ETNA
Bezuinigingsontwerp door
Tweede Kamer ontleed.
KOOPT SPAARZAME
GASFORNUIZEN
DE 'AVONTUREN VAN PROFESSOR NIMBUS.
V R" IT D A G T4 JUNI 1935
HAARCEM'S D A G B E A B
3
Critiek op eenzijdige
aanpassing".
Bezwaren tegen de gevraagde
machtigingen.
Bezuiniging op onderwijs ontmoet
bedenkingen.
In een zeer uitvoerig Voorloopig
Verslag heeft de Tweede Kamer haar
oordeel over het groote bezuinigings
ontwerp der regeering kenbaar ge
maakt.
Verscheiden leden wenschten een woord
van ernstig protect io doen hooren tegen de
wijze waarop de regeering de op haar beleid
geoefende en nog te oefenen critiek heeft ge-
qualificeerd. Bedoeld werd de passage in de
memorie van toelichting, ..dat slechts een op
merkelijk gebrek aan inzicht of wel een ver
achtelijke demagogie er toe kunnen drijven
eenigen Nederlandschen regeerder te verwij
ten dat de toestand niet snel genoeg verbe
tert".
Andere leden meenden daartegenover, dat
deze passage kennelijk niet doelt op hen, die
op normale wijze en met inachtneming van
de uit de gewijzigde wereldverhoudingen voor
ons land voortvloeiende onafwendbare gevol
gen critiek op het regeeringsbeleid oefenen,
doch op hen, die de voorstelling wekken, dat
de regeering bij machte zou zijn geweest
maatregelen te treffen, als gevolg waarvan er
in ons land thans geen economische en finan-
cieele achteruitgang meer zou zijn of deze al
thans tot zeer geringe afmetingen zou zijn
teruggebracht, en dat daarom van dien ach
teruitgang de regeering de schuld draagt. Dat
een zoodanige voorstelling is gewekt, is, naar
hun oordeel, niet voor tegenspraak vatbaar.
Wat het beleid der regeering betreft was
men algemeen van oordeel, dat saneering van
's Rijks financiën in de tegenwoordige om
standigheden dringend noodzakelijk is. Ver
scheiden leden stelden echter de vraag of het
Nederlandsche volk door de wereldcrisis en
haar gevolgen niet zwaarder gedrukt is dan
het geval geweest zou zijn, indien door de re
geering een ander beleid gevoerd ware dan
thans is geschied. Deze vraag beantwoordden
zij met volle overtuiging bevestigend.
Het baart verwondering, dat de regeering
deze eenzijdige aanpassingspolitiek in versterk
te mate wenscht voort te zetten. Positieve
maatregelen ter bevordering der bedrijvigheid
heeft zij slechts bij uitzondering willen ne
men of bevorderen. Herhaaldelijk is aange
drongen op bevordering van industrialisatie.
De regeering heeft aanvankelijk weerstand
geboden en is daarna passief gebleven.
Speciaal departement.
Men sprak de meening uit, dat de re
geering de werkverruiming in eigen hand had
moeten houden en de zorg daarvoor had
moeten centraliseeren bij een speciaal Depar
tement.
Verscheiden andere leden stelden voorop,
dat het kenmerkende van het beleid der re
geering daarin gelegen is, dat het allereerst
gericht is op het budgetaire evenwicht, de
sluitende begrooting, dat het eenzijdig is in
gesteld op de Staatshuishouding. Het komt
hun als een belangrijke fout voor, dat bij de
overwegingen, welke het regeeringsbeleid
bepalen, de Staatshuishouding de eerste
plaats inneemt. Men blijft steeds achter het
evenwicht aanloopen. Het regeeringsbeleid
wordt een registratie-politiek, registratie van
de tekorten, welke door offers van het volk
moeten worden gedekt.
