UIT HET BUITENLAND 4 de balans van de croote slachting. letteren en kunst alberdingk thijm. Emile Erens zeventig jaar. THIJS IJS EN DE KWADE SLANG Radio-Programma VRIJDAG 26 APRIL 1935 HAARLEM'S DAGBLAD Frankrijk stelt een „luchtbewaking" aan de Noordoostgrens voor. Maatregel tegen „schendingen door buiten landsche vliegtuigen". Keer! ex-koning George op den Griekschen troon terug? Bespreking zou te Parijs gevoerd zijn. Frankrijk. Luchtbewaking van de Oostgrens. Reuter meldt uit Parijs: Het Fransche ministerie van Luchtvaart deelt mede. dat in verband met'de steeds veel- vuldiger voorkomende schendingen van de verboden gebieden aan de Fransche Noord oostgrens door buitenlandsche vliegtuigen, de regeering daar ter plaatse maatregelen op het gebied der luchtbcwaking heeft genomen, welke noodig worden geoordeeld. Griekenland. Naar herstel van het koningschap? Naar „United Press" verneemt, heeft- te Parijs een ontmoeting plaats gevonden tus- schen Grieksche royalistische vluchtelingen en vertegenwoordigers van de Grieksche re geering, waaraan ook werd deelgenomen door ex-koning George van Griekenland. Besloten werd. dat koning George nog vóór het midden van dezen zomer zal terugkeeren op den Griekschen troon. De formeele uitnoodiging daartoe zal door leden van de in Mei of begin Juni te kiezen Nationale Vergadering namens de meerderheid van het, Grieksche volk aan den ex-koning worden overgebracht. Eerst na 'sKonings te rugkeer naar Athene zal in Griekenland een volksstemming worden gehouden over de kwestie van het herstel der monarchie. Naar verluidt zou ex-koning George bereid zijn de uitnoodiging aan te nemen. Men neemt aan', dat hij zijn nieuwe regee ring naar Engelsch voorbeeld wil vormen, d.w.z. op constitutioneele en liberale basis. Men verwacht verder, dat zijn regeering ex- koning George is zooals bekend een neef van den koning van Engeland wat de buiten landsche politiek betreft zich naar Engeland zal orienteeren. (Tel:) Dujfsclhland. Commentaar op een artikel van MacDonald. De Britsche premier MacDonald heeft een artikel geschreven, getiteld „Duitschïand, Stresa en de vrede", dat in het orgaan der na tionale Labour Party, de ..News Letter" is ver schenen en waarin hij betoogde, dat Duitsch- lands handelwijze het gevoel van onderling vertrouwen in Europa moet vernietigen. In een commentaar zegt de „Voelkischer Beobachter" o.a.; .MacDonald maakt Duitsch ïand het verwijt weder den weg van het mili tairisme te hebben betreden en het tegen woordige vertrouwen in Europa te hebben verstoord MacDonald heeft naar het schijnt nimmer den politieken toestand in Europa in de 16 jaren sedert Versailles in hun werke lijkheid erkend". Berliner Boersenzeitung noemt MacDonald „een vredesstichter, die op den verkeerden weg is en van wien men bijna den indruk zou kunnen krijgen als leefde hij in een „Klausur", waarin geen lieden van het openbare leven doordringen. Hij spreekt slechts van blind Berlijn, en vermijdt de vraag te richten tot Parijs en Moskou, hoe men daar blind kan zijn tegenover de werking die de kolossale bewapening van deze beide landen moet heb ben op het gevoel van veiligheid van andere naties". Rusland. Nieuwe instructies voor den gezant te Parijs. In officieele kringen te Rome verklaart men, naar Reuter meldt, dat de uitnoodigin- gen tot bijwoning van de Donau-conferentie aan de regeeringen der buurstaten van Oos tenrijk. benevens aan Polen en Roemenië zijn verzonden. Bulgarije zal worden uitgenoodigd, indien bewapeningskwesties ter sprake komen. Men verwacht, dat de conferentie inder daad op 3 Juni zal beginnen. Italië. De Donauconferentie. De raad van volkscommissarissen heeft in zijn Donderdag gehouden zitting den volks commissaris van buitenlandsche zaken ge