UIT HET BUITENLAND
4
de balans van de croote
slachting.
letteren en kunst
alberdingk thijm.
Emile Erens zeventig jaar.
THIJS IJS EN DE KWADE SLANG
Radio-Programma
VRIJDAG 26 APRIL 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
Frankrijk stelt een „luchtbewaking" aan de Noordoostgrens
voor. Maatregel tegen „schendingen door buiten
landsche vliegtuigen". Keer! ex-koning George op den
Griekschen troon terug? Bespreking zou te Parijs
gevoerd zijn.
Frankrijk.
Luchtbewaking van de
Oostgrens.
Reuter meldt uit Parijs:
Het Fransche ministerie van Luchtvaart
deelt mede. dat in verband met'de steeds veel-
vuldiger voorkomende schendingen van de
verboden gebieden aan de Fransche Noord
oostgrens door buitenlandsche vliegtuigen, de
regeering daar ter plaatse maatregelen op het
gebied der luchtbcwaking heeft genomen,
welke noodig worden geoordeeld.
Griekenland.
Naar herstel van het
koningschap?
Naar „United Press" verneemt, heeft- te
Parijs een ontmoeting plaats gevonden tus-
schen Grieksche royalistische vluchtelingen
en vertegenwoordigers van de Grieksche re
geering, waaraan ook werd deelgenomen door
ex-koning George van Griekenland. Besloten
werd. dat koning George nog vóór het midden
van dezen zomer zal terugkeeren op den
Griekschen troon.
De formeele uitnoodiging daartoe zal door
leden van de in Mei of begin Juni te kiezen
Nationale Vergadering namens de meerderheid
van het, Grieksche volk aan den ex-koning
worden overgebracht. Eerst na 'sKonings te
rugkeer naar Athene zal in Griekenland een
volksstemming worden gehouden over de
kwestie van het herstel der monarchie. Naar
verluidt zou ex-koning George bereid zijn de
uitnoodiging aan te nemen.
Men neemt aan', dat hij zijn nieuwe regee
ring naar Engelsch voorbeeld wil vormen,
d.w.z. op constitutioneele en liberale basis.
Men verwacht verder, dat zijn regeering ex-
koning George is zooals bekend een neef van
den koning van Engeland wat de buiten
landsche politiek betreft zich naar Engeland
zal orienteeren. (Tel:)
Dujfsclhland.
Commentaar op een artikel
van MacDonald.
De Britsche premier MacDonald heeft een
artikel geschreven, getiteld „Duitschïand,
Stresa en de vrede", dat in het orgaan der na
tionale Labour Party, de ..News Letter" is ver
schenen en waarin hij betoogde, dat Duitsch-
lands handelwijze het gevoel van onderling
vertrouwen in Europa moet vernietigen.
In een commentaar zegt de „Voelkischer
Beobachter" o.a.; .MacDonald maakt Duitsch
ïand het verwijt weder den weg van het mili
tairisme te hebben betreden en het tegen
woordige vertrouwen in Europa te hebben
verstoord MacDonald heeft naar het schijnt
nimmer den politieken toestand in Europa in
de 16 jaren sedert Versailles in hun werke
lijkheid erkend".
Berliner Boersenzeitung noemt MacDonald
„een vredesstichter, die op den verkeerden
weg is en van wien men bijna den indruk zou
kunnen krijgen als leefde hij in een „Klausur",
waarin geen lieden van het openbare leven
doordringen. Hij spreekt slechts van blind
Berlijn, en vermijdt de vraag te richten tot
Parijs en Moskou, hoe men daar blind kan
zijn tegenover de werking die de kolossale
bewapening van deze beide landen moet heb
ben op het gevoel van veiligheid van andere
naties".
Rusland.
Nieuwe instructies voor den
gezant te Parijs.
In officieele kringen te Rome verklaart
men, naar Reuter meldt, dat de uitnoodigin-
gen tot bijwoning van de Donau-conferentie
aan de regeeringen der buurstaten van Oos
tenrijk. benevens aan Polen en Roemenië zijn
verzonden.
