UIT HET BUITENLAND r de%S XTOLTS Mann, Hugenberg en het Derde Rijk. THIJS IJS EN DE VERLOREN SLEUTEL Moderne kunst op de Brusselsche Wereldtentoonstelling. 7. A T E R D A G 22 T U N T 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 4 HET BELANGRIJKSTE NIEUWS JOEGO-SLAVIë. De onderhandelingen ter bijlegging van de regeeringscrisis zijn gisteren begonnen. Tegen twaalf uur werden door den prins regent de voorzitters van den senaat en de Skoeptsjina in audiëntie ontvangen. Des middags kwam de leider der geheele opposi tie, dr. Matsjek, in Belgrado aan. Hij 'werd aan het station "verwelkomd door de toeval lig aanwezige reizigers, kruiers en stations- bedienden, die hem luide toejuichten. Dr. Matsjek begaf zich van het station onmid dellijk naar het kasteel Dedinje, waar hij door den prins-regent in, audiëntie werd ont vangen. Zijn aanwezigheid, is zijn; eerste of- ficieele en vrijwillige verblijf in de Zuid-Sla vische hoofdstad sedert zes jaren en staat derhalve in het middelpunt van. de alge- meene belangstelling. Dr. Matsjek is naar Belgrado gekomen nadat de banus van Kroa tië hem een invitatie van den prins-regent had overhandigd. Dr. Matsjek bleef 1 1/2 uur bij prins-regent Paul. Na de audiëntie begaf hij zich naar de woning van den voorma - ligen premier Tawidowitsj, die zich met de aanhangers van de voormalige Kroatische partij te zamen met Matsjek in de oppositie bevindt. In de woning van Dawidowitsj kwam een conferentie van de leiders aller opDOsitioneele groepen bijeen. In politieke kringen vormde het bezoek van dr. Matsjek bijna uitsluitend het on derwerp van gesprek. Men gelooft echter niet dat Matsiek zich bereid zal verklaren zitting te nemen in de regeering en men verwacht evenmin, dat hem een desbetref fend aanbod zal worden gedaan. Men ver wacht echter wel. dat hij zijn. opvattingen en wenschen vrijmoedig uiteenzetten zal ten einde een volkomen duidelijke situatie mo- gelük te maken Wat de samenstelling van ae nieuwe -e- «rnerine betreft wordt in politieke kringen ook verder de meening geuit, dat Stojadino- witsi. tot dusverre minister van financiën ae meeste kansen heeft minister-president teDe'°d?recte aanleidtas tot de crisis is een rede van den afgevaardigde Banitsj gewekt, waarin deze in de Kamer den Kroaten ver weet koning Alexander te Hebben vermoord. Verder zei Mi, dat de leider van de oppo., - tie dr Matsjek. evenals.de leider van d- emi grantenmrganisaties. Pawelitn ^rVe^rnomfik van Matsi_ek werd VM; gens Banitsj uit het buitenland door moord. De regeeringscrisis in Joego-Slavië. Prins-regent Paul ontvangt den oppositieleider. Deelneming van Matschek aan het kabinet echter niet verwacht. Hoe de regeering- Jeftitsj viel. zijn goedkeuring aan het protocol heeft ge hecht, verwacht men, dat de Argentijnsche president Justo zeer binnenkort de uitnoodi- gingen zal verzenden voor de vredes-conferen- tie, die in de eerste dagen van de volgende week te Buenos Aires zal bijeenkomen ten einde een definitieve oplossing voor het Chaco conflict tot stand te brengen. •leid en wel kringen- d'e den koning hadden ver- Deze rede wekte zulk een verbittering bö de Kroatische leden van de reseer™ .fbSotan en bit de Kroatische ministers dat m b .0 e uit bet kabinet te I reden 0111 het op die wijze ten val te brengen Oostenrijk. Oudstrijders-organisatie ontbonden. De bondskanselarij heeft de oudstrbders- vereeniging „Duitsch-Oostennjk met a Je onderafdeelingën ontbonden Zwitserland, De oosltie van de valuta. In een toespraak voor den Nationalen Raad heeft de minister van financiën, de heer M Meven verklaard, dat de positie van het Zwit- sersche betalingsmiddel technisch