Het geheim van Lady Littenton
Een massa simultaan
seance werd Maan
dagavond in Bellevue
te Amsterdam geor
ganiseerd door het
comité Aljechin-Euwe.
Dr. Aljechin in den
strijd
M»*r dan 65 000 personen woonden den internationalen voetbalwedstrijd DuilscK'Iand
Tijecho Slowakije te Dresden bij. De match eindigde in een 2 1 overwinning
voor het Duitsche team
tentoonstelling te Brussel. Het
gezelschap bezichtigt de expositie
in het Nederlandsch Paviljoen
De internationale vereeniging van gemeenten is Maandag te den Haag bijeengekomen
voor een vergadering gedurende de eerstvolgende dagen. Groepfoto der deelnemers
bij het kasteel oud-Wassenaar
In de aula der Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam had Maandag de eere-promotie plaats
van Willem KIoos en Lodewijk van Deyssel. Tijdens de rede van prof. dr. A. A. Verdenius
Zeeuwsch bezoek aan de wereld-
Aan den start te Halfweg voor den wegwedstrijd over
106 KM. die Maandag verreden is en bedoeld was al»
selectie-wedstrijd in verband met de uitzending van wielren-,
amateurs naar de wereldkampioenschappen en de Olympisch»
spelen in 1936
De heer C. F. Jas, commissaris der ge
meente Rotterdam te Hoek van Holland,
verlaat 1 Juni a s, den gemeentedienst
wegens het bereiken van den pensioen ge
rechtigden leeftijd
FEUILLETON.
door
ELSA KAISER.
10)
Gordon had een vermoeid lachje. „Ik geloof"
zeide hij, „dat Alice zich hier niet meer
thuis voelt, zij heeft- mij geschreven dat zij
zich niet zal laten vinden".
„En dat neemt u voor kennisgeving aan,
daarbij wilt u rustigjes blijven zitten?"
„Neen, neen. ik zal haar zoeken, maar ik wil
haar niet dwingen," Gordon kuchte, schepte
zijn moed tezamen en vroeg zacht. „Kan ik
misschien in dit geval op uw stilzwijgendheid
rekenen?"
„Op mijn stilzwijgendheid?" riep Nelson
driftig. „U vergeet dat ik de beleedigde ben!
Van uw familie kan men nog allerlei verwach
ten, neen mijnheer Gordon ik zal zeker niet
zwijgen. Ik verzoek u tevens eraan te denken
dat de kletspraatjes nu opnieuw over uw
dochter losbreken en daarbij zal het schan
daal van Detroit's dood ook niet vergeten
worden."
„Het komt er enkel maar opaan hoe men
de zaak voorstelt, mijnheer Neison."
Nelson lachte kort en droog het was een
boos lachje „Mijn bruid loopt vier dagen voor
het huwelijk weg, mijnheer Gordon en nu
verlangt u nog een dienst van mij. neen, neen,
dat kan ik niet doen, stelt u zich een oogen-
blik in mijn plaats mijnheer. Ik zou dus moe
ten zeggen dat ik ons huwelijk nog eenigen
tijd heb uitgesteld omdat mijn bruid nog
eerst een reis moest ondernemen of iets der
gelijks ongerijmds?"
„Ja, dat zou het allerbeste zijn."
„Niet voor mij en mijn naam" antwoordde
ttelson ijskoud. „Zulke romantische ridder
diensten moet u niet van mij verlangen, mijn
heer, dat ligt niet in mijn lijn. Vaarwel mijn
heer Gordon, wij hebben het laatste woord
met elkaar gesproken."
De beide mannen stonden op. Gordon wist
nu dat Nelson geen enkel excuus zou aanvoe
ren en dat hij de kletspraatjes allen grond
zou geven.
„Dus" zeide hij, ..als ik het goed begrijp
hebt u nooit van mijn dochter gehouden?"
Het was de waarheid, maar Nelson werd
nog woedender. „Goedendag" zeide hij. ,.U
begrijpt natuurlijk dat onder deze omstan
digheden van een fusie niets kan komen."
