UIT HET BUITENLAND
r de%S XTOLTS
Mann, Hugenberg en het Derde Rijk.
THIJS IJS EN DE VERLOREN SLEUTEL
Moderne kunst op de
Brusselsche Wereldtentoonstelling.
7. A T E R D A G 22 T U N T 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
4
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS
JOEGO-SLAVIë.
De onderhandelingen ter bijlegging van de
regeeringscrisis zijn gisteren begonnen.
Tegen twaalf uur werden door den prins
regent de voorzitters van den senaat en de
Skoeptsjina in audiëntie ontvangen. Des
middags kwam de leider der geheele opposi
tie, dr. Matsjek, in Belgrado aan. Hij 'werd
aan het station "verwelkomd door de toeval
lig aanwezige reizigers, kruiers en stations-
bedienden, die hem luide toejuichten. Dr.
Matsjek begaf zich van het station onmid
dellijk naar het kasteel Dedinje, waar hij
door den prins-regent in, audiëntie werd ont
vangen. Zijn aanwezigheid, is zijn; eerste of-
ficieele en vrijwillige verblijf in de Zuid-Sla
vische hoofdstad sedert zes jaren en staat
derhalve in het middelpunt van. de alge-
meene belangstelling. Dr. Matsjek is naar
Belgrado gekomen nadat de banus van Kroa
tië hem een invitatie van den prins-regent
had overhandigd. Dr. Matsjek bleef 1 1/2 uur
bij prins-regent Paul. Na de audiëntie begaf
hij zich naar de woning van den voorma -
ligen premier Tawidowitsj, die zich met de
aanhangers van de voormalige Kroatische
partij te zamen met Matsjek in de oppositie
bevindt. In de woning van Dawidowitsj
kwam een conferentie van de leiders aller
opDOsitioneele groepen bijeen.
In politieke kringen vormde het bezoek
van dr. Matsjek bijna uitsluitend het on
derwerp van gesprek. Men gelooft echter
niet dat Matsiek zich bereid zal verklaren
zitting te nemen in de regeering en men
verwacht evenmin, dat hem een desbetref
fend aanbod zal worden gedaan. Men ver
wacht echter wel. dat hij zijn. opvattingen en
wenschen vrijmoedig uiteenzetten zal ten
einde een volkomen duidelijke situatie mo-
gelük te maken
Wat de samenstelling van ae nieuwe -e-
«rnerine betreft wordt in politieke kringen
ook verder de meening geuit, dat Stojadino-
witsi. tot dusverre minister van financiën
ae meeste kansen heeft minister-president
teDe'°d?recte aanleidtas tot de crisis is een
rede van den afgevaardigde Banitsj gewekt,
waarin deze in de Kamer den Kroaten ver
weet koning Alexander te Hebben vermoord.
Verder zei Mi, dat de leider van de oppo., -
tie dr Matsjek. evenals.de leider van d- emi
grantenmrganisaties. Pawelitn
^rVe^rnomfik van Matsi_ek werd VM;
gens Banitsj uit het buitenland
door
moord.
De regeeringscrisis in Joego-Slavië. Prins-regent Paul
ontvangt den oppositieleider. Deelneming van Matschek
aan het kabinet echter niet verwacht. Hoe de regeering-
Jeftitsj viel.
zijn goedkeuring aan het protocol heeft ge
hecht, verwacht men, dat de Argentijnsche
president Justo zeer binnenkort de uitnoodi-
gingen zal verzenden voor de vredes-conferen-
tie, die in de eerste dagen van de volgende
week te Buenos Aires zal bijeenkomen ten
einde een definitieve oplossing voor het Chaco
conflict tot stand te brengen.
•leid en wel
kringen- d'e den koning hadden ver-
Deze rede wekte zulk een verbittering bö de
Kroatische leden van de reseer™ .fbSotan
en bit de Kroatische ministers dat m b .0 e
uit bet kabinet te I reden 0111 het op die
wijze ten val te brengen
Oostenrijk.
Oudstrijders-organisatie
ontbonden.
De bondskanselarij heeft de oudstrbders-
vereeniging „Duitsch-Oostennjk met a Je
onderafdeelingën ontbonden
Zwitserland,
De oosltie van de valuta.
