WOENSDAG 24 APRIL 193? HïSRL'EHPS DAG 6 CAD 7 De kleurrijke bloemen van Flora IV. Op de 'vierde tijdelijke tentoonstelling, die a.s. Vrijdag voor liet publiek wordt openge steld, zullen zonder twijfel de inzendingen der orchideeën of standelkruiden de Ilolland- sche naam! het meest de aandacht trekken. Als men met Linnaeus de palmen de vorsten onder de planten wil noemen, dan zijn de or chideeën op zijn minst de princessen. Plant kundigen, kweeteers en liefhebbers voelden zich allen tot deze plantenfamilie aangetrok ken en er is een 'literatuur over, die niet meer te kennen is. Behalve de groote -werken van Pfitzer, Williams, Diels, Reichenbach e.a., zijn er detail-studiën over één enkel geslacht, zoo- als het boek van Dubois over de Cypripediums. Dan zijn er tijdschriften, haast alleen gewijd aan de orchideeën, nu eens de botanische zijde dan weer de tuinbouw-technische kant be lichtend. Ruim een eeuw geleden waren in de tuinen van Kew maar een 40 soorten in cul tuur en nu is dat al over de 2000, dus al een vrij groot deel, van de pl.m. 15000 bekende soorten. In het algemeen hooren de orchideeën thuis In de tropische en sub-tropische streken, maar een soort Platanthera, waarvan in ons land de Witgele, welriekende nachtorchis een ver tegenwoordiger is, groeit zelfs vrij ver naar het Noorden. Wat de groeiplaatsen betreft, onderscheidt men twee groote groepen en wel vooreerst de „aardorchideeën" of terrestrische vormen en de veel grootere' groep der arboricole soorten of „boomorchideeën", die óp de schors zitten, maar niet op de boomen woekeren. Al onze in- landsche soorten behooren tot de eerste groep en sommige zijn in onze onmiddellijke omge ving te vinden. Zoo staan verschillende'Orchis- soorten in de rietmoerassen bij de Liede, Half weg, enz. Ook in de duinen -vinden we vertegenwoor digers, b.v. de Kever-orchis (Listera), Gym- madenia, Anacamptis, enz. Veel van onze in- landsche orchideeën zijn beperkt tot Zuid- Limburg en sommigëe ook daar nog vrij zeld zaam. De „boomorehideeën" vinden we vooral in de warmere gewsten, zoowel'in Azië als Austra lië, Zuid-Afrika en Z.-Amerika, maar ik denk, dat dit laatste gebied het rijkste aan soorten is. De bekende ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt, die Z.-Amerika heeft bereisd, zegt daarvan: „Het leven van een schilder zou niet toerei kend zijn, om, zich slechts tot een klein gebied beperkende, de prachtige .orchideeën af te beelden, welke de diepe bergdalen van de Pe- ruaansche Andesketen sieren". Professor Went beweerde eens, dat men met alle orchideeën en varens, die op één groote woudreus hebben 'postgevat, bijna alle kassen van een Hortus zou kunnen vullen. Vooral een boom, die hoog boven de andere uitrijst en dus in het volle licht staat, zit zóó onder de bloem rijke planten, dat mén er versteld van staat. Want vaak hoort men de opvatting, dat de orchideeën in de vochtige, en sombere of halfduistere oerwouden zitten, maar regel is het, dat ze veel licht wenschen en ook, dat ze in vrij droge wouden best kunnen leven. Nu kunt u hier en daar op de tentoonstel ling goed zien, hoe nu die epiphyten dat zijn planten, die op boomen zitten, maar niet woe keren aan water en voedsel komen! Bij Oncidium, Vanda, e.a. ziet men zeer duidelijk een groote massa witte luchtwortels omlaag hangen. In de natuur zijn het formeele prui ken, waarin gevallen blad, verwelkte bloemen, vruchten en doode insecten blijven vastzitten, waardoor een massa humus wordt verzameld. Maar ook zonder deze materie op te vangen, hebben de luchtwortels een voorname taak. De witte kleur is te danken