machtigd. nieuwe instructies te zenden aan den Sovjet-gezant te Parijs, Potemkin, ten einde deze in staat te stellen, de Fransche en Russische opvattingen met elkaar in overeen stemming te brengen. Amerika. Roosevelt's werkverschaffings plan. President Roosevelt heeft nadere mede- deelingen gedaan omtrent de practische uit. werking van zijn werkverschaffingsprogram waarvoor hij de beschikking heeft gekregen over 'n crediet van 4.380.000.000 dollar. Het program is het grootste van dien aard dat ooit is uitgevoerd en bevat thans acht pun ten. Deze zijn: 1. Aanleg van wegen voor snelverkeer met viaduct-kruisingen; 2. Steunverleening aan personen in de door rampen geteisterde landbouwstreken en een algemeen program voor het herstel van normale toestanden in den Ameri- kaanschen landbouw; 3. Electrlficatie van het platteland. 4. Bouw van goedkoope woningen, zoowel op het land als in de steden. 5. Steunmmaatregelen voor hoofdarbei ders. 6, Voortzetting van de uitbreiding van het Civilian Conservation Corps, een soort ar beidsdienst in werkkampen. 7, Het verstrekken van leeningen aan dis tricten, steden en straten; 8, Grondverbetering, ontginning en bebos- sching. Roosevelt verklaarde voor de uitvoer in? hiervan de behoefte te hebben aan nog drie nieuwe federale bureaux, n.l. een afdeelin; die tot taak zou hebben den bouw van viaduct-overgangen in de bestaande wegen voor snelverkeer, ten tweede een organisatie voor de co-ordinatie van de hulpmaatrege len op het platteland, welke onder leiding zal komen te staan van Rexford G. Tugwell, en een bureau voer de electrificatie van. het platteland. Om de tien seconde een doode Wat opgebouwd had kunnen worden. Onder het opschrift „De afschuwelijkste sta tistiek aller tijden" lezen wij in het maand blad Het Gouden Tijdperk o.m.: Toen de afschuwelijkste statistiek van alle tijden van den Wereldoorlog 1914/18 gepu bliceerd werd, namen wij met de diepste ont roering, doch ook met de diepste veront waardiging, hiervan kennis. Van de 70 mil- lioen voor den arbeid bruikbare mannen, die onder de wapenen geroepen werden, zijn ongeveer 13 raillioen gevallen en 20 millioen gewond. De Entente met inbegrip van Rusland hebben 6.3 millioen, Duitschïand en zijn bondgenooten over de 4 millioen gevallenen. Duitschïand alleen heeft meer dan 2 millioen dooden en meer dan 4,5 mill, gewonden te be treuren. Nog heden zijn er in Duitschïand ongeveer 785.000 oorlogsinvaliden, pl.m. 530.000 oorlogsweduwen en pl.m, 1,150.000 kin deren, die recht op rente hebben, ongeveer 58.000 oorlogsweezen en 200.000 behoeftige ouders van gevallen zonen. Er vielen op de slachtvelden, nauwkeurig berekend. 12.990.570 soldaten-, In de 4 jaren, 3 maanden en 10 dagen, die de oorlog duurde vielen elke minuut 6 mannen, dat wil zeggen, om de tien seconden één. Indien men den tijd, dien de'oorlog geduurd heeft, berekent, dan komt men op 1560 dagen of 37.440 uren. Zoodoende komt men tot het afschuwwek kende getal van gemiddeld 8327 gevallenen per dag. De afgrijselijkheid van deze statistiek kan men pas dan beseffen, als men zich er een voorstelling van tracht te maken, hoeveel harteleed en ellende door deze 13 millioen dooden veroorzaakt zijn. Het bloed van de gevallen 13 millioen zou een meer met 52.000 kubieke meter kunnen vullen. Dit beteekent niet minder dan dat deze 52 millioen liter kostbaar menschbloed meer dan een dag Tang de watermassa's, die van den Niagara-waterval afstroomen, zou den kunnen vervangen. Een ontzettende ver gelijking! Even afschuwwekkend moet de voorstel ling ons aandoen dat de 13 millioen dooden naast elkander gelegd, een uitgestrektheid van 16.000 kilometer zouden vormen. Kan men zich iets afschuwelij kers voorstellen, dan zulk een massagraf? Anders voorgesteld: Indien wij de schare der gevallenen voor onze woning zouden willen zien voorbij marchee- ren, dan zouden wij daartoe 814 dagen noodig hebben. Niet slechts 24 uren pel- dag, doch dagen en nachten achtereen zou den wij moeten toezien, een tot twee weken lang, tot de ontzettende menigte in rijen van 4 tot 12 aan ons voorbij getrokken zouden zijn. Welk een menigte, die aan het brutale duivelsche geweld ten offer vielen! Ongeveer 20 millioen werden in den Wereld oorlog gewond. Hierbij zijn 10 millioen in validen inbegrepen. 