WOENSDAG 24 APRIL 193?
HïSRL'EHPS DAG 6 CAD
7
De kleurrijke bloemen van Flora IV.
Op de 'vierde tijdelijke tentoonstelling, die
a.s. Vrijdag voor liet publiek wordt openge
steld, zullen zonder twijfel de inzendingen der
orchideeën of standelkruiden de Ilolland-
sche naam! het meest de aandacht trekken.
Als men met Linnaeus de palmen de vorsten
onder de planten wil noemen, dan zijn de or
chideeën op zijn minst de princessen. Plant
kundigen, kweeteers en liefhebbers voelden
zich allen tot deze plantenfamilie aangetrok
ken en er is een 'literatuur over, die niet meer
te kennen is. Behalve de groote -werken van
Pfitzer, Williams, Diels, Reichenbach e.a., zijn
er detail-studiën over één enkel geslacht, zoo-
als het boek van Dubois over de Cypripediums.
Dan zijn er tijdschriften, haast alleen gewijd
aan de orchideeën, nu eens de botanische zijde
dan weer de tuinbouw-technische kant be
lichtend. Ruim een eeuw geleden waren in de
tuinen van Kew maar een 40 soorten in cul
tuur en nu is dat al over de 2000, dus al een
vrij groot deel, van de pl.m. 15000 bekende
soorten.
In het algemeen hooren de orchideeën thuis
In de tropische en sub-tropische streken, maar
een soort Platanthera, waarvan in ons land
de Witgele, welriekende nachtorchis een ver
tegenwoordiger is, groeit zelfs vrij ver naar het
Noorden.
Wat de groeiplaatsen betreft, onderscheidt
men twee groote groepen en wel vooreerst de
„aardorchideeën" of terrestrische vormen en
de veel grootere' groep der arboricole soorten
of „boomorchideeën", die óp de schors zitten,
maar niet op de boomen woekeren. Al onze in-
landsche soorten behooren tot de eerste groep
en sommige zijn in onze onmiddellijke omge
ving te vinden. Zoo staan verschillende'Orchis-
soorten in de rietmoerassen bij de Liede, Half
weg, enz.
Ook in de duinen -vinden we vertegenwoor
digers, b.v. de Kever-orchis (Listera), Gym-
madenia, Anacamptis, enz. Veel van onze in-
landsche orchideeën zijn beperkt tot Zuid-
Limburg en sommigëe ook daar nog vrij zeld
zaam.
De „boomorehideeën" vinden we vooral in de
warmere gewsten, zoowel'in Azië als Austra
lië, Zuid-Afrika en Z.-Amerika, maar ik denk,
dat dit laatste gebied het rijkste aan soorten
is. De bekende ontdekkingsreiziger Alexander
von Humboldt, die Z.-Amerika heeft bereisd,
zegt daarvan:
„Het leven van een schilder zou niet toerei
kend zijn, om, zich slechts tot een klein gebied
beperkende, de prachtige .orchideeën af te
beelden, welke de diepe bergdalen van de Pe-
ruaansche Andesketen sieren".
Professor Went beweerde eens, dat men met
alle orchideeën en varens, die op één groote
woudreus hebben 'postgevat, bijna alle kassen
van een Hortus zou kunnen vullen. Vooral een
boom, die hoog boven de andere uitrijst en dus
in het volle licht staat, zit zóó onder de bloem
rijke planten, dat mén er versteld van staat.
Want vaak hoort men de opvatting, dat de
orchideeën in de vochtige, en sombere of
halfduistere oerwouden zitten, maar regel is
het, dat ze veel licht wenschen en ook, dat ze
in vrij droge wouden best kunnen leven.
Nu kunt u hier en daar op de tentoonstel
ling goed zien, hoe nu die epiphyten dat zijn
planten, die op boomen zitten, maar niet woe
keren aan water en voedsel komen! Bij
Oncidium, Vanda, e.a. ziet men zeer duidelijk
een groote massa witte luchtwortels omlaag
hangen. In de natuur zijn het formeele prui
ken, waarin gevallen blad, verwelkte bloemen,
vruchten en doode insecten blijven vastzitten,
waardoor een massa humus wordt verzameld.