zeer sterk is. De minister verklaarde voorts, dat het feit, dat Zwitserland in staat is het disconto op 2 12 procent te handhaven, aantoont, dar de Zwitsersche geldmarkt een groot weerstands vermogen bezit, daar het disconto in Frank rijk en Nederland 5 procent, in Duitschland en Oostenrijk 4 procent en in Italië 3 procent be draagt. Sedert den aanvang van 1935 is aan het land 700 000.000 Zw. francs goud onttrokken, maar de positie van de Nationa1e B°nk is daardoor niet aangetast, want een deel der buitenland- sc.he schulden zijn vereffend door directe be taling in goud. Spauje. Politieke propaganda weer toegelaten. De kabinetsraad is begonnen weer vergun ning te geven tot het houden van politieke vergaderingen tot het maken van politieke propaganda, daar het 't noodig acht terug te keeren tot een „normaal regime var» Rusland. Het einde van een bandieten leider. André Spada gisteren geguillotineerd. Vrijdag is de beruchte Corsicaansche struikroover André Spada te Bastia geguil lotineerd. Spada, de laatste vertegenwoordiger var de „koningen van het kreupelbosch", had zich wegens zes moorden te verantwoorden gehad die enkele jaren geleden Corsica in rep en roer brachten. Hoofdpijn, Kiespijn. &r,£noS£ pijnen le verdrijven is een Mijnhardt's Poeder. Per stuk 8 ct.doos 45 ct. Bij Uw Drogist. (Adv. Ingez. MedJ Men herinnert zich, dat er een geheele expeditie naar Corsica werd gezonden om er het bandietenwezen uit te roeien. Reuter meldt omtrent den laatsten nacht- van Spada. dat hij tot laat in den avond met zijn bewakers heeft gekaart, totdat hij van meening was. dat het tijd werd om te gaan slapen. Toen de bewakers hem gisterochtend kwamen wekken, lag hij vast te slapen, zij moesten hem flink schudden om hem wakker te krijgen. Toen hem plechtig werd aangekon digd, dat zijn laatste uur had geslagen, ant woordde hij: „aan moed heeft het mij nimmer ontbroken". Langzaam en zorgvuldig maakte hij toilet en verzocht hij de mis te mogen bij wonen. Het laatste glas rum en de laatste sigaret, welke hem werden aangeboden, zooals in Frankrijk gebruikelijk is bij een terecht stelling; weigerde hij. Bij de guillotine omarmde hij den priester, die hem op zijn laatsten gang begeleidde en nam afscheid van hem met de woorden: „vooruit maar, tot weerziens!" De omgeving van de gevangenis was streng door politie en militairen afgezet, zoodat niemand de terecht stelling kon bijwonen, behalve het gerechtshof en de vertegenwoordigers van de pers. Twee Duitschers verjaarden. (Van onzen correspondent). Berlijn, 2-0 Juni 1935. Het is meer en meer gebruikelijk gewor den. telkens als iemand een tiental jaren achter den rug heeft, hem op bijzondere wijze geluk te wenschen en bij gunstige om standigheden een welkom feestnummer in hem te zien. Als er een propagandistisch effect mee te bereiken is, begint men hier van officieele zijde al na afloop van het vierde, het derde tiental jaren met de huldiging van den ja rige wat zich in 't Duitsch alleen maar laat vertalen door „Geburtstagskind". Maar dan moet ook 't kind als „Parteigenosse" met- Faust oder Stirn". met zijn vuisten of met zijn hoofd iets van belang hebben ge presteerd voor de partij, dus voor heel het dierbaar vaderland. De namen Muller en Meijer zijn er door gerukt uit hun alledaagsehheid en kwamen tot aanzien en klank. Een dezer dagen vierde een man zijn zes tigste verjaring, wien voor enkele jaren de Nobel-prijs is ten deel gevallen. Duitschland was er trotsch op. Het was echter in de ,\Sau- neriode" en eens zou hij gezegd hebben ..das Deutschnationale ist ungeistig". Dat heeft men niet vergeten en evenmin, dat hij kort voor de- groote