KARTELWET IN DE BRANDING
Examenvrees?
DONDERDAG 23 MEI 1935
HAAECEM'S DAGB1AD
3
EERSTE KAMER
Voor- en tegenstanders van de wet inzake
de ondernemersovereenkomsten.
v. d. Bergh.
's-Gravenhage Woensdag
Nadat de voorzitter Dinsdagavond Mr.
Smeenge had herdacht, begon vandaag het
werk. Alle agendapunten, ook de wijziging-
der kieswet, werden stilzwijgend aange
nomen..
De senatoriale tongen kwamen pas los bij
de behandeling
van het ontwerp
inzake het alge
meen verbindend
en onverbindend
verklaren van
ondernemers-
overeenkomsten.
Dr. Wibaut (s.d.)
zou lang van stof
zijn, want dit on
derwerp ging
hem reeds zeer
vele jaren bij
zonder ter harte.
Slechts zij aan
gestipt, dat hij
van het verbond
van Nederland-
sche werkgevers
een brief had gekregen, waarin op zijn vraag
omtrent het aantal hier te lande bestaande
kartels, het antwoord luidde, dat die gege
vens in het algemeen niet voor publicatie
geschikt zijn!
Het wezen van een kartel is aldus deze
afgevaardigde het behalen van een zoo
groot mogelijke en zoo regelmatig moge
lijke winst.
De Regeering tracht de quadratuur van
den cirkel op te lossen, als zij meent door
haar voorstel kartelvorming te kunnen be
vorderen in 't belang der ondernemers én
tevens de belangen der consumenten te kun
nen dienen. Citroenen zijn nu eenmaal zuur
en niet zoet. Kartels dienen voor onderne
merswinst. niet voor behartiging van het be
lang der verbruikers. De verbindend verkla
ring heeft ten doel de concurrentie uit te
schakelen, terwijl de mogelijkheid van on
verbindend verklaring wegens strijd met het
algemeen belang een illusie is.
Na in herinnering gebracht te hebben hoe
ter Geneefsche economische conferentie van
1923 op publicatie internationale samenwer
king en toezicht op kartelgebied was aange
drongen, gaf spr. te kennen dat z i. de Me
morie van Antwoord een veel te idealistische
voorstelling van zaken bevatte omtrent de
plaats door de ondernemers in het produc
tie-stelsel ingenomen.
In dezen tijd is meer dan ooit noodig als
men over ordening spreekt, te weten waar die
ordening heen zal gaan en ook in dat op
zicht had Dr. Wibaut kritiek op de M. v. A„
welk stuk hij nog nader op eenige punten
onder handen nam.
Eindelijk was hij uitgepraat en kon de heer
v. d. Bergh (lib.) verklaren in het verleden
t.a.v, hier te lande bestaande verhoudingen
tusschen onder
nemers onder
ling geen enkel
misbruik te heb
ben bespeurd, dat
een wettelijk in
grijpen als thans
wordt voorge
steld, zou kunnen
rechtvaardigen.
Wetgeving als
deze was in elk
geval in normale
tijden ten onzent
overbodig. En
hebben zich de
toestanden in de
crisis dusdanig
gewijzigd, dat er
zich nu leemten
!n de wetgeving openbaren, waarin voorzie
ning noodig ware? Maar dan ook alleen in
den vorm van een crisiswet, dus met een uit
sluitend tijdelijk karakter. Mede op deze vraag
moest volgens den liberalen woordvoerder het
antwoord negatief luiden.
Minister Steenberghe echter denkt er an
ders over en durft wel in te grijpen in de ver
houdingen tusschen particulieren. Spr. be
treurde dit en wees dit ontwerp vierkant af.
Samenwerking door onderling overleg is thans
o zoo gemakkelijk te bereiken. Daarop diende
deze Minister zich toe te leggen. Aldus de heer
v. d. Bergh, die zich echter door Excellentie
Steenberghe hoorde toevoegen, dat de onder
nemers, als ze door de Regeering tot overleg
worden uitgenoodigd, niet eens komen op
dagen.