Gordon bleef achter. Hij was totaal versla
gen, maar nog het meeste om datgene wat
hij tot Alice gezegd had. Hij ging naar boven
en doorliep Alice's kamers alsof hij daar nog
iets zou vinden dat hem hoop zou kunnen ge
ven. Hij keek rond naar de kostbare meubels,
de tapijten, boeken en bloc-notes en dacht ver
twijfeld. „Ik ben toch niet slecht voor haar
geweest."
Hij ging zitten en dacht na. „Neen zeide hij
luid in de stilte, „ik ben wel slecht voor haar
geweest, ik heb nooit op haar gewacht, ik
heb nooit naar haar gevraagd, ik wist niets
van haar af. Ik wilde enkel dat zij met Nel
son zou trouwen opdat er een fusie tusschen
onze bedrijven zou komen, voor de rest
wenschte ik met rust gelaten te worden. Een
plotselinge schrik sloeg door hem heen. „Zij
kan nu niet eenzamer zijn dan bij mij", dacht
hij angstig, „want niemand hier hield van
haar sedert mijn vrouw's dood. niemand, ik
niet en ook Nelson niet, misschien is dit wat
zij gedaan heeft nog het beste wat zij doen
kon".
Hij bleef verslagen zitten. „Misschien komt
zij op een goeden dag terug," zeide hij, maar
geloofde het zelf niet.
Gordon ging naar zijn werkkamer terug en
wilde werken, maar hij vergat het. Hij zat
maar stil voor zich heen te kijken en dacht
lang na over zichzelf, over zijn leven, over
zijn vrouw en het meest over Alice.
HOOFDSTUK IX.
De jonge meisjes lagen op dekstoelen toen
Arthur Littenton boven kwam. „Willen jullie
het nieuwste New-Yorksche schandaaltje
hooren? De dochter van den bekenden staal-
koning Gordon is vier dagen voor haar hu
welijk weggeloopen. Wat zeggen jullie wel van
zooiets?"
De vriendinnen wisselden een snellen blik.
Alice was bleek geworden en keerde zich half
om. Zij voelde hoe Lord Littenton haar aan
keek.
„En dat is een zoo wereldschokkende ge
beurtenis dat het radiotelegrafisch aan ons
schip wordt meegedeeld?" spotte Claire.
,Ach neen, dat is het niet, maar natuurlijk
laat de vader zijn dochter zoeken en roept de
hulp in van alle schepen, want misschien be
vindt zijn dochter zich onder de passagiers
van de één of andere mailboot. Je begrijpt-
toch zelf wel hoe prettig de menschen het aan
boord vinden om iets te hebben waarover zij
babbelen kumien, vooral de dames", ant
woordde hij.
„Nou, nou," meende Claire bedachtzaam,
„ik denk dat de heeren er zich ook wel voor
interesseeren, want jij maakt er meer dnikte
over dan ik, Arthur."
„Je weet zelf wel, waarom Claire, miss Gor
don laat mij om allerlei redenen niet onver-
schillig.Intusschen schijnt 't een meisje te zijn
dat van sensatie houdt en zelfs van een beetje
ruwe sensatie."
„Ik vindt. Arthur, dat je wel wat te vlug met
je oordeel klaar bent, je kent miss Gordon
heelemaal niet."
„Ik weet genoeg van haar om een oordeel
te kunnen hebben Claire. Ik was verschrikt
toen ik in New-York hoorde, dat je een vrien
din van haar was en ik ben oprecht blij, dat
je haar niet ontmoet hebt, deze dame is geen
omgang voor jou."
„Arthur, je bent heusch te vlug met je
oordeel, ik spring altijd voor mijn vriendin in
de bres. Men zal niemand veroordeelen voor
dat men alle omstandigheden kent."
„Deze Alice Gordon zal je vriendin niet
zijn, Claire" riep Lord Littenton opgewonden.
