HET SURPRISE El
Brusselsche
wereldtentoonstelling.
ZATERDAG 20 APRIL 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Forsch Nederlandsch paviljoen.
BRUSSEL, (V. D.) In toenemende spanning
verbeidt België zijn hoogtijdag van het jaar
1935, den 27sten April a s., wanneer Koning
Leopold III zich zal opmaken naar de uit-
f:estrekte complexen van de algemeene Wereld
entoonstelling van Brussel (Laeken) om de
fesultaten van zoo veel noeste vlijt en hersen
arbeid, van organisatietalent en doorzettings
vermogen in oogenschouw te nemen en open
te stellen voor de belangstellende blikken van
alle landen ter wereld.
Uiteraard gaat onze interesse in de aller
eerste plaats uit naar het Nederlandsche pa
viljoen, dat den 30sten April a.s. op plechtige
wijze door minister Steenberghe geopend zal
worden. Wel nu, de Hollandsche pers heeft
zich bij haar voorbezoek aan de tentoonstel
ling in wording kunnen overtuigen, dat Hol
land op waardige wijze vertegenwoordigd be
looft te worden. Komt men den hoofdingang
binnen dan behoeft men slechts een eind-
weegs den monumentalen toegangsweg, welke
naar de groote paleizen leidt, te gaan, .om
dan links afslaande de toren van ons pavil
joen te zien oprijzen in de onmiddellijke na
bijheid van de inzendingen van Roemenië en
Chili. Hoewel de opzet van het Hollandsche
paviljoen aangepast is aan de tijdsomstandig
heden en de relatief nog gulden tijden van de
Antwerpsche en Parijsche tentoonstelling met
hun imposante Hollandsche tentoonstellings
gebouwen tot een betreurd verleden behooren,
maakt het met bescheiden middelen opgetrok
ken paviljoen voor Parijs was een vijf maal
zoo groot bedrag uitgetrokken een forschen
en degelijken indruk.
De gevel en de 45 meter hooge toren zijn
opgetrokken in sobere rustige lijnen, terwijl,
als hoofdmateriaal gebruikt zijn zeer in 't' oog
springende vierkante witte platen van ge
perste en onbrandbaar gemaakte houtwol.
Men heeft ons verteld, dat de totaalindruk
van het volgens de bekroonde plannen van
architect Roosenburgh opgetrokken gebouw
wat al te streng en sober bleek te zijn, zoodat
men besloot den toren te bekronen met een
hoog oprijzende luchtige driedeelige toren
trans in den vorm van bladerkransen, ver
vaardigd van uiterst licht door den wind be
wogen materiaal. Het is de vraag of het mid
del in zekeren zin niet erger is geweest dan
de kwaal.
Langs een monumentale trap bereikt men
het groote terras voor den hoofdingang. Op
advies van onzen vol-ijverigen Consul-gene
raal den heer van Romburgh, die de onmis
bare schakel vormt tusschen de Belgische ten
toonstellingsautoriteiten en de Nederlandsche
commissie onder leiding van oud-minister Ver
schuur heeft Prof. H. Rosse de facade en een
deel van de anders misschien wat eentonige
zijgevel verlevendigd met allegorische kïeur-
schilderingen van.fier optrekkende jongeman
nen, met zich dragend de vlaggenemblemen
van onze provinciën. In het landschap, waar
in deze elf figuren geplaatst zijn worden onze
belangrijkste industrieën, nijverheid, land
bouw en visscherij op rake wijze schetsmatig
gekarakteriseerd. De zijwand toont een bonte
schildering van figuren, die onze overzeesche
gewesten representeeren. Charles Eyck zorgde
voor een enorm tableau aan den achtergevel,
dat een zeer merkwaardig Oostersch effect
maakt.
Waar de opening voor tentoonstellingsbe
grippen nog in een betrekkelijk verre toekomst
ligt nog ruim een week scheidt ons van
den 30sten April heerscht in het paviljoen
zelf nog de gebruikelijke chaos, ofschoon ge
zegd moet worden, dat onze menschen de
andere landen aanzienlijk vooruit zijn. Er be
hoeft dan ook geen moment aan getwijfeld te
worden, dat Nederland op den vastgestelden
datum kant en klaar voor den dag komt. Ten
aanzien van de andere paviljoens was het de
heer Fonck, secretaris-generaal van de ten
toonstelling die ons een gelijke verzekering
gaf.