Na den liberalen senator verlustigde zich
Prof. v. Embden (v.d.) eerst in eenige theore-
tisch-economische boks-ronden met Dr. Wi
baut om vervolgens te betoogen. dat juist in
dezen tijd overleg tusschen de ondernemers
geboden is. ook over den prijs. In tegenstelling
met den s.d. spreker kende de v.d. afgevaar
digde wèl beteekenis aan de onverbindend-
verklaring toe. Als waar is wat de heer v. d.
Bergh beweerde, dat er eigenlijk in dezen tijd
geen ondernemers meer zijn, die zich aan sa
menwerking willen onttrekken, dan valt zeker
tegen dit wetsvoorstel niets aan te voeren. Ook
zonder deze wet is er toch kartelvorming.
Maar dan op vaak minder verkwikkelijke
wijze, nl. met behulp van verre van fraaie
dwangmiddelen. Vergeleken nu met kartel
vorming in het wild, is de wettelijke regeling
een belangrijke stap vooruit. Overdreven som
ber bezien de tegenstanders van dit ontwerp
de daarvan te verwachten nadeelige gevolgen
voor het persoonlijk initiatief. Intusschen zij
de Regeering sober met het toestaan van
prijs-afspraken, al behoeft zij dit op het ge
bied van den export niet zoo schaarsch te
doen. Met instemming begroette spr.
's Ministers opvatting dat sluiting van het
bedrijf evenmin doel van de kartels mag zijn
als in het leven houden van zwakke niet
levensvatbare ondernemingen. Ook in andere
opzichten achtte hij waakzaamheid tegen be
vordering van bepaalde privaat-belangen
boven het algemeen sociaal belang geboden.
Mr. Knottenbelt (lib.) zette hierna uiteen,
dat hij dit wetsontwerp in 9trijd achtte met de
grondslagen van ons verbintenissenrecht; er
zitten ongekende revolutionaire elementen in.
Het is een zeer belangrijke wijziging in een
eeuwen-oud recht, zonder dat de noodzaak van
het voorstel zelfs maar is aangetoond. De deur
voor willekeur wordt door deze regeling ge
opend. Al is het ontwerp niet ongrondwettig,
onaanvaardbaar is, dat aan de uitvoerende
macht zoo gewichtige beslissingen t.a.v. het
bedrijfsleven worden overgelaten.
Na dezen tegenstander kwam de voorstan
der de Bruyn (R.K.) aan het woord, die in dit
voorstel zag „een ordening opgebloeid in vrij
heid" en die ver-der in den breede principieele
uiteenzettingen over de verhouding tusschen
ondernemer, onderneming, mensch en maat
schappij enz ten beste gaf. Hierbij betoogde
hij, dat de ondernemer z.i. allesbehalve een
Prof. Kranenburg-
sociaal „Übermensch" is, doch eer in de so
ciaal-economische onderwereld thuis hoort.
Eenmaal wet geworden zal dat ontwerp na
tuurlijk de economische moeilijkheden nog
niet kunnen oplossen, maar zelfs los van de
crisis ware een dergelijke regeling reeds ge-
wenscht.
Dit wetsontwerp biedt de mogelijkheid, dat
er een redelijke prijs voor goederen en diensten
wordt vastgesteld en het biedt perspectief voor
een passende blijvende ordening van ons
sociale leven.
Mr. Pollema (c. h.), die vandaag de hekken
sluiter was. gaf te kennen dat er hier grooter
belang op het spel staat dan men zoo denken
zou. Zoowel de staatkundige als de economi
sche traditie als het contractenrecht worden
door deze regeling in het hart getroffen. Dit
wetsontwerp staat volstrekt buiten het c.h.
beginsel als zoodanig.
