink hard gekookt, In Friesland vermaakt men zich nog wel met geblinddoekt eieren te slaan, die op 15 schreden afstands van elkaar staan, of op den grond zijn neergelegd, Wie op een ei trapt is af, In sommige streken heeft men weer het eieren-garen. Deze wedstrijd bestaat hierin, dat men een zeker aantal - eieren in een mandje moet doen, terwijl een ander met op den rug gebonden handen een appel uit een kuip water moet bijten In 't Rijksmuseum ziet men op een schil derij een eierdanser uit 't jaar 155T. Hij hin kelt tusschen eieren en palmgroen, terwijl een doedelzakblazer den dans accompagneert. In 1845 werden Paascheieren op 't ijs gege ten en men kon gekleurde eieren koopen met het opschrift: Gekookt op het ijs, 23 Maart 1845. In Denekamp (O.) is sinds oude tijden in eere gehouden het halen van de Paaschstaak van Huize Beugelskamp. Elk jaar kan van den eigenaar van dit land een levende denne- boom verkregen worden, mits men geen jaar overslaat. De boom wordt geheel kaal gescho ren, uitgezonderd de kruin. De Denekamper Jeugd helpt de dennenstaak naar het dorp te sleepen. Vandaar wordt hij naar de paasch weide gebracht om als binnenmast te dienen voor het paaschvuur. Op het eiland Capri aan den ingang van de golf van Napels bestaat ook nog een eigenaardig Paaschgebruik. We ken voor Paasch vangen de kinderen zooveel vogels als ze krijgen kunnen. Ook versieren ze palmtakken. Op Paasch worden ds vogels vrijgelaten, terwijl men ze nawuift met de versierde takken De oorsprong van deze ge woonte is te zoeken in een historisch feit. In oude tijden kwamen schepen van zeeroovers op het eiland om slaven weg te voeren. De bewoners probeerden dan de roofschepen te achtervolgen en de slaven vrij te maken. Des avonds voor Paasch werd hun vrijheid luis terrijk gevierd. In Weenen is er met Paschen een soort ker mis. Overal staan kramen met speelgoed en lekkernijen. En thuis doet men zich te goed aan „Osterschinken", paarschham. Ook wordt er veel lamsvleesch gegeten. Zoo viert ieder volk en iedere streek en eigenlijk ook iedere familie Paschen op zijn wijs. Ik hoop. dat het voor jullie allen mooie zonnige Paaschdagen zullen zijn, buitenshuis en binnenshuis. Ga vooral naar buiten, de Natuur in en merk eens op hoe alom het Len televen zichtbaar wordt. Voor moeder Natuur bestaat geen crisis en andere narigheid. Zij geeft aan ieder, wie er oog voor heeft, 't aller schoonste wat er is: nieuw Lenteleven. Ik wensch je allen een vroolijke Paschen! W. B.—Z. UIT DE NATUUR. KIEVITEN. Voor de fijnproevers is een kievitsei een delicatesse; ongeveer half Maart heb je in de kranten kunnen lezen, waar het eerste ei ge vonden is en door wie het aan de Koningin is aangeboden. Sommige eigenaren van wei land maken in den goeden tijd 'n aardig loon voor het verzamelen van die eieren, want de kievit is een echte weidevogel en daarbij legt hij zijn eieren op den grond. Tot 1 Mei mogen de eieren worden ingezameld en ver kocht, daarna moeten ze blijven liggen om te worden uitgebroed. Van de eerste eieren komt toch nooit veel terecht en later worden er nog genoeg gelegd om te voorkomen, dat deze vogelsoort achteruit gaat. De kievit of kieft, zooals hij in Noord-Hol land wordt genoemd, is een prachtvogel, die reeds in Februari over de weidevl-akten flad dert en stoeit. Je herkent ze direct aan hun zwart en witte klem en hun grappig