aan duizenden zeer fijne haren, en cellen: het velamen. Die cellen nu hebben, evenals ons veenmos of Sphagnum, den bouw van „watercellen", d.w.z. in de cel- wand zitten kleine openingen, waardoor ze bij regen en nevels zóóveel water opnemen, dat we de druppels overal zien schitteren. De kweeker ziet dit gebeuren, als zijn kas zeer vochtig is na het gieten. In dat geval blijkt ook, dat onder het witte velamen dat in den drogen tijd het zonlicht terugkaatst! een laag bladgroen ligt, waarmee de plant zich- voedt. Br zijn zelfs orchideeën, zooals Taeniophylluan („lintblad") en Polyrhiza („veelwortël"), waar de bladeren geheel zijn verdwenen en de platte, groene luchtwortels voor de voeding zorgen. Uit die groene wortels, die zich plat op de stammen drukken, komt dan een tros met prachtige bloemen voor deu dag. En de echte wortels? Die vertakken zich in de stof en humus, die is verzameld of die op de stammen tusschen de schors waait. Van daar, dat de orchideeën eerst zoo langzaam groeien en het bij ons in de kassen 6 a 10 jaar kan duren, voor een Cattleya gaat bloeien. Die gewone wortels hebben weer het eigenaardige verschijnsel, dat ze leven in symbiose of „sa menleving" met bepaalde schimmels, die hun helpen bij de' voeding, speciaal bij het opne men van stikstof. Zoo'n orchideeën-wortel, omsponnen door schimmels, een „mycorrhiza", kan daardoor vla de schimmels de' luchtstikstof opnemen. En dat is een groot voordeel, want op de groei plaatsen is niet veel stikstof in den vorm van salpeter of ammoniak. De kweekerïj heeft daar rekening mee ge houden. Men heeft zelfs reinculturen van de schimmels gemaakt, om daar de jonge orchi deeën terstond mee in aanraking te brengen. Burgeff heeft ons dit mooi aangetoond, maar ieder, die schimmels heeft gekweekt, weet, dat die cultuur haar verrassingen heeft. Zoo zijn veel kweekers dan maar weer teruggekeerd tot het „zaaien op de pot", d.i. men zaait op de aarde, waarin de oude planten al goed groeien en hun schimmels gaan op de jongen over. Eenvoudig, goed engoedkoop! Het is te vergelijken met het uitstrooien van aarde uit een veld, waarop lupinen goed groeiden, over een pas ontgonnen stuk heigrond.. Aan veel orchideeën ziet men knolvormig verdikte bladstelen: de schijnknollen, waarin water wordt bewaard voor de droge tijden. Bij de soort Bolbophyllum zijn ze zoo groot als een kinderhoofd En nu de bloemen! Alle orchideeën-bloemen hebben iets bijzonders, iets voornaams. Bij onze Hollandsche soorten is dit ook al wel zoo, maar bij de meeste onzer orchideeën zijn de bloemen wat klein en dicht bijeen geplaatst, terwijl bij de Vanda's, Oncidiums, Laelia's Cymbidiums, Cattlyea's enz., elk bloem-indi- vidu beter uitkomt, al staan ze ook meestal in trossen. Renanthera Lowi van Borneo heeft zelfs een tros van 4 Meter lengte! Alle orchi deeën-bloemen, hoe varieerend ook, hebben steeds 6 bloembladeren, waarvan er één, de lip of labellum, meestal bijzonder groot is en met een prachtig honigmerk is versierd. De vijf andere bladeren ?"n soms als een helm over stuifmeel en stamper gebogen, maar soms staan ze wijd uiteen. Bij Oncidium lijken er een paar op sprieten van insecten en bij de soort Paphiopedilum hangen er twee als een paar dm. lange draden omlaag. Zoo grillig als de vorm kan zijn, zoo vreemd zijn ook vaak de kleuren, Vaak dringt zich de vergelijking met allerlei dieren op, die men in de bloem meent te zien:.hier een vlieg, daar een spin, ginds een hommel of bij. Bij een Brazilaansohe soort schijnt een kleine, witte duif in de bloem te zitten: de „spirito-samto" bloem. Op Java wordt de hel derwitte