Bij het binnentreden van het paviljoen treft
onmiddellijk de aangename lichtverdeeling,
door middel van in den vorm van een har
monica geplaatste bovenramen. De groote
zaal is verdeeld in drie af deelingen, waarbij
men voor de onderlinge afscheiding dankbaar
gebruik heeft gemaakt van het glooiende ter
rein. De eerste afdeeling is bestemd voor een
expositie van de groote Nederlandsche open
bare werken, waarbij natuurlijk de droogleg
ging van de Zuiderzee en den Wieringermeer-
polder de voornaamste plaats innemen. In de
vloer is een uitholling aangelegd, welke met
water gevifid een getrouwe nabootsing van een
Hollandsche sluis te zien geven. Verder vindt
men hier o.a. een maquette van de Holland
sche badplaatsen. De tweede afdeeling is ge
wijd aan den land- en tuinbouw. Een twaalf
tal wandschilderingen, voor welker artistiek
gehalte de namen van de schilders, die hier
voor uitgenoodigd zijn, borg staan en die alle
gehouden 2/ijn in een bepaald kleurengamma,
zorgt voor een passende rustige omgeving. In
het middenvak van deze afdeeling is een kleine
ruimte uitgespaard die steeds opnieuw gevuld
zal worden met de voor de maand van het
jaar karakteristieke bloemen, een miniatuur-
Flora dus. Statistische en grafische voorstel
lingen zullen helpen om den bezoeker een
beeld te geven van Nederland's agrarisch
leven. Veeteelt- en zuivelbedrijf zijn hier niet
vertegenwoordigd. De zuivelbond die deze in
zending onder zijn dirècte leiding heeft is op
het aardige idee gekomen hiervoor een model
Wieringermeer-boerderij te laten bouwen,
welke in ieder geval een onmiskenbaar vader-
landsch baken is in deze zee van paleizen, ge
bouwen en paviljoens.
De derde afdeeling eindelijk geeft een beeld
van het cultureele peil onzer Indische gewes
ten en de banden met het moederland. Zeer
aanschouwelijk zijn hier op een electrisch ver
licht tableau de voortreffelijke verbindingen
in beeld gebracht, die Indië in de laatste tien
jaar zooveel dichter bij het moederland heb
ben gebracht. In een aparte cel zal gelegen
heid bestaan te telefoneeren met Indië. Het
behoeft geen betoog, dat, wilde men slagen
in het omvangrijke werk, dat men op zich ge
nomen had, de eigenlijke werkzaamheden ge
splitst en overgedragen dienden te worden
aan speciale sub-commissies. Zoo heeft de
heer Weiter de afdeeling Koloniën onder zijn
leiding terwijl de heeren Britzei, Geluk en
Mensing als voorzitters van de sub-commissies
voor de onderdeelen der agrarische inzending
fungeeren.
Joep Nicolas heeft de decoratie van de ach
terwand op zich genomen. Ten tijde van ons
bezoek waren zijn gebrandschilderde glazen
in verre-murail-techniek, allegorische voor
stellingen van Nederland en zijn gewesten,
nog niet aangebracht.
De industrie, zoo verried ons Mr. Verschuur,
was aanvankelijk het zorgenkind van de Hol
landsche inzending. Men was moedeloos en
bleek niet te overtuigen van het nut van eeni-
ge buitenlandsche tentoonstelling. Wat zou
dat kunnen baten zoo redeneerde men, wan
neer de tentoongestelde producten door tarief
muren en contingenteeringen toch geen afzet
zouden kunnen vinden in het buitenland! Het
DOOR PIET VAN DER HEM
Een halve eeuw geleden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
heeft veel energie en doorzetting gekost, voor
men tenslotte vermocht in te zien, dat de Ne
derlandsche industrie het reeds alleen tegen
over zichzelf verplicht was op behoorlijke
wijze voor den dag te komen. Maar toen ging
het dan ook van een leien dakje, zoo zelfs dat
men thans met de beschikbare ruimte moet
woekeren. Prof. van Royen is de man, die zich
door den aanvankelijken tegenstand heeft
heengeslagen en deze afdeeling in een van de
ruime zijgangen tot een representatieve in
zending van de Nederlandsche industrie heeft
weten te maken. In tegenstelling tot de an
dere afdeelingen, waar men geprofieerd heeft
van de bestaande organisatie der bedrijf s-
corporaties, is de industrie-inzending meer
dank zij individueele medewerking tot stand
gekomen. De wandschilderingen hier zijn het
werk van leerlingen van de teeken-academie
te Arnhem. In een tegen den toren aange
bouwd afzonderlijk gedeelte is de kunstnijver
heid ondergebracht.