Maar ook zonder deze materie op te vangen,
hebben de luchtwortels een voorname taak. De
witte kleur is te danken aan duizenden zeer
fijne haren, en cellen: het velamen. Die cellen
nu hebben, evenals ons veenmos of Sphagnum,
den bouw van „watercellen", d.w.z. in de cel-
wand zitten kleine openingen, waardoor ze bij
regen en nevels zóóveel water opnemen, dat
we de druppels overal zien schitteren. De
kweeker ziet dit gebeuren, als zijn kas zeer
vochtig is na het gieten. In dat geval blijkt
ook, dat onder het witte velamen dat in
den drogen tijd het zonlicht terugkaatst!
een laag bladgroen ligt, waarmee de plant
zich- voedt. Br zijn zelfs orchideeën, zooals
Taeniophylluan („lintblad") en Polyrhiza
(„veelwortël"), waar de bladeren geheel zijn
verdwenen en de platte, groene luchtwortels
voor de voeding zorgen. Uit die groene wortels,
die zich plat op de stammen drukken, komt
dan een tros met prachtige bloemen voor deu
dag. En de echte wortels? Die vertakken zich
in de stof en humus, die is verzameld of die
op de stammen tusschen de schors waait. Van
daar, dat de orchideeën eerst zoo langzaam
groeien en het bij ons in de kassen 6 a 10 jaar
kan duren, voor een Cattleya gaat bloeien. Die
gewone wortels hebben weer het eigenaardige
verschijnsel, dat ze leven in symbiose of „sa
menleving" met bepaalde schimmels, die hun
helpen bij de' voeding, speciaal bij het opne
men van stikstof.
Zoo'n orchideeën-wortel, omsponnen door
schimmels, een „mycorrhiza", kan daardoor
vla de schimmels de' luchtstikstof opnemen.
En dat is een groot voordeel, want op de groei
plaatsen is niet veel stikstof in den vorm van
salpeter of ammoniak.
De kweekerïj heeft daar rekening mee ge
houden. Men heeft zelfs reinculturen van de
schimmels gemaakt, om daar de jonge orchi
deeën terstond mee in aanraking te brengen.
Burgeff heeft ons dit mooi aangetoond, maar
ieder, die schimmels heeft gekweekt, weet, dat
die cultuur haar verrassingen heeft. Zoo zijn
veel kweekers dan maar weer teruggekeerd tot
het „zaaien op de pot", d.i. men zaait op de
aarde, waarin de oude planten al goed groeien
en hun schimmels gaan op de jongen over.
Eenvoudig, goed engoedkoop! Het is te
vergelijken met het uitstrooien van aarde uit
een veld, waarop lupinen goed groeiden, over
een pas ontgonnen stuk heigrond..
Aan veel orchideeën ziet men knolvormig
verdikte bladstelen: de schijnknollen, waarin
water wordt bewaard voor de droge tijden. Bij
de soort Bolbophyllum zijn ze zoo groot als een
kinderhoofd
En nu de bloemen! Alle orchideeën-bloemen
hebben iets bijzonders, iets voornaams. Bij
onze Hollandsche soorten is dit ook al wel zoo,
maar bij de meeste onzer orchideeën zijn de
bloemen wat klein en dicht bijeen geplaatst,
terwijl bij de Vanda's, Oncidiums, Laelia's
Cymbidiums, Cattlyea's enz., elk bloem-indi-
vidu beter uitkomt, al staan ze ook meestal in
trossen. Renanthera Lowi van Borneo heeft
zelfs een tros van 4 Meter lengte! Alle orchi
deeën-bloemen, hoe varieerend ook, hebben
steeds 6 bloembladeren, waarvan er één, de lip
of labellum, meestal bijzonder groot is en met
een prachtig honigmerk is versierd. De vijf
andere bladeren ?"n soms als een helm over
stuifmeel en stamper gebogen, maar soms
staan ze wijd uiteen.