„Een meisje dat zoo schaamteloos met man
neneer en mannenharten speelt, is geen goede
kameraad voor jou Eerst heeft zij den armen
Emile Detroit in een zelfmoord gedreven,
daarna lokte zé dezen William Nelson, een
ernstig man, in haar netten om dan vier da
gen voor het huwelijk weg te loopen enkel om
dezen man ook ongelukkig te maken en zich
over hem vroolijk te maken Zij heeft natuur
lijk nu reeds een derde slachtoffer. Een har-
telooze kokette is deze Alice Gordon anders
niets!"
„Dat is niet waar, hoe durft u zooiets van
een vrouw die u in het geheel niet kent, t?
zeggen, lordt Littenton."
Alice had hem haar wit gezicht toegekeerd,
haar mooie oogen zagen hem boos en on
rustig aan.
„Alice Gordon speelt noch met mannen
harten noch met manneneer. En Emile's dood
heeft haar zwaarder getroffen dan iemand
ter wereld."
Lord Littenton keek de gezelschapsdame
van zijn bruid met- grenzenlooze verwondering
aan. „Hoe zoudt u dat kunnen weten, miss
Forth?" stamelde hij.
Alice zweeg, zij trilde van het hoofd tot de
voeten en wist niet wat te antwoorden. Zij
had zich met haar voorbarigen uitroep ver
raden. Zij zou wel nooit leeren om Joan Forth
te worden, zij bleef Alice Gordon.
Alice wierp haar vriendin een hulpzoeken
den blik toe en Claire antwoordde na eenige
oogenblikken: „Dat weet miss Forth zoo goed
omdat zij miss Gordon kent, zij was de gezel
schapsdame en intieme vriendin van miss
Gordon. Zij kwam dadelijk bij mij, na het
geen voorgevallen was."
„O, dat is natuulijk iets anders, ik vraag
vergeving als ik u verdriet heb gedaan door
mijn wooi-den, miss Forth. Ik kon niet ra
den Waarom heb je mij dat niet verteld,
.Claire?"
„Ik zeide je toch Arthur, dat miss Fortlj
mij door een mij bevriende dame was aanbe*
volen. De naam van deze dame te noemejj
viel mij zwaar omdat ik je oordeel over haal
kende en ik wilde niet dat je dit vooroordeel
op miss Forth zou overbrengen
„Hoe kon je zooiets denken. Claire? Kerf!
mij dan zoo slecht? Hoe zou ik miss Forth oj
een gelijke lijn met miss Gordon kunnen stel*
len?" zeide hij verwijtend.
De meisjes keken elkander een oogenblib
aan en lachten toen weder. Claire vond dil
comediespelen bepaald een pretje. „Nu je
zoudt kunnen denken dat de atmosfeer in
Alice's huis een slechten invloed had gehad
op miss Forth", lachte zij.
,JLieve Claire je miskent mij, overigens,
men behoeft miss Forth maar aan te kijken
om te weten wie en wat zij is."
Claire schaterde van het lachen, maai
.Alice werd rood tot aan haar haarwortels.
Arthur's stem had zoo warm geklonken bij
het uitspreken dezer woorden, zoo warm als
zij deze stem nog nooit had gehoord, zelfs niet
als hy met Claire sprak.
„Oordeelt u wat mijn persoontje betreft, ook
weder niet een beetje te vlug en'op den uiter-
lijken schijn afgaand mylord?" vroeg Alice
glimlachend.
„O, dat is natuurlijk iets anders, ik vraag
miss Forth, ik geloof het niet" antwoordde hij
eenvoudig.
Een minuut lang bleven zij tegenover elkaar
verzonken in elkanders aanblik. Dan keerde
Alice zich naar Claire. Het zoo even nog
lachende gezicht was plotseling ernstig gewor
den. Alice schrok een beetje maar lord Lit
tenton had de verandering niet opgemerkt.
„Mag ik bij je komen zitten Claire?" vroeg
hij.
.Natuurlijk Arthur, ik zie aan je dat je
graag eens met miss Fort over Alice Gordon
wilt praten.
„Zoo is het. als juffrouw Forth zoo goed wil
zijn mij het één en ander te vertellen."
.(Wordt vervolgd,),