omwenteling zijn „Jacob en Joseph" had geschreven, du-s „in de Joodsche mystiek was., gegaan". En het gebruikelijke telegrammetje bleef vooi-"'Thomas Mann"oil1 zijn .zestigsten verjaardag 'achterwege; Hij werd- juist verrast- met het- krantenbericht; dat de hooge Overheid zijn dochter de waar digheid van liet Duitsche Staatsburgerschap had ontnomen. Misschien had hij 't wel zien aankomen, nadat zijn broeder Heinrich Mann van de lijst der Duitsche Staatsbur gers was geschrapt. Zijn dochter had in het buitenland met haar gepenerde cabaret-grappen ten koste van Nazi-Duitschland al te gretig en goed- koot) triomfen geoogst. Zijn broeder was een echte cultuur-bolsjewiek. Hü zelf bleef in de dagen der Duitsche Republiek ..Libertin". Dat wil hier niet zeggen losbol of wildzang! Ik gebruik het woord, omdat men hem in die dagen een „Libertin" noemde, iemand die zich niet alleen vrij hield van elke ver- bindine met een partij, maar zich ook stelde boven of buiten allen partijstrijd. Een ..Liber tin" in dien anderen zin noemden hem zijn voorname stadgenooten. toen zijn „Budden brooks" was verschenen. Zij verloochenden hem en hij vond overal hunne deuren voor hem gesloten Hii. zei fkind eener deftige koopman'familie in de Hanzestad Bremen, beschreef hier realistisch en boeiend groot- beid en verval van zoo'n voorname familie. Zijn ..Tooverberg" dat in geneeskundige kringen zooveel protesten deed opgaan, moge ook al daardoor hem in wijder kring bekend en beroemd hebben gemaakt, hij moge in betere dagen als dichter en essayist nog zoo veel belaneriiks p-eschreven hebben, zijn eer ste groote vertelling de .Buddenbrooks" zal ziin onvergankelijke roem blijven. Men leze dit kostelijk verhaal. Over het al gemeen trekt ons Hollanders de Engelsche literatuur meer aan dan d-e Duitsche. Maar ook een reeks Duitsche schrijvers kunnen ons in hunne oorspronkelijkheid veel te lee- ren en te genieten geven. Het is interessant na lezing van de Buddenbrooks" Gals worthy's „Forsyte Saga" ter hand te nemen, of omgekeerd. Het behandelt hetzelfde on derwerp. Bezwaarlijk kan men ter vergelij king -beter naast elkaar hebben Duitsche en Engelsche atmosfeer en verhaalkunst, zoo klaar en elk zoozeer in den eigen aard. Het nationaal-socialisme verklaart de wer ken van Thomas Mann tot- „Zwanenzang", tot de laast geldige beschrijving van het burgerlijk tijdperk. Voor dergelijke beschrij vingen wil het een anderen toon hooren, waarvoor het helaas nog niet den goeden zanger heeft kunnen vinden. Het kent Mann's werken een zekere historische waar de toe en wil ze graag alle bij elkaar weg pakken en bewaren als historisch merk waardigheid je uit de „Sauperiode". Meer hebben ze er niet van willen zeggen, om den man op zijn verjaardag niet ai te zeer te plagen. Hugenberg is 70 jaar oud geworden. Heel Duitschland, Europa en de andere wereld- deelen weten, hoe Hugenberg zijn pers, zijn Ufa en al de pro'paganda-organen, die hij in de hand had, heeft laten ageeren tegen de Nazi in zijn prille jeugd en vlegeljaren. Toen hij begon in te zien, dat hij met zijn Duitsch nationale partij alleen niet aan de -macht k-oh komen-,1 ging hij hulp z-oeken bij dè" Nazi's. Zijn pers'vloeide op eensHöv-er' lyan honing en- ntöief dei - voor de vaderlandlievende, bruinhemderi; -.'t' Was,een, plompe manoeuvre. Het was voor iedereen binnen en buiten de grenzen duidelijk wat hij wilde. En ook de Nazi's zage-n 't heel goed in. Als Zij samen vergaderden en marcheerden tegen de an deren, noemden de bruinhemden smalend Hugenberg's partijgenooten „Hugendwer- gen". De Nazi's, dien hij door zijn eigen pers een geweldigen toeloop had bezorgd, groei den hem