Bij Oncidium lijken er een paar op sprieten
van insecten en bij de soort Paphiopedilum
hangen er twee als een paar dm. lange draden
omlaag. Zoo grillig als de vorm kan zijn, zoo
vreemd zijn ook vaak de kleuren, Vaak dringt
zich de vergelijking met allerlei dieren op, die
men in de bloem meent te zien:.hier een vlieg,
daar een spin, ginds een hommel of bij.
Bij een Brazilaansohe soort schijnt een
kleine, witte duif in de bloem te zitten: de
„spirito-samto" bloem. Op Java wordt de hel
derwitte bloem van Phalaenopsis amabilis ook
wel de „vliegende duif" genoemd. Wij noemen
al die teekeningen het honigmerk en beschou
wen het als een wegwijzer voor de insecten
met het opschrift: „naar den honing". Het
stuifmeel is door een kleverige stof, de viscine,
tot één massa of pollinium samengekleefd en
dit krijgen de insecten aan hun kop vastge
plakt, zoodat ze een volgende bloem kunnen
bestuiven. Sommige insecten zitten er wel eens
zóó mee volgeladen, dat men sprak van „ho
rentjes-ziekte".
Na de bestuiving verwelken de bloemen snei
en soms heeft ook een kleine wonde hetzelfde
gevolg (wond-reactie). Daarom moet men de
bloemen vooral niet aanraken, vooral niet van
binnen en dan, op bestuiving wachtend, blij
ven ze soms weken lang, itot zelfs 80 dagen toe
frisch.
Eigen stuifmeel geeft meestal geen bevruch
ting en bij Notylia werkt hét zelfs als vergift.
Daarentegen geeft de vanielje dan wel vruch
ten. De bekende „vaniéljestokjes" zijn de lange
vruchten van een Z.-Amerikaansche orchidee,
waarin een geurende stof zit, de vanilline,
maar die nu ook gemaakt wordt uit kruidna
gelen en dennennaalden. Op Java, waar de
bestuivende insecten ontbreken, wordt elke
bloem even kunstmatig bestoven. Het zwarte
goedje, dat in de vrucht zit, is het stoffijne
zaad. Zoo weegt een zaadje van Dendrobium
0,005 milligram. Uit een rijpe vrucht zag ik in
de zonnestralen de zaden als stof wegdw'arre-
len en zelfs opstijgen. In de vrucht zitten
eigenaardige springdraden, die bij rijpheid de
zaden uit de deur zetten.
Ten slotte nog iets over de kweekerij. Orchi
deeën zijn buitengewoon prijzig. De inzending
op een Londensche tentoonstelling werd ge
schat op 6 ton! Natuurlijk zorgt men voor be
waking en plaatst-men zeldzaamheden buiten
„grijpafstand".
Sanders, een bekend kweeker, zei: „een or
chideeën-verzameling is een angstig bezit".
Een klant betaalde aan de firma Hugh Low
en Co. voor één driebloemig exemplaar van
Odontoglossum crispum f 18.000, dus dat werd
f 6000 per knoopsgat, wat ongeveer twintig
maal zoo duur is als diamant.
Toch zijn bouquetjes orchideeën in verhou
ding niet duur. Voor f7,50 a 10 gulden heeft
men een aardig vaasje gevuld en als andere
'oote bouquetten al lang weggegooid zijn,
staan nog weken lang de orchideeën in onver
flauwe pracht, te herinneren aan de feeste
lijkheid.
Merkwaardig is ook de mogelijk, allerlei
soorten en zelfs geslachten onderling te kun
nen kruisen, wat bij de meeste andere planten
niet gaat. Ook de bastaarden kunnen weer on
derling worden bestoven en zoodoende zijn er
zelfs „tri-generische" bastaarden ontstaan
(genus-soort)De namen geven ons de
„ouders" aan: Laelio-Cattleya; Brasso-Catt-
leya; Schombo-Cattleya, Sophro-Laelio-Catt-
leya, e.a.