Dit wetsontwerp strijdt allereerst met de
staatkundige orde van zaken en zulks is te
wijten aan den vorm, waarin het voorstel
door Minister Steenberghe is gegoten. Oor
spronkelijk was het er alleen op gericht ge
weest enkelen bedrijven hulp te verleenen om
ze over de tegenwoordige crisis-moeilijkheden
heen te helpen. Dat was geschied toen de Pre
mier ad interim aan het hoofd van Economi
sche Zaken stond. Doch later, toen Mr. Steen
berghe deze portefeuille had aanvaard, kwa
men er zeer belangrijke wijzigingen in het
voorstel. Hierdoor werd het een ontwerp tot
verandering van de economische structuur van
ons productie-wezen en daartoe werd pas bij
de M. v. A. overgegaan. Dus op 'n moment,
waarop de Raad van State hierover niet meer
advies had uit te brengen. „Ik wil de Regee
ring gaarne verstrekkende machtigingen ge
ven als ze nauw verband houden met de crisis,
maar niet voor structuurwijzigingen, wat im
mers buiten het kader valt van hetgeen het
kabinet-Colijn zich als taak heeft gesteld.
Een tweede hoofdgrief van den heer Polléma
tegen het ontwerp was, dat het ernstige in
breuk maakt op het tot nu toe volgens hem
terecht gehuldigde beginsel van het particu
lier productie-wezen. „De particuliere onder
nemer is de golfbreker voor de maatschappe
lijke welvaart; zijn initiatief moet men zelfs in
dezen tijd, zoo weinig mogelijk breidelen".
Als laatste, niet het minst voorname, argu
ment tegen de ontworpen regeling voerde de
spreker aan, dat zij indruischt tegen het con
tractenrecht, zooals dat sinds geslachten in
ons wetboek is neergelegd. Tot nu toe strekte
de onderlinge wils-overeenstemming partijen
tot wet, doch hier krijgt men de tot dusverre
in onze juridische structuur onbekende figuur,
dat de wet de' overeenkomst breekt en haar
macht ook uitstrekt over wie niet bij die
overeenkomst betrokken waren. Zeker, ook in
't arbeidsrecht bestaat er wel zoo iets. maar
daar gaat het alleen om de vraag of men
niet om der wille van de gemeenschap zekere
uitwassen moet verzachten.
Daar is zoo iets als een ethischeachter^
grond van het contractenrecht, waarmee dit
wetsontwerp breekt.
Ook vroeger beleefden we moeilijke tijden,
doch steeds hield men vast aan het heilige
beginsel van ons contractenrecht.
Wordt dit ontwerp wel aangenomen dan
zal men naast elkaar krijgen enkele bedrij
ven die de vruchten van de Regeeringspoli-
tiek zullen binnenhalen, maar daarnaast een
groote klasse paupers voor wie het paradijs
van het geordende bedrijf gesloten zal zijn.
Aldus het slot dezer philippica, waarop mór
gen de Minister van antwoord zal moeten
dienen.
E. v. R.
NOODKREET DER MEUBELTRANSPORT
ONDERNEMERS.
De Nationale Bond van Meubeltransport
ondernemers zendt ons een schrijven over den
noodtoestand van de Meubelstransportbe
drijven. Hierin wordt gezegd, dat men gemeend
had op zeer spoedig ingrijpen der regeering
te mogen vertrouwen teneinde deze bedrijven
voor algeheelen ondergang te behoeden. Tot
heden is men hierin echter bitter teleurgesteld
De groote moeilijkheden acht de Bond een di
rect gevolg van de ongunst der tijden, waar
tegen de zakenlui schouder aan schouder
maatregelen hebben te nemen. Ten aanzien
van één feit echter wil men de hulp der regee
ring inroepen; tegen de geweldige expansie
in het aantal meubeltransportbedrijven, waar
voor vele ooi-zaken zijn aan te wijzen, o.m. het
afbetalingssysteem, dat het mogelijk maakt
met een luttel bedrag een autotapissière in
bezit te krijgen. Om deze redenen hebben een
aantal bona-fide bedrijven besloten de hulp
der regeering in te roepen, teneinde een licen
tiestelsel voor haar bedrijven ingevoerd te
krijgen. Men is evenwel door de regeering te
leurgesteld, welke door de per 1 Januari 1935
ingevoerde verkeersbelasting nog een extra-
last op verhuistransportbedrijven heeft gelegd,
waardoor nu gemiddeld f 500 per autotapis
sière per jaar moet worden betaald, tegen ge
middeld f200 per jaar vóór 1 Januari 1935. De
Bond vraagt de Regeering de reddende hand
uit te steken, want als dit niet zeer spoedig
geschiedt, dan liquideert het meubeltransport
in ons land.