Wil men in zulk een politiek niet verval
len, dan zal men den geschetsten fatalen
kringloop aan de zijde der volkshuishouding
moeten doorbreken; dan zal men onder er
kenning, dat die huishouding primair is,
het economisch leven moeten stimuleeren en
aldus komen tot een constructieve, actieve
welvaartspolitiek.
Deze leden gaven een schema van de
eischen waaraan naar hun meening het re
geeringsbeleid behoort te voldoen. Een posi
tieve welvaartspolitiek zal gericht moeten
zijn op verhooging van de totale koopkracht
van ons volk en op de vermindering van de
werkloosheid.
Voor specifieke rechten.
Behoud en uitbreiding van den industrieelen
arbeid in ons land is een eisch van de eerste
orde.
Ter bevordering daarvan worden de vol
gende maatregelen onmisbaar geacht:
1. Vaststelling van een tarief van invoer
rechten, dat aan de Nederlandsche bedrijven
ongeveer dezelfde bescherming biedt als dat
van andere West-Europeesche landen aan de
hunne, met vervanging op zoo ruim moge
lijke schaal van waarderechten door spe
cifieke rechten.
Vele der als tijdelijk bedoelde contingen-
teeringen. welke een verstarrenden invloed
uitoefenen op den handel, zullen, meent men.
daardoor kunnen vervallen. Het instituut
der contingenteering zal dan in hoofdzaak
nog nuttig werkzaam kunnen zijn tot afweer
van concurrentie uit de nieuwe exportladen
als Rusland en Japan.
2. Handhaving en verbetering van het
vakonderwijs, ten einde de hooge kwaliteit
van den Nederlandschen arbeid niet alleen
te behouden, doch dien ook nog op te voe
ren.
3. Bevordering van het opsporen van in-
dustrieele projecten door de oprichting van
economisch-technologische instituten en in
het algemeen door het stimuleeren van de
samenwerking van wetenschap en bedrijfs
leiders.
4. Verleening van steun aan de oprichting
van regionale industrie-banken met als
sluitstuk de stichting van een centrale bank
voor crediet op langen termijn.
5. Het oefenen van aandrang op de parti
culiere banken tot verlaging van de hooge
kosten van het crediet en tot het in ruimere
mate verleenen van financieringsfaciliteiten.
6. Het verplicht stellen van het gebruik
van het Nederlandsche product door organen
van de Overheid en door instellingen, welke
van de Overheid afhankelijk zijn.
Bijzondere aandacht zal voorts gewijd
moeten worden aan de instandhouding van
onze positie als scheepvaartnatie.
Na dit schema te hebben ontwikkeld brach
ten de hier aan het woord zijnde leden nog
de werkwijze ter sprake, welke de regeering
naar hun meening zou hebben te volgen,
wanneer zij haar arbeid scherp op het sti
muleeren van de volkshuishouding zou in
stellen.
Concentratie van leiding met een zoo groot
mogelijke decentralisatie van uitvoering
achtten zij daartoe den aangewezen weg.
Om de noodige concentratie van leiding te
bereiken zouden de voorzitter van den Mi
nisterraad en de Minister van Economische
Zaken van de gewone departementale zor
gen moeten worden ontlast.
Tenslotte gaven enkele der hierbedoelde
leden als hun meening te kennen, dat aan
devaluatie ndet zal zijn te ontkomen.
De opvatting van een der leden, dat voor
de zuivelindustrie heil zou mogen worden
verwacht van de verdere inperking der mar
garine-industrie, werd van verschillende zij
den met klem bestreden.
Devaluatie bedenkelijk.
Wat de devaluatie betreft, wenschen
dezelfde leden zich te bepalen tot de
verklaring, dat zij devaluatie ook in
deze omstandigheden nog bedenkelijk
achten. Sommige leden wezen er op,
dat het beleid der regeering moet. wor
den bezien in het licht van de harde
waarheid, dat de algemeene economi
sche toestand voor ons land noodwen
dig achteruitgang met zich brengt.