Bij te ver doorgevoerde kruisingen krijgt
men echter vaak teleurstellingen door uitblij
vende vruchtzetting of uiterst geringe kiem-
kracht, maar voor deze moeilijke kwesties uit
de erfelijkheid zullen we hierbij halt houden.
A. MELLINK.
KRUISWEG 60Tel.16659
(Adv. Ingez. Med.)
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Handschoenen en ceintuurs, bur, v. pol.,
Smedestraat. Autoped, Moer, Perseusstrraat 35,
2 bussen olie, Havenkantoor, Catharijnebrug.
Pyjamabroek, v. Breugel, Reitszstraat 80, Leer
boek, Kraayenhagen, Vrouwenhekstraat 68.
Boord, Jansen, Indischestraat 56. Geldstuk,
v. Reep. Boterstraat 5. Guitaarfoudraal, bur.
v. pol., Smedestraat. Dameshoed, v. d. Meij,
Nassaulaan 31. Hond, kennel Jan Gijzen. Arm
bandhorloge, v. Luijk, Damaststraat 33. Hond
je, Dirks, Jan Nieuwenhuizenstraat 31rood.
Hond, Kennel Fauna. Handschoenen, Bakker,
Z. Stationsweg, Bloemendaal Hond, Kennel
Fauna. Hond, Blankenstein, Harmenjansstaat
19. Koppeling van aanhangwagen. Koreman,
Jan v. Zurenstraat 22. Mand m.i.. Mensing,
Diederikstraat 22, Oorknop, Bloemzaad, Scho
tersingel 2. Portemonnaie m.i,. Maste, Pla
taanstraat 91. Damesportemonnaie m.i.. Botte
lier. Göuw Weteringkade 18. Riem, Koelemij,
Zuidpolderstraat 67. Rijwielbelastingplaatje,
Dazaat, J. F. Helmersstraat 16. Rijwielbelas
tingplaatje, Boerrigter, Zomervaart 126. Riem
pje. bur. v. pol., Smedestraat. Rijwielbelas
tingplaatje, Aarts, Nassaulaan 87, Dijkmans,
Schoterveenstraat 26 en v. 't Hoff, Timorstr.
146. Schoentje, Antonisse, v. Berensteynstr. 2.
Stoffer, v. Velden, Bakenessergrach't 75rd.
Spaarbankboekje, Booch, Nassaulaan 19.
Boodschappentasch, Rót, Verspronckweg 110.
Big. Segerius, Goetzestraat 10. Pak vitrage,
Huisting, Middenweg 58. Zak aardappelen,
v. d. Eem, Leidschevaart 386, 3 zakken grind,
bur. v. pol., Smedestraat.
Wentink omtrent de grossierspositie kan ik
geheel deelen. Doch zijn meening omtrent de
z.g. „eigen merken" onderschrijf ik niet. Ik
verwijs daarvoor naar de kruideniersbranche,
waar dit verschijnsel sterk is doorgevoerd. Mijn
bezwaar tegen het merkartikel, beschouwd uit
détaillistenoogpunt, is dit, dat de oude functie
van den détaillist, als kenner van waren, in
het gedrang komt. Het merkartikel heeft hij
feitelijk alleen maar te overhandigen. Daarbij
brengt het merkartikel hem in een minder
onafhankelijke positie. Hij heeft zich aan te
passen bij de verkooppolitiek van den fabri
kant. Gaat men het merkartikel beoordeelen
door den bril van fabrikant eenerzij ds, consu
ment anderzijds, dan komt men tot geheel
andere beschouwingen. Ik plaatste in mijn
artikel den détaillist op den voorgrond.
MOLLERUS.
