Bezuinigingsplan spoedig aan de orde. Wij Hagenaars Haarlem's Kunstschatten. WOENSDAG 8 MEI 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 3 TWEEDE KAMER Reglement van Orde gewijzigd. Toegestane interpellaties. 'S-GRAVENHAGE Dinsdag. Heel hard heeft de Tweede Kamer op den acrsten dag na het Paaschreces nog niet. ge werkt. Eerst volgende week zal zij beginnen met de openbare behandeling der wetsontwer pen, die inmiddels tot den staat „van wijzen" zijn geraakt. Vandaag heeft zij voornamelijk de eerste toebereidselen getroffen voor den ongetwijfeld belangrijken strijd, die om het Bezuinigings plan zal worden gestreden. Het ontwerp tot verlaging van de openbare uitgaven werd verzonden naar een Commissie van voorbereiding, bestaande uit de heeren Ketelaar (V.D.), De Geer (C.H.), Albarda (S.D.), Schouten (A.R.), Bierema (Lib.), Gese ling (R.K.) en Teulings (R.K.); tot wier plaats vervangers werden aangewezen de heeren Schilthuis (V.D.), Tilanus (C.H.), Drees (S.D.), Amelink (A.R.), van Rappard (Lib.), van Poll (R.K.) en Suring (R.K.). Deze Commissie van Voorbereiding is de eerste, welke gebruik zal kunnen maken van de bevoegdheid, aan Commissies van Voorbe reiding verleend bij middel van een zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan vaard voorstel in het Seniorenconvent tot wij ziging van het Reglement van Orde der Kamer. Welke wijziging namelijk, behalve de moge lijkheid van benoeming tot rapporteurs over een voorstel door den Voorzitter reeds vóór het afdeelingsonderzoek en dus niet door. de afdeelingen zelf in haar eerste vergadering over het voorstel, waardoor een deskundige samenstelling der commissie van rapporteurs niet altijd gewaarborgd is inhoudt dat een Commissie van Voorbereiding" een Voorloopig' Verslag zal kunnen uitbrengen, waardoor zij met de openbaarmaking van haar arbeid, het vermelden namelijk van de besprekingen in de afdeelingen en van verloop en resultaten van haar schriftelijk of mondeling overleg met de Regeering, niet meer zal behoeven te wachten totdat zij in haar Verslag een. volledig over zicht van een en ander geeft. En verwacht mag wel worden, dat de Com missie van Voorbereiding inzake het Bezuini gingsplan inderdaad van de nieuwe bevoegd heid zal gebruik maken De heer Aalberse maakt, namelijk van de mogelijkheid van een Voorloopig Verslag ge bruik ter bestrijding van een motie-Vliegen, welke een opening der schermutselingen om het Bezuinigingsplan beteekende. Die motie kwam, nadat de voorzitter mede- deeling had gedaan van het besluit der Cen trale Afdeeling om het Afdeelingsonderzoek van het Bezuinigingsplan te houden op Don derdag 16 Mei, om 11 uur. En zij bevatte de uitspraak, dat de Kamer het noodzakelijk achtte, dat voorstellen tot vermindering der vaste lasten zoo tijdig zou den worden ingediend, dat de voorstellen ge lijktijdig uit het bezuinigingsplan zouden kun nen worden behandeld. De heer Vliegen vond het bezuinigingsplan, zooals het is ingediend, alleen maar een nieuwe poging tot verlaging van het levens niveau en slechts geschikt om de werkloos heid nog te verergeren; zonder dat er eenig element van opbouwende beteekenis in is te ontdekken; wat dan vooral het geval is, wijl de aanvankelijk beloofde voorstellen betref fende de vaste lasten, te eenenmale ontbreken. De aeer Aalberse hield het niet geheim, dat ook hij het ontbreken van deze voorstellen be treurt. Niettemin bestreed hij de socialistische motie als voorbarig. Immers of en in hoeverre de Kamer dat ontbreken betreurt en welke haar opinie daarover is, zal blijken bij het Afdeelingsonderzoek van het. Bezuinigingsont- werp. En hoe de Kamer erover denkt zal aan de Regeering, en ook aan het