Ook deze leden keurden niet al het
geen de Regeering in de afgeloopen
jaren deed, goed. Zij waren echter diep
overtuigd van de noodzakelijkheid, de
Regéfcring zooveel mogelijk te steunen.
Meer dan ooit behooren in deze dagen
zij, die een gezonden volksinvloed op
het Staatsbestuur voorstaan, zich be
wust te zijn van hun medeverantwoor
delijkheid; van hun plicht om met
volkomen behoud van hun recht tot
het uitoefenen van critiek met de
Regeering te zftmen de moeilijkheden,
waarin het land verkeert, te bezien en
binnen zoo eng mogelijke grenzen te
beperken.
Aanval op den gulden.
Eenige andere leden stelden de vraag, of de
regeering bij voortduring bedacht is op de
handhaving van de voor de doorvoering van
haar monetaire politiek benoodigde goud
positie.
Bij den vorigen aanval op den gulden is, zei
den zij, wederom honderd millioen gulden aan
goud uit ons land verdwenen.
Is het juist vroegen dezelfde leden, dat
de aanval op den gulden, welke wederom in
Londen is gepleegd en die zoogenaamd uit
Parijs wordt gevoerd, in werkelijkheid door
eenige te Amsterdam gevestigde banken is
opgezet, en is dan de regeering niet voorne
mens tegen hen, die in of uit ons land een
zoodanige actie ondernemen of begunstigen,
strenge maatregelen te nemen?
Nog meer bezuinigen?
Wat betreft den omvang der bezuiniging
was bij verscheiden leden de vraag gerezen, of
niet een verder gaande bezuiniging noodza
kelijk is.
Het ingediende plan moet 77 millioen be
sparing brengen. Daarbij komt nog een be
sparing van 20 millioen 10 millioen op het
onderwijs en 10 millioen wegens verminde
ring van het spoorwegtekort welke reeds
in het dekkingsplan-1935 aangekondigd, doch
als zijnde perspectief besparing, nog niet ver
wezenlijkt werd. Tezamen alzoo thans een be
sparing van 97 millioen. Van die 97 millioen
zal 63 millioen in 1935 effectief zijn, terwijl
het restant van 34 millioen perspectief-be
sparing is. Onder deze 34 millioen zit een groot
bedrag, waarvan het twijfelachtig is, of het
binnen afzienbaren tijd reëel zal worden. Men
denke vooral aan de vermindering van het
spoorwegtakort en aan de besparingen op
defensie en onderwijs.
De vermindering van het spoorwegtekort
draagt in de bovengenoemde 97 millioen voor
20 millioen bij. Een bedrag van 10 millioen
daarvan zal in 1936 gevonden worden. De res-
teerende 10 millioen blijft perspectiefbespa
ring. Of deze inderdaad verkregen zal worden,
dient te worden afgewacht.
De defensiebesparing ad 5.5 millioen is ge
heel perspectief. Voor rekening van de onder-
wijsbeparing komt 24 millioen van de 97 mil
lioen. Daarvan wordt 8 millioen beschouwd als
effectief in 1936, zoodat een bedrag van 16 mil
lioen als perspectiefbesparing overblijft. Van
dit bedrag moet 8 a 9 millioen worden gevon
den uit de vervanging van onderwijzers door
kweekelingen, welke pas. nada* ~'«"htgel-
ders herplaatst zijn, d.w.z. eerst na zeer ge-
ruimen tijd, zal kunnen aanvangen. Verder
wordt van de 6.3 millioen, welke in 1933 effec
tief bespaard zullen worden, ongeveer de helft
verkregen niet door besparingen in den eigen
lijken zin, maar door een gewijzigde boek
houding, uitstel of overbrenging naar den ka-
pitaaldienst.
Aan den anderen kant is het zeer de vraag
of de opbrengst der middelen gelijk die in de
geraamde tekorten zijn verwerkt, wel zal
worden bereikt.