In een toespraak voor den Nationalen Raad
heeft de minister van financiën, de heer M
Meven verklaard, dat de positie van het Zwit-
sersche betalingsmiddel technisch zeer sterk
is. De minister verklaarde voorts, dat het feit,
dat Zwitserland in staat is het disconto op
2 12 procent te handhaven, aantoont, dar de
Zwitsersche geldmarkt een groot weerstands
vermogen bezit, daar het disconto in Frank
rijk en Nederland 5 procent, in Duitschland en
Oostenrijk 4 procent en in Italië 3 procent be
draagt.
Sedert den aanvang van 1935 is aan het land
700 000.000 Zw. francs goud onttrokken, maar
de positie van de Nationa1e B°nk is daardoor
niet aangetast, want een deel der buitenland-
sc.he schulden zijn vereffend door directe be
taling in goud.
Spauje.
Politieke propaganda weer
toegelaten.
De kabinetsraad is begonnen weer vergun
ning te geven tot het houden van politieke
vergaderingen tot het maken van politieke
propaganda, daar het 't noodig acht terug te
keeren tot een „normaal regime var»
Rusland.
Het einde van een bandieten
leider.
André Spada gisteren geguillotineerd.
Vrijdag is de beruchte Corsicaansche
struikroover André Spada te Bastia geguil
lotineerd.
Spada, de laatste vertegenwoordiger var
de „koningen van het kreupelbosch", had zich
wegens zes moorden te verantwoorden gehad
die enkele jaren geleden Corsica in rep en
roer brachten.
Hoofdpijn, Kiespijn. &r,£noS£
pijnen le verdrijven is een Mijnhardt's Poeder.
Per stuk 8 ct.doos 45 ct. Bij Uw Drogist.
(Adv. Ingez. MedJ
Men herinnert zich, dat er een geheele
expeditie naar Corsica werd gezonden om er
het bandietenwezen uit te roeien.
Reuter meldt omtrent den laatsten nacht-
van Spada. dat hij tot laat in den avond met
zijn bewakers heeft gekaart, totdat hij van
meening was. dat het tijd werd om te gaan
slapen. Toen de bewakers hem gisterochtend
kwamen wekken, lag hij vast te slapen, zij
moesten hem flink schudden om hem wakker
te krijgen. Toen hem plechtig werd aangekon
digd, dat zijn laatste uur had geslagen, ant
woordde hij: „aan moed heeft het mij nimmer
ontbroken". Langzaam en zorgvuldig maakte
hij toilet en verzocht hij de mis te mogen bij
wonen. Het laatste glas rum en de laatste
sigaret, welke hem werden aangeboden, zooals
in Frankrijk gebruikelijk is bij een terecht
stelling; weigerde hij.
Bij de guillotine omarmde hij den priester,
die hem op zijn laatsten gang begeleidde en
nam afscheid van hem met de woorden:
„vooruit maar, tot weerziens!" De omgeving
van de gevangenis was streng door politie en
militairen afgezet, zoodat niemand de terecht
stelling kon bijwonen, behalve het gerechtshof
en de vertegenwoordigers van de pers.
Twee Duitschers verjaarden.
(Van onzen correspondent).
Berlijn, 2-0 Juni 1935.
Het is meer en meer gebruikelijk gewor
den. telkens als iemand een tiental jaren
achter den rug heeft, hem op bijzondere
wijze geluk te wenschen en bij gunstige om
standigheden een welkom feestnummer in
hem te zien.
Als er een propagandistisch effect mee te
bereiken is, begint men hier van officieele
zijde al na afloop van het vierde, het derde
tiental jaren met de huldiging van den ja
rige wat zich in 't Duitsch alleen maar
laat vertalen door „Geburtstagskind". Maar
dan moet ook 't kind als „Parteigenosse"
met- Faust oder Stirn". met zijn vuisten of
met zijn hoofd iets van belang hebben ge
presteerd voor de partij, dus voor heel het
dierbaar vaderland.
De namen Muller en Meijer zijn er door
gerukt uit hun alledaagsehheid en kwamen
tot aanzien en klank.