volk, kunnen worden duidelijk gemaakt door het Voorloo pig Verslag, dat de Commissie van Voorbe reiding overeenkomstig de wijzigingen van het Reglement van Orde dadelijk na het afdeelingsonderzoek zal kunnen uitbrengen. In verband met een en ander vreesde de heer Aalberse een onzuivere stemming over de motie. En stemming op dit oogenblik zou wel eens een onjuist beeld kunnen geven van de meening der Kamer, omdat wellicht een aan tal leden, ofschoon het eens met den inhoud der motie, zouden kunnen tegenstemmen op grond van de voorbarigheid van de uitspraak. De heer Vliegen legde zich neer bij het voor stel van den heer Aalberse om de stemming over de motie te doen plaats hebben op een nader te bepalen dag. Vermoedelijk was hij zeer optimist, toen hij uit het feit, dat er geen enkele stem werd vernomen tegen den inhoud der motie, maar alvast afleidde, dat. de heele Kamer het met den inhoud eens zou zijn. Maar we hebben het, dunkt ons, niet mis, als we gelooven, dat een zeer groote meerderheid in de Kamér het ont breken van vaste-lastenvoorstellen een ern- stige grief tegen het Bezuinigingsontwerp acht. De afdeelingen, die nieuw werden getrokken, kozen tot haar voorzitters de heeren Albarda (S.D.) Bierema (Lib.) Schouten (A.R.), Aal berse (R.K.) en De Geer (C.H.) en tot haar ondervoorzitters de heeren Fleskens (R.K.), Vliegen (S.D.). van Dijk (A.R.), Wendelaar (Lib.) en Ketelaar (V.D.) De Kamer, die dus nog een week zal kun nen studeeren op het Bezuinigingsplan, komt Dinsdag der volgende week weer in het open baar bijeen voor de behandeling der agenda, waarop behalve veel kleingoed, ook voorkomen de vandaag aangevraagde en toegestane in terpellaties van den heer Schalker over den noodtoestand in de Drentsche veenstreken en van den heer Wijnkoop over de toestanden bij de particuliere mijnen. SIR MACPHERSON ROBERTSON NAAR AMSTERDAM. Naar wij vernemen, zou Sir MacPherson Robertson, de bekende Australische indus trieel. die indertijd de luchtrace Londen— Melbourne organiseerde heden, vergezeld van zijn echtgenoote te 15.10 uur per vliegmachine té Schiphol aankomen en voor enkele dagen in het Amstel Hotel afstappen. Zooals bekend heeft Sir Robertson eenige weken in Engeland en Schotland vertoefd en het Kroningsjubi- leum te Londen bijgewoond en bevindt hij zich thans op doorreis naar Berlijn. WEGENS GEWELDPLEGING VEROORDEELD De rechtbank te Almelo heeft zes personen tot veertien dagen gevangenisstraf veroor deeld wegens openlijke geweldpleging tegen N. S B.'ers. Deze personen hebben een groep eolportee- rende N. S. B.ers uitgescholden en met stee- xien gegooid, waardoor enkelen huner bloe dende wonden bekwamen, De Koningin en de Prinses naar Brussel. Bezoek aan de Belgische Koninklijke Familie en aan de Wereldtentoonstelling. Uit Brussel: Koningin Wilhelmina en Prin ses Juliana zullen een onofficieel bezoek brengen aan de Belgische Koninklijke Familie. Zij zullen dan 15den Mei per auto vertrekken en om een uur te Brussel aan. komen. Om 2 uur zal de Nederlandsche ge zant namens de Koningin en de Prinses een krans leggen op het graf van den onbeken den soldaat. Des middags zal Prinses Juliana een bezoek aan het Concours Hippique bren gen. 