EEN BROCHURE VAN MR. H. P. MARCHANT
Naar wij vernemen zal aan het einde van
deze week een brochure verschijnen van Mr.
H. P. Marchant, getiteld: „Tot Verweer".
Mijnwerkersbonden hebben
bezwaar tegen regeerings-
voorstel.
Inzake het A. M. F.
Woensdag vergaderden de gezamenlijke
mijnwerkersbonden, ter vaststelling van het
antwoord aan den Rijksbemiddelaar.
In hun antwoord hebben zij hun waardee
ring uitgesproken voor het besluit van de
Regeering tot instelling van een onderzoek
naar den algemeenen toestand van het mijn
bedrijf, o.l.v. oud-minister Verschuur. Zij
hebben er verder op gewezen, dat er bij hen
overwegende bezwaren bestaan tegen de for
muleering van de bevoegdheden van den re-
geerings-commissaris in het Algemeen Mijn
werkers Fonds, welke bezwaren zich vooral
richtten tegen het feit. dat er besluiten zul
len kunnen worden genomen ook wanneer
slechts één der direct-belanghebbende groe
pen een wijziging wenscht en zonder dat de
andere groep daartoe eenigerlei medewerking
verleent.
NOODLANDING VAN EEN MILITAIR
VLIEGTUIG.
Woensdagmiddag omstreeks éen uur heeft
een militair vliegtuig, de Z 16, afkomstig uit
het vliegkamp De Kooi bij Den Helder, een
noodlanding gemaakt wegens een motor
defect op een terrein aan den Apeldoornschen
straatweg bij Arnhem.
De beide inzittenden van het vliegtuig ble
ven ongedeerd. Het vliegtuig, dat licht be
schadigd is, zal ter plaatse worden gedemon
teerd.
Beerta krijgt weer een
gemeenteraad.
Regeering wil onder curateelestelling
intrekken.
Een wetsontwerp is thans ingediend om de
wet, waarbij in het bestuur van Beerta werd
voorzien, in te trekken.
Minister De Wilde herinnert er in de Me
morie van Toelichting aan. dat in de bedoelde
wet werd bepaald, dat, zoodra het gevaar van
verwaarloozing van het bestuur van de huis
houding van Beerta geacht kan worden niet
langer aanwezig te zijn. aan de Staten-Gene-
raal een voorstel van wet zou worden gedaan
tot intrekking.
De wetsvoordracht van thans beoogt, aan
dit voorschrift te voldoen.
Stellige waarborgen, dat de toestand te
Beerta zal verbeteren, zijn nimmer te geven;
wel echter mag z-edelijkerwijs worden aange
nomen, dat de scherpe maatregel van correc
tie invloed ten goede zal hebben op het beleid
der plaatselijke bestuursorganen in de toe
komst. Het is redelijk, dat het nieuw gevormd
college op welks totstandkoming de correc
tieve maatregel van invloed kan zijn geweest
in de gelegenheid wordt gesteld, te toonen,
dat het uit den loop van zaken leering heeft
geput. De nieuwe raad vindt bij zijn optreden
geen anderen toestand, dan wanneer een nor
male bestuursperiode ware voorafgegaan.