Een dezer dagen vierde een man zijn zes
tigste verjaring, wien voor enkele jaren de
Nobel-prijs is ten deel gevallen. Duitschland
was er trotsch op. Het was echter in de ,\Sau-
neriode" en eens zou hij gezegd hebben ..das
Deutschnationale ist ungeistig". Dat heeft
men niet vergeten en evenmin, dat hij kort
voor de- groote omwenteling zijn „Jacob en
Joseph" had geschreven, du-s „in de Joodsche
mystiek was., gegaan". En het gebruikelijke
telegrammetje bleef vooi-"'Thomas Mann"oil1
zijn .zestigsten verjaardag 'achterwege; Hij
werd- juist verrast- met het- krantenbericht;
dat de hooge Overheid zijn dochter de waar
digheid van liet Duitsche Staatsburgerschap
had ontnomen. Misschien had hij 't wel zien
aankomen, nadat zijn broeder Heinrich
Mann van de lijst der Duitsche Staatsbur
gers was geschrapt.
Zijn dochter had in het buitenland met
haar gepenerde cabaret-grappen ten koste
van Nazi-Duitschland al te gretig en goed-
koot) triomfen geoogst. Zijn broeder was een
echte cultuur-bolsjewiek. Hü zelf bleef in
de dagen der Duitsche Republiek ..Libertin".
Dat wil hier niet zeggen losbol of wildzang!
Ik gebruik het woord, omdat men hem in
die dagen een „Libertin" noemde, iemand
die zich niet alleen vrij hield van elke ver-
bindine met een partij, maar zich ook stelde
boven of buiten allen partijstrijd. Een ..Liber
tin" in dien anderen zin noemden hem zijn
voorname stadgenooten. toen zijn „Budden
brooks" was verschenen. Zij verloochenden
hem en hij vond overal hunne deuren voor
hem gesloten Hii. zei fkind eener deftige
koopman'familie in de Hanzestad Bremen,
beschreef hier realistisch en boeiend groot-
beid en verval van zoo'n voorname familie.
Zijn ..Tooverberg" dat in geneeskundige
kringen zooveel protesten deed opgaan, moge
ook al daardoor hem in wijder kring bekend
en beroemd hebben gemaakt, hij moge in
betere dagen als dichter en essayist nog zoo
veel belaneriiks p-eschreven hebben, zijn eer
ste groote vertelling de .Buddenbrooks" zal
ziin onvergankelijke roem blijven.
Men leze dit kostelijk verhaal. Over het al
gemeen trekt ons Hollanders de Engelsche
literatuur meer aan dan d-e Duitsche. Maar
ook een reeks Duitsche schrijvers kunnen
ons in hunne oorspronkelijkheid veel te lee-
ren en te genieten geven. Het is interessant
na lezing van de Buddenbrooks" Gals
worthy's „Forsyte Saga" ter hand te nemen,
of omgekeerd. Het behandelt hetzelfde on
derwerp. Bezwaarlijk kan men ter vergelij
king -beter naast elkaar hebben Duitsche en
Engelsche atmosfeer en verhaalkunst, zoo
klaar en elk zoozeer in den eigen aard.
Het nationaal-socialisme verklaart de wer
ken van Thomas Mann tot- „Zwanenzang",
tot de laast geldige beschrijving van het
burgerlijk tijdperk. Voor dergelijke beschrij
vingen wil het een anderen toon hooren,
waarvoor het helaas nog niet den goeden
zanger heeft kunnen vinden. Het kent
Mann's werken een zekere historische waar
de toe en wil ze graag alle bij elkaar weg
pakken en bewaren als historisch merk
waardigheid je uit de „Sauperiode". Meer
hebben ze er niet van willen zeggen, om den
man op zijn verjaardag niet ai te zeer te
plagen.
Hugenberg is 70 jaar oud geworden. Heel
Duitschland, Europa en de andere wereld-
deelen weten, hoe Hugenberg zijn pers, zijn
Ufa en al de pro'paganda-organen, die hij
in de hand had, heeft laten ageeren tegen de
Nazi in zijn prille jeugd en vlegeljaren.
Toen hij begon in te zien, dat hij met zijn
Duitsch nationale partij alleen niet aan de
-macht k-oh komen-,1 ging hij hulp z-oeken bij
dè" Nazi's. Zijn pers'vloeide op eensHöv-er' lyan
honing en- ntöief dei - voor de vaderlandlievende,
bruinhemderi; -.'t' Was,een, plompe manoeuvre.
Het was voor iedereen binnen en buiten de
grenzen duidelijk wat hij wilde. En ook de
Nazi's zage-n 't heel goed in. Als Zij samen
vergaderden en marcheerden tegen de an
deren, noemden de bruinhemden smalend
Hugenberg's partijgenooten „Hugendwer-
gen". De Nazi's, dien hij door zijn eigen pers
een geweldigen toeloop had bezorgd, groei
den hem boven 't hoofd. Zóó zijn "de Nazi's
aan de macht gekorpen.