Bulgarije zal worden uitgenoodigd, indien
bewapeningskwesties ter sprake komen.
Men verwacht, dat de conferentie inder
daad op 3 Juni zal beginnen.
Italië.
De Donauconferentie.
De raad van volkscommissarissen heeft in
zijn Donderdag gehouden zitting den volks
commissaris van buitenlandsche zaken ge
machtigd. nieuwe instructies te zenden aan
den Sovjet-gezant te Parijs, Potemkin, ten
einde deze in staat te stellen, de Fransche en
Russische opvattingen met elkaar in overeen
stemming te brengen.
Amerika.
Roosevelt's werkverschaffings
plan.
President Roosevelt heeft nadere mede-
deelingen gedaan omtrent de practische uit.
werking van zijn werkverschaffingsprogram
waarvoor hij de beschikking heeft gekregen
over 'n crediet van 4.380.000.000 dollar. Het
program is het grootste van dien aard dat
ooit is uitgevoerd en bevat thans acht pun
ten. Deze zijn:
1. Aanleg van wegen voor snelverkeer met
viaduct-kruisingen;
2. Steunverleening aan personen in de
door rampen geteisterde landbouwstreken
en een algemeen program voor het herstel
van normale toestanden in den Ameri-
kaanschen landbouw;
3. Electrlficatie van het platteland.
4. Bouw van goedkoope woningen, zoowel
op het land als in de steden.
5. Steunmmaatregelen voor hoofdarbei
ders.
6, Voortzetting van de uitbreiding van het
Civilian Conservation Corps, een soort ar
beidsdienst in werkkampen.
7, Het verstrekken van leeningen aan dis
tricten, steden en straten;
8, Grondverbetering, ontginning en bebos-
sching.
Roosevelt verklaarde voor de uitvoer in?
hiervan de behoefte te hebben aan nog drie
nieuwe federale bureaux, n.l. een afdeelin;
die tot taak zou hebben den bouw van
viaduct-overgangen in de bestaande wegen
voor snelverkeer, ten tweede een organisatie
voor de co-ordinatie van de hulpmaatrege
len op het platteland, welke onder leiding zal
komen te staan van Rexford G. Tugwell, en
een bureau voer de electrificatie van. het
platteland.
Om de tien seconde een doode
Wat opgebouwd had kunnen worden.
Onder het opschrift „De afschuwelijkste sta
tistiek aller tijden" lezen wij in het maand
blad Het Gouden Tijdperk o.m.:
Toen de afschuwelijkste statistiek van alle
tijden van den Wereldoorlog 1914/18 gepu
bliceerd werd, namen wij met de diepste ont
roering, doch ook met de diepste veront
waardiging, hiervan kennis. Van de 70 mil-
lioen voor den arbeid bruikbare mannen, die
onder de wapenen geroepen werden, zijn
ongeveer 13 raillioen gevallen en 20 millioen
gewond. De Entente met inbegrip van Rusland
hebben 6.3 millioen, Duitschïand en zijn
bondgenooten over de 4 millioen gevallenen.
Duitschïand alleen heeft meer dan 2 millioen
dooden en meer dan 4,5 mill, gewonden te be
treuren. Nog heden zijn er in Duitschïand
ongeveer 785.000 oorlogsinvaliden, pl.m.
530.000 oorlogsweduwen en pl.m, 1,150.000 kin
deren, die recht op rente hebben, ongeveer
58.000 oorlogsweezen en 200.000 behoeftige
ouders van gevallen zonen.
Er vielen op de slachtvelden, nauwkeurig
berekend. 12.990.570 soldaten-, In de 4 jaren,
3 maanden en 10 dagen, die de oorlog duurde
vielen elke minuut 6 mannen, dat wil zeggen,
om de tien seconden één. Indien men den
tijd, dien de'oorlog geduurd heeft, berekent,
dan komt men op 1560 dagen of 37.440 uren.
Zoodoende komt men tot het afschuwwek
kende getal van gemiddeld 8327 gevallenen
per dag.