kuifje op den kop. Bij het vliegen ligt dit kuifje ach terwaarts. Je moet eens probeeren ze een poosje gade te slaan, dan kan je genieten van hun dolle buitelingen en hun eigenaar dig roepen onder het vliegen. Plotseling stui ven ze weer omlaag om dan weer op een on verwachts oogenblik omhoog te suizen. Ze kunnen zich ook op den grond vlug voortbe wegen om dan weer eensklaps stil te staan en rond te zien of er niets te eten valt, slak ken, wormen, insecten vormen hun kostje. Vindt hij iets, dan gaat zijn lichaam voorover, terwijl de pooten onbuigzaam blijven staan, zooiets als een wippende plank dus. De eieren zijn groen gespikkeld en meestel vier in een nest Eigenaardig genoeg leggen zij ze stootend en rollend zoo, dat de punten elkaar raken, dan nemen ze minder plaats in het nest in. Het- nest valt weinig op en ook de eieren hebben een beschuttende kleur, gelijk aan den grond waarop ze liggen. Ook het wijfje is tamelijk van dezelfde kleur. Als de vogels onraad bespeuren maken ze een geweldig spektakel om zoodoende de boos doeners, menschen of roofvogels af te schrik ken. Ze keeren dan ook niet direct weer op het nest terug, maar gaan juist een anderen kant op om de vervolgers op een dwaalspoor te brengen. Ze blijven echter zoolang mogelijk op het nest zitten, zoodat ze op het laatste oogenblik voor den voet opstuiven. Je probeert maar eens de vogels, van zoo dichtbij mogelijk te bekijken. S. DE GEBROKEN PAASCHEIEREN. door W B. Z Moeder Haas zei tegen Truitje: Kind, kleed je heel netjes aan, Neem je rok die bont geruite, Die zal je vast keurig staan. En je schoone witte blousje Met dat roode jasje, Trui. Want je moet er netjes uitzien, Als je komt bij groote lui. 'k Zal het mandje dan vast vullen, Met de eitjes wit en bruin. Draag het dan maar aan je arm, hoor. En houd het volstrekt niet schuin. Truitje is op weg getogen. Met de eitjes in haar mand, Maar ze kon nu heel niet spelen. Met die eene vrije hand Weet je wat? dacht onze Truitje, 'k Bind het mandje op mijn rug. En dan heb ik weer twee handen, 'k Glij den berg af, o zoo vlug. Ja, ze gleed, maar viel toen leelijk En de eieren uit haar mand. Kwamen naar beneden rollen, Op de sfeenen en in 't zand O., die arme domme Truitje Toen ze opstond van den grond, Dacht ze: Och als nu miin moeder Hier die mooie eitjes vond. Vlug is ze toen voortgeloopen. Met haar mandje naar de stad, Maar toen zij des avonds thuiskwam, Heeft ze erge straf gehad. Ze moest dadelijk naar bed toe, Kreeg op Paschen ook geen ei, En ze had van 't erge vallen Dagen lang pijn in haar zij. dat ik FLORA'S KINDEREN. WIE ZOEKT ER MEE? „Die redenaar is geweldig; ik wou, hem eens in levende lijve kon zien.'' „Nu is het genoeg". Anneke wou zeggen: dank u. maar ze werd wakker. Christien kreeg dien dag toch bloemen in een vaasje. In dit verhaaltje zijn de 10 bloemen ver borgen. die Anneke in haar mandje had. Probeeren jullie eens om ze te vinden. Je moogt alleen maar de eerste letters van een woord gebruiken. En wanneer een letter ge bruikt is, dan mag die niet meer gelden vor een volgende bloem bijv. goudsbloem. Dan moet je achtereenvolgens woorden door strepen, die met goudsbloem begin nen. 1 Mei moet je me de tien bloemen zenden, voorzien van naam en leeftijd. Voor dezen wedstrijd loof ik 6 boeken uit. de zaal' wijden. „Ik geloof, wat iedereen er is, dan zullen we maar beginnen." Gewichtig klopte hij met zijn voorzitters hamer op den boomstronk, die voor hem lag. Hij schraapte zijn keel en begon toen te spreken Vader had verteld dat Flora, de godin dei- bloemen was. Anneke begreep nu wel, waar om de tentoonstelling in Heemstede zoo heette. 