In de eerste feestvreugde hebben ze hem
ook in de regeering opgenomen, 't Was al
weinig genoeg, hij had verwacht ér de lei
der van te zullen worden. Veertien dagen
later was er al een kwestie, die hem weer
uit. het kabinet bracht.
Hij -was geen politicus, en als hij aan poli
tiek deed dan was het. omdat hij hoopte, de
hoogste macht in handen te zullen krijgen,
om zijn land te besturen en tot. bloei te
brengen, zooals hij de Krupp-fabrieken, zijn
pers. zijn dag-, week- en maandbladen, zijn
Ufa en tal van andere ondernemingen had
bestuurd en tot bloei gebracht.
Nu doet hij theoretisch aan stedebouw,
waarover hij in enkele dikke deelen al veel
belangrijks moet hebben geschreven. Van
politiek wil hij niets meer weten en daarom
vergaven Hitler en Goe'obels hem van harte
wat hij hun in den moeilijksten tijd van
hun strijd had aangedaan en zonden hem
hartelijke gelukwenschen. Hitier „in dank
baarheid voor zijn medewerking in dienst
van den wederopbouw van Duitschland",
Goebbels ..in de hoop. dat de oprechte pa
triot ook verder zijn gansche kracht, zou
wijden aan den dienst voor een vrij en sou-
verein Duitschland".
H. L.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING
Uitnoodiging van Londen voor
vloafhesnre t'inff.
Naar het telegraaf-agentschap der Sovjet-
Unie mededeelt-, heeft de Engelsche ambassa
deur Lord Chilston gisteren een bezoek ge
bracht aan den volkscommissaris van buiten-
landsche zaken Litwinof. dien hij namens dc
Engelsche regeering in kennis stelde van het
tot stand komen van het vlootverdrag met
Duitschland. Hij verklaarde tevens, dat Enge
land behalve met Frankrijk en Italië, met
welke staten het reeds onderhandelt ook met
Sovjet-Rusland besprekingen wenscht te voe
ren inzake begrenzing der bewapening ter
zee. Hii verklaarde, dat Engeland niet alleen
streeft naar kwantitatieve, maar ook naar J
kwalitatieve ontwapening
Litwinof nam acte van deze verklaring en
zeidc. de Engelsche uitnoodiging te zullen
voorleggen aan den Raad van Volkscommissa
rissen.
Zuid-Amerika,
Ook Bolivia's parlement aan
vaardt het vredesprotocol.
Het Boliviaansche Congres heeft gisteren
met 69 tegen 3 stemmen het vredesprotocol
van Buenos Aires goedgekeurd.
Aangezien na de Paraguaansche Kamer van
Afgevaardigden ook de Senaat van dat land
Thijsje heeft het touw nu opgehangen met een groote .lus om het
monster Michias te vangen. De sleutel stak nog in zijn zak, en Michias
ziet hem begeerig aan.
Hij denkt„Nu heb ik hem te pakken laat alle moed maar
varen, beertje."
Zal Thijsje's list gelukken.? Dat zul je de volgende maal te weten
komen.
De Nederlandsche inzending.
(Van onzen correspondent)
Brussel, Juni 35
De afdeelingen Oude en Moderne Kunst
vormen een groote attractie voor. de tentoon
stellingsbezoekers. Dit blijkt duidelijk, omdat
er, op welken dag en op welk uur men er ook
binnen treedt, honderden kijkers door de
zalen dwalen. Ten einde ongewenschte gasten,
op een afstand te houden heft men bij Mo
derne Kunst door de week één frank, Zondags
twee franken entrée. In Antwerpen, waar men
dit niet deed, heeft men droevige ervaringen
opgedaan. Daar moest meermalen de politie
komen om een joelende, brooddronken menig
te, die niets van wat er te zien was, begreep,
uiteen te jagen.
De materie is zoo omvangrijk, dat het niet
mogelijk is alle hier aanwezige schilderijen te
karakteriseeren. Wij zullen ons dus tot de
hoofdzaken bepalen. In een eerste artikel zul
len wij trachten een indruk te geven van de
Nederlandsche inzending, in een tweede ko
men dan België en de andere landen aan de
beurt.