De afgrijselijkheid van deze statistiek kan
men pas dan beseffen, als men zich er een
voorstelling van tracht te maken, hoeveel
harteleed en ellende door deze 13 millioen
dooden veroorzaakt zijn.
Het bloed van de gevallen 13 millioen zou
een meer met 52.000 kubieke meter kunnen
vullen. Dit beteekent niet minder dan dat
deze 52 millioen liter kostbaar menschbloed
meer dan een dag Tang de watermassa's, die
van den Niagara-waterval afstroomen, zou
den kunnen vervangen. Een ontzettende ver
gelijking!
Even afschuwwekkend moet de voorstel
ling ons aandoen dat de 13 millioen dooden
naast elkander gelegd, een uitgestrektheid
van 16.000 kilometer zouden vormen. Kan
men zich iets afschuwelij kers voorstellen, dan
zulk een massagraf? Anders voorgesteld:
Indien wij de schare der gevallenen voor onze
woning zouden willen zien voorbij marchee-
ren, dan zouden wij daartoe 814 dagen
noodig hebben. Niet slechts 24 uren pel-
dag, doch dagen en nachten achtereen zou
den wij moeten toezien, een tot twee weken
lang, tot de ontzettende menigte in rijen van
4 tot 12 aan ons voorbij getrokken zouden
zijn. Welk een menigte, die aan het brutale
duivelsche geweld ten offer vielen!
Ongeveer 20 millioen werden in den Wereld
oorlog gewond. Hierbij zijn 10 millioen in
validen inbegrepen. 116.713 Zwaar gewon
den. 44.357 verminkten met nog slechts één
been. 41.688 longzieken. 20.952 verminkten
met één arm. 5400 geestezieken, 2900 blinden.
1269 verminkten zonder beenen en 135 zonder
armen behooren eveneens tot de slachtoffers
van den volkerenmoord van 1914'1918.
Met dezë verlieslijst is echter nog geens
zins de balans oDgemaakt van diegenen, die
de mede-slachtoffers van den Wereld-oorlog
werden. Voleens de mededeelingen van den
gezondheidsdienst gingen in Duitschïand ver
scheidene millioenen tengevolge van gebrek
en ellende door ziekten ten gronde. Het
tsrftecijfer steeg dan ook onrustbarend, ter
wijl de achteruitgang van het geboortecijfer
nog in de komende jaren merkbaar zal blijven.
Behalve het verlies aan menschenlevens is
er ook een kolossale materieele schade. De
g-za menlijken kosten van den laatsten oorlog
worden op ongeveer 700 milliard goudmark
geschat, waarvan de helft alleen op rekening
van de Centralen komt. Met deze som heeft
men niet anders dan middelen en wegen ge
schapen. om mensehen te dooden. Iedere op-
bouwingsarbeid is achterwege gebleven. Aan
de hand van de gezamenlijke oorlogskosten
heeft men uitgerekend, dat het dooden van
één mensch ongeveer 100.000 goudmark ge
kost heeft.
Wat de materieele schade betreft, werden
oa. in Frankrijk 599.000 woonhuizen 20.000
fabrieken en werkplaatsen, en 500 kilometer
••noorrails vernietigd. Voor Duitschïand wordt
het door den oorlog ontstane verlies aan
volksvermogen op 500 milliard goudmark
geschat.
Met dit geld zou men voor iedere familie
van alle landen, die aan den Wereldoorlog
hebban deelgenomen, een huis kunnen bouwen
ter waarde van 10.000 goudmark, met een
inrichting van 4000 goudmark en een tuin
ter waarde van 2000 goudmark. Bovendien
bleef dan nog steeds een groote som gelds
over. En iedere stad met meer dan 20.000 in
woners van de landen die aan den Wereld
oorlog deelnamen, zou een reuzenbibliotheek
met eigen gebouwen, ziekenhuizen, sanatoria
en tehuizen voor ouden van dagen met in
richting, hoogere scholen enz. kunnen oprich
ten, en de rëiizensom zou nog niet uitgeput
zijn.