1 iil il
nn hoi Din
ia Rond m
ipicip
«mi*
Up Hel Dill
Ic DallU III
Iclojc
BB 153 ft
(Adv. Ingez. Med.)
LIJST VAN MAIL- EN LUCHTPOSTVERZEN
DINGEN VAN 25 T/M. 28 APRIL 1935.
Nederlandsch-Indie, mail via Napels per s.s.
„Kota Baroe" 25 April gewone stukken 3.25;
luchtpost AmsterdamBandoeng 25 April
gew. st. 3.25; luchtpost LondonSingapore
Australië 27 April gew. st. 2.15,
Vereenigde Staten van Amerika, Canada en
Mexico, via Cherbourg 25 April gew. st. 18.15;
via Glasgow (alleen Canada) 25 April gew.
st. 16.45.
Argentinië, Brazilië, Chili, Uruguay, via
Napels 25 April gew. st. 5.45; via Lissabon 28
April gew. st. 2.15; luchtpost Duitschland—
Zd. Amerika 27 April gew. st. 7.25; luchtpost
MarseilleZd. Amerika. 27 April gew. st. 7.25.
China, Hongkong, Philippijnen, Japan,
Mantsjoerije, Jehol, via Siberië 25 April gew.
st. 18.15; luchtpost AmsterdamBandoeng 25
April gew. st. 3.25.
Irak (Mesopotamië), via IstanbulAdana
Damaskus 26 April gew. sr. 3.25; via Brindisi
Alexandrië 26 April gew. st. 10.40.
Britsch-Indië, via Marseille 25 April gew. st.
9.25: luchtpost AmsterdamBandoeng 25
April gew. st. 3.25; luchtpost LondonCalcut
taSingapore 27 April gew. st. 2.15.
Ceylon, via Marseille 25 April gew. st. 12.30;
via Napels 26 April gew. st. 13.15.
Luchtpost als Britsch-Indië.
Singapore via Napels 25 April gew. st. 3.25;
via Napels 26 April gew. st. 16.05; via Marseille
25 April gew. st. 12.30.
Luchtpost als Nederlandsch-Indië.
Penang en Siam, via Napels 24 April gew.
st. 22.—.
Luchtpost als Nederlandsch-Indië.
Egypte, via Napels 25 April gew. st. 3.25; via
Brindisi 26 April gew. st. 5.45; via Napels 27
April gew. st. 13.15: luchtpost Amsterdam-
Bandoeng 25 April gew. st. 3.25; luchtpost
LondonCalcuttaSingapore 27 April gew.
st. 2.15; luchtpost LondonCaïroJohannes
burg 27 April gew. st. 16.45.
Oost-Afrika, via Marseille 25 April gew. st.
9.25; luchtpost LondonCairo—Johannesburg
27 April gew. st. 16.45.
Zuid-Afrikaansche Unie, via Southampton
25 April gew. st. 16.45; via Southampton 27
April gew. st. 2.15.
Luchtpost als Oost-Afrika.
Australische Statenbond, via Marseille 25
April gew. st. 9.25; luchtpost Amsterdam
Bandoeng 25 April gew. st, 3.25; luchtpost
London—SingaporeAustralië 27 April gèw.
st. 2.15.
Nieuw-Zeeland, via Cherbourg 25 April gew.
st. 18.15.
PURMEREND, 23 April.
Kaas. Aanvoer 32 stapels kleine, f 1213
per 50 K.G.
Boter. Aanvoer 1446 K.G., prijs f 1,35—1,40
per K.G.
Vee. 1352 runderen, waaronder zijn 310 vette
en 23 stieren.
7 paarden f 60130.
54 vette kalveren f 0.300.50 ped K.G.
1026 nuchtere dito f 212 per stuk.
218 vette varkens f 0.38—0.40 per K.G.
58 magere dito f 15—28 per stuk.
308 biggen f 818 per stuk.
Vette koeien, prijshoudend, f 0.540.60 per
K.G.
Gelden koeien, prijshoudend f 80145 per
stuk.