Ten overvloede zij vermeld, dat alle mate
rialen, welke voor den bouw en inrichting van
het Nederlandsch paviljoen noodig zijn ge
weest, van Nederlandsch fabrikaat zijn.
België zelf komt natuurlijk zeer groot
scheeps voor den dag. Een enkel imponeerend
cijfer: er zijn 140 paleizen en paviljoenen, de
een meer de andere minder geslaagd. Rondom
de centrale vijver met electrisch verlichte wa
terwerken scharen zich de geweldige paleizen,
het feestpaleis, het paleis gewijd aan het ver
voerwezen, waar reeds geweldige locomotieven
uit velelanden opgesteld staan en dat met zijn
ontzaglijkë boogspanten van 60 meter hoogte
tevens een prachtig staaltje bouwtechniek is,
het paleis der oude en dat der moderne kunst
en, onnoodig te zeggen een wel zeer getrouwe
nabootsing van Oud-België.
De grootste firma's maken
de grootste reclame.
En zij benutten allen het
adverteeren in dagbladen.
U vindt ze in de kolommen
Haarlem's Dagblad
„Wilde bussen" rijden niet
meer.
Het dezer dagen gevallen besluit van den
Hoogen Raad, dat de politie bevoegd is de
bussen in beslag te nemen en te houden,
heeft een einde gemaakt aan de z.g. wilde
busdiensten tusschen Amsterdam, den Haag
en Rotterdam. De politie kan thans immers
de bussen zoolang vasthouden als zij wil en
geeft ze niet eerder vrij dan na van den
eigenaar de belofte te hebben gekregen, dat
hij zijn dienst zal staken.
Deze risico is voor de ondernemers te groot
en daarom hebben zij hun consequenties al
getrokken. Ook tegen het vervoer per luxe
auto kan en wil men thans van politie-zijde
optreden.
Honswijk is weer verlaten.
De drie laatste communisten, die nog in
fort Honswijk verbleven, zijn thans vertrok
ken. Zij zijn zeer waarschijnlijk naar België
gegaan. Zooals men zich zal herinneren, is
het de bedoeling der regeering geweest de
geinterneerde vreemdelingen gelegenheid te
geven, indien zij zulks wenschen, ons land te
verlaten. Zeer waarschijnlijk zullen Dinsdag
weer enkele communisten uit het Huis van
Bewaring te Amsterdam naar het werkkamp
worden overgebracht.
ONVERWACHTS OVERSTEKEN IS
LEVENSGEVAARLIJK.
Vrijdagmiddag te kwart voor drie heeft
te Leeuwarden op de Mr. P. J. Troelstra-
straat. hoek Spanjaardslaan een doodelijk
ongeval plaats gehad. De 60-jarige M. Me-
merda, wonende bij de Kleine Bonte Koe, be
gaf zich per fiets van de woning van zijn
schoonzoon naar huis. De man stak plotse
ling den weg over en werd gegrepen door een
auto uit Cornjum, bestuur door den heer J.
K. en op slag gedood
VOORTVLUCHTIG MISDADIGER BLIJFT
ZOEK.
De politie blijft nog steeds zoeken naar
den beruchten en voortvluchtigen inbreker
R. M., die vorige week des nachts in een
hevig vuurgevecht met de Ossche politie ge
wikkeld is geweest. Vrijdag is een groote klop
jacht op hem in de Herpensche bosschen
gehouden. Verschillende menschen meenden
he mdaar te hebben gezien, doch zonder
succes.