116.713 Zwaar gewon den. 44.357 verminkten met nog slechts één been. 41.688 longzieken. 20.952 verminkten met één arm. 5400 geestezieken, 2900 blinden. 1269 verminkten zonder beenen en 135 zonder armen behooren eveneens tot de slachtoffers van den volkerenmoord van 1914'1918. Met dezë verlieslijst is echter nog geens zins de balans oDgemaakt van diegenen, die de mede-slachtoffers van den Wereld-oorlog werden. Voleens de mededeelingen van den gezondheidsdienst gingen in Duitschïand ver scheidene millioenen tengevolge van gebrek en ellende door ziekten ten gronde. Het tsrftecijfer steeg dan ook onrustbarend, ter wijl de achteruitgang van het geboortecijfer nog in de komende jaren merkbaar zal blijven. Behalve het verlies aan menschenlevens is er ook een kolossale materieele schade. De g-za menlijken kosten van den laatsten oorlog worden op ongeveer 700 milliard goudmark geschat, waarvan de helft alleen op rekening van de Centralen komt. Met deze som heeft men niet anders dan middelen en wegen ge schapen. om mensehen te dooden. Iedere op- bouwingsarbeid is achterwege gebleven. Aan de hand van de gezamenlijke oorlogskosten heeft men uitgerekend, dat het dooden van één mensch ongeveer 100.000 goudmark ge kost heeft. Wat de materieele schade betreft, werden oa. in Frankrijk 599.000 woonhuizen 20.000 fabrieken en werkplaatsen, en 500 kilometer ••noorrails vernietigd. Voor Duitschïand wordt het door den oorlog ontstane verlies aan volksvermogen op 500 milliard goudmark geschat. Met dit geld zou men voor iedere familie van alle landen, die aan den Wereldoorlog hebban deelgenomen, een huis kunnen bouwen ter waarde van 10.000 goudmark, met een inrichting van 4000 goudmark en een tuin ter waarde van 2000 goudmark. Bovendien bleef dan nog steeds een groote som gelds over. En iedere stad met meer dan 20.000 in woners van de landen die aan den Wereld oorlog deelnamen, zou een reuzenbibliotheek met eigen gebouwen, ziekenhuizen, sanatoria en tehuizen voor ouden van dagen met in richting, hoogere scholen enz. kunnen oprich ten, en de rëiizensom zou nog niet uitgeput zijn. Verdwijnen alle Katholieke en Protestantsche bladen in Duitschïand? Dagbladdirecteuren moeten Ariërs zijn. Devoorzitter van de Rijkskamer voor Pers aangelegenheden, Amann, heeft drie veror deningen uitgevaardigd, waarin de details der dagblad-uitgeverij worden geregeld. In deze verordeningen wordt, naar het D.N.B. meldt, bepaald, dat de eigenaars van een dagblad en hun echtgenooten hun „Arische" afkomst moeten kunnen bewijzen, teruggaande tot het jaar 1800. Voorts wordt bepaald, wie geen krant mo gen uitgeven; daaronder vallen alle publiek rechtelijke lichamen, maatschappijen, coö peraties, stichtingen, alle organisaties bij wier stichting men van een beroep, een stand of een godsdienstige organisatie is uitgegaan, personen die hun „Arische" afstamming of die van hun vrouw niet kunnen bewijzen en ondernemingen die meer dan één blad uit geven, waaronder echter niet valt het publi- ceeren van „kopbladen" van één krant. Het Rijk en de nationaal-socialistische partij zijn uitgezonderd van deze verbodsbepaling. Een blad mag ook niet zijn ingesteld op één bepaalde bevolkingsgroep, hetzij dat die confessioneel of r.aar beroep of