's Nachts droomde ze, dat ze wandelde in het bloemenpaleis. Daar kwam een lieve fee naar haar toe. Ze zei: „Anneke, misschien wil je wel wat bloemen mee naar huis ne men". ..U wordt vriendelijk bedankt, lieve fee. Christien, mijn oudste zusje is ziek en die houdt zooveel van een ruikertje bloemen bij haar bed". „Pak dan dit mandje, lieve kind en pluk net zoolang, tot je tien soorten bloemen hebt". Sprakeloos nam Anneke het mandje aan, dat de fee haar toereikte. „Wat vriendelijk van u", wou ze nog zeg gen, maar de fee was al verdwenen. Dat roken die bloemen heerlijk. Stil liep ze er tusschen door en plukte en plukte. Rose en roode bloemen, open knopjes en nog half gesloten knopjes. Langzaam aan vulde zich haar mandje. Nog lang niet had ze de tien soorten. En in de zaal kon je niet merken, dat er een bloempje geplukt was. Overal weer andere soorten. In haar handje was bijna geen plaats meer over. Daar verscheen weer de lieve fee en zei: HOE FRIEDJE PAASCHHAAS WERD. Hij won den wedstrijd, dien Pa Grijsstaart uitgeschreven had. Er was hazenvergadering, uitgeschreven door Pa Grijsstaart, de oudste van de hazen- families. Iedere haas moest er aan deelne men, want het ging om een belangrijke kjves- tie, nl. wie dit jaar voor paaschhaas zou mo gen spelen. Paaschhaas worden mocht altijd die haas, die op Paaschzondag geboren was. En dat waren er dit jaar nu toevallig drie: Friedje, Knabbel, Wippie Wipstaart en Hippie Hinkepoot. Ze hadden alle drie evenveel recht. De vergadering zou nu uitmaken, welk van de drie het worden mocht. Want meer dan één paaschhaas mocht niet gekozen worden. Het was druk op de vergadering; alle ha zen waren er; want niemand wilde deze in teressante bijeenkomst missen. Pa Grijsstaart was voorzitter. Voldaan stelde hij, vanaf zijn voorzittersbankje, vast, dat alle hazen aan zijn oproep voldaan hadden. Daar waren de drie candidaten ook met hun familie. Wat een lawaai was er; iedereen schreeuwde en praatte. Pa Grijsstaart liet zijn blikken nog eens over IIOE HET DORP FEEST VIERDE Een heel jaar lang hadden de inwoners van het kleine dorpje Zonnevru gespaard en wa ren ze zuinig geweest, om op de jaarlijksche kermis, die in het voorjaar gevierd werd goed uit te kunnen gaan. Die kermis was een belangrijke gebeurtenis in het leven der Zonnevru'ers; dan kwamen de vreemde marskramers, de troubadours, de acrobaten, die door vreemde landen getrok ken waren en die de bewoners vertelden, wat er in de wereld gebeurde. Want Zonnevru was slechts een heel klein dorpje, dat afgele gen lag, ver van de groote wegen, aan den voet van de bergen. En van de dingen, die in de rest van de wereld gebeurden wist het heel weinig. De menschen leefden er vreedzaam en rustig. Maar dit jaar werd de kermis wel met bij zonder ongeduld verwacht. Af en toe waren er berichten gekomen in Zonnevru, dat de keizer in strijd was met de leenmannen, die zich onafhankelijk verklaard hadden en de bewoners waren nieuwsgierig naar verdere berichten. De vrouwen en meisjes verlangden vooral naar de komst der marskramers, die met mooie nieuwe stoffen kwamen, sierspelden