ETNA Bezuinigingsontwerp door Tweede Kamer ontleed. KOOPT SPAARZAME GASFORNUIZEN DE 'AVONTUREN VAN PROFESSOR NIMBUS. V R" IT D A G T4 JUNI 1935 HAARCEM'S D A G B E A B 3 Critiek op eenzijdige aanpassing". Bezwaren tegen de gevraagde machtigingen. Bezuiniging op onderwijs ontmoet bedenkingen. In een zeer uitvoerig Voorloopig Verslag heeft de Tweede Kamer haar oordeel over het groote bezuinigings ontwerp der regeering kenbaar ge maakt. Verscheiden leden wenschten een woord van ernstig protect io doen hooren tegen de wijze waarop de regeering de op haar beleid geoefende en nog te oefenen critiek heeft ge- qualificeerd. Bedoeld werd de passage in de memorie van toelichting, ..dat slechts een op merkelijk gebrek aan inzicht of wel een ver achtelijke demagogie er toe kunnen drijven eenigen Nederlandschen regeerder te verwij ten dat de toestand niet snel genoeg verbe tert". Andere leden meenden daartegenover, dat deze passage kennelijk niet doelt op hen, die op normale wijze en met inachtneming van de uit de gewijzigde wereldverhoudingen voor ons land voortvloeiende onafwendbare gevol gen critiek op het regeeringsbeleid oefenen, doch op hen, die de voorstelling wekken, dat de regeering bij machte zou zijn geweest maatregelen te treffen, als gevolg waarvan er in ons land thans geen economische en finan- cieele achteruitgang meer zou zijn of deze al thans tot zeer geringe afmetingen zou zijn teruggebracht, en dat daarom van dien ach teruitgang de regeering de schuld draagt. Dat een zoodanige voorstelling is gewekt, is, naar hun oordeel, niet voor tegenspraak vatbaar. Wat het beleid der regeering betreft was men algemeen van oordeel, dat saneering van 's Rijks financiën in de tegenwoordige om standigheden dringend noodzakelijk is. Ver scheiden leden stelden echter de vraag of het Nederlandsche volk door de wereldcrisis en haar gevolgen niet zwaarder gedrukt is dan het geval geweest zou zijn, indien door de re geering een ander beleid gevoerd ware dan thans is geschied. Deze vraag beantwoordden zij met volle overtuiging bevestigend. Het baart verwondering, dat de regeering deze eenzijdige aanpassingspolitiek in versterk te mate wenscht voort te zetten. Positieve maatregelen ter bevordering der bedrijvigheid heeft zij slechts bij uitzondering willen ne men of bevorderen. Herhaaldelijk is aange drongen op bevordering van industrialisatie. De regeering heeft aanvankelijk weerstand geboden en is daarna passief gebleven. Speciaal departement. Men sprak de meening uit, dat de re geering de werkverruiming in eigen hand had moeten houden en de zorg daarvoor had moeten centraliseeren bij een speciaal Depar tement. Verscheiden andere leden stelden voorop, dat het kenmerkende van het beleid der re geering daarin gelegen is, dat het allereerst gericht is op het budgetaire evenwicht, de sluitende begrooting, dat het eenzijdig is in gesteld op de Staatshuishouding. Het komt hun als een belangrijke fout voor, dat bij de overwegingen, welke het regeeringsbeleid bepalen, de Staatshuishouding de eerste plaats inneemt. Men blijft steeds achter het evenwicht aanloopen. Het regeeringsbeleid wordt een registratie-politiek, registratie van de tekorten, welke door offers van het volk moeten worden gedekt. Wil men in zulk een politiek niet verval len, dan zal men den geschetsten fatalen kringloop aan de zijde der volkshuishouding moeten doorbreken; dan zal men onder er kenning, dat die huishouding primair is, het economisch leven moeten stimuleeren en aldus komen tot een constructieve, actieve welvaartspolitiek. Deze leden gaven een schema van de eischen waaraan naar hun meening het re geeringsbeleid behoort te voldoen. Een posi tieve welvaartspolitiek zal gericht moeten zijn op verhooging van de totale koopkracht van ons volk en op de vermindering van de werkloosheid. Voor specifieke rechten. Behoud en uitbreiding