bloem van Phalaenopsis amabilis ook wel de „vliegende duif" genoemd. Wij noemen al die teekeningen het honigmerk en beschou wen het als een wegwijzer voor de insecten met het opschrift: „naar den honing". Het stuifmeel is door een kleverige stof, de viscine, tot één massa of pollinium samengekleefd en dit krijgen de insecten aan hun kop vastge plakt, zoodat ze een volgende bloem kunnen bestuiven. Sommige insecten zitten er wel eens zóó mee volgeladen, dat men sprak van „ho rentjes-ziekte". Na de bestuiving verwelken de bloemen snei en soms heeft ook een kleine wonde hetzelfde gevolg (wond-reactie). Daarom moet men de bloemen vooral niet aanraken, vooral niet van binnen en dan, op bestuiving wachtend, blij ven ze soms weken lang, itot zelfs 80 dagen toe frisch. Eigen stuifmeel geeft meestal geen bevruch ting en bij Notylia werkt hét zelfs als vergift. Daarentegen geeft de vanielje dan wel vruch ten. De bekende „vaniéljestokjes" zijn de lange vruchten van een Z.-Amerikaansche orchidee, waarin een geurende stof zit, de vanilline, maar die nu ook gemaakt wordt uit kruidna gelen en dennennaalden. Op Java, waar de bestuivende insecten ontbreken, wordt elke bloem even kunstmatig bestoven. Het zwarte goedje, dat in de vrucht zit, is het stoffijne zaad. Zoo weegt een zaadje van Dendrobium 0,005 milligram. Uit een rijpe vrucht zag ik in de zonnestralen de zaden als stof wegdw'arre- len en zelfs opstijgen. In de vrucht zitten eigenaardige springdraden, die bij rijpheid de zaden uit de deur zetten. Ten slotte nog iets over de kweekerij. Orchi deeën zijn buitengewoon prijzig. De inzending op een Londensche tentoonstelling werd ge schat op 6 ton! Natuurlijk zorgt men voor be waking en plaatst-men zeldzaamheden buiten „grijpafstand". Sanders, een bekend kweeker, zei: „een or chideeën-verzameling is een angstig bezit". Een klant betaalde aan de firma Hugh Low en Co. voor één driebloemig exemplaar van Odontoglossum crispum f 18.000, dus dat werd f 6000 per knoopsgat, wat ongeveer twintig maal zoo duur is als diamant. Toch zijn bouquetjes orchideeën in verhou ding niet duur. Voor f7,50 a 10 gulden heeft men een aardig vaasje gevuld en als andere 'oote bouquetten al lang weggegooid zijn, staan nog weken lang de orchideeën in onver flauwe pracht, te herinneren aan de feeste lijkheid. Merkwaardig is ook de mogelijk, allerlei soorten en zelfs geslachten onderling te kun nen kruisen, wat bij de meeste andere planten niet gaat. Ook de bastaarden kunnen weer on derling worden bestoven en zoodoende zijn er zelfs „tri-generische" bastaarden ontstaan (genus-soort)De namen geven ons de „ouders" aan: Laelio-Cattleya; Brasso-Catt- leya; Schombo-Cattleya, Sophro-Laelio-Catt- leya, e.a. Bij te ver doorgevoerde kruisingen krijgt men echter vaak teleurstellingen door uitblij vende vruchtzetting of uiterst geringe kiem- kracht, maar voor deze moeilijke kwesties uit de erfelijkheid zullen we hierbij halt houden. A. MELLINK. KRUISWEG 60Tel.16659 (Adv. Ingez. Med.) GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Handschoenen en ceintuurs, bur, v. pol., Smedestraat. Autoped, Moer, Perseusstrraat 35, 2 bussen olie, Havenkantoor, Catharijnebrug. Pyjamabroek, v. Breugel, Reitszstraat 80, Leer boek, Kraayenhagen, Vrouwenhekstraat 68. Boord, Jansen, Indischestraat 56. Geldstuk, v. Reep. Boterstraat 5. Guitaarfoudraal, bur. v. pol., Smedestraat. Dameshoed, v. d. Meij, Nassaulaan 31. Hond, kennel Jan Gijzen. Arm bandhorloge, v. Luijk, Damaststraat 33. Hond je, Dirks, Jan Nieuwenhuizenstraat 31rood. Hond, Kennel Fauna. Handschoenen, Bakker, Z. Stationsweg, Bloemendaal