Verdwijnen alle Katholieke en
Protestantsche bladen in
Duitschïand?
Dagbladdirecteuren moeten Ariërs zijn.
Devoorzitter van de Rijkskamer voor Pers
aangelegenheden, Amann, heeft drie veror
deningen uitgevaardigd, waarin de details der
dagblad-uitgeverij worden geregeld. In deze
verordeningen wordt, naar het D.N.B. meldt,
bepaald, dat de eigenaars van een dagblad en
hun echtgenooten hun „Arische" afkomst
moeten kunnen bewijzen, teruggaande tot
het jaar 1800.
Voorts wordt bepaald, wie geen krant mo
gen uitgeven; daaronder vallen alle publiek
rechtelijke lichamen, maatschappijen, coö
peraties, stichtingen, alle organisaties bij wier
stichting men van een beroep, een stand of
een godsdienstige organisatie is uitgegaan,
personen die hun „Arische" afstamming of
die van hun vrouw niet kunnen bewijzen en
ondernemingen die meer dan één blad uit
geven, waaronder echter niet valt het publi-
ceeren van „kopbladen" van één krant. Het
Rijk en de nationaal-socialistische partij zijn
uitgezonderd van deze verbodsbepaling.
Een blad mag ook niet zijn ingesteld op
één bepaalde bevolkingsgroep, hetzij dat die
confessioneel of r.aar beroep of belang is af
gepaald. Er komen voor dit alles overgangs
termijnen van 3, 6 of 12 maanden.
Indien in één plaats verscheiden dagblad
uitgevers zijn, die aangewezen zijn op den
afzet van een hoogere oplage dan gezien de
plaatselijke toestanden en gezonde uitgevers
beginselen mogelijk is, dan kunnen een of
meer van zulke bedrijven worden gesloten.
Tenslotte mogen geen bladen verschijnen,
cie hun karakter en hun afzet ontleenen
aan een berichtgeving, die aanstoot kan ge-
vpxi of de waardigheid der pers kan schaden.
Havas voegt hier nog aan toe, dat alle
katholieke en protestantsche bladen binnen
drie maanden zullen worden opgeheven.
IN HET CONCENTRATIEKAMP
DOODGESCHOTEN?
Reuter irrldt uit Berlijn, dat er geheimzin
nigheid besTaat omtrent het lot van Friedrich
Husemann, den gewezen voorzitter van het
verbond van mijnwerkers. Hij is vijf weken ge
leden in hechtenis genomen en zijn vrienden
vreezen, op vertrouwbare inlichtingen afgaan
de, dat Husemann enkele dagen geleden door
een bewaker in het concentratiekamp van
Petenburg is doodgeschoten. In Duitsche offi
cieele kringen wordt gezegd, dat niets medege
deeld kan worden.
DUITSCfl-JOODSCHE GELEERDEN AAN DE
UNIVERSITEIT TE JERUZALEM
De Joodsche Perscommissie voor Bijzondere
Berichtgeving meldt:
In verband met het 10-jarig bestaan van de
Hebreeuwsche Universiteit te Jeruzalem geeft
het April-nummer van het te Weenen ver
schijnende maandblad „Palastma" een over
zicht van de gebeurtenissen, welke sedert de
oprichting der Hoogeschool hebben plaats ge
vonden. Betreffende de opname van Duitsche
geleerden in het docentencorps wordt het vol
gende vermeld:
Sedert de Nationaal-Socialistische revolutie
in Duitschïand, waarin het grootste deel der
Joodsche geleerden en professoren van hun
plaatsen afstand moesten doen. heeft de
Hebreeuwsche Universiteit te Jeruzalem 15
Joodsche hoogleeraren en wetenschappelijke
onderzoekers uit Duitschïand opgenomen. Bij
de benoeming dezer professoren werd een
reeks van nieuwe leerstoelen aan de Universi
teit geschapen, b.v. een voor moderne geschie
denis, die door Prof. Richard Kobner van de
Universiteit te Breslau werd bezet; een voor
de Latijnsche taal en litteratuur, waarin Dr.