Verscheiden leden meenden, dat de plan
nen der regeering in zeker opzicht te ver
gaan. Naar hun gevoelen zou moeten worden
volstaan met maatregelen tot voorziening in
het tekort van ongeveer 75 millioen, zoodat
20 millioen minder uit bezuinigingen zou
den behoeven te worden verkregen. Ernstig
bezwaar werd ook geuit tegen de verlaging
van de salarissen der Rijksambtenaren met
een bedrag van 10 millioen gulden.
In zake de bezuiniging op net onderwijs
maakten vele leden bezwaar tegen de ver
vanging van onderwijzers door z.g.n. kwee
kelingen met acte.
Ten aanzien van de bezuiniging op defen
sie werden bezwaren geuit tegen het capi-
tulantenstelséL
Tegen den vorm van het ontwerp bestond
bij vele leden bedenkingen, evenals tegen de
gevraagde machtigingen.
Tegen de opheffing van de Armenraden
werden vele bezwaren geuit.
De onderwijsbezuiniging.
Verscheiden leden koesterden ernstige be
zwaren tegen de voorgestelde verhooging
van de leerlingenschalen voor het G.L.O. en
het U.L.O en het daarmee samenhangende
verbod van boventallige onderwijzers bij het
G. L. O.
Eenige leden vroegen welke uitwerking
het verbod van aanstelling van boventallige
leerkrachten zal hebben. Moeten zij in
steden al.s Amsterdam, Rotterdam en 's Gra-
venhage op 1 Januari a.s. ontslagen worden?
Heeft de regeering de gevolgen van dezen
maatregel wel voldoende onder de oogen ge
zien? Hoe groot is het aantal leerkrachten,
zoowel bij het G.L.O. als bij het Ul.O., dat
als gevolg van de voorgestelde maatregelen
met ingang van 1 Januari 1936 op wachtgeld
zal komen? Waarom zal het verbod van
boventallige onderwijzers niet voor het U.
L. O. gelden?
Wat de beperking van het aantal scholen
voor bijzonder en gewoon lager onderwijs
betreft, verklaarden vele leden overwegende
bezwaren tegen de voorgestelde regeling te
hebben. Naar hun meening schept zij onge
lijkheid tusschen het bijzonder en openbaar
lager onderwijs. Er is geen reden aan te
voeren, waarom niet, evenals er voor de bij
zondere en openbare scholen dezelfde stich
tingsnormen zijn vastgesteld, voor beide ge
lijke opheffingsnormen zouden kunnen gel
den.
De eischen voor oprichting van bijzondere
scholen zijn indertijd reeds met 50 pet. ver
hoogd. Toen gold het een tijdelijken maat
regel, welke aanvankelijk een jaar van kracht
zou zijn en nadien met twee jaren is ver
lengd. Die verhoogde eischen zullen thans als
normen gelden niet voor de oprichting, maar
voor de instandhouding van bijzondere
scholen.
Dientengevolge zullen ruim 500 bijzondere
scholen, of circa 12 pet. van het totaal, met
opheffing worden bedreigd, terwijl bijna 600
openbare scholen, of ongeveer 18 pet. van het
totaal, die evenimn aan de voor bijzondere
scholen te stellen normen voldoen, zullen
blijven voortbestaan.
Tegen een dergelijke toepassing van de
financieele gelijkstelling en van de pacifi
catie verzetten deze leden zich ten sterkste
Anderzijds had het de instemming van vele
leden, dat de regeering, na eerst 350 open
bare scholen te hebben opgeheven, nu ein
delijk eens maatregelen voorstelt om ook bij
het bijzonder onderwijs tot bezuiniging te
geraken door opheffing of concentratie van
kleine bijzondere scholen. Naar hun mee
ning is hier van achterstelling van het bij
zonder onderwijs geen sprake.