Melkkoeien, prijshoudend, f 110190 per
stuk.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, ge-plaatst of niet
geplaatst, roordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
De veiligheid 's avonds langs
de groote wegen.
Geachte redactie,
Nu het blijkt, dat de lampen voor de extra
verlichting op de Leidsche Vaart met rood
licht en de verlichting op den Heerenweg groote
moeilijkheden 's avonds voorkomen,' meen ik,
dat 't aanbeveling verdient, ook zulke lan
taarns te plaatsen langs den Wagenweg
(Haarlem), de Dreef (waar het ook stik
donker kan zijn vooral bij donkere maan)
Paviljoenslaan, Kleinen Houtweg, den weg
van het Plein tot en met de Heemsteedsche
dreef, de singels, de Zandvoortschelaan enz.
enz. Op al deze plaatsen is ontzaglijk veel
autoverkeer en bestaat bij den huidigeri toe
stand veel kans op ongelukken.
Met dank voor de plaatsing,
Uw abonné M. S. GAARKEUKEN.
Merkartikelen.
Geachte Redactie,
Naan aanleiding van het artikel in uw blad
dd 11 April, betreffende merkartikelen, ben ik
zoo vrij het onderstaande onder uw aandacht,
resp. onder die van den heer Mollerus, te
brengen.
Volgens mijn meening is de invoering van
merkartikelen voor den fabrikant zoowel als
voor den détaillist van groot belang, aange^
zien hiermede als hoofdfactor aan de steeds
voortwoekerende afbraakpolitiek een einde
gemaakt wordt.
Bij het invoeren van een merkartikel is het
noodzakelijk een vastgestelden verkoopprijs in
te voeren en het is tevens noodzakelijk, hief op
een constante controle uit te oefenen en ver
dere levering te weigeren, wanneer niet aan
dit voorschrift voldaan wórdt. Het heeft toch
niet het minste, nut voor den détaillist, indien
een concurrent goedkooper verkoopt, zijn prijs
weer onder den prijs van den concurrent te
zetten, enz., want. dit systeem is absoluut af
brekend en voert tot algeheele verarming van
dén détaillist en wordt helaas maar al te veel
toegepast.
Het verschil tusschen vastgestelden ver
koopsprijs en inkoopsprijs moet zoodanig
vastgesteld worden, dat de détaillist een nor
male winst op het artikel kan maken en in
dat geval zal hij er zeker niet afkeerig
tegenover staan.
Indien de fabrikant niet via grossiers werkt,
maar direct met détaillisten, heeft hij reke^
ning te houden met zeer veel verhoogde uit
gaven. o.a.: meer reizigers, daar zijn aantal
klanten enorm veel grooter wordt; vergroo
ting der geheele administratie; invoering van
een grootere verkoopsorganisatie; duurdere
verzending tengevolge van versnippering;
aanleggen en in standhouden van grootere
vóórraden.
Dat een en ander zeer belangrijk op den
kostprijs van den fabrikant drukt, is duide
lijk; het is derhalve in zeer vele gevallen aan
te bevelen de in het algemeen ter zake kun
dige grossiers in te schakelen. Dezen dienen
dan echter werkelijk als grossiers te fungee-
ren en niet zooals thans dikwijls het geval is,
te parasiteeren op den fabrikant. Zij moeten
zich er van bewust zijn, dat zij het stootblok
tusschen fabrikant en détaillist moeten vor
men en dus de voorraden voor directe leve
ringen moeten aanhouden, aangezien indien
zij aan dit doel niet meer wenschen te beant
woorden, de fabrikant noodgedwongen in
staat zal blijken, hen uit te schakelen.
Tegen den verkoop van een merkartikel
tegen vastgestelden verkoopsprijs zal geen
grossier een bezwaar maken; integendeel, in
dien hem een behoorlijke winstmarge gegaran
deerd wordt, zal hij zich zeker voorstander
verklaren.