en haar kammen. En eindelijk op een goeden ochtend; ja. daar kwamen de eerste kermisklanten het- dorpje binnen trekken. De jeugd kwam dadelijk be langstellend kijken naar het opbouwen van de tafels, waarop' alles uitgestald werd. Spoedig volgden meerderen en op het plein heersch- te een drukte en een lawaai, zooals de Zonne vru'ers' niet gewend waren. De opening der kermis zou den volgenden dag zijn. Den volgenden ochtend vroeg wer den ze uit hun huizen gelokt, door het lawaai dat van de markt kwam. De vreemdelingen, die den heelen nacht doorgewerkt hadden, om op tijd met hun stalletjes klaar te zijn. schreeuwden en probeerden hun waren aan te prijzen. Hoor ze roepen: Koopt mijn laken, koopt mijn laken: alle burchtvrouwen, ja zelfs de keizerin heeft van mijn laken gekocht. Welke poortersvrouw wil dan nog achterblijven? Zoo riep en schreeuw de hij en hij had succes; want van het laken, waarvan de keizerin een kleed had, wilden ook de Zonnevru'sche vrouwen een japon maken De mannen keken bij de acrobaten, en als een kunstje goed gelukt was, klapten ze in hun handen en gooiden een geldstuk op het laken. 's Avonds was het de beurt aan de muzikan ten; ze bliezen en fiedelden op hun instru menten, dat het een lust was en de jongelui dansten erbij. De handelaars en de mannen van het dorp zaten in de herberg „Het dikke varken" en be spraken ae gebeurtenissen; of liever de mars kramers spraken en de mannen van Zonne vru luisterden toe. Wat wisten zij ook, wat er gebeurde daar ginds in de wereld? Ze hoorden veel nieuws; dat de keizer met een groot le ger opgetrokken was om zijn ongehoorzame leenheeren te straffen en dat deze nu weer onderworpen warenmaar hooge boetes had den moeten betalen. Ze hoorden ook, dat de dochter van den keizer getrouwd was en dat er schitterende feesten gegeven waren, die weken geduurd hadden. Ze luisterden en ze luisterden met open monden en werden niet moe naar alles te vragen, over het vreemde wat ze gehoord hadden. Het was al laat, toen ze met glinsterende oogen naar huis gingen om te droomen van het nieuwe dat hen ver teld was. Den volgenden ochtend was de kermis weer in vollen gang. Plotseling niemand wist het- wie het 't eerst verteld had ging het ge rucht. dat de burchtvrouwe van het nabije kasteel ook een bezoek wilde brengen aan de Zonnevru'sche kermis. Dat gaf een heele op schudding: de marskramers maakten hun stalletjes zoo mooi mogelijk; want iedereen hoopte dat ze bij hem zou koopen; de acro baten oefenden nog gauw even hun moeilijk ste kunstjes; de muzikanten stemden hun in strumenten en de snoepkramen maakten schaaltjes met extra-fijne lekkernijen. In den middag verscheen de burchtvrouwe met haar dochter en haar zoon. Alle kramen bezocht ze en overal kocht ze iets; de kinderen snoep ten van het lekkers en schaterden om de kunstjes der acrobaten. To'en ze eindelijk weer teruggingen naar het kasteel, was iedereen verrukt over de vrien delijkheid der burchtvrouwe. Nog drie dagen duurde de kermis. Toen verdwenen de vreemdelingen en het dorpje had zijn rustig uiterlijk van voor de kermis terug gekregen. RITA VAN B. „Geachte aanwezige hazen. In de allereer ste plaats heet ik u allen hartelijk welkom en ik voel me genoodzaakt mijn dank uit te spreken voor het feit, dat ge allen, zoo zon der uitzondering, aan mijn oproep gehoor hebt gegeven en gekomen zijt om met