belang is af gepaald. Er komen voor dit alles overgangs termijnen van 3, 6 of 12 maanden. Indien in één plaats verscheiden dagblad uitgevers zijn, die aangewezen zijn op den afzet van een hoogere oplage dan gezien de plaatselijke toestanden en gezonde uitgevers beginselen mogelijk is, dan kunnen een of meer van zulke bedrijven worden gesloten. Tenslotte mogen geen bladen verschijnen, cie hun karakter en hun afzet ontleenen aan een berichtgeving, die aanstoot kan ge- vpxi of de waardigheid der pers kan schaden. Havas voegt hier nog aan toe, dat alle katholieke en protestantsche bladen binnen drie maanden zullen worden opgeheven. IN HET CONCENTRATIEKAMP DOODGESCHOTEN? Reuter irrldt uit Berlijn, dat er geheimzin nigheid besTaat omtrent het lot van Friedrich Husemann, den gewezen voorzitter van het verbond van mijnwerkers. Hij is vijf weken ge leden in hechtenis genomen en zijn vrienden vreezen, op vertrouwbare inlichtingen afgaan de, dat Husemann enkele dagen geleden door een bewaker in het concentratiekamp van Petenburg is doodgeschoten. In Duitsche offi cieele kringen wordt gezegd, dat niets medege deeld kan worden. DUITSCfl-JOODSCHE GELEERDEN AAN DE UNIVERSITEIT TE JERUZALEM De Joodsche Perscommissie voor Bijzondere Berichtgeving meldt: In verband met het 10-jarig bestaan van de Hebreeuwsche Universiteit te Jeruzalem geeft het April-nummer van het te Weenen ver schijnende maandblad „Palastma" een over zicht van de gebeurtenissen, welke sedert de oprichting der Hoogeschool hebben plaats ge vonden. Betreffende de opname van Duitsche geleerden in het docentencorps wordt het vol gende vermeld: Sedert de Nationaal-Socialistische revolutie in Duitschïand, waarin het grootste deel der Joodsche geleerden en professoren van hun plaatsen afstand moesten doen. heeft de Hebreeuwsche Universiteit te Jeruzalem 15 Joodsche hoogleeraren en wetenschappelijke onderzoekers uit Duitschïand opgenomen. Bij de benoeming dezer professoren werd een reeks van nieuwe leerstoelen aan de Universi teit geschapen, b.v. een voor moderne geschie denis, die door Prof. Richard Kobner van de Universiteit te Breslau werd bezet; een voor de Latijnsche taal en litteratuur, waarin Dr. Hans Lèvy uit Berlijn zal doceeren; een voor Egyptologie met Dr. Polotzky van Berlijn; voor Joodsche filosofie met Prof. Julius Guttmann eveneens uit Berlijn: de Bialik-leerstoel voor Hebreeuwsche philologie met Prof. Torczyner, een tweede leerstoel voor zuivere wiskunde met Prof. Frankel, vroeger Hoogleeraarm.n. de Universiteit te Kiel. Vervolgens werden be noemd Prof. G. Placzek om les te geven in de theoretische natuurkunde; Dr. L. Farkas uit Berlijn voor physische chemie: Prof. Kurt Lewin voor experimenteele psychologie. Prof Lewin is thans nog werkzaam aan de Carnel Universiteit in Amerika, doch zal binnenkort- zijn onderricht te Jeruzalem aanvangen. Het nog op te richten medische centrum zal als instituut voor geneeskundige en hygiëni sche hoogere opleiding dienst doen en zich bezig houden met het onderzoek van bijzon dere subtropische ziekten. De uitschakeling der Joodsche geleerden in Duitschïand was de oorzaak, dat de leiding van dit instituut even eens kon worden toevertrouwd aan geleerden met een wereldreputatie, zooals de Professo ren: Halberstadter, Geldhaber en voorts Dr. Dollansky. Ten slotte aldus ..Palastina" werd de leerstoel voor agronomie en agrari sche politiek bezet-door 'den befaamden Ber- lijnschen hoogleeraar Prof. Brutzkus. De voordeelen, welke derhalve de He breeuwsche Universiteit van de anti-Joodsche politiek in Duitschïand heeft ondervonden, zijn onmiskenbaar en hoogst belangrijk. De verliezen, welke de Duitsche wetenschap en haar reputatie daardoor hebben geleden, zijn daarmede in overeenstemming. DR. CHAIM