boven 't hoofd. Zóó zijn "de Nazi's aan de macht gekorpen. In de eerste feestvreugde hebben ze hem ook in de regeering opgenomen, 't Was al weinig genoeg, hij had verwacht ér de lei der van te zullen worden. Veertien dagen later was er al een kwestie, die hem weer uit. het kabinet bracht. Hij -was geen politicus, en als hij aan poli tiek deed dan was het. omdat hij hoopte, de hoogste macht in handen te zullen krijgen, om zijn land te besturen en tot. bloei te brengen, zooals hij de Krupp-fabrieken, zijn pers. zijn dag-, week- en maandbladen, zijn Ufa en tal van andere ondernemingen had bestuurd en tot bloei gebracht. Nu doet hij theoretisch aan stedebouw, waarover hij in enkele dikke deelen al veel belangrijks moet hebben geschreven. Van politiek wil hij niets meer weten en daarom vergaven Hitler en Goe'obels hem van harte wat hij hun in den moeilijksten tijd van hun strijd had aangedaan en zonden hem hartelijke gelukwenschen. Hitier „in dank baarheid voor zijn medewerking in dienst van den wederopbouw van Duitschland", Goebbels ..in de hoop. dat de oprechte pa triot ook verder zijn gansche kracht, zou wijden aan den dienst voor een vrij en sou- verein Duitschland". H. L. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING Uitnoodiging van Londen voor vloafhesnre t'inff. Naar het telegraaf-agentschap der Sovjet- Unie mededeelt-, heeft de Engelsche ambassa deur Lord Chilston gisteren een bezoek ge bracht aan den volkscommissaris van buiten- landsche zaken Litwinof. dien hij namens dc Engelsche regeering in kennis stelde van het tot stand komen van het vlootverdrag met Duitschland. Hij verklaarde tevens, dat Enge land behalve met Frankrijk en Italië, met welke staten het reeds onderhandelt ook met Sovjet-Rusland besprekingen wenscht te voe ren inzake begrenzing der bewapening ter zee. Hii verklaarde, dat Engeland niet alleen streeft naar kwantitatieve, maar ook naar J kwalitatieve ontwapening Litwinof nam acte van deze verklaring en zeidc. de Engelsche uitnoodiging te zullen voorleggen aan den Raad van Volkscommissa rissen. Zuid-Amerika, Ook Bolivia's parlement aan vaardt het vredesprotocol. Het Boliviaansche Congres heeft gisteren met 69 tegen 3 stemmen het vredesprotocol van Buenos Aires goedgekeurd. Aangezien na de Paraguaansche Kamer van Afgevaardigden ook de Senaat van dat land Thijsje heeft het touw nu opgehangen met een groote .lus om het monster Michias te vangen. De sleutel stak nog in zijn zak, en Michias ziet hem begeerig aan. Hij denkt„Nu heb ik hem te pakken laat alle moed maar varen, beertje." Zal Thijsje's list gelukken.? Dat zul je de volgende maal te weten komen. De Nederlandsche inzending. (Van onzen correspondent) Brussel, Juni 35 De afdeelingen Oude en Moderne Kunst vormen een groote attractie voor. de tentoon stellingsbezoekers. Dit blijkt duidelijk, omdat er, op welken dag en op welk uur men er ook binnen treedt, honderden kijkers door de zalen dwalen. Ten einde ongewenschte gasten, op een afstand te houden heft men bij Mo derne Kunst door de week één frank, Zondags twee franken entrée. In Antwerpen, waar men dit niet deed, heeft men droevige ervaringen opgedaan. Daar moest meermalen de politie komen om een joelende, brooddronken menig te, die niets van wat er te zien was, begreep, uiteen te jagen. De materie is zoo omvangrijk, dat het niet mogelijk is alle hier aanwezige schilderijen te karakteriseeren. Wij zullen ons dus tot de hoofdzaken bepalen. In een eerste artikel zul len wij trachten een indruk te geven van de Nederlandsche inzending, in een tweede ko men dan België en de andere landen aan de beurt. Er is één ding dat zich, wanneer we de lange, lichte, zeer overzichtelijke zalen doorloopen, aan ons opdringt: wat is de schilderkunst een tonig en weinig eigen-aardig geworden. Waar is het volkskarakter gebleven, waar de natio nale kenmerken? Wanneer de namen het niet aanduidden zouden we de Hongaarsche en de Zwitsersche, Zweedsche en de Italiaanschë af deelingen zeer goed met elkaar kunnen ver wisselen. De ..