Geen sprake van, indien gij slechts
Mijnhardt's Zenuwtabletten gebruikt
Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv. Ingez. Med.)
Vlieghavens worden beter
beveiligd.
Een vrije zone van vijf
kilometer.
Geen hooge gebouwen enz. in de omgeving.
De wenschelijkheid doet zich gevoelen om
in afwachting van een in voorbereiding zijnde
algeheele herziening van de Luchtvaartwet,
een partieele wijziging-aan de orde te stellen,
opdat spoedig wijziging kan worden gebracht
in de bepalingen rakende luchtvaart terreinen.
Ten aanzien van deze bepalingen, opgesteld
in een tijd, waarin de ontwikkeling, welke de
luchtvaart de laatste jaren heeft genomen,
niet was te voorzien, zijn bezwaren aan het
licht getreden, welker wegneming urgent is
te achten.
De mogelijkheden, welke het bestaande ar
tikel 22 biedt voor het leggen van een bouw-
verbod. zijn in de practijk te beperkt gebleken,
zoodat het veilig gebruik van de belangrijkste
luchthavens dreigt te worden belemmerd.
De zones, waarop een bouwverbod kan wor
den gelegd, dienen belangrijk te worden uit
gebreid en in beginsel moet de mogelijkheid
worden geopend tot een afstand van 5000 M.
van de grenzen van het luchtvaartterrein de
daarvoor in aanmerking komende terrein-ge
deelten van hooge bouwwerken of beplantin
gen vrij te houden.
Bij een mistlanding met behulp van een
radiobaken zal het vliegtuig immers reeds op
evengenoemden afstand beginnen de koers-
lijn van het radiobaken op geringere hoogte
boven den grond en daaraan evenwijdig te
volgen.
De regeering ontveinst zich niet, dat de
thans voorgestelde bevoegdheden van vér
gaande strekking zijn. Te allen overvloede
wordt er in dit verband nog op gewezen, dat
in de practijk steeds bij een bouwverbod over
leg wordt gepleegd.
Onmenschelijk optreden.
Boerenknecht na auto-ongeval door een boer
op straat gezet.
Men schrijft ons uit het Gooi:
Een 26-jarige boerenknecht, wiens ouders in
Eemster «Dr.) wonen, trad j.l. Zaterdag bij
den veehouder J. H. aan den rijksweg bij den
Hakkelaar (gem. Muiden) in betrekking. Dien
zelfden avond had de jongeman het ongeluk,
bij het oversteken van den weg, gegrepen te
worden door een auto, waardoor hij achter
over op het wegdek sloeg en de eerste oogen-
blikken bewusteloos bleef liggen. De automo
bilist met wiens auto de aanrijding had plaats
gehad, en Roode Kruis-soldaten. die hun post
bij de Hakkelaar betrokken hadden, verleen
den de eerste huln. De val bleek vrij ernstig
aangekomen te zijn, want de jongeman had
een bloeduitstorting in het achterhoofd, zijn
ledematen deden hem hevig pijn en hij Kon
moeilijk ademhalen. Gelukkig was hij dicht bij
zijn nieuw tehuis, waar hij zich te bed moest
begeven. Den volgenden ochtend was hij niet
in staat, te voldoen aan de opdracht van den
boer. om het vee te gaan melken.
Toen Maandagavond de toestand nog zoo
was. dat de knecht met koorts te bed lag. deel
de de boer hem mede, dat hij hem niet langer
in betrekking wenschte te houden. De knecht
moest, ziek als hij was. het huis verlaten. De
beklagenswaardige jongeman begaf zich
daarop naar de Muider politie, om hulp. Deze
zegde toe. te zullen trachten, voorloopig on
derdak voor hem te krijgen. Inmiddels moest
de knecht nog zijn goed bij den boer weghalen
In welk een toestand de jongeman zich op dat
oogenblik bevond, wordt duidelijk, als men
weet, dat hij op zijn fiets anderhalf uur noodig
heeft gehad, om van Muiden naar de Hak
kelaar te komen (een afstand van 20 minuten
gaans).