mij een zeer belangrijke kwestie te bespreken. Deze kwes tie is namelijk de volgende: er moet weer iemand uit ons midden gekozen worden, om dit jaar de taak van paaschhaas op zich te nemen. Was dit vorige jaren heel gemakkelijk dit jaar wordt het een heel probleem en wel door het toeval, dat drie van onze vrienden er hetzelfde recht op hebben, doordat ze op Paaschzondag geboren zijn. Dat zijn Fried Knabbel, Wippie Wipstaart en Hippie Hinke poot. Ware het nu nog, dat een der drie zich op bijzondere wijze onderscheidde van zijn kameraadjes, dan zou de keuze nog niet zoo moeilijk zijn; maar lastiger wordt het, nu ze in niets voor elkaar onder doen en dat ieder een hen alle drie even graag mag." Hier moest Pa Grijsstaart even ophouden; want de aandoening belette hem verder to spreken. Een luid applaus volgde op deze woorden. De drie haasjes zaten stilletjes voor zich uit te kijken, zoo verlegen werden ze! Pa Grijsstaart ging verder: „ik heb veel nagedacht hoe dit probleem op te lossen; maar ik weet niet, hoe ik dit probleem op de juiste manier op moet los sen. Daarom heb ik deze vergadering uitge schreven, omdat ik dacht, dat we misschien met zijn allen wel een bevredigende oplossing zouden kunnen vinden. Als iemand dus een voorstel heeft, laat hij dan spreken!" Vol verwachting keek hij naar de aanwe zige hazen. Die werden onrustig. Moesten zij een voorstel doen om uit dit moeilijke pro bleem te komen? Geen van allen wist iets. Nog altijd wachtte Pa Grijsstaart. Toen nam hij weer het woord. „Als dan niemand van de aanwezigen iets weet, dan heb ik misschien een voorstel. Als we een wedstrijd eens lieten beslissen, wie van de drie candidaten in aanmerking komt om dit jaar paaschhaas te zijn. Heeft dat ieders instemming?" Een luid gejuich was het- eenige antwoord. „Ik zie, dat iedereen met mijn plan accoord gaat, dan zal ik u vertellen, hoe ik mij dezen wedstrijd gedacht had. Eenige der oudste ha zen zullen drie eieren in het koolveld hier vlakbij verstoppen De taak van Friedje, Hip pie en Wippie is nu, deze eieren op te sporen en hier terug te brengen. Wie het eerste een ei hier brengt, zal paaschhaas worden. Heeft iemand hier bezwaar tegen7 Niemand zei iets. „Dan mag ik dus aannemen, dat iedereen het eens is. Hier zijn drie eieren: mag ik nu de drie oudste aanwezigen verzoeken hier te komen en de eieren te verstoppen?" Drie oude hazen st-onden op en namen hun eieren in ontvangst. „Opdat alles zoo eerlijk mogelijk zal gaan, zullen er drie getuigen meegaan. Friedje. Hip pie en Wippie worden geblinddoekt hier en goed bewaakt, zoodat er geen sprake van kan zijn, dat er bedrog gepleegd wordt." Alles ging, zooals Grijsstaart voorgesteld had. Na een poosje kwamen de hazen terug van het veld met de mededeeling, dat de eieren verstopt waren. Toen werden de blinddoeken losgebonden en als een pijl uit den boog scho ten de haasjes weg naar het veld. Het- was Friedje. die het eerste een zei ont dekt had. Zoo hard hij kon, rende hij terug. Een donderend gejuich ontving hem. „Hier is de paaschhaas van dit jaar. Friedje Knabbel heeft den wedstrijd gewonnen!" En jullie kunt begrijpen, hoe trotsch Fried je was! RITA VAN B Grootwaterverbruik. De stad Zagreb is de grootste waterverbruiker van Europa: het eemiddelde waterverbruik is daar 220 liter .:er persoon.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 15