Vele leden waren van oordeel, dat het hoo-
ger onderwijs wel zeer mild behandeld is.
Conversie.
Eenige leden vroegen of in het kader van
de algemeene regeeringspolitiek de mogelijk
heid tot conversie redelijkerwijze te ver
wachten is,
Verscheidene leden verklaarden zich te
gen de voorgenomen opheffing van een aan
tal Kamers van Koophandel,
Tegen buiten werking stellen der Waren
wet werden eveneens tallooze bezwaren ge
opperd.
PROCEDURE INZAKE DE GOÜDCLAUSULE
AANGEHOUDEN. g
AMSTERDAM, 12 Juni. Op de rol van het
Kantongerecht voor burgerlijke zaken, stond
de vordering, aanhangig gemaakt door een
obligatiehouder van de Koninklijke Petroleum
Maatschappij tegen de Nederlandsche Handel
Maatschappij, als betaalkantoor van de Ko
ninklijke. Eischer had eenige coupons ter ver
zilvering aangeboden, onder reserveering van
zijn recht op het hoogere bedrag, dat hem
toekomt, indien de uitspraak van den Hoogen
Raad in de procedure omtrent de goudclau
sule tegen de Koninklijke, de betaling van de
coupons op goudbasis oplegt.
De Nederlandsche Handel Maatschappij had
betaling op deze voorwaarden geweigerd, waar
op de obligatiehouder zijn daartoe strekkende
vordering voor den kantonrechter gebracht
heeft, die de zaak heden veertien dagen heeft
aangehouden.
SIGARENFABRIKANT EN KLEIN
HANDELAAR.
Naar het Corr. Bureau verneemt, zal wel
dra een einde komen aan den .te Amsterdam
in strijd met de Tabakswet bestaanden toe
stand. dat in eenzelfde lokaliteit gecombineerd
het bedrijf van sigarenfabrikant en van klein
handelaar wordt uitgeoefend. Te beginnen
1 Augustus a.s. zullen de bedrijfsvergunningen
van de houders van gecombineerde bedrijven
geleidelijk worden ingetrokken, waarbij be
langhebbenden, voor zoover zij om zeer be
paalde redenen van die gunst niet zullen moe
ten worden uitgesloten, in de gelegenheid zul
len worden gesteld een lokaliteit te huren in
de Centrale Werkplaats voor de Sigarenin-
dustrie op de Marinewerf daar ter stede, ter
voortzetting van het bedrijf van fabrikant.
Vraagstuk der Jeugd
werkloosheid.
Commissie door den minister geïnstalleerd.
Donderdag heeft op het departement van
Sociale Zaken de eerste vergadering plaats
gehad van de ministeriëele commissie, die zich
het vraagstuk van de jeugdwerkloosheid in
wijden omvang zal aantrekken. De minister
van Sociale Zaken heeft bij die gelegenheid de
commissie als voorzitter geïnstalleerd met eer.
rede, waarin hij begon met de opmerking, dat
een ernstig misverstand moet worden voorko
men als zou n.l. thans de intense bemoeienis
met de jeugdwerkloosheid een aanvang ne
men. Integendeel stelde hij er prijs op er aan
te herinneren, dat reeds jarenlang men in
allerlei kringen zijn beste krachten aan dit
onderwerp heeft gewijd. Bij de uitbreiding
echter van den arbeid op dit terrein der nog
altijd nijpende werkloosheid en de groote
moreele belangen die hier op het spel staan,
heeft spreker gemeend goed te doen het ini
tiatief te nemen tot de vorming van een kring
die allen zou omvatten thans op dit terrein
werkzaam, die zou kunnen profiteeren van
velerlei ervaring, die nieuwe wegen zou kunnen
zoeken en die in een aantal sub-commissies
verdeeld telkens een onderdeel van het geheel
theoretisch maar vooral ook practisch zou
kunnen behandelen
Daarbij is er voor gezorgd dat zij die in de
landelijke commissie zooveel jaren hebben ge
arbeid aan de nieuwe commissie hun ervaring
kunnen blijven dienstbaar maken aan het ge
heel. Spr. wees erop dat de samenstelling der
commissie niet louter ambtelijk is. Om een kijk
te geven op het werk diene. dat cursussen
thans plaats vinden in honderd twee en veer
tig gemeenten. Cursussen voor opleiding tot
dienstbode en huiselijke voorlichting zijn op
gezet in twee en twintig gemeenten, terwijl tot
1 Juni van dit jaar aan een en zestig gemeen
ten is toegestaan een of meer werkobjecten
voor jonge werkloozen ter hand te nemen.