's Avonds zal de Belgische koning een diner aanbieden, waaraan beide koninklijke familieën zullen aanzitten, alsmede de ge zant. en de Nederlandsche legatie. De volgen den dag zal een bezoek worden gebracht aan het Nederlandsche Paviljoen op de wereld tentoonstelling. Den 17den bezoeken de Ko ningin en de Prinses de Belgische afdeeling en die van de Kongo. Des middags keeren zij naar Nederland terug. BARMAT ZAG EEN VORDERING AFGEWEZEN. De rechtbank te Amsterdam heeft uit spraak gedaan in de derde civiele procedure van den heer Barmat contro het dagblad „De Telegraaf". Barmat achtte de publicatie van het vonis in de voorafgaande procedure be- leedigend en onrechtmatig en hij eischte een schadevergoeding van f 20.000 en f 30.000 tot betering van het nadeel toegebracht aan zijn eer en goeden aam De rechtbank veroordeelde de Telegraaf in totaal tot f 100 boete. Een schadevergoeding werd niet opgelegd. Wel moet het blad de kosten van het geding betalen, in totaal f 150 HET LOONGESCHIL IN DE SIGAREN- INDUSTRIE. Oud-minister Verschuur voor zitter van het scheidsgerecht. De beide door partijen, betrokken bij de ar bitrage ter beslechting van het loongeschil in de sigarenindustrie, benoemde arbiters heb ben Oud-Minister Mr. Verschuur verzocht het voorzitterschap van het scheidsgerecht te wil len aanvaarden. Deze heeft zijir benoeming aanvaard, waardoor het scheidsgerecht als volgt is samengesteld: Mr. T. J. Verschuur, oud-Minister van Economische Zaken, lid, te vens voorzitter; Prof. Mr. P. S. Gerbrandy, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit, lid, Dr. J. H. van Zanten, directeur van het Gemeen telijk Bureau, voor de statistiek te Amster dam, lid. De toestand bij de Kon. Lloyd. Holl. Deputatie naar de regeering. Een deputatie van het personeel van den Koninklijken Hollandschen Lloyd gaat mor gen, Woensdag naar Den Haag ter bespre king met den minister van economische zaken van de belangen van de 1600 ge ëmployeerden bij hervatting van den pas- sagiersdienst. De bedoeling is den minister den wanhopigen toestand duidelijk te maken van de opvarenden en geëmployeerden, die voor het grootste deel vijftien, twintig en meer dienstjaren hebben en die bij een even- tueele niet hervatting van den passagiers- dienst bij geen andere reederij meer werk krijgen. GENEESHEER VAN DE KONINKLIJKE FAMILIE OVERLEDEN. Te Apeldoorn is op 71-jarigen leeftijd over leden dr. L. Pot, van 1898 tot 1932 geneesheer van de Koninklijke familie en de hofhouding. En Scheveningen. Nu de zon ons in den Haag (en U in Haar lem. maar dat gaat óns niet aan) 's och tends verwelkomt en wij in pyjama gaan kijken of de zes pakjes zaad langs de schut ting al uitkomen (zij komen niet uit en zul len niet uitkomen)nu wij de centrale ver warming buiten werking hebben gesteld en 's avonds met een electrisch straalkachel tje manoeuvreeren; nu den geheelen dag- het getingel der ijsco's niet uit mijn straatje is, de Bijenkorf zijn daktuin geopend heeft, het restaurant Haeck naar zijn dépendance aan zee verhuist en Royal z'n wereldberoem de hors d'oeuvres in Warmond serveert; nu Cor van der Lugt Melsert de laatste van zijn dertig premières houdt en een acteur wiens naam wij nooit gehoord hebben in alle bla den mededeeling doet van het feit dat hij het volgend jaar niet meer aan het Rotter- damsch Hofstadtooneel verbonden zal zijn; nu de bioscopen oude melkgevende koetjes van stal halen, de serre van Central open staat op de lente, de Italiaansche ijssalon op de Heeren,gracht z'n biscuit-hoorntjes met de heerlijkste ijsjes bij duizenden per dag verkoopt en de eenden in de vijvers van het Bosch met klein grut achter hun wiebelen de staartjes rondzwemmen nu komt Scheveningen weer aan de beurt. Gaan we weer een borrel drinken in het Casino. Een kopje-koffie-met-zonnewarmte halen bij Houtmeyer en onder de Rotonde. Een Piertje-öm doen. Wie Scheveningen kent, ziet er duizend- en-één-aspecten. Wie Scheveningen en zijn plaats in ons Haagsche leven, beschrijven wil in een luchtig' en vluchtig krabbeltje heeft er een héél schetsboek voor noodig, Over den Haag-aan Zee ben ik niet spoe dig uitgepraat. Want het is zoo veelvoudig, zoo vol van allemaal