Hans Lèvy uit Berlijn zal doceeren; een voor
Egyptologie met Dr. Polotzky van Berlijn; voor
Joodsche filosofie met Prof. Julius Guttmann
eveneens uit Berlijn: de Bialik-leerstoel voor
Hebreeuwsche philologie met Prof. Torczyner,
een tweede leerstoel voor zuivere wiskunde
met Prof. Frankel, vroeger Hoogleeraarm.n.
de Universiteit te Kiel. Vervolgens werden be
noemd Prof. G. Placzek om les te geven in de
theoretische natuurkunde; Dr. L. Farkas uit
Berlijn voor physische chemie: Prof. Kurt
Lewin voor experimenteele psychologie. Prof
Lewin is thans nog werkzaam aan de Carnel
Universiteit in Amerika, doch zal binnenkort-
zijn onderricht te Jeruzalem aanvangen.
Het nog op te richten medische centrum zal
als instituut voor geneeskundige en hygiëni
sche hoogere opleiding dienst doen en zich
bezig houden met het onderzoek van bijzon
dere subtropische ziekten. De uitschakeling
der Joodsche geleerden in Duitschïand was de
oorzaak, dat de leiding van dit instituut even
eens kon worden toevertrouwd aan geleerden
met een wereldreputatie, zooals de Professo
ren: Halberstadter, Geldhaber en voorts Dr.
Dollansky. Ten slotte aldus ..Palastina"
werd de leerstoel voor agronomie en agrari
sche politiek bezet-door 'den befaamden Ber-
lijnschen hoogleeraar Prof. Brutzkus.
De voordeelen, welke derhalve de He
breeuwsche Universiteit van de anti-Joodsche
politiek in Duitschïand heeft ondervonden,
zijn onmiskenbaar en hoogst belangrijk. De
verliezen, welke de Duitsche wetenschap en
haar reputatie daardoor hebben geleden, zijn
daarmede in overeenstemming.
DR. CHAIM WEIZMANN UIT DE POLITIEK?
Naar ae bladen in Palestina volgens het D.
N. B. melden, wil de bekende Joodsche poli
ticus en Zionist dr. Chaim Weizmann zich uit
de politiek terugtrekken. Hij wordt belast met
de leiding van een groote chemische onderne
ming, die door de Imperial Chemical Industries
en de Palestine Chemical Industries in het le
ven geroepen wordt. De naam van de nieuwe
onderneming is Palestine Chemical Devlop-
ment Limited.
HET TOONEEL.
FREULEKEN.
Het was gisteren bij Alberdingk Thijm de
avond voor mejuffrouw Jeanne Rubeling.
Reeds vroeger had deze dilettante zich bij
haar vereeniging onderscheiden door haar
speeltalent, maar als Miebet je heeft zij ons in
Freuleken toch wel bijzonder verrast en een
creatie gegeven zóó levendig en pittig, zoo
frisch en natuurlijk, dat zij wel heel ver boven
haar omgeving uitblonk. Haar Miebetje was
zóó volkomen af, dat zij zelfs in een voorstel
ling van een goed beroepsensemble een uitste
kend figuur zou hebben gemaakt. Bij deze
„Kattekop" was het heel begrijpelijk, dat
Iman van Aerschot met haar gespeeld had;
zij had uiterlijke charme en bleef toch steeds
het temperamentvolle dochtertje van den
ketellapper. Zij was een fel-levend natuurkind
en viel daardoor juist te meer op in dezen
kring van den zich nu niet bepaald gemakke
lijk bewegenden landadel. Haar spel was
petillant en haar Geldersch dialect klonk zoo
smeuïg en echt uit haar mond, dat zij voor
ons meer werd dan een figuur uit een come-
die. Het was een lust om deze Miebetje in haar
actie te volgen en haar groote scène met
Iman speelde zij bijvoorbeeld met geestig en-
train en charme, volbloedig als een ras
paard je. En wat nog meer zegt zij was
een natuurkind met een hart. Miebetje van
mejuffrouw Rubeling werd -dan ook de groote
verrassing van dezen avond van Alberdingk
Thijm.