Hond, Kennel Fauna. Hond, Blankenstein, Harmenjansstaat 19. Koppeling van aanhangwagen. Koreman, Jan v. Zurenstraat 22. Mand m.i.. Mensing, Diederikstraat 22, Oorknop, Bloemzaad, Scho tersingel 2. Portemonnaie m.i,. Maste, Pla taanstraat 91. Damesportemonnaie m.i.. Botte lier. Göuw Weteringkade 18. Riem, Koelemij, Zuidpolderstraat 67. Rijwielbelastingplaatje, Dazaat, J. F. Helmersstraat 16. Rijwielbelas tingplaatje, Boerrigter, Zomervaart 126. Riem pje. bur. v. pol., Smedestraat. Rijwielbelas tingplaatje, Aarts, Nassaulaan 87, Dijkmans, Schoterveenstraat 26 en v. 't Hoff, Timorstr. 146. Schoentje, Antonisse, v. Berensteynstr. 2. Stoffer, v. Velden, Bakenessergrach't 75rd. Spaarbankboekje, Booch, Nassaulaan 19. Boodschappentasch, Rót, Verspronckweg 110. Big. Segerius, Goetzestraat 10. Pak vitrage, Huisting, Middenweg 58. Zak aardappelen, v. d. Eem, Leidschevaart 386, 3 zakken grind, bur. v. pol., Smedestraat. Wentink omtrent de grossierspositie kan ik geheel deelen. Doch zijn meening omtrent de z.g. „eigen merken" onderschrijf ik niet. Ik verwijs daarvoor naar de kruideniersbranche, waar dit verschijnsel sterk is doorgevoerd. Mijn bezwaar tegen het merkartikel, beschouwd uit détaillistenoogpunt, is dit, dat de oude functie van den détaillist, als kenner van waren, in het gedrang komt. Het merkartikel heeft hij feitelijk alleen maar te overhandigen. Daarbij brengt het merkartikel hem in een minder onafhankelijke positie. Hij heeft zich aan te passen bij de verkooppolitiek van den fabri kant. Gaat men het merkartikel beoordeelen door den bril van fabrikant eenerzij ds, consu ment anderzijds, dan komt men tot geheel andere beschouwingen. Ik plaatste in mijn artikel den détaillist op den voorgrond. MOLLERUS. 1 iil il nn hoi Din ia Rond m ipicip «mi* Up Hel Dill Ic DallU III Iclojc BB 153 ft (Adv. Ingez. Med.) LIJST VAN MAIL- EN LUCHTPOSTVERZEN DINGEN VAN 25 T/M. 28 APRIL 1935. Nederlandsch-Indie, mail via Napels per s.s. „Kota Baroe" 25 April gewone stukken 3.25; luchtpost AmsterdamBandoeng 25 April gew. st. 3.25; luchtpost LondonSingapore Australië 27 April gew. st. 2.15, Vereenigde Staten van Amerika, Canada en Mexico, via Cherbourg 25 April gew. st. 18.15; via Glasgow (alleen Canada) 25 April gew. st. 16.45. Argentinië, Brazilië, Chili, Uruguay, via Napels 25 April gew. st. 5.45; via Lissabon 28 April gew. st. 2.15; luchtpost Duitschland— Zd. Amerika 27 April gew. st. 7.25; luchtpost MarseilleZd. Amerika. 27 April gew. st. 7.25. China, Hongkong, Philippijnen, Japan, Mantsjoerije, Jehol, via Siberië 25 April gew. st. 18.15; luchtpost AmsterdamBandoeng 25 April gew. st. 3.25. Irak (Mesopotamië), via IstanbulAdana Damaskus 26 April gew. sr. 3.25; via Brindisi Alexandrië 26 April gew. st. 10.40. Britsch-Indië, via Marseille 25 April gew. st. 9.25: luchtpost AmsterdamBandoeng 25 April gew. st. 3.25; luchtpost LondonCalcut taSingapore 27 April gew. st. 2.15. Ceylon, via Marseille 25 April gew. st. 12.30; via Napels 26 April gew. st. 13.15. Luchtpost als Britsch-Indië. Singapore via Napels 25 April gew. st. 3.25; via Napels 26 April gew. st. 16.05; via Marseille 25 April gew. st. 12.30. Luchtpost als Nederlandsch-Indië. Penang en Siam, via Napels 24 April gew. st. 22.