andere en allemaal verschillende impressies. Het is mondain, maar óók een visschersplaats, maar óók demi-mondain, maar óók dag.iesmenscherig. Het is zéér Haagsch, maar óók zeer inter nationaal, maar óók zeer-speciaal Scheve- ningsch. Men zwemt er, men eet er, men danst er. Ik vind 't prettig, omdat ik er in een strandstoel kan zitten lezen met veel bloote spillebeenen, bananen, limonade en opge stroopte broekspijpen om mij heen. Zij vindt het zalig om in het zonnebad te liggen stoven tusschen de liefste badpakken die Goldfish en Jantzen en Tweka dit jaar hebben gecomponeerd, Hij vindt 't prettig omdat er veel aardige meisjes zijn, Zij vindt het zalig omdat lederen middag op de Pier op 't derde bankje van den ingang af. een knaap zit die maar-dan-ook-sprékend op Willy Fritsch lijkt. Wij vinden het heerlijk omdat er in de Kurzaal goede concerten voor weinig geld te beluisteren zijn Gij danst graag in 't Palais-de-Danse dat duur en chique is nu ja, een tikkeltje kwa- si, maar dat heeft óók zijn bekoring; gij drinkt graag thee-met-jazz in de foyer van de Kurzaal; gij houdt van een aperitief in Palermo of Chez Maxim. Zij rijsttafelen' heerlijk bij Waroong Dja- wa, gaan graag naar Louis Davids' Caba ret En wij allemaal liggen lekker-verzaligd-lui op de stoelen-als-bedden van het Solarium; gaan 's avonds een luchtje in den zoelen zo mer scheppen op 't terras van het Grand- Hötel en hangen met onze parelgrijze pan talon den gentleman-die-in-ons-allen-woont. en die achter de schrijftafel op kantoor niet zoozeer tot zijn recht komt, uit, in de weel derigheid van de badplaats En zoo kan het héél goed gebeuren, dat U uit Haarlem, wanneer ge in het Casino gezeten zijt en U te goed doet aan koele dranken en heete jazz, de kouwe-drukte van een meneer in onberispelijke kleedij aanziet voor de allure van een gezantschaps-secre- tarls of een rechter in het Permanente Hof van Internationale Justitie, terwijl deze zelfde aristocraat morgen aan Uw deur komt, om U te vragen of ge reeds een stofzuiger hebt en zoo meer of hij U dan de Super-Electro- suc eens mag demonstreeren. Niet dat ik iets tegen stofzuigerheeren heb, maar U hebt misschien iets tegen ontgoo chelingen Waarmee ik alleen maar zeggen wil dat het niet alles upper-tenthousand is, wat er blinkt op Scheveningen en dat die bad plaats juist op vele punten en plaatsen zoo interessant is om de kleur en de sfeer, die wij Hagenaar-s eraan geven. En dat is nog maar één van zijn kleuren, Er is een heele regenboog. Daar is bijvoorbeeld de Pier en hoe de Zondagsche kleur van dit statische voer tuig des rustigen vermaaks gewijzigd is, zon der dat iemand begrijpt wanneer precies en waarom eigenlijk. Want drie jaar geleden was de Pier op Zondagochtend een min of meer mondaine en plechtige plicht, Alle wat je noemt nette Hagenaars groetten daar alle wat je noemt nette Hagenaars. Men moest daar min of meer gewéést zijn om te kunnen meepraten. Men ging daarheen met een Fransch of En- gelsch boek, dat men zeker wist niet te zul len lezen, met z'n nieuwe complet en z'n nieuwe hoedje; men ging er zitten en stond weer op en drentelde rond, Men groette elkaar, knoopte een praatje aan, knoopte het praatje weer los en zag veel snoezige meisjes en knapen met den maatschappelijken maarschalksstaf in pa z'n ransel. Nu is dat uit en afgeloopen. 