WEIZMANN UIT DE POLITIEK? Naar ae bladen in Palestina volgens het D. N. B. melden, wil de bekende Joodsche poli ticus en Zionist dr. Chaim Weizmann zich uit de politiek terugtrekken. Hij wordt belast met de leiding van een groote chemische onderne ming, die door de Imperial Chemical Industries en de Palestine Chemical Industries in het le ven geroepen wordt. De naam van de nieuwe onderneming is Palestine Chemical Devlop- ment Limited. HET TOONEEL. FREULEKEN. Het was gisteren bij Alberdingk Thijm de avond voor mejuffrouw Jeanne Rubeling. Reeds vroeger had deze dilettante zich bij haar vereeniging onderscheiden door haar speeltalent, maar als Miebet je heeft zij ons in Freuleken toch wel bijzonder verrast en een creatie gegeven zóó levendig en pittig, zoo frisch en natuurlijk, dat zij wel heel ver boven haar omgeving uitblonk. Haar Miebetje was zóó volkomen af, dat zij zelfs in een voorstel ling van een goed beroepsensemble een uitste kend figuur zou hebben gemaakt. Bij deze „Kattekop" was het heel begrijpelijk, dat Iman van Aerschot met haar gespeeld had; zij had uiterlijke charme en bleef toch steeds het temperamentvolle dochtertje van den ketellapper. Zij was een fel-levend natuurkind en viel daardoor juist te meer op in dezen kring van den zich nu niet bepaald gemakke lijk bewegenden landadel. Haar spel was petillant en haar Geldersch dialect klonk zoo smeuïg en echt uit haar mond, dat zij voor ons meer werd dan een figuur uit een come- die. Het was een lust om deze Miebetje in haar actie te volgen en haar groote scène met Iman speelde zij bijvoorbeeld met geestig en- train en charme, volbloedig als een ras paard je. En wat nog meer zegt zij was een natuurkind met een hart. Miebetje van mejuffrouw Rubeling werd -dan ook de groote verrassing van dezen avond van Alberdingk Thijm. Wanneer het spel der andere dames en heeren op hetzelfde peil had gestaan, wat zouden wij dan een uitstekende opvoering van Freuleken hebben gekregen, maar dat was helaas niet het geval. Ik geloof gaarne en het was ook wel te zien dat allen zich met volle toewijding aan het stuk van Roel- vink hebben gegeven, maar de meeste rollen gingen ver boven de krachten van deze ama teurs. De rolkennis liet weinig of niets te wen- schen oyer, en de régisseur, de heer Moerkerk had blijkbaar veel moeite gedaan om zijn spelers in de goede richting te leiden, maar het was duidelijk, dat de'meesten zich in dit adelijk milieu niet thuis gevoelden en zich dus in een keurslijf bewogen. Daarom leek het mij van Alberdingk Thym een vergissing, om juist dit stuk, dat n zoo bijzonderen speelstijl ver langt, voor haar laatste opvoering uit te kie zen. Uiterlijk zag alles er perfect uit; de cos- tuums waren fraai en stijlvol en het tooneel was zooals wij dat bij Moerkerk konden vernachten -goed verzorgd maar dit alles was niet voldoende om ons aan de echtheid van deze leden van den landadel uit den pruikentijd en niet van 1800, zooals het pro gramma vermeldde te doen gelooven. Verreweg het best was Jan Icas van Dijk, die wel is waar voor Job veel te oud was. maar zijn tekst met zuivere dictie en goed begrip zeide. Mevrouw Nielen-Vlekke toonde als Flo rentine weer, dat zij over speeltalent beschikt, maar de rol van het 17-jarig meisje lag haar niet en zij moest „freuleke" dan ook te veel „maken" om natuurlijk te schijnen. Zij werd daardoor te gemaniëreerd, wat juist Florrie niet mag zijn. Haar hooge stem klonk te ge- - force er<l en zij was ook van postuur en hou ding te veel de rijpe vrouw om in haar het jonge meisje te kunnen zien. O zeker, mevrouw .Nielen had zeer goede momenten, zooals in haar tooneel met Hans en Job in II maar over het algemeen kon zij Florrie toch niet tot leven brengen. Gerard Nielen was een wel decoratieve