—. Luchtpost als Nederlandsch-Indië. Egypte, via Napels 25 April gew. st. 3.25; via Brindisi 26 April gew. st. 5.45; via Napels 27 April gew. st. 13.15: luchtpost Amsterdam- Bandoeng 25 April gew. st. 3.25; luchtpost LondonCalcuttaSingapore 27 April gew. st. 2.15; luchtpost LondonCaïroJohannes burg 27 April gew. st. 16.45. Oost-Afrika, via Marseille 25 April gew. st. 9.25; luchtpost LondonCairo—Johannesburg 27 April gew. st. 16.45. Zuid-Afrikaansche Unie, via Southampton 25 April gew. st. 16.45; via Southampton 27 April gew. st. 2.15. Luchtpost als Oost-Afrika. Australische Statenbond, via Marseille 25 April gew. st. 9.25; luchtpost Amsterdam Bandoeng 25 April gew. st, 3.25; luchtpost London—SingaporeAustralië 27 April gèw. st. 2.15. Nieuw-Zeeland, via Cherbourg 25 April gew. st. 18.15. PURMEREND, 23 April. Kaas. Aanvoer 32 stapels kleine, f 1213 per 50 K.G. Boter. Aanvoer 1446 K.G., prijs f 1,35—1,40 per K.G. Vee. 1352 runderen, waaronder zijn 310 vette en 23 stieren. 7 paarden f 60130. 54 vette kalveren f 0.300.50 ped K.G. 1026 nuchtere dito f 212 per stuk. 218 vette varkens f 0.38—0.40 per K.G. 58 magere dito f 15—28 per stuk. 308 biggen f 818 per stuk. Vette koeien, prijshoudend, f 0.540.60 per K.G. Gelden koeien, prijshoudend f 80145 per stuk. Melkkoeien, prijshoudend, f 110190 per stuk. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, ge-plaatst of niet geplaatst, roordt de kopij den inzender niet teruggegeven. De veiligheid 's avonds langs de groote wegen. Geachte redactie, Nu het blijkt, dat de lampen voor de extra verlichting op de Leidsche Vaart met rood licht en de verlichting op den Heerenweg groote moeilijkheden 's avonds voorkomen,' meen ik, dat 't aanbeveling verdient, ook zulke lan taarns te plaatsen langs den Wagenweg (Haarlem), de Dreef (waar het ook stik donker kan zijn vooral bij donkere maan) Paviljoenslaan, Kleinen Houtweg, den weg van het Plein tot en met de Heemsteedsche dreef, de singels, de Zandvoortschelaan enz. enz. Op al deze plaatsen is ontzaglijk veel autoverkeer en bestaat bij den huidigeri toe stand veel kans op ongelukken. Met dank voor de plaatsing, Uw abonné M. S. GAARKEUKEN. Merkartikelen. Geachte Redactie, Naan aanleiding van het artikel in uw blad dd 11 April, betreffende merkartikelen, ben ik zoo vrij het onderstaande onder uw aandacht, resp. onder die van den heer Mollerus, te brengen. Volgens mijn meening is de invoering van merkartikelen voor den fabrikant zoowel als voor den détaillist van groot belang, aange^ zien hiermede als hoofdfactor aan de steeds voortwoekerende afbraakpolitiek een einde gemaakt wordt. Bij het invoeren van een merkartikel is het noodzakelijk een vastgestelden verkoopprijs in te voeren en het is tevens noodzakelijk, hief op een constante controle uit te oefenen en ver dere levering te weigeren, wanneer niet aan dit voorschrift voldaan wórdt. Het heeft toch niet het minste, nut voor den détaillist, indien een concurrent goedkooper verkoopt, zijn prijs weer onder den prijs van den concurrent te zetten, enz., want. dit systeem is absoluut af brekend en voert tot algeheele verarming van dén détaillist en wordt helaas maar al te veel toegepast. Het verschil tusschen vastgestelden ver koopsprijs en inkoopsprijs moet zoodanig vastgesteld worden, dat de détaillist een nor male winst op het artikel kan maken en in dat geval zal hij er zeker niet afkeerig tegenover staan. Indien de fabrikant niet via grossiers werkt, maar direct met détaillisten, heeft hij reke^ ning te houden met zeer veel verhoogde uit gaven. o.a.: meer reizigers, daar zijn aantal klanten enorm veel grooter wordt; vergroo ting der geheele administratie; invoering van een grootere verkoopsorganisatie; duurdere verzending tengevolge van versnippering; aanleggen en in standhouden van grootere vóórraden. Dat een en ander zeer belangrijk op den kostprijs van den fabrikant drukt, is duide lijk; het is derhalve in zeer vele gevallen aan te bevelen de in