Het. zal nu wenschelijk zijn nog meer dan
tot nog toe reeds mogelijk was den ganschen
arbeid systematisch te leiden en de minister
vleit zich dat indien op deze wijze systema
tisch met gebruikmaking van veel ervaring en
met toewijding gewerkt wordt, er iets goeds
zal kunnen worden bereikt.
GEREF. MEISJESBOND
De 17de Bondsdag van den Bond van Meis-
jesvereenigingen op Geref. grondslag is te
Arnhem onder zeer groote belangstelling ge
houden.
Na de openingsrede van de presidente wer
den de jaarverslagen behandeld. Aan dat van
de secretaresse, mej. M, Jonkhoff, ontleenen
we, dat 33 nieuwe vereenigingen tot den
bond toetraden. De afgetreden presidente,
mevr. Abels-Torenbeek te Zuidlaren, werd tot
eerelid benoemd. De bond mocht een eigen
zomerhuis „Huize Henriëtte" te Wijk aan Zee
openen, waar reeds ruim 300 meisjes hebben
gelogeerd. Tot hoofdredactrice van het week
blad van den bond „Bouwen en Bewaren" werd
benoemd mej. J. H. Kuyper te 's-Gravenhage
in de plaats van haar overleden zuster, wijlen
mej. H. S. S. Kuyper. Opgericht werd een fonds
voor bestaande zwakke vereenigingen, het H.
S. S. Kuyper-fonds.
De leden werden o.m. toegesproken door mi
nister mr. J, A. de Wilde, die een rede hield
over: „Levenskracht".
Nasleep van een interland
wedstrijd.
Koopman verduisterde twee tribune
plaatsen.
Dat internationale voetbalwedstrijden ook
gevaarlijke kanten hebben voor personen, die
niet al te vast in hun schoenen staan, is o.m.
op 8 April van het vorig jaar gebleken toen
een 35-jarige koopman een proces-verbaal
kreeg wegens verduistering van twee tribune
plaatsen voor den wedstrijd NederlandIer
land en deswege door de rechtbank werd ver
oordeeld tot negen maanden gevangenisstraf.
Van dit vonnis ging de man in hooger be
roep, met het gevolg dat hij zich vandaag te
verantwoorden had voor het Ggrechtshof te
Amsterdam.
De twee getuigen a charge, een vader en
dochter uit Den Haag, deden een verhaal,
volgens hetwelk verdachte, die gezien zou
hebben dat de Hagenaar bij het Centraal
Station te Amsterdam twee plaatsbewijzen
voor den wedstrijd te voorschijn haalde, in
zage van deze plaatsbewijzen had gevraagd
met de opmerking dat er veel valsche werden
uitgegeven. Ook de plaatsbewijzen van vader
en dochter verklaarde hij voor valsch, het
geen de politie zou kunnen aantoonen. Hij
liep toen met het tweetal op, tot hij, in de
Warmoesstraat gekomen, er met de plaatsbe
wijzen vandoor ging en deze een eind verder
overhandigde aan een jongen op de fiets, die
er op zijn beurt een gangetje inzette en spoe
dig uit het gezicht verdwenen was. Op het
geroep: „Houdt den dief!" van de dochter werd
de koopman echter aangehouden en naar het
politiebureau overgebracht waar men hem
voorloopig vasthield. De dochter was inmiddels,
na haar verklaring voor de politie te hebben
afgelegd, naar een hotel aan het Leidsche-
plein gegaan, waar zij zeer toevallig In
dische kennissen ontmoette, die haar. toen zij
haar wedervaren had verteld een paar nieuwe
tribuneplaatsen cadeau deden, omdat de
menschen voor wie ze bestemd waren, niet
waren komen opdagen!