école de Paris" heeft op dê schil derkunst van gansch Europa een magischen invloed uitgeoefend. Tot in de verste uithoe ken vindt men epigonen van Vlaminck, Matis se en Dufy, die schilderijen maakten onder welke men met een gerust hart de nanfen van een van deze meesters zou kunnen zetten. Slechts enkele landen toonen, dat zij een eigen plastische cultuur bezitten. Tot die wei nige rekenen wij België en Nederland. We zou den niet willen beweren, dat de inzending van ons land boven die van andere landen uit steekt, maar in haar ensemble behoort zij waarschijnlijk tot de beste, omdat zij tenmin ste een eigen karakter draagt. De schilder kunst heeft zich ten ontzent vrijwel buiten de Fransche sfeer weten te houden, wel zien we hier en daar een invloed van Duitschland (Radziwill) maar wij vertoonen toch een veel positiever persoonlijkheid dan bijvoorbeeld landen als Tsjecho-Slowakij.?, Oostenrijk en Italië. Beschouwen we de inzending van een ab soluut standpunt dan kunnen we haar niet als zoo belangrijk beschouwen. Alles wat we hier zien is deftig, degelijk en beschaafd, rus tig en weloverwogen, maar tegelijk ook weinig verheffend. Op een enkele uitzondering na, is er onder deze heele verzameling niet één schilderij, waarvoor we onweerstaanbaar aan getrokken blijven stilstaan, geen enkel doek dat ons bijblijft, dat ons diep ontroert, dat- ons verrast. De meeste schilders .geven juistr dat watLmen van hen verwacht, niets minder," maar vooral ook. niets; méér. Er zijn en die nu al twintig jaar precies eender schilderen en die in al die jaren niets, gezien en niets door-r leefd schijnen 'te hebben. Wanneer we de Ne-, dsrlandsche zaal doorloopen voelen we ons omgeven door kunstenaars die hun vak ver staan en hun werk met zorg verrichten; we zien door en door fatsoenlijken arbeid, maar weinig dat ons buiten ons zelve brengt. De eenige groote uitzondering op dezen regel is voor ons de inzendin'g van Kruyder. Zijn „Paardje" is het werk van een teeder gemoed. Het is geestig en met hartstocht geschilderd: met een krachtige hand en vol fijiie over gangen. Wanneer we een werk als dit tus- schen alles wat hier aan de wanden hangt, be schouwen, vragen we ons af hoe het komt dat deze genereuse schilder zoolang en nóg onderschat werd. Hij heeft zeer zeker eenige bewonderaars gehad, sommige critici vestigden meer dan eens de aandacht op hem, maar hij kreeg toch de plaats niet, die hem toekwam. Wij gelooven dat men thans helaas na zijn dood bezig is Kruyder te ontdèkken. Op een tentoonstelling als deze. waar hij zoo duidelijk buiten de normen valt, merken we pas goed welk een bijzondere persoonlijkheid hij was. Na Kruyder moeten Mathieu Wiegman en Charley Toorop genoemd worden. Beiden brengen portretten. De eerste dat van den dichter A. Roland Holst. Dit is een krachtig, met overtuiging geschilderd portret, waarbij de schilder de figuur van Roland Holst mis schien wat te veel van een aardsch standpunt gezien heeft, de dichterlijke kant van zijn we zen komt niet genoeg tot zijn recht. De psy chologie is misschien niet de sterkste eigen schap van dit werk, maar niettemin is het een merkwaardig doek. Charley Toorop geeft een brutaal zelfportret, dwingend strak geformuleerd, maar niet aan genaam. Het getuigt ongetwijfeld van