Dank zij de tusschenkomst van de politie
slaagde men er in, bij de familie de J. te Mui-
den den patiënt voorloopig logies te verschaf
fen. Intusschen wordt deze zaak verder door
de politie onderzocht. Op het oogenblik dat
de boerenknecht zich bij de politie vervoegde
had hij hevige koorts.
ONVOORZICHTIGHEID MET DEN DOOD
BEKOCHT.
Te Tegelen is bij het plotseling oversteken
van den weg een 14-jarige knaap door een
auto gegrepen en tegen den grond geslingerd.
De knaap liep daarbij eenige bloedende
hoofdwonden op en moest in zeer zorgwek-
ker.den toestand naar het ziekenhuis te Te-
zelen worden overgebracht waar hij is overle
den.
Het ongeluk geschiedde, doordat de jongen
die zich door een vrachtauto had laten voort
trekken plotseling van daarachter te voor
schijn kwam waardoor de bestuurder van de
aanrijdende auto hem niet had gezien. Dezen
treft dan ook geen schuld
MISDAAD OF MISDADIGE ONVOORZICH
TIGHEID?
SOERABAJA, 22 Mei (Aneta). De Raad
van Justitie ving heden de behandeling aan
van de zaak tegen A. Machille (vroeger ge-
heeten Macaré), die beschuldigd is van een
Javaansch jongetje met opzet spiritus over
schouders en hals te hebben uitgegoten en
daarna in brand te hebben gestoken.
Beklaagde ontkent opzet, doch erkent on
voorzichtig geweest te zijn. Beklaagde beweer
de dat hij een brandende sigaretten-aanste
ker in de hand had en om het kind te
plagen spiritus over den knaap uitwierp
welke op onverklaarbare wijze vlam vatte.
Beklaagde behandelde de wonden met inkt.
Gebr. Gerzon's Mode
magazijnen.
In het verslag van Gebr. Gerzon's Mode
magazijnen wordt o.m. het volgende medege
deeld: De in 1934 verkregen resultaten zijn
niet bevredigend te achten. De in het vorig
verslag geuite verwachting, dat de bedrijfs
resultaten meer en meer van het achteruit
gaan van de koopkracht een ongunstigen in
vloed zouden ondervinden, zagen wij helaas
bewaarheid. Optimistische toekomstklanken
dienaangaande kan men niet doen hooren.
Ook ons bedrijf is hiervoor afhankelijk van
de resultaten van het geheele bedrijfsleven
hier te lande en in Indië. Een modebedrijf
als het onze ondervindt uiteraard eveneens
groote moeilijkheden bij de voorziening van
goederen door de invoerrestrictie. Een herstel
van het vrije handelsverkeer, wanneer mo
gelijk, achten wij dan ook uiterst gewenscht.
Wij hebben in 1934 ons onkostenbudget aan
merkelijk verlaagd, ook in het loopende jaar
zullen wij trachten zooevel mogelijk maatre
gelen in dien zin te treffen.
Er is een netto winst gemaakt van f 194.445.
Van deze som komt aan de houders van pre
ferente aandeelen f 120.000. Aan de gewone
aandeelhouders komt f 74 445. Op de prefe
rente aandeelen kan worden uitgekeerd een
dividend van 5 1/2 (5.7) pet., op de gewone
aandeelen van 4 (8) pet.
De balans vermeldt als activa: vaste goe
deren f 3.612.923 «f 3.256.0001winkelinrich
tingen f 1.244.076 (f 1.049.075), goed. f 1,564.491
if 2.201.965). debiteuren f711.250 «f740 104)
effecten f337.040 (642.585). kas en kassiers
f993.261 (f 1.255.001).