van den industrieelen arbeid in ons land is een eisch van de eerste orde. Ter bevordering daarvan worden de vol gende maatregelen onmisbaar geacht: 1. Vaststelling van een tarief van invoer rechten, dat aan de Nederlandsche bedrijven ongeveer dezelfde bescherming biedt als dat van andere West-Europeesche landen aan de hunne, met vervanging op zoo ruim moge lijke schaal van waarderechten door spe cifieke rechten. Vele der als tijdelijk bedoelde contingen- teeringen. welke een verstarrenden invloed uitoefenen op den handel, zullen, meent men. daardoor kunnen vervallen. Het instituut der contingenteering zal dan in hoofdzaak nog nuttig werkzaam kunnen zijn tot afweer van concurrentie uit de nieuwe exportladen als Rusland en Japan. 2. Handhaving en verbetering van het vakonderwijs, ten einde de hooge kwaliteit van den Nederlandschen arbeid niet alleen te behouden, doch dien ook nog op te voe ren. 3. Bevordering van het opsporen van in- dustrieele projecten door de oprichting van economisch-technologische instituten en in het algemeen door het stimuleeren van de samenwerking van wetenschap en bedrijfs leiders. 4. Verleening van steun aan de oprichting van regionale industrie-banken met als sluitstuk de stichting van een centrale bank voor crediet op langen termijn. 5. Het oefenen van aandrang op de parti culiere banken tot verlaging van de hooge kosten van het crediet en tot het in ruimere mate verleenen van financieringsfaciliteiten. 6. Het verplicht stellen van het gebruik van het Nederlandsche product door organen van de Overheid en door instellingen, welke van de Overheid afhankelijk zijn. Bijzondere aandacht zal voorts gewijd moeten worden aan de instandhouding van onze positie als scheepvaartnatie. Na dit schema te hebben ontwikkeld brach ten de hier aan het woord zijnde leden nog de werkwijze ter sprake, welke de regeering naar hun meening zou hebben te volgen, wanneer zij haar arbeid scherp op het sti muleeren van de volkshuishouding zou in stellen. Concentratie van leiding met een zoo groot mogelijke decentralisatie van uitvoering achtten zij daartoe den aangewezen weg. Om de noodige concentratie van leiding te bereiken zouden de voorzitter van den Mi nisterraad en de Minister van Economische Zaken van de gewone departementale zor gen moeten worden ontlast. Tenslotte gaven enkele der hierbedoelde leden als hun meening te kennen, dat aan devaluatie ndet zal zijn te ontkomen. De opvatting van een der leden, dat voor de zuivelindustrie heil zou mogen worden verwacht van de verdere inperking der mar garine-industrie, werd van verschillende zij den met klem bestreden. Devaluatie bedenkelijk. Wat de devaluatie betreft, wenschen dezelfde leden zich te bepalen tot de verklaring, dat zij devaluatie ook in deze omstandigheden nog bedenkelijk achten. Sommige leden wezen er op, dat het beleid der regeering moet. wor den bezien in het licht van de harde waarheid, dat de algemeene economi sche toestand voor ons land noodwen dig achteruitgang met zich brengt. Ook deze leden keurden niet al het geen de Regeering in de afgeloopen jaren deed, goed. Zij waren echter diep overtuigd van de noodzakelijkheid, de Regéfcring zooveel mogelijk te steunen. Meer dan ooit behooren in deze dagen zij, die een gezonden volksinvloed op het Staatsbestuur voorstaan, zich be wust te zijn van hun medeverantwoor delijkheid; van hun plicht om met volkomen behoud van hun recht tot het uitoefenen van critiek met de Regeering te zftmen de moeilijkheden, waarin het land verkeert, te bezien en binnen zoo eng mogelijke grenzen te beperken. Aanval op den gulden. Eenige andere leden stelden de vraag, of de regeering bij voortduring bedacht is op de handhaving van de voor de doorvoering van haar monetaire politiek benoodigde goud positie. Bij den vorigen aanval op den gulden is, zei den zij, wederom honderd millioen gulden aan