Er is één ding dat zich, wanneer we de lange,
lichte, zeer overzichtelijke zalen doorloopen,
aan ons opdringt: wat is de schilderkunst een
tonig en weinig eigen-aardig geworden. Waar
is het volkskarakter gebleven, waar de natio
nale kenmerken? Wanneer de namen het niet
aanduidden zouden we de Hongaarsche en de
Zwitsersche, Zweedsche en de Italiaanschë af
deelingen zeer goed met elkaar kunnen ver
wisselen. De ..école de Paris" heeft op dê schil
derkunst van gansch Europa een magischen
invloed uitgeoefend. Tot in de verste uithoe
ken vindt men epigonen van Vlaminck, Matis
se en Dufy, die schilderijen maakten onder
welke men met een gerust hart de nanfen van
een van deze meesters zou kunnen zetten.
Slechts enkele landen toonen, dat zij een
eigen plastische cultuur bezitten. Tot die wei
nige rekenen wij België en Nederland. We zou
den niet willen beweren, dat de inzending van
ons land boven die van andere landen uit
steekt, maar in haar ensemble behoort zij
waarschijnlijk tot de beste, omdat zij tenmin
ste een eigen karakter draagt. De schilder
kunst heeft zich ten ontzent vrijwel buiten de
Fransche sfeer weten te houden, wel zien we
hier en daar een invloed van Duitschland
(Radziwill) maar wij vertoonen toch een veel
positiever persoonlijkheid dan bijvoorbeeld
landen als Tsjecho-Slowakij.?, Oostenrijk en
Italië.
Beschouwen we de inzending van een ab
soluut standpunt dan kunnen we haar niet
als zoo belangrijk beschouwen. Alles wat we
hier zien is deftig, degelijk en beschaafd, rus
tig en weloverwogen, maar tegelijk ook weinig
verheffend. Op een enkele uitzondering na, is
er onder deze heele verzameling niet één
schilderij, waarvoor we onweerstaanbaar aan
getrokken blijven stilstaan, geen enkel doek
dat ons bijblijft, dat ons diep ontroert, dat-
ons verrast. De meeste schilders .geven juistr
dat watLmen van hen verwacht, niets minder,"
maar vooral ook. niets; méér. Er zijn en die nu
al twintig jaar precies eender schilderen en
die in al die jaren niets, gezien en niets door-r
leefd schijnen 'te hebben. Wanneer we de Ne-,
dsrlandsche zaal doorloopen voelen we ons
omgeven door kunstenaars die hun vak ver
staan en hun werk met zorg verrichten; we
zien door en door fatsoenlijken arbeid, maar
weinig dat ons buiten ons zelve brengt.
De eenige groote uitzondering op dezen regel
is voor ons de inzendin'g van Kruyder. Zijn
„Paardje" is het werk van een teeder gemoed.
Het is geestig en met hartstocht geschilderd:
met een krachtige hand en vol fijiie over
gangen. Wanneer we een werk als dit tus-
schen alles wat hier aan de wanden hangt, be
schouwen, vragen we ons af hoe het komt dat
deze genereuse schilder zoolang en nóg
onderschat werd. Hij heeft zeer zeker eenige
bewonderaars gehad, sommige critici vestigden
meer dan eens de aandacht op hem, maar hij
kreeg toch de plaats niet, die hem toekwam.
Wij gelooven dat men thans helaas na zijn
dood bezig is Kruyder te ontdèkken. Op een
tentoonstelling als deze. waar hij zoo duidelijk
buiten de normen valt, merken we pas goed
welk een bijzondere persoonlijkheid hij was.
Na Kruyder moeten Mathieu Wiegman en
Charley Toorop genoemd worden. Beiden
brengen portretten. De eerste dat van den
dichter A. Roland Holst. Dit is een krachtig,
met overtuiging geschilderd portret, waarbij
de schilder de figuur van Roland Holst mis
schien wat te veel van een aardsch standpunt
gezien heeft, de dichterlijke kant van zijn we
zen komt niet genoeg tot zijn recht. De psy
chologie is misschien niet de sterkste eigen
schap van dit werk, maar niettemin is het een
merkwaardig doek.