baron van Averling en hij speelde dezen land- edelman ook wel met autoriteit. Een enkelen keer schoot baron van Averling uit zijn slof, maar over het algemeen zat hij toch te veel in zijn nauwsluitend costuum geperst en bleef zijn spel te stijf en gedwongen. Het grootste tekort van deze voorstelling echter was de vertolking v an Iman van Aerschot en Henriëtte. Aan Iman van Aerschot moet alles natuurlijke charme en gratie zijn; hij moet heel zijn omgeving ver overen door zijn zonnigheid en zijn frissche jeugd. Dat konden wij onmogelijk van dezen Iman zeggen. Hij was eerder houterig en stijf dan gracieus en los, hij had niets van een veroveraar. En Henriëtte overdreef het in haar geforceerde gemaaktheid zoo zeer, dat alles onnatuur aan haar werd. Een pre- cieuse ridicule was zij dan ook allerminst. Ook Hans had weinig van den boemelstudent die hij toch moest zijn. Zoo was er veel, waardoor Roelvink's Feuleken in deze opvoering niet tot haar vecht kwam. Maar laten wij dankbaar zijn voor de fel-levende, frissche, natuurlijke Miebetje! Aan haar was het te danken, dat er telkens weer fleur en kleur op het tooneel kwam. Wij zouden niet veel dilettanten weten te noemen, die mejuffrouw Rubeling in deze rol zouden kunnen overtreffen en wij zullen dan ook aan deze frissche, kittige Miebetje met plezier blijven denken. J. B. SCHUIL. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLlNC. Thijs snelt steeds harder voort; De slang is verschrikkelijk ver bolgen en als hij Thijs kan pakken, kan deze alle hoop wel laten varen. Thijs draaft dus zoo gauw mogelijk naar het touw toe. De slang, met Sim's hoed nog op zijn kop zit hem dicht op de hielen* Deze beminnelijke mensch, deze gewetens volle beoefenaar der letterkundige kunst en der historie bereikt den 27en April een leef tijdsgrens, waarbij onzerzijds een eere-zuiltje moge geplaatst worden. Want de bewoner van Heemstee's Oude Slot mag officieel als anjer- kweeker te boek staan, in den uit eigen ver kiezing beperkten kring, waarbinnen hij zich als schrijver en historicus laat gaan, waar deert men zijn qualiteiten. die dezelfde zijn van iederen serieusen artist: ernst, overtui ging en liefde tot het werk. Zijn letterkundig oeuvre heeft dat met het meer bekende oeuvre van zijn broer, Mr. Frans Erens. gemeen dat het klein is van omvang, doch in zijn soort even zuiver en karakteris tiek. Gansch bescheiden gaat deze Groot- Haarlemmer zijn weg, waarlangs hij wel zaaien wil, doch niet timmeren, met dien steeds gereeden begrijpenden glimlach, die deu wijsgeer niet vreemd is. Zijn wijsheid vond hij in zijn katholicisme en waarschijnlijk trok minder het militante daarin hem aan dan het beschouwende, wijsgeerige en sereene dat in die, evenals in iedere niet puur ma terialistische, levensopvatting te vinden is. Zoo lijkt de ontwikkeling ook verklaarbaar die Emile Erens van eenige vroegere, meer als litteratuur bedoelde geschriften, bracht tot de eenvoudig-schoon beschreven levens van minder algemeen bekende heiligen van den nieuweren tijd. Juist tien jaar geleden vol tooide hij zijn levensbeschrijving van St. Benoit Labre, die onder den titel: De heilige Pelgrim bij Van Munster werd uitgegeven en die ook buiten de kringen zijner geloofsge- nooten de aandacht trok om haar gaven, on- opgesmukten vorm, die iedere kritiek van den buitenstaander doelloos dus overbodig maakte. Door den aard van Emile Erens' latere ge schriften, die zich in eenzelfde sfeer bewegen, onttrekken ook deze zich aan iedere kritiek van den niet-katholiek, al kan ook deze de zeldzame gelijkgestemdheid van vorm en in houd waardeeren en daarmee de volkomen geslaagdheid van den eersten erkennen. In de oude Gemeenschap van een vóór-vorig jaar las ik aldus fragmenten over den heilig