't Zondagsch Pierpubliek is veranderd. Jan Eige-Wagentje en Kees Karnemelk hebben zich meester gemaakt van dit terrein. Voor vijftien cent is dat niet duur gekocht en waarom zouden Jan en Kees niet net zoo goed recht hebben op een wandelingetje bo ven de zee als Bob en Dolly? Maar 't Scheveningsche Pier-aspect is heelemaal veranderd. En ik zeide U reeds voor ons, Hagenaars, heeft Scheveningen tallooze en steeds mèt- de-seizoenen veranderende aspecten. Een dik schetsboek vol. Ik zal daar voor U nog 'ns een paar blaad jes uitscheuren. Mr. E ELI AS. De regeering denkt aan de Visscherij. Ook bij het sluiten van handelsverdragen. Op schriftelijke vragen van het Tweede- Kamerlid den heer Vos, betreffende behar tiging van de belangen der visscherij bij de voorbereiding van handelsverdragen heeft mi nister Steenberghe, mede namens den minis ter van Buitenlandsche Zaken, geantwoord, dat niet kan worden beaamd dat bij de in den laatsten tijd gesloten handelsverdragen met de belangen van de visscherij niet voldoende rekening zou zijn gehouden. Niettegenstaan de de moeilijkheden, welke bij de gevoerde onderhandelingen werden ondervonden, bleek het immers mogelijk, naast garanties inzake invoer-mogelijkheden ook eenige uitvoer-ver- ruiming voor de Nederlandsche visscherij te bereiken. Uiteraard wordt zoowel bij de voorbereiding als bij het voeren van onderhandelingen nauw contact gehouden met de afdeeling Vissche- rijen van het departement van Economische Zaken, terwijl zoo noodig een ambtenaar van die afdeeling bij de besprekingen aanwezig is. Tevens worden eventueel belanghebbende kringen geraadpleegd UIT DE STAATSCOURANT TOT COMMISSARIS BENOEMD. Bij Kon. Besluit is benoemd tot commissaris van politie te Schiedam de heer H. P. Clasie, inspecteur van politie eerste klasse te Am sterdam. Een der Oranje portretten door Jan Verkolje. (Frans Halsmuseum) Ter afwisseling geven wij vandaag eens een werk van een kunstenaar uit de nadagen van onze roemruchte zeventiende eeuw. Het is ver moedelijk geen naam die U iets zegt, als Rem brandt, Steen of Verspronck en ik geloof dat de vierkante zaal in ons museum met de goud- leeren behangsels en de meubels en de vitri nes ten onrechte door de meeste bezoekers maar zeer en passant bekeken wordt. Ten on rechte, want er is aan zoo'n sinjeur Verkolje toch altijd nog veel op te merken waardoor de samenhang van bloeitijd, nadagen, verval en herleving duidelijker wordt. Verkolje .is vier en veertig jaar later dan Rembrandt geboren! In een levende kunstpe riode is dat heel wat, al is een halve eeuw, breed historisch gezien, slechts weinig. Maar als wij ons even voorstellen dat zulk tijdsver schil ongeveer overeenkomt met dat, tusschen, neem bij voorbeeld Jongkind en Jan Sluyters. dan gevoelen wij die afstandsmogelijkheden beter. Of men denke maar eens aan den af stand tusschen Jozef Israëls en zijn zoon Verkolje sterft in 1693, reikt dus bijna aan de achttiende eeuw, periode van rustig inge dommeld zijn op de behaalde lauweren, met hier en daar slechts een figuur, die weer wak ker wordt en zich den roem zijner vaderen herinnert. Maar totdie figuren behoort Ver kolje nog niet. Hij is wel degelijk een der ver dienstelijke hekkesluiters van den glanstijd en heeft van zijn voorgangers, wanneer dan al niet hun geniaal entrain, dan toch een deel van hun technisch-kunnen en vakkennis ge ërfd. Hij schijnt in zijn tijd een zeer gezocht portrettist geweest te zijn en dat is volkomen begrijpelijk. Aan het hier gereproduceerde por tret van de gemalin j van den Koning Stad houder kunnen wij aflezen hoe hij blijkbaar n vaste, scherpe teekenhand had (let eens op oogen en handen) hoe hij een hermelijnen koninginnekleed voortreffelijk wist te dra- peeren en kantkraag, sieraden en kroonjuwee- len tot hun volle recht kon laten komen. Hij is in de mise en page (de plaatsing der figuur en der belangrijkste onderdeelen daarvan in het vierkant van zijn doek) hier wel zeer verwant aan den iets vroegeren Casper Netscher, even eens een gezocht portrettist wiens roem taan