goud uit ons land verdwenen. Is het juist vroegen dezelfde leden, dat de aanval op den gulden, welke wederom in Londen is gepleegd en die zoogenaamd uit Parijs wordt gevoerd, in werkelijkheid door eenige te Amsterdam gevestigde banken is opgezet, en is dan de regeering niet voorne mens tegen hen, die in of uit ons land een zoodanige actie ondernemen of begunstigen, strenge maatregelen te nemen? Nog meer bezuinigen? Wat betreft den omvang der bezuiniging was bij verscheiden leden de vraag gerezen, of niet een verder gaande bezuiniging noodza kelijk is. Het ingediende plan moet 77 millioen be sparing brengen. Daarbij komt nog een be sparing van 20 millioen 10 millioen op het onderwijs en 10 millioen wegens verminde ring van het spoorwegtekort welke reeds in het dekkingsplan-1935 aangekondigd, doch als zijnde perspectief besparing, nog niet ver wezenlijkt werd. Tezamen alzoo thans een be sparing van 97 millioen. Van die 97 millioen zal 63 millioen in 1935 effectief zijn, terwijl het restant van 34 millioen perspectief-be sparing is. Onder deze 34 millioen zit een groot bedrag, waarvan het twijfelachtig is, of het binnen afzienbaren tijd reëel zal worden. Men denke vooral aan de vermindering van het spoorwegtakort en aan de besparingen op defensie en onderwijs. De vermindering van het spoorwegtekort draagt in de bovengenoemde 97 millioen voor 20 millioen bij. Een bedrag van 10 millioen daarvan zal in 1936 gevonden worden. De res- teerende 10 millioen blijft perspectiefbespa ring. Of deze inderdaad verkregen zal worden, dient te worden afgewacht. De defensiebesparing ad 5.5 millioen is ge heel perspectief. Voor rekening van de onder- wijsbeparing komt 24 millioen van de 97 mil lioen. Daarvan wordt 8 millioen beschouwd als effectief in 1936, zoodat een bedrag van 16 mil lioen als perspectiefbesparing overblijft. Van dit bedrag moet 8 a 9 millioen worden gevon den uit de vervanging van onderwijzers door kweekelingen, welke pas. nada* ~'«"htgel- ders herplaatst zijn, d.w.z. eerst na zeer ge- ruimen tijd, zal kunnen aanvangen. Verder wordt van de 6.3 millioen, welke in 1933 effec tief bespaard zullen worden, ongeveer de helft verkregen niet door besparingen in den eigen lijken zin, maar door een gewijzigde boek houding, uitstel of overbrenging naar den ka- pitaaldienst. Aan den anderen kant is het zeer de vraag of de opbrengst der middelen gelijk die in de geraamde tekorten zijn verwerkt, wel zal worden bereikt. Verscheiden leden meenden, dat de plan nen der regeering in zeker opzicht te ver gaan. Naar hun gevoelen zou moeten worden volstaan met maatregelen tot voorziening in het tekort van ongeveer 75 millioen, zoodat 20 millioen minder uit bezuinigingen zou den behoeven te worden verkregen. Ernstig bezwaar werd ook geuit tegen de verlaging van de salarissen der Rijksambtenaren met een bedrag van 10 millioen gulden. In zake de bezuiniging op net onderwijs maakten vele leden bezwaar tegen de ver vanging van onderwijzers door z.g.n. kwee kelingen met acte. Ten aanzien van de bezuiniging op defen sie werden bezwaren geuit tegen het capi- tulantenstelséL Tegen den vorm van het ontwerp bestond bij vele leden bedenkingen, evenals tegen de gevraagde machtigingen. Tegen de opheffing van de Armenraden werden vele bezwaren geuit. De onderwijsbezuiniging. Verscheiden leden koesterden ernstige be zwaren tegen de voorgestelde verhooging van de leerlingenschalen voor het G.L.O. en het U.L.O en het daarmee samenhangende verbod van boventallige onderwijzers bij het G. L. O. Eenige leden vroegen welke uitwerking het verbod van aanstelling van boventallige leerkrachten zal hebben. Moeten zij in steden al.s Amsterdam, Rotterdam en 's Gra- venhage op 1 Januari a.s. ontslagen worden? Heeft de regeering de gevolgen van dezen maatregel wel voldoende onder de oogen ge zien? Hoe groot is het aantal leerkrachten, zoowel