Wanneer het spel der andere dames en
heeren op hetzelfde peil had gestaan, wat
zouden wij dan een uitstekende opvoering van
Freuleken hebben gekregen, maar dat was
helaas niet het geval. Ik geloof gaarne
en het was ook wel te zien dat allen zich
met volle toewijding aan het stuk van Roel-
vink hebben gegeven, maar de meeste rollen
gingen ver boven de krachten van deze ama
teurs. De rolkennis liet weinig of niets te wen-
schen oyer, en de régisseur, de heer Moerkerk
had blijkbaar veel moeite gedaan om zijn
spelers in de goede richting te leiden, maar
het was duidelijk, dat de'meesten zich in dit
adelijk milieu niet thuis gevoelden en zich dus
in een keurslijf bewogen. Daarom leek het mij
van Alberdingk Thym een vergissing, om juist
dit stuk, dat n zoo bijzonderen speelstijl ver
langt, voor haar laatste opvoering uit te kie
zen. Uiterlijk zag alles er perfect uit; de cos-
tuums waren fraai en stijlvol en het tooneel
was zooals wij dat bij Moerkerk konden
vernachten -goed verzorgd maar dit alles
was niet voldoende om ons aan de echtheid
van deze leden van den landadel uit den
pruikentijd en niet van 1800, zooals het pro
gramma vermeldde te doen gelooven.
Verreweg het best was Jan Icas van Dijk,
die wel is waar voor Job veel te oud was. maar
zijn tekst met zuivere dictie en goed begrip
zeide. Mevrouw Nielen-Vlekke toonde als Flo
rentine weer, dat zij over speeltalent beschikt,
maar de rol van het 17-jarig meisje lag haar
niet en zij moest „freuleke" dan ook te veel
„maken" om natuurlijk te schijnen. Zij werd
daardoor te gemaniëreerd, wat juist Florrie
niet mag zijn. Haar hooge stem klonk te ge-
- force er<l en zij was ook van postuur en hou
ding te veel de rijpe vrouw om in haar het
jonge meisje te kunnen zien.
O zeker, mevrouw .Nielen had zeer goede
momenten, zooals in haar tooneel met Hans
en Job in II maar over het algemeen kon
zij Florrie toch niet tot leven brengen.
Gerard Nielen was een wel decoratieve
baron van Averling en hij speelde dezen land-
edelman ook wel met autoriteit. Een enkelen
keer schoot baron van Averling uit zijn slof,
maar over het algemeen zat hij toch te veel
in zijn nauwsluitend costuum geperst en
bleef zijn spel te stijf en gedwongen.
Het grootste tekort van deze voorstelling
echter was de vertolking v an Iman van
Aerschot en Henriëtte. Aan Iman van
Aerschot moet alles natuurlijke charme en
gratie zijn; hij moet heel zijn omgeving ver
overen door zijn zonnigheid en zijn frissche
jeugd. Dat konden wij onmogelijk van dezen
Iman zeggen. Hij was eerder houterig en stijf
dan gracieus en los, hij had niets van een
veroveraar. En Henriëtte overdreef het in
haar geforceerde gemaaktheid zoo zeer, dat
alles onnatuur aan haar werd. Een pre-
cieuse ridicule was zij dan ook allerminst.
Ook Hans had weinig van den boemelstudent
die hij toch moest zijn.
Zoo was er veel, waardoor Roelvink's
Feuleken in deze opvoering niet tot haar
vecht kwam. Maar laten wij dankbaar zijn
voor de fel-levende, frissche, natuurlijke
Miebetje! Aan haar was het te danken, dat
er telkens weer fleur en kleur op het tooneel
kwam.