een meer dan gewoon schilderstemperament, van kracht en zelfbewustheid. Zij heeft zich in ja ren van onafgebroken zelfstrijd ontwikkeld tot een der onafhankelijkste en indrukwek kendste figuren van cle moderne schilder kunst. Haar verdienste is te grooter, omdat zij zich natuurlijk ontworstelen moest aan de in vloeden van haar vader. Dit is haar volkomen gelukt. Charley Toorop is een autonome ge stalte: hoog, trotsch, maar wat koud. Het eenige wat wij in haar kunst altijd missen is. generositeit en overgave, of om het wat een voudiger te zeggen: gemoed. Wanneer we het fijne, harmonische schil- derij van Conrad Kikkert „Rotsen in Zee" be- schouwen, waar ongetwijfeld* een bijzondere bekoring van uit gaat. zij we toch even ver baasd en vragen ons af of die nu de revolu- tionnaire Kikkert is, die indertijd met zooveel élan en zulke monumentale bedoelingen den Moderne Kunstkring' oprichtte. In deze vrien delijke traditioneels kunst, is weinig meer van den schilderkunst-hervormer te vinden! In langen tijd zagen we geen werk van Jan van Herwijnen. Het doek wat hij hier heeft, een Stilleven met een Zeef leek ons dieper, niet alleen van kleur, maar ook van gevoel, dan hetgeen we van hem kenden. Het is vol gloed en innerlijk leven. Het is van een ont róerenden eenvoud, maar het spreekt een eigen taal. De voorwerpen zijn tot hun sim pelste expressie gereduceerd. Het geheel is in een gedempten toon geschilderd, welke geac centueerd wordt door een prachtig blauw op den voorgrond. Joep Nicolas is in al zijn werk, of het schil derijen of glazen zijn, altijd sierlijk en be schaafd. Hij is een virtuoos, hij geeft zich zoo als hij is, zonder voorbehoud, zonder zich aan wetten te willen binden. Hij toont in alles een onfeilbaar goeden smaak, die zelfs zijn min der geslaagd werk toch altijd nog een beko ring geeft. Hij toont in zijn Portret een weinig Hollandsch brio en een natuurlijke gemakke lijkheid. Jan Sluyters komt hier met zijn „Piëta" niet gelukkig voor den dag. We hebben mooiere dingen van hem gezien en hadden wat beters verwacht. Pyke Koch's „Bertha van Antwerpen" zagen we hier al eens in Brussel, n.l. op de groote tentoonstelling van L'Art vivant. We kunnen niet veronderstellen, dat hij sinds dien niets anders maakte. Waarom dan twee keer met dit schilderij voor den dag gekomen? Van Lizzy Ansingh vinden we hier een groo te compositie „Hoedjes". Voor deze schilderes geldt wel in het bijzonder het zooeven door ons genoemde bezwaar van onze schilderkunst. Jaar in jaar uit blijft dit werk hetzelfde. Het is goed geschilderd, beschaafd en aangenaam voor het oog; men vihdt er fijne delicate par tijen in, het is vol geestige details en subtili teiten. maar waar is de groote overtuiging, de drift, het verlangen? Een schilderij als dit is een lust der oogen, een uitstekende wandver siering, maar we vragen toch nog wel iets meer van een kunstenaar, iets meer dan de ij delheid der schoonheid. We zoeken vergeefs naar getuigenissen van een innerlijk bestaan. Schuhmacher heeft op het oogenblik in ons land een groote reputatie. Wij kunnen in het „Naakt", dat hij hier tentoonstelt, slechts een schijnverfijning zien. De kleur is delicaat, misschien iet-wat te bloedeloos, maar de lijn is dikwijls hard en ongevoelig. Nu komt er bij, dat hij hier niet met een van zijn beste werken vertegenwoordigd is. Hij kan meer en beter dan hij hier toont. Het is jammer, dat schilders zich dikwijls niet voldoende reken schap geven van het belang van een tentoon stelling als deze. De meeste kunstenaars zijn niet streng genoeg voor zich zelf en daar on dervinden ze zelf het eerste de schade van. Wie op dit doek afgaande