Ik geloof niet, dat de groot- en kleinhandel
een bestrijdingsartikel zullen zoeken, indien
het invoeren en pousseeren van een merk
artikel maar op de juiste wijze door den fa
brikant geschiedt.
Gelooft U, dat groot- en kleinhandel erbij
gebaat zijn, indien iedere groep met eigen
merken zou komen? De verwarring zou hier
door grooter worden en de concurrentie nog
scherper.
Hoogachtend,
H. WENTINK,
Duinoordstraat 52, Haarlem.
Met groote belangstelling heb ik kennis ge>
nomen van de zienswijze van den heer Wem
tink. In het kort zou ik diens opmerkingen als
volgt willen beantwoorden: Aangenomen dat
het merkartikel verbonden behoort te wordên
aan een voor dit artikel vastgestelden ver
koopsprijs, is het „tevens noodzakelijk hierop
een constante controle uit te oefenen en ver
dere levering te weigeren bij niet voldoen aan
dit voorschrift". Daar schuilt een der groote
moeilijkheden. Dat is alleen mogelijk, indien
van regeeringswege ingegrepen zou worden,
Over de al of niet wenschelijkheid van een
dergelijk ingrijpen zal ik het niet hebben. Ik
ontken evenwel, dat eenige onderneming of
groep van ondernemingen afdoende in staat
zou zijn, deze controle te doen uitvoeren. Het
is mij bekend, welke enorme kosten er bijv.
gemoeid zijn met de controle op den verkoop
van Philips gloeilampen. Toch worden deze
lampen nog onder den vastgestelden prijs ver
kocht. Zoo zijn er nog tal van voorbeelden. De
moeilijkheid voor den détaillist bij vastge
stelde merkartikelenprijzen schuilt naar ik
meen hierin, dat het uiterst moeilijk is „een
normale winst" vast te stellen. Zoodra deze
winst aan den hoogen kant is, wordt de ge
neigdheid om met minder genoegen te nemen,
groot. Is het omgekeerde het geval, dan zoekt
de détaillist en volkomen begrijpelijk
naar een ander artikel, waarmede meer te
verdienen valt. De uitzetting van den heer
De haltes der N. Z. H.-bussen.
Geachte redactie,
Als dagelijksch autorijder in Haarlem heb"
ik, en met mij vele andere autorijders, tel
kens weer de ontdekking gedaan hoe ge
vaarlijk vele halte's dier bussen geplaatst
zijn. Bijvoorbeeld op hoeken van straten als:
hoek NassaulaanZijlstraat.
Eén dezer dagen reed ik daar achter de
bus aan; de bus stopte bij de halte, ik passeer
de, zag niets aankomen en plotseling reed er
een wagen bijna tegen mij aan, aangezien
ook die chauffeur geen uitzicht had op de
Nassaulaan.
Zoo zijn er nog veel gevaarlijke haltes, o.a.
WilhelminastraatKeizerstraat, Kleverpark-
wegSantpoorterstraat; zelfs 3 haltes op
hoeken. Een particuliere auto mag niet op
hoeken stoppen, maar zoo'n groot gevaarte
dat totaal het uitzicht belemmert, mag
blijkbaar alles.
Waarom deze haltes geen 10 M. terugge
bracht?.
Ook zou ik willen verzoeken aan de chauf
feurs der bussen: stop alléén bij de haltes en
niet op andere punten zooals een buschauf
feur deed, midden voor den Verpronckweg,
waardoor ik genoodzaakt werd plotseling te
stoppen. Hierdoor werd mijn achterbumper in
elkaar gedrukt door een auto uit tegengestel
de richting, die zijn bocht maakte om den
Verspronckweg op te gaan, maar daar ook
niet op rekènde.
Met dank voor de plaatsing,
IEMAND DIE DAGELIJKS AUTORIJDT.
Haarlem, April 1935.
Internationaal vertrouwen.
Haarlem, 20 April 1935.