bij het G.L.O. als bij het Ul.O., dat als gevolg van de voorgestelde maatregelen met ingang van 1 Januari 1936 op wachtgeld zal komen? Waarom zal het verbod van boventallige onderwijzers niet voor het U. L. O. gelden? Wat de beperking van het aantal scholen voor bijzonder en gewoon lager onderwijs betreft, verklaarden vele leden overwegende bezwaren tegen de voorgestelde regeling te hebben. Naar hun meening schept zij onge lijkheid tusschen het bijzonder en openbaar lager onderwijs. Er is geen reden aan te voeren, waarom niet, evenals er voor de bij zondere en openbare scholen dezelfde stich tingsnormen zijn vastgesteld, voor beide ge lijke opheffingsnormen zouden kunnen gel den. De eischen voor oprichting van bijzondere scholen zijn indertijd reeds met 50 pet. ver hoogd. Toen gold het een tijdelijken maat regel, welke aanvankelijk een jaar van kracht zou zijn en nadien met twee jaren is ver lengd. Die verhoogde eischen zullen thans als normen gelden niet voor de oprichting, maar voor de instandhouding van bijzondere scholen. Dientengevolge zullen ruim 500 bijzondere scholen, of circa 12 pet. van het totaal, met opheffing worden bedreigd, terwijl bijna 600 openbare scholen, of ongeveer 18 pet. van het totaal, die evenimn aan de voor bijzondere scholen te stellen normen voldoen, zullen blijven voortbestaan. Tegen een dergelijke toepassing van de financieele gelijkstelling en van de pacifi catie verzetten deze leden zich ten sterkste Anderzijds had het de instemming van vele leden, dat de regeering, na eerst 350 open bare scholen te hebben opgeheven, nu ein delijk eens maatregelen voorstelt om ook bij het bijzonder onderwijs tot bezuiniging te geraken door opheffing of concentratie van kleine bijzondere scholen. Naar hun mee ning is hier van achterstelling van het bij zonder onderwijs geen sprake. Vele leden waren van oordeel, dat het hoo- ger onderwijs wel zeer mild behandeld is. Conversie. Eenige leden vroegen of in het kader van de algemeene regeeringspolitiek de mogelijk heid tot conversie redelijkerwijze te ver wachten is, Verscheidene leden verklaarden zich te gen de voorgenomen opheffing van een aan tal Kamers van Koophandel, Tegen buiten werking stellen der Waren wet werden eveneens tallooze bezwaren ge opperd. PROCEDURE INZAKE DE GOÜDCLAUSULE AANGEHOUDEN. g AMSTERDAM, 12 Juni. Op de rol van het Kantongerecht voor burgerlijke zaken, stond de vordering, aanhangig gemaakt door een obligatiehouder van de Koninklijke Petroleum Maatschappij tegen de Nederlandsche Handel Maatschappij, als betaalkantoor van de Ko ninklijke. Eischer had eenige coupons ter ver zilvering aangeboden, onder reserveering van zijn recht op het hoogere bedrag, dat hem toekomt, indien de uitspraak van den Hoogen Raad in de procedure omtrent de goudclau sule tegen de Koninklijke, de betaling van de coupons op goudbasis oplegt. De Nederlandsche Handel Maatschappij had betaling op deze voorwaarden geweigerd, waar op de obligatiehouder zijn daartoe strekkende vordering voor den kantonrechter gebracht heeft, die de zaak heden veertien dagen heeft aangehouden. SIGARENFABRIKANT EN KLEIN HANDELAAR. Naar het Corr. Bureau verneemt, zal wel dra een einde komen aan den .te Amsterdam in strijd met de Tabakswet bestaanden toe stand. dat in eenzelfde lokaliteit gecombineerd het bedrijf van sigarenfabrikant en van klein handelaar wordt uitgeoefend. Te beginnen 1 Augustus a.s. zullen de bedrijfsvergunningen van de houders van gecombineerde bedrijven geleidelijk worden ingetrokken, waarbij be langhebbenden, voor zoover zij om zeer be paalde redenen van die gunst niet zullen moe ten worden uitgesloten, in de gelegenheid zul len worden gesteld een lokaliteit te huren in de Centrale Werkplaats voor de Sigarenin- dustrie op de Marinewerf daar ter stede, ter voortzetting van het bedrijf van fabrikant. Vraagstuk der Jeugd