Charley Toorop geeft een brutaal zelfportret,
dwingend strak geformuleerd, maar niet aan
genaam. Het getuigt ongetwijfeld van een
meer dan gewoon schilderstemperament, van
kracht en zelfbewustheid. Zij heeft zich in ja
ren van onafgebroken zelfstrijd ontwikkeld
tot een der onafhankelijkste en indrukwek
kendste figuren van cle moderne schilder
kunst. Haar verdienste is te grooter, omdat zij
zich natuurlijk ontworstelen moest aan de in
vloeden van haar vader. Dit is haar volkomen
gelukt. Charley Toorop is een autonome ge
stalte: hoog, trotsch, maar wat koud. Het
eenige wat wij in haar kunst altijd missen is.
generositeit en overgave, of om het wat een
voudiger te zeggen: gemoed.
Wanneer we het fijne, harmonische schil-
derij van Conrad Kikkert „Rotsen in Zee" be-
schouwen, waar ongetwijfeld* een bijzondere
bekoring van uit gaat. zij we toch even ver
baasd en vragen ons af of die nu de revolu-
tionnaire Kikkert is, die indertijd met zooveel
élan en zulke monumentale bedoelingen den
Moderne Kunstkring' oprichtte. In deze vrien
delijke traditioneels kunst, is weinig meer
van den schilderkunst-hervormer te vinden!
In langen tijd zagen we geen werk van Jan
van Herwijnen. Het doek wat hij hier heeft,
een Stilleven met een Zeef leek ons dieper,
niet alleen van kleur, maar ook van gevoel,
dan hetgeen we van hem kenden. Het is vol
gloed en innerlijk leven. Het is van een ont
róerenden eenvoud, maar het spreekt een
eigen taal. De voorwerpen zijn tot hun sim
pelste expressie gereduceerd. Het geheel is in
een gedempten toon geschilderd, welke geac
centueerd wordt door een prachtig blauw op
den voorgrond.
Joep Nicolas is in al zijn werk, of het schil
derijen of glazen zijn, altijd sierlijk en be
schaafd. Hij is een virtuoos, hij geeft zich zoo
als hij is, zonder voorbehoud, zonder zich aan
wetten te willen binden. Hij toont in alles een
onfeilbaar goeden smaak, die zelfs zijn min
der geslaagd werk toch altijd nog een beko
ring geeft. Hij toont in zijn Portret een weinig
Hollandsch brio en een natuurlijke gemakke
lijkheid.
Jan Sluyters komt hier met zijn „Piëta" niet
gelukkig voor den dag. We hebben mooiere
dingen van hem gezien en hadden wat beters
verwacht.
Pyke Koch's „Bertha van Antwerpen" zagen
we hier al eens in Brussel, n.l. op de groote
tentoonstelling van L'Art vivant. We kunnen
niet veronderstellen, dat hij sinds dien niets
anders maakte. Waarom dan twee keer met
dit schilderij voor den dag gekomen?
Van Lizzy Ansingh vinden we hier een groo
te compositie „Hoedjes". Voor deze schilderes
geldt wel in het bijzonder het zooeven door ons
genoemde bezwaar van onze schilderkunst.
Jaar in jaar uit blijft dit werk hetzelfde. Het
is goed geschilderd, beschaafd en aangenaam
voor het oog; men vihdt er fijne delicate par
tijen in, het is vol geestige details en subtili
teiten. maar waar is de groote overtuiging, de
drift, het verlangen? Een schilderij als dit is
een lust der oogen, een uitstekende wandver
siering, maar we vragen toch nog wel iets
meer van een kunstenaar, iets meer dan de
ij delheid der schoonheid. We zoeken vergeefs
naar getuigenissen van een innerlijk bestaan.
Schuhmacher heeft op het oogenblik in ons
land een groote reputatie. Wij kunnen in het
„Naakt", dat hij hier tentoonstelt, slechts een
schijnverfijning zien. De kleur is delicaat,
misschien iet-wat te bloedeloos, maar de lijn
is dikwijls hard en ongevoelig. Nu komt er
bij, dat hij hier niet met een van zijn beste
werken vertegenwoordigd is. Hij kan meer en
beter dan hij hier toont. Het is jammer, dat
schilders zich dikwijls niet voldoende reken
schap geven van het belang van een tentoon
stelling als deze. De meeste kunstenaars zijn
niet streng genoeg voor zich zelf en daar on
dervinden ze zelf het eerste de schade van. Wie
op dit doek afgaande zich een oordeel over
Schuhmacher zou vormen, doet den schilder
onrecht.