zich een oordeel over Schuhmacher zou vormen, doet den schilder onrecht. Ten slotte wil ik nog eenige namen noemen van schilders, wier werk mij om de een of andere reden opviel. Van Schwarz vinden we hier een Hollend Paard vol beweging en met élan geschilderd; van Colnot een gedistingeerd Stilleven; Maks zond een wat vulgair, maar boeiend en zwierig schilderij van een Spaan- sche Dans; Leo Gestel: Drie Vrouwen, rijk en warm van kleur en vooral scherp van psycho logie. D. Ket's Man met een Bierflesch is on getwijfeld knap van techniek, maar we voelen er te weinig liefde en hart in. Het Zelfportret van Wiegersma mist geest, maar heeft deco ratieve kwaliteiten. Willink laat zijn bekende Jobstijding zien, dat wel suggestief maar wat schraal van kleur en schildering is. Het is moeillijk over de ingezonden beeld houwwerken iets te zeggen. Een catalogus ont breekt en vele stukken zijn niet of onvoldoen de gesigneerd. Tot een van de beste inzen dingen behoort het Naakt van Jacobs van den Hoff. Het is eenvoudig van lijn, edel en zuiver. Goed gelijkend is het portret van dr. Abraham Bredius door Theo van Reyn. Mendes da Costa stuurde zijn overbekende Vincent van Gogh figuur en van Altorf vinden we een meester lijk gestyleerden Vogel. Het figuur dat de Nederlandsche inzending •op' - deze tentoonstelling, .van moderns... kunst .maakt-is, zöoals- ik reeds eerder opmerkte/ ver- 're van slecht; Natuurlijk, zijn er lacunes, maar wanneer men het met de andere landen (Bel gië uitgezonderd) vergelijkt, mogen we .de conclusie trekken dat de schilderkunst in Ne derland op een niet zeer hoog, maar behoorlijk peil staat. JAN GRESHOFF peltedec&wdschejmdpasta 1. DOOS 2 0 CT.—TUBE 40 en 60 CT. t (Adv. Ingez. Med.) Italiaanschë vestigt een hoogterecord. Tot 12.043 gestegen. Reuter meldt uit Rome. dat de pilote gravin Carinane Crone gisteren het wereld-hoogte- record voor vrouwen heeft verbeterd door het bereiken van een hoogte van 12.043 meter. Het record stond op naam van Maryse Hiltz, die dezer dagen tot 11.800 M. steeg. DIPLOMATIEKE BEZOEKEN BIJ SAMUEL HO ARE. De nieuwe Britsche minister van buiten- landsche zaken, Sir Samuel Hoare, heeft gis teren bezoeken ontvangen van de diploma tieke vertegenwoordigers te Londen, van Nederland, Siam, Zwitserland, Oostenrijk, Zweden. Denemarken. Venezuela, Hongarije, China, Finland en Letland. TROTZKI'S BEZOEK AAN NOORWEGEN. Trotzki's bezoek aan Oslo en het hem toegestane verblijf in Noorwegen is aanlei ding tot tal van commentaren in de Scan dinavische pers. Men verwacht dat de con servatieven in het Noorsche Storting de Ar- beidersrégeering hierover zullen interpel- leeren. Reeds in 1929 vroeg Trotzki toestem ming om naar Noorwegen te komen, doch de regeering Mowinkel wees dit verzoek af. In een interview in het te Oslo verschijnende „Dagbladet" over de motieven waarop Trotzki het verblijf in Noorwegen werd toegestaan verklaart de Noorsche minister van Justitie Lie dat het in Noorwegen geldende asylrecht in verband met den bedenkelijk achteruitge- ganen gezondheidstoestand van Trotzki, vol doende motief was om hem toe te staan in Noorwegen zijn herstel te zoeken. De bladen melden tenslotte dat Trotzki tijdens den overtocht op het Noorsche stoom schip „Paris" door niemand herkend is aan gezien hij zijn karakteristieke puntbaard heeft laten wegnemen. Duitsche predikanten vrijgelaten. Reuter meldt uit Berlijn, dat wederom 12 evangelische predikanten zijn vrijgelaten uit de gevangenis of uit het' concentratiekamp. Het is nog aan 25 dominees verboden te pree- ken en 10 blijven uit hun parochies verban nen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6