werkloosheid. Commissie door den minister geïnstalleerd. Donderdag heeft op het departement van Sociale Zaken de eerste vergadering plaats gehad van de ministeriëele commissie, die zich het vraagstuk van de jeugdwerkloosheid in wijden omvang zal aantrekken. De minister van Sociale Zaken heeft bij die gelegenheid de commissie als voorzitter geïnstalleerd met eer. rede, waarin hij begon met de opmerking, dat een ernstig misverstand moet worden voorko men als zou n.l. thans de intense bemoeienis met de jeugdwerkloosheid een aanvang ne men. Integendeel stelde hij er prijs op er aan te herinneren, dat reeds jarenlang men in allerlei kringen zijn beste krachten aan dit onderwerp heeft gewijd. Bij de uitbreiding echter van den arbeid op dit terrein der nog altijd nijpende werkloosheid en de groote moreele belangen die hier op het spel staan, heeft spreker gemeend goed te doen het ini tiatief te nemen tot de vorming van een kring die allen zou omvatten thans op dit terrein werkzaam, die zou kunnen profiteeren van velerlei ervaring, die nieuwe wegen zou kunnen zoeken en die in een aantal sub-commissies verdeeld telkens een onderdeel van het geheel theoretisch maar vooral ook practisch zou kunnen behandelen Daarbij is er voor gezorgd dat zij die in de landelijke commissie zooveel jaren hebben ge arbeid aan de nieuwe commissie hun ervaring kunnen blijven dienstbaar maken aan het ge heel. Spr. wees erop dat de samenstelling der commissie niet louter ambtelijk is. Om een kijk te geven op het werk diene. dat cursussen thans plaats vinden in honderd twee en veer tig gemeenten. Cursussen voor opleiding tot dienstbode en huiselijke voorlichting zijn op gezet in twee en twintig gemeenten, terwijl tot 1 Juni van dit jaar aan een en zestig gemeen ten is toegestaan een of meer werkobjecten voor jonge werkloozen ter hand te nemen. Het. zal nu wenschelijk zijn nog meer dan tot nog toe reeds mogelijk was den ganschen arbeid systematisch te leiden en de minister vleit zich dat indien op deze wijze systema tisch met gebruikmaking van veel ervaring en met toewijding gewerkt wordt, er iets goeds zal kunnen worden bereikt. GEREF. MEISJESBOND De 17de Bondsdag van den Bond van Meis- jesvereenigingen op Geref. grondslag is te Arnhem onder zeer groote belangstelling ge houden. Na de openingsrede van de presidente wer den de jaarverslagen behandeld. Aan dat van de secretaresse, mej. M, Jonkhoff, ontleenen we, dat 33 nieuwe vereenigingen tot den bond toetraden. De afgetreden presidente, mevr. Abels-Torenbeek te Zuidlaren, werd tot eerelid benoemd. De bond mocht een eigen zomerhuis „Huize Henriëtte" te Wijk aan Zee openen, waar reeds ruim 300 meisjes hebben gelogeerd. Tot hoofdredactrice van het week blad van den bond „Bouwen en Bewaren" werd benoemd mej. J. H. Kuyper te 's-Gravenhage in de plaats van haar overleden zuster, wijlen mej. H. S. S. Kuyper. Opgericht werd een fonds voor bestaande zwakke vereenigingen, het H. S. S. Kuyper-fonds. De leden werden o.m. toegesproken door mi nister mr. J, A. de Wilde, die een rede hield over: „Levenskracht". Nasleep van een interland wedstrijd. Koopman verduisterde twee tribune plaatsen. Dat internationale voetbalwedstrijden ook gevaarlijke kanten hebben voor personen, die niet al te vast in hun schoenen staan, is o.m. op 8 April van het vorig jaar gebleken toen een 35-jarige koopman een proces-verbaal kreeg wegens verduistering van twee tribune plaatsen voor den wedstrijd NederlandIer land en deswege door de rechtbank werd ver oordeeld tot negen maanden gevangenisstraf. Van dit vonnis ging de man in hooger be roep, met het gevolg dat hij zich vandaag te verantwoorden had voor het Ggrechtshof te Amsterdam. De twee getuigen a charge, een vader en dochter uit Den Haag, deden een verhaal, volgens hetwelk verdachte, die gezien zou hebben dat de Hagenaar bij het Centraal Station te