Ten slotte wil ik nog eenige namen noemen
van schilders, wier werk mij om de een of
andere reden opviel. Van Schwarz vinden we
hier een Hollend Paard vol beweging en met
élan geschilderd; van Colnot een gedistingeerd
Stilleven; Maks zond een wat vulgair, maar
boeiend en zwierig schilderij van een Spaan-
sche Dans; Leo Gestel: Drie Vrouwen, rijk en
warm van kleur en vooral scherp van psycho
logie. D. Ket's Man met een Bierflesch is on
getwijfeld knap van techniek, maar we voelen
er te weinig liefde en hart in. Het Zelfportret
van Wiegersma mist geest, maar heeft deco
ratieve kwaliteiten. Willink laat zijn bekende
Jobstijding zien, dat wel suggestief maar wat
schraal van kleur en schildering is.
Het is moeillijk over de ingezonden beeld
houwwerken iets te zeggen. Een catalogus ont
breekt en vele stukken zijn niet of onvoldoen
de gesigneerd. Tot een van de beste inzen
dingen behoort het Naakt van Jacobs van den
Hoff. Het is eenvoudig van lijn, edel en zuiver.
Goed gelijkend is het portret van dr. Abraham
Bredius door Theo van Reyn. Mendes da Costa
stuurde zijn overbekende Vincent van Gogh
figuur en van Altorf vinden we een meester
lijk gestyleerden Vogel.
Het figuur dat de Nederlandsche inzending
•op' - deze tentoonstelling, .van moderns... kunst
.maakt-is, zöoals- ik reeds eerder opmerkte/ ver-
're van slecht; Natuurlijk, zijn er lacunes, maar
wanneer men het met de andere landen (Bel
gië uitgezonderd) vergelijkt, mogen we .de
conclusie trekken dat de schilderkunst in Ne
derland op een niet zeer hoog, maar behoorlijk
peil staat.
JAN GRESHOFF
peltedec&wdschejmdpasta
1. DOOS 2 0 CT.—TUBE 40 en 60 CT. t
(Adv. Ingez. Med.)
Italiaanschë vestigt een
hoogterecord.
Tot 12.043 gestegen.
Reuter meldt uit Rome. dat de pilote gravin
Carinane Crone gisteren het wereld-hoogte-
record voor vrouwen heeft verbeterd door het
bereiken van een hoogte van 12.043 meter.
Het record stond op naam van Maryse Hiltz,
die dezer dagen tot 11.800 M. steeg.
DIPLOMATIEKE BEZOEKEN BIJ
SAMUEL HO ARE.
De nieuwe Britsche minister van buiten-
landsche zaken, Sir Samuel Hoare, heeft gis
teren bezoeken ontvangen van de diploma
tieke vertegenwoordigers te Londen, van
Nederland, Siam, Zwitserland, Oostenrijk,
Zweden. Denemarken. Venezuela, Hongarije,
China, Finland en Letland.
TROTZKI'S BEZOEK AAN NOORWEGEN.
Trotzki's bezoek aan Oslo en het hem
toegestane verblijf in Noorwegen is aanlei
ding tot tal van commentaren in de Scan
dinavische pers. Men verwacht dat de con
servatieven in het Noorsche Storting de Ar-
beidersrégeering hierover zullen interpel-
leeren. Reeds in 1929 vroeg Trotzki toestem
ming om naar Noorwegen te komen, doch de
regeering Mowinkel wees dit verzoek af. In
een interview in het te Oslo verschijnende
„Dagbladet" over de motieven waarop Trotzki
het verblijf in Noorwegen werd toegestaan
verklaart de Noorsche minister van Justitie
Lie dat het in Noorwegen geldende asylrecht
in verband met den bedenkelijk achteruitge-
ganen gezondheidstoestand van Trotzki, vol
doende motief was om hem toe te staan
in Noorwegen zijn herstel te zoeken.
De bladen melden tenslotte dat Trotzki
tijdens den overtocht op het Noorsche stoom
schip „Paris" door niemand herkend is aan
gezien hij zijn karakteristieke puntbaard
heeft laten wegnemen.
Duitsche predikanten
vrijgelaten.
Reuter meldt uit Berlijn, dat wederom 12
evangelische predikanten zijn vrijgelaten uit
de gevangenis of uit het' concentratiekamp.
Het is nog aan 25 dominees verboden te pree-
ken en 10 blijven uit hun parochies verban
nen.