ver klaarden pastoor van Ars, terwijl het tijd schrift De nieuwe Gemeenschap nog onlangs fragmenten van een andere levensbeschrij ving bracht, die Erens onder den titel De eenzame had afgestaan. Het is reeds bijna dertig jaar geleden dat de uitgever Van Looy een bundel „Korte Ver halen" van Emile Erens in het licht zond, die eenerzij ds den invloed toonen door den op bloei der nationale schrijfkunst der late tach tigers op hem geoefend, en aan den anderen kant reeds het candide, argelooze dóór-ver tellen bevat, dat ook zijn heiligen-levens ken merkt. Ook deze Erens heeft een eigen stijl, waarbij die argeloosheid en een zekere wei- gesoigneerde naieveteit de exponenten zijn van een braaf en betrouwbaar mensch met een fijnzinnigen geest. Zulk eenen te ontmoe ten zal steeds een genot zijn, zelfs al staat men persoonlijk buiten zijn gedachtensfeer. Dat blijkt ook uit den litterairen vrienden kring die soms op het Oude Slot werd aange troffen. Men kan er den dichter H. J. Boeken ontmoeten en den schrijver Van Moerkerken, het litteraire opperhoofd Van Deyssel even zoo goed, als eenige eenvoudige letterlievende kampongbewoners uit Haarlem's omstreken. Een herleefde Muiderkring waarbij zelfs de Anna's en Maria's Tesselschade niet behoef den te ontbreken als 's burghtheeren dochteren zich niet bescheiden terug trokken. In de intimiteit van Haarlem's geestesleven is de heer Emile Erens een stille doch daarom niet een onbelangrijke figuur. Waarom hem deze litteraire kantteekening thans met een gelukwensch gewijd moge worden. J. H. DE BOIS. FURTWaNGLER DIRIGEERT WEER. Havas meldt uit Berlijn, dat Furtwangler gisteravond voor het eerst, na zijn désavou- eering door Goebbels, het Philharmonisch Orkest te Berlijn heeft gedirigeerd. Een groote schare woonde het concert bij. Aanwezig waren oa. de minister Frich, Rosenberg. Staatssecretaris Funk, Burge meester Sahm en leden van het corps diplo matique. Furtwangler en het orkest werden langdurig toegejuicht. ZATERDAG 27 APRIL 1935. HILVERSUM, 301 M. VARA-uilzencIing. 10.00 v.m. V.P.R.O. 8.00 VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 9.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Voor Arb. i. d. Continubedr.: E. Walis en zijn orkest m. m. v. E de Haas (sopraan), VARA-tooneel o.l.v. W. v. Cappellen en C. Rijken (declamatie). 12.00 Orvitropia o.l.v. J. v. d. Horst. 12.45 Gra- mofoonpl. 1.00 VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 2.00 Hoe de toonkunst groeide. 2.20 H. v. Wijk spreekt voor de J. V. A. 2.30 Beoefening der Huismuziek o.l.v. P. Tiggers. 2.50 Marion en Hamilton in hun repertoire en Gram.pl. 3.15 Filmpraatje M. Sluy.ser. 3.30 R'damsch Philh. orkest, koor en solisten. 4.20 Gram.pl. 4.30 Economische causerie. J. W. Matthijsen. 4.50 Vervolg concert. 5.40 Literaire causerie F. Pauwels. 6.00 Gram.pl. 6.30 Esperanto. 6.50 Piano-recital D. Wins. 7.00 Saksisch uurtje. 8.00 Herh. SOS-Berichten. 8.03 Gram.pl. 8.30 —12.00 Gevar. programma m.m.v. VARA- orkest o.l.v. H. de Groot, J. Jong (orgel), C. Steyn 'orgel en accordeon), W. v. Cappellen en J. Lemaire (voordracht) en Gramofoon- muziek. 10.00 Vaz Dias. (In de pauze). HUIZEN, 1875 M. KRO-uitzending". 8.009.15 en 10.00 Gram.pl. 11.3012.00 Godsd. halfuur. 12.15 Gram.pl. en orkestcon cert. 2.00 Voor de jeugd. 2.30 Sport. 3.00—4.00 Kinderuur. 4.15 Kinderoperette. 5.50 Orkest concert en lezing. 7.15 Dialoog. 7.35 Gram.pl. 8.00 Vaz Dias, 8,05 Gram.pl.- en Schlagermu- ziek. 9,30 Causerie. 9.45 Gram.pl. en schlager- muziek. 10.30 Vaz Dias. 10.35—12.00 Sc-hlager- muziek en Gram.pl. BRUSSEL, 322 M. 11.10 en 11.20 Gram.pl. 12.30—1.20 Salon orkest o.l.v. Walpot. 3.20 en 5.20 Gram.pl. 7.20 Orkestconcert, 9.30—11.20 Gram.pl,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6