het algemeen ter zake kun dige grossiers in te schakelen. Dezen dienen dan echter werkelijk als grossiers te fungee- ren en niet zooals thans dikwijls het geval is, te parasiteeren op den fabrikant. Zij moeten zich er van bewust zijn, dat zij het stootblok tusschen fabrikant en détaillist moeten vor men en dus de voorraden voor directe leve ringen moeten aanhouden, aangezien indien zij aan dit doel niet meer wenschen te beant woorden, de fabrikant noodgedwongen in staat zal blijken, hen uit te schakelen. Tegen den verkoop van een merkartikel tegen vastgestelden verkoopsprijs zal geen grossier een bezwaar maken; integendeel, in dien hem een behoorlijke winstmarge gegaran deerd wordt, zal hij zich zeker voorstander verklaren. Ik geloof niet, dat de groot- en kleinhandel een bestrijdingsartikel zullen zoeken, indien het invoeren en pousseeren van een merk artikel maar op de juiste wijze door den fa brikant geschiedt. Gelooft U, dat groot- en kleinhandel erbij gebaat zijn, indien iedere groep met eigen merken zou komen? De verwarring zou hier door grooter worden en de concurrentie nog scherper. Hoogachtend, H. WENTINK, Duinoordstraat 52, Haarlem. Met groote belangstelling heb ik kennis ge> nomen van de zienswijze van den heer Wem tink. In het kort zou ik diens opmerkingen als volgt willen beantwoorden: Aangenomen dat het merkartikel verbonden behoort te wordên aan een voor dit artikel vastgestelden ver koopsprijs, is het „tevens noodzakelijk hierop een constante controle uit te oefenen en ver dere levering te weigeren bij niet voldoen aan dit voorschrift". Daar schuilt een der groote moeilijkheden. Dat is alleen mogelijk, indien van regeeringswege ingegrepen zou worden, Over de al of niet wenschelijkheid van een dergelijk ingrijpen zal ik het niet hebben. Ik ontken evenwel, dat eenige onderneming of groep van ondernemingen afdoende in staat zou zijn, deze controle te doen uitvoeren. Het is mij bekend, welke enorme kosten er bijv. gemoeid zijn met de controle op den verkoop van Philips gloeilampen. Toch worden deze lampen nog onder den vastgestelden prijs ver kocht. Zoo zijn er nog tal van voorbeelden. De moeilijkheid voor den détaillist bij vastge stelde merkartikelenprijzen schuilt naar ik meen hierin, dat het uiterst moeilijk is „een normale winst" vast te stellen. Zoodra deze winst aan den hoogen kant is, wordt de ge neigdheid om met minder genoegen te nemen, groot. Is het omgekeerde het geval, dan zoekt de détaillist en volkomen begrijpelijk naar een ander artikel, waarmede meer te verdienen valt. De uitzetting van den heer De haltes der N. Z. H.-bussen. Geachte redactie, Als dagelijksch autorijder in Haarlem heb" ik, en met mij vele andere autorijders, tel kens weer de ontdekking gedaan hoe ge vaarlijk vele halte's dier bussen geplaatst zijn. Bijvoorbeeld op hoeken van straten als: hoek NassaulaanZijlstraat. Eén dezer dagen reed ik daar achter de bus aan; de bus stopte bij de halte, ik passeer de, zag niets aankomen en plotseling reed er een wagen bijna tegen mij aan, aangezien ook die chauffeur geen uitzicht had op de Nassaulaan. Zoo zijn er nog veel gevaarlijke haltes, o.a. WilhelminastraatKeizerstraat, Kleverpark- wegSantpoorterstraat; zelfs 3 haltes op hoeken. Een particuliere auto mag niet op hoeken stoppen, maar zoo'n groot gevaarte dat totaal het uitzicht belemmert, mag blijkbaar alles. Waarom deze haltes geen 10 M. terugge bracht?. Ook zou ik willen verzoeken aan de chauf feurs der bussen: stop alléén bij de haltes en niet op andere punten zooals een buschauf feur deed, midden voor den Verpronckweg, waardoor ik