Wij zouden niet veel dilettanten weten
te noemen, die mejuffrouw Rubeling in deze
rol zouden kunnen overtreffen en wij zullen
dan ook aan deze frissche, kittige Miebetje
met plezier blijven denken. J. B. SCHUIL.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLlNC.
Thijs snelt steeds harder voort; De slang is verschrikkelijk ver
bolgen en als hij Thijs kan pakken, kan deze alle hoop wel laten
varen.
Thijs draaft dus zoo gauw mogelijk naar het touw toe. De slang,
met Sim's hoed nog op zijn kop zit hem dicht op de hielen*
Deze beminnelijke mensch, deze gewetens
volle beoefenaar der letterkundige kunst en
der historie bereikt den 27en April een leef
tijdsgrens, waarbij onzerzijds een eere-zuiltje
moge geplaatst worden. Want de bewoner van
Heemstee's Oude Slot mag officieel als anjer-
kweeker te boek staan, in den uit eigen ver
kiezing beperkten kring, waarbinnen hij zich
als schrijver en historicus laat gaan, waar
deert men zijn qualiteiten. die dezelfde zijn
van iederen serieusen artist: ernst, overtui
ging en liefde tot het werk.
Zijn letterkundig oeuvre heeft dat met het
meer bekende oeuvre van zijn broer, Mr. Frans
Erens. gemeen dat het klein is van omvang,
doch in zijn soort even zuiver en karakteris
tiek. Gansch bescheiden gaat deze Groot-
Haarlemmer zijn weg, waarlangs hij wel
zaaien wil, doch niet timmeren, met dien
steeds gereeden begrijpenden glimlach, die
deu wijsgeer niet vreemd is. Zijn wijsheid
vond hij in zijn katholicisme en waarschijnlijk
trok minder het militante daarin hem aan
dan het beschouwende, wijsgeerige en sereene
dat in die, evenals in iedere niet puur ma
terialistische, levensopvatting te vinden is. Zoo
lijkt de ontwikkeling ook verklaarbaar die
Emile Erens van eenige vroegere, meer als
litteratuur bedoelde geschriften, bracht tot
de eenvoudig-schoon beschreven levens van
minder algemeen bekende heiligen van den
nieuweren tijd. Juist tien jaar geleden vol
tooide hij zijn levensbeschrijving van St.
Benoit Labre, die onder den titel: De heilige
Pelgrim bij Van Munster werd uitgegeven en
die ook buiten de kringen zijner geloofsge-
nooten de aandacht trok om haar gaven, on-
opgesmukten vorm, die iedere kritiek van den
buitenstaander doelloos dus overbodig maakte.
Door den aard van Emile Erens' latere ge
schriften, die zich in eenzelfde sfeer bewegen,
onttrekken ook deze zich aan iedere kritiek
van den niet-katholiek, al kan ook deze de
zeldzame gelijkgestemdheid van vorm en in
houd waardeeren en daarmee de volkomen
geslaagdheid van den eersten erkennen. In de
oude Gemeenschap van een vóór-vorig jaar
las ik aldus fragmenten over den heilig ver
klaarden pastoor van Ars, terwijl het tijd
schrift De nieuwe Gemeenschap nog onlangs
fragmenten van een andere levensbeschrij
ving bracht, die Erens onder den titel De
eenzame had afgestaan.
Het is reeds bijna dertig jaar geleden dat
de uitgever Van Looy een bundel „Korte Ver
halen" van Emile Erens in het licht zond, die
eenerzij ds den invloed toonen door den op
bloei der nationale schrijfkunst der late tach
tigers op hem geoefend, en aan den anderen
kant reeds het candide, argelooze dóór-ver
tellen bevat, dat ook zijn heiligen-levens ken
merkt. Ook deze Erens heeft een eigen stijl,
waarbij die argeloosheid en een zekere wei-
gesoigneerde naieveteit de exponenten zijn
van een braaf en betrouwbaar mensch met
een fijnzinnigen geest. Zulk eenen te ontmoe
ten zal steeds een genot zijn, zelfs al staat
men persoonlijk buiten zijn gedachtensfeer.