Ongeloofelijk toevallig! was het bescheid van
den president op deze mededeeling.
De procureur-generaal vroeg bevestiging van
het vonnis van de rechtbank.
Door onze lens gesnapt.
Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden
Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden,
oud-burgemeester van Haarlem, werd 10 Sep
tember 1852 te Velsen geboren.
Hij studeerde aan de Universiteit te Leiden,
waar hij in 1877 op stellingen promoveerde tot
doctor in de rechtswetenschappen.
In 1878 werd hij benoemd tot burgemeester
van Castricum en in 1883 tot Gezantschaps
attaché te Moskou en Kamerjonker, later Ka
merheer i.b.d. van de Koningin. In 1884 werd
jhr. Boreel burgemeester van Heemskerk en
Hoofdingeland van de Beemster in 188? tevens
Hoofdingeland van de Purmer. In 1886 werd
hij aangewezen als plaatsvervangend lid der
Commissie tot herziening der Grondbelasting
en twee jaar later werd hij gekozen tot lid
der Tweede Kamer.
Van 1893 tot 1912 was jhr. Boreel van Ho
gelanden de zeer gewaardeerde burgemeester
van Haarlem, in welke functie hij veel voor de
gemeente heeft gedaan. En wanneer de gele
genheid zich voordoet, geeft de oud-burge
meester nog steeds blijk van zijn groote be
langstelling voor onze stad en voor wat hier
gebeurt.
Toen jhr. Boreel als burgemeester was afge
treden, werd hij gekozen tot lid der Gedep.
Staten van Noord-Holland (sedert 1893 was
hij al lid der Prov. Staten>. welke functie hij
bleef vervullen tot Juli 1918.
Jhr. Boreel van Hogelanden. die te Velsen,
op „Waterland" woonde, heeft zich eenige
jaren geleden te Bloemendaal gevestigd.
NEDERLANDS FABRIKAAT
(Adv. Ingez. Med.)
(Is reeds in een deel der
vorige oplage geplaatst).
Ossenaar bekent eindelijk.
Nog meer arrestaties op komst.
De Ossenaar P. de B.. die wegens doodslag
door het Bossche gerechtshof tot vijftien jaar
gevangenisstraf werd veroordeeld en wiens
cassatieberoep door den hoogen raad is ver
worpen, heeft na urenlang verhoor door den
opperwachtmeester der marechaussee Van der
Beek een volledige bekentenis van zijn misda-
digersloopbaan afgelegd.
P. de B. was gisteren voor het ondergaan
van een verhoor in verband met het onder
zoek der marechaussee naar Uden overge
bracht. Hij heeft bekend te hebben deelgeno
men aan verscheidene overvallen te Oss, Uden.
Geffen, Veghel en elders.
Ten gevolge van zijn uitvoerige bekentenis
zijn zeer binnenkort nieuwe arrestaties te
wachten, verband houdende met de mïsdadi-
gerspractijken die de laatste jaren om Oss
hebben geheerscht.
Ook „Dikke Toon de Soep" bekent
Na de bekentenis van P. de B. heeft ook
„Dikke Toon de Soep" een bekentenis afgelegd.
Deze bekende medeplichtig te zijn geweest aan
de brandstichting gepleegd in de maand Juli
1934 in het gemeentelijk Sportpark te Oss.
Hiervoor had hij tot. belooning van den eige
naar 50 ontvangen.