genoodzaakt werd plotseling te stoppen. Hierdoor werd mijn achterbumper in elkaar gedrukt door een auto uit tegengestel de richting, die zijn bocht maakte om den Verspronckweg op te gaan, maar daar ook niet op rekènde. Met dank voor de plaatsing, IEMAND DIE DAGELIJKS AUTORIJDT. Haarlem, April 1935. Internationaal vertrouwen. Haarlem, 20 April 1935. M. de R., Het is toch erg jammer dat Haarlem's Dagblad geen wereld-oplage bezit! Het is merkwaardig hoeveel „vredes-uitvin- ders" zich in dit blad manifesteeren, hoewel zij toch kunnen nagaan, dat hun stemmen niet tot Genève doordringen. Anders zou immers een zóó eenvoudige oplossing als: onderling vertrouwen, toch wel in Genève ter sprake zijn gekomen? De geachte inzender zou zijn ..uitvinding" beslist aan den Volkenbondsraad moeten voorleggen, zoodat men binnenkort in b.v de New-York Herald zal kunnen lezen: Mr. Beun Wins Nobelprize For Peace! Hopenlijk wil de geachte uitvinder ook de Haarlemsche lezers eens inlichten, hoe dat (internationale)vertrouwen tot stand moet komen? Een eenvoudige leuze zal toch ook wel langs eenvoudigen weg zijn te bereiken! Mij dunkt dat het overal op de wereld gelijk tijdig zal moeten beginnen, zoodat er geen „achterlijk" land overblijft, dat nog verwerpe lijke en primitieve instincten huldigt zooals zelfbehoud en gelaten eventueele verdringing door grootere machtsgroepen ondergaat. Momenteel meen ik nog te moeten aanbe velen hét zoo juist gestelde alternatief: elkaar wantrouwen en (dus) beschermingsmaatre gelen nemen, hopende dat de heer Beun de Regeering spoedig moge inlichten hoe dat achterlijke „beginsel" zal kunnen worden los gelaten! J. H. VAN SWINDEN KOOPMANS, Adviseur voor Luchtbescherming. Luchtbescherming. Aan den heer J. H. van Swinden Koopmans. Ons antwoord op uw 2de ingezonden stuk kan kort zijn. Bij de beoordeeling van de luchtbe scherming gaan wij van een geheel ander standpunt uit den u. U beschouwt den oorlog als een natuur ramp, een ongeluk, dat ons nu eenmaal bo ven het hoofd kan hangen en waarvan u fa talistisch aanneemt, dat zij komt. De lucht bescherming komt dan op één lijn te staan met reddingsbooten, brandweer, veiligheids maatregelen in mijnen, enz. Wij beschouwen den oorlog: lo. als misdadig menschenwerk, dat ver hinderd kan en bestreden moet worden in alle landen, internationaal en nationaal. Deze bestrijding kunnen wij helaas niet aan de re geeringen overlaten. Dat deze tot nu toe niets bereikt hebben, komt o.a. doordat de drang van de publieke opinie niet sterk genoeg is. Deze wakker te maken is juist het hoofddoel van een internationalen bond als de onze, die ih 47 landen werkzaam is. 2o., als een besmettelijke geestesziekte, waarvan wij de oorzaken moeten bestudeeren en wegnemen. Het zijn nu juist de psycholo gische oorzaken als angst, wantrouwen en haat, die door de luchtbescherming in de hand gewerkt worden. Baldwin vergeleek on langs zeer terecht den toestand in Europa met een gekkenhuis. Door luchtbescherming en dergelijke maatregelen past men zich meer en meer aan dezen toestand aan, waardoor deze normaal gaat lijken. Daarom aanvaarden wij de luchtbescher ming niet, hoe goed bedoeld die ook zijn moge. Ten slotte moeten wij protesteeren tegen door u gebruikte termen, nl. „défaitisten" voor pacifisten en „drogredeneeringen" voor de wetenschappelijke beschouwingen van Dr. Gertrud Woker, professor in de chemie te Bern. Hoogachtend. Namens het Bestuur van de afdeeling Haarlem Int. Vrouwenbond voer Vrede en Vrijheid, M. A. THIEL, presilente. C. P. BAL, secretaresse.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 11