M. de R.,
Het is toch erg jammer dat Haarlem's
Dagblad geen wereld-oplage bezit!
Het is merkwaardig hoeveel „vredes-uitvin-
ders" zich in dit blad manifesteeren, hoewel
zij toch kunnen nagaan, dat hun stemmen
niet tot Genève doordringen.
Anders zou immers een zóó eenvoudige
oplossing als: onderling vertrouwen, toch wel
in Genève ter sprake zijn gekomen?
De geachte inzender zou zijn ..uitvinding"
beslist aan den Volkenbondsraad moeten
voorleggen, zoodat men binnenkort in b.v de
New-York Herald zal kunnen lezen:
Mr. Beun Wins Nobelprize For Peace!
Hopenlijk wil de geachte uitvinder ook de
Haarlemsche lezers eens inlichten, hoe dat
(internationale)vertrouwen tot stand moet
komen? Een eenvoudige leuze zal toch ook
wel langs eenvoudigen weg zijn te bereiken!
Mij dunkt dat het overal op de wereld gelijk
tijdig zal moeten beginnen, zoodat er geen
„achterlijk" land overblijft, dat nog verwerpe
lijke en primitieve instincten huldigt zooals
zelfbehoud en gelaten eventueele verdringing
door grootere machtsgroepen ondergaat.
Momenteel meen ik nog te moeten aanbe
velen hét zoo juist gestelde alternatief: elkaar
wantrouwen en (dus) beschermingsmaatre
gelen nemen, hopende dat de heer Beun de
Regeering spoedig moge inlichten hoe dat
achterlijke „beginsel" zal kunnen worden los
gelaten!
J. H. VAN SWINDEN KOOPMANS,
Adviseur voor Luchtbescherming.
Luchtbescherming.
Aan den heer J. H. van Swinden
Koopmans.
Ons antwoord op uw 2de ingezonden stuk kan
kort zijn. Bij de beoordeeling van de luchtbe
scherming gaan wij van een geheel ander
standpunt uit den u.
U beschouwt den oorlog als een natuur
ramp, een ongeluk, dat ons nu eenmaal bo
ven het hoofd kan hangen en waarvan u fa
talistisch aanneemt, dat zij komt. De lucht
bescherming komt dan op één lijn te staan
met reddingsbooten, brandweer, veiligheids
maatregelen in mijnen, enz.
Wij beschouwen den oorlog:
lo. als misdadig menschenwerk, dat ver
hinderd kan en bestreden moet worden in
alle landen, internationaal en nationaal. Deze
bestrijding kunnen wij helaas niet aan de re
geeringen overlaten. Dat deze tot nu toe niets
bereikt hebben, komt o.a. doordat de drang
van de publieke opinie niet sterk genoeg is.
Deze wakker te maken is juist het hoofddoel
van een internationalen bond als de onze, die
ih 47 landen werkzaam is.
2o., als een besmettelijke geestesziekte,
waarvan wij de oorzaken moeten bestudeeren
en wegnemen. Het zijn nu juist de psycholo
gische oorzaken als angst, wantrouwen en
haat, die door de luchtbescherming in de
hand gewerkt worden. Baldwin vergeleek on
langs zeer terecht den toestand in Europa met
een gekkenhuis. Door luchtbescherming en
dergelijke maatregelen past men zich meer en
meer aan dezen toestand aan, waardoor deze
normaal gaat lijken.
Daarom aanvaarden wij de luchtbescher
ming niet, hoe goed bedoeld die ook zijn
moge.
Ten slotte moeten wij protesteeren tegen
door u gebruikte termen, nl. „défaitisten" voor
pacifisten en „drogredeneeringen" voor de
wetenschappelijke beschouwingen van Dr.
Gertrud Woker, professor in de chemie te
Bern.
Hoogachtend.
Namens het Bestuur van de afdeeling
Haarlem Int. Vrouwenbond voer
Vrede en Vrijheid,
M. A. THIEL, presilente.
C. P. BAL, secretaresse.