de. Maar het feit dat Verkolje voor de Oranje's mocht werken, bewijst wel dat hij in zijn tijd een geweldig heer was. En hun schuld was het niet, dat, zooals ten tijde van Maurits en Fre- derik Hendrik er ook voor hen geen artisten van het gehalte van Mierevelt en Van Rave- steyn klaar stonden. Verkolje is traditioneel, dus eerbiedwaardig maar zonder jeugdkracht, Maar van veel wat nog later komt is zelfs de] traditie verwaterd en Verkolje behoudt al thans het recht op onze waardeering door zijn kundigheden, die uitgebreid waren. Want be halve als schilder heeft hij ook als graveur uitgemunt. Wij kijken er het kopje van Maria nog eens op aan en dan begrijpen wij dat in hem een iminent graveur stak. Hij had zich op de mezzotint-gravure toegelegd (de z.g. zwarte kunst platen die in Engeland in de achttiende eeuw een hoogtepunt van bloei zouden bereiken) en het zal hem goed zijn af gegaan zijn beeltenissen over te brengen in de schakeeringen van simpel zwart en wit maar dan met de ontelbare variaties die er tusschen het roomig wit van het hoogste licht en de fluweelige diepste zwarten te vinden zijn. Voor de prentenliefhebbers zijn die bla den ware geneugten, wonderbaarlijk zijn vaak die uiterste verfijningen van toon die de be kwame graveurs wisten te verkrijgen en juist figuren als Verkolje, wier kracht meer in hoofd en hand, dan in een impulsief en daimonisch innerlijk wezen zetelt, zijn de geboren gra veurs door hun aard. Ook van de portretten van Willem III en zijn Gemalin maakte Ver kolje mezzotinten. Houbraken vertelt (en Immerzeel vertelt het na, en Von Wiirzbach en anderen schrijven het over) dat onze Verkolje door een toeval in de kunstbeoefening kwam. Zijn vader was smid en slotenmaker in Amsterdam en in de zaak van zijn vader zou Johannes opgenomen worden. Maar op zijn twaalfde jaar kreeg hij iets aan zijn been en moest daarna drie jaar te bed liggen. Uit verveling ging hij plaatjes nateekenen, eerst kinderachtige dingetjes toen serieuser voorstellingen en hij kreeg daar zulk een plezier in, dat zijn vader hem, toen hij beter was, bij Jan Lievens in de leer deed om het schilderen machtig te worden. Lievens liet hem schilderijen van een zekeren Gerard Pietersz van Zijl copieeren en Verkolje deed dat spoedig zoo handig dat hij een aantal on afgemaakte, nagelaten werken van dien Van Zijl mocht voltooien. De technicus kwam dus al spoedig in Verkolje voor den dag. Hij kon daardoor dan ook een Immerzeel tot bewon dering brengen, zoo dat hij door dezen met Terborgh vergeleken wordt, naar aanleiding van een fraai kabinetstuk dat Immerzeel bij den heer Van Loon in Amsterdam had zien zien hangen. Dat lijkt zoo van uit de verte een compliment waar bij misschien van eenige overdrijving sprake kan geweest zijn, maar aan den anderen kant is die vergelijking toch weer niet zoo heel gek, als wij ons herinneren dat Verkolje sterk op Netscher geïnspireerd, en dat Netscher een leerling van Terborgh geweest was. Zoo is dan ook dit historisch verbandje weer ge legd en toegeknoopt. Als het U nu nog verder interesseert wie Verkolje's leerlingen waren, kan ik nog uit Immerzeel citeeren, dat behalve zijn zoon, ook de heeren Van dei- Spriet, Van der Borgh en Van der Wilt zijn atelier bezochten. Welke sehoone namen alleen maar dienst kunnen doen om te bewijzen dat er toen, als nu geschilderd werd door gansche volksstammen, die thans vergeten zijn of vergeten zullen worden. J. H. DE BOIS. Een halve eeuw geleden. Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 8 Mei Te Antwerpen heeft Prins Roland Bonaparte, vernemend, dat er twee Ne derlandsche schepen, de „Marnix"' en de „Castor", in de haven lagen, verzocht, hun een bezoek te mogen brengen, het welk gaarne werd toegestaan. Aan boord gekomen, verklaarde de prins, dat het hem genoegen deed .weder onder de Nederlandsche vlag te zijn en onder die vlag een deel van den Nederlandsehen bodem te betreden. De prins vroeg naar alle bijzonderheden van het schip, de uitrusting, het .voedsel der bemanning, enz. en werd met de sloep weder aan wal gebracht. Op de tentoonstelling overtuigde de prins zich, dat de Nederlandsche com missie, een dergenen, die het best ge reed zijn, hem niet vergeten had: zijn boek over „Les habitants de Suriname", naar aanleiding der Amsterdamsche tentoonstelling geschreven, ligt er goed in het gezicht, op een behoorlijke plaats. Door onze lens gesnapt. E. van der Wall. De heer E. van der Wall, ontvanger der di recte belastingen, invoerrechten en accijnzen, alhier, werd 17 Februari 1884 te Beerta gebo ren. Hij bezocht de H. B. S. te Groningen, werd na zijn eindexamen tijdelijk klerk ter Inspec tie der Rijksbelastingen aldaar en op 1 Fe bruari 1902 klerk ter Inspectie te Maastricht. In 1905 ging hij naar Winschoten als le klerk ter Inspectie. In 1909 deed hij examen als adj.-commies. Tusschen de jaren 1912 en 1917 kreeg hij aan het Inklaringskantoor te Nieuwe Schans privé-opleiding voor het ontvangers examen. Hierna werd hij belast met de waarnemingen van de kantoren te De Lemmer en daarna te Alkemade, waarna hij als chef van het Ont vangerskantoor te Leiden werd aangesteld. Te Leiden maakte hij drie jaren deel uit van den gemeenteraad, waar hij een financieele specialiteit was. Van Leiden ging hij in 1924 xraar Pekela als Rijksontvanger. Op 1 Mei 1928 werd hij benoemd tot Rijksontvanger aan het kantoor der Dir. Belastingen te Haarlem. Behalve zijn betrekking bij de belastingen heeft hij nog verschillende andere functies, zoo is hij lid van den Armenraad, en commis saris der Haarl. Jongemannenvereeniging. Ook de lichamelijke opvoeding heeft zijn aandacht. Gedurende langen tijd is hij te Gro ningen voorturner van een gymnastiekver- eeniging geweest. Sedert 8 November 1934 is de heer van der Wall lid van den Haarlemschen Gemeente raad. Zij nog vermeld dat de heer van der Wall te Leiden ook ouderling der Herv. Kerk was en- ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Te Leiden en Den Haag heeft hij zich veel bezig gehouden met opleiding voor verschillende vak-examens. Duitschers ontvluchtten uit concentratiekamp. Vier over onze grens gekomen. Uit het nabij Vlagtwedde over de Duit- sche grens gelegen concentratiekamp heb ben zeven personen weten te ontvluchten. Vier van hen hebben de grens gepasseerd, maar zijn door de marechaussee aangehouden en naar Ter Apel overgebracht, waar zij voorloopig in bewaring zijn gesteld. De drie anderen, zijn op Duitsch grondgebied ge arresteerd. Een van hen is daarbij door een geweerschot zoo ernstig gewond, dat hij is overleden. VROUW AANGERAND. Dinsdag werden de bewoners van de ge meente Midden-Beemster opgeschrikt door een geval van ernstige aanranding. Een krui deniersbediende vervoegde zich ten huize van den veehouder S. aan den Purmerenderweg aldaar en kreeg aan de deur geen gehoor. Toen hij verder op onderzoek uitging, trof hij tot zijn ontsteltenis op de koegang de 34-jarige echtgenoote van S. in bewusteloozen toestand aan. De omstandigheden, waaronder de jonge vrouw werd aangetroffen, gaven duidelijk spo ren aan van geweldpleging. Naderhand bleek, dat men te doen had met een ernstige aan randing, waarbij de vrouw, doordat haar den hals was dichtgeknepen, in bewusteloozen toe stand was geraakt. De vermoedelijke dader, een inwonende knecht van S., is voortvluchtig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5