20 April:
De Nederlandsche boekhandel zal op
de den 2en Mei a.s. te openen Antwerp
sche tentoonstelling goed vertegenwoor
digd worden; een veertigtal uitgevers,
waaronder de voornaamsten, nemen er
aan deel, en door de goede zorgen der
Commissie belooft de vaderlandsche
pers een goed figuur te maken in de
Nederlandsche afdeeling. Reeds is de
heer Leendert Hansma. aan wien dooi
de Commissie het doorloopend toezicht
is opgedragen, naar Antwerpen ver
trokken om al het voor de tentoonstel
ling bestemde in ontvangst te nemen,
en zal spoedig door de commissie van
onze Vereeniging worden gevolgd, ten
einde een en ander in de doelmatig
ingerichte étalages te rangschikken en
aan het geheel een zoo aantrekkelijk
mogelijk uiterlijk te geven.
Het daarvoor ingerichte salon is
15 meter lang en 7 meter breed.
Door onze lens gesnapt.
I'. Doek.
De heer S. P. Doek bezocht te Zaandam de
Rijksnormaallessen en was daarna als onder
wijzer werkzaam te Hoofddorp, Amsterdam en
sedert 1926 te Haarlem.
Gedurende de laatste 4 jaar is hij voorzit
ter van de Federatie der S. D A. P., daarvóór
was hij bestuurslid der Federatie. Ook is hij
voorzitter geweest van de A. J. C. De heer Doek
vervult nog de functie van penningmeester
der St. Nikolaascommissie van den Bond van
Ned. Onderwijzers alhier.
Het saneeringsplan-1935 voor
Bloembollencultuur.
Op spoedige bekendmaking aangedrongen.
Het Hoofdbestuur der Alg. Vereeniging voor
Bloembollencultuur heeft, naar wij in het
Weekblad voor Bloembollencultuur lezen, den
volgenden brief gericht aan den Regeerings-
commissaris voor de Groenten-, Fruit- en Sier
teelt te 's-Gravenhage:
„Tot nu toe is het saneeringsplan voor de
bloembollenteelt voor 1935 nog niet bekend
emaakt.
Dit brengt voor de beoefenaren van het
bloembollenbedrijf ernstige nadeelen mede.
In het voorjaar worden bij de buitenland
sche afnemers een groot deel der orders ge
boekt, wat dit jaar echter bezwaren onder
vindt omdat men niet weet, op welken grond
slag de handel in het binnenland zal plaats
hebben. Door het niet tijdig publiceeren van
het nieuwe saneeringsplan wordt de export
dus ernstig belemmerd en zullen, tot schade
van het geheele bloembollenbedrijf verkeerde
praktijken in de hand gewerkt worden.
Om deze reden roepen wij uw medewerking
in om tot een spoedige publicatie van het sa
neeringsplan-1935 te komen."
Nederlandsche Kabelfabriek.
Uit de balans en winst- en verliesreke
ning der Nederlandsche kabelfabriek blijkt,
dat de bruto-winst f 1.433.654 (1.476.482) be
draagt.
Voor het doen der statutaire afschrijvin
gen op gebouwen, machinerieën enz., is een
bedrag noodig van f 196.563 (194.905'. na af
trek waarvan een som van f 1.237 091
(1.281.577) ter verdeeling beschikbaar komt.
Het bedrag ad f 402.917. dat na de winst-
verdeeling per 31 Dec. '33 voor aandeelhou
ders bleef gereserveerd, hebben wij met
f 18.131 (16.176) aan rente verhoogd, zoodat
dit thans f 421.048 375.510beloopt.
Commissarissen stellen op grond van het
bovenstaande voor over het boekjaar 1934,
behalve de statutaire 6 pet. nog een sper-
dividend van 10 pet. (onv.) te declareeren,
waarna een bedrag van f 421.763 '402 917) op
nieuwe rekening voor aandeelhouders be
schikbaar blijft.
Uit de winstverdeeling resulteert dan voor
de 130 oprichtersbewijzen een som van f91.121
(95.535), inclusief het onverdeelde saldo
over 1933. Dit bedrag is toereikend om per
oprichtersbewijs f 642 uit te keeren. terwijl
een onverdeeid saldo, groot f 108, voor deze
bewijzen op nieuwe rekening overgaat.