Amsterdam twee plaatsbewijzen voor den wedstrijd te voorschijn haalde, in zage van deze plaatsbewijzen had gevraagd met de opmerking dat er veel valsche werden uitgegeven. Ook de plaatsbewijzen van vader en dochter verklaarde hij voor valsch, het geen de politie zou kunnen aantoonen. Hij liep toen met het tweetal op, tot hij, in de Warmoesstraat gekomen, er met de plaatsbe wijzen vandoor ging en deze een eind verder overhandigde aan een jongen op de fiets, die er op zijn beurt een gangetje inzette en spoe dig uit het gezicht verdwenen was. Op het geroep: „Houdt den dief!" van de dochter werd de koopman echter aangehouden en naar het politiebureau overgebracht waar men hem voorloopig vasthield. De dochter was inmiddels, na haar verklaring voor de politie te hebben afgelegd, naar een hotel aan het Leidsche- plein gegaan, waar zij zeer toevallig In dische kennissen ontmoette, die haar. toen zij haar wedervaren had verteld een paar nieuwe tribuneplaatsen cadeau deden, omdat de menschen voor wie ze bestemd waren, niet waren komen opdagen! Ongeloofelijk toevallig! was het bescheid van den president op deze mededeeling. De procureur-generaal vroeg bevestiging van het vonnis van de rechtbank. Door onze lens gesnapt. Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, oud-burgemeester van Haarlem, werd 10 Sep tember 1852 te Velsen geboren. Hij studeerde aan de Universiteit te Leiden, waar hij in 1877 op stellingen promoveerde tot doctor in de rechtswetenschappen. In 1878 werd hij benoemd tot burgemeester van Castricum en in 1883 tot Gezantschaps attaché te Moskou en Kamerjonker, later Ka merheer i.b.d. van de Koningin. In 1884 werd jhr. Boreel burgemeester van Heemskerk en Hoofdingeland van de Beemster in 188? tevens Hoofdingeland van de Purmer. In 1886 werd hij aangewezen als plaatsvervangend lid der Commissie tot herziening der Grondbelasting en twee jaar later werd hij gekozen tot lid der Tweede Kamer. Van 1893 tot 1912 was jhr. Boreel van Ho gelanden de zeer gewaardeerde burgemeester van Haarlem, in welke functie hij veel voor de gemeente heeft gedaan. En wanneer de gele genheid zich voordoet, geeft de oud-burge meester nog steeds blijk van zijn groote be langstelling voor onze stad en voor wat hier gebeurt. Toen jhr. Boreel als burgemeester was afge treden, werd hij gekozen tot lid der Gedep. Staten van Noord-Holland (sedert 1893 was hij al lid der Prov. Staten>. welke functie hij bleef vervullen tot Juli 1918. Jhr. Boreel van Hogelanden. die te Velsen, op „Waterland" woonde, heeft zich eenige jaren geleden te Bloemendaal gevestigd. NEDERLANDS FABRIKAAT (Adv. Ingez. Med.) (Is reeds in een deel der vorige oplage geplaatst). Ossenaar bekent eindelijk. Nog meer arrestaties op komst. De Ossenaar P. de B.. die wegens doodslag door het Bossche gerechtshof tot vijftien jaar gevangenisstraf werd veroordeeld en wiens cassatieberoep door den hoogen raad is ver worpen, heeft na urenlang verhoor door den opperwachtmeester der marechaussee Van der Beek een volledige bekentenis van zijn misda- digersloopbaan afgelegd. P. de B. was gisteren voor het ondergaan van een verhoor in verband met het onder zoek der marechaussee naar Uden overge bracht. Hij heeft bekend te hebben deelgeno men aan verscheidene overvallen te Oss, Uden. Geffen, Veghel en elders. Ten gevolge van zijn uitvoerige bekentenis zijn zeer binnenkort nieuwe arrestaties te wachten, verband houdende met de mïsdadi- gerspractijken die de laatste jaren om Oss hebben geheerscht. Ook „Dikke Toon de Soep" bekent Na de bekentenis van P. de B. heeft ook „Dikke Toon de Soep" een bekentenis afgelegd. Deze bekende medeplichtig te zijn geweest aan de brandstichting gepleegd in de maand Juli 1934 in het gemeentelijk Sportpark te Oss. Hiervoor had hij tot. belooning van den eige naar 50 ontvangen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5