Als passiva o.m.: aandeelen kapitaal
f 4.000.000 (onv.), reservefonds f 1.260.935
(f 1.251236», pensioen- en ziekenf. f268.650
(f286.048). hypotheken f 1.270.000 (onv.).
crediteuren f 647.654 «f 1.140.313), gedepo
neerde gelden f801.033 (f840.478), winst
f 194.445 (f337.000).
De winst- en verliesrekening staat debet
voor: algemeene onkosten f4 000.566
(f4.313.602), afschrijving op vaste goederen
enz. f70.430 (f226.178). winst f 194.445
(f337.000). en credit voor: goederenwinst in
terest enz. f4.265.442 (f4.896.780).
I
Een halve eeuw geleden.
Uit Haarlem's Dagblad van> 1885.
23 Mei:
Het volgende adres aan den Gemeente
raad ligt ter teekening bij den heer W.
Kiippers, boekhandelaar. Jansstraat,
alhier
De ondergeteekenden. belangstellen
den in en belanghebbenden bij den bloei
van deze gemeente, zijn van meening,
dat daartoe op de eerste plaats behoort
een hoogst zuinig beheer van de ge-
meentefinanciën. Zij hebben de innige
overtuiging, dat het verleenen van sub
sidie aan schouwburgen en andere
inrichtingen van publieke vermakelijk-
mag worden beschouwd en dat een
heid. niet als een zuinigheidsmaatregel
dergelijk subsidie niet behoort te ge
schieden uit de kas der gemeente, aan
gezien zulk een bijstand een privilegie
zou zijn voor enkelen, ten koste van
velen. Zij nemen daarom de vrijheid,
den Raad dezer gemeente met verschul-
digden eerbied, maar tevens met hoogst
bescheiden aandrang, te verzoeken, de
door het hier bestaande schouwburg-
comité of door andere personen, ge
vraagde of nog te vragen subsidie, onder
welken vorm ook. niet te verleenen.
Door onze lens gesnapt.
H. van Borssum Buisman.
De heer H. van Borssum Buisman, die
sedert 1913 verbonden is aan de Teyler's Stich
ting als conservator, heeft speciaal de kunst
verzameling onder zijn wetenschappelijke be
rusting.
Op 1 Januari 1873 werd de heer Van Bors
sum Buisman te Wieringerwaard geboren,
doch zijn jeugd bracht hij door in Delft,
waar zijn vader predikant was. Daar bezocht
hij ook het gymnasium en later de Polytech
nische school, waar hij A. Le Comte als leer
meester had. Na dezen tijd bezocht hij achter
eenvolgens de Haagsche en de Antwerpsche
academie.
In den Haag vestigde hij zich als schilder,
waar in zijn atelier verschillende hoogge
plaatste regeeringspersonen zich lieten por-
tretteeren.
Tegelijk was hij leeraar in Rotterdam aan
de Academie voor Beeldende Kunsten, wat de
heer Buisman tien jaar is geweest.
Doordat de heer Van Borssum Buisman
zich geheel specialiseerde op kunstweten
schappelijk gebied, kwam hij in 1913 in aan
merking voor de positie van conservator aan
Teyler's Stichting
UIT DE STAATSCOURANT
RECHTERLIJKE MACHT
De rechtbank te Den Haag heeft ter vervul
ling van de vacature van kantonrechter al
daar opgemaakt de volgende alfabetische lijst
van aanbeveling: mr. W. G. F. Borgerhoff
Mulder, rechter-plaatsvervanger te Den Haag;
mr. dr. A. Fontein, kantonrechter te Amster
dam en mr. J. F. Hymans, advocaat en procu
reur te Den Haag.
PRINSES JULIANA AANVAARDT
BESCHERMVROUWSCHAP.
Naar wij vernemen heeft Prinses Juliana
het Beschermvrouwschap aanvaard van de
Nederlandsche Vereeniging ten behoeve van
Zeelieden van elke Nationaliteit „Hospitaal
Kerkschip".