Dat blijkt ook uit den litterairen vrienden
kring die soms op het Oude Slot werd aange
troffen. Men kan er den dichter H. J. Boeken
ontmoeten en den schrijver Van Moerkerken,
het litteraire opperhoofd Van Deyssel even
zoo goed, als eenige eenvoudige letterlievende
kampongbewoners uit Haarlem's omstreken.
Een herleefde Muiderkring waarbij zelfs de
Anna's en Maria's Tesselschade niet behoef
den te ontbreken als 's burghtheeren dochteren
zich niet bescheiden terug trokken.
In de intimiteit van Haarlem's geestesleven
is de heer Emile Erens een stille doch daarom
niet een onbelangrijke figuur. Waarom hem
deze litteraire kantteekening thans met een
gelukwensch gewijd moge worden.
J. H. DE BOIS.
FURTWaNGLER DIRIGEERT WEER.
Havas meldt uit Berlijn, dat Furtwangler
gisteravond voor het eerst, na zijn désavou-
eering door Goebbels, het Philharmonisch
Orkest te Berlijn heeft gedirigeerd. Een groote
schare woonde het concert bij.
Aanwezig waren oa. de minister Frich,
Rosenberg. Staatssecretaris Funk, Burge
meester Sahm en leden van het corps diplo
matique. Furtwangler en het orkest werden
langdurig toegejuicht.
ZATERDAG 27 APRIL 1935.
HILVERSUM, 301 M. VARA-uilzencIing. 10.00
v.m. V.P.R.O.
8.00 VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 9.00
Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Voor Arb.
i. d. Continubedr.: E. Walis en zijn orkest m.
m. v. E de Haas (sopraan), VARA-tooneel o.l.v.
W. v. Cappellen en C. Rijken (declamatie).
12.00 Orvitropia o.l.v. J. v. d. Horst. 12.45 Gra-
mofoonpl. 1.00 VARA-orkest o.l.v. H. de Groot.
2.00 Hoe de toonkunst groeide. 2.20 H. v. Wijk
spreekt voor de J. V. A. 2.30 Beoefening der
Huismuziek o.l.v. P. Tiggers. 2.50 Marion en
Hamilton in hun repertoire en Gram.pl. 3.15
Filmpraatje M. Sluy.ser. 3.30 R'damsch Philh.
orkest, koor en solisten. 4.20 Gram.pl. 4.30
Economische causerie. J. W. Matthijsen. 4.50
Vervolg concert. 5.40 Literaire causerie F.
Pauwels. 6.00 Gram.pl. 6.30 Esperanto. 6.50
Piano-recital D. Wins. 7.00 Saksisch uurtje.
8.00 Herh. SOS-Berichten. 8.03 Gram.pl. 8.30
—12.00 Gevar. programma m.m.v. VARA-
orkest o.l.v. H. de Groot, J. Jong (orgel), C.
Steyn 'orgel en accordeon), W. v. Cappellen
en J. Lemaire (voordracht) en Gramofoon-
muziek. 10.00 Vaz Dias. (In de pauze).
HUIZEN, 1875 M. KRO-uitzending".
8.009.15 en 10.00 Gram.pl. 11.3012.00
Godsd. halfuur. 12.15 Gram.pl. en orkestcon
cert. 2.00 Voor de jeugd. 2.30 Sport. 3.00—4.00
Kinderuur. 4.15 Kinderoperette. 5.50 Orkest
concert en lezing. 7.15 Dialoog. 7.35 Gram.pl.
8.00 Vaz Dias, 8,05 Gram.pl.- en Schlagermu-
ziek. 9,30 Causerie. 9.45 Gram.pl. en schlager-
muziek. 10.30 Vaz Dias. 10.35—12.00 Sc-hlager-
muziek en Gram.pl.
BRUSSEL, 322 M.
11.10 en 11.20 Gram.pl. 12.30—1.20 Salon
orkest o.l.v. Walpot. 3.20 en 5.20 Gram.pl. 7.20
Orkestconcert, 9.30—11.20 Gram.pl,